Spelvormen voor kleine groepen ( vervolg ) Denk niet te gauw: ons ledenaantal is te nauw! Komen er wekelijks maar enkele leden opdagen, waardoor het moeilijk lijkt om volwaardige activiteiten te organiseren? KSJ-KSA-VKSJ to the rescue! Deze ‘A la carte’ brochure bundelt heel wat voer om een werkjaar interessant in te vullen voor een kleine groep. In het vorige Leidingstijdschrift vind je deel één waar er naast spelletjes ook bruikbare tips en trucjes opgesomd worden. In dit tweede deel vind je nog heel wat leuke spelletjes. Veel plezier met twee, drie, vier…!
Solden in de pluimenwinkel Leeftijdsgroep: 6-10 Aantal spelers: Minimum 6 Soort spel: Bosspel
Groepsindeling: Vanaf twee groepen
Spel: Vandaag beginnen de solden in de pluimenwinkel. Allen daarheen dus! Er worden twee of meer vogelfamilies gevormd die een nestje zoeken aan de ene kant van het terrein. Aan de andere kant bevindt zich de pluimenwinkel. In de pluimenwinkel kunnen de vogels slechts één pluim per keer kopen. De pluimen brengen ze naar hun nest. In het bos hebben ook de roofvogels een nest. De roofvogels kunnen de arme vogeltjes vangen en ze meenemen naar het nest om ze aan hun jongen te voeden. Afhankelijk van het aantal deelnemers kunnen er maximaal twee, drie of meer vogeltjes in het nest van de roofvogels blijven. Het vogeltje dat het langst gevangen zit, wordt vrijgelaten wanneer het maximaal aantal gevangen vogels bereikt is. Teamgenoten kunnen hun medevogel ook bevrijden door een pluim te ‘betalen’ aan de roofvogels. Aan het einde van het spel wordt één vogel per familie getooid met de overgebrachte pluimen. Wie heeft de mooiste vogel?
Het grote schoenenspel
Leeftijdsgroep: 8-12 Aantal spelers: Minimum 6 Soort spel: Bosspel Duur: 1 uur Groepsindeling: Twee groepen
Spel: Allerlei grote schoenen worden door elkaar gehaald en iedereen krijgt twee verschillende schoenen. Vervolgens worden er twee groepen gemaakt. Elke groep zoekt een kamp in het bos. Daar krijgt elke speler van de leid(st)er een kaartje met een opdracht, bv. ‘groene laars links en bruine sandaal rechts’ of ‘zoek de joker’. Als het startsein gegeven wordt, trekt iedereen het bos in op zoek naar de persoon van de andere groep die de schoen draagt die nodig is voor het slagen van de opdracht. De persoon moet worden aangetikt en uitgedaagd tot een duel. De winnaar mag een schoen naar keuze ruilen met de verliezer. Er mag nooit twee keer na elkaar met dezelfde tegenstander geruild worden. Bij weinig spelers kan de leiding ook schoenen in het bos verstoppen. Als de spelers die schoenen vinden, wordt er geruild met één van beide schoenen. Als de opdracht volledig uitgevoerd is, begeeft de speler zich naar het kamp van de tegenstanders, waar de speler het kaartje met de opdracht aan de leid(st)er geeft. De leid(st)er controleert of de opdracht juist is uitgevoerd. Dan mag de speler terug naar het eigen kamp om een nieuwe opdracht te halen. Het spel is uit als één van de groepen alle opdrachten heeft uitgevoerd. In een viertal schoenen wordt een briefje ‘joker’ geplakt. Wie de opdracht heeft gekregen om de joker te vinden, moet schoenen ruilen tot er een joker gevonden wordt. Daarna moet de tweede schoen van dat paar gevonden worden. Pas nadien mag het kaartje aan de leid(st)er gegeven worden. De leid(st)er kan er voor zorgen dat de jokers af en toe in andere schoenen geplakt worden.
Spelvormen voor kleine groepen
Duur: 1 uur
Knikkervegen Leeftijdsgroep: 8-12 Aantal spelers: Minimum 4 Soort spel: Binnenspel Duur: 10 minuten
Spelvormen voor kleine groepen
Groepsindeling: Twee groepen Spel: In een niet al te groot lokaal staan tafels, stoelen en hindernissen (enkele recht, enkele op hun kant). Aan elke kant van het lokaal is een cirkel met een diameter van een meter aangeduid. Daarin ligt een vuilnisblik plat op de grond. De cirkel mag niet betreden worden. Verdeel de groep in twee ploegen. Elke speler krijgt een borstel. Enkele knikkers worden op de grond gelegd. Bij het startsein probeert elke ploeg door te vegen zoveel mogelijk knikkers in het eigen blik te krijgen. De knikkers die in de cirkel liggen, maar niet in het vuilnisblik, mogen met de borstel weggeveegd worden. Het vuilnisblik mag daarbij niet geraakt worden. Gebeurt dat toch, dan mag een tegenspeler een strafschop nemen: leg vijf knikkers in het midden van het lokaal. Door één veeg met de borstel probeert de tegenstander de knikkers in het vuilnisblik te krijgen.
Pak de dief
als dief, om de zak te stelen. In een mum van tijd verdwijnt de dief met de zak vol lekkers. Eén van de leid(st)ers gaat de dief achterna, de andere leid(st)er roept de spelers samen zodat ze niet allen de dief achterna gaan. De leid(st)er die de dief achtervolgd heeft, komt terug met de boodschap dat de dief te snel was, maar dat er wel een scheur zat in de zak vol lekkers. De dief laat dus een spoor achter. Aan de spelers nu om achter het lekkers aan te gaan. De spelers gaan op zoek naar de dief. Het is belangrijk om allemaal in groep te blijven, zodat de spelers niet in de handen van de dief terecht komen. Doorheen de tocht moeten de spelers het lekkers zoeken om de dief achterna te gaan en onderweg zijn er allerlei uitdagende opdrachten (bv. riviertje oversteken, snel verstoppen omdat de dief in aantocht is …). Voor de tocht kunnen de spelers eventueel eerst een korte opleiding krijgen: camoufleren, orders opvolgen (die orders kunnen doorheen de tocht dan terugkomen), enz.
Knikkerkoning Leeftijdsgroep: 8-12 Aantal spelers: Minimum 2 Soort spel: Plein- of binnenspel Duur: 1,5 uur Groepsindeling: Individueel, daarna één groep
Leeftijdsgroep: 8-12 Aantal spelers: Minimum 2 Soort spel: Tocht Duur: 1 uur Groepsindeling: Eén groep Spel: De leiding legt uit dat ze van goede vrienden allerlei lekkers (of goudklompen) gekregen hebben. Tijdens de uitleg komt iemand onherkenbaar, verkleed
Spel: In de eerste fase van het spel is het de bedoeling om knikkerkoning te worden met de grootste verzameling knikkers. Dat gebeurt door een reeks knikkeropdrachten, soms per twee, soms met meerdere spelers. Aan de muur hangen opdrachten waaruit de spelers kunnen kiezen en waarmee ze elkaar kunnen uitdagen. Elke speler krijgt een ‘startkapitaal’ aan knikkers om de opdrachten te kunnen spelen. Eenmalig kunnen ze een nieuw startkapitaal komen halen als hun knikkers op zijn. • Potje mikken: Ieder om beurt mikt een knikker naar een putje/potje met wijsvinger of duim. Als de knikker erin valt, krijgt de speler nog een beurt. Als de knikker ernaast of erover rolt, dan is de volgende speler aan de beurt. Degene die de laatste knikker erin mikt, mag alle knikkers hebben. Best spreken de spelers vooraf af met hoeveel knikkers ze het spel spelen. • Muurmikken: Iedere speler probeert een knikker zo dicht mogelijk naar een muur of stoeprand te mikken. De speler die de knikker het dichtst bij de muur heeft liggen, mag de andere knikkers houden. • Poortjesspel: In een stuk karton worden enkele poortjes uitgeknipt. Met elk poortje is een verschillend aantal punten te verdienen. Elke speler mikt naar de poortjes. De speler die de meeste punten verzamelt, wint.
De draak wil een koninkrijk Leeftijdsgroep: 8-12 Aantal spelers: Minimum 4 Soort spel: Themaspel Duur: 2 uur Groepsindeling: Eén groep
Spel: De gemene draak heeft de prinses opgesloten in de toren van het kasteel. Hij wil graag zijn eigen koninkrijk oprichten. De leden moeten allerlei opdrachten uitvoeren om hem daarbij te helpen. In ruil krijgen ze de sleutel van de toren om de prinses te bevrijden. Door samen te werken kunnen ze de prinses bevrijden. De opdrachten: • De draak zou graag een eigen kasteel hebben. De leden gaan naar het bos en proberen daar een mooie hut (kasteel) te bouwen. Is er geen bos in de buurt? Bouw dan een kamp in het lokaal met stoelen, banken, tafels, kussens, lakens …
Hoedenkiekeboe Leeftijdsgroep: +8 Aantal spelers: Minimum 4 Soort spel: Pleinspel Duur: 20 minuten Groepsindeling: Individueel Spel: Elke speler moet een hoofddeksel kiezen. De spelers moeten op voorhand goed kijken wie welke hoed draagt. Een speler begint nu blindelings af te tellen van 20 tot 1 terwijl alle andere spelers zich verstoppen. Na het aftellen mag de teller kijken of er nog een speler met een hoed te zien is. Maar, de teller moet wel op zijn plaats blijven en mag niet rondlopen. Als de teller niemand ziet, begint hij weer af te tellen, dit keer van 19 tot 1. Tijdens het aftellen moet iedereen proberen de teller te tikken. Spelers mogen enkel tikken als ze hun hoed op hebben. Hierna begint de teller opnieuw af te tellen, maar deze keer vanaf 18. De deelnemers hebben telkens minder tijd om zich te verstoppen en de teller heeft het steeds makkelijker om deelnemers te zien. Als spelers gezien worden of ze kunnen de teller niet tikken, zijn ze eraan. Een extra moeilijkheid kan toegevoegd worden door toe te staan dat de hoed van een andere speler gepakt wordt en in het zicht van de teller gegooid wordt. Als de teller de hoed ziet, mag de teller de bijhorende naam zeggen en dan is die speler er ook aan.
Stratego-zeeslag Leeftijdsgroep: +8 Aantal spelers: Minimum 2 Soort spel: Bosspel Duur: 2,5 uur Groepsindeling: Twee of meer teams
Spelvormen voor kleine groepen
• Rollende knikker: Per twee spelers wordt een zandheuvel gemaakt (ongeveer 30 cm hoog), met een knikker op de top. Elke speler is uitgerust met een koffielepel. Om de beurt schept elke speler een lepeltje zand weg van het heuveltje, maar de knikker moet ondertussen blijven liggen. De speler die de knikker doet wegrollen, verliest. Met de verzameling knikkers van de knikkerkoning wordt dan de tweede fase gespeeld. Als de knikkerkoning gekend is, krijgt de groep de opdracht om voor de knikkerverzameling een racebaan te bouwen. Die moet voldoen aan een aantal vereisten: alle knikkers moeten erdoor kunnen, de lengte wordt vastgelegd en er wordt bepaald welk materiaal gebruikt mag worden. Er kunnen nog extra moeilijkheden toegevoegd worden, bijvoorbeeld: de knikker moet ergens een stuk door de lucht zweven, er moet een bepaalde hoogte overbrugd worden, er moet een rad worden ingebouwd …
• Elk koninkrijk moet natuurlijk ook een eigen volkslied of volksdans hebben. De leden schrijven zelf een lied of steken een dansje in elkaar. • De draak kijkt graag naar paardenraces. Daarom moeten de leden een parcours maken om tegen elkaar te racen met stokpaardjes. Ze moeten hierin verschillende hindernissen verwerken: springen, zigzaggen, kruipen … • In een koninkrijk zijn ridders nodig om het land te verdedigen. De leden moeten dus zelf zwaarden maken uit karton. Als ze die opdrachten voltooid hebben, komt de draak langs om hierover te oordelen en de sleutel te overhandigen. Nu kunnen de leden de prinses bevrijden.
Spelvormen voor kleine groepen
Spel: Twee groepen maken hun eigen kamp in het bos (=slagveld). Ieder kamp heeft ongeveer een diameter van drie meter. In elk kamp zit een leid(st)er. Het spel verloopt volgens de regels van Stratego. Daarbij komen de regels van Zeeslag en het principe waarbij de spelers een aantal boten moeten verdedigen. De schepen worden in het begin van het spel op een bord geplaatst met coördinaten (1A t.e.m. 10J). Na het startsignaal mogen de boten niet meer verplaatst worden. Voordat de spelers het kamp verlaten, krijgen ze elk één kaartje met daarop een rang volgens de regels van Stratego. De spelers moeten hiermee het kamp van de tegenstander proberen te bereiken. Als dat lukt, mogen ze twee bommen droppen. De leid(st)er duidt dat aan op de zeekaart en zegt of ze een boot hebben geraakt of niet. Als twee spelers van verschillende groepen elkaar tegenkomen onderweg, kunnen ze elkaar tikken. De hoogste in rang wint en krijgt het kaartje van de tegenpartij. De verliezer moet dan een nieuwe rang halen in zijn kamp. Er is nog een moeilijkheid: de spion is wel de laagste in rang, toch wint de speler met het spionkaartje van de maarschalk. In de kampen mag er niet getikt worden. Als de spelers dezelfde rang hebben, dan bepaalt het spel ‘blad-steenschaar’ wie er wint. De groep die het eerst alle schepen gebombardeerd heeft, wint. Wanneer de tijd om is en er nog geen groep klaar is, wint de groep die de meeste rake schoten heeft gelost. Hiervoor worden enkel de rake schoten geteld op boten die volledig gezonken zijn.
Hanenboksen Leeftijdsgroep: 10-12 Aantal spelers: Minimum 2 Soort spel: Pleinspel Duur: 15 minuten Groepsindeling: Individueel of per twee
Variant: Het tikken kan vervangen worden door het gebruik van een waterpistool, eventueel met gekleurd water.
Blindengymnastiek Leeftijdsgroep: +8 Aantal spelers: Minimum 4 Soort spel: Binnen- of pleinspel Duur: 10 minuten Groepsindeling: Eén groep Spel: De spelers gaan op een rij staan, ongeveer een meter uit elkaar. Elke speler blinddoekt zich. Als iedereen de blinddoek om heeft, mag er niet meer gesproken worden. De leid(st)er geeft dan enkele bevelen: twee stappen voorwaarts, één kleine stap naar rechts, drie grote stappen vooruit … Wanneer twee geblinddoekte spelers tegen elkaar lopen, krijgen ze elk een strafpunt. De spelers proberen zo weinig mogelijk strafpunten te krijgen. De speler met het minste strafpunten is de winnaar.
Spel: Twee spelers staan met de ruggen tegen elkaar in een cirkel (diameter ongeveer 3,5 m). Het is de bedoeling om elkaar driemaal uit de cirkel te duwen door enkel met de rug te werken. Wie dat het eerst driemaal heeft gedaan, wint. Het kan ook gebruikt worden bij een ladderspel of een tornooi. Je kan het spel ook spelen met twee duo’s. De spelers kunnen dan samenwerken om iemand buiten de cirkel te duwen. Het spel wordt ook met de borstkas gespeeld i.p.v. met de rug, maar dan met de armen over elkaar gekruist, zodat de spelers niet geraakt kunnen worden door vuisten.
Het drieballenspel Leeftijdsgroep: +10 Aantal spelers: Minimum 4 Soort spel: Balspel Duur: 30 minuten Groepsindeling: Vanaf twee groepen
Spel: Iedereen verzamelt op een centrale plaats. Een leid(st)er gooit drie ballen in het spel. De spelers proberen de ballen in hun eigen kamp te krijgen door ze naar hun medespelers te gooien (niet door te geven!). De bal mag enkel met de handen aangeraakt worden en de spelers mogen niet lopen met de bal in de hand. Als de drie ballen in de doelen zijn, is de eerste set afgelopen. Dat levert een punt op voor wie de meeste ballen in zijn kamp heeft. Daarna herbegint het spel. Om het uitdagender te maken, kan je het spel in een bos spelen.
De Olympische Strandspelen Leeftijdsgroep: +10
• Hindernisparcours: Op het strand een hindernisparcours opstellen zorgt altijd voor een extra uitdaging: bv. sluipen onder een net, een put graven onder de omheining door… • Mijnenveger: Op het strand staat een veld afgebakend met allerlei gaatjes in. De spelers moeten een gaatje kiezen en daar met een scherp voorwerp (bv. satéstokje) in prikken. Op sommige plaatsen ligt een ballon onder het zand, wie in een ballon prikt is verloren. • Putberg: Eerst krijgen de spelers de opdracht om een zo diep mogelijke put te graven. Daarna moeten ze in die put een zo groot mogelijke berg maken.
Roltouw Leeftijdsgroep: +10
Soort spel: Strandspel
Aantal spelers: Minimum 2
Duur: 2 uur
Soort spel: Pleinspel
Groepsindeling: Afwisselende groepen
Duur: 5 minuten
Spel: Iedereen kent wellicht de Winterspelen en de klassieke Olympische Spelen. Maar sinds kort bestaan er ook de Olympische Strandspelen. Er worden allerlei spelletjes gespeeld die extra leuk zijn om te doen op het strand. • Biljart: Op het strand wordt een biljartlaken gemaakt. Aan de hand van een bezemsteel of schop moeten de spelers de ballen (gekleurde petanqueballen) in de juiste gaten krijgen. • Minigolf: Op het strand kunnen mooie minigolfbanen gemaakt worden. Zo kunnen de spelers origineel minigolf spelen tegen elkaar. Als de spelers oud genoeg zijn, kunnen ze zelf de banen maken. • Schoenpetanque: Iedereen kent het klassieke petanque. In schoenpetanque moeten de spelers hun schoen uitdoen en door te schoppen hun schoen zo dicht mogelijk bij het doel zien te krijgen. • Verspringen: Het klassieke verspringen, ideaal op het strand.
Groepsindeling: Per twee Spel: Twee spelers hangen elk het uiteinde van een touw rond hun middel. In het midden hangt een das. Op een startsein draaien beide rond hun as, terwijl ze het touw rond zich oprollen. Handen mogen niet gebruikt worden. Als de spelers elkaar ontmoeten, is duidelijk wie de winnaar is: degene die de das aan de buik heeft.
Kegelloop Leeftijdsgroep: +10 Aantal spelers: Minimum 4 Soort spel: Pleinspel Duur: 20 minuten Groepsindeling: Twee groepen Spel: Over het terrein verspreid liggen omgevallen kegels. Bij het startsignaal loopt de eerste speler van ploeg A naar de kegels en probeert zoveel mogelijk kegels recht te zetten terwijl hij/zij ongehinderd de eindstreep probeert te bereiken. Tegelijkertijd start de eerste speler van ploeg B (van iets verder dan de A-speler) en tracht de eerste speler van ploeg A te tikken. De A-ploeg krijgt één punt per rechtgezette kegel plus nog eens twee punten voor het ongetikt bereiken van de eindlijn. Ploeg B verdient één punt per nietrechtgezette kegel plus twee punten als de A-speler de eindlijn getikt bereikt. Telkens iemand gelopen heeft, moeten de kegels terug neergelegd worden. Als iedereen gelopen heeft, wisselt de opdracht.
Spelvormen voor kleine groepen
Aantal spelers: Minimum 2
Spel: De spelers gaan met de groep naar een plaats (in het bos, in het dorp, in een wijk, best ergens waar niet te veel auto’s komen). De leiding maakt op voorhand duidelijk dat iedereen goed op de weg moet letten en onderweg moet rondkijken. Als de geheime plaats bereikt is, wordt iedereen geblinddoekt. Samen moeten de spelers nu de weg terugvinden naar de startplaats. De spelleiding zorgt ervoor dat er geen ongelukken gebeuren!
Computer flight Leeftijdsgroep: +12 Aantal spelers: Minimum 6 Soort spel: Pleinspel
Spelvormen voor kleine groepen
Duur: 40 minuten Groepsindeling: Eén groep
Vingerknopen
Spel: Een speler is piloot, een speler is de radartoren en de vier andere spelers vormen het vliegtuig. De piloot neemt geblinddoekt plaats op de stoel. De radartoren gaat aan de andere kant van het terrein staan. De vliegtuigspelers pakken elk een poot van de stoel vast. De piloot houdt een stok als stuurknuppel in beide handen. Wanneer de radartoren geluid maakt, kan het vliegtuig vertrekken. De radartoren moet het geluid constant laten horen. De piloot probeert zijn vliegtuig zo dicht mogelijk bij de radartoren aan de grond te zetten. Hij bestuurt zijn vliegtuig met zijn knuppel. Als de stuurknuppel naar boven wijst, moet het vliegtuig stijgen en moeten de spelers de stoel dus opheffen. Wijst de knuppel naar links dan zwenkt het vliegtuig uit naar links, idem met rechts. Eenmaal geland, wisselen de posities.
Leeftijdsgroep: +12 Aantal spelers: Minimum 3 Soort spel: Binnenspel Duur: 10 minuten Groepsindeling: Individueel Spel: In het midden van het lokaal staat een emmer met een twintigtal knopen in. Rond die emmer wordt een cirkel getrokken met ongeveer een meter doorsnede. Van elke speler wordt één speelhand ingetapet zodat enkel de middenvinger beschikbaar is. Spelers moeten nu proberen om knopen in hun eigen beker te krijgen, die zich aan de kant van het lokaal bevindt. Spelers mogen enkel de beschikbare middenvinger gebruiken. Ze moeten dus de knopen uit de emmer schuiven en zo verder over de grond in de beker (zonder de beker met de vrije hand aan te raken). Uiteraard mogen ze andere spelers hinderen, maar enkel met de middenvinger.
Squashvoetbal Leeftijdsgroep: +12 Aantal spelers: Minimum 4 Soort spel: Binnenspel
Terugweg
Duur: 30 minuten Groepsindeling: Twee ploegen
Leeftijdsgroep: +12 Aantal spelers: Minimum 2 Soort spel: Tocht Duur: 60 minuten Groepsindeling: Eén groep
Spel: Neem een handvol voetbalminnende spelers en steek die in een klein lokaal. Nu kan je in twee ploegen voetballen, maar je moet bij elke pas een muur of het plafond raken. Als doel kan je een bekertje of een plastieken fles nemen. Verwijder best al het breekbare materiaal en dek indien nodig de vensters af. Het aantal spelers is oneven? Geen probleem, laat dan iemand scheidsrechter zijn. De persoon die scoort, lost de scheidsrechter af.
Triovoetbal Leeftijdsgroep: +12 Aantal spelers: Minimum 4
centrum … Enkele opdrachten: het langste remspoor, hoogspringen met de motor, een geënsceneerde valpartij, worstelpartijen in de modder… Laat je maar eens goed gaan.
Huppelbadminton
Soort spel: Pleinspel Duur: 30 minuten Groepsindeling: Twee groepen
Leeftijdsgroep: +12 Aantal spelers: Minimum 4 Soort spel: Pleinspel
Harley Davidson-namiddag Leeftijdsgroep: +12 Aantal spelers: Minimum 2 Soort spel: Inleefspel Duur: 3 uur Groepsindeling: Eén groep Spel: Het lokaal tover je om tot een echt hardrockcafé. Iedereen heeft vijf vuilniszakken en een brede rol doorzichtige kleefband. Hiermee maak je voor iedereen nauw aansluitende lederen pakken. Van de fietsen maken we zware motoren met wasknijpers en speelkaarten. Daarna kan alles beginnen: chocolademelk on the rocks, een ritje met de motor door het
Duur: 20 minuten Groepsindeling: Per twee Spel: Van elke speler zijn beide voeten met een das samengebonden. Per twee spelers vormen ze een duo (A en B) en zetten ze zich tegenover elkaar (afstand: vijf meter). Tussen de verschillende duo's wordt twee meter ruimte gelaten. Alle A's nemen een band, alle B's een racket en enkele shuttles. Elk duo probeert op zijn beurt te scoren door de shuttle door de band te mikken. Lukt dit voor één duo, dan proberen de andere duo's ongetikt achter de respectievelijke eindlijn A of B te komen. Het duo dat scoorde, probeert de weghuppelende duo's te tikken. Let wel: een A-speler mag enkel een A-speler tikken, ook zo voor de B-spelers. Een duo dat scoort, krijgt een punt, maar de score kan oplopen door zoveel mogelijk personen te tikken, nl. telkens een punt per aangetikte persoon. Als iedereen achter de eindlijn is, gaan ze terug per duo staan. A en B moeten per doelpunt van plaats wisselen. Iedereen moet dus goed in het oog houden of één van de andere duo's scoort.
Creatief schrijven Leeftijdsgroep: +14 Aantal spelers: Minimum 2 Soort spel: Creatief Duur: 2 uur Groepsindeling: Twee groepen Spel: Versie 1: Geef je leden een aantal woorden die niet bij elkaar passen. Met die woorden moeten ze eerst een verhaal maken. Ze zijn verplicht om alle woorden te gebruiken. Na het schrijven van het verhaal, moeten ze foto’s maken die bij het verhaal passen. Hiervoor mogen ze materiaal uit het lokaal gebruiken en mogen ze de stad intrekken om verschillende locaties te fotograferen. Tegen het einde van de middag bezorgen ze hun verhaal met foto’s aan de leiding. Afhankelijk van de leeftijdsgroep geef je de leden meer begeleiding of meer vrijheid.
Spelvormen voor kleine groepen
Spel: Verdeel de groep in twee gelijke ploegen. Maak drie doelen en plaats ze in een driehoek, ongeveer 15 meter uit elkaar. In het doel staat geen doelman. De bal wordt in het midden opgeworpen. Wanneer een ploeg scoort in het doel van de tegenstander, brengt dit twee punten op. Als één van de ploegen scoort in het open doel, levert dit telkens één punt op. Rond elk doel ligt een doelcirkel (diameter 6 meter) die ze niet mogen betreden. Als de bal buiten gaat, rolt de tegenstrever de bal terug in het veld. Bij een algemene fout krijgt de tegenploeg de bal. Als de bal in de doelcirkel gestopt wordt, krijgt de tegenpartij een strafschop.
Versie 2: Deel je leden in twee groepen in. Beide vormen samen de redactie van twee concurrerende kranten die zo snel mogelijk hun ochtendeditie willen vullen met exclusief nieuws. Bij het begin van het spel krijgen de groepen een leeg sjabloon van een krant. Ze krijgen ook een gsm waarop regelmatig berichtjes binnenkomen met daarop een locatie waar er iets gebeurd is. De groep die als eerste op die locatie aankomt en een opdracht vervult, krijgt exclusiviteit voor dat nieuwtje en is de enige die het in de krant mag publiceren. Bedoeling is om tegen het eind van de middag je krant zo vol mogelijk te krijgen. De krant mag ook aangevuld worden met eigen verzonnen nieuws. De leiding beslist dan of het nieuwtje de moeite is en of het in de krant mag blijven staan.
Wie zit er in de zetel?
Spelvormen voor kleine groepen
Leeftijdsgroep: +14
Aantal spelers: Minimum 4 Soort spel: Stadsspel Duur: 3 uur Groepsindeling: Eén groep Spel: De groep krijgt een zetel mee en een lijst opdrachten waarmee ze door de stad moeten trekken. Onderweg moeten ze ook verschillende mensen fotograferen in de zetel (bv. een nonnetje, twee Japanse toeristen, een sportclub, een mama met baby, kussende koppeltjes, een huisdier, BV …). Dit spel kan alle kanten uit, de zetel kan ook een rode draad zijn voor een groter spel.
Nachtkoers Leeftijdsgroep: +14 Aantal spelers: Minimum 6 Soort spel: Nachtspel Duur: 1,5 uur Groepsindeling: Twee groepen Spel: Doel van het spel is om per ploeg zoveel mogelijk punten en zo weinig mogelijk handtekeningen op de vakkenkaarten verzamelen. Dit spel wordt 's nachts gespeeld. Verdeel de groep in twee ploegen. Elke ploeg heeft twee nummer 1-spelers en een nummer 2-speler aanwezig. Elke ploeg zoekt een eigen kamp. Iedereen moet één 1-puntenkaart en zijn/haar vakkenkaart op zak hebben. Maak voldoende puntenkaarten met verschillende puntenaantallen op. De gewonnen vakkenkaarten worden zo vlug mogelijk in het kamp gelegd, zodat de personen van dezelfde
ploeg die hun vakkenkaart verloren, daar een nieuwe kunnen nemen. Taak 1-spelers: 1-spelers van de tegenpartij proberen te raken met een buisje en proppen. Wie geraakt werd, geeft zijn puntenkaart af en krijgt een handtekening van de schutter op de vakkenkaart. Deze handtekening kan verwijderd worden (met tippex) door een 2-speler wanneer die geraakt wordt. Taak 2-spelers: Deze spelers krijgen elk een beker met verf (andere kleur) en een zakje wattenbolletjes. Ze proberen 1-spelers (van de vijand) aan te gooien met een in de verf gedrenkt bolletje. Lukt dat, dan geeft de getroffen 1-speler al zijn puntenkaarten af en zet de 2-speler onmiddellijk drie handtekeningen op de vakkenkaart van de geraakte persoon.
Watervolleybal Leeftijdsgroep: +14 Aantal spelers: Minimum 4 Soort spel: Pleinspel Duur: 30 minuten Groepsindeling: Twee groepen Spel: We spelen in twee ploegen van twee of drie personen. Een speler van ploeg A staat aan de grenslijn van het veld. Daar liggen met water gevulde ballonnen. Een of twee andere spelers van A staan met een lege emmer aan de andere grenslijn. In het middenveld staat ploeg B opgesteld. Bij het startsein loopt een A-speler met een ballon tot aan het net en probeert de ballon over te gooien in de emmer. Dit kan verhinderd worden door ploeg B, die met borstelstelen de ballon probeert weg te kaatsen. Het doel is om zoveel mogelijk water over te brengen. Na tien à vijftien minuten wisselen de ploegen.