Ik draag van alles, brood, kaas een bom of een verminkte kat. Dragen is mijn redding. Ook van binnen draag ik, vragen, tranen, gedaas en een karrenvracht solaas. Als ik niet draag is er een gemis dat niet te dragen is. Het dood dier dat ik droeg heeft mij gelikt tot ik geen gezicht meer had.
De doden Men zegt, de doden zijn hier niet. Het is niet waar. Nu ik ze nader raken wij elkaar al aan. Nog even en wij overleven samen in de dozen, wonen dan door elkaar in de kamers, kijken weer uit de nieuwe kinderen, waken slapeloos over de uren en staan op in het licht en de lichamen waarin wij elkaar dagelijks terugvinden.
MDDLPNT dit is het middelpunt van de wereld het middelpunt is een schoot op pootjes is een mond met een mening een vraag die fladdert is alles hard zwijgend door horen groeien dit is het middelpunt van de wereld jazeker zit er maar op
ouders Nu ik al jaren waak over de raa dsels die ik heb gemaakt, slaap ik weer vaker thuis. Nu ze als raa dsels groeien uit de kamers en verdwijnen in straten waar ik niets meer hoor, slaap ik weer vaker thuis. Nu alleen het slapen nog over mij waakt, hoor ik hoe waakzaam ook zij in de kamers stonden te luisteren naar mijn bestaan.
Wanneer u vannacht weer opengesperd en zwart naast uw lief ligt wanneer het denken in lagere doses hersenen aanWanneer u vannacht en zwart tast, uwweer kopopengesperd opkrikt naast uw lief ligt de keel doet zwellen en alle adem met vloeibare wanneer het denken in lagere doses hersenen aanhamer wegbikt tast, uw kop opkrikt weesdedan misschien dit met geen kwik dat u keelgerust: doet zwellen en alle is adem vloeibare hamer wegbikt vergift wees dan gerust: misschien is dit geen kwik dat u vergift misschien zult u verwonderd zijn – vroeg of laat
scheuren de nieren misschien zult u verwonderd zijn – vroeg of laat blijven de spieren scheuren als een kledingstuk in uw ledemade nieren blijven de spieren alsten eenliggen kledingstuk in uw ledematen liggen treedt celdood in onder de schedel en dan weigert treedt celdood inhet onder de schedel en dan weigert geheugen het geheugen van van kwikvergif zijn dat de symptomen – maar dit is kwikvergif zijn dat de symptomen – maar dit is geen kwik geen kwik naima dag rik,ikikbezit bezit mijn nognog nau-naudan dan naima dag rik, mijnschaamte schaamte welijks, ik welijks, ikbezit bezit pijn in mijn aangezicht, smaak van metaal en kaakpijn in mijn aangezicht, smaak van metaal en kaakklem, ziek ben ik klem, ziek ben ikaanslag en toch, van skeletpijn, blindheid en zwarte van skeletpijn, blindheid en zwarte geen schamen is het aanslag en toch, geen kwik: t geen is de zilveren ochtendmond van een schamen is het nieuw vrij vlaanderen geen kwik: t is de zilveren ochtendmond van een nieuw vrij vlaanderen
Nu de liefde Nu de liefde haar woord geeft, zullen de jaren haar spreken. Nu de liefde een gezicht heeft, zullen de dagen haar tekenen. Nu de liefde in het licht is, zullen de uren haar aanraken. Nu de liefde eeuwig wil duren, zullen de minuten haar maken. Bernard Dewulf
Ik weet het niet Ik voel me gevangen in een web van verdriet schuld en spijt niemand die het ziet ben alleen zal het moeten dragen veel verdriet maar mag niet klagen Ik krimp samen een brok in mijn keel probeer te vergeten maar het wordt me teveel het liefst zou ik huilen mijn hart gaat op slot want zou ik het uiten dan ging ik kapot De angst om te spreken o zo groot angst voor verwijten 't voelt als lood schuld en pijn in mijn hofd ik heb zo'n angst mijn vetrouwen beroofd De eerste stap is nu gezet om te gaan praten met angst alles achter te laten niemand heeft het in de gaten het is moeilijk om te praten angst om de schuld te krijgen zal steeds bij me blijven
Soms zie je je zitten. Bleek en sereen. Hier en/of ginder. Alleen of alleen.
Vader Hij was gekamd, gewassen en in leven, geen tanden meer, maar warm rond zijn karkas, verbaasde ogen achter brillenglas. Waar was zijn vrouw, waar was zijn huis gebleven. Hij wist niet of hij woonde waar hij was. Hij wist niet of ze eten zouden geven en wie was op bezoek geweest zo-even in zijn met thee en troost bekleed moeras. Alles werd nu en alles onbestemd. Hij gaf het op, de broek met scherpe vouw bleef in de kast, hij lag en wachtte af hallo daar roepend in zijn onderhemd, tot hij zijn zoon die hem nog groeten wou zag en herkende en zijn zegen gaf.
ik zie een schim met mijn contouren een schaduw van de overkant een schemer die met koude hand bedhoedzaam tracht mij te beroeren de schaduw kruipt nog dichterbij tot in mijn lijf, ik ben verward ik voel zijn kilte in mijn hart en hoe hij zoekt naar angst in mij de schaduw beeft, net zoals ik en lijkt steeds meer op wat ik ben hij zegt: ik ben jouw reisgenoot, en wie ben jij?`-waarna ik schrik omdat ik niet het antwoord ken
schoon volk
hebben een buitenkant gekregen met binnenkantslezers, droevigwezers, kleurenkenners, kruidenreukers, en een vlekje op een plekje. Hebben aanwezigheid gekregen, schouderscharnieren, spierspanning, bloedgroep, baltsroep en breekbaar gebeente. Hebben herkenbaarheid gekregen, breedte, hoogte, herkomsthuid, armen zoekend waar te blijven, schrammen van ooit ergens. Hebben afwezigheid gekregen, dichtdoegezichten, vuisten als knoppen, ingepakte voeten op de groetmetochstoepen. Hebben aanraakbaarheid gekregen, vingertip, voeling, leesbaar als weerbericht, weerbaar de grenzen van vel over veel. Dragen een hoogst persoonlijk hoofd met kanalen waardoor woorden de oever van de lippen halen: hoor wat er hangt in de hersens.
Een terugblik op het leven is als het einde van een kaartspel Als het spel gespeeld is en de kaarten liggen open is het makkelijk om te zeggen “Dat had ik moeten doen� Je kunt jezelf verwijten maken Maar het spel is afgelopen Je kaarten gelegd Het beste wat je kunt doen is van je keuzen leren en lachen om het kaartspel van toen