VA K B L A D VO O R D E F Y S I O T H E R A P E U T
FYSIOPRAXIS JAARGANG 23 • NUMMER 10A • DECEMBER 2014
Jubileumuitgave
EDITH SCHIPPERS
2
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
INHOUD | REDACTIONEEL | COLOFON
Amper begonnen en ik voel mij nu al trots!
11 4 8 10 12 14 15 16 22 25 26 28 32 34
125 jaren Stellingen politiek Bekende fysiotherapeuten Complimenten Feiten en cijfers Campagnes door de jaren heen Het zit in de familie 125 miljoen? Fysiotherapeut van topsporters De waarde van fysiotherapie 125 jaar ervaring Nieuwe generatie fysiotherapeuten Vakblad van 1889 tot nu
125 jaar geleden richtte een kleine groep gymnastiekleraren en heilgymnastische masseurs het ‘Genootschap ter beoefening van de Heilgymnastiek’ op. Gedreven door praktijk en theorie, eenheid in behandelen en een goede verhouding tussen medici en heilgymnasten. Het bewijs van deze gedrevenheid van fysiotherapeuten, het in beweging blijven voor het welzijn van een ander, vindt u terug in dit jubileumnummer. Een uitgave door, voor en over gepassioneerde mensen. Professionals die vol overtuiging gekozen hebben voor fysiotherapie, en belangrijk werk doen om ervoor te zorgen dat mensen thuis kunnen blijven wonen, kunnen blijven werken, goed herstellen van een operatie of toch die marathon kunnen lopen. Deze jubileumuitgave van FysioPraxis belicht het vak vanuit diverse kanten; patiënten, vakgenoten en politici komen aan het woord. Voor mij als startende voorzitter hét bewijs dat de fysiotherapie een essentiële rol verdient in de zorg. Samen met onze partners in zorg maken wij ons sterk voor een krachtige plek van fysiotherapie en de fysiotherapeut!
Reacties kunt u mailen naar fysiopraxis@kngf.nl GUUSJE TER HORST VOORZITTER
Meer info vindt u op www.fysionet.nl
FysioPraxis is het officiële tijdschrift van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) en verschijnt 10 keer per jaar.
REDACTIEADRES
KNGF Postbus 248 3800 AE Amersfoort E: info@miekevandalen.nl
EINDREDACTIE
Mieke van Dalen E: info@miekevandalen.nl M: 06 502 43 735
REDACTIE
Adri Apeldoorn Saskia Bon (hoofdredacteur) Karin Haks Lidwien van Loon (specialistenkatern) François Maissan Caroline Speksnijder
ADVERTENTIES
Bureau Van Vliet B.V. advertentietarieven op aanvraag Frank Oudman E: f.oudman@bureauvanvliet.com Remco Wijnhout E: r.wijnhout@bureauvanvliet.com T: 023 571 47 45 I: www.bureauvanvliet.com
ABONNEMENTEN NIET-KNGF LEDEN
Een particulier abonnement kost per jaar € 106 en buitenlandse abonnees betalen € 45 voor een digitale versie (prijswijzigingen voorbehouden). Abonnementen kunnen op ieder moment starten en u betaalt aan het begin van het jaar voor het aankomend jaar. Beëindiging kan op elk moment, met inachtneming van één maand opzegtermijn. Er volgt een verrekening naar rato
en teveel betaald abonnementsgeld wordt gecrediteerd.
doeleinden vragen we een passende vergoeding.
ABONNEMENTEN / ADRESWIJZIGINGEN
VORMGEVING
KNGF, Postbus 248, 3800 AE Amersfoort T: 033 467 29 00 E: ledenadministratie@kngf.nl
VERANTWOORDELIJKHEID
De redactie beslist over de samenstelling van FysioPraxis. De auteurs zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de door hen geschreven artikelen en het KNGF voor het verenigingsnieuws.
Aad Koeleman, X-Media Solutions
DRUKWERK
Senefelder Misset B.V.
ONTWERP OMSLAG
Aad Koeleman, X-Media Solutions
ISSN
0927- 5983
AUTEURSRECHT
© 2014 KNGF. Artikelen mogen alleen worden overgenomen en/of vermenigvuldigd na schriftelijke toestemming van het KNGF en met bronvermelding. Voor overname voor commerciële
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
3
Tijdslijn 125 jaar Fysiotherapie
1889 Op 1 september 1889 richtte een betrekkelijk kleine groep gymnastiekleraren en heilgymnastische masseurs het Genootschap ter beoefening van de Heilgymnastiek in Nederland op. Dit genootschap als voorloper van het KNGF werd opgericht met als doelstelling “de heilgymnastiek zowel praktisch als theoretisch te
1891
Bron SGF
Heilgymnastiek
De heren E. Minkman, J.H. Reijs en H. van Kreel
beoefenen, eenheid te brengen in de wijzen van behandeling en een goede verhouding te bevorderen tussen medici en heilgymnasten”.
1921 Ongevallenwet In 1921 wordt de Ongevallenwet ingevoerd. Hiermee krijgen slachtoffers van bedrijfsongevallen toegang tot de heilgymnastiek.
Maandblad Het vakblad ‘Maandschrift gewijd aan de Heilgymnastiek’ biedt ruimte voor discussie over behandelmethoden als frictioneren en het hamersysteem. Die discussie draagt bij aan de ontwikkeling van het vak.
4
1800-1850
1860
1889
1891
1921
1942
1963
Voorlopers fysiotherapie vanuit Duitsland en Zweden naar Nederland
Ontstaan nieuw beroep: heilgymnast
Oprichting Genootschap ter beoefening van de Heilgymnastiek in Nederland
Start ‘Maandschrift gewijd aan de Heilgymnastiek’
Invoering Ongevallenwet
Wettelijke erkenning van beroepsgroep fysiotherapeuten
Invoering Wet op de Paramedische beroepen
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
Bron SpaarnestadPhoto
1989 Eeuwfeest In 1989 vierde de vereniging haar eeuwfeest nog onder de naam Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (NGF). Ter gelegenheid van dat eeuwfeest werd het predicaat ‘Koninklijk’ door het toenmalige staatshoofd Koningin Beatrix verleend.
1965 Fysiotherapeuten Besluit Pas sinds 1965 is er officieel sprake van fysiotherapie. In dat jaar kwam, als gevolg van de Wet op de Paramedische Beroepen, het Fysiotherapeuten Besluit tot stand. Met dit besluit was voor het eerst de opleiding tot fysiotherapeut verplicht voor de uitoefening van het vak. Daarmee werd geregeld dat de heilgymnastiek, de massage en de fysische therapie tot het domein van de fysiotherapie worden gerekend.
Namens het NGF ontvangt voorzitter Rob Jansma (rechts) van de toenmalige Commissaris van de Koningin Beelaerts van Blokland (links) het predicaat ‘Koninklijk’.
2006 DTF De individualisering van de samenleving heeft invloed op het vak fysiotherapie. Patiënten worden mondige consumenten die vrij willen zijn om te kiezen. Sinds 2006 kunnen ze dat ook doordat de directe toegang fysiotherapie wordt ingevoerd. In tijden waarin er vrije tarieven voor fysiotherapie gelden, het basispakket is versoberd en de druk op de aanvullende verzekering is toegenomen, blijft het voor de fysiotherapeut van levensbelang om waarde toe te voegen voor patiënt, overheid en zorgverzekeraars met zijn bewezen kwaliteit en vakmanschap.
Patiënten bieden een petitie aan tegen beperkende maatregelen.
1980 Beperking Bezuinigingsmaatregel: beperking van het aantal fysiotherapeutische applicaties per behandeling.
1965
1969
Fysiotherapeuten De eerste Besluit fysiotherapeuten studeren af
1970
1980
1989
1993
2006
WCPT in Amsterdam en het Besluit Inrichtingseisen Fysiotherapie
Beperking aantal fysiotherapeutische applicaties per behandeling
Eeuwfeest Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (NGF)
Invoering Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG)
Invoering directe toegang fysiotherapie (DTF)
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
5
TIJDSLIJN 125 JAAR FYSIOTHERAPIE
Wat gebeurde er in 1889? februari:
Ook in 1889:
01 - Thanh Thai volgt Dong Khanh op als keizer van Vietnam.
• Het internationale prototype van de kilogram wordt gemaakt. • De meter wordt gedefinieerd als de afstand tussen twee krassen op een standaardmeter. • Hans Meyer beklimt als eerste de Kilimanjaro. • Oprichting van het bedrijf Nintendo. • North Dakota, South Dakota, Montana en Washington worden staten van de Verenigde Staten. • Oprichting van HFC Haarlem. • Oprichting van de Nederlandse Atletiek en Voetbalbond, de voorloper van de KNVB. • Louis Couperus schrijft Eline Vere.
maart: 04 - Benjamin Harrison wordt de 23e president van de Verenigde Staten. 31 - Officiële inhuldiging van de Eiffeltoren. Publieke openstelling vanaf 6 mei tijdens de Wereldtentoonstelling.
Malle gevallen: Uit het Maandschrift voor Heilgymnastiek 1930
april: 05 - Nederland krijgt zijn eerste Arbeidswet. Deze verbiedt gevaarlijk werk en nachtarbeid voor vrouwen en kinderen tot 12 jaar. 16 - Brits acteur en filmregisseur Charlie Chaplin geboren. 20 - Adolf Hitler geboren. 23 - Nederlands marineofficier Karel Doorman geboren.
mei: 12 - Vader van Anne Frank, Otto Frank, geboren.
september: 07 - Nederlands luchtvaartpionier Albert Plesman geboren.
oktober: 06 - Opening van de Moulin Rouge in Parijs. 15 - Ingebruikname van station Amsterdam CS.
In 1881 werd begonnen met de bouw van het station Amsterdam Centraal van de Nederlandse architect Pierre Cuypers. In 1889 was het station klaar.
6
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
Stichting Geschiedenis Fysiotherapie Elke beroepsgroep heeft zijn geschiedenis. Een fysiotherapeut die de geschiedenis van zijn beroepsgroep kent, begrijpt het heden beter en is voorbereid op de toekomst. In 1989, ten tijde van het 100-jarig bestaan van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie, werd de Stichting tot Behoud ener Heilgymnastische Bibliotheek opgericht met als belangrijkste doel het verzamelen van boeken over het vakgebied. Gaandeweg bleek deze doelstelling te eng en in 1996 is de naam van de stichting gewijzigd in Stichting Geschiedenis Fysiotherapie (SGF).
Activiteiten SGF 1. Het bijeenbrengen en onderhouden van een historische bibliotheek en het verzamelen van historisch materiaal, waaronder foto’s, films en apparatuur. 2. Het stimuleren van historisch onderzoek.
lende opleidingen is er contact om scripties met een historisch onderwerp vanuit de SGF te begeleiden. 5. Het opzetten en beheren van het atelier en het documentatiecentrum voor de opslag van apparaten, boeken, tijdschriften, archieven, foto- en filmmateriaal van organisaties en personen. De collectie is ondergebracht in het Medische Leesmuseum in Urk. De SGF is daarmee partner van het Trefpunt voor de Medisch Geschiedenis in Nederland. 6. Het werven van fondsen. Zonder geld is het werk van de SGF niet uit te voeren. Op dit moment is de SGF afhankelijk van een vrijwillige bijdrage van het KNGF, sponsoren en van donaties van particulieren.
Jubileum-symposium Op 26 september 2014 vierde de SGF haar 25-jarig jubileum met een symposium bij
3. Het plaatsen van artikelen in tijdschriften en het geven van lezingen en colleges binnen verenigingen en opleidingsinstituten op het terrein van de fysiotherapie.
het Medisch Historisch Leesmuseum in Urk, vlak bij het archief van de stichting. Hebt u een vraag over de geschiedenis van fysiotherapie, wilt u graag een donatie geven aan de stichting of vrijwilliger worden? Neem dan contact op met de stichting via stgefy@kpnmail.nl of bekijk de website www.sgfinfo.nl.
Geschiedenis in bewegend beeld Dit jaar is er een film ontwikkeld over de geschiedenis van de fysiotherapie. In deze film van circa 4 minuten ziet u in vogelvlucht het pad van fysiotherapie en fysiotherapeuten door de jaren heen. De SGF heeft aan deze publicatie haar medewerking verleend. Te vinden op www.fysionet.nl, zoekterm ‘KNGF125 jaar’.
Bron SGF
4. De geschiedenis van het vak weer op het lesrooster doen plaatsen. Met verschil-
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
7
HET BINNENHOF OVER FYSIOTHERAPIE
1
Linda Voortman
Hanke Bruins Slot
Breng fysiotherapie voor chronische aandoeningen (bijvoorbeeld reuma, COPD, hartfalen, claudicatio) weer terug naar basisverzekering.
Eens. GroenLinks wil dat fysiotherapie weer terug wordt gebracht naar het basispakket. Een groot aantal zorgverzekeraars is gestopt met het aanbieden van onbeperkte fysiotherapie in het aanvullende pakket. Chronisch zieken, ouderen en gehandicapten dreigen hierdoor verstoken te raken van goede zorg.
Het CDA vindt het van belang dat er meer ruimte komt (juist ook door zorgverzekeraars) om goed onderzoek te doen naar de meerwaarde van fysiotherapie bij andere chronische aandoeningen. Daardoor kan fysiotherapie voor aandoeningen zoals reuma ook op de chronische lijst worden gezet. Fysiotherapie bij de overige chronische aandoeningen wordt vanuit de basisverzekering vergoed vanaf de 21e behandeling. Voor de eerste 20 behandelingen kan een patiënt zelf betalen of een aanvullende verzekering afsluiten. lees verder op pagina 14
2
Voor fysiotherapie in de basisverzekering zou geen eigen risico moeten gelden.
GroenLinks maakt zich al langere tijd ernstig zorgen om de zogenaamde “zorgmijders”. Het om financiële redenen weigeren van fysiotherapie kan in een later stadium hogere kosten met zich meebrengen doordat kwalen door verwaarlozing alleen maar erger worden. Maar helaas geldt dit eigenlijk voor alle vormen van zorg: ook voor psychische hulp, medicijngebruik, tandartszorg en noem maar op. Wij willen dat iedereen de zorg kan krijgen die hij of zij nodig heeft maar simpelweg alles uitsluiten van het eigen risico is nu eenmaal geen optie. Wel willen wij dat het eigen risico niet verder verhoogd wordt en inkomensafhankelijk gemaakt wordt.
Het CDA is voorstander van een eigen risico in de zorg, ook voor de fysiotherapie. Daarvoor is het wel noodzakelijk, dat de financiële drempels niet te hoog worden voor kwetsbare mensen. Wat het CDA betreft lopen we inmiddels tegen de grenzen aan. Het CDA is tegen een verhoging van het eigen risico tot 375 euro. Daarom heeft het CDA geld vrijgemaakt in zijn alternatieve begroting om de verhoging van het verplicht eigen risico terug te draaien. Ten slotte zijn er groepen chronisch zieken die zeer hoge kosten maken waar we speciaal naar moeten kijken. Tot vorig jaar bestond voor deze mensen de Compensatieregeling Eigen Risico (CER). lees verder op pagina 14
Fysiotherapeuten moeten voor coördinatie-overleg met andere zorgaanbieders op lokaal en wijkniveau betaald worden op dezelfde basis als huisarts, wijkverpleegkundige en apotheker.
Wanneer een fysiotherapeut op dezelfde manier betrokken is bij een wijkteam dient deze daar net als andere zorgverleners voor betaald te worden.
Het CDA vindt het van belang dat fysiotherapeuten nauw kunnen samenwerken met de huisarts, wijkverpleegkundige en apotheker. Dat zorgt voor goede zorg in de buurt. Daarvoor vindt het CDA ook van belang dat fysiotherapeuten een vergoeding krijgen, zodat ze met de andere zorgverleners kunnen overleggen. Daar mogen geen financiële drempels voor zijn.
Het is aangetoond dat fysiotherapie dure zorg in de tweede lijn kan voorkomen of uitstellen. Echter, fysiotherapeuten zien die zogenaamde substitutie niet op gang komen. Het is daarom nodig, dat zorgverzekeraars door middel van voorwaardelijke aanspraken in de tweede lijn stepped care realiseren.
Voor goede zorg is inzetten op preventie en ook het vroeg signaleren van eventuele problemen in de eerste lijn belangrijk. Niet alleen om de zorg betaalbaar te houden maar vooral gewoon voor een gelukkiger en gezonder Nederland. Fysiotherapie kan hier zeer zeker een bijdrage aan leveren. Het is zorgwekkend dat fysiotherapeuten aangeven dat dit nog onvoldoende gebeurt. Stepped care lijkt in de psychische gezondheidszorg goed te werken en het zou goed zijn om ook in de fysiotherapie hiermee aan de slag te gaan.
Substitutie van tweede naar eerste lijn is een belangrijke ontwikkeling die ertoe bij kan dragen dat zorgkosten laag gehouden worden. Er zijn verschillende manieren om deze substitutie vorm te geven. Het pleidooi van KNGF en andere eerstelijnszorgaanbieders om stepped care en gepast gebruik te stimuleren, steunt het CDA. Het CDA deelt de zorgen over het op gang komen van de substitutie. Er is nog steeds geen substitutiemonitor. Daardoor blijkt het onduidelijk of tweedelijns zorgverleners zorg afstoten. Daarnaast krijgt het CDA de indruk dat zorgverzekeraars wel minder zorg in de tweede lijn inkopen onder het mom van substitutie, maar niet meer zorg inkopen in de eerste lijn. Dat is een onwenselijke ontwikkeling. lees verder op pagina 14
De machtsverhouding tussen zorgverzekeraars en de individuele fysiotherapeuten is uit balans. Beroepsorganisaties moeten een rol krijgen bij het herstel van het evenwicht.
De macht van de zorgverzekeraars wordt steeds groter. De regering laat veel te veel over aan de markt en veel zorgverzekeraars zijn ondertussen, net als banken, “too big to fail” geworden. Individuele zorgverleners hebben weinig meer te zeggen. Verenigd in beroepsorganisaties kunnen zorgverleners tegenwicht bieden en dit gebeurt gelukkig ook, maar dat is niet genoeg. GroenLinks pleit voor een breder debat over de macht van de zorgverzekeraars.
Zorgverzekeraars hebben binnen ons stelsel te veel macht, zeker ten opzichte van kleine, individuele zorgaanbieders. Te vaak hebben zorgaanbieders als fysiotherapeuten en logopedisten geen andere keus dan bij het kruisje te tekenen. De enige mogelijkheid is doorgaans het voeren van een rechtszaak, maar dat is kostbaar en duurt lang, waardoor faillissement dreigt. Bij de contractonderhandelingen zou er daarom ook de mogelijkheid moeten zijn voor snelle mediation of arbitrage door middel van een geschillencommissie. Mogelijk dat ook beroepsorganisaties daarin een rol zouden kunnen spelen. Daarnaast zou de Nederlandse Zorgautoriteit veel actiever moeten optreden. Behalve de eenzijdige contractbespreking zien we een ander fenomeen. lees verder op pagina 14
3 4 5 8
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
Renske Leijten
Agnes Wolbert
Kees van der Staaij
Eens. Vergoed meer via het basispakket, zeker voor chronische patiënten. Het werkt, dus het is logisch om dit weer op te nemen.
Zou ik voorstander van kunnen zijn, daar horen dan goede behandel/ zorgstandaarden bij. Ook een goede toetsing, want als je jarenlange ‘open-einde-behandelingen’ vergoedt, moet je wel helder kunnen zijn over de professionele scherpte die dat vraagt.
Oneens. De SGP vindt het een goede zaak dat jongeren tot 18 jaar de eerste 9 behandelingen voor fysiotherapie vergoed krijgen en dat volwassenen deze zorg vergoed krijgen vanaf de 21e behandeling. De SGP ziet op dit moment geen financiële ruimte om het basispakket uit te breiden.
Eens. Wat ons betreft verdwijnt de eigen bijdrage in de hele zorg. Door het eigen risico kunnen sommige mensen geen gebruik maken van noodzakelijke zorg omdat zij deze niet kunnen betalen. Deze vorm van tweedeling is ongewenst en moet bestreden worden.
Idealiter zouden we in de hele eerste lijn geen eigen risico in rekening moeten brengen en als je dat toch doet, dan gelijk ook een vorm van inkomensafhankelijkheid introduceren.
Oneens. De SGP vindt het eigen risico een goed instrument om het kostenbewustzijn van mensen te vergroten en onnodige behandelingen te voorkomen. Om te voorkomen dat mensen met een laag inkomen zorg gaan mijden, zijn zij de afgelopen jaren via de zorgtoeslag gecompenseerd voor de verhogingen van het eigen risico. De SGP vindt het daarom niet nodig om de fysiotherapie uit te zonderen van het eigen risico.
Eens. Zorg moet dicht bij de patiënt/burger georganiseerd worden, fysiotherapeuten hebben hierin een rol. Wij willen de zorg niet organiseren via concurrentie tussen aanbieders en ziekenhuizen, maar door samenwerking en een regionaal zorgbudget, op basis van de zorgbehoefte. We willen de zorg meer in de buurt en op een menselijke maat organiseren.
Voor goede en passende zorg dichtbij is het belangrijk dat alle actoren het werk goed op elkaar af kunnen stemmen. We gaan denk ik steeds meer horizontaal samenwerken in de eerste lijn en dat is een goede zaak. Dan helpt het geweldig, als de kostenstructuur onderling ook ongeveer dezelfde opbouw kent en in ieder geval ruimte biedt voor overleg, regievoering en samenwerking.
Eens. Vanaf 2015 wordt er in heel veel gemeenten ingezet op integrale zorg, die gecoördineerd wordt vanuit sociale-wijkteams. Het lijkt de SGP een goede zaak als ook fysiotherapeuten hierin participeren, zeker waar het gaat om de zorg aan mensen met meervoudige problematiek. Als dat het geval is, vindt de SGP het redelijk dat verzekeraars en gemeenten hen ook financieel belonen voor hun werk in het wijkteam. Fysiotherapeuten kunnen daarover met gemeenten en verzekeraars afspraken maken.
Deels eens. Het aantonen van die substitutie is erg moeilijk, het zal voor een individuele fysiotherapeut niet te zien zijn wat de effecten zijn. Het voorkomen van zwaardere zorg is echter zeer wenselijk. Zorg die kan plaatsvinden in de eerste lijn hoort daar ook gegeven te worden, het inbouwen van voorwaarden kan hierin een stimulans zijn. Wij zien liever dat voorkomen wordt dat financiering leidt tot zwaardere zorg omdat dit lucratiever is. Wij zijn ervan overtuigd dat je af moet stappen van het model van betalen per verrichting. Er kan veel beter betaald worden per praktijk, met goede voorwaarden voor de te verlenen zorg (kwalitatief, in samenwerking, zonder wachttijden).
Ik zie ook, dat substitutie van de tweede naar de eerste lijn te traag op gang komt en te veel afhankelijk is van lokale omstandigheden. De doelstelling is te belangrijk om het succes te laten afhangen van toevalligheden of de situatieve goede chemie tussen personen. Ik zou daar meer sturing op willen. Van de minister, maar zeker ook van de zorgverzekeraars.
Eens. Het verplaatsen van zorg van het ziekenhuis naar de goedkopere eerste lijn heeft op dit moment inderdaad onvoldoende nut, omdat de gerealiseerde besparingen in het ziekenhuis vaak worden opgevuld met nieuwe verrichtingen. Daarom wil de SGP dat het bekostigingssysteem voor de eerste en de tweede lijn zodanig wordt aangepast dat financiële prikkels het gepast gebruik van zorg stimuleren. Dat kan bijvoorbeeld door het instellen van een gezamenlijk budget voor de eerste en tweede lijn of door middel van voorwaardelijke aanspraken in de tweede lijn.
Eens. De zorgverzekeraars hebben te veel macht gekregen in de zorgverzekeringswet. Dit leidt ertoe dat het nergens meer gaat over de inhoud van de zorg, maar enkel nog over de vergoeding, het tarief en geld. De SP zou de zorgverzekeraar graag zijn macht ontnemen voor de ordening van de zorg.
Ik krijg heel regelmatig mail van aanbieders die uitgesproken onbehoorlijk worden bejegend door zorgverzekeraars. Daar begrijp ik niets van. Hoeveel moeite is het, denk ik dan, om op z’n minst de relatie goed te houden? Je hoeft het niet met elkaar eens te zijn of te worden, maar met elkaar het gesprek aangaan, dat is wel het minste dat je zou verwachten. Er ligt veel macht bij de zorgverzekeraars, maar dat is geen vrijbrief voor onfatsoenlijk gedrag.
Eens. De SGP is een groot voorstander van een evenwichtige marktsituatie. Het is inderdaad zo dat een individuele zorgverlener vaak geen vuist kan maken tegen een voorstel van een verzekeraar waar hij of zij niet mee uit de voeten kan. De SGP kan zich daarom voorstellen dat de beroepsorganisaties met verzekeraars om de tafel gaan om de zorgen van individuele fysiotherapeuten onder de aandacht van verzekeraars te brengen.
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
9
BEKENDE FYSIOTHERAPEUTEN
“Fysiotherapie staat dicht bij mij” Brons in Sotsji op de 5000 meter, goud op het NK Afstanden op dezelfde afstand. Carien Kleibeuker (36) is met recht een topschaatster te noemen. Wat weinig mensen weten is dat ze ook fysiotherapeut is. Carien vertelt over haar carrière in de topsport en in de zorg. Tekst: Angelique Rockx (Taalent)
Waarom ben je fysiotherapeut geworden? “Die beslissing heb ik al lang geleden genomen. Ik zat op het vwo en ik wilde een studie doen op het gebied van gezondheidszorg, maar ik wist niet wat precies. Geneeskunde was een zware studie en bovendien moest je daarvoor ingeloot worden. Ik wilde ook graag blijven schaatsen. Daarom koos ik voor fysiotherapie, want die studie kon ik combineren met een topsportcarrière. Omdat ik van jongs af aan altijd al met sport en mijn lijf bezig was geweest, stond fysiotherapie heel dicht bij me. Dus het was geen moeilijke keuze.” Hoe combineer je topsport met fysiotherapie? “Op dit moment niet, want afgelopen zomer heb ik de kans gekregen om een jaar lang voluit voor het schaatsen te gaan. Dus ben ik gestopt met mijn werk in een eerstelijns fysiotherapiepraktijk, waar ik twaalf jaar heb gewerkt. Ik ben heel blij dat ik me nu
10
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
helemaal op de sport kan richten, want het is best zwaar om topsport met werk te combineren. Ik had periodes dat ik bijna veertig uur werkte, maar ook periodes waarin ik veel schaatste en maar twintig uur per week kon werken. In de aanloop naar de Olympische Spelen vorig jaar heb ik onbetaald verlof kunnen opnemen.” Hoe ziet je leven eruit, nu je je volledig op topsport kunt richten? “Ik heb best een druk schema, want ik train twee keer per dag. Meestal ga ik ’s ochtends fietsen en ’s middags het ijs op. Natuurlijk zijn er ook allerlei trainingskampen waar ik naartoe ga. Maar ik heb helder voor ogen waarvoor ik het doe. Na het goud op het NK Afstanden wil ik ook graag een titel binnenslepen op het WK Afstanden in februari.” Je wordt als sporter behandeld door fysiotherapeuten. Is dat lastig voor iemand die zelf ook in het vak zit? “Dat valt wel mee. Ik voel me op zo’n moment gewoon patiënt en ik ga niet zelf diagnoses stellen. Wel let ik misschien net iets kritischer op door wie ik behandeld wil worden. Ik ga niet naar iedere fysiotherapeut ‘om de hoek’, ik stel wel bepaalde eisen. Maar voor een topsporter is het vrij gemakkelijk te bepalen of een fysiotherapeut goed is aan de hand van de resultaten die een
sporter na de behandeling boekt. Voor de meeste aandoeningen gaat dat echter niet op. Maar ook al is iets niet altijd wetenschappelijk bewezen, mensen hebben vaak wel baat bij bepaalde behandelingen. Neemt niet weg dat ik voor evidence based werken ben. Ik vind dat na een periode van sturen op procesindicatoren het nu tijd wordt voor goed uitkomst-indicatoren waarmee verbetering van kwaliteit van leven kan worden aangeduid. Ik hoop dat de beroepsgroep dat wat beter hard kan maken tegenover de zorgverzekeraars.” “En als je kijkt naar de driehoek patiëntzorgverlener-zorgverzekeraar, dan hoop ik op een eerlijke competitie. Een zorgverzekeraar mag niet de inhoudelijke zorg bepalen, zowel voor de patiënt als voor de zorgverlener. Dat is net als in een voetbalwedstrijd waar een scheidsrechter niet van één van de beide clubs mag zijn, en achteraf of subjectief doelpunten afwijst. Er zou een balans moeten zijn tussen verzekeraar, patiënten en fysiotherapeuten, maar die balans is er momenteel niet.” Hoe ziet jouw toekomst eruit? “Ik weet eigenlijk niet of ik straks weer als fysiotherapeut aan de slag ga. De afgelopen jaren heb ik een masteropleiding Zorgmanagement gevolgd aan de Erasmusuniversiteit en ik twijfel nog welke kant ik straks op ga.”
www.shutterstock.com
SCHAATSTER EN FYSIOTHERAPEUT:
GEDREVEN HOCKEYINTERNATIONAL ÉN FYSIOTHERAPEUT:
“Met mijn handen pijn wegnemen” van den Heuvel, waarbij ik naar de patiënten toe ga voor de behandeling. Mensen die een drukke baan hebben en de hele dag gewerkt hebben, vinden het vaak vervelend om ook nog naar een fysiotherapiepraktijk te gaan voor een behandeling. Daarom kom ik bij mijn patiënten thuis. Dat is nu prima te combineren en later kan ik het bedrijf verder gaan uitbouwen.”
Op het hockeyveld sleept Carlien Dirkse van den Heuvel (27) de ene na de andere titel binnen, zowel in het Nederlands dameselftal als met haar club SCHC uit Bilthoven. Maar naast de topsport heeft ze nóg een passie: fysiotherapie. De liefde voor het vak is haar met de paplepel ingegoten, want haar beide ouders zijn fysiotherapeut. Tekst: Angelique Rockx (Taalent)
Heb je altijd al fysiotherapeut willen worden? “Mijn ouders hebben hun praktijk al 25 jaar. Thuis heb ik altijd de verhalen gehoord over het vak. Naarmate mijn eindexamen op de middelbare school dichterbij kwam, ging ik nadenken over wat ik wilde gaan studeren. Fysiotherapie blijkt goed bij me te passen, ik vind het nog steeds heel leuk.”
Waarom vind je het zo”n leuk vak? “Ik vind het heel mooi dat ik met mijn handen pijn kan wegnemen. Maar ook dat ik iemand met een goed advies van zijn of haar klachten af kan helpen. Wat me tijdens de opleiding pas goed duidelijk werd, is hoe mooi het menselijk lichaam in elkaar zit. Alles hangt met alles samen. Om daar nog meer mee te kunnen doen, wil ik me gaan specialiseren in manuele therapie. Maar die masteropleiding ga ik pas doen als mijn carrière als international voorbij is. Nu kan ik opleiding en sport moeilijk combineren, want ik train veel en ik ben vaak weg op trainingskamp. Mijn vrije woensdag heb ik nodig om uit te rusten, dus veel werken kan ik niet.” Hoe houd je je vakbekwaamheid dan op peil? “Ik heb een eigen bedrijfje, Fitter met Dirkse
Ben je in je vak net zo gedreven als in het hockey? “Ja, dat ontdekte ik al tijdens mijn stages. Ik wil graag de beste zijn en dat geldt voor fysiotherapie net zo goed als voor hockey. Over een paar jaar zal ik een keuze moeten maken en dat is best lastig. Ik wil sowieso nog naar de Olympische Spelen in Rio de Janeiro in 2016, daar richt ik me volledig op. Maar of ik twee jaar daarna nog naar het WK wil, weet ik nog niet. Als Olympisch sporter eist NOC*NSF van je dat je 32 uur per week met je sport bezig bent. Hoewel ik dat heel leuk vind en op dit moment ook van de sport kan leven, kijk ik ook vooruit naar de toekomst. En die ligt voor mij in de fysiotherapie.” Wilt u meer weten over de praktijk van Carlien? Op www.fysiotherapeutaanhuis.com vindt u alle informatie.
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
11
COMPLIMENTEN
Ik geef mijn fysiotherapeut Hij heel bekwaam is en mij prima begeleid heeft tijdens mijn revalidatieperiode. Goede tips en tools gehad en een zeer positieve instelling. Kortom, ik ben een tevreden patiënt. Simone Philipoom, 39 jaar, Alkmaar
Hele goede zorg en persoonlijke aandacht. J.P. Govers, 69 jaar, Stompetoren
Gea Swart, 44 jaar, Beverwijk
Zij mij geleerd heeft zo goed mogelijk om te gaan met mijn fysieke beperking na een operatie. Zij heeft dat op een kundige en begripvolle manier gedaan. Ik kan er weer en nog steeds tegenaan. Anoniem, 69 jaar, Utrecht
Echte toppers! Kwam met liesklachten en ben er binnen een paar weken vanaf gekomen. Ze zijn er erg vriendelijk en stralen kennis en expertise uit. Dion Veldhuis, 20 jaar, Lochem
Aardig, vriendelijk. Word goed begeleid.
Hij mij begeleidde, mij doorzag, naar me luisterde en voor mij een kei is in zijn werk. Dank daarvoor.
Almaziani, 78, Utrecht Hij mij heel goed begeleidt met mijn topsportcarrière! Mirjam Stolze, 15 jaar, De Lier Een warme hand, Een zacht gebaar, Een doeltreffend advies, De genezing nabij, Zo kan ik weer vooruit! Bedankt! Ashley Lemson, 21 jaar, Vlaardingen Ik door mijn therapeut weer mobiel ben geworden. Door een acute hernia met zenuwbeschadiging had ik een uitval aan mijn rechterbeen vanaf de onderrug. Door de perfecte begeleiding kan ik inmiddels (na 18 maanden) weer lopen, fietsen en mijn dagelijkse dingen doen! R. Vriezekolk, 49 jaar, Lochem
12
Hij zeer goed weet wat goed voor mij is en toch probeert mij te activeren. En ik ben hem dankbaar dat hij ook open is over de problemen die mij nog te wachten staan. G. Lausberg, 75 jaar, Alkmaar • Hij voor mij een grote en belangrijke rol heeft gespeeld tijdens mijn revalidatieperiode. • Hij zeer transparant en eerlijk is. • Hij me bijstaat met goede adviezen. • Hij me een luisterend oor biedt. • Hij toegankelijk is. Kortom: ik ben erg blij met mijn fysiotherapeut. En hij is een toppertje en heeft de X-factor. Mirjam Schavemaker, 37 jaar, Heerhugowaard
Het simpelweg een aardige man is die mij duidelijk heeft gemaakt dat ik met fysiotherapie nog aardig wat kan doen.
Ik ken haar nog maar heel kort. Maar ik heb bij haar een goed gevoel. En de eerste indruk is vaak goed. Dus ik hoop dat de samenwerking ook goed zal gaan. En dat weet ik haast wel zeker. Joke van Vlooten, 75 jaar, Utrecht
Bruin, 54 jaar, Alkmaar
CS Ferreras Feliz, 44 jaar, Utrecht
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
Omdat zij goed is in wat ze doet en zichzelf blijft.
Het fijn is om haar als fysiotherapeut te hebben in de fitnessgroep. Ik waardeer ten zeerste de persoonlijke aandacht, die zij iedere week weer heeft voor een ieder van ons en betrokken is bij het wel en wee. Zij is zeer alert op wat er gebeurt in de groep en helpt waar nodig is. Geeft advies en corrigeert. Kortom, zo lang het kan, blijf ik op fitness. Het is gezellig en goed voor mijn conditie. Helma Grootendorst, 76 jaar, Utrecht
Zij altijd positief is en mij goed begeleidt. Ik word meestal (!) vrolijk gestemd door haar manier van werken. Karin, een dikke pluim voor jou! Ellen van Dijk, 45 jaar, Utrecht Zij zeer gedreven en vakkundig me (ons) begeleidt. Niets is haar te veel en ze leeft met haar patiënten mee. Vraagt altijd hoe het met ons gaat. Ze geeft goede adviezen mee om thuis te oefenen. Ze krijgt van mij een dikke Tien. v. Emmerik H.A., 76 jaar, Utrecht Met aandacht wordt geluisterd naar mijn klachten en daarna op een toegepaste manier oefeningen worden gedaan, met vriendelijke aanwijzing! Van de Pavoordt-Nolda, Heerhugowaard Hij mijn klachten en doelen serieus neemt en als geen ander begrijpt hoe zeer ik weer in mijn oude hardloopleven wil komen. Monique Weening, 54 jaar, De Lier Je respectvol behandeld wordt en een luisterend oor krijgt. L. de Haan Vervaet, 68 jaar, Utrecht Er altijd voor je wordt klaargestaan en de behandelingen serieus worden genomen. Veel expertise en heel erg klantgericht. Féline van Asma, 20 jaar, De Lier
een compliment omdat… Ik niet meer een uur per dag moet gaan liggen van de hoofdpijn en weer normaal functioneer. Bedankt! Anoniem, 23 jaar, Utrecht Zij ervoor zorgt dat mijn blessures weer verholpen worden, dus 1 woord: fantastisch. Succes in Zwitserland. Lemmers, 46 jaar, Borchem Hij goed aandacht heeft om mijn klachten te verhelpen. Rustig, kundig, geduldig. Anoniem, 60 jaar, De Lier
Na 24 jaar nog steeds dik tevreden. Ga zo door. Helen Lemson, 51 jaar, Vlaardingen Hij altijd een leuke en gezellige uitstraling heeft en je goed helpt en dingen duidelijk uit (probeert) te leggen. Ook probeert hij samen een oplossing te vinden voor een lichamelijk probleem. Julia Kappert, 17 jaar, Lochem Echte toppers!!! Superteam van fysiotherapeuten. Ze weten waar ze mee bezig zijn. Bijna klachtenvrij (na ruim 1 jaar rugklachten). Nu na 8 weken kan ik alles weer. Henny, 56 jaar, Lochem Zij gewoon heel goed is. Goed luistert naar mijn klachten en mij altijd goed advies geeft. Een 10+. Anoniem, 82 jaar, Utrecht Ik ben hier geholpen na een herniaoperatie. Het is hier gastvrij, zij weten waarmee zij te maken hebben en zij zijn gewoon goed voor mensen. De Vette, 28 jaar, Vlaardingen
Ze er elke keer toch weer voor zorgt dat ik me binnen een half uur een stuk beter voel dan vaak de rest van de dag ervoor. Koen Harmsen, 36 jaar, Lochem Hij mijn rug na één pittige behandeling en wat doelgerichte oefeningen weer in orde had! Perfect!!! Henk Scholten, 55 jaar, Exel
Het team van deze fysiotherapeuten het eindelijk bij het juiste eind had. Ik ben klachtenvrij. 34 jaar, Lochem Ik geef een dikke vette 10 omdat hij/zij mij weer “overeind” geholpen heeft en ik inmiddels weer kan sporten en bewegen. Dank je wel! Xxx Rianne, 42 jaar, Lochem Ik daadwerkelijk baat heb bij alle tips en oefeningen die ik krijg. Tevens is zij heel geïnteresseerd in de persoon wat een behandeling/bezoek aangenaam maakt. Michiel Lancee, 32, Utrecht Zij leuke groepslessen (rugfit) geeft. Het is niet alleen leuk, maar vooral ook effectief waardoor ik weer beter mijn werk kan volhouden. Topzorg! Anoniem, 43 jaar, Lochem Ik nu langzaam aan weer dingen kan doen die ik voorheen zo “normaal” vond. Rick vd Velden, 48 jaar, Lochem
Hij een goed inlevingsvermogen heeft. Hij mij motivatie geeft, altijd lief voor me is en me toch hard laat werken! Voor zo ver ik dat kan. J. Beens Munk, 72 jaar, Lochem
Hij begrijpt wat ik bedoel en altijd de juiste plek aanwijst. Wat ik wel zeg is dat het volgens mij allemaal sadisten zijn, daar ze je met een smile behandelen. Ik kom en ga altijd wel met een goed gevoel weg. H. Bogaarts, 59 jaar, Vlaardingen
Ik al heel lang last heb van rugpijn onderrug. De therapie die ik heb is super!!! En één keer per week het rugfit-uur. Perfect, ga goed vooruit. Anoniem, 55 jaar, Lochem Zij af en toe met haar cliënten praat, vraagt hoe het met ze gaat en daarna het programma bijstelt; kortom ze is geïnteresseerd in haar klanten. Mw H. Wijsman, 68 jaar, Utrecht Zij mij gedurende een intensief revalidatietraject goed heeft begeleid. Dankzij haar hulp voel ik mij beter en kan ik weer leuke dingen beleven ondanks mijn herseninfarct. Anoniem, 58 jaar, Lochem Hij heel open is tijdens de behandeling. Er wordt duidelijk verteld wat hij doet, maar hij maakt ondertussen ook een praatje om de patiënt op zijn/haar gemak te stellen. Beantwoordt ook eerlijk en reëel vragen. Rianne Broeke, 23 jaar, Lochem
Zij mij echt vooruit geholpen heeft en ontzettend veel verstand van haar vak heeft. Dit ook met de beste inzet doet. Kristina, je bent top! Esthèl Lemmers-Asselman, 40 jaar, Barchem Hij is er altijd voor mij als ik weer eens iets raars gedaan heb en door mijn rug ga of een knieschijf uit de kom gaat. R vd Lee, 21 jaar, De Lier FysioPraxis | jubileumnummer 2014
13
F e it e n e n c i j f e r s
Aan de top: lage rug en nek Lagerugpijn zonder uitstraling is in de afgelopen vijf jaren altijd de meest voorkomende klacht geweest, gevolgd door neksymptomen/klachten. Hierna waren rugsymptomen/klachten de meest voorkomende verwijsdiagnosen, op de voet gevolgd door schoudersymptomen/ klachten.
Fysiotherapie in cijfers: • Lagerugklachten zonder uitstraling was de meest voorkomende klacht. • 16% van de patiënten kwam met een chronische aandoening. • 43% van de patiënten had korter dan één maand klachten. • Bij een derde van de patiënten ging het om een herhaalde klacht. • Een op de vijf klachten is ontstaan door sporten. • 61% van de patiënten bij de fysiotherapeut was vrouw.
In 2012 kon 47% van de klachten geschaard worden onder de vijf meest voorkomende gezondheidsproblemen in de fysiotherapiepraktijk. Lagerugklachten zonder uitstraling (12%) en nekklachten (11%) vormden de twee grootste groepen. Aanmelding: •H et aandeel patiënten dat wordt verwezen naar de fysiotherapeut is de afgelopen jaren sterk gedaald. • I n 2012 kwamen voor het eerst meer patiënten via directe toegang fysio-
therapie (DTF) dan via de huisarts. •S teeds meer patiënten zijn eerder onder behandeling geweest van een fysiotherapeut.
• De gemiddelde leeftijd was 51 jaar. • De meeste patiënten hadden een middelbare opleiding. • 47% van de patiënten kwam op eigen initiatief naar de fysiotherapeut. • In totaal werd 14% van de patiënten verwezen door een medisch specialist, vaak een orthopeed. • Ruim de helft van de patiënten is eerder behandeld door een fysiotherapeut.
Kooijman MK, Barten JA, Leemrijse CJ, Verberne LDM, Veenhof C, Swinkels ICS. Fysiotherapie - Top 10 klachten (ICPC). Top 10 of health problems of patients of the physiotherapist coded according to the ICPC code, 2008-2012
Vervolg van pagina 8:
Hanke Bruins Slot Stelling 1 Dat laatste vereist wel dat patiënten altijd toegang moeten kunnen krijgen tot een dergelijke aanvullende verzekering. Er komen meerdere signalen binnen dat zorgverzekeraars die mogelijkheid tot aanvullend verzekeren uitkleden. Dat mag wat het CDA betreft niet het geval zijn. Stelling 2: Dit kabinet heeft deze regeling helaas afgeschaft. Wat het CDA betreft komt een soortgelijke regeling weer terug, zodat chronisch zieken en gehandicapten met een middeninkomen niet alsnog in armoede zitten.
Stelling 5: Zorgverzekeraars lijken steeds meer te bepalen wat de normen voor kwaliteit van zorg zijn. Zo zijn volumenormen inmiddels leidend, terwijl uit onderzoek blijkt dat hier een bovengrens aan zit en dat andere factoren vaak van minstens even groot belang zijn. Een zorgverzekeraar is verplicht om goede zorg in te kopen voor haar klanten, maar het mag niet zo zijn dat het oordeel of iets goede kwaliteit is, volledig bij de zorgprofessional wordt weggehaald. Zorgprofessionals gaan over de kwaliteit van zorg.
14
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
Foto: Total Identity
Stelling 4: Het CDA wil dat de minister nu echt werk maakt van die substitutiemonitor en zorgverzekeraars verplicht om beter in te kopen.
C A M PA G N E S D O O R D E J A R E N H E E N
Fysiothera pie houdt Nederland in beweg ing.
Ligt u wakker van uw rug of van de vergoeding voor fysiotherapie?
Behandelingen worden vaker ve rgoed dan u denkt. Kijk voor meer in formatie op www.defysiother apeut.com
Ga goed verzekerd 2011 in! Zorg voor voldoende fysiotherapie in uw zorgpolis.
Kijk op t.com defysiotherapeu 19-11-10 15:10
2.indd 1
KNGF_poster_A
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
15
F Y S I O T H E R A P I E - FA M I L I E S
Het zit in de familie Hoe is het om een fysiotherapie-familie te zijn? Waar komt de liefde voor het vak vandaan? En wat maakt het zo bijzonder? De families vertelden het ons.
“Sociaal bewogen”
n
a Familie V
Peter van Hoof: “Rita en ik kennen elkaar van de opleiding. Toen wij begonnen was fysiotherapie bij revalidatie en sport een vak in opkomst. Toen onze dochter Lotty fysiotherapie ging studeren waren we eerst verbaasd. Maar het past goed bij haar: ze heeft veel interesses en is sociaal bewogen en dat past bij dit vak. Ons hart ligt bij het welzijn van de ander. Omkijken naar anderen, betrokkenheid, dat zit in onze familie.” Rita: “Het is de mens achter het probleem aan het bewegingsapparaat die jij vooruit probeert te brengen”. Lotty: “Ik ben een jaar naar Zuid-Afrika gegaan. Mijn moeder heeft daar ook gewerkt in een sloppenwijk. Toen ik haar aan het werk zag, bedacht ik: daar zou ik me ook in kunnen vinden. Daar is de liefde Hoof voor fysiotherapie ontstaan denk ik. En inderdaad wat mijn moeder ook zegt: achter het lichamelijke probleem zit ook nog een mens en dat is boeiend.” Lotty: “Tijdens mijn opleiding kwam ik met veel vragen thuis. En later, toen ik al werkte, was het ook handig. Maar het is niet zo dat ik nu nog veel om advies vraag, dat doe ik toch sneller bij collega’s”. Rita: “Het is fijn dat je dezelfde achtergrond hebt en elkaars werkterrein kent, maar dat we er heel veel over praten? Nee, dat niet.”
“Spelen in de oefenzaal” Onze fysiofamilie bestaat uit Petra Scholten-Salemink, fysiotherapeut en psycholoog; vader Ab Salemink, fysio-manueeltherapeut, nu met pensioen; zus Josien Salemink, fysiotherapeut en schoonouders Gerrit en Sjoerdtje Scholten, fysio-manueeltherapeut, nu met pensioen. Josien: “Als kind gingen we wel eens met vader mee naar het verpleeghuis. Spelen in de oefenzaal en zwemmen in het hydrobad, zo krijg je wel een erg leuk beeld van het vak.” Sjoerdtje: “Ik werd zelf behandeld na een knie-operatie en werd geraakt door Familie Salem het vak. De ALO-plannen kon ik wel schudden!” ink en Scholt en Petra: “In het begin van mijn loopbaan heb ik regelmatig met mijn vader casussen besproken. Leerzaam en bijzonder om dat met je vader te kunnen doen. Zo nu en dan bespreek ik met mijn schoonouders, vader en zus een voorval uit de praktijk. Ik leer hierdoor te relativeren en neem de levenservaring van mijn familie mee in mijn aanpak.” Ab: “Het is soms best confronterend om tijdens de studie van je dochters te merken dat sommige zaken minder aandacht krijgen, zoals massage.”
16
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
De onderstaande drie praktijken werken in Alphen aan den Rijn met elkaar samen. Waren de praktijken eerst concurrenten van elkaar, nu is door de nieuwe generatie praktijkhouders, lees de kinderen, de samenwerking ingezet.
“Geen ontkomen aan!”
Familie Van d en Berg “Boven de praktijk geboren” Floris: “Onze fysiofamilie bestaat uit Floor en Floris van den Berg. De praktijk is in 1962 door mijn vader Floor van den Berg in Alphen aan den Rijn opgericht. Destijds was de praktijk beneden en we woonden erboven. Ik ben dan ook boven de praktijk geboren. De liefde voor het vak zit er al van kinds af aan in. Vaak was ik op de praktijk te vinden. En ik ging regelmatig met mijn vader mee naar patiënten. Ik heb altijd al geweten dat ik ook fysiotherapeut ging worden. Bijzonder is dat je dezelfde passie voor het werk deelt. Dat zit in je. Als ik bij mijn ouders ben gaat het al vrij snel over de praktijk. Inzichten en methodes veranderen en daar heb je het dan over. Ik heb altijd geroepen dat ik nooit bij mijn vader zou gaan werken. Na wat omzwervingen heb ik dit 2,5 jaar geleden toch gedaan en met ontzettend veel plezier. Ik heb veel geleerd van mijn vader en hem ook op een andere manier leren kennen. In 2013 heb ik hem als maat opgevolgd.”
Thirza Douglas: “Mijn zus Janet en ik zijn tweede-generatie praktijkeigenaren in Alphen aan den Rijn. Mijn ouders ontmoetten elkaar begin jaren 70 op de opleiding fysiotherapie en zijn in 1972 samen de praktijk begonnen. In die tijd was het vrij normaal om als kind gewoon mee te gaan naar patiënten. Zo is denk ik de liefde voor het vak ontstaan. De oudere patiënten van nu hebben ons nog als baby in de box meegemaakt. En ouders van onze leeftijdgenoten hebben m’n moeder zwanger de zwangerschapscursus zien geven... Voor ons geen ontkomen aan dus! Onze toekomst was al geschreven.” “Samenwerken met een familielid geeft een extra dimensie aan de onderlinge relatie. Het is de kunst om de familierollen opzij te zetten en deze om te zetten in samenwerkingsrollen. Om te zorgen dat we gelijkwaardige maten Familie Doug konden zijn, hebben las we echt moeten leren omgaan met de verhoudingen moeder versus dochter en de fysiotherapeut met 40 jaar ervaring versus de nieuwkomer in het vak. En als zussen samenwerken ligt er weer een heel andere uitdaging, zeker in deze nieuwe tijd van ondernemen. Belangrijkste uitdaging is altijd geweest om werk en privé te scheiden en dus ook gezellig op een verjaardag te kunnen zitten zonder over werk te praten.”
“Maatschap voortgezet” De fysiofamilie bestaat uit Gerard Kraaij (1943), die vanaf 1968 werkzaam is geweest als fysiotherapeut/oedeemtherapeut en een maatschap heeft gehad in Alphen aan den Rijn van 1974 tot 2002, en zoon Marc Kraaij (1971), gespecialiseerd in manuele en sportfysiotherapie. Marc heeft de maatschap met een nieuwe partner voortgezet. De liefde voor het vak komt voort uit de interesse voor bewegen en voor sport in het bijzonder. Vader en zoon gaan samen surfen, tennissen, skiën en hardlopen en delen de interesse voor zelfverdedigingssporten. Maar ook een paar neven uit de familie zijn besmet: één is instructeur bij de commando’s en twee anderen zijn afgestudeerd als fysiotherapeut. Het is bijzonder als families hetzelfde vak uitoefenen: vader en zoon komen elkaar dagelijks tegen op de werkvloer. Was in de eerste zes jaren van samenwerking vader de praktijkhouder, hierna moest Marc het beleid uitzetten. Een andere rolverdeling, maar dit leidde nooit tot conflicten. Ook studeerden vader en zoon samen voor manuele therapie en dry-needling. Ook dit intensiveerde hun band. Marc heeft vooral van zijn vader geleerd om aandacht te geven aan en tijd te nemen voor de patiënt. Maar ook om altijd te proberen het voortouw te nemen op de werkvloer en een visie te hebben over waar de praktijk heen moet gaan. Gerard geeft aan van Marc te hebben geleerd met de tijd mee te gaan, waarin klinisch redeneren en wetenschappelijk benaderen een voornamere plaats inneemt.
Familie Kraa
ij
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
>>
17
F Y S I O T H E R A P I E - FA M I L I E S
“(Ver)zorg-gen” Marja: “Zowel Tom als zijn broer Dick zijn fysiotherapeut. Dick ontmoette tijdens de opleiding zijn toekomstige vrouw Irene Sein. Dochter Jessie is ook fysioFamilie Spr therapeut en studeert momenteel uit gezondheidskunde. En zoon Mart volgt de opleiding tot fysiotherapeut in Leiden. Broer Tom is getrouwd met Marja de Mos, ook fysiotherapeut (hun dochters willen trouwens absoluut niet in de fysiotherapie!). Tom Spiker (zoon van zus Hannie Spruit) vertrok als fysiotherapeut naar de Azoren. Zijn dochter Laura studeert nu fysiotherapie in Lissabon. En Suzanne Baan-van der Zwan (dochter van de zus van Marja) werkt als fysiotherapeute o.a. op een zorgboerderij in De Bilt.” “We zijn allemaal redelijk sportief, geïnteresseerd in het menselijk lichaam en hebben toch ook wel dat (ver)zorg-gen. Bij Tom en Dick kwam vroeger de fysiotherapeut aan huis voor mama Spruit, dhr. van Oosten (in witte jas, later nog voorzitter KNGF).” “Het is altijd gezellig om een congres, lezing of cursus te combineren met een familie-uitje. Het is erg grappig om te zien dat anderen de draad een beetje kwijtraken: welke Spruit hoort bij wie en is dát ook nog familie? Wie werkt nou waar en wie is waarin gespecialiseerd?“
it
Marja en Tom Spru Suzanne Baanv.d. Zwan
chter Tom Spiker met do
Laura
“Van elkaars inzichten leren” Hans van den Rijk: “De familie bestaat uit drie generaties fysiotherapeuten: mijn vader, opa Tees van den Rijk (inmiddels overleden) studeerde eind jaren 50 als heilgymnast/masseur af bij Leffelaar in Haarlem. Om als fysiotherapeut aangemerkt te worden, volgde hij rond 1963 de opleiding fysiotechniek. Ikzelf studeerde in 1986 af als fysiotherapeut en in 1992 als manueel therapeut. Mijn zoon Tees studeerde dit jaar af als fysiotherapeut.” “Het klinkt cliché maar de liefde voor het vak zit vooral in het bezig zijn met mensen. Wat beweegt de mens en hoe? Wat geeft klachten en welke dimensies spelen daarin mee? De liefde voor het vak is daarnaast ook telkens doorgegeven Familie Van den Rijk van vader op zoon. Door met plezier bezig te zijn met het vak werkt dit van generatie op generatie door.” “Mijn vader is te vroeg gestorven maar ik leerde veel van zijn anatomiekennis. Dit tekende hij dan uit. Mijn zoon en ik leren veel van elkaars inzichten en veranderingen van inzichten op basis van evidentie. Ikzelf ben meer van het denken op stoornisniveau en mijn zoon meer van het denken op activiteiten- en participatieniveau.” “Het is erg leuk om met je zoon te praten over het vak waar je van houdt en waar je dagelijks mee bezig bent. Andere familieleden worden er af en toe wel gek van. Die willen het ook weleens over een ander onderwerp hebben. Dan veranderen we even van onderwerp om het later toch weer op te pakken!”
Opa Tees Van den Rijk 18
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
“Ga doen wat je leuk vindt”
Familie Bosm
a
“Aanstekelijk” Merel: “Op de foto zijn mijn moeder, Greetje Bosma-Winters en ik te zien. Dat zou je op het eerste gezicht niet zeggen! Maar op jonge leeftijd ben ik geadopteerd vanuit India. Over een fysiotherapie-gen valt dus niet te spreken, maar aanstekelijk is het zeker! Wat ik me vooral herinner, is de grote oefenzaal waar wij soms in mochten spelen als we mee gingen naar de praktijk. Als klein kind is dat natuurlijk geweldig leuk! Maar inhoudelijk wist ik nog niks van het vak. Ik heb mijn maatschappelijke stage in een praktijk voor fysiotherapie gelopen en ik was gelijk verkocht! Ik was erg enthousiast over de combinatie kennis van het menselijk lichaam en het (langdurige) contact met de patiënten. Ik wist het zeker, dit vak wilde ik leren! Dus een goed advies en een hele enthousiaste moeder over het vak hebben er waarschijnlijk wel voor gezorgd dat ik nu ook fysiotherapeut ben. Ik ben net afgestudeerd en op zoek naar een baan.”
De fysiofamilie bestaat uit vader Harrie Janssen Familie Jansen (61 jaar), fysiotherapeut sinds 1976 en dochter Lonneke Derix-Janssen (32 jaar), sinds 2005 in het vak als fysio-/manueel therapeute in een fysiotherapiepraktijk in Kerkrade. Lonneke: “Op een dag kwam mijn vader thuis en vertelde over een patiënte aan wie hij altijd vroeg wat ze wilde doen. Deze patiënte, die normaal heel stil en verlegen was, antwoordde dat ze die dag wilde praten. Dit vond ik mooi: mensen niet alleen lichamelijk maar soms ook psychisch helpen.” Harrie: “Ik heb mijn kinderen nooit in een richting gestuurd, ze moesten vooral iets doen wat ze leuk vonden met het idee: als je het leuk vindt, dan word je daar vanzelf goed in. Als dan zowel je zoon als je dochter voor de medische sector kiezen, geeft dat een bijzonder gevoel.” Lonneke: “Heel af en toe krijg ik in Kerkrade een patiënt die eerder bij mijn vader in Vaals is geweest. Als ik vertel dat ik de dochter ben, is dit wel speciaal.” Harry: “Van Lonneke heb ik geleerd dat je met doorzettingsvermogen alles kunt bereiken.” Lonneke: “Mijn vader is een stuk rustiger, van hem leer ik nog steeds dat een luisterend oor voldoende kan zijn, je hoeft niet altijd een oplossing aan te dragen. Wij kunnen verhitte discussies voeren over wat ons bezighoudt in ons vak en over de gezondheidszorg in het algemeen. Als dit toevallig tijdens het kerstdiner gebeurt, is niet iedereen hier blij mee.”
“Keukentafel” Sascha van Lith: “Onze fysiofamilie bestaat uit vader Bart van Lith, voorheen praktijkeigenaar en nu met pensioen; dochter Sascha van Lith, momenteel praktijkeigenaar Topfysiotherapie en Bart van Lith.” “Mijn vader wilde altijd arts worden maar toen hij drie keer uitgeloot werd, koos hij voor fysiotherapie. In die tijd was dat nog een vrij onbekend vak. Vanaf dag 1 heeft hij dit vak met veel passie uitgevoerd. Hij was een harde werker, stond 24/7 voor de mensen klaar. Daarnaast was hij erg innovatief. Zo nodig behandelde hij sporters in het weekend thuis op de keukentafel. Als kind vond ik dat altijd erg gezellig en interessant.” “Het samenwerken maakt het fysiotherapie-familie-zijn bijzonder, het is leuk om samen Familie Van Lith dingen te doen en te bedenken! Plus het feit dat we trots op elkaar zijn. Ik ben trots op mijn vader dat hij iets moois heeft opgebouwd en hij is trots op mij dat de praktijk nog steeds vooraanstaand is in Den Bosch.” “Van mijn vader heb ik geleerd dat de patiënt altijd centraal moet staan. Dat je veel geduld moet hebben maar ook moet zeggen waar het op staat, zachte heelmeesters maken stinkende wonden.” >>
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
19
F Y S I O T H E R A P I E - FA M I L I E S
Samen in de praktijk
Familie
Sabrina: “Mijn vader en moeder hebben de praktijk samen groot gemaakt. Mijn vader als fysiotherapeut en mijn moeder als receptioniste. Ook doet ze al 35 jaar de administratie. Sinds 2 jaar ben ik maatschaplid fysiotherapie. Toen ik een paar jaar werkte in de praktijk (als kwaliteitscoördinator) zei mijn vader: “gôh, zou het niet leuk zijn om de praktijk over te nemen in de toekomst?” Ik heb er een dag over nagedacht en me aangemeld voor de opleiding fysiotherapie.” “Ik heb mijn hele leven al gesprekken aan de eettafel gevolgd over de praktijk. r e t is e Vroeger ging ik vaak met mijn vader op bezoek bij de wat oudere patiënten. Bouwm Toen vond ik het al erg leuk om mensen te ontmoeten en te zien dat mensen erg blij waren als ze waren behandeld.” “Ik heb vooral van mijn vader het vak fysiotherapie geleerd en veel discussies gehad over behandelvormen en wat wel en niet goed kan of mogelijk is. En hij was en is altijd enthousiast over zijn vak. Van mijn moeder heb ik het vak ondernemen geleerd: zij is tenslotte de onderneemster in de familie en de doorzetter wat betreft de organisatie.” Frans: “Wat ik als ouder geleerd heb van de jongere generatie is dat zij dingen makkelijker oppakken. En het is natuurlijk erg leuk dat je eigen dochter ook het vak heeft gekozen en om te zien dat ze dit ook met passie uitvoert. Ik ben daar trots op en wat ik haar vaak meegeef is: blijf in je eigen kracht geloven.”
“Bijzonder” Jolanda werkt als (kinder)fysiotherapeut zowel in een instelling voor gehandicapten als in een praktijk voor kinderfysiotherapie. Haar man Ronald is eigenaar van een fysiotherapiepraktijk in Schiedam-Zuid waar hij één dag in de week samenwerkt met zijn dochter Michelle. Michelle werkt daarnaast als (geriatrie)fysiotherapeut ook nog in een praktijk in Schiedam-Noord. “We vinden het mooi om iets te kunnen en mogen betekenen voor anderen, van jong tot oud, ieder op onze eigen manier. Hierbij speelt ook mee dat we Familie Fran graag in beweging zijn, bij voorkeur buiten. Dit plezier in het bewegen en de ssen wens anderen te helpen gebruiken we om onze patiënten te begeleiden, waardoor we elke dag opnieuw met plezier naar ons werk toe fietsen. Je begrijpt elkaars liefde voor het vak, het is bijzonder deze te kunnen delen. Michelle heeft altijd geroepen dat ze haar ouders niet achterna zou gaan, maar van de keuze om toch dezelfde richting op te gaan heeft ze tot op de dag van vandaag nog nooit spijt gehad. Als we bijvoorbeeld onderweg naar de praktijk het weekend doornemen of met elkaar naar een vakinhoudelijke avond gaan, beseffen we hoe bijzonder het is een belangrijk onderdeel van je dagelijkse leven met elkaar te kunnen delen.”
20
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
“Onder behandeling”
er
jd Familie Speksni “Eerste stappen”
“Wij zijn twee zussen. Maria Louise is de jongste en Caroline de oudste van ons gezin. Allebei hebben we passie voor wat de mens beweegt. Caroline haar liefde komt voort uit de combinatie van de intermenselijke en de technische kant van het vak. De liefde van Maria Louise is ontstaan door de combinatie van zorg en begeleiding rondom het bewegen van de patiënt. Op jonge leeftijd bracht Caroline al de liefde voor haar vak op Maria Louise over. Toen Maria Louise 4 jaar was, vroeg Caroline haar om ter mobilisatie over haar rug te lopen en legde uit waar ze moest gaan staan. Dit waren de eerste stappen van Maria Louise op weg naar het vak fysiotherapie. Caroline vindt het soms best lastig om zich niet al te veel te bemoeien met de fysiotherapeutische ontwikkeling van Maria Louise. Terwijl Maria Louise het weer lastig vond om voor de studie fysiotherapie te kiezen terwijl haar zus al fysiotherapeut was. Je gaat toch niet hetzelfde doen als je zus. Maar.. het is vooral leuk om hetzelfde vak uit te oefenen.”
Wietse: “Zowel mijn zus Renske (1984) als ik (1979) zijn fysiotherapeut. Ik ben getrouwd met Lousanne (1984) die ook fysiotherapeut is. Ik ben aanvankelijk werktuigbouwkunde gaan studeren. Na een stage kwam ik er al snel achter dat ik hier niet verder mee wilde. Doordat mijn zusje fysiotherapie studeerde en omdat ik zelf onder behandeling was bij een fysiotherapeut, ontstond de liefde voor het vak. Ook Lousanne werd enthousiast voor het vak toen ze eens zelf onder behandeling was wegens een gebroken vinger. Haar interesse voor geriatriefysiotherapie is door haar oma ontstaan. Mijn zus Renske wilde altijd al in de zorg werken. In eerste instantie als verpleegkundige, maar toen zij als 13-jarige onder behandeling kwam van een kinderfysiotherapeut, wist ze dat ze dit later ook wilde worden. Alle drie hebben we een ander specialisme en we leggen elkaar vaak casussen voor: ‘Wat zou jij doen bij…?’ We Familie Van d leren dus veel van er Werf elkaars specialisatie. Onze (overige) familieleden worden er wel eens gek van als we weer eens een aantal casussen met bijbehorende terminologie de revue laten passeren tijdens het kerstdiner.”
“Lotgenoten” “Onze fysiofamilie bestaat uit broer Hans Sluijters (58 jaar), zus Annette de Gooijer (55 jaar) en dochter Annemijn de Gooijer (23 jaar).” “We hebben alle drie passie voor hetzelfde vak. Het is een praktisch beroep: je geeft mensen weer (nieuw) perspectief door samen naar de klachten te kijken en vervolgens door de behandeling tot klachtvermindering of -opheffing te komen. We leren van elkaar op diverse terreinen: we spiegelen zowel op vaktechnisch gebied als op het gebied van praktijkbeheer en -organisatie (zowel Hans als Annette zijn praktijkeigenaar). En in positieve zin: we zijn lotgenoten.” “Het is een voordeel om met familieleden in hetzelfde vakgebied te werken: we begrijpen elkaar, vullen elkaar aan en hebben laagdrempelig overleg.”
Familie De Gooijer
en Sluijters
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
21
b at e n f y s i o t h e r a p i e
125 miljoen? In opdracht van het KNGF onderzocht BMC het effect van eerstelijnsfysiotherapie bij patiënten die lijden aan chronische problemen met het bewegingsstelsel (reumatoïde artritis en artrose, osteoporose, lagerugpijn), aandoeningen aan het hartvaatstelsel (gevolgen van een beroerte, hart- en slagaderaandoeningen), suikerziekte en aandoeningen aan de ademhalingswegen. Gemiddeld genomen werden besparingen op zorgconsumptie en verbeteringen in arbeidsproductiviteit geconstateerd ter waarde van ongeveer € 750 per persoon. Na aftrek van kosten zijn de baten nog bijna € 200 per persoon. Een analyse op basis van negen verkennende studies naar eerstelijnsfysiotherapie bij chronische aandoeningen wijst op grote effecten op kwaliteit van leven en een gezonde reductie van maatschappelijke kosten. Niet alleen de patiënt voelt zich beter, maar ook zijn omgeving. De arbeidsproductiviteit neemt toe en de tweede lijn wordt minder ingezet.
Besparingen en kwaliteit van leven Het onderstaande diagram toont het eind-
zien dat fysiotherapie leidt tot besparingen op zorgconsumptie en verbeteringen in arbeidsproductiviteit van in totaal ongeveer € 750 per persoon. Na aftrek van de kosten van fysiotherapie zijn de baten nog bijna € 200 per persoon. Daarnaast heeft fysiotherapie een effect op de kwaliteit van leven van patiënten. Als dit effect ook wordt meegerekend, ontstaat er een zeer grote totale waarde.
resultaat van negen verkennende studies die het KNGF liet uitvoeren door BMC en vijf onafhankelijk van elkaar werkende teams. De studies hadden betrekking op de aandoeningen reumatoïde artritis, artrose, osteoporose, lagerugpijn, CVA, coronaire hartaandoeningen, claudicatio intermittens, diabetes mellitus en COPD. Het diagram is een zogenoemd ‘watervaldiagram’, waarbij het eindpunt van de ene balk het vertrekpunt is van de volgende. Zo is te
Watervaldiagram Gemiddelde kosten en baten van eerstelijnsfysiotherapie per persoon (foutbalken: afwijkingen naar boven/beneden vertegenwoordigen respectievelijk resultaten met/zonder meerekenen van effecten op vormen van comorbiditeit).
€ 2.500
€ 2.000
€ 1.500
€ 1.000
€ 500
22
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
ta
al
en w rk ee
to rd e W aa
ali
te
rd e
it
fin
va
n
an
lev
cie
el
en st Ko
W aa
M
ar re ge Ho
M
in
de
be
rz
id
or
sp
gc
ro d
on
uc
su
m
tiv
pt
ite
ie
it
€0
Kosten en baten van eerstelijnsfysiotherapie naar aandoening (foutbalken: afwijkingen naar boven/beneden vertegenwoordigen respectievelijk resultaten met/zonder meerekenen van effecten op vormen van comorbiditeit). € 4.000 € 3.500 € 3.000
Kosten
Minder zorgconsumptie
Hogere arbeidsproductiviteit
Meer kwaliteit van leven
€ 2.500 € 2.000 € 1.500 € 1.000 € 500
KNGF pleit voor drempelloze toegang tot fysiotherapie Met ruim 20.000 fysiotherapeuten, 6.000 praktijken en 3 miljoen mensen die jaarlijks de fysiotherapeut bezoeken is fysiotherapie een belangrijke sector binnen de zorg. Fysiotherapeuten zijn een spil in het proces van herstel en vermindering van klachten. In de afgelopen jaren is de positie van fysiotherapie flink onder druk komen te staan. Vergoedingen zijn afgebouwd in het basispakket en beperkt tot een maximaal aantal behandelsessies in de aanvullende pakketten. Dit kan ertoe leiden dat patiënten kiezen voor duurdere zorg die wél wordt vergoed. Het KNGF pleit dan ook voor drempelloze toegang tot fysiotherapie. Zonder drempels ontstaan goede verbindingen tussen fysiotherapeuten, huisartsen, wijkverpleegkundigen, revalidatieartsen en sportartsen, en worden patiënten dicht bij huis geholpen.
PD CO
s itu ell M es et ab
ge La
In de bovenstaande figuur zijn de negen onderzochte aandoeningen geclusterd in de groepen ‘bewegingsstelsel’ (reumatoïde artritis, artrose, osteoporose, lagerugpijn), ‘hartvaatstelsel’ (CVA, coronaire hartaandoeningen, claudicatio intermittens),
‘metabolistisch’ (diabetes mellitus) en ‘ademhalingswegen’ (COPD). De kosten van fysiotherapie zijn naast de drie soorten baten gezet (minder zorgconsumptie, hogere arbeidsproductiviteit en meer kwaliteit van leven). Te zien is dat de verschillen tussen de clusters niet groter zijn dan
Di
gp ru
po eo st
Fysiotherapie breed inzetbaar
C CV Ha oro A rta nai an re do en in ge n Cl a In ud te rm ica itt tio en s
ijn
e ro s
se tro O
Ar
Ar
Re
u tri ma tis to ïd
e
€0
de verschillen binnen de clusters. Voor alle clusters geldt dat de totale baten de totale kosten overstijgen. Fysiotherapie is daarmee van toegevoegde waarde bij zeer uiteenlopende soorten aandoeningen.
‘Dit onderzoek rechtvaardigt een kritische heroverweging van het beleid om steeds minder fysiotherapie vanuit het basispakket te vergoeden.’ Raymond Ostelo, hoogleraar Evidence-Based Physiotherapy, VUmc
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
23
b at e n f y s i o t h e r a p i e
‘Eerstelijnsfysiotherapie zal in de komende decennia alleen maar belangrijker worden, doordat patiënten steeds korter in het ziekenhuis zullen verblijven en steeds sneller naar huis zullen gaan.’ Roland van Peppen, programmamanager opleiding master Fysiotherapie, Hogeschool Utrecht
Baten van fysiotherapie op het terrein van zorgconsumptie, arbeidsproductiviteit en kwaliteit van leven
Derde lijn € 28 Eerste lijn € 101
Tweede lijn € 510
Tweede lijn wordt ontzien In de diagrammen hiernaast zijn de effecten van fysiotherapie op zorgconsumptie, arbeidsproductiviteit en kwaliteit van leven verder uitgesplitst. In het eerste diagram is te zien dat eerstelijnsfysiotherapie met name leidt tot minder kosten in de tweede lijn. Het gaat dan met name om besparingen op consulten en behandelingen in het ziekenhuis en in mindere mate om besparingen op kleine onderzoeken. In de eerste lijn bevinden zich besparingen op consulten (waaronder huisartsconsulten), inzet van thuiszorg en gebruik van medicatie. In de derde lijn zijn er besparingen op dagbehandeling en revalidatie.
Arbeidsongeschiktheid € 50 Arbeidsproductiviteit € 67
Het tweede diagram geeft weer dat verbeterde arbeidsproductiviteit het gevolg is van minder ziekteverzuim en hogere productiviteit tijdens het werk. Beide aspecten zijn van eenzelfde orde van grootte. Het laatste diagram laat zien dat ongeveer een derde van de verbeterde kwaliteit van leven te maken heeft met verbeterde ‘functies’. Mensen voelen zich zowel fysiek als mentaal beter. Nog een derde is toe te rekenen aan ‘activiteiten’ en ‘participatie’. Men wordt mobieler en kan meer ondernemen. Een laatste derde is toe te rekenen aan de ‘omgeving’ van de patiënt. Met name mantelzorgers worden minder belast.
Meer weten?
Omgeving patiënt € 627
Voor meer informatie over het onderzoek kunt u contact opnemen met Egbert van der Meer via telefoonnummer (033) 496 52 00 of e-mailadres egbertvandermeer@bmc.nl. Participatie € 214
24
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
Functies € 512
Activiteiten € 256
F Y S I O T H E R A P E U T VA N T O P S P O RT E R S
Sportfysiotherapeut Arthur Bennink:
“ De enorme drive om te winnen inspireert” Acht jaar lang was hij de fysiotherapeut van de TVM-schaatsploeg. De Olympische Spelen in Sotsji vormden met een medailleregen voor de Nederlandse sporters een prachtig slotakkoord voor sportfysiotherapeut Arthur Bennink. Tot de opheffing van de ploeg begeleidde hij de acht schaatsers van TVM, onder wie Ireen Wüst en Sven Kramer. Tekst: Angelique Rockx (Taalent)
Is er verschil tussen het begeleiden van topsporters en amateursporters? “Je zou zeggen van niet. Je kijkt in alle gevallen vanuit de biomechanica naar bewegen, of het nu gaat om schaatsers of wielrenners of amateurvoetballers. Dat doe je vanaf scratch, een-op-een. Maar de absolute top is nooit te vergelijken met de rest, zowel op fysiek als op mentaal gebied. Je hebt verschillende typen sporters: zij die graag zouden willen winnen, zij die gaan winnen en zij die er een moord voor zouden doen om te winnen. Daarin zit het verschil. Zo diep als Sven en Ireen durven gaan in hun reserves en in hun sociale context… dat is topsport. Mensen zeggen wel eens dat topsporters veel op moeten geven op sociaal gebied. Maar dat is geen opgeven, dat is een way of life. Dat opgeven is nog maar het begin, anders heb je sowieso niets in de top te zoeken. De essentie is hoe diep je durft te gaan met lichaam, geest en gedrag.” Luisteren topsporters wel naar je adviezen? “Dat doen ze gewoon, dat is hun niveau. Ze weten dat er goed over is nagedacht, dat je vanuit je kennis en competenties binnen je vakgebied adviseert. Je verstaat je vak. Daarnaast zijn er natuurlijk de momenten dat je samen in gesprek bent. Je bent 200 dagen per jaar samen en heel veel op reis. Dan komt er meer bij kijken
dan alleen fysiotherapie. Je moet buiten je kaders durven stappen, maar ik ben zeker geen psycholoog.” Voelde winst van jouw sporters ook een beetje als jouw winst? “Nee. De winst is hun winst, anders had ik zelf schaatser moeten worden. Het is wel fantastisch als ze me bedanken. Maar ik denk nooit dat het door mij komt als ze winnen. Iemand kan ook vallen en daar voel ik me dan evenmin verantwoordelijk voor.” Werd je geïnspireerd door de topsport? “Absoluut. Alleen al die enorme drive om te winnen inspireert. Hoe onze nationale top de Olympische Spelen heeft gedaan, is inspirerend, ook voor de mensen die niet in onze ploeg zaten. Alleen al de prestatie van Stefan Groothuis was geweldig. Fantastisch als je in de buurt mag zijn bij mensen die zoiets kunnen.” Wat kan de reguliere praktijk leren van de topsportfysiotherapie? “Iedereen weet dat de werkdruk in de praktijk hoog is, met een zware administratieve druk daarbovenop. We moeten kijken wat we echt nodig hebben om ons zoveel mogelijk op ons werk te kunnen concentreren. Een voorbeeld: ik moet het gewicht van een patiënt invullen in zijn EPD. Waarom weet die weegschaal niet al wie de patiënt is en waarom registreert die weegschaal het gewicht niet in het EPD? Die systemen bestaan, de topsport beschikt daarover. Bij een ploeg als TVM word je van alle kanten doodgegooid met nieuwe producten en gadgets. We moeten als fysiotherapeuten de tijd nemen om ons vak uit te kunnen oefenen. Met mijn bedrijf Slimmer Zorgen breng ik handige innovaties bij zorgverleners onder de aandacht.”
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
25
D E WA A R D E VA N F Y S I O T H E R A P I E
AANTAL NEDERLANDERS DAT JAARLIJKS DE FYSIOTHERAPEUT BEZOEKT
BEZOEKERS MET EEN CHRONISCHE AANDOENING
16%
3.300.000
Bezoekers met een aandoening die voorkomt op de lijst 'chronische aandoeningen'.
Nederlanders bezoeken minimaal een keer per jaar de fysiotherapeut.
bron: CBS
bron: Nivel 2012
TOP 3 KLACHTEN
De top 3 klachten zijn goed voor 32% van alle bezoek aan de fysiotherapeut.
2 nekklachten
1
3
lage rugpijn
rugklachten
GOED VERZE VOOR FYSIOT IS VEEL WAA
bron: Nivel 2012
FYSIOTHERAPIE EN SPORT
5.200.000
WIE KRIJGEN MEER SPORTBLESSURES?
Mannen lopen meer blessures op dan vrouwen
62%
blessurebehandelingen De fysiotherapeut is daarmee belangrijkste behandelaar van sportblessures.
bron: veiligheid.nl 2012
26
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
38% bron: veiligheid.nl 2012
Wilt u meer weten over fysiotherapie en verzekeren?
WIE GAAT HET MEESTE NAAR DE FYSIOTHERAPEUT?
HOE VAAK GAAT MEN NAAR DE FYSIOTHERAPEUT?
12X
Gemiddeld aantal zittingen per bezoeker.
27%
55% 35-65 jaar
ouder dan 65 jaar
22% 0-34 jaar
bron: Nivel 2012
bron: Nivel 2012
FYSIOTHERAPIE EN VERZEKEREN
EKERD ZIJN OTHERAPIE ARD
7
op de
10
Nederlanders kozen in 2014 voor een aanvullende verzekering voor fysiotherapie. bron: zorgverzekeringwijzer.nl
HOE TEVREDEN IS NEDERLAND MET DE FYSIOTHERAPEUT?
WELKE SPORTEN VEROORZAKEN DE MEESTE BLESSURES?
880.000 blessures per jaar
8
470.000 Fitness
760.000 Veldvoetbal
610.000 Hardlopen
200.000 Hockey
230.000 Tennis
bron: veiligheid.nl 2012
8
Het gemiddelde rapportcijfer voor de fysiotherapeut bij zowel mannen als vrouwen is een 8. bron: CBS 2012
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
27
SENIOR
Tekst: Akke Holsteijn, LVB networks
“Specialiseer je niet te snel”
Wat is volgens jou de essentie van het vak? “Fysiotherapie moet laagdrempelig zijn en niet te duur. In dit vak moet je uitgebreid met iemand kunnen communiceren en zo een totaalbeeld krijgen van de patiënt met zijn klachten. Om zodoende iemand om te leren gaan met zijn klachten.”
Aly Anink (63) was in mei 40 jaar werkzaam als fysiotherapeut. Ze is gespecialiseerd in manuele therapie met als aandachtsgebied bekkenbodem.
Hoe lever jij ‘goede zorg’? “Door op de hoogte te zijn van wat er gaande is in fysiotherapieland. Maar vooral door aandacht te hebben voor de patiënt en servicegericht te zijn. Ik streef ernaar dat elke patiënt met een blij gevoel de praktijk weer uit gaat. Bij het oplossen van zijn klachten ben ik de regisseur.” Welk aandachtspunt zie jij voor de fysiotherapie? “Wat ik goed vind, maar ook een valkuil, zijn de specialisaties. Fysiotherapie is altijd een praktisch vak geweest, wij leerden uit ervaring. Vervolgens moest alles wetenschappelijk onderbouwd worden en dat is een goede ontwikkeling. Maar het schiet nu door en dat vind ik zorgelijk. We verliezen het zicht op het praktische en het totaal. Ik vind dat je overal wat van moet weten.” Heb je de fysiotherapie erg zien veranderen? “Niet in de aandacht voor de patiënt, want die was er vroeger ook. Al leer je in de loop der jaren beter naar hem of haar te luisteren. We zijn van een kamertje-met-gordijntjescultuur, waar we patiënten masseerden of behandelden met apparaten met UKG (ultrageluid), naar mooie oefenzalen gegaan, waar de patiënt huiswerk krijgt en zelf moet oefenen. Bewegen en mensen aansporen te bewegen staat veel meer voorop.”
Fotografie: Vincent Boon
Hoe ziet het vak er over tien jaar uit? “Ik zie dan veel specialisaties in de fysiotherapie. Dat is goed, maar houd wel het overzicht op een patiënt. Ik pleit voor de generalist, een fysiotherapeut waar je als patiënt als eerste heen kunt gaan en die vervolgens zo nodig kan doorverwijzen naar een gespecialiseerde collega.”
28
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
Heb je tips voor een jonge collega? “Specialiseer je niet te snel. Denk niet: ‘kan ik dat wel?’ maar ga gewoon door en laat je niet afschrikken door mensen die denken dat ze het beter weten. Blijf je ontwikkelen. En vooral: hóud van je patiënten!”
125 JAAR ERVARING
JUNIOR
Oude rotten en jonge honden. Hoe staan zij in hun vak, wat vinden ze belangrijk en hoe werken zij aan goede zorg?
“We moeten het vak in eigen hand houden”
Fotografie: Erik van der Horst
Karolijn Antenne (27) werkt sinds drie jaar als fysiotherapeut.
Wat is volgens jou de essentie van het vak? “Werken aan het optimaal functioneren van het menselijk lichaam. Door mobiliseren, oefenen, mensen coachen, ook werken aan bewustwording van waar de klacht vandaan komt en samen zoeken naar een oplossing. Zorgen dat klachten weggaan én wegblijven.” Hoe lever jij ‘goede zorg’? “Door te zorgen dat de patiënt centraal staat en hem persoonlijke aandacht te geven. Ook door te zorgen dat ik meetbaar bezig ben door vragenlijsten en NRS-metingen te gebruiken.
Zo maak ik inzichtelijk of en hoeveel beter het gaat na de behandeling.” Welk aandachtspunt zie jij voor de fysiotherapie? “De macht ligt bij de zorgverzekeraars. Zij bepalen steeds meer hoe je patiënten bij bepaalde aandoeningen moet behandelen. Ik vind het heel belangrijk dat wíj dat blijven doen, want wij weten het beste hoe we de patiënt kunnen behandelen. Ik probeer goed op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen binnen het vak, ook binnen de KNGF. We moeten het vak in eigen hand houden en ons bundelen, zodat we sterker staan tegenover de regelgeving en verzekeraars.”
Hoe verschilt de fysiotherapie van nu met die van tien à twintig jaar geleden? “Het grootste verschil zit in de manier van behandelen. Vroeger was het meer handson en nu geven we steeds meer trainingstherapie. Dit komt doordat we de afgelopen jaren meer kennis hebben verkregen. Verschil is ook dat de macht van de verzekeraars is toegenomen en dat er veel verschuivingen zijn in de vergoedingen voor fysiotherapie.” Hoe ziet het vak er over tien jaar uit? “Over tien jaar hebben we hopelijk nog meer vakinhoudelijke kennis, zodat we ziektes, zoals fibromyalgie en MS, effectiever kunnen behandelen. We moeten ons er hard voor blijven maken dat onze behandelingen vergoed blijven, maar we moeten ook kijken of we ook op andere manieren omzet kunnen genereren. Bijvoorbeeld door het geven van fitness, massages of rugtrainingen, waardoor we mensen bewust kunnen maken van hun lichaam, (werk)houding en de effecten van stress.” Heb je tips voor een oudere collega? “Zorg dat je geen tunnelvisie krijgt en blijf openstaan voor nieuwe informatie en behandelmethodes. Dat is iets waar ik ook zelf voor wil waken, als ik een tijd in het vak zit. Eigenlijk zeg ik dit dus vooral tegen mezelf.” FysioPraxis | jubileumnummer 2014
>>
29
SENIOR
Tekst: Akke Holsteijn, LVB networks
Ron van Empelen (63) is kinderfysiotherapeut in het Wilhelminaziekenhuis van het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Daarnaast geeft hij les aan kinderfysiotherapeuten en artsen in opleiding. Hij zit 42 jaar in het vak en heeft aan de wieg gestaan van de opleiding voor kinderfysiotherapie.
“Onderbouw waarom je iets doet” Wat is voor jou de essentie van het vak? “Kijken naar het bewegen van kinderen, kwantitatief en kwalitatief. Is er een afwijking in het bewegen en die proberen te analyseren om te kunnen zeggen wat voor een type bewegingsstoornis het is.”
Hoe zorg je voor de beste kwaliteit? “Kwaliteit is kennis hebben, door een goede opleiding te doen en gekwalificeerd te zijn, maar ook door te blijven overleggen, scherp te analyseren en kritisch te zijn bij je interpretatie en die intercollegiaal te toetsen.” Welk aandachtspunt zie jij voor de fysiotherapie? “Kwaliteit. Als je automatisch gaat werken en je gaat meteen behandelen, voldoet dat niet aan de kwaliteitsnorm van goede observatie en analyse. Ga niet iets behandelen wat je niet snapt.” Hoe is het vak fysiotherapie veranderd de afgelopen jaren? “Vroeger was het vooral nadoen van voor-
30
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
Fotografie: Vincent Boon
Hoe lever je ‘goede zorg’? “Door goede observatie en goede verslaglegging en zo een bijdrage leveren in de diagnostiek en het beantwoorden van de vraag van de ouders die met hun kind naar een kinderneuroloog of kinderarts zijn gegaan. Maar ook door te weten wát je behandelt. Je moet goed weten wat er met het kind aan de hand is, zodat je je behandeling daarop kunt afstemmen.”
beelden, zoals massage en oefentherapie. Er is nu veel meer onderzoek en kennis, die via internet beschikbaar is. Dus de informatiebron is enorm toegenomen. Wat ook verbeterd is, is dat we veel meer evidence based werken en in richtlijnen aangeven wat de beste behandelmethode is.” Hoe zie je het vak over tien jaar? “Als de motivatie en gedrevenheid blijft, blijft het vak zich wel ontwikkelen, maar ik ben bang dat er in onze beroepsgroep veel aandacht gaat naar financieel-administratieve zaken. Er is veel gemopper over
tarieven en vergoedingen van de zorgverzekeraars. Ik vind dat inhoud en kwaliteit voorop moeten staan. Dat moet de basis van ons vak blijven.” Wat geef je een beginnende collega mee? “Blijf kritisch kijken wat er aan de hand is en waarom je iets gaat doen. Toets of je diagnose en behandeling klopt. Behandel niet door als je geen effect ziet. Haal er op tijd collega’s bij of verwijs door.”
125 JAAR ERVARING
JUNIOR
Oude rotten en jonge honden. Hoe staan zij in hun vak, wat vinden ze belangrijk en hoe werken zij aan goede zorg?
“Als beroepsgroep gezamenlijk optreden” Liselotte Boerkamp (31) werkt acht jaar in de fysiotherapie. Sinds twee jaar is ze master manueel therapeut. Dit jaar is ze gestart met haar eigen praktijk Casa Fysio.
Wat is volgens jou de essentie van het vak? “Een positieve impact leveren aan het herstelproces van een patiënt met klachten. Daar hoort ook een stukje bewustwording bij van leefgewoonten en het omgaan met de klachten.”
patiënt? Als ik dat in kaart heb gebracht, kies ik de meest effectieve therapie. Daarvoor put ik uit scholing, wetenschappelijke bronnen en de richtlijnen van het KNGF. Zo kan ik evidence based aan de slag gaan, wat uiteindelijk resulteert in goede zorg.”
resultaten is nuttig om de effectiviteit van behandelingen te meten, maar soms vind ik het overkill naar de patiënten toe. De focus moet liggen op de patiënt en het fysiotherapeutisch handelen. Dáármee is vooruitgang echt zichtbaar en kun je mensen helpen.”
Hoe lever jij ‘goede zorg’? “Goede zorg begint met een persoonlijke en betrokken aanpak. Welke behoefte heeft de
Welk aandachtspunt zie jij voor de fysiotherapie? “Klinimetrie en het meetbaar maken van
Hoe kijk jij terug op de fysiotherapie van tien à twintig jaar geleden? “Op het gebied van kwaliteit is veel gebeurd en is ons vak op een hoger niveau gezet. We kijken meer naar de effectiviteit van behandelmethoden. Daardoor is het resultaat beter geworden en kunnen we mensen sneller van hun klachten afhelpen. Ik denk sowieso dat er veel meer diepgang in de fysiotherapie is ontstaan. Er zijn nu goede masteropleidingen opgezet voor diverse specialisaties in de fysiotherapie.”
Fotografie: Erik van der Horst
Hoe zie jij je vak over tien jaar? “Er wordt ons nu veel opgelegd door zorgverzekeraars en politiek, die misschien het vertrouwen in ons een beetje verloren waren. Ik vind het goed dat er wordt gekeken naar kosteneffectief handelen, want er werd soms maar wat aangerommeld. En als je goede zorg levert, mag je dat best inzichtelijk maken. Ik hoop dat onze beroepsgroep meer inspraak krijgt in wat goede zorg is en hoe je die kunt leveren en ik denk dat we als beroepsgroep meer gezamenlijk moeten optreden. Het KNGF kan ons daarin vertegenwoordigen. En dan hoop ik dat de verhoudingen tussen zorgverzekeraars en zorgverleners weer in balans zijn.” Tip voor een oudere collega? “Roest niet vast in je eigen handelen, maar sta open voor nieuwe inzichten. Blijf jezelf ontwikkelen op het gebied van kwaliteit en effectieve behandelmethodes. Dat laatste geldt trouwens ook voor jongere fysiotherapeuten.” FysioPraxis | jubileumnummer 2014
31
N I E U W E G E N E R AT I E F Y S I O T H E R A P E U T E N Vijf pas afgestudeerde fysiotherapeuten vertellen waarom ze kozen voor de opleiding fysiotherapie en wat voor werk ze – in de verdere toekomst – willen gaan doen.
MITCHELL DE KOSTER Waarom heb je voor fysiotherapie gekozen? “Ik heb gekozen voor het vak Fysiotherapie omdat het menselijk lichaam mij fascineert. Tijdens mijn jeugd heb ik altijd getennist en momenteel werk ik ook als tennisleraar. Hierdoor ben ik vaak in aanraking gekomen met blessures. Ik vind het interessant te weten hoe een blessure kan ontstaan en genezen, maar ook hoe blessures voorkomen kunnen worden. Toen ik mij ben gaan verdiepen in de fysiotherapie, kwam ik erachter dat het een veelzijdig en ondernemend vakgebied is, dat is iets wat erg bij mij past. Ik vind het fijn om in contact te zijn met mensen en hen verder te helpen.” Wat vond je het meest interessante vak? “De vaardigheidslessen, omdat ik bij dit vak de theorie kon toepassen in de praktijk.”
Waar wil je gaan werken? “Ik wil graag in een vrijgevestigde praktijk werken, omdat je hier zeer verschillende mensen en aandoeningen tegenkomt. Op deze manier blijf je leren.” Wil je je ergens in specialiseren? “Ik wil mij graag gaan specialiseren in de manuele therapie, omdat je hier nog dieper ingaat op het houdings- en bewegingsapparaat.”
INGO NIJHUIS Waarom heb je voor fysiotherapie gekozen? “Van kinds af aan wilde ik architect worden. Toen ik mijn profielwerkstuk in 6 VWO maakte, bleek dit echter niets voor mij te zijn. Ik ben op zoek gegaan naar een andere studie door interesse- en competentietests te doen. Fysiotherapie scoorde hier elke keer hoog, waarna ik me er meer in ben gaan verdiepen. Het leek mij een leuke studie door de mix van theorie en praktijk. Met deze opleiding werk je met mensen en help je mensen. Daar haal ik veel voldoening uit. Verder vind ik het menselijk lichaam ontzettend interessant.” Wat vond je het meest interessante vak? “Anatomie; leren hoe het lichaam in elkaar zit staat voor mij bovenaan. Het is erg ingewikkeld, er komt veel meer bij kijken dan alleen spieren en botten leren. Zo is bij veel lichamelijke klachten niet duidelijk welke anatomische oorzaken eraan ten grondslag liggen. Het lijkt me interessant om hier later onderzoek naar te doen.” Waar wil je gaan werken? “In een multidisciplinaire eerstelijnspraktijk. In een dergelijke setting ben ik op dit moment gelukkig al werkzaam, bij gezondheidscentrum ProCorpus in Enschede. Dat bevalt me erg goed.” Wil je je ergens in specialiseren? “Ja, absoluut. Waarin, dat weet ik nog niet. Mijn voorkeur gaat uit naar een combinatie van manuele therapie en haptonomie, zodat je met lichaam én geest werkt. Daarnaast wil ik in de verdere toekomst onderzoek opzetten en uitvoeren om bij te dragen aan kennisvernieuwing.”
32
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
MIRTHE EVERLO Waarom heb je voor fysiotherapie gekozen? “Ik vind dat je eerst kennis moet hebben gemaakt met het vak fysiotherapie. Dit kun je natuurlijk op meerdere manieren doen. Ik heb, geluk bij een ongeluk, kennis kunnen maken met het vak, doordat ik moest revalideren voor en na een voorstekruisbandreconstructie. Ik was altijd al geïnteresseerd in het menselijk lichaam, maar door kennis te maken met fysiotherapie werd dit versterkt. Het menselijk lichaam riep bij mij vragen op, waardoor ik meer van het vak wilde weten.” Wat vond je het meest interessante vak? “De praktijklessen. In deze lessen werden de praktische vaardigheden geoefend, maar daarnaast ook, wat ik nóg interessanter vond, het klinisch redeneren. Vragen zoals “waarom” en “hoe kan het dat...” maakten dat ik het vak interessant vond en steeds meer wilde weten.” Waar wil je gaan werken? “Op dit moment ben ik werkzaam bij fysiotherapiepraktijk gezondheidscen-
Fotografie: Wiep van Apeldoorn
STEVEN ZWART Waarom heb je voor fysiotherapie gekozen? “Dit was voor mij de perfecte combinatie van mijn passie voor sport en bewegen en mijn interesse in de werking van het menselijk lichaam. Fysiotherapie was niet mijn eerste keuze, maar op aanraden van mijn ouders heb ik een aantal dagen meegelopen met een fysiotherapeute. Na deze meeloopdagen was ik verkocht. Tot op de dag van vandaag heb ik geen spijt van mijn keuze. Het is een geweldige ervaring om samen met patiënten aan hun herstel en een betere kwaliteit van leven te werken.” Wat vond je het meest interessante vak? “Orthopedie, vanwege mijn interesse
voor sportgerelateerde klachten en manuele therapie.” Waar wil je gaan werken? “Ik werk bij Fysiotherapie ZorgSaam in Nijverdal, voor mij de ideale setting. Binnen deze eerstelijnspraktijk werk ik samen met mensen met verschillende specialismen, waardoor je veel van elkaar kunt leren. Momenteel werk ik in onze dependance in een sportschool en probeer ik, arbeidsfysiotherapie op te zetten.” Wil je je ergens in gaan specialiseren? “Ik wil mij specialiseren tot manueel therapeut. Ik heb de Minor Manueel Therapeutisch Handelen gevolgd aan de HAN in Nijmegen. Binnen de eerstelijnspraktijk zie ik veel patiënten
met rugklachten en als manueel therapeut heb je een groter scala aan behandelmogelijkheden. De masters Bewegingswetenschappen en Fysiotherapiewetenschappen vind ik interessant vanwege het waarborgen van kwaliteit. Daarnaast wil ik actief zijn binnen het onderwijs en met een van deze masters is dat mogelijk.”
IRIS VAN DE WEERD Waarom heb je voor fysiotherapie gekozen? “Vanwege de afwisseling: zoveel verschillende mensen, van jong tot oud en van een klein letsel tot chronisch ziek. Daarbij heb ik veel interesse voor het bewegingsapparaat.”
trum Wesselerbrink te Enschede. Dit is ook waar ik graag wilde werken, in een particuliere fysiotherapiepraktijk. In de avonduren ben ik werkzaam als medisch fitnessbegeleidster bij Fysiotherapie Langeveld in Mariaparochie.” Wil je je ergens in specialiseren? “Mijn voorkeur gaat op dit moment uit naar psychosomatische fysiotherapie. De invloed van psychische en sociale factoren op lichamelijke klachten trekt mij. Daarnaast wil ik me graag verder specialiseren. Waarin? Dat vind ik op dit moment moeilijk om te zeggen. Je eigen visie behouden vind ik in elk geval belangrijk, dat tekent je als fysiotherapeut, waar je je ook in gaat specialiseren.”
Wat vond je het meest interessante vak? “Sinds mijn afstuderen geef ik zelf les op het Saxion. Ik geef aan de eerstejaars anatomie in vivo en leerwerkgroepbegeleiding (in kleine groepen verschillende stof met elkaar in verband brengen). Tijdens mijn studie vond ik de lessen tijdens de grote stages in het laatste jaar het meest interessant. Daarbij werd dieper ingegaan op de onderwerpen waar ik voor gekozen had. Dit was voor mij ‘interne’ (hart, vaten, longen).” Waar wil je gaan werken? “Ik was aanvankelijk uitgeloot voor fysiotherapie en heb eerst een jaar pabo gedaan. Vanaf het begin leek mij fysiotherapie en lesgeven een supercombinatie. Ik geef nu les en werk in de gehandicaptenzorg, maar een instelling heeft voor mij niet per se de voorkeur.” Wil je je ergens in specialiseren? “Absoluut! Ik twijfel alleen nog heel erg. Tijdens de opleiding heb ik mij zo breed mogelijk in de verschillende richtingen verdiept door stages te lopen en projecten te doen. Voor nu vind ik eerst werkervaring opdoen belangrijk voordat ik een keuze ga maken. Eerst de basis goed voor je gaat uitbreiden. Mijn voorkeur gaat wel uit naar osteopathie.”
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
33
125 jaar in covers
34
1891
1900
1910
1920
1930
1990
2000
2001
2006
2007
1980
1981
1983
1984
1985
1992
1995
1997
1999
2001
FysioPraxis | jubileumnummer 2014
1940
1950
1960
1970
1980
2008
2009
2010
2011
2012
1986
1988
1989
1990
1992 VA K B L A D VO O R D E F Y S I O T H E R A P E U T
VA K B L A D VO O R D E F Y S I O T H E R A P E U T
FYSIOPRAXIS FYSIOPRAXIS +""3("/( r /6..&3 r +"/6"3*
+""3("/( t /6..&3 t +"/6"3*
WETENSCHAP PRAKTISCH
OPVATTINGEN
FYSIOCONGRES
NIEUWE PRAKTIJKEN
Wat is de kern van het vak fysiotherapie?
Terugblik FysioCongres vooruitblik WPT
Fysio Online: fysiotherapie en internet
Pijnspecialist Albère Köke Chronische pijnpatiënt vooral gebaat bij gedragsmatige aanpak
2004
2007
2008
2011
CASUÏSTIEK
PROFIEL
Manuele therapie Lector bij chronische dr. Harriët Wittink spierspanningshoofdpijn
16
Knieklachten door m. plantaris-
19 hypertonie 20
Zwemmen op de intensive care Als bewegen onmogelijk lijkt
2014 FysioPraxis | jubileumnummer 2014
35
36
FysioPraxis | jubileumnummer 2014