KSU2014 J A A R V E R S L A G
Colofon Het jaarverslag 2014 is een uitgave van de KSU. Tekstredactie: MareCom, Jacqueline Kuijpers, Breda Foto’s: KSU en KSU-scholen Reproductie: Revon Drukkerij BV, Leerdam
meer dan een basis
Katholieke Scholenstichting Utrecht Postbus 9001 3506 GA UTRECHT Telefoon: 030-2642080 E-mail: secretariaat@ksu-utrecht.nl www.ksu-utrecht.nl
Voorwoord College van Bestuur
Zoem... Terugkijkend op het afgelopen jaar behoort de presentatie van ons nieuwe strategische beleidsplan op 7 november zondermeer tot de hoogtepunten. Niet alleen vormde deze dag de kroon op het werk van iedereen die heeft bijgedragen aan de totstandkoming van het plan, het was ook een dag die ons deed beseffen dat onze kernwaarden ons écht op het lijf geschreven zijn. Rondlopend zagen we hoe het plezier van ieders gezicht afstraalde. Overal waren collega’s met elkaar in gesprek. Ze hadden aandacht voor elkaar, voor elkaars ideeën en ambities. ‘Hoe pak jij dit aan in de klas?’ Prachtig! Het deed mij denken aan een bijenkorf, met een aangename ‘buzz’ van bedrijvigheid. De truc is om die ‘buzz’ te behouden. Het thema van ons beleidsplan ‘De leerling blinkt uit’ lijkt eenvoudig, maar raakt wezenlijk de kern van onderwijs: kinderen kansen geven, op alle vlakken. Dat is een grote verantwoordelijkheid voor onze leerkrachten. Daarom vormen verdergaande professionalisering en gericht partnerschap belangrijke pijlers onder het beleidsplan. Onze faciliteiten en financiën zorgen ervoor dat we onze ambities waar kunnen maken. Kortom: Samen sterk voor onze leerlingen, onze KSU.
1
In dit jaarverslag kunt u lezen wat wij in 2014 hebben bereikt. Ook kijken we vooruit, naar 2015 en verder. Met het nieuwe strategische beleidsplan als wegwijzer zijn wij ervan overtuigd dat we een mooie route voor de boeg hebben, dwars door afwisselende landschappen, met her en der mooie vergezichten. Gaat u mee? College van bestuur Jan van der Klis en Carel Laenen
2
Inhoudsopgave 1. Inleiding
3
2. Ontwikkelingen in 2014
3
3. Organisatiestructuur 3.1 Raad van Toezicht 3.2 College van Bestuur 3.3 Centraal Management 3.4 Vier clusters van scholen 3.5 KSU en Stichting Beheerfonds KSU
5 5 5 5 5 7
4. Bestuur en medezeggenschap 4.1 College van Bestuur 4.2 Raad van Toezicht 4.3 Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
7 7 8 8
5. Bericht van de Raad van Toezicht
9
6. Strategisch Beleidsplan 2015-2019 ‘De leerling blinkt uit’
10
7. Onderwijs en kwaliteit 11 7.1 Inspectie van het Onderwijs 11 7.2 Accenten in het jaarplan onderwijs 12 7.3 Identiteit 14 7.4 Kwaliteitsmanagement en kwaliteitszorg 15 8. Personeel 16 8.1 Accenten uit het jaarplan 16 8.2 Verzuimbeleid 19 8.3 Verzuimgegevens 19 8.4 Vervangingsbeleid 21 8.5 Arbo 21 8.6 Personeel in cijfers 21
9. Communicatie 24 9.1 SBP Conferentie ‘De leerling blinkt uit’ 24 9.2 Werkgroep Profilering 24 9.3 Communicatiemiddelen 24 9.4 Bindingsacties 25 10. Accommodatie en facilitaire zaken 25 10.1 Onze gebouwen 25 10.2 Verbouwing en vernieuwing 26 10.3 Onderhoud 26 10.4 Duurzaamheid 26 10.5 Technische Dienst 26 11. Financieel beleid 27 11.1 Bekostigingsgrondslag 27 11.2 Formatieplaatseenheden 28 11.3 Financiële positie op de balansdatum 28 11.4 Resultaat verslagjaar KSU enkelvoudig 30 11.5 Investeringen, financiering en treasurybeleid 30 11.6 Het Beheerfonds 31 12. Vooruitzichten 2015
32
13. Meerjaren perspectief en continuïteit 13.1 Meerjarenbegroting KSU enkelvoudig 13.2 Balans en kengetallen in meerjarenperspectief 13.3 Risico’s en het risicobeheersings- en controle systeem
34 34 36 38
14. Woord van dank
39
15. Accountantsverklaring 40 16. Financiële bijlagen
42
1.
Inleiding
Met 665 medewerkers verzorgde de Katholieke Scholenstichting Utrecht (KSU) in 2014 het onderwijs aan ruim 6.200 kinderen verdeeld over 24 katholieke basisscholen in de stad Utrecht. In dit jaarverslag kijken we terug op de ontwikkelingen op onze scholen, binnen ons bestuur en personeelsbestand en op onze nieuw- en verbouwprojecten. Tegelijk bieden we zicht op onze plannen en verwachtingen voor 2015 en de jaren daarna. Ook de medewerkers zelf komen aan het woord: Waar zijn zij trots op? Wat zijn hun verwachtingen en wensen voor de toekomst? In ons jaarverslag leggen we een koppeling tussen inhoud en cijfers en wordt de jaarrekening 2014 gepresenteerd. Deze is opgesteld door het bureau OSG en gecontroleerd door accountantskantoor PriceWaterhouseCoopers Accountants N.V. We voegen in dit verslag de jaarrekeningen samen (consolidatie) van de Katholieke Scholenstichting Utrecht en van de Stichting Beheerfonds KSU. Het jaarverslag heeft vooral betrekking op de Katholieke Scholenstichting Utrecht in totaliteit.
2.
Ontwikkelingen in 2014
3
In dit jaarverslag gaan we uitgebreid in op de ontwikkelingen in 2014. Enkele daarvan lichten we er hier alvast uit. Strategisch Beleidsplan In 2014 is ons nieuwe Strategisch Beleidsplan 20152019 gepresenteerd: ‘De leerling blinkt uit’. Het plan is tot stand gekomen in een intensief proces van samenwerking, waaraan leerkrachten, GMR-leden, schoolleiders en clusterdirecteuren deelnamen. In november konden alle medewerkers en partners van de KSU kennisnemen van de nieuwe ambities en activiteiten tijdens een groot opgezette conferentie in ‘De Fabrique’. Onderwijs en kwaliteit De implementatie van het kwaliteitszorgsysteem Integraal heeft een grote impuls gegeven aan het opbrengstgericht werken. Integraal is namelijk gekoppeld aan het leerlingvolgsysteem ParnasSys van de scholen. In augustus 2014 is geconstateerd dat opbrengstgericht werken succesvol ingevoerd en geborgd is. Talentontwikkeling was en is een belangrijk onderwerp. Hoe herken je cognitief getalenteerde leerlingen? En hoe bied je hen uitdagend onderwijs? Ondersteund door Novilo (Talentonderwijs in de praktijk) hebben veertien KSU-scholen met succes een ontwikkeling ingezet die hen handvatten biedt bij het formuleren van een eigen antwoord op deze vragen. Het fulltime onderwijs aan hoogbegaafden is binnen De Spits verder geïntegreerd met het reguliere onderwijs. Voor de locatie De Binnentuin is gekozen voor een aparte school
school: Hof ter Weide wijk: Leidsche Rijn aantal leerlingen: 440 aantal medewerkers: 31 Aan het woord: Megan van Leeuwen, leerkracht groep 4 en bouwcoördinator onderbouw en Taniya Haar, leerkracht groep 8 en bouwcoördinator bovenbouw “In 2014 vierden wij ons tienjarig bestaan. Van een klein schooltje in een bijgebouw zijn we uitgegroeid naar een dynamische school met 451 leerlingen. Dit feestelijke jaar zijn we gestart met een heus circus. Na een dag oefenen kregen alle leerlingen een rol in de circusvoorstelling. Als afsluiting van dit jubileumjaar vierden we een feest in de stijl van de Parade. Daarbij lieten leerlingen van alle klassen hun talenten zien! In 2015 willen wij de ingezette veranderingen borgen, zoals het DIM-model (directe instructie model), IPC (International Primary Curriculum) en opbrengstgericht werken. Ook willen wij onze visie op talentonderwijs aanscherpen en de uitvoering in de praktijk doelgerichter maken. Bij dit proces vormen ouders een onmisbare denktank.”
4
voor hoogbegaafde leerlingen, met een eigen naam en schoolleider. In 2014 hebben alle KSU-scholen in verband met de wet passend onderwijs een schoolondersteuningsprofiel gedefinieerd. Dit profiel is door het bestuur vastgesteld. Tot slot stond ook ouderbetrokkenheid hoog op de agenda. Ofwel: hoe geven we binnen de KSU vorm aan educatief partnerschap? Educatief partnerschap betekent een wederzijdse betrokkenheid van ouders en school om optimale omstandigheden te creëren voor de ontwikkeling en het leren van kinderen, thuis en op school. KSU-scholen gaan met ouders in gesprek en werken zoveel mogelijk met hen samen. Zo stimuleren zij onderwijsondersteunend gedrag van ouders. Op deze manier worden gezamenlijk voorwaarden gecreëerd om de leerling uit te laten blinken. Personeel Het afgelopen jaar heeft een aanbestedingsprocedure geleid tot samenwerking met een nieuw administratiekantoor a/s WORKS. De laatste maanden van het jaar hebben we gebruikt om deze samenwerking inhoudelijk vorm te geven. In 2014 is de pilot rondom het vervangingsbeleid binnen de KSU positief geëvalueerd. Op basis hiervan is besloten deze voort te zetten in een duurzame samenwerking. Tot slot zijn in de nieuwe cao primair onderwijs 2014 een groot aantal wijzigingen opgenomen die van invloed zijn op de organisatie van de KSU en ook direct gevolgen hebben voor de medewerkers. In 2014 is
een start gemaakt met de uitvoering van de in de cao opgenomen richtlijnen, waarbij de GMR en het werkveld zijn betrokken. Communicatie In november 2014 is de conferentie ‘De leerling blinkt uit’ georganiseerd. Maar liefst 95% van de personeelsleden heeft genoten van een sprankelende dag. Via een aparte website konden medewerkers zich inschrijven voor diverse workshops. Zij werden op de hoogte gehouden via het personeelsblad KSU-breed, het Kaapjournaal en Facebook. Voor de in 2015 te bouwen website van de KSU is onderzoek gedaan naar verschillende webbouwers. De klankbordgroep, bestaande uit de staffunctionaris pr & communicatie, schoolleiders, i-coaches en een clusterdirecteur, heeft zijn voorkeur uitgesproken voor een webbouwer die een ouderportaal integreert in de website. Accommodatie In 2014 zijn twee nieuwe gebouwen opgeleverd: De JazzSingel en de Marcusschool. De Ludgerschool aan de Van Hoornekade is uitgebreid met een klaslokaal en een speellokaal. Financiën en formatie In het verslagjaar is de KSU overgestapt naar een ander verdeelmodel voor de formatiebudgetten: van een model in formatieplaatsen naar een model in geld. Dit is een complexe overgang, die we nog een schooljaar (2014-2015) schaduwdraaiend volgen.
De onverwachte extra budgetten die de minister eind 2013 toekende, zorgden in het vorige boekjaar voor een hoog positief resultaat. De Raad van Toezicht heeft daarop het College van Bestuur aanbevolen om in 2014 € 700.000 extra te besteden, om op diverse plaatsen in de organisatie een kwaliteitsimpuls te geven. Een andere belangrijke financiële verandering per 1 januari 2015 was de overheveling van de financiële middelen voor het buitenonderhoud door het Rijk naar de besturen. De KSU heeft beleid ontwikkeld op deze zogenaamde doordecentralisatie en een voorziening getroffen.
3.
Organisatiestructuur
3.1
Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht heeft als belangrijkste taak toe te zien op de wijze van werken van het College van Bestuur. Daarnaast is de Raad werkgever en strategisch adviseur van het College van Bestuur. De Raad van Toezicht bestond in 2014 uit de volgende leden: Voorzitter: Vice-voorzitter: Lid: Lid: Lid:
3.2
mevrouw P.M.L. Ykema de heer J.A.E. Vogel mevrouw P. Corsten de heer G.M. Dijkstra de heer A. Mourik
College van Bestuur
Het College van Bestuur is het bevoegd gezag van de KSU en van de Stichting Beheerfonds KSU en geeft leiding aan de organisatie. De samenstelling van het College van Bestuur is in 2014 onveranderd en zag er als volgt uit: Voorzitter: de heer J. van der Klis Lid: de heer C.M.M. Laenen
3.3
Centraal Management
Het Centraal Management wordt gevormd door de clusterdirecteuren en de manager bedrijfsvoering. Iedere clusterdirecteur heeft naast zijn of haar managementtaak ook een KSU-brede portefeuille, zoals Personeel, Onderwijs en Accommodatie en facilitaire zaken. Als portefeuillehouder bereidt hij/zij beleid voor en is verantwoordelijk voor de uitvoering ervan. De manager bedrijfsvoering is verantwoordelijk voor
5
de portefeuille Financiën en formatie, inkoop en ICT. Zij houdt zich bezig met planning en control en de bedrijfsvoering van het bestuursbureau.
3.4
Vier clusters van scholen
De Katholieke Scholenstichting Utrecht is de koepel boven 24 basisscholen. De scholen worden verdeeld over vier clusters aangestuurd. Cluster A: Brinnummer: Clusterdirecteur de heer M. Domela N.N. St. Jan de Doperschool 15WG Gertrudisschool 15WG De Ariënsschool 15DK De Zeven Gaven 15PD De Spits 15MP Het Schateiland 15RL Cluster B: Clusterdirecteur mevrouw J. Dekker De Pijlstaart 16DH De Kameleon 16UO Villa Nova 16UO De Carrousel 09VY Ludgerschool 16AF St. Maartenschool 06UJ SBO De Binnentuin 06UJ Cluster C: Clusterdirecteur de heer J. van Zoelen St. Dominicusschool 06OY Johannesschool 08KK St. Paulusschool 14ZJ Marcusschool 06GN Mattheusschool 06GN
school: Zeven Gaven wijk: Kanaleneiland-Noord aantal leerlingen: 222 aantal medewerkers: 29 Aan het woord: Waldo Schoonderwoerd, VVE- en onderbouwcoördinator “Ik ben er trots op dat investeringen in nieuwe methoden, scholing en iPads ervoor zorgen dat we een mooie, stijgende lijn zien in de prestaties van kinderen op vrijwel alle vakgebieden. Dankzij de iPad kunnen kinderen nog meer op hun eigen niveau functioneren en werken ze aan de vaardigheden die zij nodig hebben in de maatschappij van nu en straks, zoals kritisch denken en ict-geletterdheid. Ik ben ook trots op onze ouderbetrokkenheid. MR en OR zijn goed bezet, ouders doen de hoofdluiscontrole, er zijn overblijfmoeders, we hebben goed bezochte koffieochtenden, we gaan starten met klassenouders. Wij geloven erin dat deze ontwikkeling zich als een olievlek verder gaat verspreiden. Dit komt niet alleen de kinderen ten goede: enthousiaste ouders zijn de beste ambassadeurs die wij ons kunnen wensen. ‘Samen’ gaan wij verder op de ingeslagen weg!”
Cluster D: Clusterdirecteur mevrouw J. van Maanen De Achtbaan 27CL Hof ter Weide 28AW Op De Groene Alm 30JR De JazzSingel 28AW-01 De Notenboom 17ZL Montessorischool 13RS Onder De Bogen (in voorbereiding) Elk cluster heeft een clusterdirecteur met een integrale verantwoordelijkheid. Elke school heeft één of een duo van schoolleiders. Zij houden zich bezig met de dagelijkse gang van zaken op de school. Hun primaire taak is de zorg voor de inhoud en kwaliteit van het onderwijs en de personeelsontwikkeling. De verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen schoolleider en clusterdirecteur staat beschreven in het schema Taken, Verantwoordelijkheden en Bevoegdheden (TVB). Dit is het managementstatuut van de KSU. In 2014 voerde OSG (Onderwijs Service Groep) de administratieve werkzaamheden van de organisatie uit. OSG is verantwoordelijk voor de financiële, de personeels-, en salarisadministratie.
Raad van Toezicht
College van Bestuur
Schematische weergave organisatiestructuur per 1 augustus 2014:
6
Voorzitter CvB
Lid CvB
portefeuille: • financiën en formatiezaken • accommodatie- en facilitaire zaken • communicatie
GMR
portefeuille: • personeel en organisatie • kwaliteit • onderwijs
Staf
communicatie
Centraal Management Manager Bedrijfsvoering met portefeuille financiën en formatiezaken, inkoop, ICT
Staf
financiën en formatiezaken, inkoop, ICT
Clusterdirecteur A met portefeuille personeel en organisatie, kwaliteit
Staf
personeel en organisatie, kwaliteit
6 scholen 7 locaties De Spits
schoolleider
St. Jan de Doper
Clusterdirecteur B met portefeuille onderwijs, ICT ond.
Staf
onderwijs, ICT ond.
7 scholen 8 locaties Villa Nova
schoolleider
Kameleon
Clusterdirecteur C met portefeuille accommodatie- en facilitaire zaken
Staf
accommodatieen facilitaire zaken
5 scholen 8 locaties Johannes
schoolleider - Pagodedreef 4 - Pagodedreef 49
schoolleider
schoolleider
Gertrudis
de Pijlstaart Ludger
schoolleider
Ariëns
schoolleider
schoolleider - Bonifaciusstraat - Van Hoornekade
Zeven Gaven
Carrousel
schoolleider - Amaliadwarsstraat - Waalstraat
schoolleider
schoolleider
schoolleider
Het Schateiland
SBO Sint Maarten
schoolleider
schoolleider
SBO De Binnentuin schoolleider
Clusterdirecteur D
Secretariaat
8 scholen 9 locaties Achtbaan
duoschoolleiders
Montessori
Marcus
duoschoolleiders
schoolleider - Palaesstraat - Schoolplein
Mattheus
De Notenboom
St. Paulus
Hof ter Weide
schoolleider - van Bemmelenlaan - Wevelaan
St. Dominiscus
schoolleider - Händelstraat - Everard Meijsterlaan
schoolleider
duoschoolleiders
Op De Groene Alm duoschoolleiders
De JazzSingel schoolleider
Onder De Bogen Haarrijn
3.5
KSU en Stichting Beheerfonds KSU
De rechtspersoonlijkheid van het bevoegd gezag van de KSU is een stichtingsvorm met bestuursnummer 77195. De KSU is op 10 maart 1971 opgericht en is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Utrecht onder dossiernummer 41177625.
4.
Het College van Bestuur en de Raad van Toezicht van de Stichting Beheerfonds KSU hebben dezelfde samenstelling als die van de KSU.
7
De KSU werkt volgens de code Goed Bestuur van de PO-raad.
4.1 Op 28 december 1989 is de Stichting Beheerfonds KSU opgericht en ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Utrecht onder dossiernummer 41183964. De bedoeling van de Stichting Beheerfonds KSU is het bevorderen van de doelstelling van de KSU. Het Beheerfonds bereikt dit doel onder meer door het zelfstandig beheren en beleggen van vermogen en het verwerven van roerende en onroerende goederen conform het treasurybeleid van de KSU.
Bestuur en medezeggenschap
College van Bestuur
Het College van Bestuur (CvB) vergadert wekelijks gedurende het schooljaar. Afhankelijk van de onderwerpen die op de agenda staan, schuiven clusterdirecteuren, manager bedrijfsvoering en/ of stafmedewerkers aan bij (een deel van) deze bestuursvergaderingen. De genomen besluiten worden vastgelegd in de besluitenlijst. Hieronder is een selectie opgenomen van de besluiten per portefeuille. Besluiten betreffende de portefeuille Onderwijs –– Vaststellen beleid educatief partnerschap –– Vaststellen van door de scholen ontwikkelde schoolondersteuningsprofielen –– Start twee nieuwe scholen met VVTO (Montessori en De Spits) –– Implementeren van het beleid cognitief getalenteerde kinderen op alle scholen (minimaal Novilo fase 3) –– Verlengen van de pilot ‘Professional Development School’ –– Start eerste tranche scholen binnen het nieuwe cultuureducatiebeleid –– Besluit scholen de ruimte te geven op te gaan voor het ‘excellente school predicaat’ Besluiten betreffende de portefeuille Kwaliteit –– Verdere uitrol van het kwaliteitszorgsysteem Integraal –– Ontwikkelen van een bestuurskwaliteitsrapportage
school: Mattheus wijk: Overvecht aantal leerlingen: 182 aantal medewerkers: 20 Aan het woord: Digna Verhagen, bouwcoördinator en leerkracht “Dit jaar is de sfeer op het schoolplein enorm verbeterd. De leerlingen doen spelletjes en houden zich aan de spelregels. Het gaat er gezellig en eerlijk aan toe. Ze hebben respect voor elkaar en er wordt niet gescholden. Om dit te bereiken hebben we het schoolplein aangepakt, maar ook met leerlingen gepraat en concreet geoefend: ‘Hoe speel je een spel op een goede manier?’ Leerlingen zijn nu blij, vrolijk en in beweging als ze buiten spelen. Daardoor komen ze zonder frustraties weer naar binnen en wanneer onze leerlingen blij zijn, zijn wij ook blij! In 2015 willen wij ook in de kleutergroepen opbrengstgericht gaan werken. Daarbij is het belangrijk dat leerkrachten weten wat goede activiteiten zijn om in te plannen en hoe je de ontwikkeling van kinderen observeert tijdens de uitvoering van de activiteit. Zo maken wij een begin met een duurzame verandering.”
8
Besluiten betreffende de portefeuille Personeel en Organisatie –– Voorlopige keuze voor het basismodel (volgend uit de nieuwe cao) –– Beleidsvaststelling betreffende de inrichting van de 40-urig werkweek (volgend uit de nieuwe cao) –– Implementatie nieuw mobiliteitsbeleid –– Herinrichting indiensttredingsproces –– Benoeming nieuwe schoolleider St. Jan de Doperschool –– Inbesteding personeelsadministratie –– Duurzame voortzetting samenwerking met ASA –– Vaststelling functiebeschrijving van de ‘groepsleerkracht LB (excellent)’ Besluiten betreffende de Identiteit –– Fusie Vereniging Katholiek Onderwijs (VKO) met de Protestants Christelijke Besturenraad ‘Verus’ Besluiten betreffende de portefeuille Communicatie –– Verspreiding Kaapjournaal onder alle medewerkers in plaats van alleen onder de schoolleiding –– Naamgeving nieuwe school in Leidsche Rijn Centrum: ‘Katholieke basisschool Onder De Bogen’ –– Ondersteuning van organisatiebureau PINO bij organisatie conferentie ‘De leerling blinkt uit’ –– Programma van de conferentie ‘De leerling blinkt uit’ op 7 november 2014 –– Het (zakboekje) Strategisch Beleidsplan 2015-2019 –– Begeleiding door ‘Scholen met Succes’ bij het concretiseren van schoolprofielen en KSU-merk
Besluiten betreffende de portefeuille Accommodatie en facilitaire zaken –– Bouw tweede locatie Ludgerschool op de Van Hoornekade –– Wisseling architect Onder De Bogen –– Renovatie Waalstraat - Gertrudis Besluiten betreffende de portefeuille Financiën en Formatie –– Jaarverslag 2013 –– Besteding extra € 700.000,- investeringen –– Bestuursformatieplan 2014-2015 –– Begroting 2015 –– Meerjarenbegroting 2014-2018 –– Het onderbrengen van de financiële administratieve dienstverlening en salarisadministratie bij a/s Works Outsourcing en op termijn inbesteden van deze administratie Besluiten betreffende de Bedrijfsvoering –– Aanbesteding administratie bij a/s Works Outsourcing. –– Verlenging overeenkomst Station to Station (hardware en ondersteuning). –– Oversluiten elektra- en gasaansluitingen via ‘Energie voor Scholen’ Besluiten betreffende de Strategie –– Verdergaande samenwerking met Kathedrale Koorschool –– Vaststellen van strategische Beleidsplan 2015-2019 en presenteren ervan op conferentie –– Oprichting Vereniging voor Schoolbesturen met HoogBegaafdenonderwijs (VSHB)
–– Handhaving model ‘clusterdirecteur met portefeuille’ naar aanleiding van het rapport ‘wie heeft mijn portefeuille’ van BMC Advies
4.2
Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht (RvT) kwam in 2014 acht keer in vergadering bijeen met het CvB. Het betrof vijf reguliere vergaderingen, twee themabijeenkomsten en een zelfevaluatie. In de reguliere vergaderingen bespreekt de RvT op hoofdlijnen het beleid zoals dat door de CvB is vastgesteld. Een aantal besluiten van het CvB is onderworpen aan goedkeuring door de RvT, zoals de vaststelling van de begroting 2015 en van de jaarrekening 2013.
4.3
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) bestond in 2014 uit tien leden: zes personeelsleden en vier ouders. De GMR heeft in 2014 vijf keer vergaderd met het College van Bestuur en vijf keer zonder het College. De GMR heeft daarbij haar goedkeuring gegeven aan: –– Verkiezingen organiseren ten behoeve van afgevaardigden voor de Ondersteuning Plan Raad (OPR) –– Overgang van het Fpe–model naar het geldmodel –– Functieomschrijving voor excellente leerkracht –– Eindevaluatie van de samenwerking met ASA –– Het nieuwe SBP 2015 – 2019
5.
Bericht van de Raad van Toezicht
De KSU heeft in 2014 veel tijd en aandacht besteed aan de ontwikkeling van het strategisch beleidsplan 20152019. College van Bestuur, management, leerkrachten van verschillende scholen en wij als Raad van Toezicht hebben ons ingespannen om een uitdagend strategisch beleidsplan voor de komende jaren neer te leggen. Het SBP ‘De leerling blinkt uit’ bevat diverse thema’s waarop de KSU zich verder wil ontwikkelen. Voor de Raad van Toezicht is dit plan een belangrijke basis voor toezicht. Steeds opnieuw moet immers de vraag gesteld worden: zijn we in staat (geweest) de in het strategisch plan gestelde doelen te realiseren? In 2014 is de Raad van Toezicht zes keer in vergadering bijeen geweest. Twee vergaderingen waren themabijeenkomsten. Hierin hebben we aandacht besteed aan de thema’s ‘personeel en personeelsbeleid’ en ‘identiteit’. Voor ons was het boeiend en leerzaam om te ervaren hoe een ingewikkeld thema als identiteit in en met teams binnen de KSU bespreekbaar gemaakt wordt. De Raad van Toezicht heeft de taak en verantwoordelijkheid invulling te geven aan drie rollen, die van toezichthouder, werkgever en sparringpartner. In de rol van toezichthouder hebben we de meerjarenbegroting 2014- 2019, de begroting 2015, het jaarverslag en de jaarrekening van 2013 goedgekeurd. In de rol van werkgever hebben we met de voorzitter en het lid van het College van Bestuur een functioneringsgesprek gehouden en later een voortgangsgesprek. Tot slot hebben we in de rol van sparringpartner met het College van Bestuur van
9
gedachten gewisseld over zaken als het strategisch beleidsplan, de ontwikkeling van een beleidsrijkere begroting, de verbetering van de periodieke financiële voortgangsrapportages, passend onderwijs en Leonardo Onderwijs. De Raad van Toezicht kent een rooster van aan- en aftreden. In 2014 is de heer Mourik toegetreden als lid van de Raad van Toezicht. Hij is lid geworden van de auditcommissie van onze Raad. In onze laatste vergadering van 2014 hebben we afscheid genomen van de heer Vogel, vicevoorzitter. Hij is opgevolgd door mevrouw Van den Berg. Verslag auditcommissie De auditcommissie heeft advies uitgebracht aan de Raad van Toezicht over de volgende onderwerpen: – (meerjaren)begroting – jaarrekening – tussentijdse financiële rapportages – herbelegging middelen De auditcommissie heeft de meerjarenbegroting 20142018 en de begroting over 2014 intensief besproken met de voorzitter van het College van Bestuur en de manager bedrijfsvoering. Dit diende twee doelen: (1) advisering van de leden van de Raad van Toezicht en (2) in samenspraak met het College van Bestuur tot een steeds beleidsrijkere begroting te komen. Naar aanleiding van dit overleg heeft de auditcommissie een positief advies uitgebracht, omdat de voorliggende begrotingen inderdaad beleidsrijker waren. Ten aanzien van de jaarrekening heeft de auditcommissie vooroverleg gevoerd met de externe accountant. Uit de controlewerkzaamheden zijn geen
school: Villa Nova wijk: Utrecht-West (Nieuw-Engeland) aantal leerlingen: 246 aantal medewerkers: 25 Aan het woord: Marijke van Bijlevelt, onderbouwcoördinator “Onze school is de afgelopen jaren hard gegroeid. Ouders kiezen voor ons omdat zij tevreden zijn over de gemengde populatie, de opbrengsten en de toegankelijkheid als buurtschool. We werken dan ook intensief samen met de buurt. Nieuw is dat we een protocol rondom begaafdheid hebben vastgesteld, met eerste en tweede leerlijnen. In de wijk wordt een Brede School Academy opgericht, waarvoor ook onze getalenteerde leerlingen zijn aangemeld. Verder organiseren we veel sportactiviteiten, waardoor onze leerlingen nog beter leren samenwerken en op elkaar vertrouwen. Zo krijgen ook sportieve talenten de kans om uit te blinken! In 2015 krijgt het cultuuronderwijs een belangrijke plek. Doordat de school zo populair geworden is, zijn we aan het nadenken hoe we alle leerlingen op verantwoorde wijze kunnen huisvesten. Onze leerlingen hebben voldoende ruimte nodig om zich te kunnen ontwikkelen.”
10
bijzonderheden naar voren gekomen. De goedkeurende verklaring van de accountant behoefde dan ook geen nadere toelichting van de auditcommissie. In intensieve vergaderingen met het College van Bestuur en de manager bedrijfsvoering is veel aandacht besteed aan de inhoud en vorm van periodieke tussentijdse financiële rapportages. Het resultaat is dat de rapportages nu beter inzicht bieden in verschillen tussen realiteitscijfers en begrotingscijfers en in afwijkingen tussen begrotingscijfers en de prognoses (zijnde aan de realiteit aangepaste begrotingen). De aangepaste rapportages zijn dus kwalitatief verbeterd; de auditcommissie heeft ook hierin positief kunnen adviseren. Het College van Bestuur heeft de auditcommissie een voorstel gedaan omtrent de herbelegging van vrijkomende gelden, gebaseerd op offertes van drie banken. De auditcommissie heeft het voorstel na bespreking met de voorzitter van het College van Bestuur en de manager bedrijfsvoering overgenomen. Verslag commissie onderwijs en kwaliteit In 2014 heeft de Raad van Toezicht de commissie onderwijs en kwaliteit ingesteld. De Raad sluit hiermee aan op (landelijke) ontwikkelingen met betrekking tot de aanscherping van haar rol. De Raad is immers niet alleen verantwoordelijk voor toezicht op het financiële reilen en zeilen van de organisatie, maar ook voor de kwaliteit die de organisatie levert. De commissie onderwijs en kwaliteit spreekt inhoudelijke thema’s voor met het College van Bestuur en adviseert de Raad van Toezicht.
Verslag remuneratiecommissie Als werkgever van het College van Bestuur benoemt en ontslaat de Raad van Toezicht de leden en voert functioneringsgesprekken. De remuneratiecommissie heeft ook dit jaar deze gesprekken gevoerd en afspraken gemaakt met de voorzitter en het lid van het College over de aandachtspunten en te realiseren doelen voor 2015.
6.
SBP 2015-2019 ‘De leerling blinkt uit’
Het nieuwe strategisch beleidsplan 2015-2019 is een feit: ‘De leerling blinkt uit’. Aan de presentatie van het plan in november 2014 is een traject van intensief onderzoek en overleg vooraf gegaan. Het begon in het najaar van 2012 met de algemene planvorming. De organisatie werd hierbij begeleid door Van Beekveld & Terpstra. In het jaar daarna is veel tijd en energie besteed aan de zogeheten externe en interne verkenningen en het maken van een SWOT-analyse. Daaruit is eind 2013 de centrale slogan gedestilleerd die luidt: ‘De leerling blinkt uit’. Vervolgens zijn de vijf thema’s benoemd die ieder voor zich en in hun samenhang eraan gaan bijdragen dat de KSU deze slogan gaat waarmaken. Deze thema’s zijn: –– Profilering –– Pijlers voor talentonwikkeling –– Professionalisering –– Professionele cultuur –– (Gericht) Partnerschap Begin 2014 zijn vijf werkgroepen bestaande uit leerkrachten, GMR-leden, schoolleiders en clusterdirecteuren aan de slag gegaan om deze thema’s uit te werken in ambities en activiteiten. Bijzonder was dat alle KSU-medewerkers via een afgeschermde groep binnen Facebook de mogelijkheid hadden om met de werkgroepen mee te denken en te discussiëren. De helft van hen heeft daar gebruik van gemaakt. In april verscheen de eerste versie van het SBP. Deze is besproken met en van commentaar voorzien door de schoolleiders tijdens een studiedag in mei. De herziene versie is vlak voor de zomer in concept vastgesteld
door het College van Bestuur. Na de zomer volgden de formele goedkeuring van het plan door de Raad van Toezicht en de instemming door de GMR. Parallel aan dit traject werd, samen met evenementenbureau ‘Pino’, gewerkt aan de voorbereiding van de KSU-conferentie ‘De leerling blinkt uit’, die op 7 november in ‘De Fabrique’ werd georganiseerd voor alle medewerkers en partners van de KSU. Op de conferentie werden de hoofdlijnen van het strategisch beleidsplan gepresenteerd. Daarnaast was het voor het bestuur een mooi aangrijpingspunt om medewerkers aan de KSU te binden, hen te inspireren en een hele leuke dag te bezorgen. Die missie is geslaagd. Rob Kamphues was de bevlogen presentator van deze dag, die inspirerende sprekers als Brian Farley mocht aankondigen en zandkunstenaar Gert van der Vijver die op betoverende wijze de thema’s van het SBP tot leven bracht. Gregor Bak zorgde voor de muzikale afsluiting. Deelnemers hebben de conferentie beoordeeld met een gemiddelde van een 8,2. De thema’s van het SBP zijn zeer goed en duidelijk geland. We kijken hier dan ook met heel veel voldoening op terug! De komende jaren is het SBP de leidraad voor onze beleidsvorming. Middels het benoemen en uitvoeren van concrete activiteiten werken we KSU-breed en binnen de scholen aan de realisatie van de themaambities.
7.
Onderwijs en kwaliteit
7.1
Inspectie van het Onderwijs
De Inspectie van het Onderwijs ziet er op toe dat alle leerlingen onderwijs krijgen van voldoende kwaliteit. Bij het beoordelen van de onderwijskwaliteit maakt de inspectie gebruik van een toezichtkader. Dit kader is in nauwe samenspraak met vertegenwoordigers uit het onderwijsveld ontwikkeld. Er staat in hoe de Inspectie werkt, wat precies beoordeeld wordt en wanneer het onderwijs van voldoende kwaliteit is. Zo weten scholen en besturen wat ze van (het toezicht van) de Inspectie kunnen verwachten. Het toezicht van de Inspectie is risicogericht: ieder jaar bekijkt de inspectie met behulp van een risicoanalyse of er aanwijzingen zijn dat een school wellicht onvoldoende kwaliteit levert. Op basis van deze risicoanalyse vindt er jaarlijks een gesprek plaats tussen de Inspecteur van het Onderwijs en het College van Bestuur. Dit jaar zijn de volgende zaken besproken: –– De voortgang van het implementatieproces van het kwaliteitszorgsysteem Integraal en de doelstelling dat hierdoor kwaliteitszorg planmatig en betekenisvol verloopt en leidend is voor de evaluatie van het onderwijsleerproces op alle KSU-scholen. De verwachting is uitgesproken dat, mede door Integraal, de kwaliteitszorg op alle scholen voldoet aan de gestelde eisen. –– De stand van zaken en de prognose met betrekking tot de start van nieuwe scholen in Leidsche Rijn centrum (Onder De Bogen) en Haarrijn. –– De stand van zaken met betrekking tot de bestaande samenwerking met de Kathedrale Koorschool.
11
school: De Carrousel wijk: Zuilen aantal leerlingen: 108 aantal medewerkers: 15 Aan het woord: Kimberly de Roode, leerkracht groep 7 en bovenbouwcoördinator “Kinderen en ouders voelen zich welkom op onze kleinschalige school. Dat heeft te maken met de filosofie van de Vreedzame School en ons team hardwerkende mensen. Samen zorgen wij ervoor dat er een goed pedagogisch klimaat heerst. Met onze kleine club blijven we ons ontwikkelen. Met vallen en opstaan proberen wij alle initiatieven en veranderingen die vanuit de overheid de school binnenkomen een plekje te geven in ons onderwijs. Wij kijken uit naar ons nieuwe gebouw dat in de zomer van 2015 geopend zal worden. Met alle moderne faciliteiten kunnen we het onderwijs nog beter vormgeven. Er wordt ook een ouderlokaal ingericht, waar we activiteiten organiseren om de ouderparticipatie te versterken. Verder gaan wij in 2015 voor techniek en Engels: onze leerlingen krijgen vanaf groep 1 Engelse lessen en voor techniek wordt schoolbreed een leerlijn opgezet, zodat dit een vaste plek krijgt in ons onderwijsprogramma.”
12
–– Het veranderend karakter van het toezicht door de Inspectie. De ontwikkeling van risicogericht toezicht naar gedifferentieerd toezicht krijgt gestalte door gerichte feedback aan elkaar te geven en door actieve openbaarmaking van een kwaliteitsprofiel en -oordeel. Om dit gedifferentieerde toezicht mogelijk te maken wordt gezocht naar een nieuwe balans in het verzamelen van informatie door de Inspectie en de scholen zelf. Het kwaliteitszorgsysteem Integraal speelt hier een belangrijke rol in. De KSU start hiervoor een pilot op in het voorjaar van 2015. In de komende Inspectiebezoeken op verschillende scholen wordt deze werkwijze uitgeprobeerd. Daarnaast spreekt de Inspecteur met alle clusterdirecteuren over de scholen in hun cluster. Besproken is dat de nieuw gestarte school De JazzSingel in 2015 het eerste kwaliteitsonderzoek krijgt. Naar verwachting zal dan ook het basisarrangement aan deze jongste school van de KSU worden toegekend. Alle andere KSU-scholen hebben wederom een basisarrangement verkregen en behouden. Onze ambitie is om dit duurzaam zo te houden en de kwaliteit constant hoog te houden. Acht scholen hebben goed gescoord op de Cito-eindtoets van 2014, zes scoorden voldoende en zes onvoldoende. De Paulusschool heeft in 2014 het predicaat excellent ontvangen.
7.2
Accenten in het jaarplan onderwijs
De ambities van het bestuursakkoord en de daarmee samenhangende ontwikkelingen zijn dit jaar leidend geweest voor de projecten in het jaarplan onderwijs. Het nieuwe Strategisch Beleidsplan was immers nog in
ontwikkeling en het vorige was in 2013 afgesloten. Er is aan de volgende thema’s planmatig gewerkt: Scholen werken opbrengstgericht Het eind 2012 vastgestelde beleid werd in 2013 geïmplementeerd in de scholen en is in 2014 geborgd. Dit betekent dat leerkrachten doelgericht werken aan het maximaliseren van de prestaties van de kinderen. De implementatie van het kwaliteitszorgsysteem Integraal heeft hieraan een grote impuls gegeven. Integraal is namelijk gekoppeld aan het leerlingvolgsysteem ParnasSys. Hierdoor hebben scholen de beschikking over en inzicht in de leeropbrengsten van hun school, en kunnen zij de evaluatie van het onderwijsleerproces betekenisvol vormgeven. Gericht onderwijsaanbod voor cognitief talentvolle en hoogbegaafde leerlingen De KSU heeft veel kennis en ervaring vergaard op het gebied van onderwijs aan cognitief talentvolle leerlingen en aan hoogbegaafde leerlingen. Onze ambitie is om deze kennis en ervaring bestuursbreed verder te ontwikkelen en in te zetten. Wij streven ernaar dat alle KSU-scholen deze doelgroep goed kunnen bedienen met een (hoog) basisniveau van onderwijs. In het voorjaar van 2013 hebben wij Novilo (adviesbureau op het gebied van onderwijs aan cognitief getalenteerde en hoogbegaafde kinderen) verzocht een inventarisatie te maken van wat onze scholen meer- en hoogbegaafde leerlingen kunnen bieden. Op basis van dit onderzoek hebben wij besloten dat per 1 augustus 2015 alle KSU-scholen zich minimaal in fase 3 moeten bevinden (conform het vastgestelde beleid “cognitief getalenteerde leerlingen”). Dit betekent dat zij cognitief getalenteerde kinderen herkennen
én in staat zijn een bepaalde gradatie van uitdagend onderwijs te bieden. Om dit te bereiken heeft de KSU in 2014 een substantieel deel van de prestatieboxgelden ingezet om op de betreffende veertien scholen een begeleidingstraject van Novilo in te zetten. Dit betreft een begeleiding op maat waarbij scholen individueel of gezamenlijk een aantal trainingen volgen, bijvoorbeeld gericht op de onderbouw, het klassenmanagement en beleid. De zogeheten ‘plusscholen’ St. Paulus, St. Dominicus, De Achtbaan, De Spits en SBO De Binnentuin hebben een gemeenschappelijk kader ontwikkeld met als doel het extra hoge niveau 5A te gaan realiseren vanaf augustus 2015. Het fulltime onderwijs aan hoogbegaafden (Leonardo) vindt op twee locaties plaats: De Spits en De Binnentuin. Binnen De Spits zijn twee groepen (40 kinderen) geïntegreerd met het reguliere onderwijs. De Binnentuin heeft geopteerd voor een aparte school, met een eigen naam en schoolleider. Beide locaties werken echter vanuit een zelfde filosofie en richten zich op eenzelfde doelgroep die voldoet aan dezelfde kenmerken en criteria. Het voltijd-hoogbegaafden onderwijs is hiermee stevig verankerd binnen de KSU; daarmee is een goede basis gelegd voor een zelfstandige positionering op beide locaties en een verdere inhoudelijke doorontwikkeling. Gemeentelijke subsidieregelingen De gemeente Utrecht heeft de afgelopen jaren verschillende nieuwe beleidsregels geformuleerd op het gebied van leertijduitbreiding, de Brede school en cultuureducatie.
De tendens is dat de verantwoordelijkheid voor de invoering bij het onderwijs wordt gelegd; de gemeente stelt subsidies beschikbaar en vraagt planvorming en coördinatie van de schoolbesturen. Dit vereist regelmatig overleg in de vorm van deelname aan stuuren werkgroepen in het Utrechtse. Zo werkt de KSU nauw samen met de andere grote schoolbesturen en Spelenderwijs (voorschoolse educatie) rond het thema ‘educatie aan het jonge kind’. Vanuit de portefeuille onderwijs kijkt onze organisatie kritisch naar alle regelingen en worden keuzes gemaakt die aansluiten bij de ontwikkelingen die in gang gezet zijn binnen de KSU, aansluiten bij de praktijk en inhoudelijk en administratief goed uitvoerbaar zijn. Daarbij wordt centrale regie gevoerd, om de scholen zoveel mogelijk te ontlasten en hen ruimte te bieden voor hun inhoudelijk ontwikkelproces op deze thema’s. Vroegtijdig vreemde talenonderwijs Sinds 2012 is een aantal KSU-scholen bezig met de invoering van het Early Bird traject: een methodiek waarmee vroegtijdig en planmatig Engels wordt aangeboden aan groep 1 tot en met 8. Dit traject wordt afgesloten met een certificering door Early Bird, de organisatie dit het concept heeft bedacht en de scholen begeleidt bij de implementatie. Om dit traject KSU-breed meer bekendheid te geven is in het schooljaar 2013 de beleidsnotitie ‘Vroegtijdig vreemde talenonderwijs’ vastgesteld, met aanwijzingen voor de invoering en financiering ervan. In totaal duurt het certificeringstraject voor een school twee jaar. In het eerste jaar wordt aan de hand van een kijkwijzer een visitatie afgenomen om te beoordelen of de invoering naar wens verloopt. In het tweede jaar
wordt de school, als deze voldoet aan alle normen, gecertificeerd. Op dit moment nemen hieraan zes KSU-scholen deel: Op De Groene Alm en de St. Paulus zijn voorlopers, die naar verwachting in het voorjaar van 2015 gecertificeerd worden, bij de St. Dominicus en de Carrousel heeft de eerste visitatie in 2014 plaatsgevonden en tot slot hebben De Montessori en De Spits zich aangesloten. Vanuit de prestatieboxgelden worden in de pilotfase de licentiekosten en een deel van de begeleidingskosten vergoed. Invoering passend onderwijs De KSU heeft de nodige aandacht besteed aan de invoering van de Wet Passend Onderwijs. Op overkoepelend niveau gebeurde dat vanuit deelname aan het Dagelijks Bestuur en Algemene Bestuur van het op 1 augustus 2013 gevormde Samenwerkingsverband (SWV) Utrecht PO, In aanloop naar de invoering van deze wet op 1 augustus 2014 heeft het SWV tal van zaken opgepakt, voorbereid en geïmplementeerd. Zo is er stadsbreed een basisondersteuningsprofiel uitgewerkt, is er een ondersteuningsplan ontwikkeld en vastgesteld en zijn een begroting en een meerjarenbegroting opgesteld. De scholen ontvangen vanuit het SWV een basisbijdrage van € 90,- per leerling om hun basisondersteuning te kunnen realiseren. De overige middelen zijn voor de arrangementen en de financiering van het SO en SBO. Voor de KSU lag het accent in 2014 op het borgen van de basisondersteuning in alle KSU-scholen. Hiervoor hebben zij hun schoolondersteuningsprofielen gedefinieerd, die het bestuur vervolgens heeft vastgesteld. Alle scholen binnen het SWV Utrecht PO hebben hiervoor het instrument Q3 gebruikt. Zo is
13
school: De Achtbaan wijk: Leidsche Rijn, Langerak aantal leerlingen: 412 aantal medewerkers: 26 Aan het woord: Michiel Gaakeer, Boco en leerkracht groep 8 “Ik ben erg trots op het feit dat wij als school een hele goede samenwerking hebben met verschillende instanties binnen Leidsche Rijn. Wij dragen actief burgerschap uit. Alle leerlingen van de groepen 3 tot en met 8 hebben een band in en met de wijk. Wij zijn bijvoorbeeld gaan pannenkoeken bakken bij de Hoge Weide en op bezoek gegaan bij de dierenkliniek Leidsche Rijn. Wat ik in 2015 graag zou willen is een voortzetting van deze samenwerking. Ik vind het belangrijk dat onze leerlingen goede ervaringen opdoen in hun buurt en dat ze verantwoordelijkheid dragen voor de wijk en al zijn voorzieningen. Op persoonlijk vlak wil ik alle behaalde kennis van mijn opleiding tot meerwaarde laten zijn voor de school.”
14
een eenduidig beeld ontstaan van wat een school kan bieden en wat deze nog moet ontwikkelen om aan de Utrechtse basisondersteuning te voldoen. De invoering van het Passend Onderwijs heeft ook geleid tot een aanpassing van het aanmeldings-, toelatings- en plaatsingsbeleid. Met nieuwe, vastgestelde KSU-formats kunnen wij een goede naleving van deze wet garanderen. Ouderbetrokkenheid Ouderbetrokkenheid staat hoog op de agenda van het Ministerie van Onderwijs, gemeente en scholen. Onderzoek wijst uit dat ouders een grote invloed hebben op de leerprestaties van hun kinderen. De KSU wil ouders dan ook actief betrekken bij de ontwikkeling en leerprestaties van hun kind(eren). De afgelopen jaren is er een ontwikkeling gaande van oplopende stadia van ‘ouderparticipatie’ naar ‘ouderbetrokkenheid’ naar ‘educatief partnerschap’. De begrippen veranderen en ook de betekenis. Ouderbetrokkenheid betekent in de KSU: vorm geven aan educatief partnerschap. Daaronder verstaan we een wederzijdse betrokkenheid van ouders en school om optimale omstandigheden te creëren voor de ontwikkeling en het leren van kinderen, thuis en op school. In 2014 hebben de schoolleiders KSUbeleid met betrekking tot ‘educatief partnerschap’ geformuleerd en vastgesteld. Dit sluit naadloos aan bij het handelingsgericht werken waarbij de nadruk ligt op de wisselwerking tussen ouder, kind en school. KSU-scholen gaan met ouders in gesprek en werken zoveel mogelijk met hen samen. Zo stimuleren zij onderwijsondersteunend gedrag van ouders. Op deze
manier worden gezamenlijk voorwaarden gecreëerd om de leerling uit te laten blinken. In het schooljaar 20152016 zullen alle KSU-scholen invulling kunnen geven aan educatief partnerschap.
7.3
Identiteit
In 2014 hebben verschillende activiteiten plaatsgevonden om de katholieke identiteit van de KSU en de KSU-scholen te borgen en daar duurzaam uiting aan te blijven geven. Hieronder geven we een overzicht. De Canon De identiteitsbegeleiders van het Marnix Onderwijscentrum hebben gesprekken gevoerd met alle KSU-scholen. Uitgangspunt daarbij was de KSU-Canon, die niet meer gebruikt wordt als afvinklijst, maar als leidraad voor iedere individuele school bij het invulling geven aan zijn identiteit: Wat is het plan voor volgend jaar? Wat heeft mijn school nodig? Welk deel uit de Canon willen wij dit jaar centraal stellen? De Canon wordt nu opgenomen in het jaarplan van de school. Daarmee staat identiteit meer op de kaart. Om het onderwerp levend te houden zorgen de schoolleiders uit de Resonansgroep er samen met hun clusterdirecteur voor dat identiteit regelmatig op de agenda van het clusteroverleg staat. Visietekst Identiteit van de KSU In maart 2014 heeft de Raad van Toezicht een bijgestelde ‘Visietekst Identiteit van de KSU’ vastgesteld. Met deze actualisering kan de organisatie op een eigentijdse manier en met oog voor de verschillende populaties van KSU-scholen invulling blijven geven aan identiteit.
Kloosterweekend Twaalf KSU-medewerkers hebben deelgenomen aan de bindingsactie ‘Kloosterweekend’. De sfeer, de omgeving, de eenvoud, de regelmaat, de natuur en de stilte maakten er een ontspannen en ongedwongen weekend van, aldus één van de deelnemers: “Het waren slechts twee dagen maar het weekend heeft mij toch rust en vrede gegeven. Ik ben tevreden met wat ik heb gedaan.” Week van het katholiek onderwijs Alle KSU-scholen namen in oktober deel aan de gezamenlijke week van het katholiek onderwijs, de week waarin scholen laten zien wat de katholieke waarden concreet voor hen betekenen en hoe zij die waarden in hun dagelijkse schoolpraktijk tot uiting laten komen. Themabijeenkomst Identiteit In oktober vond de Themabijeenkomst Identiteit van de Raad van Toezicht plaats. Op deze avond werden de leden van de Raad van Toezicht geïnformeerd over hoe de KSU invulling geeft aan identiteit en godsdienstonderwijs. Er zijn drie manieren waarop godsdienst onderwezen kan worden: door het binnenleiden van kinderen in een traditie (teaching into religion), het onderwijzen over religie en zelf geen kleur bekennen (teaching about religion) en, zoals de KSU het doet, het onderwijzen vanuit onze eigen religie met oog en respect voor de individuele traditie van het kind (teaching from religion). Tijdens de bijeenkomst konden de leden van de Raad van Toezicht in gesprek met mensen uit het veld die zich met dit onderwerp bezig houden, zoals de begeleiders
van de Marnix Academie. Zij vertelden dat zij het als hun taak zien het gesprek over identiteit te verbreden en te verdiepen, zodat het niet blijft bij vragen als ‘wat doen we met Pasen?’, maar dat het gaat over pedagogische keuzes om de identiteit van de school zichtbaar te maken. Denk bijvoorbeeld aan conflicthantering: hoe los je een conflict in het team op of een ruzie tussen kinderen? Maar ook: hoe gaan teamleden met elkaar en met ouders het gesprek aan? Het vertrekpunt daarbij is het individu: Wie ben jij als professional? Waar staan we als school voor? En hoe ziet dat er dan uit in de praktijk, in de klas? Alle deelnemers kunnen terugkijken op een inspirerende avond. De gesprekken hebben de Raad van Toezicht inzicht verschaft in het dagelijkse leven op de scholen, waar geprobeerd wordt de identiteit van de KSU vorm te geven in de soms weerbarstige werkelijkheid van alle dag. VKO Het College van Bestuur is zeer actief betrokken geweest bij de ontwikkelingen binnen de VKO (Vereniging Katholiek Onderwijs). Deze organisatie van katholieke schoolbesturen in Nederland staat voor fundamentele keuzes als het gaat om de rol van katholiek onderwijs in Nederland en welke rol de VKO daarin nu en in de toekomst kan of moet vervullen. Het College van Bestuur is intensief betrokken geweest bij de discussies die hierover binnen de vereniging gevoerd zijn en heeft meerdere bijeenkomsten bezocht.
7.4
Kwaliteitsmanagement en kwaliteitszorg
Kwaliteitszorgsysteem Integraal In 2013 heeft de KSU het kwaliteitszorgsysteem Integraal aangeschaft en is gestart met het implementeren van het systeem en het trainen van schoolleiders en teams. Daarbij stond vooral het gesprek over kwaliteitsmanagement in zijn algemeenheid centraal. Uit die gesprekken kwam naar voren dat alle KSU scholen een onderzoekende cultuur voorstaan, die past bij een lerende organisatie als de onze. Vanuit die invalshoek zijn we in 2014 verder gegaan met de implementatie van kwaliteitsmanagement in het algemeen en het werken met Integraal in het bijzonder. Schoolleiders hebben meerdere studiedagen over dit onderwerp gevolgd en konden tijdens de schoolspecifieke spreekuren hun kennis delen met de teams. Door het jaar heen zijn verschillende bijeenkomsten gehouden over ‘schoolontwikkeling’. Daarbij stond de vraag centraal hoe een school de verkregen data kan gebruiken en analyseren om te komen tot concrete doelen/doelstellingen, die in het school(jaar)plan opgenomen worden. Integraal kent zeven kwaliteitsdomeinen. Scholen bepalen zelf, overeenkomstig hun school(jaar)plan én de bovenschoolse afspraken wanneer zij welke kwaliteitsdomeinen, onderwerpen en doelen onder de loep nemen. Iedere school is verplicht alle kwaliteitsdomeinen minimaal één maal aan bod te laten komen binnen de cyclus van vier jaar.
15
school: De Spits wijk: Lunetten aantal leerlingen: 524 aantal medewerkers: 40 Aan het woord: Antje Groot, groepsleerkracht en onderbouwcoördinator “Ons team heeft scholing gevolgd in hoe we meer-begaafde kinderen of kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong het beste kunnen begeleiden en uitdagen. We hebben hiervoor verschillende verrijkingsmaterialen aangeschaft, die aansluiten bij een brede ontwikkeling van kinderen, zoals IQ-puzzels en constructie-materiaal. Iedere kleutergroep beschikt over plusmaterialen die we gemakkelijk kunnen laten rouleren voor meer uitdaging en variatie. Wat ik zie is dat de leerlingen zichtbaar plezier hebben in het werken met deze materialen. Het is fijn dat we kunnen aansluiten bij de onderwijsbehoefte van deze groep! In 2015 gaan we starten met een nieuwe methode Engels voor groep 1 tot en met 8. Teambreed hebben we daarvoor de cursus ‘Classroom English’ gevolgd van EarlyBird. Hierbij hebben we gewerkt aan onze eigen taalvaardigheid en vakdidactiek. Met deze bagage kunnen we kinderen spelenderwijs de Engelse taal aanleren en zijn onze groep 8-leerlingen straks goed toegerust voor de middelbare school.”
16
In de standaardinrichting van Integraal zijn de indicatoren van de Inspectie verwerkt. In overleg met hun clusterdirecteur kunnen scholen er ook voor kiezen om streefdoelen en/of eigen kwaliteitsdomeinen toe te voegen zodat de inrichting volledig op de school gericht is. In 2015 zullen we verder inzoomen op het gebruik van Integraal voor wat betreft persoonlijke ontwikkeling in relatie tot schoolontwikkeling. De KSU is daarmee goed op weg richting een meer ‘integrale benadering’ van kwaliteit en kwaliteitsbeleving. Kwaliteitsrapportages Met ingang van 2014 wordt twee keer per jaar een brede kwaliteitsrapportage samengesteld, gebaseerd op tussen- en eindopbrengsten. In de kwaliteitsrapportage wordt gekeken naar trends voor wat betreft de harde data (de onderwijsopbrengsten) en de zogeheten procesdata. Deze data worden in hoofdlijnen op schoolniveau weergegeven. De harde data worden verkregen uit ParnasSys, de procesdata uit het kwaliteitszorgsysteem Integraal. Het College van Bestuur bespreekt deze rapportage met het management en de kwaliteitscommissie van de Raad van Toezicht. Op deze manier wil de KSU borgen en monitoren dat nog beter en meer systematisch kwaliteitsgericht gewerkt wordt.
8.
Personeel
8.1
Accenten uit het jaarplan
Administratiekantoor De basis op orde is een belangrijk element in ons nieuwe strategisch beleidsplan. De KSU vertaalt dit nadrukkelijk naar goede faciliteiten en efficiënte ondersteunende processen, zodat de aandacht en energie van schoolleiders en leerkrachten uit kan gaan naar het onderwijs (De leerling blinkt uit). Het afgelopen jaar hebben we in dit streven een belangrijke stap gezet door een aanbestedingsprocedure op te starten voor een administratiekantoor dat met de KSU deze ambitie wil realiseren en zich daar aan committeert (gericht partnerschap). Deze aanbestedingsprocedure heeft geleid tot het aangaan van de samenwerking met AS/Works. In goede samenwerking met hen hebben we de laatste maanden van 2014 hard gewerkt aan het inrichten van de processen die met het inbesteden van de personeelsadministratie en het inrichten van de salarisadministratie samenhangen, zodat we goed van start kunnen per januari 2015. Wij hebben er veel vertrouwen in dat we hiermee een grote slag maken t.a.v. van efficiency en servicegerichtheid richting de medewerkers. Vervangingsbeleid In 2014 is het vervangingsbeleid en de samenwerking met ASA geëvalueerd. ASA is een uitzendbureau voor studenten en pas afgestudeerden. De uitkomsten van deze evaluatie zijn met de GMR gedeeld. De gezamenlijke conclusie is dat er een hoge mate van tevredenheid is over de wijze waarop het
vervangingsbeleid binnen de KSU is georganiseerd. Een hoge gerealiseerde vervangingsgraad (meer dan 95%), kwalitatief goed, betrouwbaar, snel en minimale administratieve lasten zijn daarbij de sleutelwoorden. De pilot is dan ook per augustus omgezet in een duurzaam partnerschap. PiP De samenwerking tussen de Partners in Professionalisering, waarvan de KSU deel uitmaakt, heeft niet tot het beoogde en gewenste effect geleid. Ondanks het brede (na)scholingsaanbod en de facilitering in tijd en geld, is de animo onder medewerkers om deel te nemen aan een opleiding posthbo of master zeer gering. We zullen ons in 2015 dan ook bezinnen op de wijze waarop we dit partnerschap inhoudelijk vormgeven. De ambities van de KSU ten aanzien van (na)scholing blijven echter onverminderd hoog en we zullen de middelen daarvoor dan ook beschikbaar blijven stellen. De onderwijs cao In het laatste kwartaal van 2014 werd duidelijk dat de nieuwe onderwijs cao primair onderwijs 2014 zou worden vastgesteld. In deze nieuwe cao is een groot aantal wijzigingen opgenomen die van invloed zijn op de organisatie van de KSU en ook direct voor de medewerkers. Een belangrijke keuze die daarbij voorlag was de keuze voor het basismodel of het overlegmodel. Eind 2014 is besloten om in ieder geval voor het schooljaar 2015-2016 het basismodel te handhaven, omdat er zoveel veranderingen zijn dat we die overdacht en getemporiseerd willen doorvoeren. Het perspectief is echter dat de KSU op termijn overgaat op het overlegmodel.
De klachtenregeling In het tweede deel van 2014 zijn we gestart met het verbeteren van het proces rondom de klachtenregeling. In 2014 is het beleid betreffende het aanstellen van interne contactpersonen (ICP) aangescherpt. We zien nu beduidend minder wisselingen in het bestand van interne contactpersonen. De KSU hecht zeer aan informele kennisdeling en investeert dan ook in netwerkbijeenkomsten en bijscholing voor de interne contactpersonen. De opkomst was daarbij tot op heden niet zo groot, maar we verwachten dat die groeit, naarmate de groep minder wisselingen kent. In 2015 wordt een denktank opgezet om, in samenspraak met enkele interne contactpersonen en externe vertrouwenspersonen, het proces beter te laten aansluiten op de dagelijkse praktijk (eenvoud). Ook wordt de werkwijze van registreren en verslaglegging onder de loep genomen. Het verschil tussen een melding en een klacht: –– Een melding houdt in wanneer er ongerustheid is over een situatie die anderen dan de melder betreft. –– Van een klacht kan gesproken worden wanneer er sprake is van ongenoegen die de klager zelf treft. Indien er sprake is van een formele/officiële klacht dan is de externe vertrouwenspersoon, klachtencommissie of een andere “derde” ingeschakeld omdat men er op schoolniveau er niet uitkomt.
De externe vertrouwenspersonen zijn bij zeven formele klachten betrokken geweest en ze zijn gedurende het schooljaar een aantal keren om advies gevraagd. Als externe vertrouwenspersonen functioneerden in onderhavig verslagjaar mw. M. Loukili-Pruis, dhr. M. Vredeveld en dhr. K. Sweers, allen medewerkers van de CED-Groep. Opleiden en opleidingsscholen De KSU vindt het belangrijk dat medewerkers zich kunnen (blijven) ontwikkelen. Dat is door de benoeming van de thema’s ‘professionalisering’ en ‘professionele cultuur’ in het SBP nog verder versterkt. Hiervoor werden dan ook extra middelen per school ter beschikking gesteld. Hierdoor kunnen medewerkers en teams blijven werken aan persoonlijkeen schoolontwikkeling. Door samenwerking met verschillende opleidingsinstituten zijn we in staat om medewerkers loopbaanperspectief te bieden door goede nascholingsmogelijkheden te faciliteren.
In de periode 2013-2014 hebben de volgende klachten en meldingen plaatsgevonden.
2010/2011
2011/2012
2012/2013
2013/2014 ICP
SL
Melding
26
44
45
32
73
Klacht
14
11
5
4
8
Officiële klacht
3
8
11
1
3
ICP = Interne contactpersoon, SL = Schoolleider
17
In tegenstelling tot voorgaande jaren zijn nu ook de meldingen geregistreerd waarbij de schoolleiding (SL) betrokken is geweest in de afhandeling. Vaak ging het hierbij om miscommunicatie, die in de meeste gevallen, eenvoudig hersteld kon worden. Doordat dit in voorgaande jaren niet geregistreerd werd, lijkt het aantal meldingen en klachten te zijn toegenomen. Een rondgang langs de scholen leert ons, dat hier geen sprake van is. school: Kameleon wijk: Majella/Lombok aantal leerlingen: 110 aantal medewerkers: 16
Aan het woord: Marjan Jacobs en Karin Keijzer, onder- en bovenbouwcoördinator “In 2014 hebben we met het team onderzoek naar gedaan naar ons woordenschatonderwijs: Wat doen we? Wat levert het ons op? Wat kan anders? Om antwoorden op deze vragen te krijgen zijn wij in alle klassen aan de slag gegaan; we hebben de beginsituatie bepaald en verschillende werkvormen toegepast. De bevindingen uit het onderzoek hebben we samen besproken. Dankzij de open en constructieve sfeer kunnen we zo de richting voor de toekomst bepalen. Het is fijn dat deze onderzoekende houding onze school iets waardevols oplevert. We blijven inzetten op dialoog en onderzoek met elkaar. Professionalisering staat daarbij centraal. Collega’s volgen trainingen en cursussen die aansluiten bij hun eigen ontwikkeling en die van de school. Vervolgens koppelen zij hun kennis terug aan het team of een bouw. Zo maken we optimaal gebruik van ieders kwaliteiten. Samen maken we het onderwijs elke dag een beetje beter!”
18
Opleidingen die qua investering en tijdsbeslag groot zijn én waar een KSU-belang mee gediend is worden vanuit het gezamenlijk beleid gefaciliteerd. In dit kader hebben in 2014 twee medewerkers de opleiding tot schoolleider afgerond, zijn twee medewerkers de opleiding tot schoolleider begonnen en zijn zeven medewerkers de middenmanagementopleiding gaan volgen. De KSU is nauw betrokken bij het opleiden van Pabo-studenten, omdat we het belangrijk vinden dat toekomstige leerkrachten startbekwaam aan hun loopbaan beginnen. Daarom willen we dat studenten goed begeleid worden door en in geaccrediteerde opleidings- en samenwerkingsscholen. Om dit mogelijk te maken investeren we zowel bestuurlijk als op schoolniveau veel in een goede samenwerking met de Hogeschool Utrecht en de Marnix Academie. De twee academische basisscholen (De Ariëns en Hof ter Weide) hebben daarbij een bijzondere positie. Zij dragen bij uitstek bij aan de onderzoekende cultuur en kennisoverdracht die binnen de stichting wordt nagestreefd. Binnen onze academische basisscholen, samenwerkingsscholen en opleidingsscholen worden dan ook veel studenten begeleid en opgeleid tot bekwame leerkrachten. In het schooljaar 2013/2014 ging het daarbij om 25 vierdejaars studenten. De scholen binnen de KSU die de ambitie hebben zich te ontwikkelen tot opleidingsschool of samenwerkingsschool krijgen hiervoor de ruimte en facilitering. De Gertrudis en St. Dominicus hebben in 2014 het certificaat opleidingsschool behaald. In 2014 vielen dertien van de vierentwintig scholen van de KSU in de categorie opleidingsschool, samenwerkingsschool, of academische basisschool.
Professional Development School (PDS) De Marnix Academie en de KSU zijn in februari 2013 gestart met een pilot PDS. Een specifieke vorm van partnerschap tussen opleiding en school gebaseerd op de uitgangspunten van Professional Development Schools (PDS) in de VS. In de startnotitie van de PDS worden de volgende doelen genoemd: –– gezamenlijke kennisontwikkeling gericht op kwalitatief goed onderwijs –– competentiegericht opleiden en zorg dragen voor een krachtige leeromgeving op de scholen en de opleiding –– verbinden van ontwikkeling van de student, onderzoek en schoolontwikkeling –– ontwikkelen van kwaliteitscriteria gericht op kwalitatief partnerschap –– borgen van kwaliteit en innovatieve kracht Binnen de PDS is er sprake van eigenaarschap bij álle betrokkenen. Samen leren is immers de basis van PDS. Het onderzoek dat plaatsvindt binnen de PDS is direct gekoppeld aan de praktijk op de school en wordt ook uitgevoerd op de school. Hierbij wordt het concept co-teaching (Koot, 2011) als uitgangspunt genomen voor het doen van onderzoek. Bij co- teaching zijn twee of meer professionals (studenten en docenten) gezamenlijk en vanuit een gelijkwaardige positie verantwoordelijk voor het geven van onderwijs aan enkele of alle kinderen van een klas of groep. Vanuit de onderzoeksvraag worden gezamenlijk (les) activiteiten ontworpen, uitgevoerd én nabesproken. In 2014 betrof dit de invoering van de rekenmethode en het borgen van de leerlijn begrijpend lezen. Studenten die deelnemen zijn voor een langere periode aan de school verbonden (een jaar) en behalen in
overleg met de opleiding doelen uit hun minor binnen de PDS. Er participeren ongeveer acht studenten per jaar. In april 2015 vindt de evaluatie van de pilotfase plaats en zal besloten worden of deze wordt omgezet in een duurzame vorm van samenwerking. De eerste evaluaties zijn zeer hoopgevend en tonen een groot enthousiasme bij alle betrokkenen. Mobiliteit Primair richt het mobiliteitsbeleid zich op vrijwillige mobiliteit van medewerkers. De KSU heeft in 2014 de beweging die in 2013 is ingezet om de mobiliteit meer te stimuleren en faciliteren voortgezet. Naast de communicatie richting medewerkers over de voordelen die mobiliteit voor hen kan opleveren (ontwikkeling, ervaring op doen, innovatie, uitdaging, duurzame inzetbaarheid op de ‘onderwijsarbeidsmarkt’) ‘sturen en stimuleren’ we ook gericht medewerkers naar functies en scholen, die goed zijn voor hun ontwikkeling en perspectief én voor de KSU op dat moment, of gegeven de context van toegevoegde waarde zijn. Zo creëren we win-winsituaties. Uiteraard kan onvrijwillige mobiliteit door bepaalde omstandigheden en om kwantitatieve (formatieve) redenen ook voorkomen, maar dan nog wordt ingezet op vooral het kwalitatieve aspect. In 2014 zijn 21 medewerkers (3,2%) mobiel geweest, waarvan 3 medewerkers (0,46%) in de verplichte mobiliteit waren geplaatst wegens formatieve redenen. Uiteindelijk zijn 8 medewerkers (1,2%) op een andere school binnen de KSU gaan werken. Dit lijken kleine aantallen, maar de wijze waarop het mobiliteitsbeleid is vormgegeven leidt tot een nieuwe en voelbare cultuurverandering waarin mobiliteit veel meer dan voorheen positief benaderd en ervaren wordt.
8.2
Verzuimbeleid
In 2014 zijn we op de weg doorgegaan om het verzuim nog verder terug te dringen en daar zijn we ook in geslaagd. Met de schoolleiders wordt structureel gesproken over het ziekteverzuim. Daarbij wordt de vervanging middels ASA en de samenwerking met Cohesie (arbodienst) voortdurend betrokken. Daarnaast wordt training on the job vanuit Cohesie richting de schoolleiders aangeboden. We merken dat door de voortdurende aandacht de betrokkenheid van schoolleiders nog verder is vergroot en tot uiting komt in de vorm van gerichte actie naar verzuimende medewerkers. Ook is er winst geboekt doordat vrijwel alle schoolleiders met de frequent verzuimende medewerkers gesprekken zijn gaan voeren. Richting de medewerkers wordt ook bewustwording gecreëerd door middel van training en begeleiding. Nieuwe ontwikkelingen, zoals de deelname aan zogenaamde ‘spiritdagen’ worden aangemoedigd. Op grond van deze positieve ervaringen hebben wij in 2014 het contract met Cohesie (onze arbodienst) opnieuw verlengd.
8.3
Verzuimgegevens
Het gemiddelde verzuimpercentage over 2014 was 4,8%! In vergelijking met 2013, waarin het gemiddelde verzuimpercentage 5,3% was, is dit een significante verdere daling. De KSU is blij met het geboekte succes, maar heeft haar ambitie, te weten een ziekteverzuimpercentage van 4%, nog niet gerealiseerd. In onderstaande grafiek wordt de verzuimontwikkeling per maand weergegeven. De verzuimcijfers van het Vervangingsfonds leren ons dat in de afgelopen jaren het gemiddelde verzuim bij het primair onderwijs schommelt tussen de 6% en
19
6,5%. Als we daarnaar kijken zien we dat KSU het gemiddeld gezien goed doet. Ook in vergelijking met de cijfers van het CBS voor de onderwijssector (5%), doet de KSU het goed. Het streven is nog steeds, op basis van de trend die is ingezet, om samen met Cohesie de 4% ziekteverzuim in het komende jaar te realiseren. En als deze positieve lijn zich blijft voorzetten is dit een realistische doelstelling. Verzuimfrequentie De verzuimfrequentie is het gemiddeld aantal ziekmeldingen per medewerker over een bepaalde periode. De verzuimfrequentie wordt berekend door het aantal ziekmeldingen in een periode te delen door het totaal aantal medewerkers. De gemiddelde verzuimfrequentie in 2014 is 1,0. Ook dat is een mooi cijfer én een daling t.o.v. 2013. Over 2013 was de gemiddelde verzuimfrequentie namelijk 1,09. De grafiek laat zien dat de frequentie dalende is. Kijkend naar de cijfers van het vervangingsfonds kunnen we concluderen dat de meldingsfrequentie bij de KSU gelijk ligt aan dat van het gemiddelde in Nederland, deze is namelijk 1. Verzuimfrequentie meldingen Grafiek 1 op de volgende pagina geeft de verzuim frequentie van 2014 weer. Wat opvalt, is dat 44% van de medewerkers geen ziekteverlof heeft gehad in 2014; dit is een positieve stijging van 6% t.o.v. 2013! Zoals uit grafiek 2 valt op te maken heeft 56% van de medewerkers een keer of meer in de afgelopen 12 maanden verzuimd. Een kleinere groep medewerkers (10%) daarentegen, verzuimde drie keer of meer. In het afgelopen jaar
school: De JazzSingel wijk: Terwijde (Leidsche Rijn) aantal leerlingen: 57 aantal medewerkers: 8 Aan het woord: Esther van Wijnbergen, groepsleerkracht en MT-lid “De verhuizing naar het nieuwe schoolgebouw heeft ons onderwijs letterlijk verrijkt. Door de openheid en eigenheid van het prachtige gebouw kunnen we ons thematisch werken goed vormgeven. Op de gangen kunnen we leerhoeken inrichten, die passen bij de thema’s van dat moment. Bij iedere hoek hangt een kaart met daarop de leerdoelen voor verschillende niveaus. De kinderen spelen hierin samen uit verschillende groepen. Hierdoor ontdekken ze samen en leren ze van en met elkaar. Intussen groeien wij gestaag door. De nieuwe leerlingen blijven binnenstromen: in de zomer ontvangen we onze 100ste leerling. Ouders zien dat hun kind met plezier naar school gaat, ze merken dat hun kind zich ontwikkelt. Hiervoor is een positieve sfeer belangrijk, gedragen door enthousiaste leerkrachten, die zich betrokken voelen bij elk kind en een open houding voorstaan. Dit willen we graag voortzetten en verder uitbouwen.”
Grafiek 1
20
werk, kinderen, zorg en andere factoren zorgen voor een, in sommige gevallen, te zware belasting, met uitval tot gevolg. Met Cohesie zijn afspraken gemaakt om samen met leidinggevenden met name deze groep beter te begeleiden, juist in de preventieve sfeer. Kosten van verzuim De KSU hecht er aan de kosten van verzuim in kaart te hebben, om het belang van een goed een verzuimbeleid (juist in termen van preventie) onder de aandacht te houden. In 2014 waren er in totaal 8204 verzuimdagen. Dit komt overeen met 22,5 fte. Uitgaande van loonkosten van € 57.500,- per fte is er voor een bedrag van € 1.292.379,- verzuimd. In 2013 was dit nog € 1.534.585,-. De verzuimkosten in 2014 waren daarmee € 242.205,- lager dan in 2013 (een daling van 16%) waarmee er dus een grote besparing is gerealiseerd. Middelen die we dus kunnen gebruiken voor het primaire proces, namelijk goed onderwijs bieden!
Grafiek 2
De 65 medewerkers die frequent verzuimden (3 keer of vaker) verzuimden in totaal 1468 dagen, 4,0 fte. De verzuimkosten van het frequent verzuim komen daarmee op € 231.241,-. Per frequent verzuimende medewerker is dit gemiddeld 22,6 dagen, omgerekend € 3.558,- per jaar.
heeft Cohesie de schoolleiders individueel geattendeerd op het frequente verzuim van één of meerdere van hun medewerkers en aangeboden ondersteuning te bieden in de gesprekken hierover. In 2015 gaan we hier nog meer actief op inzetten door met individuele medewerkers gesprekken aan te gaan, oorzaken te achterhalen en acties te ondernemen.
Verzuimanalyse Het blijkt dat het aantal medewerkers dat niet verzuimt toeneemt met de leeftijd; de oudere medewerkers verzuimen minder, zowel in het totaal aantal verzuimde dagen (percentage) als in de verzuimfrequentie. Dat jongere medewerkers meer verzuimen heeft veelal te maken met de levensfase waarin zij zich bevinden,
In 2013 waren de verzuimkosten voor 87 frequent verzuimende medewerkers nog € 380.916,-. Per medewerker is dat 27,8 dagen, omgerekend € 4378,per medewerker per jaar. In 2014 waren er daarmee minder frequent-verzuimende medewerkers dan in 2013. Dit resulteerde in een kostenreductie van € 149.675,- ten opzichte van 2013.
8.4
Vervangingsbeleid en evaluatie van de pilot met ASA
In het schooljaar 2013 is de KSU een pilot aangegaan met ASA voor één jaar. De pilot tot samenwerking is zeer zorgvuldig tot stand gekomen. De KSU heeft met meerdere partijen gesprekken gevoerd over het mogelijk ‘uitbesteden’ van de vervangingssystematiek. Met deze partijen is gesproken over de voor- en nadelen en de SLA die volgens ons gevoerd zou moeten worden. Middels goede afspraken wilden we kwalitatief, financieel en rechtspositioneel de zaken zo regelen dat de KSU, de schoolleiders, de medewerkers en de leerlingen er baat bij zouden hebben. Uiteindelijk is ASA de partner geworden waarmee de pilot is opgestart. De pilot hield in dat ASA alle vragen rondom vervangingen in zou vullen. Hetzij met de Vaste Inval Pool (VIP) dan wel met haar eigen werknemers, te weten uitzendkrachten en/ of recent afgestudeerden. Halverwege 2014 is, zoals in 2013 al besloten, de vaste invalpool beëindigd en zijn de medewerkers die daar in werkzaam waren binnen de formatie van de scholen gekomen. In 2014 is de samenwerking uitvoerig geëvalueerd middels een tevredenheidsenquête onder de schoolleiders en zijn de uitkomsten gedeeld met de GMR. Uit de evaluatie bleek dat de dekkingsgraad die ASA heeft kunnen leveren bij de vervangingsaanvragen op 98% ligt en dat is boven het afgesproken percentage van 95%. De conclusie verder was dat er door de samenwerking een hoge mate van tevredenheid is gerealiseerd over de wijze waarop het vervangingsbeleid binnen de KSU nu is georganiseerd. De pilot is dan ook omgezet in een duurzame samenwerking die is beschreven en vastgelegd in beleid waarmee ook de GMR heeft ingestemd.
8.5
Arbo
In 2014 hebben acht scholen een risico-inventarisatie en -evaluatie laten opstellen door een onafhankelijk bedrijf, Human Invest. Door de opdracht extern weg te zetten bij een deskundige krijgen we uniforme beoordelingen en rapportages en worden de schoolleiders ontlast en dat is ook zo ervaren. Een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) beschrijft de risico’s voor de veiligheid en gezondheid op de werkplek en op basis daarvan worden acties afgesproken en ingezet om tot verbeteringen te komen en risico’s te reduceren. Dat is op deze acht scholen dan ook gebeurd. Uit deze RI&E zijn geen grote onvolkomenheden aan het licht gekomen. Een herkenbare rode draad in de onderzoeken was de zorg rondom de werkdruk en de werkdrukbeleving bij medewerkers en juist dat element is dan ook opgepakt bij de uitwerking van de nieuwe cao, die eind 2014 in gang is gezet.
8.6
Personeel in cijfers
Ontwikkelingen Er zijn binnen Nederland grote verschillen op de arbeidsmarkt voor het primair onderwijs. Die verschillen worden o.a. veroorzaakt door de demografische ontwikkelingen. In de stad Utrecht merken we bijvoorbeeld dat er sprake is van leerlingengroei met name door de bouw van de Vinex wijk Leidsche Rijn. Hierdoor groeit de werkgelegenheid binnen het primair onderwijs in Utrecht nog met 9% in de komende jaren, terwijl die in grote delen van Nederland juist krimpt. Binnen de stad merken we wel een lichte verschuiving. Leidsche Rijn groeit, maar sommige scholen in
21
school: De Pijlstaart wijk: Pijlsweerd aantal leerlingen: 127 aantal medewerkers: 16 Aan het woord: Henri Nurmohamed, bovenbouwcoördinator “Vijf jaar geleden was het niveau van rekenen op de Cito Eindtoets basisonderwijs onder de inspectienorm. Om dit te verhogen stelde de werkgroep rekenen een tweejarig trajectplan op. Sindsdien werken we met een nieuwe rekenmethode. In het kader van opbrengstgericht werken hebben we een nieuw groepsplan ontwikkeld, waarmee leerkrachten in staat zijn om goede analyses te maken van de resultaten van kinderen en zo eventuele hiaten vast te stellen. Dat maakt het eenvoudiger om niveaugroepen samen te stellen. Wij zien duidelijk een positieve trend op de Cito Eindtoets rekenen. Ik zou willen dat in 2015 en de jaren die volgen alle leerlingen rekenonderwijs op hun eigen niveau krijgen, zodat we als team kunnen zeggen dat we er alles aan gedaan hebben om het maximale uit onze kinderen te halen. In het kader van ‘de leerling blinkt uit’ heeft de Pijlstaart met alle acties een goed begin gemaakt.”
22
Parttime/fulltime Van de 665 medewerkers werken 154 medewerkers fulltime. De meeste fulltimers zijn werkzaam op het bestuursbureau, de St. Dominicus, de Ludgerschool, de Kameleon, Hof ter Weide en de Marcusschool.
andere stadswijken lopen iets terug wat betreft leerlingenaantallen. Door de economische recessie en de daarmee samenhangende stagnerende woningbouw is de leerlingengroei (en daarmee de groei van werkgelegenheid) de afgelopen jaren iets afgevlakt, maar het afgelopen jaar zagen we de huizenbouw duidelijk weer aantrekken. Toch blijft, ondanks dit voorzichtige herstel, de huidige arbeidsmarkt nog wat onzeker en dat heeft zijn weerslag op zowel de doorstroom als de instroom. Tegelijkertijd is de landelijk verwachte grote uitstroom bij de KSU niet aan de orde. Door het relatief jonge personeelsbestand van de KSU komt er geen grijze golf aan die massaal de KSU gaat verlaten. Door deze combinatie van factoren is het percentage instroom van nieuwe medewerkers (denk aan pabo-afgestudeerden maar ook ervaren groepsleerkrachten) beperkt geweest.
Gemiddelde leeftijd De gemiddelde leeftijd van mannen in het primair onderwijs bedraagt 48,3 jaar. Voor vrouwen is dit 43,4 jaar. Binnen de KSU is de gemiddelde leeftijd van medewerkers 40 jaar. De KSU heeft dus een redelijk jong medewerkersbestand.
Aantal medewerkers per functie Binnen de KSU werken 539 medewerkers (80,6%) in de functie van groepsleerkracht (LA of LB). 28 Medewerkers (4%) zijn aangesteld in de functie van schoolleider. 98 Medewerkers (15,1%) zijn aangesteld in een ondersteunende functie (OOP). Dit verschilt niet of nauwelijks als we deze cijfers afzetten tegen het landelijk gemiddelde. Landelijk is 6,5% werkzaam in een directiefunctie, 80,4% als onderwijzend personeel en 13% als ondersteunend personeel.
Op 31 december 2014 had de KSU 665 medewerkers in dienst (484,13 fte) . Man-Vrouw De meerderheid van de medewerkers binnen de KSU is vrouw, 549 medewerkers (83%) tegen 116 mannen (17%). Dit percentage is t.o.v. 2013 niet veranderd, ook toen was 83% van de medewerkers vrouw en 17% man. Het doel van de KSU is en blijft om meer evenwicht in de verdeling man-vrouw na te streven. Aantal dienstjaren Het gemiddeld aantal dienstjaren bij de KSU bedraagt 7,8 jaar. 70% van de medewerkers heeft een dienstverband tussen de 0 en 10 dienstjaren. Interessant
is dat bijna 40% van de medewerkers binnen de KSU valt in de categorie 0 tot 5 dienstjaren.
De grote stap die we hebben gezet met het aan ons verbinden van een nieuw administratiekantoor is daar een voorbeeld van. Deze nieuwe samenwerking heeft ertoe geleid dat de volledige personeelsadministratie, waaronder kostendragers, kostenplaatsen, aanstellingen en autorisatieschema’s opnieuw zijn vastgesteld. Door een deel van de personeelsadministratie in te besteden en te automatiseren waar het kan, zijn we meer in control en voldoen we beter aan onze doelstelling om de schoolleiders zoveel mogelijk te ‘ontzorgen’. De vastgestelde onderwijs cao primair onderwijs 2014 biedt uitdagingen en kansen. De lijn die met deze cao is ingezet, namelijk werkdruk verlaging, wordt door de KSU onderschreven. Uitvoering van de in de cao opgenomen richtlijnen vraagt echter om een zorgvuldige voorbereiding waarbij de GMR en het gehele werkveld wordt betrokken. In 2014 hebben we hier een start mee gemaakt welke in 2015 zijn daadwerkelijke uitwerking zal moeten krijgen in beleid
Ontwikkelingen 2015 t.a.v. Personeel en Organisatie In 2014 hebben we op tal van terreinen ingezet op een verdere kwaliteitsverbetering en meer ‘strategisch’ (direct aan doelen en ambities gerelateerd) P&O beleid. Voorbeelden daarvan zijn: uniforme personeelsdossiers, meer aandacht voor de gesprekscyclus, een bredere invulling van de mobiliteit, gerichte scholing en deskundigheidsbevordering en aanpassing van het werving en selectiebeleid. Daarnaast hebben we de uitgangspunten “de basis op orde” en “eenvoud” doorgevoerd in de beleidsstukken die vanuit P&O ontwikkeld zijn en de manier waarop we de processen inrichten. Die ontwikkeling wordt 2015 krachtig doorgezet.
Tot slot bevat het vastgestelde strategisch beleidsplan twee thema’s die voor de medewerkers heel herkenbaar en belangrijk zijn, namelijk professionalisering en professionele cultuur. Het komende jaar zullen we deze thema’s nader uitwerken en concreet gaan invullen met beleid en activiteiten. Om dat goed en met kracht te kunnen doen zal de P&O staf in 2015 versterkt worden. Initiatieven voor talentontwikkeling van medewerkers, opleiding en professionalisering, leiderschapsontwikkeling, ontwikkeling van vakmanschap en werken aan en binnen een professionele cultuur zijn elementen waarmee we aan de slag gaan. We zien daarmee uit naar 2015; een jaar met vele mooie en nieuwe uitdagingen.
23
school: Op De Groene Alm wijk: Parkwijk, Leidsche Rijn aantal leerlingen: 104 aantal medewerkers: 12 Aan het woord: Hester Vonk en Joosje Machielse, groepsleerkrachten “In januari 2014 zijn we verhuisd naar een prachtig nieuw gebouw, met een fijne en open sfeer. Er is een levendig schoolplein, waar de kinderen uit de wijk ook na schooltijd mogen spelen. Het is gaaf om te zien dat de school met de wijk mee groeit en er om de school nu een mooie nieuwe buurt ontstaat. Met een groeiend aantal leerlingen en nieuwe collega’s lukt het ons goed om het positieve pedagogische leerklimaat van onze school te borgen. Ouders, kinderen en medewerkers komen met plezier ons gebouw binnen! In 2015 streven wij ernaar de prettige samenwerking tussen alle partijen te behouden. Verder hopen wij het keurmerk Early Bird te verkrijgen en ons wetenschapsen natuuronderwijs verder uit te rollen. We willen ons taalonderwijs beter neerzetten en de resultaten verder verhogen.”
24
9.
Communicatie
9.3
Communicatiemiddelen
De KSU communiceert op uiteenlopende manieren met haar doelgroepen:
9.1
SBP Conferentie ‘De leerling blinkt uit’
Op 7 november vond de vierjaarlijkse conferentie van de KSU plaats in De Fabrique in Maarssen. Hier presenteerde het bestuur het nieuwe strategisch beleidsplan aan alle KSU-medewerkers en markeerde daarmee het begin van deze nieuwe planperiode. De staffunctionaris pr & communicatie was in 2014 aangesteld om de coördinatie van deze conferentie op zich te nemen. Een werkgroep bestaande uit de staffunctionaris, het College van Bestuur en organisatiebureau PINO hebben het programma en de workshops samengesteld. KSU-medewerkers zijn geïnformeerd en enthousiast gemaakt via het personeelsblad KSU-breed, het Kaapjournaal, Facebook en een speciaal voor de conferentie ontwikkelde website. Hier konden medewerkers zich aanmelden voor diverse workshops, en dat is massaal gebeurd.
9.2
Werkgroep Profilering
De staffunctionaris pr & communicatie heeft zitting genomen in de werkgroep ‘Profilering’ om dit thema van het strategisch beleidsplan uit te werken in activiteiten en ambities. De werkgroep is in 2014 vier keer bij elkaar gekomen. Om tot een goed advies te komen heeft de werkgroep literatuuronderzoek gedaan, is een marketingcommunicatie-adviseur aangeschoven om advies te geven en zijn enquêtes onder medewerkers uitgezet.
Websites Er is onderzoek gedaan naar diverse webbouwers. In het kader van het nieuwe strategisch beleidsplan, waarin partnerschap met ouders een belangrijk thema is, is ook onderzoek gedaan naar diverse aanbieders van een ouderportaal. Dit is een online communicatietool om de communicatie met ouders te verbeteren en te intensiveren. Een klankbordgroep, bestaande uit de staffunctionaris pr & communicatie, een clusterdirecteur, schoolleiders en i-coaches, hebben uit drie aanbieders gekozen voor een partij die een website aanbiedt met een geïntegreerd ouderportaal. In 2015 zal de website worden gebouwd. Digigids Het afgelopen jaar hebben vijf KSU-scholen een digitale schoolgids, ofwel een digigids, ontwikkeld en/of geactualiseerd. Via filmpjes informeren de scholen ouders van (toekomstige) leerlingen en andere geïnteresseerden over de dagelijkse schoolpraktijk en onderwijskundige aspecten. Deze filmpjes worden op de schoolwebsite gezet. Elk jaar wordt bekeken of er budget kan worden vrijgemaakt om verouderde filmpjes te vernieuwen. KSU-breed In 2014 ontvingen alle KSU-medewerkers en relaties tweemaal een reguliere uitgave van het personeelsinformatieblad KSU-breed en eenmaal een special met een terugblik op de conferentie ‘De leerling blinkt uit’. Onze eigen medewerkers leveren een
bijdrage aan de reguliere uitgaven. De eindredactie is in handen van de staffunctionaris pr & communicatie. Een vaste rubriek in het personeelsblad is ‘Strategisch Beleidsplan’. Op deze manier wil de KSU medewerkers blijven betrekken bij de vorderingen van het nieuwe strategisch beleidsplan. Tegelijk laten we medewerkers aan het woord over de speerpunten uit het SBP 20152019. In 2014 was de oplage 950 stuks.
9.4
Bindingsacties
De KSU vindt het belangrijk dat alle medewerkers hun werk met plezier doen. Daarom wordt er geld vrij gemaakt voor activiteiten om de onderlinge band te verstevigen. In 2014 organiseerde de KSU veertien verschillende bindingsacties, zoals de jaarlijks terugkerende nieuwjaarsbijeenkomst, de maandelijkse KSU-borrel, het bedrijfsfitness-abonnement, het volleybaltoernooi, de traktatie op de eerste schooldag, het presentje op de Dag van de Leraar, deelname aan de Singelloop en de kerstattentie. Nieuw waren het kloosterweekend, de cocktailworkshop, de schaatsdag en het kerstconcert Messiah. Via een steekproef vragen we medewerkers naar hun mening over bestaande bindingsacties en suggesties voor nieuwe bindingsacties. Daar reageren medewerkers overwegend enthousiast op en hun suggesties zijn meegenomen in de afweging van nieuwe activiteiten. Alle bindingsacties voor 2015 zijn op de Dag van de Leraar met een flyer bekend gemaakt. Nieuw zijn de mindmapping-workshop, de stadswandeling, een iPadworkshop en zeilen.
10. Accomodatie en facilitaire zaken
10.1 Onze gebouwen Wie ‘school’ zegt denkt aan kinderen, aan leerkrachten, aan boeken en schriften, een speelplein en natuurlijk: een gebouw. Liefst een fijn gebouw waar iedereen graag naar toe komt. Een fijn gebouw betekent voor de KSU kwalitatief goed en eigentijds. Wij zien dit als een voorwaarde voor goed onderwijs: een aantrekkelijk en goed geoutilleerd schoolgebouw draagt bij aan een betere ontwikkeling van kinderen en vormt een omgeving waar kinderen kunnen uitblinken. De KSU wil al haar schoolgebouwen in een uitstekende conditie houden en waar mogelijk verbeteren. Dit vraagt om een zorgvuldige en gedegen opzet van onderhoudsplannen en aanpassingen van gebouwen, met aandacht voor energieverbruik, milieu (klimaatbeheersing) en duurzaamheid. Dit bevordert niet alleen een gezond binnenklimaat en een prettige leeromgeving voor leerlingen en leerkrachten, maar zorgt ook voor een lagere exploitatielast, waardoor meer budget beschikbaar blijft voor de inhoud van het onderwijs. De KSU zoekt naar samenwerkingsmogelijkheden met organisaties van kinderopvang en buitenschoolse opvang en dat heeft zijn weerslag op onze gebouwen. Dit geldt bijvoorbeeld voor het in 2014 geopende schoolgebouw ‘De JazzSingel’ aan de Jazzsingel en het nieuwe gebouw van de Gertrudisschool aan de Waalstraat, waar ook buitenschoolse opvang plaatsvindt. Ook de inhoudelijke samenwerking met de voorschoolse opvang van Spelenderwijs, de Brede School Academie (BSA) en de wijkverbinding
met ouderlokalen en gymzalen zorgt ervoor dat schoolgebouwen een andere samenstelling en uitstraling krijgen en aan andere eisen moeten voldoen dan in het verleden het geval was. Zo is in de plannen voor de nieuwe Mattheusschool voorzien in een ouderlokaal, een multifunctionele ruimte en een gymnastieklokaal, die beheerd en geëxploiteerd zullen worden vanuit de Mattheusschool. Overigens betekent deze ontwikkeling niet altijd dat er méér ruimte wordt gecreëerd, vaak gaat het ook om dubbelgebruik van dezelfde ruimtes. Niet alleen de KSU vindt de staat van haar schoolgebouwen belangrijk: dit wordt algemeen zo gevoeld. Daarom heeft de gemeente Utrecht in samenwerking met alle schoolbesturen een Masterplan Primair en (Voortgezet) Speciaal Onderwijs ontwikkeld, voor nieuwbouw, onderhoud en renovatie van schoolgebouwen. Binnen dit plan heeft de KSU verschillende projecten afgerond, met als laatste twee de bouw van de nieuwe schoolgebouwen (Mattheusschool en Johannesschool) in de wijk Overvecht. Vanwege de ingewikkelde beheeren exploitatiesituatie hebben beide projecten vertraging opgelopen, waardoor ze na afloop van de Masterplanperiode zullen worden opgeleverd, naar verwachting eind 2016. Intussen ontwikkelen de gemeente en de schoolbesturen nieuwe plannen met nieuwe ambities voor de huisvesting van het onderwijs. Deze plannen voor de toekomst worden beschreven in een nieuw Integraal Meerjaren Huisvestingsplan (IHP) voor het onderwijs. De eerste bijeenkomsten vonden plaats in de tweede helft van 2014 en een afronding van dit plan wordt verwacht in 2015.
25
school: Het Schateiland wijk: Kanaleneiland aantal leerlingen: 259 aantal medewerkers: 38 Aan het woord: Henk ten Hoeve, bovenbouwcoördinator “Ons team heeft het afgelopen jaar geïnvesteerd in de sociaal emotionele ontwikkeling van onze leerlingen. De lessen uit de methode ‘De Vreedzame School’ leven veel meer in de school. Elke zes weken komen we met alle leerlingen samen voor een gezamenlijke ‘afsluiting’ van een thema uit de methode, waarbij de kinderen leuke optredens verzorgen. Zowel binnen de school als buiten op het schoolplein is het resultaat van onze inspanningen zichtbaar: er zijn veel minder incidenten en kinderen gaan beter met elkaar om. Daar ben ik trots op! Voor 2015 zou ik graag willen dat wij het aspect van de ‘gezonde school’ nog beter op de kaart zetten. Ik denk hierbij aan een school waar de kinderen echt lekker in hun vel zitten. Om te kunnen werken aan een gezonde levensstijl is de medewerking van de ouders van essentieel belang. Het verkrijgen van het vignet ‘gezonde school’ zou daarbij een mooi hulpmiddel kunnen zijn.”
Het Schateiland
26
10.2 Verbouwing en vernieuwing
10.3 Onderhoud
Het afgelopen jaar is er wederom veel verbouwd en vernieuwd, zoals blijkt uit het onderstaande overzicht: –– De Marcusschool is in maart 2014 nieuw opgeleverd. –– De JazzSingel is in juli 2014 opgeleverd. –– De plannen van de Mattheusschool (oplevering december 2016) zijn uitgewerkt tot een voorlopig ontwerp (VO). –– Aanpassingen in het kader van onderwijskundige vernieuwing in de schoolgebouwen van de Notenboom zijn afgerond. Ook in het eigen deel van de Zevengavenschool zijn deze aanpassingen gerealiseerd; in het gezamenlijk deel van dit gebouw worden deze aanpassingen in 2015 uitgevoerd. –– De Ludgerschool aan de Van Hoornekade is uitgebreid met één lokaal en één speellokaal. Deze lokalen worden in de eerste helft van 2015 gebruikt door leerlingen van de Carrousel. –– Voor de Carrousel is een aanbesteding van renovatie en uitbreiding van het huidige gebouw voorbereid. De uitvoering start in januari 2015 en zal naar verwachting in augustus 2015 afgerond zijn. –– Een nieuwe architect heeft een voorlopig ontwerp getekend voor de nieuwbouw Onder De Bogen. –– In het gebouw Waalstraat is eind 2014 de eerste helft van de renovatie opgeleverd; het tweede deel van het gebouw zal medio 2015 gereed zijn. –– Voor de bouw van de Johannesschool, een nieuw gebouw aan de Beiroetdreef samen met een school van de SPO Utrecht, is een architect geselecteerd. In 2015 moet het ontwerp afgerond zijn en moet de bouw starten. Oplevering van het gebouw is gepland einde kalenderjaar 2016.
In 2014 is het onderhoud aan alle schoolgebouwen van de KSU conform de planning uitgevoerd. Aangezien de gemeente de verantwoordelijkheid van het buitenonderhoud naar de schoolbesturen heeft overgedragen hebben we voor de meerjaren onderhoudsplannen nieuw beleid geformuleerd. Er is een doordachte onderhoudsvoorziening uitgewerkt, die in 2015 geëvalueerd zal worden. Doel is ook het onderdeel ‘renovatie’ een plek te geven in de plannen voor de KSU gebouwen. Vanaf 2015 draagt het schoolbestuur de volledige verantwoordelijkheid voor het onderhoud aan de schoolgebouwen, zowel buiten als binnen. De gemeente zal dan geen financiële rol meer vervullen. Intussen is een begin gemaakt met de uitvoering van het in 2013 door Helix Advies opgestelde meerjarenonderhoudsplan (10-jarenplan). De voorziening huisvesting is hierop aangepast.
10.4 Duurzaamheid Duurzaamheid is en blijft belangrijk voor de KSU. Concreet vertaalt zich dat naar degelijk materiaalverbruik bij nieuwbouw en onderhoud, zoals duurzame verlichting, milieuvriendelijke, afbreekbare middelen en materialen en exploitatie (energiebesparing). Omdat ‘duurzaamheid’ in ontwikkeling is, is het belangrijk goed op de hoogte te blijven van nieuwe ontwikkelingen en daar, indien mogelijk, bij aan te haken. Zo worden op het gebouw van SBO De Binnentuin zonnepanelen gemonteerd. We onderzoeken of dit op andere scholen ook mogelijk
is, bijvoorbeeld in het kader van ‘Zon zoekt School’, een initiatief van stichting ‘Natuur en Milieu’. In de wijk Lunetten werken de schoolbesturen samen om, met de wijkbewoners, op het gebouw zonnepanelen te plaatsen. Tot slot kijken we naar mogelijkheden nieuwbouwscholen, net als Op De Groene Alm, te voorzien van groene dakbedekking, een zogenoemd sedumdak.
10.5 Technische dienst Onze eigen technische dienst verricht een deel van de onderhoudswerkzaamheden aan onze scholen. We zien echter dat de vraag naar onderhoud terugloopt, omdat veel van onze gebouwen in goede staat zijn. De bezetting van de technische dienst is daarom teruggebracht met 1 fte. Voor de overige medewerkers is er voldoende werk in schilderwerk, inspectie van nood- en ontruimingsverlichting, keuring van speeltoestellen en klein technisch onderhoud. De medewerkers van de technische dienst hebben in 2014 een (bij)scholing gehad op gebied van klein onderhoud van elektra en sanitair. In 2015 staat een vervolgcursus gepland. Voor het planmatig onderhoud aan de technische installaties en de verwarmingsinstallaties zijn gespecialiseerde bedrijven ingeschakeld.
11. Financieel beleid
11.1
Bekostigingsgrondslag
De bekostigingsgrondslag in het primair onderwijs rust op twee pijlers: het aantal leerlingen en het ‘leerlinggewicht’ (de mate van achterstand). Hieronder lichten we beide toe. Het aantal leerlingen Ieder jaar op 1 oktober worden alle leerlingen geteld. Echter: omdat de materiële bekostiging per kalenderjaar loopt en de personele bekostiging per schooljaar, zijn voor het verslagjaar 2014 twee teldata van belang. Voor de materiële bekostiging 2014 was 1 oktober 2013 de peildatum. Voor de personele bekostiging was 1 oktober 2012 de peildatum voor de eerste zeven maanden van 2014 en 1 oktober 2013 voor de laatste vijf maanden van 2014. Overzicht van leerlingaantallen van de KSUscholen van de afgelopen jaren. 4,64%
2,83%
2,51%
2,62%
2,71%
1,43%
7000
1,96%
Groei
5182
5256
5359
5504
5648
5790
5954
6230
01-10-2008
01-10-2009
01-10-2010
01-10-2011
01-10-2012
01-10-2013
01-10-2014
5000
01-10-2007
6000
Figuur 1: stijging leerlingenaantal KSU
De in 2014 gerealiseerde groei komt voor een groot deel op het conto van de nieuwe wijk Leidsche Rijn, waar het aantal leerlingen groeit. Maar ook in ‘de stad’ kennen we een aantal groeischolen, zoals de St. Dominicusschool, de Gertrudisschool en de Ludgerschool. Aangezien in Leidsche Rijn nog steeds wordt gebouwd en daar enkele nieuwe KSU-scholen zijn gepland, verwachten wij dat de groei van het leerlingaantal nog enkele jaren aanhoudt, zij het minder sterk dan afgelopen jaren. De gewichtenregeling De gewichtenregeling in het basisonderwijs bepaalt hoeveel geld een basisschool krijgt voor het wegwerken van onderwijsachterstanden. Dit gebeurt op basis van het opleidingsniveau van de ouders. Figuur 2: Grondslag gewichtenregeling
Opleiding ouders:
Gewicht:
maximaal basisonderwijs of (v)so-zmlk (1 of beide ouders)
1,2
maximaal lbo/vbo, praktijkonderwijs of vmbo basis- of kaderberoepsgerichte leerweg (beide ouders of ouder die met dagelijkse zorg is belast)
0,3
Krijgt een leerling het gewicht 0,3 of 1,2, dan krijgt de school extra geld (30% dan wel 120% extra bekostiging). Dit geld is onderdeel van het totaalbedrag dat de school ontvangt voor het verzorgen van onderwijs (de lumpsum).
27
school: Marcusschool wijk: Overvecht aantal leerlingen: 327 aantal medewerkers: 34 Aan het woord: Bernadet Dankaart, bouwcoördinator groep 1 tot en met 4, IB-er groep 1/2, VVE-coördinator “In maart 2014 hebben we het nieuwe schoolgebouw aan de Mayadreef betrokken. Na anderhalf jaar was het goed om weer terug te zijn als Marcusschool in de wijk “de Vechtzoom”. Nu willen we onze positie als buurtschool verder neerzetten, door de contacten met andere scholen en instellingen voor jeugd en gezin aan te boren, te verstevigen en vast te leggen. Met een stevig netwerk willen wij tot een totaalaanbod komen voor ouder en kind. Vooruitkijkend willen we met elkaar komen tot een visie die recht doet aan de ontwikkeling van het jonge kind. Dat betekent: het creëren van een onderwijsomgeving waarin spelend leren het uitgangspunt is, waarin het onderzoekende kind de ruimte krijgt en leerkrachten hun rol als begeleider en aanvoerder oppakken. Het ultieme dream-team…!”
Figuur 3: Geconsolideerde balans KSU
28
Activa
31/12/2014
31/12/2013
Passiva
31/12/2014
31/12/2013
Vaste activa
4.307.938
6.216.852
Eigen vermogen
9.845.649
10.406.350
Vorderingen
4.778.741
3.703.616
Voorzieningen
1.373.643
1.147.104
Liquide middelen
6.703.629
7.538.630
Langlopende schulden
0
0
Kortlopende schulden
4.571.016
5.905.644
15.790.308
17.459.098
Activa totaal
15.790.308
17.459.098
11.2 Formatieplaatseenheden De KSU kende tot en met het schooljaar 2013-2014 haar scholen formatie toe in formatieplaatseenheden (fpe’s) en niet in geld. Op deze manier werden scholen niet geconfronteerd met kostenverschillen tussen leerkrachten. Deze manier van werken leverde wel een financieel risico op: vooraf was namelijk niet duidelijk welke kosten de toegekende formatieplaatsen met zich mee zouden brengen en dus ook niet wat het financiële resultaat zou zijn. In tijden van economische teruggang en financiële krapte kon de KSU zich dit risico niet meer veroorloven. We zijn daarom overgegaan op een systeem waarbij de scholen hun formatiebudgetten in geld ontvangen. In het schooljaar 2013-2014 hebben we met dit nieuwe systeem schaduwgedraaid om de financiële effecten per school te kunnen vaststellen. In het voorjaar van 2014 is besloten om met ingang van het schooljaar 2014-2015 definitief over te stappen op dit nieuwe systeem. Het resultaat van de vergelijking tussen de beide systemen gaf geen aanleiding om weer terug te vallen op het fpe-systeem. Kortom, de nieuwe koers kan zonder onbeheersbare risico’s worden voortgezet.
Passiva totaal
specifieke doelen. De extra subsidies zijn (mits ingezet voor personeel) in het verslagjaar ook besteed aan formatieplaatsen voor de scholen waar de subsidie aan is toegekend. De KSU heeft in 2014 aanzienlijk meer subsidie van de gemeente ontvangen dan de jaren daarvoor. Deze toename betreft voornamelijk de gemeentelijke subsidie voor schakelklassen en leertijduitbreiding.
11.3
Financiële positie op de balansdatum
De balans is een momentopname van de vermogenspositie van een organisatie. De vergelijking van de financiële situatie van het ene jaar met het andere jaar geeft een idee van de financiële ontwikkeling die de organisatie in een jaar doormaakt. Reserves
Het balanstotaal daalde in het verslagjaar met € 2.053.639. Deze daling kan in belangrijke mate worden verklaard door het gerealiseerde resultaat in 2014 (€ 560.701) en door de afname van de kortlopende schulden. Onder de kortlopende schulden worden onder meer de verplichtingen opgenomen die voortvloeien uit door de gemeente ontvangen subsidies voor bouwprojecten. Eind 2013 was deze verplichting hoog (€ 987.692). In 2014 zijn veel van deze subsidies besteed waardoor de verplichtingen zijn afgenomen. Daarnaast zijn de kortlopende schulden afgenomen door de terugbetaling van de verzuimpool (€ 434.000). Reserves De opbouw van de reserves hing samen met de historie van het bekostigingssysteem van het onderwijs en de organisatiestructuur van de KSU. Deze complexe 31-12-2014
a) Reserve P&A scholen
€ 2.415.959
b) Reserve Materieel scholen
€ 2.211.890
c) Algemene reserve bovenschools
€ 2.100.569
d) Bestemmingsreserve bijzondere omstandigheden
€ 571.540
e) Reserve Eigen Risico (ER)
€ 500.000
f) Reserve middelen voor leerlingenzorg (incl. WSNS)
€ 470.558
g) Reserve nulmeting
Naast de reguliere budgetten vanuit het Rijk ontvangen scholen in wisselende mate extra subsidies van andere partijen (grotendeels de gemeente) voor
In figuur 3 is de geconsolideerde balans van de KSU (KSU en Beheerfonds samen) in verkorte vorm in een tabel weergegeven, met een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van een jaar geleden.
€ 201.352
h) Beheerfonds
€ 1.373.781
Eigen vermogen
€ 9.845.649
Figuur 4: Reserves KSU
opbouw past niet langer bij het huidige beleid en de aansturing van de KSU. Daarom wordt de opbouw vereenvoudigd: de PAB-reserves (Budget voor Personeels- en Arbeidsmarkt) en de personele reserves van de scholen zijn samengevoegd tot één reserve Personeel en Arbeidsmarktbeleid (Reserve P&A) per school. Verder zijn de bovenschoolse PAB-reserves, algemene reserves en personele reserves samengevoegd tot één Algemene reserve bovenschools. Na deze herschikking en de verdeling van het resultaat over de reserves ziet de opbouw van de reserves per 31 december 2014 er als volgt uit: (zie figuur 4) Korte toelichting per reserve: a. Reserve Personeel en Arbeidsmarktbeleid scholen: deze reserve dient als dekking van specifieke personele risico’s, zoals hoog uitvallende Bapolasten, kosten voor ouderschapsverlof, kosten van arbeidsconflicten. Bij plotseling wegvallende inkomsten kunnen hiermee tijdelijk de verplichtingen aan personeel worden voldaan. b. Reserve materieel scholen: deze reserve per school is bedoeld voor alle overige (materiële) doeleinden. c. Algemene reserve bovenschools: dit betreft een buffer ter waarborging van de continuïteit van de KSU. Deze reserve kan ook worden aangesproken voor de opstart van nieuwe scholen of dependances en voor extra investeringen in scholen met een (dreigend) inspectiearrangement. d. Bestemmingsreserve bijzondere omstandigheden: deze reserve is gevormd om tegemoet te komen aan de financiële gevolgen van calamiteiten en/ of onvoorziene gebeurtenissen (betreffende gebouwen, materialen of persoonlijk lief en leed) of om belangrijke huisvestingswensen van scholen te kunnen uitvoeren.
e. Reserve eigen risico (ER): de KSU is sinds 1 oktober 2013 volledig eigen risicodrager bij ziekte en verlof. Vanwege het daaruit voortvloeiende risico is besloten een bestemmingsreserve te vormen van maximaal € 500.000. f. Reserve middelen voor leerlingenzorg: in het kader van de invoering van passend onderwijs is er een nieuw, groter samenwerkingsverband in de stad Utrecht gevormd. Het oude samenwerkingsverband waar de KSU deel van uitmaakte tot 1 augustus 2014 (RKAB stad) is opgeheven. De bestaande reserve wordt (conform de statuten) verdeeld over de deelnemende besturen. Het bestuur heeft besloten dit bedrag voorlopig toe te voegen aan de bestemmingsreserve leerlingenzorg. Deze reserve is bedoeld voor activiteiten op het gebied van leerlingenzorg en de bestedings verplichting met betrekking tot het garanderen van basisondersteuning in het kader van ‘passend onderwijs’. g. Reserve nulmeting: de reserve nulmeting (voor onderhoud) blijft op schoolniveau geregistreerd en zal nog zo’n drie jaar blijven bestaan. Deze reserve is ontstaan in 2005 toen er voor het eerst een balans werd opgemaakt. Toen werden de aanwezige materiële vaste activa opgenomen in de administratie. Hier is deze bestemmingsreserve tegenover geplaatst. De bestemmingsreserve dekt de afschrijvingslasten van deze activa en heeft dus een eindig karakter. h. Beheerfonds: het beheerfonds is een Algemene reserve ondergebracht in een afzonderlijke Beheerstichting. Voor een nadere specificatie van de reserves van de scholen verwijzen wij naar bijlage D4.
29
school: Gertrudis wijk: Rivierenwijk aantal leerlingen: 463 aantal medewerkers: 35 Aan het woord: Carmela Tumminaro, intern begeleider en bouwcoördinator “Onze leerlingen in groep 8 zijn gestart met een uitwisseling met kinderen uit Brno in Tsjechië. Via het internationale Dalton-netwerk hebben zij met hen contact gelegd. Nu schrijven ze elkaar brieven en wisselen zo ervaringen uit. Het idee is dat we dit contact de komende tijd intensiveren, omdat de kinderen veel van elkaar kunnen leren. Daarnaast is het gewoon ook erg leuk om met elkaar te ‘skypen’ en zo je Engels te oefenen! Verder ben ik trots op het feit dat we het hebben aangedurfd een start te maken met het traject LeerKRACHT. Met LeerKRACHT formuleren we welke doelen we willen bereiken en hoe, bereiden we samen lessen voor, bezoeken we elkaars lessen en geven elkaar feedback. Hiermee doorgaan is ons grootste speerpunt voor 2015. De succesfactor bij het verbeteren van de onderwijskwaliteit is immers de leraar: hij of zij maakt het verschil.”
30
11.4 Resultaat verslagjaar KSU enkelvoudig
op de scholen. Het restant verklaart in belangrijke mate het positieve verschil in het personele resultaat.
Over 2014 behaalde de KSU een resultaat dat veel beter was dan begroot. Dit kwam tot stand door een zeer sterk meevallend personeel resultaat, een meevallend materieel resultaat en een licht tegenvallend financieel resultaat.
Het materiële resultaat 2014 is € 433.542 lager dan begroot. De negatieve afwijking in het materiële resultaat wordt veroorzaakt door:
Figuur 5: Resultaat
2013 Werkelijk
2014 begroot
2014 begroot + € 700.000 kwaliteitsimpuls
2014 Werkelijk
Personeel resultaat
€ 1.152.269
€ -63.695
€ -313.695
€ 164.251
Materieel resultaat
€ -27.071
€ -371.962
€ -821.962
€ -805.504
Financieel resultaat
€ 133.932
€ 137.000
€ 137.000
€ 114.746
€ 1.259.129
€ -298.657
€ -998.657
€ -526.507
Totaal resultaat
Verklaring van de werkelijke resultaten ten opzichte van de begroting Het werkelijke resultaat over 2014 is € 227.850 lager dan begroot. Echter na de vaststelling van de begroting is besloten tot een extra kwaliteitsimpuls ter grootte van € 700.000. Dit in verband met de onverwachte extra middelen die de KSU eind 2013 ontvingen van het Rijk. Wanneer we hiermee rekening houden is het resultaat over 2014 € 472.150 hoger dan verwacht. Van de genoemde € 700.000 is € 684.000 besteed: € 238.000 aan personele lasten en € 446.000 aan materiële lasten. De positieve afwijking in het personele resultaat is veroorzaakt doordat de gemeente ten behoeve van schakelklassen en leertijduitbreiding € 660.000 meer heeft bijgedragen dan verwacht. Daarnaast waren de inkomsten wegens groeitellingen € 164.000 meer dan begroot. Deze meevallende opbrengsten zijn voor een groot deel besteed aan uitbreidingen van de formatie
–– d e extra kwaliteitsimpuls € 446.000 (zie eerste alinea van deze paragraaf) –– hogere kosten leer- en hulpmiddelen € 196.000 –– kosten ICT hoger dan begroot € 72.000 –– afschrijvingen hoger dan begroot € 144.000 –– energiekosten hoger dan begroot € 98.000 –– hogere dotatie voorziening onderhoud € 93.000 –– hogere overige huisvestingslasten € 115.000 –– overigen € 37.000 –– totaal hogere materiële lasten € 1.201.000 Tegenover deze hogere materiële lasten staat dat de materiële inkomsten ook hoger waren dan begroot: –– –– –– –– ––
ouderbijdragen (niet begroot) hogere gemeentesubsidies hogere opbrengsten uit verhuur hogere bijdragen van derden totaal hogere materiële inkomsten
€ 372.000 € 210.000 € 40.000 € 139.000 € 768.000
Leonardo onderwijs Het Leonardo-onderwijs binnen de KSU startte op 1 augustus 2010 als pilot voor drie jaar. De pilot liep af op 1 augustus 2013. Besloten is om het Leonardoonderwijs te continueren en uit te breiden. De KSU maakt vanuit de algemene reserve gedurende vijf jaar (2013-2018) € 100.000,- vrij voor de dekking van de helft van het exploitatietekort van het voltijdhoogbegaafden onderwijs. De andere helft van het tekort wordt gevraagd aan de Stichting Vrienden van Leonardo Utrecht. Financiële exploitatie Het financiële resultaat is lager dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt door de lagere rentevergoeding door banken.
11.5
Investeringen, financiering en treasurybeleid
Bij de start van een nieuwe school of uitbreiding van een school met nieuwe lokalen (groepen), stelt de gemeente een bedrag ineens beschikbaar voor de kosten van het gebouw en de eerste inrichting. Al het overige dat een school aanschaft moet uit de reguliere bekostiging van het Rijk komen. Investeringen groter dan € 1.000 worden geactiveerd (die komen op de balans) en vervolgens gedurende enkele jaren afgeschreven. Het bestuur heeft per categorie van investeringen een afschrijvingstermijn vastgesteld. Deze afschrijvingen komen ten laste van de exploitatie van de KSU. Investeringen Elk jaar maken alle scholen in het najaar een meerjarige investeringsbegroting, waarin zij aangeven wat de geplande investeringen per categorie zijn voor de
komende jaren. Daarbij wordt inzichtelijk gemaakt wat de consequenties zijn voor de afschrijvingslasten van de school voor de komende jaren. Financieringen Investeringen worden wel meerjarig afgeschreven, maar moeten meteen bij aanschaf gefinancierd worden. In principe zijn de liquide middelen van de KSU toereikend; alleen in zeer uitzonderlijke situaties gaat de KSU een lening aan. Wanneer dit een bedrag van meer dan € 300.000 betreft is op basis van de statuten en reglementen goedkeuring van de Raad van Toezicht nodig. Treasurybeleid Het treasurybeleid van de KSU sluit aan bij de regeling ‘Beleggen en belenen’ van het Rijk uit 2010. Doel is het realiseren van een zo hoog mogelijk rendement op de liquide middelen met minimaal risico. Vanuit deze doelstellingen worden beslissingen genomen over de productkeuze naar aard, looptijd en beschikbaarheid van middelen. De Stichting Beheerfonds KSU beheert een deel van het vermogen van de KSU. Ook hiervoor geldt een treasurybeleid. Dit is nagenoeg gelijk aan dat van de KSU. De beleggingen van het Beheerfonds waren in 2013 nog grotendeels belegd in een erkend beleggingsfonds met een gegarandeerde eindopbrengst en jaarlijks vrijvallende bedragen. In maart 2014 eindigde de looptijd van dit fonds en is het vrijkomende geld vooralsnog op een spaarrekening gezet. De huidige stand van de rente op deposito’s en de aangescherpte treasuryregelgeving maken het momenteel niet rendabel het geld voor langere tijd weg te zetten. In de komende
31
jaren zal het beleid ten aanzien van het beheer van de middelen van de Stichting Beheerfonds KSU worden geëvalueerd. Jaarlijks vergoedt het Beheerfonds een vast rentepercentage van 2,5 procent over het (gemiddelde) rekeningcourantsaldo aan de KSU.
11.6 Het Beheerfonds De Stichting Beheerfonds KSU voert een bescheiden exploitatie. Het fonds is eigenaar van het pand van de Technische Dienst en schrijft af op de waarde van dat pand. Diezelfde afschrijvingslasten betaalt de Technische Dienst jaarlijks als huur aan het Beheerfonds. Ook worden uit het fonds alle kosten voor de Raad van Toezicht van de KSU betaald, zoals de vacatiegelden voor de leden van de Raad van Toezicht. Al met al leidt dit tot een exploitatieresultaat van het Beheerfonds over 2014 van € -34.194.
school: Ariëns wijk: Hoograven aantal leerlingen: 165 aantal medewerkers: 22 Aan het woord: Els Rats, bouwcoördinator “In de Brede School kunnen kinderen na schooltijd aan uiteenlopende sportieve en culturele activiteiten deelnemen. Verder is er de Brede School Academie, waar negen van onze leerlingen naartoe gaan, met als doel hun resultaten bij begrijpend lezen te verbeteren. En we zijn gestart met de Ruud van Nistelrooy Academie. Vijftien kinderen leren hier hun talenten te ontdekken en te ontplooien. Ouders zijn hier actief bij betrokken, er is een moeder die voor de kinderen kookt en een andere moeder die meehelpt met de organisatie. Ik merk dat onze ouders zich bewust zijn van het belang van ouderbetrokkenheid. Dat zie je aan de grote opkomst bij koffieochtenden, ouderavonden en startgesprekken. Ouders nemen actief deel aan initiatieven en staan klaar om te helpen als er vragen van school komen. Vanuit deze succeservaringen zetten we de volgende stap binnen ouderbetrokkenheid. We willen de koffieochtenden inhoudelijke invulling gaan geven, door gespreksonderwerpen te introduceren.”
32
12. Vooruitzichten 2015 Strategisch Beleid Het eerste thema van het nieuwe SBP waarmee wij van start gaan is ‘profilering’. We gaan het KSU-profiel definiëren en alle scholen gaan aan de slag met het uitwerken van hun schoolprofielen. Dit gaat in de eerste helft van 2015 gebeuren, zodat het profiel als basis kan dienen voor de schoolplannen die in augustus 2015 voor een periode van vier jaar moeten worden vastgesteld. Daarvoor is het immers essentieel helder te hebben waar je als school en als team voor staat en wat je toegevoegde waarde is als school in je wijk en in de stad. De scholen worden bij dit traject begeleid door een externe partner. Volgens de planning zullen alle scholen in april 2015 een kernverhaal inclusief profielschets klaar hebben. Vanaf augustus 2015 zullen we met name binnen de thema’s ‘professionele cultuur’ en ‘professionalisering’ beleidsvoornemens en activiteiten gaan uitvoeren. Onderwijs en kwaliteit In 2015 staan verschillende ontwikkelingen op onze agenda. In vogelvlucht: –– Certificering en uitbreiding van de pilot vroegtijdig vreemde talenonderwijs (Engels) op meerdere KSU-scholen. Het aantal scholen dat daarmee vvto aanbiedt en op deze wijze invulling geeft aan zijn plusprofiel, groeit daarmee gestaag. –– Implementeren van de nieuwe beleidsregel cultuureducatie. We gaan naar het tweede implementatietraject van de drie jaar durende implementatie die tot doel heeft te komen tot vraag-
––
––
––
––
gestuurd werken (vanuit de scholen) in plaats van aanbod-gericht werken. Het verankeren en financieren van het (voltijd) onderwijs aan cognitief getalenteerde en hoogbegaafde kinderen. We willen hiermee de verdere ontwikkeling van deze vorm van onderwijs en onze expertise een krachtige impuls geven en zekerheid bieden naar ouders en leerlingen. Evalueren in hoeverre de basisondersteuning op alle KSU-scholen is gerealiseerd, om ons te kunnen verantwoorden richting het SWV. We zijn er als schoolbestuur voor verantwoordelijk dat alle leerlingen de ondersteuning krijgen waarop zij, gegeven de standaard voor de basisondersteuning, recht hebben. Evalueren van de pilot Professional School Development en een besluit nemen of dit een vorm van leren en schoolontwikkeling is die we op meerdere scholen willen en kunnen gaan inzetten. Met behulp van ICT-middelen voor het onderwijs een model van kennisconstructie ontwikkelen naast kennisoverdracht.
Personeel en organisatie De afgelopen jaren hebben we geïnvesteerd in kwaliteitsverbetering (de ondersteunende en basisprocessen) om de basis op orde te krijgen en daarmee schoolleiders te ontzorgen. Daarmee gaan we in 2015 vanzelfsprekend door. Naast het versterken van onze ‘expertrol’ op het terrein van wet- en regelgeving, ziekteverzuim en procedures en processen willen wij ook meer de rol gaan vervullen van adviseur en coach op het gebied van opleiding en ontwikkeling van medewerkers. Dit in lijn met de ambities uit
het SBP: professionalisering, professionele cultuur. Aandachtspunten zijn: –– Initiatieven voor talentontwikkeling en vakmanschap van medewerkers, leiderschapsontwikkeling en het realiseren van een professionele cultuur. –– (Her)definiëren van de samenwerking met de Hogeschool Utrecht/Instituut Theo Thijssen en de Marnixacademie. –– Stimuleren en sturen van mobiliteit op een manier die nog meer recht doet wordt aan enerzijds de kennis en vaardigheden van medewerkers en anderzijds de ambities die zij hebben. Dit steeds in relatie tot de behoeften binnen onze organisatie. –– Implementeren van de nieuwe CAO PO en dan met name de 40-urige werkweek, aanpassen van de werktijdfactoren, duurzaamheidsbeleid en de mogelijke overgang naar het overlegmodel voorbereiden. Dit vraagt een zorgvuldige voorbereiding waarbij de GMR en het gehele werkveld betrokken worden. –– Het verder omlaag brengen van het ziekteverzuim naar 4%. –– De inbesteding van de personeelsadministratie en het efficiënter maken van de processen en de digitalisering die daarbij horen (digitale personeelsdossiers, in- en uitdiensttredingsprocessen). –– Herzien van het functieboek. Communicatie In het kader van het SBP-thema ‘profilering’ gaan de KSU-scholen een marketingcommunicatieplan ontwikkelen. In 2015 wordt een pilot opgestart met vijf scholen die begeleid worden bij het opzetten en
vormgeven ervan. Dit zijn SBO Sint Maarten, Het Schateiland, De Notenboom, Johannes en Mattheus. In 2015 krijgt elke school een nieuwe website met bijbehorende online community. Dit is een besloten portal waarin de school met de ouders van leerlingen communiceert. Deze ontwikkeling wordt met name ingezet om invulling te geven aan het partnerschap met ouders, zoals geformuleerd in het SBP. De hiervoor in 2014 samengestelde klankbordgroep adviseert over de structuur, het ontwerp en het gebruik van de website. Volgens planning zal ongeveer de helft van de scholen rond de zomervakantie de nieuwe website in gebruik hebben. De overige scholen volgen in het tweede deel van 2015. In verband met een aantal renovaties van scholen en de start van de bouw van de nieuwe school Onder De Bogen zal 2015 wederom een aantal PR-momenten kennen. Vier KSU-scholen en het KSU kantoor gaan een (herziene) digigids ontwikkelen. Deze digitale schoolgids moet de communicatie met de ouders vergemakkelijken en aantrekkelijk en informatief zijn voor nieuwe gezinnen. Tot slot organiseert de KSU weer de nodige bindingsacties. Accommodatie en facilitaire zaken In 2015 staat het uitwerken van het meerjarenperspectief huisvesting onderwijs op de agenda. Samen met de gemeente en de andere besturen willen wij een integraal huisvestingsplan voor de komende jaren opstellen.
33
Daarnaast gaan we concreet verder met de uitvoering van onze nieuw- en verbouwplannen. Op stapel staan de oplevering van de nieuwbouw/ aanpassing van De Carrousel en de renovatie van gebouw Waalstraat van de Gertrudisschool, evenals verschillende nieuwbouwopdrachten, te weten voor de Johannesschool, de Mattheusschool en Onder De Bogen, een nieuw schoolgebouw in Leidsche Rijn Centrum. Voorts zullen we alle schoolgebouwen voor binnen- en buitenonderhoud schouwen en aan de hand hiervan een uitvoeringsplan maken. Tot slot willen we het werk van de technische dienst evalueren, met het oog op de inzet voor de komende jaren.
school: Sint Maarten wijk: Overvecht aantal leerlingen: 110 aantal medewerkers: 34
We gaan een onderzoek en de voorbereiding (procesbeschrijving) opstarten voor het inbesteden van de financiële administratie in samenwerking met administratiekantoor AS/Works.
Aan het woord: Frouke Vegter, groepsleerkracht en bouwcoördinator “Het afgelopen jaar hebben wij nagedacht over wat wij als school belangrijk vinden: Wat willen wij uitstralen? Hoe willen we dat bereiken? Wat doen we goed? En wat kan beter? We vinden een goede samenwerking met ouders en omgeving belangrijk. Daarom hebben we koffieochtenden georganiseerd en inloop voor ouders in de groepen 1 tot en met 3. Samen met de organisatie KOPA hebben we een beleid gemaakt voor kunst- en cultuureducatie. Dit levert ons inspiratie, energie en mooie kunstwerken op. De leerlingen vinden het geweldig. Het is speciaal!
Bedrijfsvoering Op de agenda staan het digitaliseren van contractbeheer en dit in een sluitende controlcyclus opnemen. Verder willen we aanbestedingen opstarten voor systeembeheer, ICT-hardware en telecom/ internet. Tot slot blijven we ons eigen management informatiesysteem doorontwikkelen.
In 2015 hoop ik dat we de ingeslagen weg verder kunnen bewandelen. Wij streven naar een professionele organisatie en cultuur. Dat betekent dat we verantwoordelijkheid nemen voor ons werk en kritisch naar onszelf blijven kijken. Ik hoop dat we de contacten met ouders kunnen verstevigen, net als de samenwerking met andere organisaties. De leerlingen staan hierbij centraal!”
Financieel/formatie In 2015 gaan wij een integrale risicoanalyse laten uitvoeren. Dit was uitgesteld in verband met de vacature van manager bedrijfsvoering. Op basis hiervan zullen wij de verschillende streefwaarden opnieuw beoordelen.
34
13. Meerjarenperspectief en continuïteit
13.1
Meerjarenbegroting KSU enkelvoudig
De KSU heeft in maart 2015 een taakstellende meerjarenbegroting vastgesteld tot en met het jaar 2019. Het eindresultaat van de jaarlijkse exploitatie (in onderstaand overzicht ‘Totaal saldo KSU’) moet passen binnen de daartoe op bestuurlijk niveau vastgestelde kaders. Uitgangspunt voor deze meerjarenbegroting is de vastgestelde jaarbegroting 2015. Hieronder is de meerjarenbegroting op hoofdlijnen uitgewerkt, met een toelichting op de gehanteerde uitgangspunten en veronderstellingen (prognoses). Figuur 1: Meerjarenbegroting op hoofdlijnen
Rijksbijdrage Gemeentelijke bijdragen Overige overheids-bijdragen
Opgemerkt moet worden dat de totale baten in werkelijkheid steeds aanzienlijk hoger zijn dan begroot, omdat niet alle inkomsten en uitgaven bij de begroting worden meegenomen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de ouderbijdragen met bijbehorende uitgaven en de exploitaties van de tussenschoolse opvang op de scholen. Ook in de meerjarenbegroting zijn deze zaken niet meegenomen. Vandaar het verschil in de post overige baten in bovenstaande tabel tussen het jaar 2014 enerzijds (werkelijkheid) en de overige jaren anderzijds (begroot). Als tegenhanger is aan de lastenkant met name de post ‘materieel algemeen en onderwijs’ in werkelijkheid aanzienlijk hoger dan begroot. Vanaf 2016 zullen alle inkomsten en uitgaven in de begroting worden opgenomen.
2014 werkelijk
2015 begroot
2016 begroot
2017 begroot
2018 begroot
2019 begroot
31.978.048
32.939.699
33.776.319
34.434.920
35.187.321
35.954.493
2.247.666
1.925.000
1.925.000
1.575.000
1.575.000
1.575.000
952.695
568.620
579.600
594.720
609.120
625.500
Overige baten
1.517.064
781.011
815.000
744.000
744.000
744.000
Totale Baten
36.695.473
36.214.330
37.095.919
37.348.640
38.115.441
38.898.993
Personele lasten
31.025.191
30.792.424
31.747.264
31.901.183
32.475.402
33.129.423
840.519
876.400
690.000
660.800
676.800
695.000
Afschrijvingen Huisvestings-lasten
2.580.361
3.052.090
3.296.542
3.272.104
3.344.068
3.425.927
Materieel algemeen en onderwijs
2.890.655
2.085.458
2.128.691
2.116.715
2.212.669
2.227.445
37.336.726
36.806.372
37.862.497
37.950.802
38.708.939
39.477.795
-641.253
-592.042
-766.578
-602.162
-593.498
-578.802
Totale lasten Saldo gewone exploitatie Financiële exploitatie Totaal saldo KSU
114.746
125.000
114.659
101.621
91.610
81.572
-526.507
-467.042
-651.918
-500.541
-501.888
-497.230
Uitgangspunten van de meerjarenbegroting: –– Gelijkblijvende bekostiging per leerling en gelijkblijvende kosten per leerling; we gaan er dus van uit dat beide eenzelfde ontwikkeling zullen doormaken. Een belangrijke uitzondering daarop is de volgende: verondersteld is dat de loonkosten in de jaren 2016 en 2017 één procentpunt meer zullen stijgen dan de bekostiging daarvoor en dat dit verschil in de jaren 2018 en 2019 0,5 procentpunt zal zijn. –– Daling van de inkomsten voor leerlinggebonden financiering; door de overgang naar passend onderwijs zal er meer ondersteuning in natura geleverd worden en minder in geld. –– Daling van de gemeentelijke subsidies vanaf 2016; de meerjarenbegroting is opgesteld voordat details hierover bekend waren. In de komende maanden wordt geëvalueerd in hoeverre in de meerjarenbegroting met een te positief scenario rekening is gehouden. –– Dalende rente-inkomsten; dit hangt samen met het interen op het eigen vermogen.
Beleidskeuzes bij de meerjarenbegroting: Gezien de omvang van het eigen vermogen en de hoogte van kengetallen in relatie tot de streefwaarde daarvan geeft de meerjarenbegroting voor de komende jaren bewust een negatief exploitatieresultaat te zien. Binnen de KSU zijn enkele doelen aangewezen die een beroep op de reserves rechtvaardigen: a. Scholen die in eerdere jaren gespaard hebben en dus een reserve hebben, kunnen een aanvraag indienen om hiervan gebruik te mogen maken. Zo kunnen zij de gevolgen van bezuinigingen spreiden of een tijdelijke slechte periode overbruggen. b. Vanuit gezamenlijke KSU-reserves ontvangen nieuw te starten scholen gedurende maximaal drie jaar een extra bijdrage. c. Voor investeringen op grond van het strategisch beleidsplan 2015-2019 wordt een extra bedrag gedurende vier jaar beschikbaar gesteld. d. Vanuit de gezamenlijke KSU-reserves kan een investering gedaan worden in het kader van een personele of materiële kwaliteitsimpuls.
Voor de gemeente Utrecht maakt het bedrijf Pronexus elk jaar lange termijn prognoses voor de ontwikkeling van het leerlingaantal per wijk en per school. Deze prognoses zijn in sterke mate op cijfers en trendanalyse gebaseerd en houden in beperkte mate rekening met reeds bekende ontwikkelingen in het veld. Vandaar dat de KSU ook steeds haar eigen prognoses maakt. Ook voor de omvang van de personele bezetting van de KSU is een prognose opgesteld. Deze is gebaseerd op de meerjarenbegroting en de daarbij gehanteerde veronderstellingen en uitgangspunten ten aanzien van personele kosten en leerlingaantallen. Daarbij is ook rekening gehouden met het feit dat de KSU bereid is in te teren op de reservepositie, waardoor meer personeelsleden in dienst kunnen blijven/ komen. Dit is onder andere zichtbaar in de negatieve exploitatieresultaten die voor de komende jaren worden begroot.
Prognoses leerlingaantallen en personele bezetting Het uitgangspunt voor de prognose is het leerlingaantal van teldatum 1 oktober 2014. Voor de jaren daarna zijn jaargroepen doorgeschoven en is op basis van een trendanalyse de instroom van vierjarigen en de tussentijdse uitstroom ingeschat. De uitkomsten hiervan zijn door de mensen in het veld op realiteitsgehalte beoordeeld en hier en daar bijgesteld. 1 okt 2014
1 okt 2015
1 okt 2016
1 okt 2017
1 okt 2018
Aantal leerlingen
6.230
6.440
6.608
6.768
6.950
Gewicht
1.032
1.055
1.101
1.147
1.215
3.4%
2.6%
2.4%
2.7%
Stijging leerlingaantal Figuur 2: Prognose leerlingaantallen
35
school: Ludgerschool wijk: Zuilen aantal leerlingen: 385 aantal medewerkers: 28 Aan het woord: Mieke Kindt, Marcel Bos en Rini van Helten, bouwcoördinatoren “Als bouwcoördinatoren merken wij dat het leren van en met elkaar een steeds prominentere plek krijgt op onze school. De professionalisering van het team speelt daarin een grote rol. Het begon allemaal met onze opleiding middenmanagement. Sindsdien maken klassenbezoeken deel uit van ons werk. Sinds 2014 hebben wij ook gediplomeerde gedrag-, lees-, taal- en rekenspecialisten in huis. Zij bieden ondersteuning bij ontwikkelingen op deze vakgebieden en dragen zo bij aan de deskundigheid van het team. Samen maken we heldere afspraken. Onze taak als bouwcoördinator is het borgen van die afspraken en zorgen dat er kwaliteit geleverd wordt. In 2015 willen wij bereiken dat de inspectie ons opnieuw een goede beoordeling geeft. Wij gaan ervan uit dat ook zij alle ontwikkelingen op onze school zien. Dat de inzet van het team zijn vruchten afwerpt, is ons al bekend. Nu de inspectie nog!”
36
13.2 Balans en kengetallen in meerjarenperspectief
Kengetallen: Definities en doel:
Balans: Vanuit de vastgestelde meerjarenbegroting is het mogelijk op hoofdlijnen een prognose op te stellen van de balans in de komende jaren. Het betreft hier een geconsolideerde balans. Zie figuur 3.
Kapitalisatiefactor = de activazijde van de balans minus de materiële vaste activa (gebouwen en terreinen), gedeeld door de totale baten (inclusief financiële baten). Dit kengetal laat zien in welke mate de organisatie haar kapitaal efficiënt benut. Bij een hoge factor wordt kapitaal wellicht niet efficiënt benut.
Door de geplande negatieve exploitatie zal het eigen vermogen de komende jaren dalen. De KSU gaat er van uit dat er tot en met 2016 meer geïnvesteerd dan afgeschreven zal worden, waardoor de materiële vaste activa zullen stijgen. De overige activa en passiva zullen naar verwachting licht stijgen vanwege de groei van de KSU als geheel. Als gevolg van het bovenstaande zullen de liquide middelen jaarlijks afnemen.
Solvabiliteit = eigen vermogen gedeeld door het totale vermogen. Het doel van dit kengetal is een beeld te geven van de mate waarin de organisatie op langere termijn aan haar verplichtingen kan blijven voldoen.
Figuur 3: Geconsolideerde balans
31-12-2013
31-12-2014
31-12-2015
31-12-2016
31-12-2017
Vaste activa
6.216.852
4.307.938
4.523.335
4.749.502
4.986.977
Vorderingen
3.703.616
4.393.892
4.525.709
4.661.480
4.801.324
Liquide middelen
7.538.630
6.703.629
6.056.167
5.214.110
4.513.202
17.459.098
15.405.459
15.105.211
14.625.092
14.301.503
10.406.350
9.845.649
9.378.607
8.726.689
8.226.148
1.147.104
1.373.643
1.414.852
1.457.298
1.501.017
Activa
Activa totaal
Passiva Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden
0
0
0
0
0
Kortlopende schulden
5.905.644
4.186.167
4.311.752
4.441.105
4.574.338
17.459.098
15.405.459
15.105.211
14.625.092
14.301.503
Passiva totaal
Liquiditeit = de vlottende activa gedeeld door de kortlopende schulden. Dit kengetal geeft aan in welke mate de organisatie in staat is om aan haar verplichtingen op korte termijn te voldoen. Overzicht kengetallen: Op grond van het verleden, de uitkomsten over het verslagjaar en de hiervoor genoemde prognoses iis het overzicht van kengetallen op de volgende pagina in figuur 4 opgesteld. De kolommen met de landelijke kengetallen betreffen de kengetallen van de schoolbesturen met 11 tot 20 Brin-nummers. Voor 2011 tot en met 2013 worden voor de KSU de gerealiseerde kengetallen weergegeven (op basis van de geconsolideerde cijfers). Voor 2014 tot en met 2016 wordt een prognose van de kengetallen van de KSU gegeven. De streefwaarden voor de kapitalisatiefactor zijn afkomstig uit het Toetsingskader dat het CvB heeft vastgesteld en de RvT goedgekeurd. Bij de kapitalisatiefactor wordt gewerkt met de totale baten. Zoals gezegd is er een verschil tussen de totale baten in werkelijkheid en die in de begrotingen.
Figuur 4: Overzicht kengetallen
2012 KSU
2012 landelijk
2013 KSU
2014 KSU
2015 KSU
2016 KSU
2017 KSU
Kapitalisatie factor
0,45
0,42
0,47
0,41
0,40
0,38
0,37
0,35
Solvabiliteit
0,56
0,58
0,60
0,64
0,62
0,60
0,58
0,5
Liquiditeit
1,83
2,0
1,9
2,7
2,5
2,2
2,0
1
Aangezien de kengetallen tot en met 2014 gebaseerd zijn op de werkelijke uitkomsten en die van de jaren daarna op de begrote uitkomsten, zou alleen om die reden een vertekening ontstaan in enkele kengetallen. Daarom is bij het berekenen van de kengetallen voor de jaren 2015 en verder steeds een bedrag van één miljoen euro opgeteld bij de totale baten. Dat is een schatting van het gemiddelde verschil tussen begrote overige baten en werkelijke overige baten in elk jaar en is dus constant verondersteld voor de komende jaren.
gestegen. Dit houdt verband met de omzetting van de beleggingen van de beheerstichting in liquiditeit.
Analyse kengetallen: De KSU zet, ondanks perioden van bezuinigingen, in op investeren: investeringen in personeel (bijvoorbeeld bij nieuw op te starten scholen en kwaliteit verbeteren van het personeel door opleiding en training), maar ook investeringen in materiële zin. Door middel van meerjarenbegrotingen met een beperkt en beheersbaar tekort wil de KSU blijven werken aan kwaliteit en de kengetallen richting de streefwaarden laten bewegen.
Het weerstandsvermogen is gedaald van 20% naar 17%. De belangrijkste oorzaak hiervan is het negatieve resultaat over 2014.
De bovenstaande analyse van de kengetallen (de trend uit verleden en verwachting van de toekomst) duidt erop dat die keuze een verantwoorde keuze is. Ondanks het negatieve resultaat over 2014 zijn de solvabiliteit en de liquiditeit ten opzichte van 2013
37
Streefwaarden
De kapitalisatiefactor is in 2014 ten opzichte van 2013 gedaald van 0,47 naar 0,41. De belangrijkste oorzaken hiervoor zijn het negatieve resultaat en de afname van de liquide middelen onder meer door besteding van door de gemeente voorgeschoten subsidies voor nieuwbouwprojecten en de terugbetaling van de verzuimpool.
Al met al is de financiële positie van de KSU eind 2014 zeer gezond. Voor zowel de kapitalisatiefactor als voor het weerstandsvermogen zijn de eerste stappen gezet om meer richting de streefwaarden van de kengetallen te komen. De plannen voor de komende jaren, zoals gekwantificeerd in de meerjarenbegroting, voorzien in een verdere ontwikkeling op dit gebied, waarbij zowel de liquiditeit als de solvabiliteit keurig boven de streefwaarden blijven. Ook in de komende jaren blijft de financiële positie van de KSU zonder meer gezond te noemen. Alle kengetallen voldoen aan de gestelde doelen.
school: St. Jan de Doper wijk: Hoograven aantal leerlingen: 202 aantal medewerkers: 22 Aan het woord: Judith Teunissen, bovenbouwcoördinator “De afgelopen jaren hebben we hard gewerkt om de resultaten van de kinderen te leren analyseren en daar plannen op te maken. De schoolinspecteur was erg te spreken over onze aanpak! Naar aanleiding van de Vreedzame wijk hebben we een creatieve middag georganiseerd waarbij alle leerlingen door elkaar zaten. Het was mooi om te zien hoe de grote kinderen de kleintjes hielpen. In oktober hebben we de week van de verkeersveiligheid georganiseerd vanwege de onveilige situatie rond de school. Kinderen deelden flyers uit als ouders en andere verkeersdeelnemers het goed deden of spraken hen aan als het niet goed ging. Wat ik voor 2015 wil is een duidelijke visie voor de school neerzetten, een visie die past bij de huidige maatschappelijke ontwikkelingen en die gericht is op de toekomst, een visie waar we met het hele team achter staan. Hierbij hoort een fris gebouw en goedwerkende ICT.”
38
13.3 Risico’s en het risicobeheersings- en controle systeem De KSU is zich er van bewust dat de organisatie te allen tijde bepaalde risico’s loopt en dat deze risico’s zo goed mogelijk bekend moeten zijn en beheerst moeten worden. Sinds de in 2010 uitgevoerde overkoepelende risicoanalyse hanteert de KSU bepaalde regels bij het opstellen van beleid en het maken van afspraken. Erkend wordt dat bepaalde risico’s geaccepteerd moesten worden en dat voldoende weerstandsvermogen aanwezig moet zijn om deze zonodig op te vangen. Voorbeelden zijn: –– De leerlingontwikkeling: aanzienlijke wijzigingen in leerlingaantallen en/of gewichten en daarnaast de kwaliteit van de prognoses. Hoever vooruit weet de KSU welke ontwikkelingen er op dat gebied aankomen en is men zich voldoende bewust van de consequenties daarvan? –– Het risico van (loon)kostenstijgingen die niet (volledig) door het ministerie vergoed worden. –– Het risico dat het beleid van de landelijke en lokale overheid zodanig van invloed is op de organisatie dat haar functioneren en het behalen van de doelstellingen nadelig beïnvloed worden. –– Cao verplichtingen –– De ontwikkeling van de arbeidsmarkt (kwantiteit en kwaliteit) in relatie tot de veranderende vraag in benodigde competenties, kennis en vaardigheden. –– Het risico van extra kosten als gevolg van (wijzigende regelgeving op het gebied van) ziekteverzuim. Voor het najaar van 2015 staat een nieuwe integrale risico-analyse op de planning. Dit zal met prioriteit opgepakt worden. Naar aanleiding van de uitkomsten
daarvan zullen ook de streefwaarden van de kengetallen opnieuw tegen het licht gehouden worden. Ten aanzien van het interne controle systeem geldt dat dit middels autorisaties in de verschillende digitale systemen (zowel financieel als personeel administratief) geregeld is. Jaarlijks bekijkt de accountant in hoeverre deze zaken op orde zijn en doet daarvan verslag in het jaarlijkse accountantsrapport.
14. Woord van dank
39
Uit alle gegevens zoals in dit jaarverslag opgenomen, blijkt dat we het afgelopen jaar de leerlingen die ons zijn toevertrouwd kwalitatief goed ‘bijzonder’ onderwijs hebben kunnen bieden en hen ‘meer dan een basis’ hebben kunnen meegeven. De medewerkers van de KSU hebben dat mogelijk gemaakt en vooral naar hen gaat dan ook onze dank en waardering uit. Ons nieuwe strategisch beleidsplan 2015-2019 is in november op inspirerende en indrukwekkende wijze gepresenteerd aan de medewerkers tijdens onze conferentie in De Fabrique. Een dag, waarop wij hebben mogen meemaken met hoeveel passie en enthousiasme medewerkers van de KSU zich elke dag opnieuw inzetten om leerlingen te laten uitblinken. Het was een dag om nooit te vergeten! Een scholenorganisatie die “De leerling blinkt uit” als ambitie heeft, legt de lat hoog, zeer hoog! Maar juist met en door onze medewerkers durven wij het aan en hebben er vertrouwen in dat we samen met ouders en partners die ambitie kunnen waarmaken.. in de klas, de school, en de KSU. Dank jullie wel voor jullie inzet!
school: Paulusschool wijk: Tuindorp (Noord-Oost) aantal leerlingen: 414 aantal medewerkers: 36 Aan het woord: Margreet Vonk, bouwcoördinator en leerkracht “Als Paulusschool zijn wij er trots op dat onze kinderen een groot gevoel van veiligheid ervaren in de school en in de klassen. Dit komt met name door de kanjerlessen die wij allemaal geven. Kinderen leren hierbij respectvol met elkaar om te gaan en de onderlinge verschillen te zien als kracht. Als leerkracht zetten wij coöperatieve werkvormen in, waarbij juist de verschillen tussen kinderen zichtbaar worden en onderdeel zijn van het leerpoces. Wat ik een prachtig resultaat voor 2015 zou vinden is als er minder spanning rondom de cito’s zou zijn. Dat geldt zowel voor kinderen, als ouders en leerkrachten. De cito-toets is en blijft een momentopname en in dat licht moeten we er ook naar kijken.”
40
15.
Accountantsverklaring
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het college van bestuur van Katholieke Scholenstichting Utrecht De in dit jaarverslag opgenomen geconsolideerde en enkelvoudige balans, de geconsolideerde en enkelvoudige staat van baten en lasten, het kasstroomoverzicht en de WNT-opgave met betrekking tot het jaar 2014 van Katholieke Scholenstichting Utrecht te Utrecht op pagina 42 tot en met 48 zijn ontleend aan de gecontroleerde jaarrekening 2014 van Katholieke Scholenstichting Utrecht. Wij hebben een goedkeurend oordeel verstrekt bij die jaarrekening in onze controleverklaring van 22 juni 2015.
Verantwoordelijkheid van het college van bestuur
Het college van bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opstellen van de financiële bijlagen. Het college van bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als college van bestuur noodzakelijk acht om het opstellen van de financiële bijlagen mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de financiële bijlagen op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 171, lid 4 van de Wet op het primair onderwijs. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat het overzicht geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in het overzicht. De geselecteerde werkzaamhed en zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat het overzicht een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel Naar ons oordeel zijn de in dit jaarverslag opgenomen geconsolideer de en enkelvoudige balans, de geconsolideerde en enkelvoudige staat van baten en lasten, het kasstroomove rzicht en de WNT-opgave over het jaar 2014, in alle van materieel zijnde aspecten, op de juiste wijze ontleend aan de gecontroleerde geconsolideerde jaarrekening 2014 van Katholieke Scholenstichting Utrecht. Ref.: e0358587
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., Newtonlaan 205, 3584 BH Utrecht, Postbus 85096, 3508 AB Utrecht T: 088 792 00 30, F: 088 792 95 08, www.pwc.nl ‘PwC’ is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCoo pers Compliance Services B.V. (KvK 51414406), PricewaterhouseCoo pers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www.pwc.nl treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.
41
Basis voor financiële verslaggeving en beperking in gebruik en verspreidi
ngskring
Wij vestigen er de aandacht op dat voor het inzicht dat vereist is voor een verantwoorde oordeelsvorming omtrent de financiële positie en de resultaten van Katholieke Scholensticht ing Utrecht en voor een toereikend inzicht in de reikwijdte van onze controle de geconsolideerde en enkelvoudige balans en de geconsolideerde en enkelvoudige staat van baten en lasten dienen te worden gelezen in samenhang met de volledige jaarrekening, waaraan deze is ontleend, alsmede met de door ons daarbij op 22 juni 2015 verstrekte goedkeurende controleverklaring. De controleverklaring (of delen daarvan) mag daarom, zonder onze uitdrukkelijke schriftelijke toestemming vooraf, niet in welke vorm dan ook aan derden ter beschikking worden gesteld. Wij aanvaarden derhalve geen aansprakelijkheid jegens derde partijen die inzage krijgen in deze verklaring of deze verklaring in handen krijgen. Deze toelichting doet geen afbreuk aan ons oordeel. Utrecht, 24 juni 2015 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
school: St. Dominicus wijk: Oog in Al aantal leerlingen: 606 aantal medewerkers: 45
Origineel getekend door M.H.A. Bauman RA
Aan het woord: Ebitha Antuma, intern begeleider en bouwleider bovenbouw “Ik ben trots op onze school, trots op ons team! Waarom? Omdat wij hebben uitgesproken dat we weer eigenaar van ons onderwijs willen worden. We zoeken naar een vorm die dit inhoud kan geven: we nemen initiatieven, werken hieraan en reflecteren in het team op zichtbare veranderingen bij de leerlingen en de leerkracht. Zo onderzoekt een collega de mogelijkheden om strategieën van begrijpend lezen in te zetten bij alle talige onderdelen van andere lessen. De resultaten stimuleren het team om hier ook mee aan de slag te gaan. Dit wordt dus niet schoolbreed opgelegd, maar van ‘binnenuit’ gevoeld als mogelijkheid om leerlingen te laten excelleren.
Katholieke Scholenstichting Utrecht, 24 juni 2015-Ref.: e0358587 Pagina 2 van 2
Wat willen we verder bereiken? We horen vaak dat de leerkracht ertoe doet. Ik hoop dat dit op onze school écht inhoud gaat krijgen. Wij zijn opgeleid om kinderen te begeleiden naar zelfstandig functionerende leerlingen, ieder op zijn of haar niveau. We willen dus geen uitvoerder zijn van opgelegde regels, we willen leerkracht zijn!”
42
16. FinanciĂŤle bijlagen
Geconsolideerde jaarrekening Katholieke Scholenstichting Utrecht te Utrecht Model per 31 december 2014 Balans A: perBalans 31 december 2014
1.
Activa
(na resultaatverdeling)
31 december 2014
31 december 2013
Vaste Activa 1.2
MateriĂŤle vaste activa
4.307.938
4.084.513
1.3
FinanciĂŤle vaste activa
-
2.132.339
4.307.938
Totaal vaste activa
6.216.852
Vlottende activa 1.5
Vorderingen
4.778.741
3.703.616
1.7
Liquide middelen
6.703.629
7.538.630
2.
Totaal vlottende activa
11.482.370
11.242.246
Totaal activa
15.790.308
17.459.098
Passiva
31 december 2014
31 december 2013
2.1
Eigen vermogen
9.845.649
10.406.350
2.2
Voorzieningen
1.373.643
1.147.104
2.4
Kortlopende schulden
4.571.016
5.905.644
Totaal passiva
15.790.308
17.459.098
Geconsolideerde jaarrekening Katholieke Scholenstichting Utrecht te Utrecht
43
Model B: Staat baten en lasten Staat van batenvan en lasten over 2014over 2014
3.
Realisatie
Begroting
Realisatie
2014
2014
2013
Baten
3.1
Rijksbijdrage OCW
31.978.047
31.392.609
31.816.513
3.2
Overige overheidsbijdragen
2.247.666
1.325.625
1.561.574
3.5
Overige baten
2.469.760
1.496.904
3.427.299
Totaal baten
36.695.473
34.215.138
36.805.386
31.050.127
29.865.304
30.123.244
845.673
701.440
670.382
4.
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3
Huisvestingslasten
2.576.207
2.285.211
2.340.575
4.4
Overige lasten
2.901.351
1.919.501
2.592.764
Totaal lasten
37.373.358
34.771.456
35.726.965
Saldo baten en lasten 5
(677.885)
(556.318)
117.185
174.500
Resultaat
(560.701)
(381.818)
1.238.319
Resultaat na belastingen
(560.701)
(381.818)
1.238.319
Nettoresultaat
(560.701)
(381.818)
1.238.319
Financiële baten en lasten
1.078.421 159.898
school: Montessori Buiten Wittevrouwen wijk: Utrecht-Oost aantal leerlingen: 334 aantal medewerkers: 20 Aan het woord: Rianne Brugman, leerkracht en coördinator bovenbouw “Voor hun afscheid van school produceren en presenteren onze groep 8-leerlingen hun eigen eindstukken. In het voorjaar beginnen ze in groepjes te brainstormen. Deze hersenspinsels worden in concrete ideeën omgezet en, onder begeleiding van de leerkrachten, uitgewerkt tot spetterende presentaties. Op de afscheidsavond kunnen ouders en andere genodigden van uiteenlopende voorstellingen genieten. En genieten doen ze. Wat wil je ook als je kunt kiezen uit schitterende titels als ‘The King op Pop’ (een musical over het leven van Michael Jackson), ‘De oudjes’ (een film over bejaarden die uit het verzorgingstehuis ontsnappen) en ‘Het Muziekjournaal’ (met een item gefilmd in een tattoo-shop). Supertrots! In 2015 gaan we door op de ingeslagen weg om leerlingen meer verantwoordelijkheid te laten nemen voor hun onderwijs/leerproces. Sinds dit jaar kunnen leerlingen van groep 6 tot en met 8 al vóór de vastgestelde toetsdata hun topografietoetsen maken. Dit soort verantwoordelijkheden willen we uitbreiden.”
Model C: Kasstroomoverzicht 44
Geconsolideerde jaarrekening Katholieke Scholenstichting Utrecht te Utrecht 2014
Kasstroomoverzicht
2013
Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo Baten en Lasten
(677.885)
1.078.421
Aanpassingen voor: Afschrijvingen
845.673
670.382
Mutaties voorzieningen
226.539
(71.579)
Veranderingen in vlottende middelen: Vorderingen (-/-)
(1.080.476)
Schulden
(1.334.628)
Totaal kasstroom uit bedrijfoperaties:
(321.854) 103.780 (2.020.777)
Ontvangen interest
139.267
Betaalde interest (-/-)
(22.083)
1.459.150 171.697 (11.799)
117.185 Totaal kasstroom uit operationele activiteiten:
159.898
(1.903.593)
1.619.048
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in MVA (-/-) Overige investeringen in FVA
(1.063.748)
(1.226.598)
2.132.339
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten:
(21.519) 1.068.591
(1.248.117)
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Aflossing langlopende schulden (-/-)
-
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
-
Mutatie liquide middelen Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen Eindstand liquide middelen
(58.290) (58.290)
(835.002) 7.538.630
312.641 7.215.053
(835.002)
312.641 6.703.628
7.527.694
Katholieke Scholenstichting Utrecht te Utrecht Balans 31 december 2014 Model per A: Balans per 31 december 2014 1.
Activa
45
(na resultaatverdeling)
31 december 2014
31 december 2013
Vaste Activa 1.2
Materiële vaste activa
4.153.302
3.924.721
4.153.302
Totaal vaste activa
3.924.721
school: Johannes wijk: Overvecht aantal leerlingen: 201 aantal medewerkers: 21
Vlottende activa 1.5
Vorderingen
4.923.927
4.810.445
1.7
Liquide middelen
4.954.296
7.314.271
Totaal vlottende activa Totaal activa
2.
Passiva
9.878.223
12.124.716
14.031.525
16.049.437
31 december 2014
31 december 2013
2.1
Eigen vermogen
8.471.868
8.998.375
2.2
Voorzieningen
1.373.643
1.147.104
2.4
Kortlopende schulden
4.186.014
5.903.958
Totaal passiva
Aan het woord: Floor Vleming, leerkracht en bouwcoördinator
14.031.525
16.049.437
“In 2014 hebben wij bezoek gehad van de onderwijsinspectie. De inspecteur was onder de indruk van wat hij gezien, gehoord en gelezen heeft op de Johannesschool! Hij heeft dan ook positief geoordeeld over de kwaliteit die wij leveren en daar zijn wij natuurlijk erg trots op! In 2015 verhuizen wij naar een tijdelijke locatie, zodat onze nieuwe school en gymzaal gebouwd kunnen worden. We verheugen ons er op om in 2016 in een nieuw, eigentijds gebouw les te gaan geven!”
46
Katholieke Scholenstichting Utrecht te Utrecht Staat van baten envan lasten over Model B: Staat baten en2014 lasten over 2014
3.
Realisatie
Begroting
Realisatie
2014
2014
2013
Baten
3.1
Rijksbijdrage OCW
31.978.048
31.392.609
31.816.513
3.2
Overige overheidsbijdragen
2.247.666
1.325.625
1.561.574
3.5
Overige baten
2.469.760
1.496.904
3.427.299
Totaal baten
36.695.473
34.215.138
36.805.386
30.934.191
29.842.804
30.098.009
840.519
696.286
665.228
4.
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3
Huisvestingslasten
2.671.362
2.287.865
2.334.789
4.4
Overige lasten
2.890.655
1.953.401
2.582.161
Totaal lasten
37.336.727
34.780.356
35.680.187
Saldo baten en lasten 5
(641.253)
(565.218)
114.746
137.000
Resultaat
(526.507)
(428.218)
1.259.129
Resultaat na belastingen
(526.507)
(428.218)
1.259.129
Nettoresultaat
(526.507)
(428.218)
1.259.129
FinanciĂŤle baten en lasten
1.125.199 133.930
47
WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector 4.1 Vermelding topfunctionarissen ensemipublieke gewezen sector topfunctionarissen WNT: Wet normering bezoldiging bezoldiging topfunctionarissen publieke en 4.1 Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen
VoorzittersIngangsEinddatum Omvang 4.1 Vermelding bezoldigingVoorzitterstopfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen IngangsEinddatum Omvang Beloning clausule van clausule van datum VoorzittersIngangstoepassing? diensttoepassing? clausule van datum verband toepassing? dienst-
Bestuurders met dienstbetrekking Bestuurders Bestuurders met met Dhr. J van der Klis dienstbetrekking dienstbetrekking Dhr. C.M.M. Laenen Dhr. J van der Klis
Dhr. J van der Klis
verband N N N
N
16-08-99 21-03-11 16-08-99
Dhr. C.M.M. Laenen N 21-03-11 Toezichthouders Dhr.Ykema C.M.M. Laenen N Mw. N Toezichthouders Dhr. Ykema Dijkstra N Mw. N Toezichthouders Dhr. Mourik N Dhr. Dijkstra N Mw. Ykema N Mw. Corsten N Dhr. Mourik N Dhr. Vogel N Mw. N Dhr.Corsten Dijkstra N
Beloning
datum Omvang dienst- Beloning dienstverband Belastbare vaste dienstdienstverband Einddatum en variabelevaste verband FTE verband dienst- in in FTE Belastbare dienstdienstverband onkostenvergoed en variabele verband in FTE verband ingen onkostenvergoed
ingen 215.149
16-08-99 21-03-11
1 1 1
112.146 215.149 103.003 112.146
1
103.003 24.335 1 7.260 24.335 3.450 7.260 * 4.175 3.450
termijn 0 0
1
Voorzieningen beloning Voorzieningen betaalbaar op beloning termijn betaalbaar op
0 0
Uitkeringen Belastbare vaste wegens Uitkeringen beëindiging en variabele wegens van het beëindiging onkostenvergoed dienstverband van het
ingen dienstverband
0
0 215.149 112.146 0 103.003
0
0
0
Einddatum Omvang dienstverban Omvang dienstverband Ingangsdatum Einddatum d in FTEwie de Beloning dienstverband Functie of functies 4.2 Vermeldiing gegevens van eenieder bezoldiging dienstverbanvan dienstverband Ingangsdatum Niet vanoftoepassing d dienstverband in FTE Beloning Functie functies Niet van toepassing Toelichting bij het samenstellen van de WNT verantwoording
0
24.335
Belastbare Uitkeringen variabele beëindiging beloning vaste en Voorzieningen wegens onkostenvergo van het betaalbaar op variabele beloning beëindiging edingen diensverband termijn de WNT-norm te boven gaat onkostenvergo betaalbaar op van het edingen termijn
Motivatie overschrijding Motivatie van de norm overschrijding
van de norm diensverband Belastbare
vaste en
Voorzieningen
Toelichting bij het samenstellen van de WNT verantwoording variabele beloning Einddatum Omvang Bij de samenstelling van de in deze paragraaf opgenomen verantwoording uit hoofde van de WNT zijn de Beleidsregels toepassing WNT d.d. 26 februari 2014,
dienstverban dienstverband
onkostenvergo betaalbaar op
inclusief de wijziging van van de 12 in maart van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en als uitgangspunt gehanteerd. Bij de samenstelling deze 2014, paragraaf opgenomen verantwoording uit hoofde vanKoninkrijksrelaties de WNT zijn de Beleidsregels toepassing WNT d.d. 26 februari 2014, edingen termijn d in FTE dienstverband Beloning Functiedeofwijziging functies inclusief van 12 maart 2014, van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als uitgangspunt gehanteerd. De Katholieke Scholenstichting Utrecht herkent de door de Minister van BZK in zijn kamerbrief d.d. 27 februari 2014 onderkende uitvoeringsproblemen met Niet van toepassing betrekking tot Scholenstichting externe niet-topfunctionarissen. met 6 van dein(gewijzigde) Beleidsregels toepassing legt de Katholieke Scholenstichting De Katholieke Utrecht herkent In delijn door deparagraaf Minister van BZK zijn kamerbrief d.d. 27 februari 2014WNT onderkende uitvoeringsproblemen met Utrecht geen af over externe niet-topfunctionarissen. betrekking totverantwoording externe niet-topfunctionarissen. In lijn met paragraaf 6 van de (gewijzigde) Beleidsregels toepassing WNT legt de Katholieke Scholenstichting
Toelichting bij het samenstellen van de WNT verantwoording
0
0
0
school: Notenboom 0 wijk: Sterrenwijk aantal leerlingen: 84 aantal medewerkers: 11
0
3.450 4.175 6.000 3.450
Uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband
0
7.260 3.450 Dhr. Vogel N 6.000 Dhr. Mourik N 4.175 *) afwijkend bedrag in verband met BTW vrijstelling 4.2 Vermeldiing gegevens van eenieder van wie de bezoldiging de WNT-norm te boven gaat Mw. Corsten N 3.450 Belastbare Uitkeringen 4.2 Vermeldiing gegevens van eenieder van wie de bezoldiging de WNT-norm te boven gaat Dhr. Vogel N vaste en wegens 6.000 Voorzieningen
Ingangsdatum
Voorzieningen beloning betaalbaar op termijn
0
Aan het woord: Martine Hooijer, leerkracht en bouwcoördinator “In het jaar 2014 hebben we op cognitief gebied goed Uitkeringen wegens gescoord. Onze inspectiekaart zag er voor het eerst beëindiging Motivatie helemaal groen uit! Dat biedt hoop voor de toekomst. We van het overschrijding diensverband van hard de norm hebben als team gewerkt en ook de kinderen hebben laten zien waartoe ze in staat zijn. Top!
Utrecht geen verantwoording af over externe niet-topfunctionarissen. in dienst In het kader van de WNT wordt vermeld dat de Katholieke Scholenstichting Utrecht in 2014 geen functionarissen heeft gehad waarvan het belastbaar jaarloon uitsteeg boven vastgestelde deKatholieke instelling van toepassing zijnde normbedragen. In van de WNTdewordt dat de Scholenstichting Utrecht in 2014 geen functionarissen in dienst het belastbaartoepassing Bijhet dekader samenstelling vanvermeld de in voor deze paragraaf opgenomen verantwoording uit hoofde van de heeft WNTgehad zijn waarvan de Beleidsregels jaarloon uitsteeg boven de vastgestelde voor de instelling van toepassing zijnde normbedragen.
We zouden als school graag willen groeien. Groeien omdat WNT d.d. 26 de school eenfebruari goede2014, naam in de wijk heeft gekregen en inclusief de wijziging van 12 maart 2014, van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als uitgangspunt gehanteerd. dat het verhaal rondom de school past bij de school en haar bezoekers. We willenmet dat ouders een bewuste keuze maken De Katholieke Scholenstichting Utrecht herkent de door de Minister van BZK in zijn kamerbrief d.d. 27 februari 2014 onderkende uitvoeringsproblemen toepassing betrekking tot externe niet-topfunctionarissen. In lijn met paragraaf 6 van de (gewijzigde) Beleidsregels WNT legt de Katholieke voor onzeScholenstichting school, gebaseerd op goede verhalen van onze Utrecht geen verantwoording af over externe niet-topfunctionarissen. huidige ouders. Hoe fijn klein ook kan zijn, iets groter is wel wat prettiger.” In het kader van de WNT wordt vermeld dat de Katholieke Scholenstichting Utrecht in 2014 geen functionarissen in dienst heeft gehad waarvan het belastbaar jaarloon uitsteeg boven de vastgestelde voor de instelling van toepassing zijnde normbedragen.
48
KSU Beheerfonds te Utrecht Balans perBalans 31 december 2014 Model A: per 31 december 2014 1.
Activa
(na resultaatverdeling)
31 december 2014
31 december 2013
Vaste Activa 1.2
MateriĂŤle vaste activa
154.636
159.792
1.3
FinanciĂŤle vaste activa
-
2.132.339
154.636
Totaal vaste activa
2.292.131
Vlottende activa 1.5
Vorderingen
1.7
Liquide middelen
2.
29.501
675
1.749.333
224.359
Totaal vlottende activa
1.778.834
225.034
Totaal activa
1.933.470
2.517.165
Passiva
2.1
Eigen vermogen
2.4
Kortlopende schulden Totaal passiva
31 december 2014
31 december 2013
1.373.782
1.407.975
559.688
1.109.190 1.933.470
2.517.165
KSU Beheerfonds te Utrecht
49
Staat van en lasten 2014over 2014 Model B: baten Staat van baten over en lasten Realisatie
Begroting
Realisatie
2014
2014
2013
3.
Baten
3.5
Overige baten
5.150
5.150
5.150
Totaal baten
5.150
5.150
5.150
25.235
4.
Lasten
4.1
Personeelslasten
26.493
25.500
4.2
Afschrijvingen
5.155
5.154
5.154
4.4
Overige lasten
10.139
112.000
10.603
Totaal lasten
41.787
142.654
40.992
(36.637)
(137.504)
(35.842)
2.443
37.500
25.968
Resultaat
(34.194)
(100.004)
(9.874)
Resultaat na belastingen
(34.194)
(100.004)
(9.874)
Nettoresultaat
(34.194)
(100.004)
(9.874)
Saldo baten en lasten 5
Financiële baten en lasten
school: De Binnentuin wijk: Vleuterweide aantal leerlingen: 148 aantal medewerkers: 29 Aan het woord: Bert Oskam, leerkracht groep 8 en bouwcoördinator bovenbouw “Via mond-tot-mondreclame weten ouders onze SBOschool te vinden. Ouders hebben ons zeer positief gewaardeerd in de tevredenheidspeiling. Daar ben ik trots op! Want dat betekent dat wij ervoor zorgen dat hun kinderen het naar hun zin hebben. Ik zie dat onze leerlingen gemotiveerd zijn en heel betrokken bij elkaar! In onze rekenlessen werken we met Passende perspectieven. Dit is een uitwerking van de referentieniveaus taal en rekenen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Ons doel is om het rekenniveau van deze leerlingen te verhogen op die onderdelen die er voor hen toe doen, passend bij hun perspectief op een uitstroomrichting. Dat betekent dat ze op onderdelen op een hoger niveau werken, dan je zou verwachten op basis van toetsresultaten. We willen deze manier van werken verder uitbouwen en daarbij, zoals we in het SBO doen, veel oog blijven houden voor het individuele kind.”
50
D4 RESERVES PER SCHOOLNUMMER
4.1
Reserves
4.1.1
Algemene reserve, rek.nr 21150
7719502 9995601
Gezamenlijk beleid incl. Bestuurskantoor Beheersfonds
Saldo 31/12/2013 €
1.382.260
Totaal algemene reserve 4.2
Bestemmingsreserves
4.2.1
Reserve bijzondere omstandigheden, rek.nr 21230
7719502
Gezamenlijk beleid incl. Bestuurskantoor
Saldo 31/12/2013 €
Reserve Eigen Risico, rek.nr 21205
7719502
Gezamenlijk beleid incl. Bestuurskantoor
Saldo 31/12/2013 €
Reserve middelen voor leerlingenzorg (incl. WSNS), rek.nr 21400
7719502
Gezamenlijk beleid incl. Bestuurskantoor
Saldo 31/12/2013 €
Totaal Reserve middelen voor leerlingenzorg (incl. WSNS)
219.497 219.497
Totaal Reserve eigen risico vervangingsfonds
4.2.3
571.540 571.540
Totaal Reserve bijzondere omstandigheden
4.2.2
25.7151.407.975
470.558 470.558
mutaties 2014 Resultaat Overige Saldo mutaties 31/12/2014 € € € 750.3462.100.569 2.876.630 34.1931.373.782 784.539-
2.876.630
3.474.351
mutaties 2014 Resultaat Overige Saldo mutaties 31/12/2014 € € € 571.540 -
-
mutaties 2014 Resultaat Overige mutaties € € 280.503 280.503
571.540
Saldo 31/12/2014 € -
500.000 500.000
mutaties 2014 Resultaat Overige Saldo mutaties 31/12/2014 € € € 470.558 -
-
470.558
D4 RESERVES PER SCHOOLNUMMER 4.2.4
51
Reserve P&A Scholen, rek.nr 21211 Saldo 31/12/2013 €
7719501 7719502 7719510 7719511 7719512 7719513 7719514 7719515 7719516 7719517 7719518 7719519 7719520 7719521 7719523 7719524 7719525 7719526 7719527 7719528 7719529 7719530 7719531 7719532 7719533 7719534 7719535 7719536
Bestuurskantoor Gezamenlijk beleid De Achtbaan De Ariënsschool De Carrousel St. Dominicusschool Hof ter Weide Op De Groene Alm St. Jan de Doperschool Gertrudisschool Het Schateiland Johannesschool De Kameleon Villa Nova Ludgerschool Marcusschool Mattheusschool Montessorischool De Notenboom St. Paulusschool De Pijlstaart St. Maartenschool SBO De Binnentuin De Spits De Zeven Gaven De JazzSingel Haarrijn Onder De Bogen
Totaal Reserve P&A Scholen
119.310 718.712 60.000 60.000 45.049 47.128 60.000 15.079 35.195 79.836 36.073 17.31316.410 16.410 41.588 20.130 20.131 51.414 34.568 49.799 60.000 7.121 7.121 48.692 14.1691.618.282
mutaties 2014 Resultaat Overige mutaties € € 119.310718.71249.3145.055 230.000 1.532 131.100 9.480 4.025 6.815 207.000 44.223 70.725 44.435 44.275 61.971 44.275 10.931230.000 71.751120.750 15.12228815.12328728.8535.175 10.572 91.712 16.75191.713 35.88631.625 34.81286.825 26.6583.450 28.971 116.725 25.09618.975 64.970 18.975 79.70297.175 26.173 60.950 30.875 5.750
74.928-
872.605
Saldo 31/12/2014 €
10.686 295.055 177.681 60.633 273.815 130.027 123.905 186.082 255.142 31.686 1.000 1.000 17.910 122.414 95.093 47.153 86.581 26.591 205.696 1.000 91.066 66.165 87.123 22.456 2.415.959
52
Reserve Materieel Scholen mutaties 2014 Resultaat Overige mutaties € -‐13.249 € -‐ € 12.835 € -‐ € 7.385 € -‐ € 13.751 € 11.829 € -‐16.134 € 41.713 € 19.947 € -‐ € 8.722 € -‐ € 21.125 € -‐ € -‐1.894 € -‐ € 13.755 € -‐ € -‐3.475 € -‐ € -‐56.917 € -‐ € -‐108.295 € -‐ € -‐28.331 € -‐ € 6.820 € -‐ € 10.156 € -‐ € 20.742 € -‐ € -‐5.393 € -‐ € 16.228 € -‐ € 10.117 € -‐ € 36.842 € -‐ € 48.696 € -‐ € 6.311 € 893 € -‐30.744 € 31.744 € -‐ € 59 € -‐ € -‐
Marcus Mattheus Dominicus St Maarten Binnentuin Johannes Carrousel Montessori Paulus Ariëns Spits Zeven Gaven Het Schateiland Jan de Doper Gertrudis Ludger Pijlstaart Kameleon Villa Nova Notenboom Achtbaan Hof ter Weide Op De Groene Alm JazzSingel Haarrijn Onder de Bogen
Saldo 31/12/2014 € 35.185 € 35.186 € 187.079 € -‐24.580 € -‐24.579 € 19.633 € 53.998 € 97.984 € 49.759 € 81.311 € 337.160 € 95.385 € 349.534 € 53.736 € 121.895 € 203.430 € 19.622 € 68.813 € 68.813 € 137.245 € 34.241 € 142.065 € -‐6.204 € -‐ € -‐59 € -‐
Saldo 31/12/2014 € 21.936 € 48.021 € 194.464 € 1.000 € 1.000 € 39.580 € 62.720 € 119.109 € 47.865 € 95.066 € 333.685 € 38.468 € 241.239 € 25.405 € 128.715 € 213.586 € 40.364 € 63.420 € 85.041 € 147.362 € 71.083 € 190.761 € 1.000 € 1.000 € -‐ € -‐
Totaal scholen
€ 2.136.652 € -‐11.000 € 86.238 € 2.211.890
D4 RESERVES EN VOORZIENINGEN PER SCHOOLNUMMER 4.2.6
4.2.6 Reservenulmeting rek.nr 21220 Saldo 31/12/2013 €
7719510 7719511 7719512 7719513 7719514 7719516 7719517 7719518 7719519 7719520 7719521 7719523 7719524 7719525 7719526 7719527 7719528 7719529 7719530 7719531 7719532 7719533
42.652 12.272 1.646 20.925 40.232 1.710 9.941 9.544 2.249 1.430 9.042 8.180 6.675 6.008 4.114 3.546 8.620 12.636 7.459 17.377 16.300 15.770
De Achtbaan De Ariënsschool De Carrousel St. Dominicusschool Hof ter Weide St. Jan de Doperschool Gertrudisschool Het Schateiland Johannesschool De Kameleon Villa Nova Ludgerschool Marcusschool Mattheusschool Montessorischool De Notenboom St. Paulusschool De Pijlstaart St. Maartenschool SBO De Binnentuin De Spits De Zeven Gaven
258.328
Totaal Reservenulmeting 4.2.7
Reserve personeel rek.nr 21210 Saldo 31/12/2013 €
7719501 7719502
Bestuurskantoor Gezamenlijk beleid
3.544.505
Totaal Reserve personeel Deze reserve is in 2014 opgegaan in de Algemene reserve.
4.2.8
Reserve bovenschoolse voorzieningen rek.nr 21110
7719502
Gezamenlijk beleid
Saldo 31/12/2013 €
Totaal Reserve bovenschoolse voorzieningen Deze reserve is in 2014 opgegaan in de Algemene reserve.
423.196 3.121.309
204.730 204.730
53
mutaties 2014 Resultaat Overige mutaties € € 7.3541.8213276.6304.3747542.0192.1875305375.3221.9632.0999061.6397622.3682.7413.3262.3703.7693.178-56.976
Saldo 31/12/2014 € 35.298 10.451 1.319 14.295 35.858 956 7.922 7.357 1.719 893 3.720 6.217 4.576 5.102 2.475 2.784 6.252 9.895 4.133 15.007 12.531 12.592 0
mutaties 2014 Resultaat Overige mutaties € € 423.1963.121.309-
3.544.505-
201.352
Saldo 31/12/2014 €
-
mutaties 2014 Resultaat Overige Saldo mutaties 31/12/2014 € € € 204.730-
204.730-
-
D5 VOORZIENINGEN PER SCHOOLNUMMER 54
5.1
Voorzieningen
5.1.1
Personeelsvoorzieningen
5.1.1.1
Voorziening jubilea, rek.nr 22100
7719502
Gezamenlijk beleid incl. Bestuurskantoor
€
Overige voorzieningen
5.1.2.1
Voorziening gebouwen, rek.nr 22300
441.086
€
441.086
Totaal Voorziening jubilea
5.1.2
mutaties 2014 Dotatie Onttrekking
Saldo 31/12/2013
€ Gezamenlijk beleid incl. Bestuurskantoor Technische Dienst De Achtbaan De Ariënsschool De Carrousel St. Dominicusschool Hof ter Weide Op De Groene Alm St. Jan de Doperschool Gertrudisschool Het Schateiland Johannesschool De Kameleon Villa Nova Ludgerschool Marcusschool Mattheusschool Montessorischool De Notenboom St. Paulusschool De Pijlstaart St. Maartenschool SBO De Binnentuin De Spits De Zeven Gaven De JazzSingel
Totaal Voorziening gebouwen
143.610 22.144 66.257 38.607 28.341 -60.319 20.570 12.273 -36.256 -116.794 103.838 42.299 18.942 -28.376 -35.033 35.543 40.909 -8.984 43.843 63.154 11.573 49.447 49.236 92.071 114.554 -5.431 706.018
€
€ 30.660-
128.757
30.660-
€
94.447 12.239 6.487 4.160 24.885 14.692 2.590 14.027 51.333 8.208 7.068 9.695 17.332 25.945 9.201 6.008 24.715 9.563 20.076 10.400 13.102 5.331 21.645 7.896 421.046
€
-1.813 -20.300 -8.548 -15.862 -18.033 -15.075 -3.777 -46.308 -1.410 -11.311 -2.692 -3.087 -9.234 -10.018 -38.133 -3.070 -46.338 -16.828 -1.217 -5.794 -11.667 -2.088 -292.604
539.183 539.183
mutaties 2014 Dotatie Onttrekking
Saldo 31/12/2013 7719502 7719503 7719510 7719511 7719512 7719513 7719514 7719515 7719516 7719517 7719518 7719519 7719520 7719521 7719523 7719524 7719525 7719526 7719527 7719528 7719529 7719530 7719531 7719532 7719533 7719534
128.757
Saldo 31/12/2014
Saldo 31/12/2014 €
236.244 22.144 58.196 36.546 32.501 51.29617.229 21226.006111.769110.636 49.367 17.326 13.73512.17535.510 36.899 22.40253.406 80.160 24.36545.721 53.350 107.922 110.783 7.519834.460