6 minute read
UIT DE VERENIGINGEN
from Klimop 2022-4
VAN PEER TOT PAW PAW
Sinds hij veertig werd, heeft deze houtbewerker zijn grondstof herontdekt. Beukel Hoet is immers niet langer alleen maar schrijnwerker, vorige winter heeft hij tientallen fruitbomen aangeplant op de anderhalve hectare achter zijn woning op de grens tussen Zwevegem en Stasegem. Over enkele jaren hoopt hij zijn droom in vervulling zien te gaan: een natuurlijke fruit- en bessengaard.
Advertisement
CHRIS DUTRY
↑ Beukel Hoet in zijn fruitgaard © Chris Dutry
“Na mijn opleiding schrijnwerker ben ik beginnen werken bij een timmerman, waarna ik nog eens drie jaar bij de vzw Bolwerk in Stasegem actief was. Dat was veel artistieker werk dan het klassieke schrijnwerk: we voerden vooral projecten uit voor gemeenten en straattheatergroepen. In die periode bouwde ik ook een mobiele tapinstallatie waarmee ik zomerfestivals afschuimde. Toen ik later als zelfstandig timmerman begon, werd dat wel een moeilijke combinatie: werken tijdens de week en nog eens daarbovenop in het weekend tot laat in de nacht van huis zijn. Bovendien wou ik vooral ecologisch bouwen of verbouwen, vooral houtskeletbouw. Dat heeft bijna tien jaar geduurd, al was het voor mij al gauw duidelijk dat het niet alleen kwestie was van vakmanschap. Boekhouding was wel mijn grootste beproeving en ik kon moeilijk neen zeggen, met alle gevolgen van dien. Vandaar dat ik uiteindelijk ervoor koos om terug in onderaanneming te werken.
Al sinds ik nog zelfstandig werkte, beschik ik ook over een strook van een 300 vierkante meter langs mijn atelier. Na verloop van tijd hebben we er fruitbomen en bessen aangeplant. Onze woning in Zwevegem had immers geen tuin. Mijn vriendin Gudrun begon er een moestuintje en voor onze drie jonge kinderen werd het hun speeltuin. Daar zijn ook figuurlijk de zaadjes geplant voor wat ik vandaag doe. In die jaren las ik over permacultuur, deed bedrijfsbezoeken, sprak met mensen en stilaan groeide de idee om ook iets dergelijks uit te proberen. Al besefte ik dat die mooie plaatjes met voedselbossen niet het hele verhaal vertelden. Bijhorende productiecijfers en de lof van ‘luie’ tuinmannen overtuigden mij niet meteen. Over projecten die meer commercieel gericht waren en waar je een leefbaar inkomen uit kon halen, daar las ik echter bijzonder weinig over. Vaak gaat het over projecten in het kader van sociale tewerkstelling of educatie. Daar is op zich niks verkeerd mee, maar soms leek het echt te mooi om waar te zijn.”
DROOM WORDT STILAAN WERKELIJKHEID
“In zekere zin had ik het gevoel dat ook mijn biologische klok aangaf dat als ik nu nog bomen wilde planten en die ook groot wilde zien worden, het nu of nooit was. Na anderhalf jaar zoeken zijn we hier aanbeland op een graanakker met bestaande woning. Het was een geschikt terrein dat niet te ver van Deerlijk lag, waar Gudrun werkt bij haar moeder in een boekenwinkel. Hoewel ik aanvankelijk vreesde voor geluidsoverlast, werd het deze plek die ingesloten ligt tussen de E17, de baan naar Deerlijk en de kanaalweg. De wind zit hier dus nooit goed … Ondertussen heb ik wel geleerd om mij daar tijdens het werk buiten niet op te focussen. Het terrein is zowat anderhalve hectare groot en de woning hebben we in een record tempo grotendeels gerenoveerd. Mijn atelier in Deerlijk heb ik nadien verhuurd en werk gevonden bij Zuderwind, een spinoff van Stroomop, bekend omwille van zijn pellet-verwarmingssystemen.
Daardoor werk ik nu drie dagen per week als freelancer en als ik thuiskom heb ik de handen vrij om in de tuin te werken. Mijn droom wordt daardoor elke dag iets meer realiteit. Siem Ottenheim, wiens voedselbos ik in Nederland had bezocht, gaf mij de raad om aan Louis De Jaeger een ontwerp voor een voedselbos te vragen. Deze gedreven jongeman wil de gangbare landbouw omvormen naar agroforestry en voedselbossen. Zijn firma heet ‘De commensalist’ en hij heeft uiteindelijk ook onze droom op papier gezet. Dat hij ook oog heeft voor het commerciële aspect, vond ik erg belangrijk. Zo ken ik een ander voedselbos van zo'n 6 hectare, dat al minstens 15 jaar bestaat. De
eigenaar ervan zag zich verplicht om over te stappen van zelfpluk – de mensen vonden de vruchten amper – naar de installatie van een bessenautomaat en meer verwerking van eigen fruit. Ons ontwerp is ook gericht op zelfoogst, maar onze bomen zijn op rijen aangeplant waardoor ze erg toegankelijk zijn. Omwille van het makkelijk plukken kozen we bewust voor veel laagstammen. In romantischere voedselbossen heb je meer ervaring nodig en moet je bovendien de planten weten staan om er goed te kunnen oogsten.”
“Ik spreek liever van een natuurlijke fruitkwekerij dan van een voedselbos. Bessenstruiken zou ik trouwens pas later willen aanplanten tussen de fruitbomen. Vorige winter werden er tweehonderdvijftig boompjes aangeplant op verhoogde rijen. De fruitbomen omvatten appel-, peer-, pruim-, kers-, perzik- en notensoorten, maar ook paw paw en nashi-peer. Er staan slechts een vijftiental abrikozenboompjes bij wijze van experiment wegens de eerder geringe opbrengst. Er staan ook bomen waarvan de bladeren een goede verhouding tussen koolstof en stikstof bezitten. In de herfst zullen die de bodem op natuurlijke wijze verrijken. Vorig jaar hebben we ook zaadmengsels ingezaaid om de bodemstructuur te verbeteren. We hebben daartoe wel eerst de ploegzool moeten doorbreken. We kregen onder meer een overvloed aan zonnebloemen, die toen menig huiskamer of bureau hebben opgefleurd… Daarnaast is er ook een nieuwe, grote waterpoel aangelegd en werd een bestaande gracht achterin het terrein meer natuurlijk gemaakt. Er komt ook een houtkant als windscherm, alsook twee stukjes hakhoutbos. Met de uitgegraven aarde van de poel werd een kleine heuvel aangelegd, waarvan de zuidhelling een warmer microklimaat mogelijk maakt. Hopelijk komen we zo uiteindelijk tot een ecologisch evenwicht tussen natuurlijke begroeiing en productieve aanplant. Tegelijk is het de bedoeling dat er over enkele jaren mensen met een jaarabonnement hier kunnen komen fruit plukken naar hartenlust. En ook genieten van een stukje natuur in deze sterk verstedelijkte omgeving.”
SLAPELOZE NACHTEN
Begin mei kreeg Beukel het pijnlijke nieuws dat zijn boomgaard misschien straks in een kmozone zou komen te liggen (zie artikel p. 6-10). De huidige twaalf hectare herbevestigd agrarisch gebied bleek immers een van de zoekzones voor industriegebied in deze provincie. Na navraag bij het gemeentebestuur bleek dat deze zgn. zoekzone Gavers Zuid waarschijnlijk niet goedgekeurd zal worden door de Vlaamse Overheid. Beukel hoopt hier snel een definitief antwoord op te krijgen. Stel dat dit wel wordt goedgekeurd, dan is het onmogelijk om een groene corridor te realiseren tussen de Gavers en het Europese Habitat-gebied langs het kanaal Bossuit-Kortrijk. Eens te meer blijkt dat we vijftig jaar na de publicatie van ‘Grenzen aan de groei’ hardnekkig vasthouden aan een economisch groeimodel. Elders in de provincie komt er immers tot 130 ha bijkomend bedrijventerreinen.
GROENE OASE OP DE KEIBERG IN DE MAAK
↓ Links is de oude beekvallei nog deels zichtbaar. Achteraan liggen de Vaarttaluds langs het kanaal Bossuit-Kortrijk. Het maïsveld zou bebost worden. © Chris Dutry
Het was geen goedkope aankoop, maar die bijna twee hectare gelegen langs de N8 en palend aan de Vaartaluds in Heestert en Moen worden straks een pareltje. Plannen genoeg: de kronkelende beek zal haar oorspronkelijke bedding terugkrijgen, de weide blijft hooiland met wat randbeplanting, de maïsakker wordt een gemengd loofbos, terwijl een wandelpad weer de verbinding maakt tussen de Keiberg en de Vaarttaluds, zoals het vroegere smalspoor. Het gebied zal als kleine beekvallei opnieuw koolstof opslaan en meer biodiversiteit mogelijk maken. In november gaan we trouwens ook over tot een eerste aanplant van het toekomstige Beerbos in Sint-Denijs.