De merkwaardige identiteit van Oostburg

Page 1

GERARD VAN KEKEN

DE MERKWAARDIGE IDENTITEIT VAN OOSTBURG


2


INTRO In de zomer van 2011 werd ik mede naar aanleiding van mijn proefschrift ‘De constructie van regionale identiteit: Zeeland’ (http://www.citymarketingonline. nl/2011/04/07/proefschrift-de-constructie-van-regionale-identiteit-zeeland/) gevraagd om onderzoek te doen naar de identiteit van Oostburg. Bij dergelijk onderzoek zijn meestal mijn vertrekpunten de inwoners (van Oostburg), hun ‘beelden en emoties’, naast stappen als het lezen van boeken over (de geschiedenis van) Oostburg, je ogen en oren goed de kost en te luister leggen en creatief zijn. Zo vroeg ik onder andere aan de Oostburgers te fotograferen wat zij het meest en minst onderscheidend vonden aan Oostburg, het waarom daarvan en hun gevoel daarbij. In deze bijdrage een verslag van een aantal conclusies en beelden uit het onderzoek in combinatie met blogverslagen van mijn ervaringen binnen het project ‘Krot of Kans’. Want via mijn onderzoek was ik in contact gekomen met Petra de Braal en het project ‘Krot of Kans’, waardoor ik in de gelegenheid werd gesteld om een weekje te verblijven in de woning aan de Noordwal. In die week schreef ik vijf blogs over mijn gedachten over, en observaties in Oostburg. Deze vijf blogs worden afgewisseld met beelden van (of door) Oostburg(ers)en conclusies uit het onderzoek. Eén van de vragen waar ik al meerdere keren mijn gedachten over had laten gaan, was het onderwerp van blog 1: Blog 1: OOSTBURG, EEN ‘NON-PLACE’, EEN PLAATS ZONDER EIGEN IDENTITEIT? Krimp. Een krámpachtig woord dat rondzoemt in Zeeuwsch-Vlaanderen, Zeeland en nog enkele andere perifere regio’s in Nederland, die wat minder perifeer zijn als je er op een andere manier naar kijkt. Krimp, is dat niet iets waar we eigenlijk allemaal mee te maken gaan krijgen, als we bedenken dat het niet altijd maar meer hoeft te zijn. Dat hebben de krimpdeskundigen ook bedacht, toen ze de slogan bedachten, van meer naar beter. Alsof beter dus vroeger geen optie was, maar dat terzijde. Krimp, zou dat nu ook gaan gelden voor Nederlanders? Want de afgelopen decennia zijn wij Nederlanders steeds langer geworden, o.a. door de toenemende welvaart en ‘meer’ eten. Ook boven Oostburg zou het zwaard van krimp hangen. Gesloopt zou er moeten worden. Jaren is er gebouwd, maar nu mag de slopershamer de beuk erin gooien. Eigenlijk is dat misschien wel logisch als je de plannen ziet van duizenden woningen die enkele kilometers verderop aan de kust verrijzen. Het kan immers niet overal feest zijn. Aan de kust is blijkbaar nog steeds de slogan: ‘meer’, ‘meer’, ‘meer’. Voor Oostburg heeft men plannen bedacht om de stad (want dat is het)

3


aantrekkelijk te maken. Dat plan heet ‘Aantrekkelijk Oostburg’. Dat impliceert dus dat Oostburg op dit moment niet zo aantrekkelijk zou zijn. De identiteit van Oostburg. Menigeen heeft zijn oordeel over Oostburg al klaar: Oostburg heeft geen identiteit. Als Oostburg geen identiteit zou hebben, dan zou het een zogenaamde ‘’non-place’ zijn, een plaatsloze plek. Een plek zonder een eigen smoel, Plaatsloosheid? zonder identiteit. Plaatsloosheid werd in 1976 geïntroduceerd door de geograaf Relph die zich zorgen maakte over de toenemende plaatsloosheid, de toenemende homogenisering van culturen, (stads)landschappen, oppervlakkigheid, gebrek aan onderscheidend vermogen. Volgens Relph werd het toen al steeds minder mogelijk om het gevoel van plekken te ervaren. En over dat gevoel van Oostburg, of mensen zich wel of niet verbonden voelen met Oostburg, waar mensen bezoekers mee naar toe zouden nemen in Oostburg, daar richt het onderzoek zich op. Wat fotograferen mensen als onderscheidend voor Oostburg en wat vinden zij lelijk? Dat alles is mede de reden om ook eens een poosje op de Noordwal in Oostburg te wonen. Tijdelijk, wat toch weer heel anders is dan er permanent wonen. Maar verblijven in Zeeuwsch-Vlaanderen, dat landje apart, is eigenlijk nooit echt een straf. Integendeel. Blog 2: ZIELLOOS Een interessante plek om je bespiegelingen over Oostburg te beginnen, is de plek waar we uiteindelijk allemaal zullen eindigen: het kerkhof. Tegenwoordig heeft men zelfs een naam voor deze vorm van ‘vermaak’: funerair toerisme. Weliswaar een nichemarkt, maar toch. U zult namelijk versteld staan van het aantal mensen dat op vakantie een wandelingetje maakt over een kerkhof. Voor sommige mensen is het zelfs het belangrijkste doel van een vakantie: het graf bezoeken van …….. Wellicht heeft u weleens gehoord van Cimitière du Père-Lachaise. Daar ligt menige beroemdheid: Chopin, Honoré de Balzac, Karel Appel, Edith

4


Piaf, Jim Morrison. Een bekend kerkhof in Nederland is Zorgvlied in Amstelveen, waar ze zelfs een marketingslogan voor bedacht hebben: ‘een oase voor de ziel’. Hier liggen bijvoorbeeld de vorig jaar overleden Harry Mulisch, Ramses Shaffy, Annie M.G. Schmidt. Naast het bezoeken van graven van beroemdheden, is het prachtig om te flaneren over begraafplaatsen vanwege de stilte, de pracht en praal van graven, de grafschriften, liefdesverklaringen, ellende en regionale namen. Een toeristische tip in dit opzicht: bezoekt u eens wat kerkjes en begraafplaatsen in Friesland en Groningen. Dat zijn echt oases voor de ziel. Opmerkelijk is overigens dat het kerkhof in Oostburg naast de gemeentelijke reinigingsplaats ligt, waar je onder andere grof huisvuil en chemisch afval kunt brengen. Je zal maar de verkeerde inrit nemen. Op dat kerkhof in Oostburg ligt onder andere ene kolonel Ledel (1776 – 1835). Dat wij in Nederland soms niet te veel aan heldenverering doen, wordt duidelijk als je het graf van Kolonol Ledel bezoekt. Wat ligt dat er toch krakkemikkig bij, niet bepaald een held waardig. Want een held dat was hij. Kolonel Ledel kreeg in 1830 namelijk het commando over West Zeeuwsch-Vlaanderen en verdedigde het gebied tegen de Belgen. Of had konolel Ledel dat beter niet kunnen doen, zodat Zeeuwsch-Vlaanderen onderdeel geweest zou zijn van Vlaanderen. Iemand in Zeeuwsch-Vlaanderen vertelde mij dat ik dat verkeerd zag, toen ik dat naar voren bracht. Als Zeeuwsch-Vlaanderen onderdeel van Vlaanderen geweest zou zijn, dan zou de Westerschelde oever van Antwerpen tot Zeebrugge compleet geïndustrialiseerd zijn. Net zoals de Belgen hun Noordzeekust compleet getoeristificieerd hebben, en niet op de meest geweldige manier. Niettemin heeft Oostburg kolonel Ledel wel geëerd: het Ledeltheater en het Ledelplein zijn genoemd naar de kolonel. Maar zijn graf verdient beter. Zielloos ligt hij op kerkhof. Zielloos, een woord dat ook van toepassing is op Oostburg?

Het graf van kolonel Ledel

5


ONDERZOEKSRESULTATEN: WAT VINDEN OOSTBURGERS VAN OOSTBURG? Twee belangrijke vragen in het onderzoek waren: ´Wat vinden Oostburgenaren onderscheidend aan hun eigen stad?´ en ´Wat vinden zij storend aan hun stad? De opdracht in het onderzoek van 2011 was om dat te fotograferen, het bijbehorende gevoel daarbij te beschrijven en het waarom dat ‘op de gevoelige plaat’ vastgelegd moest worden. Dit als onderdeel van een vragenlijst die inzicht moest geven in de identiteit van Oostburg. Misschien lijkt het enigszins vreemd om deze vragen te stellen aan eigen inwoners, omdat het meestal bezoekers/toeristen in een vreemde stad zijn, die fotograferen wat zij opvallend of mooi vinden. Maar de eerdergenoemde opdrachten verstrekken aan eigen inwoners dwingt hen na te denken over hun eigen stad. In totaal werden er 150 foto´s ingestuurd, zodat er als het ware twee fotoalbums gemaakt konden waren: een album met prachtige foto’s die inzichtelijk maken wat men onderscheidend vindt aan Oostburg, en een album met uitdagingen voor Oostburg. Om met het laatste te beginnen, kan gesteld worden dat de Oostburgenaren redelijk eensgezind zijn over de uitdagingen voor hun stad. Een deel van de uitdagingen heeft namelijk vooral betrekking op het centrum van de stad. Zo toonden diverse ingestuurde foto’s aan dat de aantrekkelijkheid van het centrum van Oostburg versterkt en vergroot moet worden. Het zijn foto’s van lege pleinen, grijze betonnen elementen, leegstaande panden, verkeers- en parkeerproblemen die Oostburgenaren negatieve gevoelens bezorgen. Beelden die vragen om oplossingen, die op het eerste gezicht simpel lijken, maar dikwijls wat gecompliceerder in elkaar zitten. Over beelden die Oostburg onderscheidend maken zijn Oostburgenaren redelijk eensgezind: de watertoren en het natuurgebied het Groote Gat. Over het eerste wordt opgemerkt dat wanneer je de watertoren ziet, dan weet je dat je thuis bent. Het is het gezicht van Oostburg, iets unieks, van verre te zien. Het is blikvanger van de stad als je binnenrijdt. Bijzonder door de druppels van Johnny Beerens. Het natuurgebied het Groote Gat wordt door de Oostburgenaren omschreven als een uniek stukje Oostburg dat vanuit de kern intensief Het Oostburggevoel

6


beleefd kan worden. Het is natuur, het is ruimte, het landelijke, een aparte plek in Oostburg waar te weinig aandacht voor is. Samen staan het Groote Gat en de watertoren voor het Oostburggevoel. Een overall conclusie van het onderzoek is het grote contrast in Oostburg tussen groen en grijs, tussen het buitengebied en het centrum. Oostburg is een stad in het platteland, omringd door groen, terwijl het centrum nu teveel steen is. Stad en platteland zouden meer met elkaar verbonden moeten worden, zoals dat bijvoorbeeld zou kunnen tussen het Groote Gat en de kern van Oostburg. De vlonderbrug die in het najaar van 2012 wordt aangelegd, maakt het mogelijk om een rondje Groote Gat te maken. Het vergroot de aantrekkingskracht van de stad, voor zowel bezoekers als inwoners en maakt een belangrijke parel van Oostburg zichtbaar en beleefbaar. Ook het vergroenen van het centrum zou in belangrijke mate kunnen bijdragen aan het versterken van de aantrekkelijkheid. Blog 3: A SPACE THAT DOES NOT ATTRACT PEOPLE Menigeen is geneigd Oostburg te karakteriseren als een plek zonder een eigen identiteit, als het ware zielloos. Ik kan me dat wel voorstellen als je het zet naast de steden met bijvoorbeeld een historisch centrum of steden met iconische gebouwen. Dat is niet altijd zo geweest. Je wordt vanzelf nostalgisch als je de foto’s van Oostburg in vroeger tijden ziet. In de tijd voor de Tweede Wereldoorlog was Oostburg een prachtige stad. De oorlog heeft de stad definitief verminkt en veel leed aangedaan. Het lijkt wel of de buitenwereld dat niet hoeft te weten, want het is bijna alleen zichtbaar aan de architectuur van de wederopbouw. En je moet bijna architectuur of kunstgeschiedenis gestudeerd hebben om deze architectuur van de wederopbouw mooi te vinden. Ik zou bijna een Cruyffiaanse versie maken van ´je gaat het pas zien als je het doorhebt´. ´Je gaat het pas mooi vinden als je architectuur of kunstgeschiedenis gestudeerd hebt´. En aangezien het geen grote aantallen zijn die dat studeren, blijft de waardering voor deze architectuur wellicht ondergewaardeerd. Blijft staan dat het huidige centrum nogal sfeerloos, karakterloos, versteend en kil is. De publieke ruimten zijn nauwelijks gezellig te noemen. Dat vind ik niet alleen, maar dat vindt ook een groot deel van de inwoners van Oostburg zelf. Een deel van deze inwoners heb ik een vragenlijst voorgelegd met tal van vragen over wat zij nou van Oostburg vinden. Ook heb ik hen een foto-opdracht meegegeven. Fotografeer wat u bijzonder vindt in Oostburg en wat u lelijk vindt. Het resultaat is een foto-album met prachtige plaatjes van Oostburg én een album met tal van lelijke plekken, veel steen en beton, leegstand, hier en

7


daar verpaupering. Oostburgers hebben wel degelijk een aantal zaken waar zij trots op zijn. En dat zijn voor mij kernelementen van hun eigen identiteit, die dus bij nader inzien wel degelijk inhoud heeft. Daarover meer in een latere blog. Nog even iets over de makers van lelijke publieke ruimten. Ik moet dan namelijk altijd denken aan een van de mentoren van het Project for Public Spaces (www.pps.org), William H. Whyte die daarover een aantal uitspraken deed, die klinken als een klok: ‘It’s hard to create a space

Contrast tussen stad en platteland

that will not attract people, what is remarkable, is how often this has been accomplished’. En iedereen kent uit zijn eigen omgeving of herinnering wel plekken waar dat voor geldt. Ik denk dan altijd hoe is het toch mogelijk dat historische binnensteden toch bijna altijd per definitie sfeervol, gezellig en karakteristiek ogen. En dat is dan wel gemaakt door mensen die honderden jaren geleden leefden en veel minder technische mogelijkheden hadden. Of is de belangrijkste reden dan we toen geen auto’s hadden en de menselijke maat leidend was? Overigens hoorde ik vandaag dat een stad als Oostburg, misschien wat minder karakter- en sfeervol dan andere dorpen, per week maar liefst 20.000 bezoekers trekt. Vooral door zijn voorzieningenniveau: winkels, ziekenhuis, zwembad, theater, gemeentehuis, bibliotheek. Dus misschien ‘a space that does not attract people, but certainly a place where people come’ !!!

8


Blog 4: EEN VAN DE VERLEIDINGEN VAN OOSTBURG Sfeerloos, karakterloos, zielloos Oostburg? Misschien op het eerste gezicht, misschien ook wel een beetje waar. Maar…..elke plek, elke plaats heeft zijn eigen identiteit, zijn EIGEN-AARDIGHEDEN en dus wel degelijk een bepaald karakter en sfeer. Ook Oostburg. Identiteit is ook geen vaststaand iets, dat onveranderlijk is; het is eerder liquide, een vloeibaar fenomeen, dat voortdurend verandert, soms snel, soms wat langzamer. Elke plaats heeft zijn geschiedenis, zijn eigen cultuur en niet op de laatste plaats, mensen die er wonen. Zij maken de geschiedenis en hun toekomst. Zonder mensen geen verhalen, tradities, rituelen, symbolen, kortom geen cultuur. In de ingevulde vragenlijsten brengen vele inwoners de eenhoorn van Oostburg naar voren als een belangrijk symbool van de stad. Op de vraag naar het waarom geeft echter slechts een enkeling een antwoord. Eigenlijk heeft men geen idee waar het symbool van de eenhoorn vandaan komt. Waarom is Oostburg de stad van de eenhoorn? De eenhoorn kent iedereen wel als een mythologisch dier dat opdoemt in legenden en sprookjes. En eigenlijk weten we niet goed of ze nu echt bestaan of niet. Alleen de naam alleen al: eenhoorn, prachtig toch? De oud-gemeentesecretaris van Oostburg, dhr. M.A. Aalbregtse heeft in 1963 een alleraardigst boekje geschreven over de eenhoorn in Oostburg. Want als je goed kijkt in Oostburg, soms moet je zelfs zoeken, dan is de eenhoorn op tal van plekken te vinden: restaurant de eenhoorn met zijn metalen uithangbord van de eenhoorn, het bronzen beeld de eenhoorn dat ook nog eens te zien is in het Eenhoornplantsoen. Wat een schitterende naam: het Eenhoornplantsoen. Ik fantaseer dan direct dat ik best graag zou willen wonen in het Eenhoornplantsoen. Stel je voor als je dat op een envelop mag schrijven (ja sorry ik ben soms ietwat ouderwets, ‘enveloppen’). Maar ik moet wel eerlijk zijn: niet dat eenhoornplantsoen in Oostburg; het plantsoen zou hier eigenlijk geen plantsoen mogen heten. Het is een kil, stenen plein. Jammer. Nog meer eenhoorn: Er is het sportcomplex de Eenhoorn. De eenhoorn is zichtbaar op borden als je de stad binnen rijdt, er zijn metershoge palen met de eenhoorn op de top. De eenhoorn is afgebeeld op gele driehoekvlaggen in de stad en er is zelfs de Eenhoornkrant. En toch is op een of andere manier die eenhoorn niet echt dominant aanwezig. Je kunt ook nergens te weten komen waar het verhaal van de eenhoorn in Oostburg nu eigenlijk vandaan komt. Er is geen informatie(bord) te vinden, behalve in een boekje uit de bibliotheek uit 1963. En dan blijkt dat de eenhoorn in Oostburg zijn oorsprong heeft in een herberg ‘de Eenhoorn’. Vanaf 1713 was het de naam van een herberg in Oostburg, verbeeld op een groot bord op de voorgevel. En men noemde in die tijd

9


de herberg waarschijnlijk de Eenhoorn (zoals dat wel op meer plaatsen gebeurde) omdat er geneeskracht werd toegedicht aan de eenhoorn. Dat geschiedde soms ook met apotheken. De naam dient dan als een verborgen verleider.

Het

Dit zou dus kunnen inhouden dat Oostburg in 2013 de Eenhoornfeesten zou kunnen organiseren. Maar dan wel met een grotere en nadrukkelijkere aanwezigheid van de Eenhoornplantsoen in 1963 eenhoorn tot nu toe. En zowel de bevolking als de bezoekers zouden verleid kunnen worden met evenementen en verhalen over de eenhoorn. Via verborgen (en openbare) verleiding.

IDENTITEITSVERSTERKEND: UNIEKE EVENEMENTEN VOOR OOSTBURG Interessant al die onderzoeksresultaten over Oostburg, zult u misschien denken. Leuk, al die foto’s over wat er onderscheidend is in de stad en jammer van al die minder mooie plekken, hoewel die beschouwd moeten worden als een uitdaging. Boeiend, dat Oostburg-gevoel met betrekking tot de watertoren en het Groote Gat. Maar…, en dat is dikwijls een terechte vraag, wat kun je nu doen met al die foto’s, gevoelens en kennis? Ze bieden aanknopingspunten om Oostburg aantrekkelijker te maken, onder andere door middel van evenementen. Evenementen die een verbinding leggen met de identiteit van Oostburg, haar uniciteit en onderscheidend vermogen, bijdragen aan de positionering en profilering van de stad en de sociale cohesie versterken. Het natuurgebied het Groote Gat is één van de plekken in Oostburg waar menigeen trots op is. Het is onderdeel van het Oostburg-gevoel zoals dat eerder bij de onderzoeksresultaten is geschetst. In 2013 wordt een vlonderbrug aangelegd waardoor het rondje Groote Gat gelopen kan worden. Dit wordt aangegrepen om daar in 2013 een picknick te organiseren waar alle Oostburgers voor uitgenodigd worden. Het Zeeuwse Landschap, Dienst Landelijk Gebied en de Provincie Zeeland en diverse culturele verenigingen uit Oostburg gaan proberen er een geweldig feest van te maken. Het rondje Groote Gat moet maken dat de natuur en het centrum

10


sterker met elkaar verbonden worden. Oostburgers kunnen weer een stukje trotser op hun stad worden. Iets van een heel ander kaliber, is het feit dat er uit 1697 de eerste geschreven bewijzen zijn van aardappelteelt in Nederland, uit inderdaad: Oostburg. Tot op de dag van vandaag worden er in de regio nog steeds veel aardappels geteeld. Voldoende reden om iets met de aardappel in Oostburg te doen. Dat kreeg nog eens een extra zetje, toen in maart 2012 bekend werd dat de Week van de Smaak dit jaar in het teken van de aardappel staat (www.weekvandesmaak.nl). Op zo’n moment moet je als stad claimen dat je dÊ stad van de aardappel bent, gelegen aan het eind of het begin van het pieperpad (www.pieperpad.nl). In Augustus 2012 werd de verkiezing van de Zeeuwse held van de smaak in Oostburg georganiseerd. Van 29 september tot en met 7 oktober 2012 werd in de landelijke week van de smaak met diverse (horeca-)ondernemers, de stadsraad, tal van vrijwilligers en de basisscholen het eerste aardappelfestival in Oostburg georganiseerd. Om te laten zien hoe een gewoon product best bijzonder kan zijn. Het aardappelfestival bestond uit een culturele avond rond de aardappeleters, kookworkshops, poppenkastvoorstellingen, een nostalgische middag, lezingen en uiteraard proeven van heerlijke aardappelgerechtjes.

Aardappelfestival: Kookworkshops en poppenkastvoorstellingen

11


Blog 5: DE GROEIENDE STENEN VAN OOSTBURG EN HET GROOTE GAT In een boekje van de oud secretaris van Oostburg dhr. Aalbregtse (1972; Herbouwd Oostburg) was mijn aandacht al getrokken door de zogenaamde groeiende stenen. De oplettende bloglezer zou denken dat we het hier hebben over een metafoor voor de oprukkende verstening van Oostburg. Dat zou toepasselijk kunnen zijn, maar dit keer is de realiteit nog mooier en boeiender. De inwoners van Oostburg hebben namelijk een groot geheim, Er komen dus ongeveer 20.000 bezoekers per week. Maar er is bijna Groeiende stenen in het Groote Gat geen bezoeker die het geheim kan, wil of mag ontdekken. Het geheim heet het natuurgebied het Groote Gat en in dat gat lagen en liggen nog steeds de groeiende stenen. Nog even terug naar de ingevulde vragenlijsten en ingestuurde foto’s uit het onderzoek dat ik deed in Oostburg. Even heel simpel gesteld: inwoners tonen op hun lelijke foto’s het versteende centrum van Oostburg, de andere groeiende stenen dus. Maar onder hun bijzondere foto’s zijn er vele foto’s te vinden van het natuurgebied/de kreek het Groote Gat. Dat is waar men trots op is. Dat is hun geheim. De stad ligt eigenlijk met zijn rug naar het Groote Gat. Vreemd. Net zoals vele steden in Nederland met hun rug naar de rivier liggen. Toegankelijk is het natuurgebied ook niet echt; een wandelingetje of een rondje eromheen fietsen is als een hindernisbaan. Maar dat gaat veranderen. Volgend jaar komt er een brug over het Groote Gat zodat men, inwoners en bezoekers, een rondje Groote Gat kunnen maken via verbeterde paden. Er zijn dromers die daar al jaren voor strijden. En dan zou het voor die inwoners en bezoekers leuk zijn om ook nog eens een extra reden te hebben dat Groote Gat te bezoeken En die reden zou wel eens kunnen liggen in de groeiende stenen van Oostburg. Ook enkele inwoners wezen in de vragenlijsten op de groeiende stenen. Deze week mocht ik zelfs twee keer aanleggen, met mijn fototoestel dan. Een keer om een prachtexemplaar te

12


fotograferen. Maar dat was nog niks vergeleken bij waar de eigenaar van de steen mij naar verwees: een vrouw met tal van groeiende stenen in haar tuin die dienden als een soort Mariakapelletje. Aalbregtse schrijft over de groeiende stenen dat het voor Europa een uniek verschijnsel is. De stenen worden gevormd door bryozoën of mosdiertjes die een klein huisje van kalk bouwen. Het is een biologisch proces dat bloemkoolachtige stenen oplevert, en dat vooral gedijt in brak water. Aalbregtse noemt het zelfs koraalbrokken. Oostburg heeft dus koraal !!!! Wie zou er nou geen groeiende stenen willen zien? Ofwel in het centrum van Oostburg dan wel in het Groote Gat. Oostburg en het verhaal van de groeiende stenen. Het klinkt als de nieuwe Suske en Wiske.

TOT SLOT: PARADOXEN IN OOSTBURG Onderzoek naar de identiteit van Oostburg, de blogs gedurende het verblijf in Oostburg leidt tot een aantal paradoxen. Zo is de eerste paradox ‘Krot of Kans’. Een cruciale vraag als het gaat om de woning aan de Noordwal. Is dit gezien de kwaliteit van de woning een krot? Of moet het gezien de lage prijs juist niet eerder gezien worden als een kans? Mijn opvatting is dat de woning niet alleen op zich bekeken moet worden, maar in relatie tot zijn straat, buurt, Oostburg als geheel, (West-) Zeeuws-Vlaanderen en Zeeland. De tweede paradox is of je plannen nu met of zonder bewoners moet maken? Zijn zij nou juist bij uitstek deskundig of moeten we dat vooral overlaten aan de echte DESK-undigen? De derde paradox is of Oostburg zielloos of aantrekkelijk is. Er komen twintigduizend bezoekers per week naar Oostburg. Omdat de stad zo aantrekkelijk is of zit die aantrekkelijkheid in andere zaken. Of is dat allemaal vooral functioneel en zielloos? Mijn mening is dat elke stad een geschiedenis heeft, zijn verhalen, zijn eigen cultuur en last but not least ‘inwoners’. Pas als bewoners ontbreken ontstaat letterlijk en figuurlijk een zielloze stad. De vierde paradox is of er nu sprake is van een toename of teruggang van woningen. De komende jaren worden er nog duizenden woningen aan de Zeeuws-Vlaamse kust gebouwd. Tegelijkertijd zouden er honderden woningen in de dorpen en steden moeten verdwijnen. Hoezo krimp? Een vreemde situatie.

13


De vijfde paradox is het vreemde gevoel dat je bekruipt wanneer je een week lang een tijdelijke bewoner in een huis bent. Aan de ene kant wil je van alles weten hoe de straat en buurt in elkaar zit. Maar dat geeft je al gauw het gevoel nieuwsgierig te zijn, een voyeur bijna. Aan de andere kant wil je dat juist niet en past je vooral bescheidenheid en kun je slechts observeren. Ten allen tijde ben je een soort intrigant. De zesde paradox is tevens ĂŠĂŠn van mijn belangrijkste slotconclusies. Ligt de toekomst van Oostburg en (West-)Zeeuws-Vlaanderen nu noordelijk of zuidwaarts. Mijn mening als import-Zeeuw en buutendieker is dat ondanks het feit dat de grenzen jaren geleden al zijn afgeschaft, ze nog steeds een belangrijke Oostburg zijn. Naar mijn mening ligt de toekomst van ZeeuwsVlaanderen veel meer in Vlaanderen, dan noordwaarts. Toch zijn de (culturele) verschillen met Vlaanderen ook vandaag de dag nog steeds erg groot. En daar liggen de grootste toekomstige uitdagingen. Verbindingen zoeken en bouwen met Vlaanderen.

14


WIE IS GERARD VAN KEKEN EN ZIJN MERKWAARDIGE IDENTITEIT? Gerard van Keken heeft 25 jaar ervaring als onderzoeker, adviseur, projectmanager, evenementenorganisator, freelance docent- en cursusleider, en zelfstandig ondernemer. Na vijf jaar gewerkt te hebben als onderzoeker/adviseur bij Advies- en onderzoeksgroep Beke te Arnhem en tien jaar als projectmanager bij het Bureau voor Toerisme Zeeland, is hij inmiddels al meerdere jaren werkzaam als zelfstandig ondernemer met de veelzeggende naam ‘Merkwaardige Identiteit’. Ook is hij werkzaam als initiator en projectmanager van de stichting Smaek van Zeêland die culinaire en culturele evenementen organiseert rond het Zeeuwse streekproduct in de breedste zin van het woord. Gerard is ook mede-initiatiefnemer van www. placebrandz, dat inmiddels al weer enkele jaren aan de weg timmert. Daarnaast werkt hij geregeld als parttime docent toerisme en onderzoek op o.a. de Nationale Hogeschool voor Toerisme en Verkeer, de Hogeschool Zeeland, de Hotelschool in Den Haag, alsook in Nanjing te China. Dus zowel ‘local’ als ‘global’. In 2011 promoveerde hij bij de Erasmusuniversiteit Rotterdam op ‘De constructie van regionale Identiteit: Zeeland; strategieën van place branding en place making. In zijn werkzaamheden bij ‘Merkwaardige Identiteit’ wordt er onderzoek verricht en projectmatig werk gedaan voor tal van overheden en ondernemers op het gebied van marketing en promotie, merkvorming en branding, strategie, creatieve industrie en gastvrijheid.

15


KROTofKANS-reeks nummer 8 ©2012

ISBN:

978-90-6354-153-8 Vormgeving:

MARTIEN LUTEIJN WWW.KROTOFKANS.NL


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.