6 minute read

Natuurbeheerplan

Goedgekeurd natuurbeheerplan. Aan de slag!

Een natuurbeheerplan is een handig instrument waarin een toekomstbeeld voor een bepaald gebied wordt vastgelegd en waaraan ecologische, economische en/ of recreatieve doelen worden gekoppeld. Ook staan er maatregelen en beheerwerken in beschreven die nodig zijn om deze doelen te bereiken. De Oost-Vlaamse Bosgroepen maken ook gezamenlijke natuurbeheerplannen op waarbij over eigendomsgrenzen heen een plan wordt opgesteld, rekening houdend met de visie van elke eigenaar. Maar hoe ga je ermee aan de slag eens het natuurbeheerplan in voege is?

Opvolging

Door regelmatig te monitoren en te evalueren kan je het beheer van een natuurof bosgebied optimaliseren en bijsturen indien nodig. De eigenaar of beheerder van het gebied is het best geplaatst om de impact van uitgevoerde boswerken of andere maatregelen te evalueren omdat hij het gebied best kent. Belangrijk is goed bij te houden welke werken er zijn gebeurd en wat het effect hiervan was. Denk aan het bijhouden van een logboek, het maken van foto’s of video’s en het uitvoeren van tellingen van planten en dieren. Ook kan het handig zijn om zeldzame planten of dieren te noteren, of verstoringen en schade te melden. Zo kan het optekenen van een hevige onweersbui met modderstroom die een partij voorjaarbloeiers bedekt, helpen verklaren waarom vijf jaar later die plek wordt overwoekerd door brandnetels. De opsteller van het beheerplan kan eventueel helpen om de eigenaar of beheerder te adviseren. Tenslotte is er ook een zesjaarlijkse evaluatie van het beheerplan voorzien door Natuur en Bos. Op dat moment wordt bekeken of de oorspronkelijke doelen nog realistisch en haalbaar zijn, en welke aanpassingen nodig zijn voor de verdere uitvoering van het plan.

Adaptief beheer

De nieuwe regelgeving omtrent natuurbeheerplannen is zo opgemaakt om in te spelen op veranderingen in het klimaat, de biodiversiteit of gebruik van het gebied. Zo kan bijvoorbeeld de spontane vegetatie in een gebied veranderen na het droogvallen van een bron. De methode waarbij het natuurbeheer continu wordt aangepast op basis van nieuwe info en ervaringen noemen we ‘adaptief beheer’. Men gaat niet uit van een vastgesteld plan, maar men bouwt flexibiliteit in om veranderingen in de omgeving op te vangen. Zo wordt het beheer van natuurlijke systemen effectiever en sluit het beter aan bij de dynamiek van de omgeving. Door te werken met verschillende scenario’s en het uitvoeren van experimenten kan je kijken welk beheer het meest effectief is om de gewenste doelen te bereiken.

Beheerpakketten

Natuurbeheer is een complex proces en vereist vaak specialisatie en ervaring. Natuur en Bos heeft beheerpakketten die een set aan maatregelen omvatten, gericht op het bereiken van een bepaald natuurdoel. Ze zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en praktijkervaring, en opgesteld in overleg met onder meer terreinbeheerders, Bosgroepmedewerkers, onderzoekers en natuurbeschermingsorganisaties. De beheerpakketten zijn opgesteld voor een breed scala aan natuurdoelen, gaande van herstel van heidegebieden, verhogen van biodiversiteit in bossen, beheer van graslanden tot het verbeteren van waterkwaliteit in waterrijke gebieden.

In Vlaanderen gaat men bij de opmaak van beheerplannen en -pakketten uit van ‘behoudsgericht’ beheer, waarbij men streeft naar het behoud van de bestaande natuurwaarden. Daarnaast kan men ook kiezen voor ‘herstelgericht’ beheer, waarbij men actief maatregelen neemt om natuurdoeltypen te herstellen en de biodiversiteit te verbeteren.

Dankzij een goedgekeurd natuurbeheerplan worden dergelijke beheerpakketten gekoppeld aan bepaalde percelen. Naast de beschrijving van de mogelijke maatregelen voor dat perceel (terugkerende maatregelen zoals vrijstellen, dunnen, groepenkap en hakhoutkap, of éénmalige maatregelen zoals aanplant, plaggen, terreinvoorbereiding en aanleg van recreatieve infrastructuur) bevatten de beheerpakketten ook aanbevelingen voor timing, frequentie, locatie, grootte en intensiteit van deze maatregelen. De maatregelen uit het beheerpakket zijn door goedkeuring van het natuurbeheerplan ook vergund voor dat bepaald perceel. Door een dergelijke standaardisering van het beheer wordt de uitvoering efficiënter en effectiever. Ook kunnen beheerpakketten zorgen voor een betere samenwerking tussen verschillende partijen zoals terreinbeheerders, ecologen en beleidsmakers. Er ontstaat een gemeenschappelijke taal en de verwachtingen worden beter op elkaar afgestemd. Wanneer bepaalde wenselijke maatregelen niet voorhanden zijn binnen een beheerpakket kunnen deze apart worden aangevraagd en worden ze beoordeeld op maat van het specifieke perceel en beoogde doel.

Elk bos is anders

Er zijn verschillende beheerpakketten beschikbaar voor verschillende bostypes. In Vlaanderen zijn er bijvoorbeeld beheerpakketten voor loofhoutbossen op droge zandgrond, loofhoutbossen op vochtige bodem, naaldbossen op droge zandgrond, naaldbossen op vochtige bodem, gemengde bossen op vochtige bodem, enzovoort. Elk beheerpakket beschrijft de specifieke beheermaat-

regelen die nodig zijn om de gewenste natuurdoelen te bereiken in een bepaald bostype. De maatregelen kunnen sterk verschillen per bostype, afhankelijk van onder meer boomsoorten, bodemgesteldheid, aanwezige fauna en flora en het historisch beheer van het bos.

Enkele voorbeelden:

- Door regelmatig (groepsgewijs) te dunnen en jonge aanplantingen toe te voegen, wordt de verticale structuur gevarieerder en ontstaat er meer lichtinval in het bos. Hierdoor kunnen andere planten- en boomsoorten groeien die anders worden verdrongen.

- Door aanplantingen van inheemse boomsoorten (beuk, eik, haagbeuk…) te stimuleren blijft de soortenrijkdom behouden.

- Door de bosranden te laten variëren in breedte en structuur, ontstaat er meer lichtinval in het bos en biedt het bos een geschikt leefgebied voor verschillende soorten planten en dieren.

- Dood hout biedt voedsel en schuilgelegenheid aan veel verschillende soorten insecten, vogels en andere dieren. Daarom is het belangrijk om voldoende dood hout in het bos te laten liggen en het niet op te ruimen.

- Bepaalde invasieve plantensoorten, zoals Amerikaanse vogelkers en Japanse duizendknoop, kunnen de biodiversiteit van het bos bedreigen.

- Door zaadbanken en boomsoorten te beschermen en nieuwe aanplantingen van deze soorten te stimuleren, kan er natuurlijke verjonging plaatsvinden in het bos en blijft de soortenrijkdom behouden.

- Historische elementen, zoals houtkanten, poelen of veteraanbomen, dragen bij aan de biodiversiteit van het bos en dienen daarom bewaard te worden.

Conclusie

Een duidelijke en gestandaardiseerde set van maatregelen voor specifieke natuurdoeltypen kan het werk van natuurbeheerders vergemakkelijken en ervoor zorgen dat de juiste maatregelen op de juiste plaats en tijd worden toegepast. Toch is het belangrijk om te benadrukken dat beheerpakketten slechts een hulpmiddel zijn en niet altijd de beste oplossing bieden voor alle situaties. Het kan nodig zijn om af te wijken van de standaardmaatregelen en maatwerk toe te passen om de doelstellingen van het beheerplan te bereiken.

This article is from: