5 minute read

Schützen und Nutzen: Inkijk in het Beierse bosbeheer

Naar jaarlijkse gewoonte gingen bosbeheerders en -eigenaars samen op studiereis. In Beieren genoten we van prachtige bossen waar houtproductie en natuurbescherming hand in hand gaan. De ontmoetingen met lokale beheerders van openbare en privébossen boden heel wat inspiratie.

Topeiken in een beukenbos

We starten meteen met een hoogtepunt: Spessart, één van de grootste aaneengesloten bosgebieden in Europa, gekend om eik van topkwaliteit. Het is van nature een beukenbos. Zonder intensief beheer zouden de eiken verdwijnen. De Spessart kent een eeuwenoude traditie van eikels inzaaien, sinds 2021 erkend als Unesco-Werelderfgoed. Tijdens mastjaren verzamelen lokale bewoners eikels, die ze wegen, sorteren en dagelijks keren. Hiervoor ontvangen ze een vergoeding.

Om lange, dikke, kaarsrechte eikenstammen te verkrijgen, is het van cruciaal belang dat de eiken voldoende ”ingepakt” staan. Daarvoor gebruiken ze vooral beuk en haagbeuk. Krijgen de beuken vrij spel, dan verdringen ze de eiken; worden de eiken te veel vrijgesteld, dan hebben ze last van waterloot. Bovendien zijn dunne groeiringen in het eikenhout een noodzaak voor topfineer, dus de eiken groeien best traag en gelijkmatig.

Houtopbrengst is een belangrijke functie. Elk jaar kappen ze zo’n 100 000 m3, waaronder ook steeds enkele 400-jarige topeiken, die zo’n 2 000 euro/m3 opbrengen. De jaarlijkse houtopbrengst van 7 miljoen euro maakt het bosbeheer zelfbedruipend en winstgevend. Houtopbrengst en biodiversiteit zijn in Spessart in harmonie. De parameters structuur, leeftijd, dood hout en biotoopbomen bepalen de biodiversiteitsklasse van een bosbestand. Biotoopbomen bezitten speciale natuurwaarden zoals holen, grote diameters of hoge ouderdom. Per hectare behouden ze minstens 10 biotoopbomen.

Van sterke stam tot fijn fineer

Bij fineerbedrijf Fritz Kohl liggen indrukwekkende stapels rondhout van vooral eik, maar ook walnoot, esdoorn en boskers. De man die de selectie en zaagsneden maakt

”leest” de stam aan de hand van schorsdikte en slapende knoppen. In het kookbad wordt het hout zacht. Elk bedrijf heeft zijn eigen geheime kookrecept. De afrolmachine snijdt stukken tot 3 meter lengte tot dunne schillen. Bij de snijfineermachine passeert een blok hout aan hoge snelheid langs een dunschiller. Een blok van 1 m3 levert 1 000 m3 fineer. De verkoopprijs van fineer bedraagt gemiddeld 4 euro/m3, maar kan oplopen tot 25 euro/m3. De gemiddelde inkoopprijs van de stammen is 625 euro/m3. Ze verlaten de fabriek als fineer aan 4 000 tot 25 000 euro/m3

Vaten vol vakwerk

Familiebedrijf Assman is al vier generaties gekend om zijn houten vaten van topkwaliteit. De 90-jarige her Assman leidt ons met veel passie rond. 95 % van het houtpark bestaat uit eik uit de regio, aangevuld met kers en kastanje. Elk vat is maatwerk en vakmanschap. Het hout moet noestvrij zijn en de transportvaten in het hout mogen niet worden doorgesneden, anders lekken de vaten. De duigen worden conisch gezaagd, met een smalle binnenzijde en dikkere uiteinden. Vervolgens zetten ze het vat ineen en binden het met metaalbanden. Daarna volgt het betere plooi- en buigwerk. Het familiebedrijf maakt ongeveer 300 wijnvaten per jaar, 70 gigavaten en Spielerei zoals bloembakken. We sluiten af met een proeverij van datgene waarvoor de vaten bestemd zijn: wijn en schnaps.

Bosdomein Castel

In bosdomein Castel voelen ze de klimaatverandering. Met goede jeugdzorg zorgen beheerders dat de natuurlijke verjonging van de eik een kans krijgt tussen de beuken. Hiervoor gebruiken ze kleine lenzen, die voor extra licht zorgen. Het is belangrijk dat de lens niet loodrecht boven de verjonging hangt. Met een oriëntatie van zuid-zuidwest of zuid-zuidoost ontvangt de verjonging voor een korte periode direct zonlicht. Dit benadeelt de beuk, maar is voordelig voor de eik.

Naturpark Steigerwald

Schützen und Nutzen. Beschermen en benutten. Deze kijk op bosbeheer vormt de rode draad tijdens onze studiereis. We maken kennis met de Bayerische Staatsforsten, die 800 000 ha bos beheren. dr. Ulli Megner en dr. Daniel Kraus waren 17 jaar geleden de grondleggers van een systeem waarbij natuurlijk bos en bosbeheer hand in hand gaan. Een ommezwaai in het klassieke Duitse bosbeheer.

De hoofdregels zijn: veel dood hout, habitatbomen en verouderingseilanden, waarbij de diverse functies samen op één oppervlakte voorkomen in plaats van te werken met zoneringen. Privébosbeheerders genieten van subsidies voor deze maatregelen. In 17 jaar tijd gingen ze in Steigerwald van 20 m3 naar 40 m3 dood hout. We sluiten af met een bezoek aan het Baumwipfelpfad: een reuzegrote toren leidt ons tot ver boven de boomkruinen en biedt een prachtig uitzicht.

Op bezoek bij de lokale bosgroep

Beieren is een zeer bosrijk gebied, met een bosindex van 35 %. De oppervlakte en het economisch bosbelang zijn veel groter dan Vlaanderen. De eigendomsstructuur is wel vergelijkbaar: privé-eigenaars bezitten ongeveer 60 % van de bossen en kleine boseigenaars (< 5 ha) zijn er ook in de meerderheid. Privéboseigenaars en openbare besturen zijn er ook verenigd in ”bosgroepen”.

Elke bosgroep heeft haar eigen werking, maar de basisprincipes zijn dezelfde. Hun belangrijkste taken zijn adviesverlening, dunningen aanduiden, houtverkopen organiseren en aannemers opvolgen. Ze ontvangen subsidies van de overheid en de eigenaars betalen lidgeld. Net zoals bij ons geeft de bosgroep advies, maar ligt de eindbeslissing bij de eigenaar.

We werden ontvangen door Johannes von Rotenhan van de lokale bosgroep die 650 leden telt met een totale oppervlakte van 12 000 ha. Jaarlijks verkoopt deze bosgroep zo’n 20 000 m3 hout. De laatste 3 jaar was dit zelfs 45 000 m3 door aangetast naaldhout. Ze verkopen alles in eigen regie. De bosgroepmedewerker sorteert tijdens het schalmen de stammen al volgens dimensies of toepassingen. Ze werken met een vaste exploitant tegen vaste kosten. De bosgroep is zeker dat de exploitatie goed wordt uitgevoerd en de exploitant weet dat hij jaarlijks een bepaald houtvolume kan oogsten. De bosgroep neemt 4 % commissie op de opbrengst van de verkoop.

Beierse bosbeheerders werken zoveel mogelijk met natuurlijke verjonging. Ze gebruiken hierbij ook ”vliegende zaaibedden”: omrasterde stukken bos waar de zaailingen na 1 à 2 jaar geoogst worden en elders in het bos uitgeplant.

This article is from: