Inhoudsopgave
3
Maria WĂźst studieleider master Kunsteducatie
De studenten stellen zich voor 8 Diane Carp Werksimulatie Training: interactief theater als mbo- leerwerktraject’ 12 Noek Zwaan Kunstklas in Artis 18 Ann Meijer De kunst van het ontdekken 22 Floor den Uyl Kerken Kijken Utrecht: leerling als gids 26 Monique Wijnker Symfonie voor angsthazen en durfals 32 Judith Zwaan Gebouw(d) in West 38 Klaar Wolff Kunst als voertuig tot verandering 12 Ad Kuijper Ben ik in beeld? 45 Hans Horstink Kunsteducatie in de reboundvoorzieningen 48
Colofon
Woord vooraf De master Kunsteducatie van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten groeit. Alweer de derde lichting afgestudeerden presenteert zich aan u in dit Jaarboekje 2010. Ik stel ze graag aan u voor: Ad Kuijper, Diane Carp, Noek Zwaan, Ann Meijer, Floor den Uyl, Monique Wijnker, Judith Zwaan, Klaar Wolff en Hans Horstink.
2
Opmerkelijk is dat dit jaar alle afstudeerprojecten gericht zijn op alle niveaus van de binnenschoolse kunsteducatie: van primair onderwijs tot hoger onderwijs: vmbo, havo, vwo, mbo en ook het hbo kwamen aan bod. Dat wil niet zeggen dat deze afgestudeerden allen als docenten werkzaam zijn, dat is maar bij drie van de negen het geval. De anderen hebben vanuit hun buitenschoolse praktijken projecten ontwikkeld die door scholen werden omarmd. Hierbij waren steeds kunstenaars en kunst- en culturele instellingen betrokken. De projecten werden onder leiding van de studenten uitgevoerd. Zoals u hierna op hun eigen pagina’s kunt lezen zijn het succesvolle initiatieven geweest waar de opdrachtgevers, leerlingen, docenten en betrokken kunstenaars met tevredenheid op terugblikken en die alle een vervolg zullen krijgen. Het onderwijs is een aantal goed uitvoerbare concepten voor de kunsteducatieve praktijk rijker. Ook in de onderzoeken van de studenten kreeg het onderwijs dit jaar veel aandacht. Zo onderzocht Floor den Uyl de beoordelingen van beeldend praktijkwerk bij examens in het voortgezet onderwijs. Ad Kuijper keek naar de aansluiting mbo- en hbo-kunstvakonderwijs. Ann Meijer en Diane Carp
3
Op de volgende pagina’s doen zij verslag van hun onderzoeken en van de originele kunsteducatieve projecten die zij het afgelopen jaar hebben vormgegeven. Vol ideeën voor de toekomst verlaten zij de opleiding, en ook daarover onthullen zij een en ander op de komende pagina’s.
Zo nemen de afgestudeerden straks ieder met een eigen, goed onderbouwd verhaal deel aan het discours over kunst en educatie in Nederland en zullen ze impulsen aan de kwaliteit ervan kunnen geven.
de master, in 2009 de publicatie MediaCultuur, kunst als mediacoach. Docenten, studenten en alumni namen deel aan een symposium over culturele diversiteit in de docentenopleidingen van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten dat het lectoraat in januari 2010 organiseerde. Op deze dag werd de onderzoeksbundel Divers gepresenteerd waarin ook een artikel van alumna Lisa van Bennekom is opgenomen.1
4
Dat we met de master op de goede weg zijn blijkt ook uit de reacties van onze eerste generaties alumni op een aantal vragen. In allerlei opzichten heeft de studie hun kennis en ervaring bijgebracht die ze in de huidige functie aanwenden. Allen melden ons nog steeds veel profijt te hebben van het interdisciplinaire netwerk van studenten en (gast) docenten dat tijdens de opleiding werd gevormd.
We waren verheugd over het positieve oordeel van het panel van experts dat in het kader van eerder genoemde accreditatie een bezoek aan de opleiding bracht. Uit het eerste verslag, direct na afloop van de visitatie, blijkt dat we op alle aspecten van het beoordelingskader overtuigend geweest zijn. ‘Blij verrast’ was het panel over het niveau van de eindresultaten en over de systematische wijze waarop onderzoek in het studieprogramma is opgenomen. We zien uit naar het definitieve rapport dat in september zal verschijnen.
En ten slotte blijkt het uit de mening van onze huidige studenten met wie we het onderwijsprogramma steeds evalueren. De tevredenheid over de docenten, het programma en de begeleiding bij de studie, maar ook over de wijze van beoordelen, het gebouw en de faciliteiten is de afgelopen jaren toegenomen.
Leest u hierna wat dit allemaal voor ‘de negen van 2010’ heeft betekend en wat zij daarbij zelf tot stand hebben gebracht. Negen gedreven studenten die de afgelopen twee jaar zeer hard gewerkt hebben en met heldere plannen voor de toekomst hun studie hebben afgerond. Met veel genoegen reiken we aan hen het diploma uit.
In het opleidingsrapport dat we de afgelopen maanden ten behoeve van de accreditatie van de opleiding hebben geschreven hebben we dan ook met gepast zelfvertrouwen de ontwikkelingen en resultaten van deze eerste jaren beschreven. Het programma dat er nu ligt, de onderzoeksen studieresultaten van de studenten, de reacties van externe beoordelaars en samenwerkingspartners, tonen een opleiding die met haar programma en afgestudeerden een gedegen antwoord geeft op vragen en behoeften van de kunsteducatieve praktijk in Nederland. Het lectoraat Kunst- en cultuureducatie vormt daarbij zowel voor de docenten, die als lid van een kenniskring zelf onderzoek doen, als voor de studenten steeds een krachtige stimulans. Zo verscheen van Emiel Heijnen, kerndocent van
Ik wens u een plezierige kennismaking met een nieuwe generatie masters in Kunsteducatie. Ad, Diane, Floor, Monique, Hans, Klaar, Ann, Noek en Judith, wij feliciteren jullie van harte! Juni 2010 Maria Wüst studieleider 1. Z ie voor deze en andere recente publicaties van het lectoraat Kunst- en cultuureducatie: http://www.ahk.nl/nl/lectoraten/kunst-en-cultuureducatie/ artikelen-en-verslagen/
5
leverden gezamenlijk een bijdrage aan het onderzoek van Dirk Monsma naar de kwaliteit van kunsteducatie op Nederlandse basisscholen en Monique Wijnker verdiepte zich in de vraag hoe je als educatiemedewerker bij een symfonieorkest met het educatieve aanbod aansluiting kunt vinden op het ontwikkelingsniveau van scholieren.
7 6
Werksimulatie Training: interactief theater als mbo- leerwerktraject
8
Als kunsteducatief project heb ik tijdens mijn opleiding een nieuw leerwerktraject opgezet. Studenten van de nieuwe mbo-opleiding Artiest in Almere leren werken als acteurtrainers in forumtheater. Deze mbo’ers versterken vervolgens de beroepsgeoriënteerde stagetrajecten van vmbo‘ers: ze gebruiken forumtheater interactief als intervisiemethode. De mbo’ers zijn daarmee ook peer-educators. Door middel van theater kunnen de vmbo-leerlingen zowel hun formele sociale en communicatievaardigheden als informele omgangsregels oefenen in directe relatie tot de werkplek. Deze aanpak had niet alleen succes voor deze mbo-artiesten en vmbo-leerlingen, maar blijkt ook een goede aanpak voor stages van studenten van andere ROC-opleidingen. Er is al vraag naar een vervolg. Samen met de ROC-opleiding Kunst & Cultuur in Almere zoek ik een goede samenwerking en inbedding van Werksimulatie Training in hun simulatiemodule. Interdisciplinariteit als nieuw terrein Aan het eind van mijn eerste masterjaar ging ik op zoek naar theorieën over interdisciplinariteit. Uit verschillende theorieën heb ik een lessenserie over multi- en interdisciplinaire samenwerking voor de huidige eerstejaarsstudenten van de master Kunsteducatie ontworpen. Ik heb de verschillende theorieën in een schema gepresenteerd, als inspiratiebron, samen met de studenten de toepassingsmogelijkheden verkend en hun eigen werk geanalyseerd. Onderzoek over authentiek leren In mijn literatuuronderzoek heb ik een persoonlijke zoektocht ondernomen. Er is te weinig onderwijskundige theorie over de praktijk van educatief drama. Ik heb constructivisme en authentiek leren ontdekt als theoretische basis van de manier waarop leerlingen door drama benaderd worden,
9
Diane Carp
zelfstandig drama- en museumeducator / projectleider Werksimulatie Training d.carp@tiscali.nl
10
Van vakoverstijgende tot interdisciplinaire samenwerking Ik kwam binnen in deze opleiding met veel ervaring in vakoverstijgende samenwerking. Ik werkte als drama-educator in de Verenigde Staten met vakdocenten uit het voortgezet onderwijs. Hier in Nederland werk ik tevens als museumeducator en stimuleer bij leerlingen eigen interpretaties van hedendaagse kunst. Ik ga te werk als kunsteducator, niet als kunstenaar. In het museum bemiddel ik tussen kunst en leerlingen. Drama en theater op scholen zijn mijn middelen om hun leerdoelen te bereiken. Deze opleiding gaf mij de kans om mijn eigen stem als scheppend kunstenaar te ontdekken. En ik heb mijn rode draad gevonden. Ik gebruik drama, theater en beeldende kunst uitsluitend als stimulans om in dialoog met het publiek te gaan. Kunstproducten zijn voor mij interactieve middelen om het publiek hun perspectief op een onderwerp te laten ontdekken. Na mijn ervaring, tijdens de studie opgedaan, met de projecten interdisciplinair artistiek samenwerken en met de interdisciplinaire duopresentaties tijdens de module interdisciplinaire expertise zie ik opeens veel mogelijkheden om vakoverstijgende lessen op scholen vorm te geven. Door interdisciplinaire kunstprojecten te ontwikkelen die ik alleen of in samenwerking met andere kunstenaars kan uitvoeren.
11
de rol van de docent daarbij en het potentieel van drama als leermiddel in de nieuwe onderbouw. Ik heb mijn nieuwe inzichten in authentiek leren verbreed in een praktijkonderzoek samen met Ann Meijer, op zoek naar kenmerken van het authentiek leren binnen de lessen van kunstvakdocenten in het basisonderwijs. Ons onderzoek maakt deel uit van een onderzoek van Dirk Monsma over de kwaliteit van de kunsteducatie in het basisonderwijs
Kunstklas in Artis
12
Voor Artis Ateliers, waar ik zelf lesgeef, ontwikkelde ik het kunsteducatief project: Kunstklas in Artis. Het doel is om basisschoolkinderen die niet vanzelfsprekend met kunst in aanraking komen, op een speelse en leerzame manier te laten kennismaken met het kijken naar en praten over kunst en daarna zelf beeldend werk te maken. Dieren zijn voor kinderen een inspirerend onderwerp. Kinderen van twee multiculturele basisscholen, de Sint Barbaraschool in Amsterdam Oost en De Polsstok in Zuidoost volgden op school een voorbereidende actieve kunstbeschouwingles. Ze zagen afbeeldingen van dieren in de kunst uit allerlei tijdperken en verschillende culturen en kregen kleine tekenopdrachten. Kunsteducatie kan eraan bijdragen dat leerlingen verschillende culturen en hun kunstuitingen leren waarderen. Tegelijk leren ze hun eigen cultuur en die van hun klasgenoten te waarderen. In Artis gingen de leerlingen zelf, als kunstenaars aan de slag om een kunstwerk te maken met de levende dieren als inspiratiebron. Dit pilotproject van Artis Ateliers was een succes en zal zeker een vervolg krijgen. Zie www.kunstklas.artisateliers.nl Empirisch onderzoek: Samen met Judith Zwaan heb ik onderzoek gedaan naar de praktijkkennis van docenten beeldend in het Voortgezet onderwijs. Met de term praktijkkennis wordt de in de praktijk door ervaring verworven kennis bedoeld. Dit soort onderzoek is al gedaan op het gebied van o.a. taal, natuurkunde en muziek, maar voor zover wij weten niet op het gebied van de beeldende vorming. Praktijkkennis kan op allerlei vakinhoudelijke en 窶電idactische zaken betrekking hebben. Wij richten ons in dit onderzoek op het gebruik van actuele beeldende kunst in de lessen. Wij willen bekijken hoe deze docenten actuele kunst in hun praktijklessen behandelen en wat het verband is met de praktijkkennis van deze docenten. Gegevens werden
13
Noek Zwaan
docent kunsteducatie / beeldend kunstenaar Artis Ateliers en Hermitage voor Kinderen noekzwaan@progetti.nl www.noekzwaan.nl
14
Interdisciplinaire lessenserie: In het eerste jaar maakte ik samen met Jessica Coumou een interdisciplinaire lessenserie voor het project ‘Eigenzinnige Kunstlessen voor het Basisonderwijs’, waarbij studenten van de pabo van de Hogeschool van Amsterdam en de docentenopleiding Beeldende vorming van de AHK samenwerkten aan een beeldende lessenserie voor het basisonderwijs. De tentoonstelling ‘Heilig Vuur’ van het Stedelijk Museum in Amsterdam was de inspiratiebron en de basis van de lessen. Toekomst: Ik begon aan deze master Kunsteducatie omdat ik mijn mogelijkheden wilde uitbreiden. Ik gaf al jaren les en wilde verdieping. De master Kunsteducatie heeft daarvoor de mogelijkheden geboden. Voor Artis Ateliers ga ik door met het ontwikkelen van een kunsteducatief aanbod voor basisscholen. En waarschijnlijk komen er meer projecten, want ik heb ideeën genoeg …
15
verzameld door middel van interviews en observaties met behulp van de onderzoeksinstrumenten concept mapping en stimulated recall. Bij concept mapping maakten de docenten naar aanleiding van het thema ‘actuele kunst in een beeldende praktijkles’ een schema waarin de onderlinge relaties tussen begrippen die ze in dit verband belangrijk vinden, tot uiting komen. In het stimulated recall interview geeft de docent een reactie op een in een les gemaakte video-opname. Direct na de les wordt door de docent uitgelegd wat hij of zij dacht op verschillende momenten tijdens het lesgeven.
17 16
De kunst van het ontdekken Kunsteducatie in het basisonderwijs loopt als een rode draad door mijn loopbaan die als theaterdocent en theaterregisseur begon. De afgelopen 25 jaar heb ik met heel veel kinderen gewerkt: uit alle milieus, allerlei culturen, in verschillende landen. Ze waren allemaal geweldig, ontwapenend, eerlijk, eigenzinnig, vindingrijk, leergierig. Aan kinderen, hun begeleiders en hun docenten wijd ik graag mijn verdere loopbaan. Om mijn werk te verdiepen met hedendaagse inzichten besloot ik de master Kunsteducatie te doen. Het literatuuronderzoek wijdde ik aan de meervoudige intelligentietheorie van Howard Gardner. Hij pleit voor een rijke leeromgeving op scholen, met kunsteducatie en filosofie.
18
In het praktijkonderzoek, dat ik samen met Diane Carp uitvoerde, observeerde ik kunstlessen van kunstdocenten in verschillende kunstdisciplines voor uiteenlopende leeftijden. We keken daarbij naar kenmerken van authentieke kunsteducatie. Het was een deelonderzoek binnen een grootschalig onderzoek naar de kwaliteit van kunsteducatie op Nederlandse basisscholen door Dirk Monsma, adviseur en onderzoeker op dit gebied. Het interdisciplinaire karakter en de aandacht voor multimedia waren voor mij de reden om voor deze opleiding te kiezen. Theater heeft veel raakvlakken met andere kunstdisciplines. Ik wilde deze raakvlakken onderzoeken. Het educatief project De kunst van het ontdekken, dat ik voor de master ontwikkelde, vloeit voort uit de interdisciplinaire verdieping die de opleiding bood en uit mijn literatuuronderzoek. In dit project werken docenten van verschillende kunstdisciplines vanuit de eigen ideeĂŤn van kinderen. Reflectie is een steeds terugkerend onderdeel. In een Socratisch gesprek wisselen kinderen gedachten uit over kunst. Vervolgens werken ze tijdens een projectdag alleen of samen een eigen idee uit in theater, dans, beeldende kunst of muziek. De resultaten komen op een speciaal ontwik-
19
Ann Meijer
adviseur / consulent kunsteducatie basisonderwijs / coĂśrdinator brede school / senior theaterdocent / theaterregisseur / projectbegeleider kunsteducatie voor De VAK, centrum voor de kunsten, Delft freelance projectbegeleider / adviseur kunsteducatie elann@xs4all.nl www.annmeijerkunsteducatie.nl
21
20
kelde website. De kunstdocent die de leerlingen begeleidt is naast docent ook coach, co-onderzoeker, facilitator en procesbegeleider. Ik heb de uitvoerende kunstdocenten van verschillende disciplines tot een team gesmeed en met hen toegewerkt naar een eenheid in de pedagogische aanpak. Een pilot, uitgevoerd op drie scholen met de groepen 5/6 en 7/8 sloeg enorm aan. De leerlingen vonden het geweldig dat ze zelfstandig aan hun idee konden werken. Wat de kunstvakdocenten opviel was de aandacht die de kinderen voor hun eigen en elkaars werk hadden, de serieusheid waarmee ze aan de slag waren. De leerkrachten van de leerlingen waren verrast door de bijzondere uitspraken van hun pupillen tijdens het socratische gesprek over kunst, door de saamhorigheid die het proces teweegbracht onder de leerlingen en door de werkstukken die er uit voort kwamen. Het project wordt de komende twee jaar met Delftse basisscholen in De Vak, centrum voor de kunsten, uitgevoerd. Ik hoop ermee nieuwe impulsen te geven aan de Delftse scholen en hen te inspireren kunsteducatie een duidelijker plaats te geven. De master Kunsteducatie heeft mijn horizon verbreed. De belangrijkste verworvenheid is dat de opleiding mij in staat heeft gesteld vanuit een metapositie naar kunsteducatie te kijken. Met deze bagage maak ik me op om schoolteams nog beter te adviseren en vernieuwende kunsteducatieprojecten voor het basisonderwijs te ontwikkelen
Floor den Uyl
docente kunst algemeen en kunst beeldende vormgeving op UniC, school voor havo/vwo te Utrecht f_den_uyl@hotmail.com
Kerken Kijken Utrecht: leerling als gids
22
Mijn onderzoek: Ervaren versus onervaren beoordelaars Diederik Schรถnau beschrijft in zijn onderzoek een kunstbeoordelaar als een zoekende, naar een zo eerlijk, betrouwbaar en objectief mogelijke beoordeling. Hij meent dat bij het Centraal Praktisch Examen (CPE) een redelijke mate van objectiviteit bereikt kan worden. Volgens Schรถnau heeft het vellen van een objectief oordeel alles te maken met de deskundigheid en ervaring van de beoordelaar (Schรถnau, 1992). Mijn onderzoek betreft een laboratoriumexperiment. Het beoordelen van praktisch beeldend werk van leerlingen door kunstdocenten conform het CPE, wordt nagebootst op een ander moment en op een andere locatie. Twee verschillende groepen, ervaren- en onervaren kunstdocenten (derde- en vierdejaarsstudenten), beoordelen tien beeldende collecties in de nagebootste CPE-beoordelingssituatie. De vraag die hier empirisch wordt onderzocht is: Is de betrouwbaarheid van inter-beoordelaars van praktisch beeldend werk van leerlingen 6 vwo conform het CPE bij ervaren docenten inderdaad hoger dan bij onervaren docenten?
23
Als de dag van gisteren herinner ik me het zwoegen op mijn allereerste kunstles. Amper drie jaar geleden werd ik direct na mijn bacheloropleiding aan de Academie voor Beeldende Vorming gevraagd om les te geven op UniC in Utrecht, waar ik stage had gelopen. UniC is een eigenzinnige school voor havo/vwo, en een zogenaamde nieuwe leren-school. Daarnaast is UniC een school in ontwikkeling. Bij mijn start als kunstdocent startte daar ook het eerste derde leerjaar. Bij een school in ontwikkeling hoort het bedenken en vormgeven van je eigen kunstlessen. Carte blanche, wat een uitdaging! Op dat moment heb ik me ingeschreven voor de master Kunsteducatie. De master gaf mij grip op kunsteducatie, grip op mijn eigen rol als kunsteducator en opende mijn ogen voor de mogelijkheden met kunst in de les.
24
Voor leerlingen is dit een levensechte leersituatie, buurtbewoners en toeristen genieten van een interessante rondleiding door jonge gidsen. Het project heeft voor een getoetst lespakket gezorgd wat bij Kerken Kijken Utrecht beschikbaar is voor scholen uit het voortgezet onderwijs in Utrecht: www.kerkenkijken.nl/gidsen Voor onze eerste 6 vwo-groep op UniC starten volgende week de examens. Spannend: Ik heb kunstlessen ontwikkeld voor alle leerjaren. Dankzij de master ben ik nu benoemd tot kerndocent.
25
Mijn project In februari 2010 heb ik het pilotproject Kerken Kijken Utrecht: leerling als gids georganiseerd op UniC havo/vwo in Utrecht. Komend schooljaar start KKU leerling als gids ook op andere scholen in Utrecht. In acht weken tijd worden de leerlingen uit de derde klassen havo/vwo door het volgen van verschillende workshops, activerende kunstlessen en excursies klaargestoomd voor de rol van kerkgids. Er is een theoretisch deel en een artistiek-praktisch deel dat per school verschilt. Elke school wordt ‘eigenaar’ van een van de deelnemende kerken. Leerlingen vertellen in het theoretisch deel over de kerk. Ter beoordeling geven de leerlingen een rondleiding aan de officiële kerkgidsen. Daarnaast is de rondleiding toegankelijk voor ouders, docenten, buurtbewoners en toeristen.
Symfonie voor angsthazen en durfals
26
Alles wat niet gebruikelijk is tijdens een klassiek concert, mocht nu wel: opstaan om een wave te maken, hard klappen op je benen, buik en dijen, dansjes doen en spreekkoren aanheffen. Sterker nog: al deze actie was juist de bedoeling! Tijdens de Symfonie voor angsthazen en durfals voerden maar liefst 2572 leerlingen uit groep 5, 6 en 7 van zestig Overijsselse basisscholen samen met het Orkest van het Oosten een unieke uitvoering op van de Schilderijententoonstelling van Moessorgski. Familie en vrienden keken verrast en geroerd toe. De kinderen hadden vooraf op school flink geoefend met bodypercussie. Tijdens het concert drumden ze op afgesproken momenten een spannend geluidsdecor bij elkaar. Ook vertelden ze in koor het verhaal van de jongen die geen angst kende. Allemaal gingen ze op in deze bijzondere ervaring van verhalende muziek met symfonische kracht, ontwikkeld door regisseur Margrith Vrenegoor en gepresenteerd door Eric Robillard. Ik weet zeker dat als ze straks langs het muziekcentrum fietsen ze zich direct herinneren dat ze daar iets fantastisch hebben meegemaakt. Tijdens mijn bachelor Muziekwetenschap werd mijn interesse in kunsteducatie gewekt. Vervolgens heb ik in mijn afstudeertraject aan de master Kunstbeleid- en management kunnen proeven aan het werken op een educatieafdeling van een Nederlands symfonieorkest. Daar ontdekte ik de kracht van muziekeducatie waarbij kinderen alles van dichtbij meemaken. Maar ik signaleerde ook een dringende behoefte aan managers die zowel de taal van de kunst als de taal van het onderwijs spreken. Educatiemedewerkers moeten een brug kunnen slaan tussen de culturele instelling en de onderwijsinstelling. De master Kunsteducatie ben ik dan ook begonnen omdat ik de behoefte had om mijn ideeĂŤn over kunsteducatie te verdiepen en omdat ik mijn kennis op het gebied van kunstmanagement wilde aanvullen met onderwijskundige en didactische kennis. Bij de module Onderwijskunde/Vakdidactiek verdiepte ik
27
Monique Wijnker
educatiemedewerker Orkest van het Oosten mwijnker@orkestvanhetoosten.nl www.ovho.nl/educatie / www.nietstrijken.nl
28
Alle nieuw vergaarde kennis heb ik direct in de praktijk kunnen brengen als educatiemedewerker bij het Orkest van het Oosten. Daar kreeg ik alle ruimte om mijn ideeĂŤn over kunsteducatie uit te werken. Het was een logische stap om daar mijn afstudeerproject uit te voeren. Directe interactie tussen de kinderen en de musici is inmiddels een van de speerpunten geworden van het educatiebeleid van het orkest. Zelf instrumenten uitproberen, samen een concert geven en tussen de musici zitten tijdens een repetitie zijn belangrijke middelen die we inzetten om kinderen direct bij het orkest en klassieke muziek te betrekken. De Symfonie voor angsthazen en durfals was een geweldige start en ik hoop van harte dat er nog vele van deze geweldige projecten zullen volgen. Voor de toekomst wens ik als educatiemedewerker bij het orkest een actieve en duurzame relatie op te bouwen met verschillende scholen om op deze wijze bij te dragen aan de continuĂŻteit en kwaliteit van het muziekonderwijs.
29
mij in recente kunsteducatieve ontwikkelingen en maakte me het jargon van het onderwijs eigen. Ook mijn afstudeeronderzoek heb ik volledig ingericht met onderwijskundige materie. Door het onderzoek te richten op muzikale ontwikkelingstheorieĂŤn kon ik mij verdiepen in de vraag hoe je als educatiemedewerker bij een symfonieorkest met het educatieve aanbod aansluiting kunt vinden op het ontwikkelingsniveau van scholieren.
31 30
Gebouw(d) in West Het praktijkonderzoek dat Noek Zwaan en ik samen hebben uitgevoerd, richtte zich op de praktijkkennis van docenten Beeldende kunst en vormgeving in het voortgezet onderwijs. Het spitste zich toe op het behandelen van hedendaagse kunst in de beeldende praktijkles, iets wat bij docenten nog altijd niet vanzelfsprekend is. Vanuit het streven naar authentieke kunsteducatie is de verbinding naar de actuele en professionele kunstwereld juist gewenst. De docent kan een gidsrol vervullen in deze voor de leerlingen niet erg toegankelijke wereld. Deelnemers aan ons onderzoek waren docenten die in hun lessen aandacht besteden aan actuele kunst. Door middel van observaties en interviews hebben wij hun visie en de uitwerking daarvan in hun lespraktijk in kaart gebracht.
32
Kunsteducatief project Gebouw(d) in West is de titel van mijn kunsteducatief project, een schoolbreed project over bouwen en architectuur die werd uitgevoerd op basisschool St. Jan in Amsterdam-West. Bouwen, of het nu met zand, Lego of takken is, spreekt alle kinderen aan, jongens èn meisjes, in alle culturen. Stadskinderen leven in een omgeving die vrijwel helemaal bestaat uit architectuur. Het is hun wereld, hun speelterrein. In de omgeving van de St. Janschool is veel Amsterdamse School-architectuur te zien. Het is een belangrijk doel van dit project om kinderen bewust te maken van hun omgeving, de vormgeving daarvan en de verschillen met andere vormen van architectuur uit de hele wereld. Gedurende zes lesweken maakten 320 kinderen kennis met verschillende vormen van architectuur, maakten zij een eigen werkstuk, bouwden met elkaar en bekeken en bespraken werkstukken van andere kinderen. Twee stagiaires van de Academie voor Beeldende Vorming begeleidden een deel van de lessen. De werkstukken van de kinderen, grote bouwstenen van papier-maché, werden uitgewerkt met verschillende beeldende technieken, gedifferentieerd naar leerjaar. Aan één
33
Judith Zwaan
docent Beeldend Kunstencentrum Velsen / kunstenaar docent Galerie Ei / Atelier Zwaan judith@zwaanart.nl www.judithzwaan.nl www.galeries.nl/ei
kant van de steen verbeeldden zij hun wereld thuis, aan de andere kant de buitenwereld. Ongeveer 80 ouders, waaronder enkele architecten, hebben op verschillende manieren bijgedragen aan het succes van het project.
34
Het idee voor dit project ontstond ruim twee jaar geleden, voordat ik startte met de opleiding. Ik had niet eerder een groot project opgezet en subsidie aangevraagd en wist niet hoe ik dat aan moest pakken. De informatie die ik destijds las over de nieuwe master Kunsteducatie sprak mij dan ook meteen aan. Het ontwikkelen van een visie op kunsteducatie en het leren van vaardigheden voor het ontwerpen en uitvoeren van een dergelijk project waren, naast theoretische verdieping en nieuwe inspiratie, doelen die ik met deze studie hoopte te bereiken en ik ben daar naar mijn gevoel in geslaagd. Voor de toekomst betekent dit dat ik me naast mijn docentschap wil richten op het ontwikkelen van kwalitatief goede kunsteducatieve projecten voor het onderwijs.
35
Een weblog waar iedereen beeldmateriaal of tekst op kan plaatsen èn de aanwezigheid van de kleurige bouwstenen in gangen, klaslokalen en trapportalen, zorgen ervoor dat het project leeft in de school: www.gebouwdinwest.posterous.com. Tijdens de eindpresentatie in juni komen alle werkstukken samen in één groot bouwwerk in Het Sieraad, monument van Amsterdamse School architectuur. Daar zal tevens een beeldpresentatie zijn van the making of.
37 36
Klaar Wolff
docent beeldend Hogeschool Utrecht Creatieve Therapie / beeldend kunstenaar mail@klaarwolff.nl
Kunst als voertuig tot verandering
38
Deze master heeft mijn denken over kunst en cultuur verbreed en verdiept: met name de reflecties op kunst en cultuur, het aanbod en de begeleiding bij het doen van literatuuronderzoek en het vak interdisciplinaire expertise. Het heeft me in staat gesteld om gedachtegoed vanuit de creatieve therapie en de kunsteducatie samen te brengen. Voor het ontstaan van een creatief proces zijn voorwaarden nodig. Creativiteit ontstaat in de wisselwerking tussen persoon en omgeving. Hoe structureer je dus die omgeving? Tevens blijkt dat bij creativiteit op een bepaalde manier het verkeer tussen bewust en onbewust filevrij geregeld moet zijn. Het onbewuste blijkt een schatkamer van ideeën maar waar vind je de sleutel tot deze schatkamer? In mijn literatuuronderzoek ben ik op zoek gegaan naar een antwoord op deze vragen en dit heeft geleid tot het updaten van de creatief procestheorie en tot een didactisch model voor de actieve kunsteducatie, in het bijzonder de beeldende, maar het model is met aanpassingen ook bruikbaar voor de andere kunsten. In creativiteitstrainingen die ik in de vorm van keuzemodulen organiseer voor hogeschoolstudenten (van alle faculteiten) is dit model praktisch toegepast. Het zintuiglijke
39
‘Imagine!… Denk je eens in!…’ Verandering begint daarmee. Een proces, groot of klein, begint ermee dat je je een beeld vormt. Beeld als voertuig bij veranderingsprocessen. Spelen met beelden is een weg naar ontwikkeling: naar het concretiseren van toekomstbeelden en verlangens, naar het maken van kunst. Ik ben werkzaam aan de Hogeschool Utrecht bij de opleiding Creatieve Therapie. Al lang houdt mij de vraag bezig hoe een mens aan te zetten is tot creativiteit. In de kunsteducatie speelt dezelfde vraag een rol. Je kunt wel kunstzinnige middelen aanbieden maar dat is nog geen garantie voor het ontstaan van een creatief proces.
40
Imagine! Dit beeld heb ik: dat in de toekomst de creatieve procestheorie in het kunsteducatieve veld ontdekt gaat worden. Ik hoop dat mijn literatuuronderzoek met een empirisch onderzoek een vervolg gaat krijgen. De theorie is voor alle leeftijden en in elke situatie bruikbaar om creativiteit te stimuleren. Ik wil daar graag de ambassadrice van zijn
41
contact met de materie, experiment en toeval hebben een belangrijke rol, evenals een omgeving met veel mogelijkheden. In dit geval: werken met klei die je ter plekke vindt, je steen vinden en behakken, vuur maken om iets te vervormen. Denken met je handen’, handen als verlengstukken van de menselijke geest om nieuwe gedachten uit te proberen en naar ‘onbewuste’ vormen en metaforen te zoeken. Spel is een belangrijke factor. Je kunt een bedachte werkelijkheid maken en deze tegelijkertijd tussen haakjes zetten(‘Het is slechts kunst’). Ervaringen delen met elkaar en in de reflectie je zien te verhouden tot het nieuwe dat is ontstaan. Kunst geeft de mogelijkheid om gevoelens te onthouden en te reflecteren; digitale fotografie maakt deel uit van de training om dit te versterken. Studenten waarderen de training en geven aan onvermoede mogelijkheden bij zichzelf te hebben ontdekt.
Ben ik in beeld? Ben ik in Beeld? is niet alleen de titel van het kunsteducatief project dat ik in opdracht van het Almere College, ontmoetingsschool voor lwoo, vmbo, havo en vwo te Dronten, heb ontwikkeld. Het is voor mij als beeldend kunstenaar en cultureel ondernemer ook een belangrijk issue. Voor kunst- en cultuureducatie is het essentieel dat je datgene waar je voor staat en waarin je gelooft op een authentieke manier voor het voetlicht kunt brengen. Dat is ook de kracht van beeldend kunstenaars die een actieve rol hebben in het onderwijs of binnen maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven opereren.
42
Het project Ben ik in Beeld? is een pilot en opmaat geweest voor een reeks projecten die ik voor het voortgezet onderwijs ontwikkel, samen met Stichting XL de Ateliers, broedplaats voor de kunsten, en met erkend leerbedrijf Artiest in Dronten. Het project is gericht op bewustwording, op het zichtbaar maken van de eigen persoon en identiteit van de leerling. Het draagt bovendien bij aan een bewuste profielkeuze van de havo-leerlingen in de bovenbouw. Film en fotografie worden ingezet om op artistieke wijze ‘Wie ben ik?’ in beeld te brengen. In het leerbedrijf Artiest, waarmee ik intensief samenwerk, lopen zowel studenten mbo- als hbo-kunstonderwijs stage en realiseren daar hun afstudeeropdrachten. Het is een kweekvijver van jonge, enthousiaste aanstormende artiesten en kunstenaars, waaruit we experts kunnen putten voor schoolprojecten en andere kunsteducatieve projecten en producties. Mijn ervaring en betrokkenheid met de mbo-studenten Artiest hebben geleid tot een kwalitatief onderzoek in het kader van mijn masterstudie naar de motivatie van deze groep studenten om door te stromen naar het hbokunstonderwijs. Hun verwachting is dat zij daar verder professioneel en artistiek geschoold worden om zoals een respondent droomde ‘een toegevoegde waarde te zijn voor de Nederlandse podiumkunsten’.
43
Ad Kuijper
docent-beeldend kunstenaar / cultureel ondernemer ad@xldeateliers.nl www.xldeateliers.nl/ad
Hans Horstink
docent Drama / studieloopbaanbegeleider / coĂśrdinator Praktijkleren aan de opleiding Creatieve Therapie, Hogeschool Utrecht / freelance theatermaker en scenarioschrijver. horstink@freeler.nl www.hanshorstink.nl (in aanbouw)
44
45
De master Kunsteducatie is een welkome aanvulling op mijn cultureel ondernemerschap. Van huis uit creatief therapeut en later gepokt en gemazeld als docent-beeldend kunstenaar, heb ik hier geleerd niet alleen vanuit een goed idee en gevoel, maar ook vanuit theoretische fundamenten te werken en deze, als ze er niet zijn zelf te kunnen leggen. Fundamenten die werden aangedragen vanuit kunstfilosofie, interdisciplinair artistiek onderzoek, onderzoekstheorieĂŤn en lessen projectmanagement met gedreven docenten en medestudenten. Daarin mijn authenticiteit als uitgangspunt te nemen en mij kwetsbaar durven op te stellen, heeft mij tot een autonomer mens gemaakt. Ben ik in Beeld?, jazeker.
46
Een van de dingen die me tijdens deze studie ondermeer duidelijk is geworden is dat de wereld van de kunsteducatie heel dynamisch is. Er lijkt zoveel mogelijk, traditionele grenzen zijn aan het verschuiven, het onderscheid tussen professionele en amateurkunst verandert, kunstenaars worden meer en meer het onderwijs binnengehaald en andersom: docenten en leerlingen komen ook naar de ateliers en studio’s van beeldend kunstenaars en theatermakers. Binnen het onderwijs is er de laatste jaren veel vernieuwd, discussies daarover zijn nog niet geluwd. Veel aandacht gaat uit naar het vmbo dat vaak in een negatief daglicht gezet wordt. Vmbo’ers worden mijns inziens nogal eens gemakzuchtig gestigmatiseerd, aangewakkerd door het huidige maatschappelijke klimaat. Ik vond het daarom een uitdaging om mijn onderzoek te richten op de relatie tussen kunst en probleemgedrag en na te gaan welke factoren van het actief bezig zijn met kunst gedrag van jongeren positief kunnen beïnvloeden en hoe kunstenaars en kunstvakdocenten die met gedragsmoeilijke jongeren werken kunst inzetten. Actief met kunst bezig zijn kan nieuwsgierigheid aanwakkeren, uitnodigen tot een ontdekkingstocht. Daarbij staat het uiteindelijke resultaat tevoren niet vast, eigen mogelijkheden en talenten worden geëxploreerd in de confrontatie met het beeldende materiaal of met dje eigen persoonlijke thematiek in drama. Het resultaat kan voor de leerling tot succes leiden. Deze succeservaringen verhogen de zelfwaardering bij de jongere, daardoor ontdekt hij een eigen autonomie, een onafhankelijkheid los van leeftijdgenoten of de groep waartoe hij behoort. De intrinsieke motivatie wordt vergroot en de kunstvakdocent helpt de jongere om tot reflectie op de nieuwe ervaringen te komen. Met dit onderzoek hoop ik een bijdrage te hebben geleverd aan de verdere legitimering van de kunsteducatie in de reboundvoorzieningen. Op deze tijdelijke alternatieven voor jongeren die vanwege hun gedrag niet langer op hun eigen
school te handhaven zijn heb ik me in mijn praktijkonderzoek gefocust. Het was uitermate inspirerend om gesprekken te voeren met kunstenaars en docenten die met deze jongeren werken en om via dit onderwerp mijn onderzoeksvaardigheden te kunnen ontwikkelen, voor mij een van de belangrijkste redenen om deze studie te gaan volgen. De afgelopen twee jaar waren vooral ook verhelderend omdat ik weer eens ‘aan de andere kant van de toonbank’ kon ervaren hoe het is om opdrachten te moeten doen en om beoordeeld te worden, om student te zijn. Dat heeft een directe invloed op mijn huidige lespraktijk. Vanuit onderwijskunde vakdidactiek heb ik kritisch leren kijken naar mijn eigen lessenseries en hoewel het belang van kunst voor mij altijd vanzelfsprekend is geweest heeft deze studie mij gedwongen om daar, onder andere via reflecties op kunst en interdisciplinaire expertise, opnieuw woorden aan te geven. Hopelijk blijft dit alles zich op een of andere wijze in de toekomst verder uitbetalen. De intrinsieke motivatie is er in ieder geval! 47
Kunsteducatie in de reboundvoorzieningen
colofon eindredactie fotografie ontwerp druk
Maria W端st Christine van Hoorn Thonik Hub. Tonnaer B.V.