Kunstletters
APRIL • JUNI 2021
#013
Inhoudstafel Achter de cover | Caresse Goossens 02 Mijn favoriet | Ante Timmermans 04 Tentotips | Roger Raveel - Rendez-vous - Margaret Harisson - Nele Van Canneyt 06 Mijn atelier | Hendrik Vermeulen 08 Mijn atelier | Angéline Catteeuw 10 Mijn atelier | Anne Brems 12 Het kunstenaarsboek | Katinka De Jonge 14 In het atelier | Maika Garnica 18 Carte Blanche | Maud Gourdon 24 In de maak | Sara Plantefève-Castryck 26 Aan mijn muur | Marijke Pans 32 Beeld | De keuze van Tom Barman 34 De artistieke biotoop | Philippe Van Wolputte 39 In de academie | Kasper De Vos 44 Mijn ritueel | Sam Dendooven 45 De curator toont | Kris Campo kiest keramiek
46
Boekentips | Pieter De Meyere 48 Zelfportret | Ilse Popelier 50 Colofon 51
Achter de cover Caresse Goossens
Wastafereel, mix van stiften (ecoline en acryl) op grijs karton (5mm), 12,7cm x 13,7cm, , 2020.
02
Kunstwerkt zet jouw werk graag in de kijker. Ook in dit blad. En zelfs op de cover. Voor dit nummer viel ons oog op ‘Wastafereel’, een werk van Caresse Goossens. AC H T E R D E C OV E R
Caresse: ‘Ik laat de wereld rondom mij dirigeren welke onderwerpen ik behandel. Zo merk ik dat veel objecten door hun toevallige plaatsing het licht breken en door het schaduwspel zelf voor een tekening zorgen. Wat ik daarmee doe, kan je opvatten als een visueel dictee. ‘Wastafereel’ is ontstaan tijdens de eerste lockdown. Ik voelde dat ik, door me altijd in dezelfde ruimte te bevinden, het dictee niet meer zag. Hoewel de meest banale onderwerpen mij enorm kunnen prikkelen werd het nu echt saai. Dus ging ik op zoek. Deze tekening is gebaseerd op een foto in een oud architecturaal magazine over een sociaal bouwproject in West Ham in Londen. Zo is dit één van de eerste werken dat ontstond na een bewuste zoektocht, en niet door een toevalligheid. Ik heb ooit een nogal harde switch gemaakt van zwart-wittekeningen in grafietpotlood naar erg kleurrijk werk in wasco. Sindsdien ben ik erg streng en selectief in de kleuren die ik gebruik. Op die manier leg ik mezelf spelregels op. Ik vind het moeilijk om die te overschrijden. Ik gebruikte stiften als snel medium, eerst voor schetsen, maar na een tijd kregen ze de bovenhand in mijn werk. Ik ontdekte dat het grijs karton dat ik voor werken met wasco gebruikte, de inkt van de stiften heel erg goed opzuigt. Dat laat me toe om heel gelaagd te werken. Na een tijd is het
karton ook gewoon gesatureerd en begint er een nieuw reliëf op te spelen. Dat is het leuke, je leert het materiaal kennen en het geeft je gaandeweg verrassingen waar je geen controle over hebt. Het gevaar is dan weer dat die verrassingen na een tijd een truc worden. Ik ben nu op zoek naar zowel een goede drager als een goed medium om groter te werken, om terug op verrassingen te stuiten, maar toch bij mijn werk te blijven. Als ik het beeld voor ogen heb dat ik wil neerzetten, start ik met een potloodtekening. Die moet heel precies zijn, meteen juist staan. Dat deel voelt altijd als een traag proces, misschien net omwille van die precisie. Dan komt er kleur en geraakt alles in een stroomversnelling. Kleur is echt een spel. Ik bouw op terwijl het beeld zich vormt en reageer op kleurvakken die ontstaan. Je ziet meer in stilte, kijkt beter in momenten van rust. Een mindere stroom aan prikkels zorgt voor een
CA R E S S E G O O S S E N S
verhoogde concentratie, ook voor kleine dingen. Die focus vind ik meestal binnen vier muren. Er is ook de spanning tussen tegenstrijdigheden: het lawaai van een bewoonde ruimte, de niet-fysieke aanwezigheid van mensenlevens tegenover de stille ruis van het lege interieur. Het schone van een bepaalde lichtinval die een doodse stilte een vreemd gevoel van leven geeft. Het zijn die spanningsvelden die gevoelswaardig zijn, soms heel subtiel, die mij aangrijpen.’
CARESSE GOOSSENS ° 1993 Woont en werkt in Turnhout. Studeerde grafiek- en tekenkunst aan LUCA School of Arts, Gent.
03
Mijn favoriet A N T E T I M M E R M A N S – D R AW I N G S ( 0 0 1 – 8 0 6 )
In deze rubriek vertelt een medewerker van Kunstwerkt over een beeldend werk dat een diepe indruk heeft nagelaten. Deze keer: Sarah Poesen. Als een echte duivel-doet-al leidt zij de communicatie over Kunstwerkt in goede banen.
Het was zomer 2010 en ik werkte als productiemedewerker van Vrijstaat O. mee aan de groepsexpo ‘Freestate (Splendid Isolation)’. Meer dan twee maanden bivakkeerden we op de Oostendse Oosteroever. (Laat je er zeker eens naartoe voeren door de veerboot ‘Roger Raveel’, instant vakantie.) Op deze bijzondere plek, in een verlaten pakhuis, vormden de geluiden van de expo onze dagelijkse soundtrack. Als we tijdens onze avondronde die geluiden tot stilstand brachten en de expo afsloten,
04
bleef mijn blik altijd hangen bij een installatie van Ante Timmermans. Een wirwar van dunne koordjes met rode vlagjes, fragiele ijzerdraad en onbestemde voorwerpen. Een soort verlaten pretpark, jaren geleden overhaast in de steek gelaten. De sfeer van die installatie (‘Spieltisch’) vond ik wat later terug in zijn tweedimensionale werk. In dunne potloodtekeningen herkende ik de structuren, de wirwar. Al even overtuigend op papier, als in een galmend pakhuis. Tekeningen en schetsen winnen het bij mij vaak van ruimtelijk werk. Wilde krabbels en voorzichtige vormen, met bedenkingen ernaast gepriegeld, die de basis vormen van een heel denkproces. ‘Ante Timmermans: Drawings (001806)’, een vuistdik boek, bundelt zijn tekenwerk tussen 2002 tot 2015. Achthonderd en zes tekeningen, verzameld op dunne blaadjes, die dwingen om heel voorzichtig om te slaan. Het boek durf ik alleen met gewassen handen doorbladeren. Je ziet er thema’s in opduiken en
verdwijnen. De tekeningen bouwen verder op elkaar. Vooraan, als je alle tekeningen in postzegelformaat naast elkaar ziet, ontdek je een heel parcours. Inspirerend om te zien. Wat begint met zachte lijnen en veel witruime gaat over naar abstractie, vette letters en diepzwarte vlakken. Dat is wat me het meest fascineert aan dit boek en wat me er vaak naar doet teruggrijpen: het is een inkijk in een denkproces. Je gluurt mee over de schouder van de kunstenaar en ziet hoe iets transformeert, uitgewerkt wordt of een extra laag krijgt. Hoe het ene werk leidt tot het andere. Het is de samenhang die dit boek tot mijn favoriet naslagwerk maakt. De structuren: stukken stad, neonletters of voorzichtige gebouwen. De draden van elektriciteitsmasten die over verschillende pagina’s slingeren. De vormen en kleuren die terugkeren. De kleine elementen die ik in tekeningen ontwar. De compositie, uitgekiend of wild in het blad geploft. Als de inspiratie zoek is, dan helpen twintig van deze bladzijden me altijd weer vooruit.
M I J N FAVO R I E T
2011
opmaak boek Ante 03.indd 12
8/9/15 4:02 PM
Ante Timmermans – Drawings
opmaak boek Ante 03.indd 12
ANTE TIMMERMANS
2011
8/9/15 4:02 PM
05
Tentotips R O G E R R AV E E L ‘Het verschrikkelijke mooie leven’ is een werk van Roger Raveel (19212013) uit 1965. Het zou ook een bondige samenvatting kunnen zijn van het oeuvre van deze schilder met een heel eigen en bijzondere beeldtaal, balancerend tussen figuratie en abstractie. Raveel schilderde de helaasheid der dingen: het leven in al zijn dagdagelijkse simpelheid flitst van extase naar ingetogenheid, van geweld naar tederheid, van verwondering naar verbijstering. In 2021 zou Roger Raveel 100 jaar geworden zijn. In BOZAR loopt een grote retrospectieve van zijn werk, die het lange artistieke parcours van Raveel traceert. Ook in de Raveelkapel in Machelen-aan-de-Leie en de pas gerestaureerde keldergangen van het Kasteel van Beervelde kan je zijn werk bewonderen. Net als in het mooie Roger Raveel Museum uiteraard. Man met ijzerdraad in tuin, 1952-1953, Collectie Vlaamse Gemeenschap/Roger Raveel Museum © Raveel – MDM. Foto: Peter Claeys
Roger Raveel. Een retrospectieve BOZAR, Brussel, tot 21 juli 2021
R E N D E Z-VO U S Kunnen we de grens weer over en voel je de lente prikkelen? Dan is een bezoek aan Museum Voorlinden in het Nederlandse Wassenaar een echte aanrader. Bij de kunstwerken in de expo ‘Rendez-Vous’ staat de ontmoeting centraal. Wat de werken bindt, is hun zintuiglijkheid: ze vragen je hen te naderen en je te laten overweldigen door hun geuren, geluiden en bewegingen. Bereid je voor op ontmoetingen die het midden houden tussen samensmelting en confrontatie, tussen duet en duel. Met o.a. werken van Dan Flavin, Jeff Wall, Etel Adnan, Darren Almond, Berlinde De Bruyckere, Tracey Emin en William Kentridge. Rendez-Vous Museum Voorlinden, Wassenaar, tot en met 18 april 2021 Zaalzicht Museum Voorlinden. Foto: Antoine van Kaam
MARGARET HARRISON Margaret Harrison (1940) is een talentvol tekenaar, maar vooral haar artistiek-sociaal activisme garandeert haar een plaats in de kunstgeschiedenis. Ze groeide uit tot één van de invloedrijkste feministen in de Britse kunstwereld. Haar werk, dat lange tijd in de luwte is gebleven, krijgt vandaag meer dan ooit internationale erkenning. Het sluit perfect aan bij het kritische discours over gendergelijkheid, MeToo en seksuele identiteit. Margaret Harrison - Danser sur les Missiles BPS22, Charleroi, tot 23 mei 2021
06
Marilyn is Dead, 1998. Courtesy ADN Galeria-Barcelone. Foto: Fred Dott.
T E N TOT I P S
N E L E VA N CA N N E Y T Wat leeft er in de schaduw van de pandemie? Welke wereld schuilt er achter ondoordringbare muren en gesloten rolluiken? Met die moeilijke vragen in het hoofd trok fotografe Nele Van Canneyt in opdracht van Musea Brugge door de stad. Ze zocht en vond stilte en leegte. Maar ook onverwachte ontmoetingen en inspirerende gesprekken kruisten haar pad.
Opvallend in de tentoonstelling in Brugge is haar voorliefde voor kleur en het ruimtelijk perspectief. Van Canneyt focust graag op de eenzame mens, onderweg met alleen maar zijn gedachten. Dit leidt tot intense beelden die een subtiel mysterie proberen te vatten, in een beangstigende, soms zelfs buitenaardse sfeer.
De fotografie van Nele is niet geënsceneerd. Haar uitgangspunt is de ontdekkingsreis naar het toevallige, bevreemdende beeld. Het resultaat is dat elke foto beladen is met een gevoel van onvoorspelbaarheid, met denkbeeldige verhalen en emoties. Nele trekt vooral bij valavond en ’s nachts naar plekken die ze overdag ontdekte. ’s Nachts worden de geluiden gedempt, de zintuigen functioneren scherper. Je bent alerter. Het ontluisterend licht is weg. De nacht serveert het mysterie.
Arentshuis, Brugge, tot 25 april 2021
Nele Van Canneyt - Binnenland
T E N TOT I P S
Tekst: André De Nys
07
MIJN ATELIER Geen magischer plek dan het atelier, waar beeldend kunstenaars op ideeën broeden, schetsen maken en nieuwe technieken uitproberen. We klopten aan bij 3 kunstenaars die tijdens ‘Atelier in Beeld’ op 7, 8 en 9 mei 2021 de deuren van hun werkplek zouden openstellen. Net als bij de 1745 andere kunstenaars die zich inschreven voor het evenement steekt corona daar een stokje voor. De open atelierdagen gaan niet door, maar er is een alternatief. van 26 april tot 9 mei ontdek je op www.atelierinbeeld.be de deelnemende kunstenaars en ateliers. We zetten er kunstenaars en hun werk in de kijker met interviews, foto’s en reportages. Ook op deze pagina’s leiden 3 deelnemende kunstenaars je - helemaal coronaproof rond in hun atelier.
08
HENDRIK VERMEULEN Leeftijd: 55 jaar Kunstdiscipline: mixed media Heeft een atelier in: o.a. Asper Wat betekent je atelier voor jou? Mijn hoofdatelier in Asper noem ik ‘veldstation B’, de Basis. Hier verwerk en selecteer ik de eerste sensaties die zijn ontstaan in andere veldstations in binnen- en buitenland: rudimentaire schetsen, teksten, tekeningen, aquarellen, sculpturen en filmschetsen. Veldstations zijn ontstaan uit mijn behoefte aan nieuwe werkomgevingen. Door me te verplaatsen naar bijzondere locaties krijg ik nieuwe impulsen die in een vast atelier nooit tot stand zouden komen. Al het werk ontstaat ook in open lucht. Dat heeft een invloed op wat ik doe en denk. Zo ben ik niet alleen verantwoordelijk voor mijn werk. De weersomstandigheden en het type omgeving beslissen mee. Ik bevraag de plaats van ieder veldstation: hoe was het hier pakweg vijfhonderd jaar geleden? Welke invloed heeft de mens er op
gehad? Zijn er sporen? Hoe ga ik die omzetten? Er moet ook iets dwingends zijn aan de plaats van waaruit ik observeer: heel desolaat, primitief, pastoraal en intimiderend. Ik start altijd realistisch. Geleidelijk aan groeit een vermenging met mijn beeldtaal. Ik werk door tot ik de belangrijkste invloeden heb vastgelegd. Dat kan weken, zelfs maanden duren. Daarna begint in Asper het werk om de indrukken te herleiden tot een imaginaire plaats, met diverse media. Soms voeg ik nog nieuw werk toe. Een tentoonstelling of een boek kan de uitkomst zijn van het traject, maar het meest oprechte beeld van zo’n werkproces is natuurlijk de actuele toestand van het atelier. Wat is het belangrijkste voorwerp in je atelier? Mijn imaginaire kaart. Al meer dan vijftien jaar groeit ze hier verder uit op de binnenmuren en het dak. Die kaart is onmisbaar om een overzicht te behouden van de jarenlange innerlijke wandeling die ik tot nog toe heb gemaakt. Iedere plaats
M I J N AT E L I E R
‘Werken betekent ook lezen, nadenken, wachten, vernietigen, wanhopig worden, twijfelen, weglopen en terugkeren.’
waar ik werkte, markeer ik met een specifieke kleur op papier en hang ik vast aan het papier met gegevens over de vorige plaats. Wanneer werk je in je atelier? Zoveel ik kan, hier en op verplaatsing, zowel bij daglicht als met kunstlicht. Werken betekent ook lezen, nadenken, wachten, vernietigen, wanhopig worden, twijfelen, weglopen en terugkeren. Laat je bezoekers toe? Bezoekers nodig ik uit, zowel hier in Asper, als bij een veldstation. Dit zijn momenten waarop gesprekken ontstaan, niet alleen over wat ik maak, maar ook over de plaats zelf.
HENDRIK VERMEULEN
09
andere mensen in het gebouw komen. Ik hou van die afzondering. Niemand in de buurt weet dat zich hier een atelier bevindt.
A N G É L I N E CAT T E E U W Leeftijd: 37 jaar Kunstdiscipline: schilderkunst en beeldhouwkunst Heeft een atelier in: Destelbergen Wat betekent je atelier voor jou? Mijn atelier is mijn schuilplaats. Hier ben ik alleen met mijn gedachten en met mijn werk. Er is geen deurbel, dus ik krijg geen onverwachte bezoekers over de vloer. Die mentale rust is goud waard voor mijn concentratie. Maar op bepaalde momenten doet contact me wel goed: zo organiseer ik naast tentoonstellingen ook een tekeningenverkoop in het atelier. Ik schreef ook in voor Atelier in Beeld, dat door corona online plaatsvindt. Hoe is deze plek tot stand gekomen? Dit atelier is een onafgewerkt conciërge-appartement op een klein industrieterrein. Het bevindt zich in één van de opslagruimtes, waardoor er zelden of nooit
10
Wat zou je graag veranderen aan je atelier? Mocht dit pand zich met dezelfde stilte en hetzelfde licht in het centrum van Gent bevinden, dan was ik de koning te rijk. Maar realistisch is dat niet. Ik ben dus heel tevreden met mijn werkplek. Wat is het belangrijkste voorwerp? Mijn gitzwart 8B Staedtler Mars Lumograph potlood. Eigenlijk in het meervoud, ik heb er altijd een doos van in voorraad. Wanneer werk je in je atelier? Ik werk het beste bij daglicht, met als gevolg dat mijn werkdagen ook langer worden naarmate de zon vroeger opkomt en later ondergaat. In de winter gaat het er iets rustiger aan toe. Wat hangt er aan de muur? Meestal zijn dat werken in wording, die wachten op een frisse blik om te beslissen of ze af zijn of nog ingrepen nodig hebben. Nu hangt er ook een basis voor een sculptuur: een omgekeerd beeld van een houten papegaai, gecombineerd met echte veren. Op de tafel liggen boeken over Cy Twombly, Ursula von Rydingsvard, vroeg werk van Mark Rothko, Berlinde de Bruyckere en Raphaël Buedts.
M I J N AT E L I E R
A N G É L I N E CAT T E E U W
11
ANNE BREMS Leeftijd: 66 jaar Kunstdiscipline: gemengde technieken Heeft een atelier in: Winksele Wat betekent je atelier voor jou? Mijn atelier is een universum op zich. Als ik er binnenga, laat ik de buitenwereld achter. Ik kan er vrij experimenteren, lezen, nadenken, muziek luisteren. De mogelijkheden die ik zie en de ideeën die ik opdoe, kan ik hier uitwerken. Ook op reis installeer ik altijd een klein mobiel atelier. Soms met niet meer dan enkele aquarelpotloden, wat papier en lijm, maar het is een noodzaak voor mij om altijd materiaal bij me te hebben. Als ik onrustig word omdat er ideeën broeden of er vragen op me af komen, merkt mijn man dat op en valt de veelgebruikte zin: “Gaat gij maar schilderen!”
12
Hoe is deze plek tot stand gekomen? Een noodgedwongen verhuis maakte me wat weemoedig. Het viel me zwaar om ons huis en de omgeving achter te laten. Maar mijn kinderen en schoonkinderen zagen onmiddellijk de mogelijkheden van de grote niet-ingerichte zolder en ontwierpen er een atelier met alle voorzieningen. Als het er te koud wordt, werk ik in mijn kleine ‘winterpaleis’. Ondertussen is het atelier een welkome plaats, ook voor (kunst-)gasten. Mijn kleinkinderen en vrienden komen er graag. Het enige nadeel is dat er geen hoge muren
zijn, dus ik kan er geen grote werken maken. Al werk ik met het ouder worden liever op kleiner formaat, om dat nadien eventueel tot een groter geheel samen te voegen. Wat is het belangrijkste voorwerp in je atelier? Ik omring me met veel voorwerpen, dikwijls gevonden objecten, vruchten, takjes, schelpen en stenen of kleine voorwerpen meegebracht van reizen. Ik heb een verzameling aan knipsels, teksten, foto’s en voorwerpen uit mijn familiegeschiedenis. Ze leiden een eigen leven, worden gebruikt, weggegooid of vergaan.
M I J N AT E L I E R
Laat je bezoekers toe? Hoewel ik liefst alleen ben als ik werk, deel ik mijn atelier graag met anderen. Dan werk ik zelf niet, maar begeleid mensen bij hun eigen creatieve proces. Daar haal ik veel voldoening uit. Ik verwonder me over de manieren die mensen vinden, met een klein beetje steun, om oplossingen te vinden voor problemen waar ze tijdens het creëren op stuiten. Af en toe werk ik samen met een kunstenaarsvriend of -vriendin en voeren we samen ideeën of projecten uit.
Foto’s: Evenbeeld
ANNE BREMS
13
Het kunstenaarsboek K AT I N K A D E J O N G E
Wat is een kunstenaarsboek? Het kan een overzicht zijn van werk uit een periode of de vorm aannemen van een portfolio. Het kan ook een publicatie zijn, verbonden aan een project of expositie. Katinka de Jonge maakte de bijzondere publicatie ‘Encounters between voices from the other end’ naar aanleiding van een residentie in Colombia.
Katinka: ‘Op uitnodiging van AAIR, een kunstenorganisatie met atelierwerking in Antwerpen, verbleef ik 3 maanden in Lugar a Dudas in Cali, Columbia. Ik was er in het najaar van 2019 op residentie. ‘Encounters between voices from the other end’ is een experimenteel verslag van mijn verblijf daar. Onze groep van kunstenaars van over de hele wereld praatte veel over wat het betekent om ‘op residentie te zijn’. We bevonden ons in een totaal andere cultuur, met een andere geschiedenis, in een tropische omgeving. Het praten over die situatie werd een dagelijkse bezigheid. Zo groeide het praten zélf uit tot mijn artistiek werk daar. Ik begon gesprekken op te nemen, woorden die terugkwamen te noteren. Met die woorden heb ik een kaartspel gemaakt, dat ik ter plaatse liet drukken. Kleine lokale bedrijfjes droegen daartoe hun steentje bij: het ene kon snijden, een ander stempelen, een ander binden... Ik liet het spel drukken in drie talen: Nederlands, Engels en Spaans. Dat kaartspel ben ik met verschillende mensen gaan spelen: kunstenaars, taxichauffeurs, bezoekers van de residentie… De gesprekken die tijdens het spelen ontstonden, nam ik op. Vaak kwamen zinnen over het ‘displaced’ zijn terug: het uit de context geplaatst zijn, de codes niet kennen. Ik hoorde verhalen over hoe de betekenis van dingen verandert afhankelijk van de context. Die zinnen verwerkte ik in de publicatie. De titel ‘Encounters between voices from the other end’ verwijst letterlijk naar wat ik deed: mensen van over de hele wereld ontmoeten. Door het internationale aspect was de keuze voor Engels vanzelfsprekend. →
14
H E T K U N ST E N A A R S B O E K
K AT I N K A D E J O N G E
15
Het was een interessant experiment. Ik speelde met vorm en kwam uit op het principe van ‘cadavre exquis’: losse tekststroken die je elke keer kan vouwen tot een ander verhaal. De publicatie is opgedeeld in 3 hoofdstukken: ik, jij en wij. Het eerste hoofdstuk bestaat uit zinnen in de ik-vorm, het tweede in de jij-vorm, het derde in de wij-vorm. Door te bladeren creëer je ontmoeting, maak je met dezelfde woorden elke keer een ander gesprek, een ander verhaal. De afbeeldingen zijn foto’s uit het kaartspel. Ik koos voor een formaat dat goed in de hand ligt en waar je makkelijk door kan bladeren. Ik koos bewust voor Riso, een
KATINKA DE JONGE °1989 Woont en werkt in Gent en Amsterdam. Studeerde aan het Sandberg Instituut Amsterdam en Sint-Lucas Antwerpen.
16
druktechniek die toelaat om snel en grote oplagen te drukken, in tegenstelling tot bijvoorbeeld zeefdruk. Ik vind Risodruk ook erg interessant door de kleuren die je krijgt als je lagen over elkaar print. De basiskleuren ‘vermengen’ voor je ogen op de print. Wat me er in aanspreekt is een soort speelsheid: de druk is telkens een beetje anders door kleine, fijne ‘foutjes’. Maar dat aspect is net interessant. Het inbinden deed ik samen met mijn zus, een goede boekbinder. Ik werk vaak rond ‘audio’ en ‘plaatselijkheid’. Zo werk ik nu in residentie in De Koer in Gent, waarbij ik een werk maak in samenwerking
met de buurt. Ik werk aan een reeks audiowandelingen, die ingesproken zijn door buurtbewoners. Ik giet dus ‘plaatselijkheid’ in een artistieke vorm die voor een publiek toegankelijk is. Meerstemmigheid en dialoog nemen in mijn werk een belangrijke plaats in. Ik maak gebruik van geschreven en gesproken tekst, waarbij ik verschillende perspectieven aan het woord laat. Het boek dat ik maakte, past mooi in de totaliteit van mijn werk.’
Het boek ‘Encounters between voices from the other end’ is verkrijgbaar bij AAIR.
De Nederlandse kunstenaar Henk Visch (°1950) geeft in zijn beelden een heel eigen kijk op lichaamshoudingen en hun potentieel. Hij speelt voortdurend met tegenstrijdigheden, zoals figuratief versus abstract of droom versus realiteit. Zijn expo ‘There were no empty chairs’ loopt tot 24 april bij Tim Van Laere Gallery in Antwerpen. Henk Visch, Dancing bear, bronze, rope, paint, 139 x 80 x 45 cm
17
IN HET ATELIER M A I K A G A R N I CA
Het kunstenaarsatelier: de plek waar het allemaal gebeurt. De plek achter de schermen, waar de kunstenaar inspiratie vindt, koortsachtig werkt en tot rust komt. Welke objecten verzamelt een kunstenaar om zich heen, uit noodzaak of uit genegenheid? In deze reeks selecteert Tamara Beheydt voorwerpen uit een atelier en gaat op zoek naar de verhalen erachter. Deze keer: Maika Garnica. 18
I N H E T AT E L I E R
In de zonovergoten studio van Maika Garnica zitten we (op voldoende afstand van elkaar) omringd door twee installaties die tot enkele dagen geleden te zien waren in de tentoonstelling ‘Bounce, Interfere’ bij Campo & Campo. Maika maakt keramieken objecten die met geluid geactiveerd kunnen worden in performances, maar ook op zich staan als sculptuur. Die geluidsobjecten plaatst ze vaak in een metalen constructie, zodat ze samen een installatie vormen. ‘Alles vertrekt vanuit die kernobjecten in klei,’ vertelt Maika. ‘Vanuit mijn opleiding als beeldhouwer vind ik het belangrijk dat het ook visueel en esthetisch interessante sculpturen zijn.’ Met de sculpturale objecten als vertrekpunt ontstaan vaak nieuwe verschijningsvormen: ‘De activatie van de werken leidt vaak tot nieuwe creaties. Mijn performance ‘From Bow to Ear’ verscheen bijvoorbeeld op een cassette. Samen met Ans Mertens maakte ik een film.’ Tijdens de lockdown maakte Maika veel tekeningen, die een nieuw leven vonden in een samenwerking. ‘Samen met Ines Cox maakte ik een klein boekje. Voor het eerst kregen mijn tekeningen, die meestal als schetsen dienen, ook bestaansrecht als autonome werken. Ines scande ze in en bracht ze ook in nieuwe composities. Het resultaat is een weergave van ons denkproces.’
M A I K A G A R N I CA
19
‘Je kan met alles geluid maken, maar uniek aan klei is dat je met elke vingertoets een aanpassing kan doen. Er is geen ander materiaal waarmee je zo precies zo’n kleine veranderingen kan maken.’
Klei en klank Hoe is geluid zo’n grote rol in haar praktijk gaan spelen? ‘Ik heb lang trompet gespeeld,’ legt Maika uit. ‘Toen ik daarmee stopte, miste ik bepaalde aspecten: het geluid, klanken in harmonie. Tijdens mijn Erasmusperiode in Genève begon ik te experimenteren met geluidsobjecten en hoe je geluid fysiek kan ervaren. Mijn werk heeft weinig met muziek te maken; het gaat meer over pure, minimale klanken, waardoor je heel anders luistert. Ook de objecten op zich zijn heel eenvoudig en kan je zelfs als ‘primitief’ ervaren. Toch zijn ze ook net heel hedendaags, als iets uit een wereld die nog niet bestaat.’ Hoewel ze een muzikale achtergrond heeft, voert ze continu onderzoek naar klanken: ‘Ik heb heel wat boeken over klanken, hoe ze ontstaan, hoe instrumenten werken. Het is niet vanzelfsprekend. Vaak moet ik ook een instrument zelf uittekenen voor ik volledig begrijp hoe het werkt.’
20
Klei is niet het meest voor de hand liggende materiaal om geluid voort te brengen, maar over haar materiaalkeuze heeft Maika nooit getwijfeld. ‘Ik heb een diepe liefde voor klei, dat is echt mijn materiaal. Je kan met alles geluid maken, maar uniek aan klei is dat je met elke vingertoets een aanpassing kan doen. Er is geen ander materiaal waarmee je zo precies zo’n kleine veranderingen kan maken. Andere materialen moet je met werktuigen bewerken, daar mis ik het rechtstreekse contact, het tactiele.’ Nieuwe oven ‘Sinds enkele maanden heb ik mijn eigen keramiekoven,’ zegt Maika terwijl ze naar het ronde toestel wijst. Het formaat is ideaal voor haar bespeelbare objecten. ‘Vroeger bakte ik mijn werken in de oven van de academie. Daar moest ik een afspraak voor maken en het was er vaak heel druk. Nu heb ik de vrijheid om tests en experimenten te doen, zonder tijd te verliezen.
Het geeft me ook de mogelijkheid om te spelen met andere objecten, zoals gebruiksvoorwerpen. Daar heb ik opnieuw plezier in ontdekt: het zijn geen kunstwerken, maar tijdens het maken van zulke voorwerpen vind ik vormen die ik ook in toekomstige werken kan gebruiken.’ Er is één glazen object in het atelier te bespeuren: een herinnering aan een project van enkele jaren geleden. ‘Met twee andere kunstenaars vormde ik Sui Moon. Samen maakten we muziekperformances en composities, die we ook uitbrachten in de vorm van edities. Inmiddels zijn we elk meer onze eigen weg gegaan, maar onze derde en laatste editie bestond uit een glazen object met een USB-stick in verwerkt.’ Pas een jaar geleden begon Maika alleen te performen. Ook voor de activatie van haar objecten rekende ze voordien op hulp van anderen. ‘Het is best spannend, maar toch vind ik het goed om mijn werk alleen te activeren. Ik leer veel bij.
I N H E T AT E L I E R
M A I K A G A R N I CA
21
22
I N H E T AT E L I E R
Op het einde van dit jaar ga ik op residentie naar een opnamestudio in New York, waar de akoestiek van een open plek in het bos is nagebouwd. Daar ga ik met geluidsobjecten een nieuwe compositie creëren en opnemen.’ De stad Antwerpen kocht de installatie ‘From Bow to Ear’ aan, die is te zien in de groepstentoonstelling ‘Lippenstift en gasmaskers’ in M HKA tot 25 april 2021. Maika Garnica werd geselecteerd voor de Grote Prijs Ernest Albert 2021. Haar werk is tot 24 mei 2021 te zien in De Garage in Mechelen, in de tentoonstelling rond deze prijs.
MAIKA GARNICA °1992 Woont en werkt in Antwerpen. Master in de Vrije Kunsten aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen.
Tekst: Tamara Beheydt Foto’s: Evenbeeld
M A I K A G A R N I CA
23
© Maud Gourdon, The window, 2021, pen op papier.
24
CA R T E B L A N C H E
Carte Blanche In ‘Carte Blanche’ krijgt een kunstenaar vrij spel. BLANCO, de platformfunctie van de atelierorganisatie NUCLEO, duikt geregeld op met projecten waarin het kunstenaars vraagt te reageren op een ‘lege zone’. Twee lege vellen papier zijn hier het speelveld. De kunstenaars worden geselecteerd i.s.m. de partners binnen de Vlaamse koepel van atelierorganisaties UFO: NUCLEO uit Gent, AAIR uit Antwerpen, Cas-co uit Leuven, Vonk uit Hasselt/Genk, De Tank van het Entrepot uit Brugge en Level Five uit Brussel. IN DIT NUMMER
M AU D G O U R D O N via Level Five uit Brussel Maud: ‘Mijn achtergrond situeert zich in illustratie en lijntekenen, maar tekst en taal vormen al enkele jaren de boventoon in mijn werk. Ik gebruik (gesproken en geschreven) taal om visuele en ruimtelijke verhalen te creëren in de vorm van installaties. Die zijn meestal samengesteld uit publicaties, teksten, tekeningen en sculpturen. Mijn klare-lijntekeningen hebben kenmerken van populaire stripverhalen, verlicht manuscript, decoratieve patronen, logotypes en tekeningen uit handleidingen. Ze zijn gemakkelijk leesbaar, maar brengen tegelijkertijd een zeker onbehagen over. De beelden bewegen langs de verschillende betekenissen die in het werk aanwezig zijn, altijd in spanning gehouden tussen verschillende interpretaties. Ook in taal speel ik graag met mogelijke betekenissen door te werken met de verwarring en botsing van klanken. De betekenissen die daarin verborgen kunnen liggen, weerspiegelen mijn fascinatie voor taal. Mijn installaties komen altijd voort uit intieme verhalen en objecten die ik verpak in woord- en lijnenspel en meervoudige vormen. Ze vloeien voort uit een onderzoek dat de geschiedenis en tradities doorkruist op zoek naar verbanden. Ik gebruik analogie, homofonie, toeval, geschreven en gesproken versprekingen en verzamel zo materiaal om hedendaagse ficties te maken.’
MAUD GOURDON °1991 Woont en werkt in Brussel. Studeerde aan La Hear, Strasbourg en KASK, Gent.
M AU D G O U R D O N
25
In de maak S A R A P L A N T E F È V E- CA ST RYC K
Er zijn kunstenaars die er niet voor terugdeinzen om voortdurend nieuwe artistieke technieken te verkennen, zichzelf (en het publiek) te verrassen met bijzondere materiaalkeuzes en zo tot een oeuvre te komen dat voortdurend ‘in de maak’ is. Sara Plantefève-Castryck is zo een kunstenaar: in haar recente installaties werkt ze rond licht, het fysieke lichaam en de ruimte. Met een nieuwe focus op kleur. 26
IN DE MAAK
Het atelier van Sara Plantefève-Castryck lijkt wel een 3D-portfolio. Textielkunst, fotografie, abstracte en geometrische kunst en foto’s van lichtperformances wisselen elkaar af. Sara’s artistieke parcours begon met een opleiding grafisch ontwerp aan Sint-Lucas in Gent. Na het derde jaar besloot ze over te stappen naar textielkunst omdat deze discipline in haar ogen meer conceptuele vrijheid bood. ‘Na het behalen van mijn master had ik het gevoel dat ik nog maar net begonnen was. Ik zat met een overvloed aan creatieve ideeën en gedachten die nog een plek moesten vinden. Ik trok naar Noorwegen waar ik mijn Master in Beeldende Kunsten opnieuw aanvatte. Het verschil in opleiding is er heel opvallend, met een minder traditionele manier van les volgen. In Bergen word je tijdens je opleiding onmiddellijk als een kunstenaar beschouwd. Je stelt zelf je curriculum samen en bouwt je eigen kunstpraktijk uit. Je kiest zelf de invulling van praktijk en theorie. Tegelijkertijd is Noorwegen een land dat zijn jonge kunstenaars sterk ondersteunt. Niet alleen is er een grote subsidiepot voor jong talent, maar door open calls krijgen →
S A R A P L A N T E F È V E- CA ST RYC K
27
jonge kunstenaars ook vaker de mogelijkheid om met hun werk naar buiten te komen. Particulieren en galeries stellen ruimtes ter beschikking waar je je kunst kan tentoonstellen. Vervolgens kan je dan je artistieke idee pitchen. Voor mij is dat zeker een meerwaarde omdat ik met mijn werk kan vertrekken vanuit de ruimte zelf en meer site-specific werk kan creëren.’ Een visueel alfabet ‘Ik voel me aangetrokken tot het grafische aspect van textielkunst. Niet alleen de creatieve manier van denken en ontwerpen, maar ook de materialiteit van textiel zelf zijn belangrijk. Mensen mogen mijn werken aanraken, ik hou van het tactiele. Textielkunst hoort niet achter glas, ook al besef ik goed genoeg dat menselijk contact niet optimaal is voor dergelijke kunstwerken. Interactie is belangrijk voor mij. Bovendien beperk ik me niet graag tot een kunstvorm en ben ik altijd op zoek naar manieren om mijn werk te versterken door artistieke ingrepen. In het begin werkte ik enorm geometrisch, maar na een tijdje groeide het besef dat ik mezelf daardoor beperkte. Kleur kreeg een steeds grotere rol binnen mijn vormentaal. Met al die verschillende elementen wil ik mijn eigen visueel alfabet creëren.’ Sara vertelt dat ze al op jonge leeftijd aangetrokken was door vorm en ruimte. Op tienjarige leeftijd wilde ze architecte worden. Deze passie voor vorm en ruimte vult ze nu in binnen haar artistiek oeuvre.
brengen mondt vaak uit in kleine performances waarbij toeschouwers al dan niet een rol spelen. In Bergen resulteerde dit in het werk ‘Cyclorama’, een vitrine met een lichtinstallatie met kleurenfilters. Mensen konden de ruimte niet betreden en waren vanop afstand getuige van het artistieke project. Recent maakte ik een vlag met een uitsparing. Op deze manier kleurde de lucht het ontbrekende vlak.’ Sara vertelt de anekdote van een docent die de vraag stelde waarom ze alles zelf deed en onderdelen van haar werk niet uitbesteedde. Conceptualisme tegenover creatie. ‘Ik wil graag de techniek zelf in zekere mate beheersen. Dat geeft me niet alleen extra kracht maar biedt ook de mogelijkheid om verschillende technieken samen te brengen. Ik vind het goed controle uit te oefenen op het eindresultaat maar tegelijkertijd externe factoren zoals licht en lucht in mijn oeuvre te betrekken.’ Dat controle behouden niet altijd even gemakkelijk is, illustreert ze aan de hand van een interactieve installatie die ze in Noorwegen toonde. Bedoeling was dat bezoekers een snipper papier konden afpellen van een frame dat ze had overkleefd met handgeprinte posters. Een jonge bezoeker vond het echter zo leuk dat ze in een oogwenk het hele werk ontmantelde waardoor de oorspronkelijke onderlaag zichtbaar werd. Nu kan ze ermee lachen, maar op dat moment was er toch een stressmoment waarbij de vraag zich stelde tot waar artistieke interactie kan gaan. →
Feel the color Beleven en bewegen: dat zijn volgens Sara de twee werkwoorden die haar oeuvre perfect omschrijven. Tijdens het herbeluisteren van het interview besef ik dat ‘licht’ en ‘lucht’ ook een invulling kunnen zijn. ‘Mijn fascinatie om verschillende elementen tegelijk in mijn werk aan te
28
IN DE MAAK
S A R A P L A N T E F È V E- CA ST RYC K
29
‘Angst om een fout te maken is de grootste fout.’
30
IN DE MAAK
Try again. Fail again. Fail better. De vraag door welke locaties en kunstenaars Sara zich laat inspireren levert een resem namen en plekken op. ‘Dicht bij huis kan ik enorm genieten van Kunsthal Gent in het gerestaureerde Caermersklooster. De synergie van kunst en de ongewone omgeving van een kerk zijn een voltreffer. Ook het kunstencollectief 019 aan de Gentse kanaalzone is sterk door hun artistieke keuzes en het platform dat ze jonge kunstenaars, architecten en designers bieden. De kunst van Olafur Eliasson weet me keer op keer te verrassen. De manier waarop hij er telkens opnieuw in slaagt om het alledaagse tot een monument te verheffen of ons de realiteit op een andere manier laat herbekijken, toont zijn creatieve scheppingskracht. De zonsopgang (‘The Weather Project’) in de Turbine Hall van Tate Modern of de caleidoscopische kleurenprojectie van ‘Your uncertain shadow’ spelen met die scheppende kleuren die ik ook in mijn werk wil integreren.’ Heeft ze zelf tips voor andere kunstenaars? ‘Je moet geen angst hebben om af en toe nieuwe artistieke technieken aan te spreken binnen je praktijk. Laat je niet tegenhouden door overweldigende materiaalkeuzes of de ruimte. De angst om een fout te maken is zelf de grootste fout. Of om het met de woorden van Samuel Beckett te zeggen: ‘Try again. Fail again. Fail better.’
SARA PLANTEFÈVE-CASTRYCK ° 1990 Woont en werkt in Gent. Studeerde Beeldende Kunst (Textieldesign) aan Sint Lucas, Gent en Bergen (Noorwegen).
Tekst: Yves Joris Foto’s: Evenbeeld
S A R A P L A N T E F È V E- CA ST RYC K
31
BEELD D E K E U Z E VA N TO M B A R M A N Er zit héél veel drive in Tom Barman: behalve gedreven muzikant, frontman bij dEUS en filmmaker outte hij zich in 2020 ook als fotograaf. Zijn fotowerk kan je ontdekken op www.tombarman.net. Bovendien is Tom een groot kunstliefhebber. Toen we hem vroegen om een keuze te maken uit de (ondertussen meer dan 23000) werken op Beeld dook hij vol enthousiasme in die schatkamer en diepte er 8 parels uit op. Hij koos werken van Joke De Pever, Erwin Vaes, Sander Jacobs, Christel Foncke, Els Wydaeghe, Joost Gevaert, Griet Loix en Evy Toye. Je ontdekt zijn keuze op Beeld. Hier tonen we de werken van Joke De Pever en Erwin Vaes die bij Tom een stevige indruk nalieten. © Foto: Joris Casaer
De Stella in het schilderij wil belangrijk zijn, kunst maken en de wereld veranderen. Compleet megalomaan stelt ze zich tentoon aan de wereld. Haar familie en vrienden steunen haar maar de buitenwereld vindt het maar clownesk. Toch blijft Stella haar woord/beeld verkondigen en strijden voor haar mening. Dat is een kunstenaar.
JOKE DE PEVER
Stella (zelfportret) (2020) acryl- en olieverf, 158 x 110 cm Joke: ‘Stella (2020)’ is een zelfportret, ik eigende me de naam ‘Stella’ toe. Ik maakte het schilderij een jaar na mijn afstuderen aan het KASK en na het lezen van ‘Nouveau Fuck’ en ‘Pussy Album’ van Stella Bergsma. Vandaar de titel. ‘Nouveau Fuck’ was voor mij een hoopvol boek. Ik was geëmotioneerd door de passionele woorden en cadans van het boek. Stella deed me beseffen dat ik een vrouw ben die kan bereiken wat ze voor ogen heeft. Maar soms voel ik me een clown, neergehaald door anderen, door de realiteit.
32
‘Stella (2020)’ past in mijn manier van werken: het werk is ontstaan uit een clash van grootheidswaanzin en onzekerheid. Een schilderij willen maken dat tot de schilderkunst behoort, maar tegelijk geconfronteerd worden met de realiteit van het kunstenaarsbestaan, dat eerder eenzaam en onsuccesvol lijkt. Maar de innerlijke drang om te creëren is sterker dan wat de realiteit biedt. Ik vertrek vaak vanuit foto’s die ik zelf maak. Voor dit schilderij had ik de compositie van het werk al in mijn hoofd. Ik maakte de foto’s in functie van mijn schilderij. Ik stond op onze eettafel met gepaste klederdracht en schoeisel. Op de tafel legde ik een plastic tafellaken met rode en witte strepen. Later besloot ik mijn familie rond de tafel te plaatsen. →
BEELD
Ik nam op verschillende momenten foto’s van mijn moeder, zus en nicht, plakte die foto’s op mijn schilderij en vervormde de lichamen. Pas op het einde schilderde ik de koord met het badeendje erop. Mijn schilderijen zijn een allegaartje van ideeën die ik in een compositie prop. Dat is ook zo met het materiaalgebruik. Ik begin met een strak plan, maar eindig meestal met een mengelmoes van verfsoorten en materialen. Bij dit werk koos ik ervoor om mezelf en mijn familie in olieverf te schilderen. Het tafellaken en badeendje zijn in acrylverf geschilderd omwille van de verfkenmerken. De metalen ringen in het werk verwijzen naar reclamebanners langs de kant van de autosnelweg. De snelbinders trekken het schilderij recht.’ Tom Barman: ‘Eerste reactie: wat is dit? Als in: wat ís dit? Heerlijk. Soms (h)erkent men het evidente niet. Het lijkt mijn familie wel. (Waarschijnlijk niet) Lef. Humor. Goei titels. Terrassenweer. Kindertijd dus. Ai dat doet zeer. Transpirerende kleuren en luide verlegenheid. What are you looking at?’
D E K E U Z E VA N TO M B A R M A N
33
E R W I N VA E S
Sculptuur 129 keramiek, glazuur, metaal, 32 x 16 x 15 cm Erwin: ‘Sculptuur 129’ is een werk uit een reeks kleine objecten met een vaak raadselachtige vormgeving en een vleugje humor, waarmee ik verschillende aspecten van de liefde illustreer. Mijn werken hebben geen titel, maar voor enkele verzon ik voor mezelf wel een (song-)titel. Zo dacht ik bij dit werk aan “I’ve Got You Under My Skin” van Frank Sinatra: een spijker die de liefde vasthoudt en huidplooien creëert. ‘Sculptuur 129’ is een object in keramiek, afgewerkt met glazuur. Ik koos ervoor om het werk uit te voeren in keramiek, omwille van de onvergankelijkheid van het materiaal. Net zoals de liefde eeuwig is of kan zijn. De basisvorm van mijn werk is vaak een volume gebaseerd op de lemniscaat, het wiskundig teken voor oneindig. Ik verwijs daarmee naar het eeuwige karakter van de gelukkige en onvoorwaardelijke liefde die je voor iemand kan voelen. Ik laat de lemniscaat ook al eens als een detail of een decoratief element in een werk opduiken. Voor de strakke vormgeving en het monochrome kleurgebruik vond ik inspiratie in het ruimtelijk werk van onder meer Hans Arp, Anish Kapoor en Hiroyuki Hamada en het late werk van Marc Rothko.
34
Na mijn masteropleiding productdesign aan het SHIVKV (vandaag LUCA School of Arts) in Genk, heb ik nog de opleidingen Reclamekunst, Schilderkunst en Beeldhouwkunst voltooid in het DKO aan de Academie van HeusdenZolder. Ik heb jaren schilderen en ruimtelijk werken gecombineerd, maar de laatste jaren leg ik me toe op driedimensionaal werk in keramiek, polyester, epoxy, steen, hout of brons.’ Tom Barman: ‘Een onderbelichte eigenschap van kunst, volgens mij: de fysieke begeerlijkheid van het object. Liefde op het eerste gezicht. Een glimlach op het tweede. Twee Davids, daar moet ik aan denken. Lynch en Croonenberg. Ach, laat het denken maar over aan de kunstenaar. Ik wil dit aanraken. Bezitten. Nog beter in het Engels: to possess.’
BEELD
D E K E U Z E VA N TO M B A R M A N
35
AAN MIJN MUUR M A R I J K E PA N S
Inspiratie is een raar beestje, dat op de vreemdste momenten of plaatsen kan opduiken. Hoe hou jij een overzicht van inspirerende ideeën? Misschien op een muur waar je ideeën samenbrengt? We riepen op om ons een foto van je ‘inspiratiemuur’ te bezorgen. Met succes: een hele interieurgids aan muren vind je op kunstwerkt.be. Hier toont Marijke Pans hoe ze de muren van haar atelier gebruikt om tot haar creaties te komen.
36
BEELD
Marijke: ‘Ik probeer zachtheid en gevoeligheid zichtbaar te maken in mijn werken. Als beeldhouwer heb ik een voorliefde voor materie. Het tactiele speelt een belangrijke rol. Ik omring me met materialen en laat me erdoor inspireren om tot een ontwerp of een object te komen. De laatste tijd bieden materialen uit mijn verleden me inspiratie: de opgezette vogels van mijn grootvader, het haakgaren van mijn bomma, gordijnstoffen uit de vroegere winkel van mijn ouders… Onderzoeken en experimenteren vormen belangrijke stappen. Kleine objecten op mijn muur zijn voorstudies die een eigen leven gaan leiden. Door de werkjes naast elkaar te hangen ontstaan in mijn hoofd mogelijke combinaties. Soms leven de objecten in symbiose met elkaar, raken ze elkaar of stoten ze elkaar net af. De muur bouwt zich geleidelijk aan op en vormt soms een werk op zich. Meestal zijn de dingen aan mijn muur driedimensionaal, maar er is ook plaats voor tekeningen, foto’s en knipsels.’
MARIJKE PANS °1975 Woont in Beverlo (Beringen). Master Beeldhouwkunst. Leerkracht beeldhouwen, ruimtelijke kunst en projectatelier in de Gemeentelijke Academie voor Beeldende Kunsten, Heusden-Zolder.
M A R I J K E PA N S
37
Twintig jaar artistieke praktijk, gevat in een alternatieve encyclopedie van de geschiedenis van de mensheid: dat is ‘Gravend naar de toekomst’ een boek over het werk van Maarten Vanden Eynde (°1977) , uitgegeven bij Mercatorfonds. Hij onderzoekt in zijn werk de invloed van de mens op de planeet Aarde en behandelt thema’s als kapitalisme, afval38en ecologie.
A A NatM I J NdesMForets, U U R Lorraine, France. Foto: Marjolijn Dijkman. Globe, 2013. Permanent installation Vent
De artistieke biotoop P H I L I P P E VA N WO L P U T T E
Al meer dan 15 jaar vormen vergeten, vervallen plaatsen die de stad ‘ontsieren’ de artistieke biotoop van Philippe Van Wolputte. Ze vormen de basis voor zijn interventies en installaties. Bij Keteleer Gallery in Antwerpen toont Van Wolputte een overzicht van zijn artistiek parcours aan de hand van een nieuwe serie fotografische werken. Goed voor een mentale reis door verlaten, vervallen ruimtes en de denkpatronen die daarbij horen.
Intervention chalk on stone debris, Vrijdagsmarkt, Antwerp.Opened on Nov. 10th 2021 at 10 PM, closed a couple of days later.
39
LEEGSTAANDE VRIJPLAATSEN Philippe: ‘De interesse in vervallen en vergeten plekken is ontstaan in mijn prille jaren. Wekelijks trok ik met de familie met de auto op visite naar mijn grootouders in Doel. Uit het raam kijkend, was ik gefascineerd en tegelijkertijd droevig door de constante veranderingen die plaatsvonden voor de uitbreiding van de haven. Daarnaast was ik als kind altijd aangetrokken door wat er zich achter omheiningen en lege gebouwen schuilhield. Het is vanuit dat perspectief dat ik mensen probeer aan te zetten te gaan exploreren en plekken te bezoeken voordat ze verdwijnen. Anderzijds waren leegstaande, verlaten gebouwen in de openbare ruimte ook de eerste ‘vrijplaatsen’ waar ik als jonge kunstenaar dingen kon uitproberen voordat ik de kans kreeg ergens tentoon te stellen. Ik was daarmee één van de eerste street artists in België: ik ging met rollen posters, stickers en een emmer behangerslijm op pad. Het doel was om opzichtige plekken te vinden en mijn werk aan een zo groot mogelijk publiek te tonen. Deze ‘kunstvorm’ helde over naar het commerciële, omdat de mensen die deze vorm gebruikten steeds vaker werden ingehuurd als grafisch vormgevers voor grote bedrijven. Ik stopte met deze vorm van tentoonstellen en ging opzettelijk op zoek naar de meest afgelegen plekken om werk te maken, om zo het contrast met mijn vorige acties zo groot mogelijk te maken.’
40
T.P.E.S. ‘Ik wou onderzoeken wat de beste manier is om het publiek vanuit hun thuis of vanuit de white cube van een exporuimte naar mijn ingrepen in de openbare ruimte te brengen. Ik bedacht het ‘Temporary Penetrable Exhibition Space (T.P.E.S.)’-project. Ik gebruikte om een evenement in een tijdelijk opengestelde ruimte aan te kondigen elke keer een andere manier of tactiek. Eerst via mond-tot-mondreclame, dan via e-mail en daarna altijd vanuit een andere tentoonstellingsmodule: de projectruimte, de galerie, de lezing, de private viewing bij een verzamelaar, een kunstenfestival en uiteindelijk via een publicatie die het hele project omvatte. Zo claimde ik, telkens onder een andere vorm, gedevalueerde stedelijke locaties die wachtten op sloop omdat ze niet langer een economisch doel dienden.’ DIY ‘De uitgesproken DIY-esthetiek van mijn werk is een rechtsreeks gevolg van mijn acties in het verleden waarbij ik op straat en vaak ’s nachts, snel en in onderbelichte locaties werk maakte. Bij deze soort acties nemen de voorbereidingen de meeste tijd in beslag. De activiteit zelf duurt hooguit enkele seconden. Dat vertaalt zich in haastig gezette lijnen waarin je de snelheid en het moment kunt voelen. Die directheid, het tonen van de toevalligheden en het niet toedekken of corrigeren van misstappen zijn de eerlijkste vorm van werken voor mij.’
Temporary Penetrable Exhibition Space 04, site specific intervention, Rotterdam 2008
D E A R T I ST I E K E B I OTO O P
T.P.E.S.3(7), 2006
Temp.Hab. F.Intervention 01, 240x180cm, 2008
P H I L I P P E VA N WO L P U T T E
41
ASBEST EN FIJN STOF ‘Ik stoot vaak op asbest tijdens mijn exploraties in afgedankte gebouwen. Ik maakte ook tentoonstellingen mee waar kunstenaars ruimte voor een eenmalige tentoonstelling ter beschikking kregen in een gebouw waar asbest aanwezig was. Ik vond het erg dat jonge kunstenaars en kunstorganisaties deze plekken werden ‘gegund’. Ik zie een link met situaties waar de culturele sector tijdelijk ergens wordt geplaatst om een buurt te doen heropleven. Eenmaal die buurt economisch aantrekt, mag de kunst weer ophoepelen. Ook door de manier waarop asbest in het nieuws kwam de afgelopen tien jaar vond ik het noodzakelijk om via mijn werk te reageren. Dat deed ik onder andere in de vorm van installaties waarbij ik verwaarloosde ruimtes die ik ooit ontdekte na te bouwen en ze te doen lijken op een tijdelijk kunstenaarsatelier. Of door een ingreep toch te doen terwijl vanuit de organisatie werd gevraagd niet in de muren te boren omwille van het gevaar voor asbest. Of door naar Indonesië te trekken, waar asbest nog altijd wordt geïmporteerd
vanuit Australië, daar een camion met een watertanker te huren en met een team vrijwilligers gesloopte woonblokken te besprenkelen met een waterslang om de verspreiding van fijn stof tegen te gaan.’ IN SCÈNE GEZET ‘De scheidingslijn tussen feit en fictie, tussen echt en ‘staged’ is bewust onduidelijk in mijn werk. Bij mijn onderzoek naar interventiekunst uit het verleden botste ik in de documentatie vaak op de zin ‘er waren slechts enkele bezoekers aanwezig’. Toch was er over die ingrepen heel wat geschreven, maar dan puur gebaseerd op de foto’s en teksten van anderen. Terwijl de eigenlijke interactie en ervaring van het publiek van groot belang was voor dat soort werk. Ik vond het een logische stap om zelf een deel fictieve/geënsceneerde werken te maken en te kijken naar de gevolgen. Met als vraag: ‘Is een echte interventie nodig als de fotodocumentatie het eindproduct is en de mensen kan vervoeren?’
One Thing Leads to Another Keteleer Gallery, Antwerpen Tot 9 mei 2021 Lippenstift en Gasmaskers De Stadscollectie Antwerpen M HKA, Antwerpen Tot 18 april 2021
PHILIPPE VAN WOLPUTTE °1982 Werkt in Antwerpen. Studeerde aan Sint-Lucas, Antwerpen en was resident in Rijksacademie, Amsterdam.
Miniheim Forbidden City, Antwerpen Van 1 mei tot 1 juni 2021
Foto: Richard Duyck
42
D E A R T I ST I E K E B I OTO O P
Give off / Give out, 2011, video, 4 min 44 sec, M HKA collective
Fade-Outs, installation, collages. Be-Part / Bruthaus, Waregem, 2015
P H I L I P P E VA N WO L P U T T E
43
In de academie K A S P E R D E VO S
Reclining Nudes, NICC, Antwerpen. Foto: Philippe Van Damme.
Kunstenaar in residentie, maar dan binnen de muren van een academie? Moet kunnen, vinden ze bij de Academie van Sint-Niklaas. Tweemaal per jaar krijgt een kunstenaar er vier weken vrij spel in de zaal Annex, een kleine tentoonstellingsruimte van de academie. Kasper De Vos beet de spits af en maakte een speelse herwerking van het traditionele vrouwelijk naakt.
44
Kasper: ‘Twee jaar geleden maakte ik deel uit van de expo ‘Reclining Nudes’ die NICC Antwerpen en Lieven Segers organiseerden. Ik koos ervoor om de handen van mijn vriendin af te beelden. Door de manier waarop haar vingers gepositioneerd zijn, worden het bijna vrouwenbenen en zo een speelse herwerking van het traditionele vrouwelijk naakt. Dat werk was toen af, maar ik heb het niet kunnen afgieten. Ik speelde dus nog altijd met het idee om het te hernemen. Dat ik van de Academie van SintNiklaas die kans krijg, is heel welkom.
I N D E ACA D E M I E
Tussen de grote traditionele beelden in plaaster, die zo herkenbaar zijn voor een academie, krijgt het werk opnieuw de kans om te groeien. In tegenstelling tot het werk in de expo in Antwerpen, waar de hand erg groot was, koos ik nu voor meerdere kleine handen in verschillende poses die zich verhouden tot de ruimte waarin ik werkte. Met het idee om deze handen in liggende of zittende houdingen af te gieten in was, een materiaal dat het dichtst die ‘vleselijkheid’ benadert. Tijdens de residentieperiode zien de studenten mijn werk groeien. Ze komen langs in mijn werkplek en gaan in dialoog. Ook voor mij een hele ontdekking. Want ik ben het niet gewoon om op residentie te gaan in België. Daarvoor trok ik wel al naar Arteventura in Spanje en naar India voor een residentieworkshop rond steenkappen. Zo’n periodes, of ze nu in het buiten- of binnenland plaatsvinden, geven me de kans om uit mijn eigen context te treden en stimuleren me om op onderzoek te gaan. Mijn atelier is de plek waar ik elke dag kom met de ideeën waarop ik thuis zit te broeden. Ik voel me er op mijn gemak tussen al wat ik op dat moment maak, maar er zijn ook altijd de restanten van eerdere projecten. Een residentieplek biedt de kans om van nul te beginnen, en op één project gefocust te zijn. Het is een andere manier van werken, die ik maar wat graag onderzoek.’
KASPER DE VOS °1988 Woont en werkt in Antwerpen en Gent. Studeerde aan Sint-Lucas, Antwerpen en HISK, Gent.
MIJN RITUEEL S A M D E N D O OV E N
Welke eigenaardige gewoontes heeft een kunstenaar, voor of tijdens het werkproces? Nieuwsgierig gaan we op zoek naar die geheime rituelen. Dit keer: Sam Dendooven. Sam: ‘In mijn hoofd ben ik met veel dingen tegelijk bezig: mijn gezin, mijn job en mijn atelier. Samen met alle ideeën die ik doorheen de dag opdoe, kan het al snel chaotisch worden daarboven. Om ook effectief resultaat te zien, stel ik een gestructureerde planning op. Hoeveel tijd ik kan doorbrengen in mijn atelier bepaalt de techniek waarmee ik die dag aan de slag ga. Het planmatige weerspiegelt zich ook in mijn werkplek, waar ik mijn gereedschap al op voorhand klaarleg afhankelijk van wat ik heb ingepland.
Freudschaal, prototype voor ontwerpwedstrijd Cor Unum 2021, 3D print, dia 34 cm, H 11 cm
SAM DENDOOVEN °1976 Woont in Aspelare. Studeerde industrieel ingenieur Bouwkunde en is Master in Industrial Management. Is 3e jaarsstudent beeldhouwen en ruimtelijke kunst.
Tekst: Zoë Hoornaert
K A S P E R D E VO S
Ik start graag met een video van een live concert. Voor mij werkt dat heel inspirerend: de juichende mensen, de uitbundige artiesten op het podium en het applaus zorgen voor een contrast met wat zich op dat moment afspeelt in mijn atelier. Muziek werkt als katalysator, waarmee ik sneller mijn concentratie vind. En ja, dan kan er al eens een klein danspasje van af. Als zo’n concertvideo afgelopen is, en ik tot mijn verbazing in stilte aan het werk ben, besef ik plots dat ik mijn concentratie heb gevonden.’
45
DE CURATOR TOONT K R I S CA M P O K I E ST K E R A M I E K
Zicht op de expo, met op de voorgrond werk van Michel Gouéry.
Denk je bij het woord keramiek vooral aan vazen, koffiekopjes en draaischijven? Hoog tijd om daar verandering in te brengen. Tot 30 mei loopt in CC Zwaneberg (Heist-op-den-Berg) ‘This is the sound of C’: een groepstentoonstelling die je anders doet kijken naar de alom bekende kunstvorm. We spreken keramiste en curator Kris Campo de dag nadat de tentoonstelling volledig is opgebouwd, nog nagloeiend van trots nu alle werken een geschikte plek gevonden hebben in de ruimte.
46
D E C U R ATO R TO O N T
Kris: ‘Op dit moment staat de tentoonstelling ongeduldig te wachten op het publiek. Ik heb voor ‘This is the sound of C’ het geluk gehad me te kunnen omringen met de juiste mensen, en te leren uit vorige tentoonstellingen. Doorheen het traject zijn we natuurlijk enkele onvermijdelijke obstakels tegengekomen. Zo was het door de coronacrisis niet zo makkelijk om het werk bij de deelnemende buitenlandse kunstenaars op te halen. Maar ik ben erg tevreden over hoe het er nu staat, en kan niet wachten om de reacties te zien.’ Kris is keramiste, wat bijdraagt aan haar rol van curator met een unieke blik op keramiek. Kris: ‘Klei is een heel direct materiaal. Schilders en beeldhouwers werken met gereedschap, maar klei kun je makkelijk en direct manipuleren met je handen. Dat maakt de kunstvorm zo interessant. Er zijn ook kunstenaars die erop afhaken, net omdat het zo complex is. Maar eens je doorzet en je de fond onder de knie hebt, krijg je een veld aan mogelijkheden om er expressief mee aan de slag te gaan.’ De rol van curator kwam per toeval op haar pad in 2018, bij een zoektocht naar een tentoonstellingsruimte. Maar al te vaak werd ze daarbij geconfronteerd met de vooroordelen die er nog heersten rond keramiek. Kris: ‘Ik had het gevoel dat het nog te weinig als een volwaardige kunstvorm werd gezien. Gelukkig kwam ik na verloop van tijd terecht bij Elke Helbig, galeriste en eigenares van Galerie Zwart Huis. Zij zocht een tijdelijke invulling voor een ruimte in Galerie Rivoli (Brussel). Ik kon er een tijdje vrij aan de slag, waarna ze met het voorstel kwam om een tentoonstelling te organiseren
rond keramiek. In 2018 gingen we onder de noemer CRMCS#1 samen in zee, en ik kreeg bij die groepstentoonstelling carte blanche. We brachten verschillende keramiekkunstenaars samen. Dat is enorm goed onthaald. De expo kreeg in het najaar van 2020 een vervolg met CRMCS#2 in de kleine galerieruimte van Zwart Huis in het Rivoligebouw.’ Mieke van der Heijden van CC Zwaneberg zag destijds de tentoonstelling en wilde Kris ook in Heist-op-den-Berg carte blanche kunnen bieden. Het groeide uiteindelijk uit tot ‘This is the sound of C’: een groepstentoonstelling met acht kunstenaars uit binnen- en buitenland. Ook deze keer tast Kris de grenzen van keramiek af. Naar eigen zeggen is dit de eerste expo waar ze de kans kreeg om het zo groots aan te pakken. Kris: ‘Ik wou het eclatante van de vorige tentoonstellingen die ik gecureerd had, ook naar Heist-opden-Berg brengen. Daarin wou ik het brede scala van keramiek kunnen presenteren: van de potvorm over het sculpturale, tot werken die aan de muur horen. Doorheen de uiteenlopende werken wil ik kunnen aantonen dat keramiek ook erg beeldend en expressief is.’
gouden kaartje om te kunnen starten met de tentoonstelling.’ Zo groeit ‘This is the sound of C’ werk per werk uit tot een groepstentoonstelling die zowel keramisten pur sang, als schilders en beeldhouwers een plek geeft. De manier waarop ze elk op hun beurt een hedendaagse touch geven aan keramiek, verbindt hen. Kris: ’Ik zocht doelbewust naar een evenwicht tussen de kunstenaars. Ook in de scenografie heb ik dat laten doorschemeren. Zo staan de werken allemaal op een platform, wat voor een grote theatraliteit zorgt. Ze gaan in dialoog met elkaar, net alsof het personages zijn. De werken hebben er hun specifieke plek, zodat ieder werk de aandacht kan krijgen dat het verdient. Voor mij werkt het als een totaalplaatje: de tentoonstelling is een werk op zich.’ This is the sound of C CC Zwaneberg, Heist-op-den-Berg, tot 30 mei 2021 Tekst: Zoë Hoornaert
De tentoonstelling start met werk van de Franse kunstenaar Michel Gouéry. Zijn oeuvre vormt het ijkpunt voor de tentoonstelling. Kris: ‘Toen ik zijn werk enkele jaren geleden zag, was ik helemaal omvergeblazen. Ik wou hem absoluut in de tentoonstelling. Zijn werken in klei zijn expressief, erg gelaagd en dragen een grote beeldende kracht in zich. Als je ernaar kijkt, vraag je je oprecht af of de beelden wel degelijk uit klei gemaakt zijn. Hij was het
K R I S CA M P O K I E ST K E R A M I E K
47
Boekentips DOOR PIETER DE MEYERE
‘Kan je drie boeken die je erg sterk vindt aanraden aan een publiek van kunstliefhebbers?’, vroegen we aan Pieter De Meyere van Copyright Bookshop. Dat kon zeker. Dit zijn Pieters tips:
Thomas Demand House of cards (MACK, 2020)
1
Thomas Demand, House of Cards (MACK, 2020)
Bij de expo van Thomas Demand in M Leuven hoort dit niet te missen boek. Het focust net als de tentoonstelling op het ‘model’ als architecturaal concept. Veel architectuur dus, maar ook bijvoorbeeld een oogverblindende reeks over de patronen van modeontwerper Azzedine Alaïa.
48
2
Invisible Man: Gordon Parks and Ralph Ellison in Harlem (Steidl, 2017)
Ralph Ellison schreef in 1952 ‘Invisible Man’, de meest bezwerende roman die ik al las. Ik tip hier graag het fotoboek dat het verhaal vertelt van de opmerkelijke vriendschap tussen schrijver Ralph Ellison en fotograaf Gordon Parks, wiens werk ik ook enorm bewonder. Het toont de gedeelde visie van de kunstenaars op het zwarte leven in Amerika, met focus op Harlem.
3
Sigmar Polke, Alibis (MoMA, 2014)
De grote retrospectieve in Tate in 2014, opgezet na het overlijden van Polke in 2010, blies me van mijn sokken. Zo’n speelse combinatie van humor, experiment en inhoudelijke finesse was voor mij ongezien. De monografie in slangenleer is het ultieme boek over zijn werk.
BOEKENTIPS
‘The Joy of my skin’, zo heet de solotentoonstelling van Raphael Adjetey Adjei Mayne (°1983) die tot 25 april bij Geukens & De Vil in Antwerpen loopt. De Ghanese kunstenaar reageert op discriminatie en geweld op zwarten met schilderijen waarin vreugde centraal staat en die de zwarte gemeenschap oproept trots te zijn op haar huidskleur.
Raphael Adjetey Adjei Mayne, Kwate & Friend, 2020, acryl en Afrikaanse Wax print op canvas, 169 x 130 cm. Courtesy de kunstenaar/Galerie Geukens & De Vil.
ZELFPORTRET I LS E P O P E L I E R Ilse: ‘Dit zelfportret is het resultaat van een rondje opruimen. Ik ging door mijn spullen om te bekijken of ik ze zou bijhouden of weggooien: een hoes voor een handtas, lipstick die vervallen is… Eén van mijn dochters zat bij me in de badkamer. ‘Ik hou alles’ zei ik, zette de hoes op en ‘smeerde’ lipstick op. Ik vond een coole bril, die ik nooit zal wegdoen. We kregen de slappe lach. Mijn dochter legde het hele tafereel vast op beeld. Ik haalde wat stills uit het filmpje waarop ik dit portret baseerde. Ik wou vooral dat moment van lachen en dom doen vastleggen. Ik teken met oliepastels op stevig papier. Dat gaat snel en ik kan het met veel energie en weinig denken doen. Onderwerpen in mijn tekeningen kunnen van alles zijn, omdat ze allemaal even belangrijk of onbelangrijk zijn. In dit geval is het een zelfportret. Of ik iets teken, hangt af van het moment: zie ik iets bijzonders, beleef ik iets dat ik wil vastleggen? Kunst inspireert me als het werk een gevoel van vrijheid oproept. De schilderijen van Vincent Van Gogh zitten zo boordevol energie, kleur en snelheid. Daar hou ik wel van. Het begrip ‘zelfportret’ interpreteer ik graag ruim: ook een installatie van Peter Buggenhout kan je als een zelfportret opvatten. Of een bepaalde kleur in een schilderij van Rothko.’
ILSE POPELIER °1968 Woont in Gent. Werkt als interieurarchitect.
50
To brighten up the children’s bedroom, self-portrait, 73 x 55 cm, 2020
Jouw zelfportret in Kunstletters? Zet een foto van een zelfportret op ons digitaal platform Beeld en gebruik het woord ‘zelf’ of ‘self’ in de titel van het werk. Misschien staat jouw zelfportret in het volgende nummer.
ZELFPORTRET
Werkten mee aan dit nummer: Tamara Beheydt, Sofie De Cleene, André De Nys, Ward Desloovere, Kimberley Dhollander, Caresse Goossens, Zoë Hoornaert, Yves Joris, Magalie Lagae, Jonas Nachtergaele, Sarah Poesen, Annemie Vingerhoets. Coördinatie: Ward Desloovere Vormgeving: bloudruk Druk: Die Keure Die Keure selecteert milieuvriendelijke materialen, houdt afvalstromen zo laag mogelijk en werkt met 100 % groene stroom.
C O LO FO N
V.U.: Katrien Boogaerts Kunstletters is een magazine van Kunstwerkt vzw, Bijlokekaai 7C, 9000 Gent
Je vindt Kunstletters ook op Facebook en Instagram. Vragen, tips, opmerkingen: info@kunstletters.be
Abonneren? Prima idee! Een abonnement kost 15 euro (4 nummers). Een groepsabonnement kost 35 euro (5 ex. van 4 nummers) Alle info: kunstwerkt.be 09 235 22 70
Meewerken aan Kunstletters? Heb jij een eigen kijk op wat er aan beeldende creativiteit te ontdekken valt? Een kunstenaar, trend, techniek of project zo de moeite waard dat je het graag wil of móet delen? Werk mee. Stuur je idee met een schets van wat je in een stuk wil vertellen of tonen naar info@kunstletters.be.
Je vindt Kunstletters ook in Passa Porta (Brussel), De Groene Waterman (Antwerpen), Grim (Hasselt), Copyright (Antwerpen, Gent), Mu.ZEE (Oostende) en Stichting IJsberg (Damme).
Sofie De Cleene maakte de illustraties in dit nummer van Kunstletters.
Kunstletters online Op kunstwerkt.be vind je meer artikels, gesprekken met kunstenaars, ontdekkingen en expotips.
51