Boven e d in stad. s Groentip voor je balkon. Liedewij Loorbach
I. De basis II. Wegwerpplanten III. Vaste planten IV. lanten V. Bollen VI. Kruidentuin VII. Groente en een b ven o B fruit VIII. Exterieurtips IX. Good Green Busy I. De ba e d in Wegwerpplanten III. Vaste planten IV. Klimplanten V. . d a st len VI. Kruidentuin VII. Groente enseen beetje fruit VI Groentip voor je Exterieurtips IX. Good Green Busy I. De basis II. Wegw balkon. pplanten III. Vaste planten IV. Klimplanten V. Bollen V Liedewij Loorbach Kruidentuin VII. Groente en een beetje fruit VIII. Exte tips IX. Good Green Busy I. De basis II. Wegwerpplan III. Vaste planten IV. Klimplanten V. Bollen VI. Kruide VII. Groente en een beetje fruit VIII. Exterieurtips IX Green Busy I. De basis II. Wegwerpplanten III. Vaste p
Inleiding Hfdstk 1 De basis
I. Grond II. Potten III. Plant in pot IV. Water geven
V. Juiste plek VI. Uitgebloeide bloemen VII. Verpotten
VIII. Stekken
Hfdstk 2 Wegwerpplanten
09
14
Hfdstk 5 Bollen
I. Sneeuwklokje II. Krokus III. Sterhyacint IV. Blauwe druif
V. Narcis VI. Lelietje-van-dalen VII. Tulp
Hfdstk 6 Kruidentuin
34
I. Basilicum II. Tijm III. Salie IV. Peterselie V. Koriander
VI. Bieslook VII. Munt VIII. Rozemarijn IX. Oregano X. Wiet
I. Primula II. Vlijtig liesje III. Viooltjes IV. Afrikaantjes
V. Begonia VI. Geranium VII. Petunia VIII. Lobelia
Hfdstk 7 Groente en een beetje fruit
IX. Celosia X. Chrysant
I. Radijs II. Wortel III. Sla IV. Rucola V. Tomaat
VI. Aardappel VII. Komkommer VIII. Paprika
IX. Peul/erwt X. Aardbei
Hfdstk 3 Vaste planten
50
V. Varens VI. Fuchsia VII. Lavendel VIII. Bamboe
Hfdstk 8 Exterieurtips
IX. Rozen X. Hortensia
I. Hoe maak je van mini maxi II. Boren en schroeven
III. Non-organic balkonnieren
I. Meisjesogen II. Hosta III. Siergras IV. Heide
Hfdstk 4 Klimplanten
I. Suzanne-met-de-mooie-ogen II. Pronkerwt III. Oost-Indische kers
IV. Mandevilla V. Klimmende winde VI. Jasmijn VII. Clematis
VIII. Klimop IX. Blauwe regen X. Druif
66
Hfdstk 9 Good Green Busy
84
94
108
124
138
INLEIDING
13
Inleiding Je hebt geen boekje in handen van een tuingoeroe De schrijver heeft geen jarenlange ervaring in een hortus botanicus, noch heeft ze een overweldigende passie voor tuinieren die ze botviert in een volkstuintje. Ik heb bruine vingers, en wil groene. Tuinboeken en tuintijdschriften die ik daarvoor inkeek, waren opgemaakt in ranke, zwierige lettertypes gedrenkt in spruitjesgeur, vol met tips als: ‘Het is ook enig om een pindaslinger op te hangen.’ Of ze gingen meteen de diepte in en begonnen met een boodschappenlijst voor de beginnende tuinier, met daarop zaken als een hydrometer, een kweekkast en drie snoeischaren. Het eerste is ergerlijk, het tweede is onzinnig. Tuinieren kun je ook met je handen en een paar euro. Ik wilde een boekje dat me gewoon vertelt hoe het zit met planten en mij niet het gevoel geeft dat tuinieren iets is voor MAX-kijkers. Een simpel boekje dat mij leert hoe ik mijn planten in leven kan houden. Een boekje dat ook mijn vrienden – stadse twintigers en dertigers – vertelt hoe ze hun balkons, platjes en dakterrassen groen houden. Want ook zij laten elke lente weer, net als ik, vol goede moed
INLEIDING
tientallen of zelfs honderden euro’s achter bij tuincentra om dat geld vervolgens in rot en of verdroging op te zien gaan. Dat moet beter kunnen, dacht ik. David Pino heeft dit boekje vormgegeven, waardoor geraniums, viooltjes en blauwe druifjes niet meer tuttig zijn, maar stoer. Waardoor er geen spruitjesgeur door dit boekje waart, maar een mix van hete teer en kamperfoelie. Waardoor je zin krijgt in je hoge tuintje. Jan-Dirk van der Burg maakte de foto’s, die geen balkons laten zien waar drie stylisten een week aan hebben gewerkt, maar gewoon balkons zoals ze zijn. En zoals jij ze ook kunt maken. En ik heb me verdiept in tuinieren. Een beetje op mijn eigen balkon, en nog veel meer in boeken en op internet. En heb alleen opgeschreven wat ik zelf zou willen weten.
14
Gebruiksaanwijzing Planten mogen bosjes dan bij uitsterven, het zijn er teveel om in één boekje te vatten. Ter begrip ende inspiratie bespreek ik de planten per soort: eenjarige planten (wegwerpexemplaren), vaste planten (duurzaam), klimmers, bloembollen, kruiden en eetbaar groen. Per soort bespreek ik een aantal planten die het goed doen in potten en in ons klimaat, en die je bovendien bij elk tuincentrum kunt halen. Geen exotische dingen, maar gewoon het doorsnee werk, aangezien dit een boekje is voor de beginnende tuinier, en niet voor mensen die lid zijn van de orchideeënvereniging of naar Japan reizen voor een bonsaicongres.
INLEIDING
16
Achter elke plant staan icoontjes:
Die icoontjes zijn uiteraard multi-interpretabel. Want wat is veel zon? Is dat zon tussen drie en zeven, of tussen twaalf en negen uur ’s avonds? En wat is veel water? Een halve gieter? Maar hoe groot moet die gieter dan zijn? Laat duidelijk zijn: bij elk icoontje dient een scheutje common sense te worden toegevoegd. Het zonne-icoontje geeft aan waar de plant van houdt, maar dat is dus geen wet. Als je dakterras heel zonnig is, kun je die halfschaduwplant natuurlijk best proberen. En een tomatenplant kun je echt wel in leven houden op je halfschaduwbalkonnetje. Hetzelfde geldt voor die gieter: zie het als een aanwijzing hoe dorstig een plant is en of ie graag natte aarde heeft of niet. Als dat gietertje achter een plant vol zit, betekent dat dus niet dat je elke dag een hele gieter van vijf liter moet legen boven de dorstige vlijtige lies. Het gaat erom dat je hem elke dag te drinken geeft en zorgt dat de aarde vochtig blijft. Op sommige dagen is een halve liter genoeg, op andere dagen heeft ie meer of minder nodig. Common sense dus: droog en heet = dorstig; regenachtig bewolkt = niet zo dorstig.
INLEIDING
Bollen en zaden In dit boekje staat bij sommige planten ook dat je ze zelf kunt zaaien. Dat is beter voor het milieu, want de plant groeit puur natuur en niet in energieslurpende kassen. Maar besef wel dat zelf opkweken moeilijker is dan het lijkt. De kans op succes is kleiner dan wanneer de profs aan de gang gaan met die zaadjes. Het is toch alsof je natuurlijke conceptie tegenover het fertiliteitslab van een academisch ziekenhuis zet: de barre omstandigheden van te lage temperaturen, slechte timing en zwak zaad tegenover de ideale situatie van technisch vernuft en toewijding gedreven door commercieel gewin. Wil je zelf aan de slag met zaad en zijn je resultaten mager, verdiep je dan in de honderden tips op internet. Er zal zich een wereld openen vol gadgets, chemische berekeningen, temperatuurlogjes en tips van grootmoeders.
17
I. Grond II. Potten III. Plant in pot IV. Water geven Juiste plek VI. Uitgebloeide bloemen VII. Verpotten V De Stekken I. Grond II.baPotten III. Plant in pot IV. Wate sis stk 1 Uitgebloeide bloemen VII. Ve geven V. Juiste plekHfdVI. ten VIII. Stekken I. Grond II. Potten III. Plant in po Water geven V. Juiste plek VI. Uitgebloeide bloemen V Verpotten VIII. Stekken I. Grond II. Potten III. Plan pot IV. Water geven V. Juiste plek VI. Uitgebloeide blo VII. Verpotten VIII. Stekken I. Grond II. Potten III Plant in pot IV. Water geven V. Juiste plek VI. Uitgeblo bloemen VII. Verpotten VIII. Stekken I. Grond II. P III. Plant in pot IV. Water geven V. Juiste plek VI. Uit
1. DE BASIS
20
De basis Planten in leven is niet houden moeilijk, maar het kost wel tijd, elke dag weer. Zeker als je planten niet af en toe water van een huilende God krijgen, maar onder een afdakje staan, zoals op een balkon. Dan moet je in de zomer liefst elke dag een rondje maken met de gieter (of met de wijn- of colafles). Zodra ik daarachter was – en het trouw deed, soms grommend van tegenzin – bleven al mijn planten leven. Nou ja, bijna al mijn planten. Misschien twijfel je nu al of je dat kunt opbrengen, omdat je de helft van de zomer op spontane tripjes gaat, onverwachte logeerpartijen hebt of gewoon een lakse Harry bent met verantwoordelijkheidsissues. Mijn advies: begin er dan niet aan. Laat je balkon, platje of dakterras een troep, of fleur het op met plastic planten, zo’n speciaal voor je tuin geprinte foto, kermislicht en een porseleinen buldog. En geef dit boekje aan iemand die er wel iets mee gaat doen.
1. DE BASIS
DISCLAIMER:
dat er nooit meer een plant onder jouw handen z’n kopje laat hangen en een dramatische sterfscène opvoert, beloof ik nadrukkelijk niet. Sterker nog, ik durf te voorspellen dat dat ook gaat gebeuren als je dagelijks je waterronde maakt. Het blijft gewoon onhandig dat planten niet kunnen zeggen waarom hun bladeren bruine randjes krijgen. Te veel water, te weinig, vinden ze de grond niet lekker? Soms heb je gewoon pech en lukt het gewoon niet. Hoort erbij. Niet te veel over inzitten.
23
Als je er wel voor gaat, als je nu plechtig belooft dat je in de zomer (bijna) elke dag een rondje water geeft, dan beloof ik je dat jouw balkon dit jaar groen blijft. En dat je binnen een paar jaar een weelderig balkon hebt. Met een dakterras en platje heb je mazzel. Dan kun je in regenachtige weken dat rondje gewoon overslaan. Maar schijnt de zon een week flink, dan zal ook de bezitter van de hoge tuin zonder dakje een dagelijkse gietercorvee moeten doen.
1. DE BASIS
25
II. Potten VOOR NERDS: voor iedereen die nog meer van potten wil weten: het materiaal waarvan de pot is gemaakt, heeft wel degelijk invloed op wat er binnenin gebeurt. Poreuze materialen zoals terracotta zorgen er aan de ene kant voor dat water sneller verdampt, wat een nadeel kan zijn, maar aan de andere kant zorgen ze voor meer zuurstof in de aarde. En dat hebben wortels weer nodig om gezond te blijven. NOTE:
I. Grond
in de potgrond zit eten voor de planten, en dat eten gaat ook op. Als een plant een paar jaar in dezelfde grond zit, dan is het goed om eens bij te voeden. Gewoon, met wat Pokon of mestkorrels, of kies voor de arbeidsintensieve methode: verpotten – grotere pot, verse aarde.
Je kunt aan de gang met mestkorrels en met vochtmeters die je in de aarde prikt om in de gaten te houden of de perfecte hydratatie bereikt is. Je kunt zelf compost gaan maken, voor elke plant een verschillende aarde samenstellen met de juiste zuurgraad en het juiste calciumgehalte. Allemaal goed, maar niet noodzakelijk. Wie weet raak je ooit nog zo betoverd door de flora dat je ook met tuiniergadgets in de weer gaat, maar wie gewoon een leuk balkon wil, kan het doen met de zakken potgrond die overal te koop zijn: bij de bloemist, de supermarkt en de grote kluswinkels.
Materialen als metaal en plastic houden het water beter vast, maar laten weer weinig zuurstof door.
Waar een plant in zit, maakt niet veel uit. Ja, in de grond, dat wel. Maar als ie toch in een pot moet, dan kan die pot van alles zijn. De plastic of terracotta plantenbakken uit de winkel zijn altijd goed, maar als jij wilt, is een emmer ook een pot. Of een wijnkoeler, een jampotje, een pan, een leeg olievat of een fietstas. Wat essentieel is: er moeten gaten in zitten. Zonder gaten blijft overtollig water staan, gaan de wortels rotten en begeeft uiteindelijk de hele plant het. Vreemd genoeg worden ook in tuincentra potten en balkonbakken verkocht zonder gaten erin. Heb je zo’n ding aangeschaft, zet dan even de boor erin. Bij plastic bakken kun je zelfs gewoon de punt van de schaar of schroevendraaier er voorzichtig in zetten en even draaien. Maak de gaten niet te groot, maximaal met een diameter van één centimeter. Heb je het eenmaal geregeld met de gaten, dan moet je die weer afdekken om te voorkomen dat de aarde wegstroomt. Je moet er dus voor zorgen dat er wel water uit de pot kan, maar geen brokjes grond waar de plant van moet leven. Vaak gegeven advies: terracotta scherven over de gaten, of wat steentjes. Die houden namelijk niet alleen de aarde in de pot, maar zorgen ook voor een betere vochtregulering. Ze houden vocht vast, als appeltje voor de dorst in droge tijden. Maar voor iedereen die geen terracotta scherven op z’n balkon heeft rondzwerven: leg een gaasje over de gaten heen of een stuk losjes geweven laken of jute. Ook een makkelijke: koffiefilters.
1. DE BASIS
NOTE:
Soms zijn plantjes die je koopt eigenlijk al te groot voor het potje waar ze in zitten en komen de wortels eronderuit. Daardoor krijg je het plantje misschien niet meer uit zijn potje. Probeer in dat geval de wortels te ontknopen, zodat je ze als draden door de gaten kunt trekken. Je kunt de wortels die onder de pot uitkomen ook afknippen. Zorg dan dat je de plant een beetje snoeit als je hem in een grotere pot hebt gezet, zodat het aandeel wortel en plant in proportie blijft.
26
Voor mensen met een dakterras: met scherven of steentjes over de gaten worden de potten ook wat zwaarder, zodat ze minder gemakkelijk omwaaien. Je kunt de potten ook verzwaren met wat grote stenen onderin. Zorg dan wel dat het water nog weg kan en dat de plant genoeg ruimte heeft voor de wortels. Misschien moet je in dat geval een iets grotere pot nemen voor de plant.
III. Plant in pot Kies een pot die wat groter is dan het potje waarin je de plant koopt. Giet eerst een laag aarde op de bodem van de pot, zodat de wortels in een fijn bedje terechtkomen. De bedoeling is dat de aarde tot ongeveer een centimeter onder de rand komt, dus kien uit hoeveel aarde je op de bodem van de pot moet gieten. Haal dan de plant uit het verkooppotje. Voorzichtig, trek niet hard aan de blaadjes. Pak de plant dicht bij de wortel vast en wrik hem er zo rustig uit. Zet vervolgens de plant op de laag aarde in zijn nieuwe pot en vul verder met aarde, tot die centimeter onder de rand. Zo kun je je plant nog water geven zonder dat er van alles uit de pot klotst. Druk de aarde een beetje aan en geef de plant meteen een fikse plens water. Om hem echt lekker te laten thuiskomen zet je de pot in de wasbak met een paar centimeter water erin. Dan kan de aarde in de pot genoeg water omhoog trekken en de plant goed settelen.
1. DE BASIS
29
IV. Water geven Krijgen planten niet genoeg water, dan worden ze eerst slap, dan bruin en niet veel later gaan ze dood. En als die planten onder het balkon van de bovenburen staan, dan ben jij de enige die voor dat water zorgt of die een plantenoppas regelt. De ene plant drinkt veel, de andere minder. Allemaal drinken ze meer als het warm is, en helemaal als het warm ĂŠn droog is. De meeste planten die in potten zitten, hebben in de zomer elke dag water nodig. Het water in de aarde in de potten verdampt snel, en de planten kunnen niet met hun wortels water van meters verderop halen, zoals hun soortgenoten op de grond. Probeer er dus een gewoonte van te maken om in de zomer elke dag de planten water te geven. In de lente en herfst volstaat eens per week en in de winter hoef je bijna geen water te geven. Doe je ronde met de gieter bij voorkeur na zonsondergang of in elk geval als de zon van het balkon verdwenen is. Water verdampt namelijk snel als de zon erop staat, en dan krijgt de plant dus ook minder te drinken. Kijk als je een plant koopt goed op het labeltje zodat je weet hoeveel water hij nodig heeft. Een cactus gedijt juist goed in droge grond, andere planten moet je juist extra te drinken geven. Als de aarde in de pot heel droog geworden is, kan het gebeuren dat een plens water er zo doorheen zakt zonder dat de aarde iets van vocht heeft opgenomen. Als de plant wel veel water nodig heeft, kun je de plant (gewoon inclusief pot) een minuut of tien laten soppen in een afwasbak of een grote emmer, zodat de uitgedroogde aarde weer vocht gaat opnemen.
1. DE BASIS
31
V. Juiste Plek
IN DIT BOEKJE
staat bij elke plant waar hij graag staat en of hij veel water nodig heeft. Maar er zijn nog heel veel meer planten te krijgen dan in dit boekje staan. Let voordat je een nieuwe balkonmakker koopt in elk geval altijd op de instructies op het label om te zien of de plant wel geschikt is voor jouw hoge tuintje.
Misschien nog belangrijker dan voor het plantenwelzijn is het volgende advies voor jouw zelfvertrouwen en tuinierplezier: zorg dat je planten op de plek zet waar ze van houden. Komt op jouw balkon nooit een zonnestraal, koop dan geen planten die niet zonder zon kunnen. Heb je een heet balkon op het zuiden, zet je hoge tuintje dan niet vol met planten die liever op een meer beschutte plek staan, zoals varens en hosta’s. Het kan helpen om te bedenken waar planten in de natuur groeien. Oké, van de meeste heb je misschien geen idee, maar van rozemarijn kun je wel vermoeden dat ie in het hete zuiden van Frankrijk groeit. Daar regent het vast niet vaak, maar schijnt wel veel zon. Varens wonen vaak in het bos, onder de bomen die alle zon wegnemen… schaduw dus.
VI. Uitgebloeide bloemen De dorre bloemetjes verwijderen doe je natuurlijk omdat het lelijk staat. Dood en verderf in je hoge tuintje is nooit goed. Maar door de bloemetjes te verwijderen vergroot je ook de kans op nieuwe bloemen. Want in de verdorde bloem worden vaak zaden gevormd en dat kost veel energie, die beter kan gaan naar het produceren van nieuwe bloemen. Bovendien: de plant wil zich voortplanten, dus als het niet lukt met die zaden, blijft hij zijn best doen om nieuwe zaden te maken, en daarvoor moeten er eerst nieuwe bloemen komen. Plant gefopt, jij blij.
2. WEGWERPPLANTEN
33
Als je de bloem verwijdert, doe dat dan met steeltje en al, tot de plek waar het bloemsteeltje een ander steeltje ontmoet. Bij sommige planten kan op die plek een nieuw steeltje ontstaan, of zelfs meerdere steeltjes. Als je toch bezig bent: ruim ook gevallen blaadjes en bloemetjes op die onder de plant op de aarde liggen. Het is belangrijk dat er lucht bij de grond kan.
VII. Verpotten Vaste planten moeten eens in de paar jaar verpot worden om te verhuizen naar een grotere plek en naar verse aarde met nieuw voedsel. Aan de wortels kun je zien wanneer dit nodig is. Als de wortels boven de grond uit beginnen te komen of uit de gaten onder in de pot, wordt het tijd voor meer ruimte. Geef de plant een pot die twee maten groter is dan de vorige, of zo’n vijf centimeter groter qua diameter en diepte. Haal de plant voorzichtig uit de pot. Als de wortels eronderuit hangen, haal ze dan voorzichtig uit de klit of snijd ze af. Schud de aarde van de kluit en maak de wortels een beetje los van elkaar als het wortelgestel een draaikolk is geworden. Wil je niet dat de plant groter wordt, snijd of knip dan maximaal een derde van de wortels af. Op die manier zal de plant eerst gaan werken aan een gezond wortelgestel en niet meer groeien. Zorg wel dat je de plant ook wat snoeit, zodat wortels en plant in proportie blijven. Vul de nieuwe pot met nieuwe aarde en geef goed water. Voor verpotten geldt: doe het in een periode dat de plant niet hard groeit en bloeit. Zo’n overplaatsing is heftig genoeg, daar moet een plant van bijkomen. In de meeste gevallen geldt: verpot in het najaar.
1. DE BASIS
35
VIII. Stekken Sommige planten kun je zelf makkelijk vermenigvuldigen. Het enige wat je hoeft te doen, is een stengel afbreken en die in de aarde zetten. Je breekt dus een stukje af van een plant, dat vervolgens weer uitgroeit tot een plant. Zo kun je van een Pelargonium (die je kent als geranium) gemakkelijk vijf Pelargoniums maken – kost je niks. Ook voor dit stekken geldt: de tuinierfanaten hebben allerlei moeilijke methodes, speciaal stekgereedschap, stekpoeder om de stengel in te dopen, speciale aarde om de stekjes in te laten wortelen en speciale kassen om de stekjes in op te kweken. Dat kun je allemaal gaan kopen en doen als je daar ooit aan toe bent. Je kunt het er ook gewoon op gokken: stengeltje in de aarde prikken en kijken of het gaat groeien of afsterft. Je hebt vast wel een keer mazzel. Een paar planten die gemakkelijk te stekken zijn, zijn Pelargonium, munt en lavendel. Het beste moment om te stekken verschilt per plant, maar het kan meestal het hele jaar door, behalve in de winter. Het einde van de zomer is vaak een lekker stekmoment. Belangrijk is dat de plant waarvan je stekt gezond is. De stengel die je gebruikt, mag niet te lang zijn, zeg vijf à tien centimeter. Je moet de stengel met een scherp mes of een scherpe schaar van de moederplant halen, zodat de plek waar de wortels uit moeten groeien mooi glad en sappig is en niet rafelig. Zorg ervoor dat je het met een schoon mes doet, zodat er geen kans is dat je de nieuwe plant meteen met ziektes opzadelt. Je wisselt zelf ten slotte ook geen levenssappen uit met Jan en Alleman.
1. DE BASIS
Je snijdt de stek af net onder een blad of een bladerpaar. Verwijder die blaadjes, want dat deel gaat de grond in. Snijd de top van de stek weg boven het laatste blad of bladpaar. Wacht met planten totdat de stek gestopt is met ‘bloeden’, als hij dit doet.
36
Ga niet met de kwetsbare stek in de aarde boren, maar zorg voor een klein gaatje dat je hebt gemaakt met een potlood of een Japans eetstokje en laat daar de stek in zakken. Druk de grond rondom de stek licht aan en geef water. Zorg ook dat het potje waar
1. DE BASIS
je de stek in doet goed schoon is voordat je er aarde in doet. Stekjes zijn baby’s, dus snel ziek. Stekjes in een klein potje zetten geeft iets meer kans op succes dan ze in een grote bak planten. Daar kun je ze alsnog naartoe verhuizen als ze veel wortels hebben
37
aangemaakt, maar dat kost minstens drie weken. Een andere methode is om de stek eerst een week of langer in een potje water te zetten om hem daar te laten wortelen. Zodra er een paar wortels zijn, kan de stek in een potje aarde om verder te groeien.
Geen tuin en geen ervaring, maar toch het verlangen naar groene oase een midden in de stad? Het is mogelijk, ook al heb je ‘slechts’ een dakterras, balkon of vensterbank. Liedewij Loorbach ging op zoek naar een boekje dat vertelt hoe je een smal balkon van twee meter breed tot een paradijsje maakt. Niet gevonden. Wel boeken voor mensen met enorme tuinen, maar niet voor kleine stadsbalkonnetjes op het noorden, voor Franse balkonnetjes, voor een platje van twee vierkante meter geteisterd door duiven. Dus besloot ze het zelf maar te schrijven. Het resultaat is deze hippe groene gids zonder vakjargon maar vol bruikbare adviezen en prikkelende tips zoals info over de hallucinerende werking van klimmende winde.
ISBN 978-90-215-4757-2
NUR 423 Kosmos Uitgevers, Utrecht/Antwerpen