Spelvormen voor kleine groepen Denk niet te gauw: ons ledenaantal is te nauw! Komen er wekelijks maar enkele leden opdagen, waardoor het moeilijk lijkt om volwaardige activiteiten te organiseren? KSJ-KSA-VKSJ to the rescue! Deze ‘A la carte’ brochure bundelt heel wat voer om een werkjaar interessant in te vullen voor een kleine groep. Na het lezen van de opgesomde voordelen, tips, ideeën en spelletjes zou je bijna verkiezen om een klein aantal leden te hebben!
Een resem aan voordelen – of wat had je gedacht?!
Praktisch • Je bent heel mobiel. Met een kleine groep raak je makkelijk op de fiets, op de bus, op de trein, in een auto … Dus: weg ermee! Met de oudsten kan je zelfs op citytrip gaan en ergens blijven overnachten. • Je kan je veilig(er) verplaatsen. Je kan makkelijk(er) iedereen in het oog houden. • Als er een uitstapje op het programma staat, bieden ouders zich gemakkelijker aan omdat er weinig zitplaatsen nodig zijn. • Als je een actie onderneemt om geld in te zamelen, heb je achteraf een groter budget per lid. Hiermee kan je een leuke uitstap doen of speciaal materiaal kopen. • Je kan wel eens wat meer budget aan materiaal besteden, zo kan je een gps-spel spelen, tandems huren, enz. • Je hebt niet zo veel verkleedkleren nodig om iedereen in een origineel jasje te steken. • Je vindt makkelijker een originele weekendplaats. • Je weet hoeveel leden er zullen komen (en je moet er niet veel opbellen). • Je hebt een beter contact met ouders, waardoor je meer op hun steun kan rekenen. • Je hebt altijd genoeg plaats in het lokaal om gezellig binnen te zitten als het regent. • De leden moeten niet lang wachten voor ze opnieuw aan de beurt zijn. Gedaan met dat wachten!
Groepsdynamica • Je hebt meer contact met je leden, dus ken je ze ook beter. Je kan er echt werk van maken om ze persoonlijk heel goed te leren kennen. • Je kan je leden meer individuele aandacht geven. • Je kan makkelijk tijd investeren in huisbezoekjes. • Ook de leden zullen elkaar sneller en beter leren kennen, wat de groepssfeer kan bevorderen. Zo krijg je een hechte groep. Dat kan vooral in de toekomst vruchten afwerpen, als ze leiding worden. • Elk lid eens een keertje in de watten leggen is mogelijk. • Je kan het je permitteren om je groep eens te trakteren op een warme wafel of een ijsje. • De participatie en inspraak van de leden kan heel groot zijn. • Een lid dat niet meespeelt, zal sneller opgemerkt worden en je zal hier dus sneller op kunnen inspelen. • Sommige leden voelen zich beter thuis of meer op hun gemak in een kleine groep. • In een kleine groep is het gevaar kleiner dat er zich kliekjes vormen. In de opgesomde voordelen, een lijstje dat oneindig is, komt vaak de zinsnede “Je kan” voor. Dat wijst op het enorme potentieel dat bij een kleine groep ligt. Er zijn vele mogelijkheden, maar jij als leid(st)er moet die kansen aangrijpen om de activiteiten voor jouw leden echt aantrekkelijk en gevarieerd
Spelvormen voor kleine groepen
Qua activiteit • Je kan iets moeilijkere ideeën uitwerken. • Je kan eens iets heel speciaals doen, iets wat met een grote groep niet mogelijk is of dat je niet zou kunnen betalen. • Je kan eens uitgebreid koken of een gezamenlijk kunstwerk maken zonder elkaar in de weg te lopen. • Je kent iedereen, dus weet je wat iedereen leuk vindt. • Je kan de activiteiten, thema’s en spelletjes beter afstemmen op de leefwereld van je leden, op hun interesses en hun hobby’s. Je kan gerichter spelen maken die passend zijn voor je groep. • Je kan alle leden zelf eens een spel of een activiteit laten kiezen of je laat ze zelf eentje maken. • Je kan makkelijk inspelen op de actualiteit qua thema of op het weer qua locatie.
te maken.
Spelvormen voor kleine groepen
Tips & tricks
Speltechnisch • Vertrek bij het maken van je spel vanuit een individueel spel of een duel om zo tot een spel voor een kleine groep te komen in plaats van te vertrekken vanuit een groot groepsspel. • Zorg voor afwisseling in je groepsindeling: de ene keer speelt iedereen samen, dan in groepjes van twee, dan individueel. • Je kan van elk lid een ploeg maken (bv. voetbal met vier en elk heeft zijn eigen doel) of elk lid laten deel uitmaken van meerdere ploegen (bv. telkens duo’s in verschillende combinaties). • Vermijd spelen waarbij iemand afvalt. • Je kan iedereen meerdere keren aan de beurt laten. Geef leden binnen een spel bv. meerdere levens of rollen. • Maak kartonnen leden bij; ook zij hebben levens, kunnen afvallen … • Laat (jonge) leden af en toe eens vrij spelen. Bied speelimpulsen aan: een bouwdorp waar je kampen kan timmeren, een autopedracebaan, een ‘winkel’ waar je speelgoed kan uitlenen, een zwembadje, een zandbak, een verkleedkoffer… Variëteit in de activiteit 1. Hoe kleiner, hoe fijner Bij een kleine groep heb je meer overzicht, zodat activiteiten die met een grote groep moeilijk zijn, vaak veel vlotter verlopen. • Ga op zoek naar een leuke speeltuin in de buurt waar de kinderen een namiddag kunnen ravotten. Verzin een leuke activiteit waarbij je gebruik maakt van de verschillende speeltoestellen. • Gezelschapsspelen zijn ideaal voor een kleine groep. De meeste gezelschapsspelen zijn namelijk speciaal ontwikkeld voor kleine groepen. Mits een kleine aanpassing maak je er gemakkelijk een actief spel van (bv. kaartjes of extra geld verdienen aan de hand van opdrachten). Waarom bedenk je niet eens zelf een gezelschapsspel om een regenachtige namiddag mee op te vullen? • Speel spelletjes in het donker. Met een kleine groep is dat haalbaar en het levert hilarische taferelen op.
• Laat alle leden met de fiets of op rolschaatsen komen. Organiseer een ‘Tour de France’ of speel allerlei spelletjes op wielen. • Ga op bezoek bij leuke organisaties of bedrijven … Zo kan je bv. een samenwerking met de politie aangaan en kunnen de leden zich voor een dag politieagent voelen. • Informatieve spelen lenen zich uitstekend voor een klein aantal deelnemers. Er is voldoende keuze uit interessante thema’s. Zo steken je leden ook nog iets op over democratie, milieu, armoede … Informeer zeker eens bij jouw jeugddienst om een informatief spel uit te lenen. Koppel er eventueel een actiedag of een fondsenwerving aan. • Ook vertrouwen is zeer belangrijk in een kleine groep. Vertrouwens- en samenwerkingsspelletjes zijn erg bevorderend voor een klein ploegje. • Muffins of cake bakken, een snoeptaart maken of een volledig pastabuffet bij elkaar koken: in een kleine groep mag iedereen veel zelf doen. Afhankelijk van de leeftijdsgroep geef je de leden gepaste taakjes. - 6-8 jaar: Laat ze ofwel het ruwe werk zonder vuur doen, bv. fruitsalade maken met een schaar, koekjes bakken of snoeptaarten maken, ofwel de afwerking doen, bv. cupcakes versieren of soldatenkoeken omvormen tot clowns. - 8-10 jaar: De leiding neemt het bakken en koken zelf in de hand, maar de leden mogen assisteren. - 10-12 jaar: Hou een kookactiviteit waarbij ze bijvoorbeeld eerst de ingrediënten moeten verdienen. - +12 jaar: Laat ze zelf een vijfgangenmenu opstellen en koken.
• Ga aan de slag met beeld, geluid, sociale netwerken … Je maakt meteen ook promotie. Wie weet levert dat wel nieuwe leden op. • Zet een eigen (multimediaal) project op poten: maak een film, neem een single op, maak grappige Vines, bouw een straattheater uit, neem een reclamespot op voor jouw groep …
3. Creatief Betrek je leden bij creatieve activiteiten. Je zal merken dat dit met een kleine groep perfect lukt. • Knutsel samen met de leden een minigolfparcours. Ga op zoek naar oude golfclubs of gebruik borstels en tennisballen. • Maak met paletten, balken, sjorpalen … een raceparcours voor kippen. Geef de leden nepgeld en laat hen inzetten op welke kip het eerst de eindstreep bereikt. • Feest! Verkleedpartijen, pyjamaparty’s, verjaardagsfeesten, een feest voor het x-aantal jaar lid zijn … • Knutselen hoeft niet saai te zijn en lukt goed in een kleine groep. • Organiseer een inleefspel: laat de leden zich van top tot teen verkleden en geef hen een rolletje in een soap, een film of een computerspel. Maak ruimte voor expressie en improvisatie. • Geef +12-leden een project waar ze gedurende een namiddag aan moeten werken: knutselen, film, theater … • Maak thema-activiteiten waarbij iedereen zich altijd verkleedt in het desbetreffende thema of organiseer activiteiten waarvan telkens één van de leden het thema vormt. • Kleed je activiteit in als een opleiding tot … bv. ridder: Je kan de leden hun outfit laten knutselen, testen laten doen (schieten met pijl en boog, een parcours tot een goed einde brengen), enz. 4. In actie! • Laat de groep zelf een actie op poten zetten waarmee ze geld kunnen inzamelen. Hiermee kunnen ze eens iets extra’s doen op kamp. • Organiseer een project voor een goed doel.
Praktisch 1. Van klein naar groot Er zijn allerlei originele manieren om je kleine groep groter te maken. • Laat je leden vriendjes en/of vriendinnetjes meebrengen. Naargelang je groep kan je ook hun ‘liefjes’ laten meebrengen, bv. op een spelletjesmiddag. • Neem als leiding zelf deel aan de activiteiten. • Organiseer eens een ouder- of grootouderdag. • Speel eens een spel samen met een andere leeftijdsgroep. Doe al eens een activiteit met de oudere groep, waar jongere leden zo naar opkijken. • Knutsel extra leden uit kartonnen borden of laat de leden ze zelf knutselen. Geef ze een naam en allerlei eigenschappen waardoor de leden voordelen krijgen bij de opdrachten in het spel, als de ‘extra leden’ in hun team zitten. 2. Wees voorbereid • Als je op voorhand alle leden belt, weet je hoeveel leden er gaan komen. Zo kan je problemen oplossen nog voor ze zich stellen. Vraag telkens op voorhand wie er kan komen of vraag dat leden op tijd laten weten of ze er wel of niet zullen zijn. Dan kan je de activiteit nog aanpassen aan het aantal personen. • Las activiteiten zeker niet af! Zelfs al ben je maar met twee, probeer dan toch een zinvolle activiteit te voorzien. Je voorziet best enkele spelscenario’s voor als je echt met weinig bent. Vooral +12-leden zullen sneller afhaken als ze merken dat een activiteit geen meerwaarde is. • Pas het moment van je activiteiten aan als blijkt dat het vooral het tijdstip is dat ervoor zorgt dat je weinig leden hebt. Voor +12 kan je makkelijk eens iets ’s avonds organiseren. • Zet in op ledenwerving!
Spelvormen voor kleine groepen
2. 1+1=3 Verschillende concepten combineren is de moeite waard om te proberen! • Combineer verschillende activiteiten, bv. je fiets pimpen, een bikersvest pimpen met stiften, scharen, veiligheidsspelden en kettingen, om daarna een groot bikersspel in het dorp te houden waar je mét je gepimpte fiets naartoe gaat. • Hou een gewone activiteit op een speciale manier, bv. in het donker cake bakken, gekke fietsen of tandems huren, voetballen op rollerskates, dropping met de step …
5. Groot of klein, het kunnen ook dezelfde spelen zijn. • Bereid een speurtocht, achtervolgingstocht of hindernissentocht voor. Hoe klein de groep ook is, zoeken en wandelen is altijd leuk. Je kan met je leden op tocht gaan en samenwerken om bijvoorbeeld de dief of de schat te zoeken. Doorheen de tocht kunnen er allerlei opdrachtjes verwerkt zitten (tochttechnieken, camoufleren, enz.) • De stad of een dorpskern vormt het ideale decor voor een spel met een kleine groep. Een klein aantal leden vormt weinig hinder voor andere passanten en je hebt als leiding een goed overzicht over je leden. Stadsspelen zijn een topper!
Spe lvormen voor kleine groepen
3. Zoek extern • Schrijf jullie in voor provinciale ledenactiviteiten, buitenspeeldagen, watersportdag, jeugdsportdag … Op zo’n dagen maak je deel uit van een groter geheel en misschien wel van grotere ploegen. • Als het ledenaantal van een leeftijdsgroep echt laag is, kan je ervoor kiezen om eens bij de buren te gaan kijken. Wie weet is er een KSJ-, KSA- of VKSJ-groep in de buurt die met hetzelfde probleem zit. Als je dan eens een activiteit wil organiseren voor veel volk, kan je gewoon afspreken om dat samen te doen. Zo leer je nieuwe mensen kennen en heb je samen een topactiviteit! Dat levert meestal een sterke competitie op! 4. Betrek de ouders Vergeet het belang van de ouders niet. Bij +12 wordt vaak rechtstreeks met de leden gecommuniceerd, maar zeker bij de 12-14-jarigen is het nodig om ouders te blijven betrekken. Zij kunnen je leden extra stimuleren om naar de activiteiten te komen. Begeleidingshouding 1. Activiteitgericht • Neem als leiding zelf deel aan de activiteit. Dat vergroot de groep, maar creëert ook een beter samenhorigheidsgevoel. • Varieer in je rol als leiding: - De ene keer speel je mee met de leden, de andere keer vormt de leiding de tegenpartij. - Vermits je weinig teams hebt in een spel, kan elk team zijn persoonlijke coach krijgen. • Laat iemand anders een spel voorbereiden. Misschien heb je wel enthousiaste vrienden die het zien zitten om een activiteit in elkaar te boksen voor jou en je leden? Dan kan je zelf ook volledig meespelen. • Wees inventief! Zorg dat de activiteiten zo spectaculair zijn dat je leden er bij willen zijn. Zo zorg je dat je weinige leden toch allemaal aanwezig zijn. • Een ronde opdrachtjes is sneller afgelopen als er weinig leden zijn, voorzie dus meer opdrachten, langere opdrachten, intermezzo’s, enz.
2. Groepsgericht • Zorg dat je als +12-leiding van een kleine groep deel uitmaakt van je groep. Dat wil zeggen: je interesseert je in hun leefwereld en past hier ook je activiteiten op aan. Zo vermijd je dat leden afhaken uit desinteresse. • Heb oog voor probleempjes binnen de groep. Bemoei je ermee, want onenigheid tussen twee personen heeft meteen effect op de volledige groep. • Maak gebruik van het voordeel om je leden intensiever te begeleiden. • Steek voldoende energie in de groep zelf, zo zorg je ervoor dat de sfeer goed blijft. • Sta open voor de uitdaging: je wordt als leiding verplicht om creatief te zijn en niet gewoon een spel met postjes in elkaar te steken.
Wat te doen bij een onverwacht kleiner aantal opdagende leden?
• Hou een “weinigvolkactiviteit” achter de hand die je altijd in het lokaal laat liggen. • Goochel met de spelelementen: Verklein het terrein, reduceer het aantal groepjes, vermeerder het aantal postjes, voeg materiaal toe … De spelelementen kan je oproepen via de ezelsbruggetjes: DITMUSAS, Is da goe voorbereid?, Duitse Magda, Stadium, Stadmuil … • Neem deze bundel bij de hand. • Leg wat materiaal in het lokaal dat op zo’n momenten van pas komt, zoals gezelschapsspelen, groot spelmateriaal, een informatief spel … • Maak met je leden zelf de activiteit.
Spelletjes Spinnen en vliegen Leeftijdsgroep: 6-12 Aantal spelers: Minimum 4 Soort spel: Bosspel Duur: 45 minuten Groepsindeling: Eén groep
Krantendans Leeftijdsgroep: +6 Aantal spelers: Minimum 4 Soort spel: Binnenspel Duur: 10 minuten Groepsindeling: Individueel of in duo’s Spel: Elke speler gaat op een krant staan die openligt. De muziek begint en de spelers moeten op de krant dansen. Als de muziek stopt, mag elke speler even van de krant af en vouwt de krant in twee. Dan begint het dansen opnieuw. Als iemand de grond raakt of als de krant scheurt, valt die speler af. Zo gaat het door tot er één speler overblijft. Zijn er voldoende spelers, dan kan je koppels maken die samen moeten dansen.
Trek de stoel schoenen aan Leeftijdsgroep: 8-12 Aantal spelers: Minimum 3 Soort spel: Kringspel Duur: 15 minuten Groepsindeling: Eén groep Spel: Alle spelers worden geblinddoekt en zitten op een stoel in een kring op gelijke afstand van elkaar. In het midden van de kring liggen een aantal oude schoenen, evenveel als de stoelen poten hebben. Op het teken van de leid(st)er begint de wedstrijd. Iedere speler moet proberen een schoen onder de poten van zijn stoel te krijgen. De speler mag maar één schoen tegelijk gaan halen. Ook mag de speler schoenen onder de stoelpoten van de tegenspelers vandaan halen. De speler die als eerste alle poten van zijn stoel in schoenen heeft staan, is de winnaar.
Spelvormen voor kleine groepen
Spel: De spelers zijn vliegen. Eén vlieg zit gevangen in het web van de spin. De andere vliegen kunnen de arme vlieg helpen, maar ze moeten wel oppassen voor de vieze spinnen! Met een heleboel losse stukjes touw wordt een soort van spinnenweb geknoopt tussen een drietal bomen of struiken in het bos. Midden in het web zit de gevangen vlieg met een schaar (best iemand van de leiding). Op de startplaats krijgen de vliegen een schaar (kaartje met een schaar erop). Zij proberen om met het kaartje tot bij het web te komen. Lukt hen dat, dan mogen ze in ruil voor het kaartje met de echte schaar één touwtje van het web doorknippen. Het is de bedoeling om de juiste touwtjes door te knippen, zodat de gevangen vlieg vlug vrij is. In het bos lopen echter ook enkele spinnen rond. Dat zijn twee personen achter of naast elkaar (= 2x2 armen en 2x2 benen) die de vliegen proberen te onderscheppen. Kan een spin een vlieg tikken, dan moet de vlieg zijn schaarkaartje afgeven en een nieuw kaartje gaan halen aan de startplaats. De vlugge vliegen kunnen de spinnen ontlopen door een boom vast te pakken. De spin laat de vlieg dan met rust en gaat op zoek naar een ander slachtoffer. De vlieg aan de boom moet nu wachten tot een andere vlieg hem komt verlossen. Extra moeilijkheid: er kan een opperspin aanwezig zijn. De spin der spinnen, met een groot kruis op de rug, kan iedereen tikken. Wees dus voorzichtig!
Groepsrenbal Leeftijdsgroep: +8 Aantal spelers: Minimum 4 Soort spel: Pleinspel Duur: 15 minuten
Spelvormen voor kleine groepen
Groepsindeling: Twee groepen Spel: De ene ploeg staat achter de startlijn. Tussen de start- en eindlijn bevindt zich een rechthoekig gebied van een tiental meter, waarin de andere ploeg plaatsneemt. De ploeg achter de startlijn krijgt een bal. Eén speler gooit de bal in het veld. Zodra de bal de grond raakt, mogen alle spelers van dat team beginnen lopen. De spelers die in het veld staan, mogen met de bal proberen de lopende spelers aan te gooien. Ze mogen echter niet lopen met de bal in de handen, passen geven mag uiteraard wel. Als de hele groep erin slaagt om de overkant te bereiken, krijgt die groep een punt en wordt er gewisseld en verder gespeeld.
Dief op de hoeve
Leeftijdsgroep: 10-12 Aantal spelers: Minimum 6 Soort spel: Kringspel
de boer niet kent, moet de kring binnendringen op een plaats tussen de spelers door. De dief mag die plaats zelf uitkiezen. De dief moet de bal uit de kring stelen en door dezelfde opening de kring weer verlaten. Als hij wil vluchten, moet de boer proberen om de dief te raken voordat de dief de cirkel verlaat. De boer heeft er alle belang bij zich niet te verroeren zolang de dief de bal niet opraapt. De dief mag doen alsof hij of zij de bal opraapt. Alle andere spelers mogen, om het de dief moeilijk te maken, doen alsof ze de boer zijn, zonder van hun plaats te komen.
Spongebob vangt kwallen
Duur: 15 minuten
Leeftijdsgroep: 10-12
Groepsindeling: Eén groep
Aantal spelers: Minimum 2 Soort spel: Pleinspelen
Spel: Er gebeurt een overval in een hoeve. De hoeve wordt gevormd door de spelers die een kring maken met tenminste één meter afstand tussen elkaar. In het midden van de kring wordt een bal gelegd. Eén van de spelers wordt aangeduid als dief en moet buiten de kring gaan staan. Een andere speler in de kring wordt door de leid(st)er aangeduid als de boer. De dief, die
Duur: 10 minuten Groepsindeling: Eén groep
Spel: Spongebob heeft hulp nodig om kwallen te verzamelen. Maar Patrick, die sinds kort voor politieagent speelt, probeert Spongebob te verhinderen om kwallen te kunnen vangen. Over het terrein zijn allerlei kwallen verstopt (de kwallen zijn bv. afgebeeld op kaartjes). De spelers moeten de kwallen proberen te vinden en te verzamelen. Er is een tikker (een leid(st)er) die de spelers probeert te tikken om de kwallen af te pakken. Spelers die getikt zijn moeten kwallen afgeven en worden overgebracht naar de gevangenis, waar ze een opdracht moeten uitvoeren om vrij te komen. Om de verdiende kwallen in veiligheid te brengen, kunnen ze afgegeven worden bij de leid(st)er aan de gevangenis. De kwallen worden in een aquarium gestopt en per kwal wordt één punt geteld.
Mogelijke opdrachten om vrij te komen uit de gevangenis: - het water van de ene emmer naar de andere brengen enkel en alleen met behulp van een spons - een tekening van Spongebob of Patrick inkleuren of tekenen - een natte spons in een emmer proberen te werpen - met peperkoek een hamburger maken - de 7 verschillen tussen twee tekeningen zoeken Als er één groep gevormd wordt, kunnen de spelers elkaar vrijtikken. Het spel kan ook individueel gespeeld worden.
Drie op een rij Leeftijdsgroep: +10 Aantal spelers: Minimum 6 Soort spel: Tactisch spel
Groepsindeling: Twee groepen
Spel: Er worden negen cirkels op de grond getekend binnen de vorm van een vierkant, zodat er telkens drie naast elkaar, drie achter elkaar en drie diagonaal staan. De spelers worden verdeeld in twee groepjes van drie spelers. Elke speler krijgt een nummer van één tot drie. Voor de overzichtelijkheid kunnen de spelers zich best kenmerken met een groepskleur (bijvoorbeeld een rode en blauwe ploeg) en ook hun nummer ergens zichtbaar hangen of schrijven. Het spel begint: De speler ‘rood 1’ gaat in een cirkel zitten, dan volgt ‘blauw 1’, daarna ‘rood 2’ enzovoort. Als alle spelers aan de beurt zijn geweest en in een cirkel zitten, is de eerste speler (rood 1) weer aan de beurt en mag die in een andere cirkel gaan zitten. Het is de bedoeling dat drie spelers van dezelfde kleur zo proberen te gaan zitten, dat ze een gesloten rij vormen; ofwel naast elkaar, ofwel achter elkaar ofwel diagonaal. Elke gevormde rij levert een punt op. Het spel wordt moeilijker als ze niet met elkaar mogen overleggen.
Variant: De spelers van de twee groepen gaan afwisselend (rood 1, blauw 1, rood 2, blauw 2, rood 3, blauw 3) in een rij staan. Ze beginnen rond het speelveld te lopen. Als de leid(st)er een signaal geeft, lopen ze het speelveld in en proberen zo snel mogelijk drie op een rij te vormen. De groep die als eerste drie op een rij vormt, krijgt een punt.
Grand Prix Leeftijdsgroep: +10 Aantal spelers: Minimum 3 (tot 5) Soort spel: Pleinspel Duur: 15 minuten Groepsindeling: Individueel Spel: Zorg ervoor dat alle spelers een miniatuurautootje meebrengen. Aan elk autootje wordt een stuk touw van anderhalve meter met aan het uiteinde een potlood bevestigd. Vervolgens wordt met krijt een parcours op de grond getekend. De bedoeling is dat de spelers daarna racen met de wagentjes. Wie buiten de lijnen gaat, krijgt strafseconden of moet de ronde terug van het begin aanvangen.
Spelvormen voor kleine groepen
Duur: 15 minuten
Licht dat even op zeg … Leeftijdsgroep: +12 Aantal spelers: Minimum 3 Soort spel: Binnenspel Duur: 15 minuten
Spelvormen voor kleine groepen
Groepsindeling: Individueel Spel: De leiding verzamelt op voorhand verschillende zaklampen om vervolgens het hele lokaal te verduisteren. Er wordt een gang gecreëerd waar alle spelers door sluipen. De zaklampen moeten strategisch in de gang geplaatst worden, zodat ze een web van lichtstralen vormen. Aan het einde van de gang staat een beeldje. Alle spelers moeten om beurt zo snel mogelijk het beeldje trachten te stelen, zonder dat ze de laserstralen (zaklampen) raken!
Weerwolven Leeftijdsgroep: +14
Egg’xercise
Aantal spelers: Minimum 4 Leeftijdsgroep: +12
Soort spel: Stadsspel
Aantal spelers: Minimum 2
Duur: 3 uur
Soort spel: Binnenspel
Groepsindeling: Twee groepen
Duur: 10 minuten Groepsindeling: Eén groep Spel: Een ei hangt aan een touw aan het plafond op een aantal meter van de grond (hoe korter bij de grond, hoe eenvoudiger). Het is de bedoeling dat alle spelers nu samen een constructie bouwen zodat het ei niet breekt als het touw wordt doorgeknipt. Ze krijgen hiervoor enkele minuten. Als de tijd verstreken is, knipt de leiding het touw door. De spelers beschikken enkel over vooraf gekregen materiaal, zoals kranten, plakband … Een extra moeilijkheid kan ingebouwd worden door de spelers niet te laten praten tijdens het bouwen van de constructie.
Spel: Verdeel de groep in twee teams. De ene groep zijn de weerwolven en de andere de burgers. Ze krijgen elk een stuk stad toegewezen waarin ze zich mogen verplaatsen (grootte aanpassen naargelang grootte van de groep). De leiding zit centraal en stuurt telkens een berichtje of het dag of nacht is. Tijdens de dag mogen de burgers jacht maken op de weerwolven en vice versa tijdens de nacht. Burgers kunnen weerwolven vangen door een foto te maken van hun gezicht. Weerwolven kunnen burgers vangen door een bepaald kledingstuk van hen af te pakken. De weerwolven mogen zelf kiezen wat. Dat laten ze op voorhand weten aan de leiding, maar niet aan de burgers. Iemand die gevangen is, wordt uitgesloten voor één tijdsperiode en mag daarna weer meedoen. Bij grotere groepen worden de gevangen burgers weerwolven en omgekeerd. Tussen de dag en de nacht is er telkens een moment waarop de leiding beide partijen samenroept. Dan moeten de weerwolven en burgers een opdracht tegen elkaar uitvoeren. De winnaar krijgt telkens een voordeel voor de volgende tijdsperiode, bv. het terrein dat tijdelijk verkleind/vergroot wordt, een tip over het kledingstuk van de weerwolven of de handen van de mensen worden samengebonden …