Kunstletters JULI • SEPTEMBER 2022 #018
02 Inhoudstafel Achter de cover | Lore Rabaut 02 Mijn favoriet | Nadine Callebaut 04 Tentotips 06 Opgemerkt | Prisca Illu 10 Mijn ritueel | Luc De Backer 13 In de academie | Harry Pinxten 14 Close-up | Soetkin Everaert 16 Boekentips | Leticia Sere (Grafik) 18 In het atelier | Jan Vandeplancke 20 Mijn atelier | Veroniek Van Samang/Aaron-Victor Peeters/Bart Boussemaere/David Bernstein 26 Vers talent | Margot Van den Berghe 30 Carte Blanche | Hennie Mahieu 36 Beeld: de keuze van Klaas Rommelaere | Cristian Scaldis / Marijke Schellekens 38 Een dag uit het leven | Bjørn Van Poucke 42 TaLe Art Gallery / Ferme Dehon | Nieuwe galeristen wagen de sprong 44 Uit de collectie van Kunst in Huis | Mulugeta Tafesse 47 Zelfportret | Charlot Vael 50 Colofon 51 Achter de cover Lore KunstwerktRabaut zet jouw werk graag in de kijker. Ook in dit blad. En zelfs op de cover. Lore Rabaut leverde het beeld voor de cover van dit zomernummer. JURA, 20 x 20 x 20 cm, hout, 2021. ACHTER DE COVER
Eigenlijk gaat mijn werkproces ontzettend traag. Ik werk en maak veel, maar ik laat het ook rusten. Vanuit mijn buikgevoel bouw ik telkens verder op wat er ligt in mijn atelier. Vroeger was ik veel strenger voor mezelf. Nu wacht ik gewoon tot het goed zit. Die manier van werken is ook loslaten: soms komt het, soms niet. Met dit werk, dat zich nu enkele jaren aan het ontwikkelen is, ben ik nog maar amper naar buiten gekomen. Ik toonde in juni een kleine selectie tijdens een expo in Knokke. Vorig jaar brandde mijn atelier af. (Lore’s atelier huisde in een ateliergebouw van NUCLEO in het Gentse Begijnhof, waar in november 2021 een zware brand uitbrak.) Dat had een enorme impact. Ik wilde wel blijven creëren. Dus is veel werk aan de keukentafel ontstaan. Het was heel confronterend: de ruimte die ik volledig naar mijn werk en noden had ingericht, was er ineens niet meer. Het leerde me om het belang van de keukentafel opnieuw te
LORE RABAUT Woont°1983 en werkt in Gent. Studeerde Architectuur (Sint-Lucas Gent), Vrije Beeldende Kunsten (KASK Gent) en Scenografie (Popok Antwerpen).
03
LORE RABAUT Lore: ‘Wat is ruimte? Die vraag ligt al heel lang aan de basis van mijn werk. Vanuit die vraag vertrekt eigenlijk alles. Ik begon het concept ruimte te onderzoeken. Eerst conceptueel, daarna filosofisch en geschiedkundig. Het werk op de cover is opgebouwd uit houtsnippers die overbleven na het draaien van hout. Het roept een bepaalde intimiteit op. Ik zie mijn werk als een ‘Architecture Parlante’, architectuur die de functie van een gebouw zichtbaar maakt. Hoewel mijn werk niet over de letterlijke, realistische functie van een gebouw gaat. Het bekijkt de emotionele, mentale en fysieke relatie tussen ons en de materialen, vormen en verhoudingen die ruimtes en architectuur kunnen worden. Vanuit filosofisch standpunt zou je mijn werk een onderzoek naar de fenomenologie van het wonen kunnen noemen. Vorig jaar op reis in de Jura leerde ik het werk van Claude-Nicolas Ledoux beter kennen. Hij was een 18e eeuwse architect die met ‘Architecture Parlante’ bezig was. Dit werk had ik gemaakt voor ik op reis vertrok. Toevallig of niet lijkt het erg op een van zijn nooit uitgevoerde ontwerpen (‘Maison des Gardes Agricoles’). De laatste jaren grijp ik steeds meer naar traditionele technieken, op zoek naar nieuwe manieren om vormen te creëren. Ik experimenteer, leer ze mezelf aan en combineer ze. Zo verken ik bijvoorbeeld mozaïek, haken, borduren, weven, houtdraaien en startte ik met een stevige cursus keramiek. Dat vraagt veel geduld. Maar ook moed, want er kruipt veel tijd in en het kan mislukken. De vraag is: hoe ver durf je gaan? Het is durven experimenteren, als een kind in een speelgoedwinkel maar met een volwassen besef van het belang en ernst van dit ‘spel’. Proberen en mislukken worden steeds meer onderdeel van mijn werk. Het zijn telkens sprongetjes in het heerlijke Dieonbekende.technieken kwamen eigenlijk niet aan bod in mijn opleiding Beeldhouwkunst, en werden eigenlijk ook lang naar de achtergrond geschoven in de beeldende kunst. Met traditionele technieken werken vraagt aandacht en rust. Liefde voor bepaalde handelingen. Er sluipt door deze manier van werken meer tactiliteit in mijn werk. Daar hangen ook geuren en kleuren aan vast.
Tekst:waarderen.’Sarah Poesen
Het vastleggen van zoiets ontastbaar en kostbaar als tijd, heeft me aangegrepen. De figuren, als geesten van de tijd, kijken je recht in de ogen en nemen je mee naar vroeger, naar vervlogen tijden.’
Het werk van Nadine is een poging om tijd een fysieke vorm te geven. Ze gebruikt daarvoor niet alleen beeld, maar ook taal. In elk werk zit een datum vermeld. De uitgetypte tekst dient in het schilderij als onderlaag van het werk en creëert ruimte. Dag na dag, jaar na jaar drijft ze zo dieper weg in het verleden. Nadine speelt in haar werk met de dualiteit van het begrip tijd. Er is het objectieve, wetenschappelijke aspect van de data. Maar er is ook een andere essentie van tijd. Dat subjectief element heeft geen vaste vorm, het is onzuiver. De laatste vernislaag brengt in Nadine’s schilderijen deze twee aspecten samen tot één geheel, onlosmakelijk gekoppeld aan elkaar.
Twee jaar geleden heb ik de sprong gewaagd om met olieverf te experimenteren. Het groeide uit tot mijn favoriete medium. Als iemand met eigen artistieke ambities, was het fascinerend om tijdens Atelier in Beeld een kijkje te kunnen nemen in het atelier van kunstschilders en met hen in dialoog te gaan. Een kunstenaar die mij begeesterde met haar werk is Nadine Callebaut. Nadine studeerde aan Sint-Lucas Gent en exposeert sinds 2000 in galeries en op kunstbeurzen. Ze maakt haar schilderijen volgens de principes van de Vlaamse Primitieven. Ze gebruikt olieverf op paneel en past de glacistechniek toe. Met die techniek, die Jan Van Eyck op punt stelde, kan je met fijne, transparante olieverflagen meer diepte en perspectief creëren. Het bezorgt het werk van Nadine Callebaut een bijzonder karakter. De figuren in haar schilderijen, opgebouwd volgens de glacistechniek, zijn bewegingsloos, gestold. De gezichten zijn restanten van herinneringen. Duidelijk aanwezig op het doek, maar toch wazig. De omtrekken van de gezichten zijn vervaagd, hun schaduwen zijn vermengd met het licht. Het geeft de figuur een heel sterk en toch fragiel bestaan op het doek.
NADINE CALLEBAUT
MIJN FAVORIET
Mijn favoriet
In deze rubriek vertelt ‘vriend(in)een van Kunstwerkt’ over een beeldend werk dat een diepe indruk heeft nagelaten. Deze keer: Sakina Ghulam. Ze gaat onder meer op zoek naar een perfecte match tussen jongeren en de projecten van Kunstwerkt. Sakina is gepassioneerd door beeldende kunst en zelf een talent met potlood en penseel. Sakina: ‘Als kersvers medewerker bij Kunstwerkt heb ik in korte tijd heel wat nieuwe organisaties, kunstenaars en technieken ontdekt. Tijdens ons project Atelier in Beeld, waar ik mee mijn schouders onder zette, keek ik met veel bewondering naar de vele boeiende ateliers en luisterde naar de verhalen van de kunstenaars. De hoeveelheid aan artistiek talent in Vlaanderen en Brussel blijft me verwonderen.
04
Van zolang ik me kan herinneren, heb ik altijd getekend en geschilderd.
05NADINE CALLEBAUT Nadine Callebaut, luik 1 van diptiek ‘New Times 6’, 2020, 40 x 40 cm.
cm.110x75papier,ophoutskooleninktimmobiles,temoinslesBianchi,Donatella
Joris Ghekiere - Reizen op papier Mu.ZEE, Oostende, tot 27 november 2022.
06 Tentotips
JORIS GHEKIERE Joris Ghekiere (1955-2016) maakte vooral naam als schilder die zich nooit liet vastpinnen op een thema, een stijl of een persoonlijke schriftuur. Schilderen was voor Ghekiere een permanent onderzoek naar wat er kan gebeuren binnen een afgebakend vlak. Het was een voortdurende, nieuwsgierige zoektocht op onbekend terrein. Minder bekend is dat Ghekiere ook een omvangrijke verzameling werken op papier naliet. Zorgvuldig bewaarde hij honderden schetsen, collages, tekeningen en aquarellen in een ladekast in zijn atelier, van de vroege jaren ’80 tot kort voor zijn overlijden. Die werken tonen boeiende verslagen van maandenlange reizen. Soms zijn het overweldigende landschappen, in andere werken is de fascinatie van de kunstenaar voor de vormentaal in andere culturen sterk voelbaar. Hij verkende India, het Verre Oosten en de Aziatische steppe: stuk voor stuk bezinningstochten waarbij hij indrukken verwerkte en inzichten liet rijpen.
© Estate Joris Ghekiere
BOOMDROMENDeboomworteltdiepin de grond en hoog in de lucht vormen zijn takken een verbinding tussen hemel en aarde. Sinds het begin der tijden heeft de boom een plaats gekregen in de verbeelding van de mens. Verschillende eeuwenoude culturen gaven de boom een centrale plaats: de Keltische eik, Yggdrassil of Bodhiboom. Deze expo brengt zeven kunstenaars samen die elk op hun manier werk maakten geïnspireerd op een boom. De imposante tekeningen van Donatella Bianchi tonen weerbarstige stronken, stammen of afgebroken takken. Het zijn stuk voor stuk metaforen voor onze chaotische samenleving waarin we te veel verloren lopen. De sculpturen en inkttekeningen van Koenraad Tinel tonen een eeuwige strijd van de mens met zijn demonen, een worsteling met de oermoeder en met de kosmische krachten. Léon Spillaert is een meester in evocatie van vervreemding en onbehagen. De bomen in een bos lijken voor hem vaak een ondoordringbare muur te vormen. Ook in de werken van Frank Depoorter, Johan De Wilde, Roel Jacobs en Patrick Van Caeckenbergh lijkt elke kunstenaar in een woordeloos gesprek beland met een boom.
EmileBoomdromenVerhaerenmuseum, Sint-Amands, tot 4 september 2022.
In het Brugse Sint-Janshospitaal nodigt Nkanga je uit om een verbinding met de natuur te herontdekken. De installatie ‘Anamnesis’ suggereert een rivier. Er stroomt geen water doorheen de meander, maar wel geurende kruiden zoals kardemom, kaneel, kruidnagel, en andere specerijen die in het verleden geïmporteerd werden naar Brugge. Nkanga reconstrueert een deel van de historische handelsroutes tussen Afrika en Europa. De imposante zolder van het SintJanshospitaal geurt naar een rijk verleden.
Otobong Nkanga - Underneath the Shade We Lay Sint-Janshospitaal,Grounded Brugge, tot 25 september 2022. Otobong Nkanga, Tied to the other Side, 2022.
07TENTOTIPS OTOBONG NKANGA Otobong Nkanga (°1974) dankt haar reputatie als sterke hedendaagse kunstenaar mee aan haar artistieke activisme: ze laat je met haar werk nadenken over de urgente problemen van de 21e eeuw. Met tekeningen, installaties, foto’s, sculpturen en wandtapijten legt ze de gevolgen van het historische kolonialisme bloot, met een focus op de intensieve ontginning van ertsen en zeldzame mineralen uit Afrikaanse landen.
De benedenzalen zijn omgevormd tot een wit keienlandschap, een toevluchtsoord voor bezinning, dialoog en herstel. Thema’s als verlies en wedergeboorte komen aan bod in de monumentale wandtapijten en textielsculpturen. De aanklacht tegen de manier waarop de mens met de natuur omgaat is duidelijk.
Nkanga brengt een boodschap van hoop op een betere toekomst.
Ook vandaag nog worden de rijkdommen van Moeder Aarde naar andere continenten verscheept.
Het project ‘Cabaret Crusades’ focust op de kruistochten in de 13e eeuw, maar dan vanuit een Arabisch perspectief. Met tekeningen en houten sculpturen worden taferelen uit de vervlogen tijden in beeld gebracht. Een twee uur durende film documenteert de veldslagen en intriges in een betoverende schoonheid met een magisch realisme. Shawky combineert historische feiten met een persoonlijke verbeeldingskracht. Waarheid en fictie zetten de geschiedenis op losse schroeven. De filmpersonages zijn geen acteurs, maar marionetten gemaakt uit Venetiaans glas. Op die manier accentueert hij de kwetsbaarheid van de mens.
TENTOTIPS
PORTRAIT08
Wael Shawky - Dry Culture Wet Culture M, Leuven, tot 28 augustus 2022.
© M Leuven. Foto: Dirk Pauwels. Mary Cassatt, Etude pour La Leçon de Banjo, 1894.
Portrait of a Lady Villa Empain, Brussel, tot 4 september 2022.
OF A LADY Tot het einde van de 19e eeuw was het kunstonderwijs voor vrouwen strikt verboden. Welstellende dames konden kunst als vrijetijdsbesteding beoefenen, maar de resultaten bleven onder de radar. Kunstgeschiedenis werd door mannen bedacht en gemaakt. Vanaf 1900 kregen vrouwen met mondjesmaat toelating tot artistieke vorming. Sinds de jaren zeventig overtreft het aantal vrouwen de mannen in kunstacademies, zowel als leerling als docent. Ondanks enkele uitzonderingen, zoals Berthe Morisot en Mary Cassatt, die in deze tentoonstelling zijn opgenomen, werden vrouwelijke kunstenaars lange tijd gemarginaliseerd. ‘Portrait of a Lady’ toont vooral hoe de vrouw eeuwenlang werd uitgebeeld vanuit de mannelijke blik. Testosteron laat zich gelden in werken van Ensor, Permeke, Picasso, Degas... Een brede waaier kunstwerken vanuit de oosterse culturen schept een ruimer beeld. De installatie ‘A Mile in my Shoes’ nodigt uit om in de schoenen van de vrouw te stappen en te luisteren naar hun levensverhalen.
WAEL SHAWKY
In de tentoonstelling ‘Dry Culture Wet Culture’ brengt de Egyptische kunstenaar Wael Shawky (°1971) verhalen over transformatie en manipulatie van mensen in de Arabische wereld. De installatie ‘The Gulf Project Camp’ toont hoe de ‘droge’ nomadische woestijncultuur van de Bedoeïenen zowat een halve eeuw geleden veranderde in een ‘wet culture’. Door de ontginning van de olie en door irrigatie en landbouw onderging de samenleving in Saoedi-Arabië een drastische transitie.
Blikvanger in deze tentoonstelling is ‘Every Life is a Fire’, een reeks dozen die de kunstenaar vulde met teksten, beeldhouwwerken en boekjes. Deze miniatuurwereld is voornamelijk geïnspireerd op de Afro-Cubaanse cultuur en persoonlijke herinneringen, maar ook op mythes, legendes en verhalen. Meermaals krijgt een dier een centrale plaats in dit oeuvre. Dieren bezitten wat de mens al eeuwenlang heeft verloren: intuïtie. De mens laat zich te vaak drijven door manipulatie en de maakbaarheid van zijn
Deleefwereld.uniekecombinatie van Bourgondische Renaissance en de conceptuele, hedendaagse kunst van Brey brengt een boeiende synergie in Hof van Busleyden.
Tekst: André De Nys
De tentoonstelling ‘Gap in the Clouds’ brengt veel nieuw werk van de Cubaans-Belgische kunstenaar Ricardo Brey (°1955). Hij laat het in dialoog gaan met de rijke museumcollectie van Hof van Busleyden. De titel verwijst naar de hoop die mensen moeten opbrengen tijdens een crisis. ‘Het is belangrijk dat je het blauwe blijft ontdekken achter de grijze wolken’, aldus Brey. De dominantie van de kleur blauw is veelbetekenend in deze optimistische expo. Brey associeert blauw met de lucht en de zee, twee symbolen van vrijheid en weidsheid.
TENTOTIPS RICARDO BREY
Ricardo Brey - Gap in the Clouds Museum Hof van Busleyden, Mechelen, tot 28 augustus 2022.
09 Sapphire Fluid (detail), 2021, papier, stof, jute, metaal, been, houtsnijwerk, houten kistjes, reageerbuisjes, gedroogde bloemen en distels op een glazen recipiënt en twee leporelloboeken.
Prisca Illu maakt schilderijen en keramiek met veel aandacht voor natuurlijke materialen als pigmenten, klei en water. In haar werk vestigt ze op een gevoelige, poëtische manier de aandacht op hardnekkige stereotypes. ‘Ik gebruik potlood en penseel om de diversiteit en kwaliteiten van vrouwen te vieren.’
10 OPGEMERKT
Prisca: ‘Als kind was ik ervan overtuigd dat mijn droombaan modeontwerpster was. Mijn ouders hebben altijd in mij geloofd en hebben me vanaf het middelbaar een opleiding mode en creatie laten studeren. Daar ontdekte ik mijn passie voor tekenen, wat me ertoe aanzette om kunstonderwijs te volgen. Zo heb ik verschillende creatieve vaardigheden geleerd, vooral schilderen. Pas in 2019, na mijn studies, ben ik me helemaal gaan toeleggen op een artistieke praktijk, gericht op schilderen van portretten. Maar ik miste het 3D-aspect, het tastbare en functionele dat bij het creëren van kleding zo belangrijk is. Ik ontdekte dat keramiek dat wel biedt. Ik raakte snel gehecht aan het manipuleren van klei en ging een keramiekopleiding volgen. Welke thema’s raak je in je schilderijen en keramiek aan? Ik vind eenvoud belangrijk. Een werk vol kleine details en fijne lijntjes kan opmerkelijk zijn. Maar ik raak geïnspireerd door eenvoudige elementen die ons omringen zoals natuur, kleur of het menselijk lichaam. De interpretatie daarvan is persoonlijk, wat betekent dat er talloze manieren zijn om een menselijk lichaam, een landschap, organische of andere vormen te tekenen. Ik word ook geraakt door persoonlijke en poëtische verhalen. Het is niet makkelijk om een belangrijke les of boodschap over te brengen via een kunstwerk, maar dat is wel mijn ambitie.
OPGEMERKT PRISCA ILLU
Hoe ben je bij kunst beland en sinds wanneer maak je schilderijen en keramiek?
11PRISCA ILLU La boucle velour, 29,7 x 42 cm, gouache, 2022
Keramiek - Collection 01
Wat spreekt je aan in keramiek, waar je ook op focust?
Waaruit bestaat die boodschap voor jou? Ik wil werk maken dat toont wie ik ben, wat ik meemaak. Ik ben opgegroeid in een gezin vol liefde en gelijkheid. Pas later realiseerde ik me dat dit niet voor iedereen een realiteit is. Stereotypes blijven hardnekkig voortbestaan. Zeker ook als het over vrouwen of kleur gaat. Een jonge vrouw met Afrikaanse roots heeft een sterk karakter en is mondig, dat is zo’n beeld. En dat type vrouw bestaat zeker en vormt zelfs een inspiratiebron voor mij. Maar het kan ook anders en dat zou niet zo vreemd moeten zijn: ik ben bijvoorbeeld eerder introvert en gevoelig. Ik onderschat de kracht van een potlood of een penseel niet. Ik gebruik die instrumenten om de diversiteit en kwaliteiten van vrouwen te vieren. Je gebruikt voor je schilderijen voornamelijk gouache en acryl. Wat spreekt je aan in die materialen? Gouache is een medium dat ik heel leuk vind, omdat het erg ‘vriendelijk’ en ‘vergevingsgezind’ is bij beginners. Veel vrienden van me hebben een artistieke ziel, maar voelen zich te geïntimideerd om te schilderen. Ik raad ze vaak aan om met gouache te beginnen, omdat dat voor dynamiek in een schilderij kan zorgen. Ik hou van effen, ondoorzichtige kleuren. Ik benadruk graag mijn kleurenpalet. Acryl en gouache voldoen het beste aan mijn verwachtingen.
12 OPGEMERKT
Tekst: Ward Desloovere PRISCA ILLU Woont°1996 en werkt in Antwerpen. Studeerde aan ERG, Brussel en Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, Antwerpen.
Ik neem veel tijd om mijn schilderijen met zorg te maken.
Maar ik heb niet dezelfde benadering bij keramiek. Ik heb geleerd dat klei een eigen wil oplegt als je het materiaal niet goed beheerst. Sindsdien beschouw ik klei als een levend materiaal. Tijdens het drogen kan het van vorm veranderen, krimpen… Daar hou ik echt van. Daarom maak ik mijn stukken graag met de hand en niet aan een draaischijf: ik wil niet de absolute controle hebben over de klei. Ik laat me graag verrassen. Ook de robuuste kant van klei intrigeert me. Je werkt met een materie die de aarde ons biedt. Je wil daar graag meer aandacht voor. Ik wil graag terug naar de basis van de materie. Dat zoek ik ook in de link tussen de twee disciplines waarin ik werk: een ecologische benadering die me aanmoedigt om respect te hebben en dankbaar te zijn voor natuurlijke materialen als klei, pigmenten en water.
RITUEELMIJN
Die wisselwerking maakt mijn praktijk erg interessant.’
13LUC DE BACKER Ra, Canvas, 30 x 30 cm, gekleurd menselijk haar, met de hand geborduurd, 2020. Luc: ‘Van gekleurd mensenhaar, tot kamelen- of paardenhaar: haar is het basismateriaal van mijn autonome kunstwerken. Lange tijd zocht ik naar een geschikte uitwerking en methodiek. Om tot een finaal werk te komen, werk ik in twee snelheden. Zo steek ik tijdens mijn creatieproces de meeste tijd in nietsdoen. Vanuit mijn auto, die ik zie als mijn echte atelier, voed ik mij met impressies, vervelen, piekeren, mijmeren en dromen. Daarnaast zijn ontmoetingen ook heel belangrijk. Als ik voldoende materiaal heb om mee aan de slag te gaan, werk ik dat uit in aquarellen aan mijn keukentafel. Het voelt vaak aan als een schaakspel, waarin alle pionnen op hun juiste positie moeten staan alvorens ik aan de slag kan gaan. Een aquarel schilderen gaat snel. Dat staat in schril contrast met het verdere productieproces. Daarin moet ik telkens goed overwegen welke stappen ik zet. Zo ga ik meestal aan de slag met proefstalen en onderzoek ik hoe ik het uitgewerkt wil zien. Hoe valt het licht op een kleur? Hoe combineren die kleuren met elkaar? Lang wilde ik zélf mijn aquarellen omzetten in tactiele werken, maar het werd al snel duidelijk dat die techniek erg tijdsintensief is. Na een lange en leerrijke zoektocht langs ateliers in het buitenland, vond ik bij een Chinees atelier een procedé om mijn impressionistische schilderijen om te zetten in sculpturen met de juiste kleuren en gepaste haren.
Welke bijzondere gewoontes houdt een kunstenaar er op na bij het werkproces? Nieuwsgierig gaan we op zoek naar die geheime rituelen. Dit keer: Luc De Backer.
Hij vertrekt van aquarellen om tot objecten te komen waarin haar een hoofdrol speelt.
Tekst: Zoë Hoornaert
LUC DE BACKER LUC DE BACKER Woont°1966 en werkt in Antwerpen. Volgde o.a. Textielontwerp, Belgisch Textiel Instituut (Gent), is Master Mode en kostuumontwerp, Koninklijke Academie van Schone Kunsten Antwerpen en Master Scenografie, Institute of performative Arts, Maastricht.
Hiervoor moet ik mijn aquarellen in een duidelijk technisch plan gieten. Zo deel ik op kalkpapier mijn aquarel op in verschillende zones, waar ik een legende aan toevoeg. Met die combinatie van puntjes en lijntjes gaat het Chinees atelier aan de slag. Het atelier werkt voornamelijk pruiken uit, en geen werken om op de hangen. Soms zorgt dat voor verrassingen en maken ze vanuit het atelier een andere interpretatie. Toch ben ik bijna altijd positief verrast geweest.
Harry:‘Dit project is ontstaan uit een opdracht in het Projectatelier aan de Academie. Die opleiding zet je aan om het artistieke landschap te verkennen en geeft steun bij het inhoudelijk uitdiepen, het presenteren en promoten van je werk. De docenten dagen je uit om na te denken over je concept, je authenticiteit. De opdracht luidde: ‘Maak een beeld waar je zelf de drager van bent.’ Dat bracht me op het idee om een pet te maken, gelast en teruggebracht tot zijn essentiële vorm. In de voorgaande jaren heb ik bij de opleiding beeldhouwen verschillende technieken kunnen leren. De laatste tijd ben ik vooral bezig met metaal en laswerk. Na de creatie van de pet kreeg ik de smaak te pakken. Ik maakte een interpretatie van een koffiezetapparaat, een ventilator… Het zijn meestal voorwerpen uit mijn directe omgeving of interesse.
14
HARRY PINXTEN
In de academie
Zoveel duizenden studenten aan het werk in de academie, zoveel creativiteit om te ontdekken. We snuisteren graag rond in de academies van het deeltijds kunstonderwijs op zoek naar artistieke verrassingen. In de Academie Beeldende Kunsten in Heusden-Zolder bouwt Harry Pinxten aan een opmerkelijke verzameling objecten in een uitgepuurde vorm.
Ik besloot om me beperkingen op te leggen bij de keuze van materiaal en maak voor deze objecten alleen gebruik van ronde, metalen staven. Ik laat details weg en benadruk de belangrijke vormen die specifiek zijn voor een voorwerp. Het geeft me het gevoel dat ik eigenlijk 3D-tekeningen maak met metalen staven. Door die materiaalkeuze en door de vormen te reduceren tot het karakteristieke komen de mooie lijnen van alledaagse voorwerpen helemaal tot hun recht. Ik werk gemiddeld vier dagen aan een object. Een eerste belangrijke stap bestaat uit het opmeten van het voorwerp. Ik noteer de maten en maak een schets. Dan knip ik de staven op de juiste lengte. Daarna volgt het plooiwerk, en uiteindelijk las ik alles netjes aan elkaar.IN DE ACADEMIE
Tekst: Ward Desloovere HARRY PINXTEN Woont°1957 en werkt in Houthalen-Helchteren. Volgt het Projectatelier aan de Academie Beeldende Kunsten in Heusden-Zolder.
Het is fijn om te ontdekken welke energieke vorm een strijkijzer heeft, hoe logisch een koffiezet in elkaar zit, hoe ingenieus een fietsversnelling werkt. Het doet me stilstaan bij hoe achteloos we soms objecten gebruiken zonder ons te realiseren welke finesse ze hebben. Ik ben ze door dit project meer gaan waarderen en bewonderen.’
15HARRY PINXTEN
16 CLOSE-UP
SOETKIN EVERAERT Sommige kunstwerken nodigen uit tot extra aandachtig kijken en zetten je aan om van dichtbij te onderzoeken hoe een kunstenaar een werk maakte. We nemen, samen met Soetkin Everaert, haar werk ‘inside/outside, the mermaid’ onder de loep en kijken welke details zich prijsgeven.CLOSE-UP
17
SOETKIN EVERAERT Soetkin: ‘Dit is een grafisch werk, dat ik opbouwde met verschillende technieken. Ik gebruikte de principes van diepdruk. Thuis heb ik een drukpers, maar geen zuurbaden. Daardoor kan ik geen koper inetsen. Als alternatief materiaal gebruik ik karton, tetrabrik of pvc. Daaruit maak ik sjablonen, bijvoorbeeld van een hoofd of handen. Die sjablonen bewerk ik door het materiaal in te krassen met een naald of er reliëf in te drukken. Daarna inkt ik het sjabloon in en sla ik de plaat af. Dat betekent dat ik de overtollige inkt wegveeg zodat die alleen in de diepere delen blijft zitten. Je kan hiermee spelen. Ik laat vaak nog wat inkt zitten op de plaat. Dat brengt meer kleurschakeringen en gelaagdheid in het beeld. Van opleiding ben ik beeldhouwer. Zoals bij een beeld bouw ik ook hier een werk op uit verschillende lagen. Ik hou van textuur en tactiliteit. Daarom inkt ik materialen soms rechtstreeks in en druk die af, zoals het touwtje in dit werk. Ik hou eraan om mijn kleuren zelf samen te stellen en heb een voorkeur voor zachte, pastelachtige kleuren. Dezelfde inkten gebruiken bij verschillende werken zorgt automatisch voor een zekere eenheid die het idee van een serie versterkt. Ik heb intussen een groot aantal sjablonen en maak in een of twee dagen werken waarin ik dezelfde sjablonen gebruik. Zo duikt het hoofd van de zeemeermin in dit werk ook op in andere werken. Ik werk dus graag in series, maar elke afdruk is tegelijk een monoprint: met deze methode is het onmogelijk om tweemaal een identiek resultaat te krijgen. Ik baseer me vaak op ideeën uit mijn schetsboek. Daarbij vormen mijn kinderen een belangrijke inspiratiebron. In dit werk staat de zeemeermin voor mijn dochter: het beeld is gebaseerd op haar fysionomie, haar karakter en interesses. De handschoenen aan een touwtje staan voor bescherming, de mogelijkheid tot afschermen of vermijden van contact. Maar ze zijn ook een verwijzing naar de kindertijd. Misschien wil ik sommige dingen vasthouden door ze vast te Deleggen.reeks‘inside/outside’, waar dit werk deel van uitmaakt, gaat over de wisselwerking tussen hoe je je eigen identiteit ervaart en hoe je wordt gezien door anderen. Als ik personen afbeeld, speel ik graag met de dualiteit tussen unicum en reproductie. De basis is bij elke mens hetzelfde. Toch is elk individu uniek. Ik beeld mensen vaak af als poppen, opgebouwd uit een puzzel van onderdelen. Het idee om mallen of sjablonen te gebruiken sluit daarbij aan.’
Tekst: Marie Vingerhoets SOETKIN EVERAERT Woont°1974 en werkt in Eke. Volgt het Cross-over atelier (Vrije grafiek en Keramiek) aan de Academie voor Beeldende Kunsten, Gent.
Het Koninklijk Museum van Mariemont bezit enkele fresco’s, die als meesterwerken van de oude Romeinse schilderkunst te boek staan. De uitzonderlijke muurschilderingen dateren van de 1e eeuw v.C. en zijn afkomstig uit een luxueuze landelijke villa in Boscoreale, niet ver van de Vesuvius en Pompeï. Na grondige restauratie van de site in Mariemont, zijn de fresco’s nu in volle glorie te bewonderen in een gloednieuw paviljoen.
19 Grafik is een Brusselse galerie en boekhandel, gespecialiseerd in illustratie en grafische kunst. Bovendien is het een ontmoetingsplaats waar je ideeën kan uitwisselen met andere grafische kunstliefhebbers of experimenteren met verschillende technieken tijdens een workshop. Kunstenaar en oprichtster Leticia Sere tipt hier drie opvallende items uit de knappe collectie van Grafik. Zine, Print & Illustration in Brussels Lauren Morsley (MicroGrafik) Leticia: ‘Als ik een stad in het buitenland bezoek, ga ik niet alleen op zoek naar mooie prints om de collectie van Grafik uit te breiden, maar probeer ik ook lokale illustratoren te ontmoeten. In Glasgow leerde ik Lauren Morsley kennen. Ik vroeg haar een Riso print te maken bij een stadskaart die je langs allerlei Brusselse initiatieven loodst die grafiek in de kijker zetten. Screen print at home – An illustrated guide YUK ‘ScreenFUNprint at home’ is een geïllustreerde gids vol eenvoudige zeefdrukprojecten die je thuis kan uitproberen. Geschreven en geïllustreerd door kunstenaarsduo YUK FUN is het niet zozeer een technische handleiding, maar eerder een speelse inspiratiebron, gedrukt in Riso. Soortenschat Geert-Jan Roebers, illustraties door Pieter Fannes ‘Iedereen herkent een zebra, maar een koolmees kent haast niemand’. Kinderen leren met dit boek een echte schat aan inheemse planten en dieren kennen. Het is een prachtig naslagwerk met illustraties van Pieter Fannes. Tijdens de maand juli stellen we in Grafik een hele reeks originele werken uit het boek tentoon.’ Boekentips LETICIA SEREBOEKENTIPS(GRAFIK)
20 IN HET ATELIER IN ATELIERHET
JAN VANDEPLANCKEJanVandeplancke maakt objecten die hij omschrijft als ‘levende tekeningen’. Door ze in tentoonstellingen bij elkaar te brengen creëert hij voor elk object een nieuw omkaderend verhaal. Zijn opmerkelijke materiaalkeuze en de felle kleuren bezorgen zijn sculpturale objecten en in situ-installaties een wonderlijke, speelse toets. ‘Wat mij uitdaagt, is doods materiaal nieuw leven inblazen.’
‘Mijn beelden zien eruit alsof ze altijd al bestaan hebben’, vertelt Jan over zijn werk. ‘Het zijn als het ware levende tekeningen. De derde dimensie tovert die tekeningen voor mijn ogen tot sculpturen. Driedimensionaal werk heeft voor mij niet alleen een sterkere autonomie, maar ook een grotere toegankelijkheid. Mijn schetsboeken vormen mijn inspiratiebron voor nieuwe ideeën. Uit deze ‘beeldenpoelen’ put ik om, via mijn sculpturale blik op de wereld, objecten in hout of andere materialen te maken.’
Het lijkt voorbestemd te zijn dat iemand met de achternaam Vandeplancke zich aangetrokken voelt tot houtkunst. Toch lag Jans focus tijdens zijn bachelorstudie in LUCA School of Arts in Gent voornamelijk op illustratie. Tekenen ging erg vlot, maar toch voelde Jan dat hij bij illustratiekunst niet honderd procent zijn ei kwijt kon. ‘Ik merkte dat de praktijkvakken me wel toelieten om mijn creativiteit ten volle te beleven. Mijn masterjaar was een godsgeschenk. Ik kreeg de kans een eigen traject uit te stippelen. Je vindt elementen van mijn opleiding terug in mijn werk, maar wel met een twist.’
Waar het in andere gevallen afgeschreven zou worden als afval of niet-edel materiaal, krijgt het in mijn objecten een nieuwe waarde toegekend.’
De felle kleuren en de speelsheid van de vormen lijken wel een uitnodiging om zijn werk aan te raken. Jan noemt het zelf zijn frictie met een museale setting. Daar verwacht je ook niet dat je kunst mag aanraken. Hij vergelijkt het met de vitrinekasten in zijn ouderlijk huis. Achter het glas van de statige kasten stonden er voorwerpen die door de afstand een bijna esthetische waardigheid opeisten. ‘Speelgoedauto’s en schelpen kregen een bijzondere status door de plek waar ze tentoongesteld stonden. Deze afstand wil ik ook bewaren in mijn werk. Zo wil ik bij de kijker een beleving oproepen en tegelijk de fantasie prikkelen. Als je de werken mag aanraken, verdwijnt die spanning.’ Maar Jan ziet mogelijkheden: ‘Waarom geen videoperformance waarbij ik in dialoog treed met mijn eigen werken? Op die manier blijf ik nog altijd wel de regisseur van de verbeelding van de kijker. Ik merk dat ik de laatste tijd meer aangetrokken ben tot expo’s die focussen op de beleving als geheel dan als verzameling van afzonderlijke werken. Geef mij maar opstellingen waarbij ik als bezoeker mijn eigen verbeelding mag gebruiken.’
Regisseur van de verbeelding Door zijn bijzondere materiaalkeuze kan Jans werk een bevreemdende indruk maken. ‘Mdf, triplex en andere houtsoorten kennen de mensen vooral als constructiemateriaal’, legt hij uit. ‘Wat mij uitdaagt, is het doodse materiaal nieuw leven inblazen, iets dat terug communiceert en een uitstraling of ziel krijgt.
22 IN HET ATELIER
23 ‘Geef mij maar opstellingen waarbij ik als bezoeker mijn eigen verbeelding mag gebruiken.’
24
Is hij een klokvaste kunstenaar die op vaste tijdstippen in zijn atelier terug te vinden is? Jan omschrijft zichzelf als ‘een fluïde kunstenaar’ die durft te schuiven in zijn planning. ‘Het klinkt misschien raar maar soms voel ik gewoon minder nood om creatief bezig te zijn. Begrijp me niet verkeerd, dat betekent niet dat mijn creatief proces dan stilvalt. Ik vul het alleen anders in. Een goed gesprek met vrienden, een interview, een bezoek aan een atelier of museum: het zijn ook manieren om inspiratie op te doen die niet pur sang als werken in het atelier gelden.’
IN HET ATELIER
Het werk van de Amerikaanse kunstenaars Jimmy Durham en H.C Westermann inspireert hem en ook namen als René Heyvaert en Robert Filliou duiken op. Het zijn twee kunstenaars waarvan Jan vindt dat ze erin slagen om hun kunst- en leefwereld perfect met elkaar te verweven. Een kiezelsteentje kan kunst zijn Moet je kunst uitleggen? De vraag schrikt Jan niet af. Integendeel. Zijn antwoord doet vermoeden dat hij met vrienden-kunstenaars al meerdere dagen en nachten heeft doorgebracht op zoek naar een antwoord. ‘Het antwoord op deze vraag kan je zowel heel concreet als filosofisch invullen. Alles kan kunst zijn. Je kan een kiezelsteentje gebruiken om kunst te maken, dus heeft het de kiem in zich om kunst te zijn. Anderzijds kan de maatschappij de insteek huldigen dat de kunstenaar autonoom beslist of iets kunst is.’ Jan omschrijft deze zoektocht naar een definitie als een cirkel waarbij je voor elk antwoord net het tegenovergestelde kan beweren. Maar wie lang genoeg doordenkt op deze cirkel komt op het punt dat de oorspronkelijke these plots de antithese wordt.
Drie dartspijlen toveren een fictieve driehoek op de ateliermuur. Vormen ze een aparte eenheid of horen ze bij een van de andere kunstwerken? Mijn oog valt ook op een houten cowboyhoed en iets dat doet denken aan een dierenhuid. Dat spel met materiaal zorgt voor een bevreemdend en tegelijk interessant effect, waardoor je aandacht langer bij het kunstvoorwerp blijft. Als mijn blik op een voorwerp met groene pootjes valt, licht hij onmiddellijk toe. ‘In mijn werk merk ik ook een groeiende interesse voor plastic. Het is een materiaal dat niet in de natuur voorkomt en zich heel anders gedraagt dan hout. Bij het verzagen ervan kan plastic breken of je kan het samensmelten. Langzaam laat ik plastic en hout in dialoog treden. En wat de dartspijltjes betreft: het is toeval dat ze daar belandden. Het was een van de momenten waarop mijn inspiratie een andere uitweg zocht. Maar ik laat ze hangen, wie weet vormen ze het volgende kiezelsteentje?’
Tekst: Yves Joris Foto’s: Evenbeeld
JAN VANDEPLANCKE Woont°1997 en werkt in Gent. Master in de Illustratie aan LUCA School of Arts Gent.
Veroniek Van Samang
26 MIJN ATELIER
VERONIEK VAN SAMANG
atelierMijn
Voorbereidende schetsen, work in progress of onderzoek naar kleur en materie: het atelier is de plaats waar beeldend kunstenaars ideeën vorm laten krijgen. Die magische plek krijg je zelden te zien. Vier kunstenaars, die tijdens ons grote open atelierweekend Atelier in Beeld dat in mei plaatsvond, hun deuren voor het publiek openden, vertellen hier kort wat hun atelier voor hen betekent.
Heeft°1988 een atelier in Antwerpen (bij COAP).
Foto: Renaat Nijs
Veroniek: ‘Mijn atelier is voor mij een sacrale plek, een plek van vrijheid, bezinning en expressie. Het is een speeltuin waar alles kan en alles mag en waar je vooral niet moet opruimen. Hier vertaal ik hoe ik de wereld rondom mij ervaar. Ons gezamenlijk atelier herbergt verschillende disciplines. Daar kunnen kruisbestuivingen uit ontstaan. Je kan bij elkaar terecht voor raad en technische ondersteuning. Maar het leukst is de sfeer. Het is motiverend om elkaar aan het werk te zien en het geeft extra energie.’
27MIJN ATELIER
Aaron-Victor: ‘Mijn atelier is een plek waar ik mijn eigen wereld kan bouwen. Elk object dat ik heb verzameld, heeft een eigen verhaal. Ik zie mijn atelier als een groot canvas waarin ik al die verhalen met elkaar kan combineren. Als ik inspiratie nodig heb, ga ik op ontdekkingstocht in mijn atelier. Ik breng materialen en objecten samen en creëer zo hele universums: van het Wilde Westen tot landschappen uit een verre toekomst.’ PEETERS Heeft1994een atelier in Genk. Foto: Renaat Nijs
Aaron-VictorPeeters AARON-VICTOR
°
Foto: Evenbeeld
BoussemaereBart BART BOUSSEMAERE Heeft°1970 een atelier in Edegem (bij JR-bot lab).
28 MIJN ATELIER
Bart: ‘Het atelier is in de eerste plaats een levend experiment, waar alles grondstof of inspiratie is, of een symbiose van de twee. JR-bot lab is een multidisciplinair atelier dat ik deel met Else Bogaerts, Justin Glorieux en Sigrid van Rosendaal. De focus ligt op hergebruik en recyclage. Onder het motto ‘Waste is what you have when you run out of imagination’ promoten we een planeetvriendelijke attitude.’
29MIJN ATELIER
DAVID BERNSTEIN Heeft°1988 een atelier in Brussel (bij Level Five). Foto: Lucas Denuwelaere Wil je in mei 2023 graag de deuren van jouw atelier openzetten? Meer info vind je op www.atelierinbeeld.be
David Bernstein
David: ‘Mijn atelier is de ruimte waar ik me vrij voel om te spelen als een kind in zijn kamer met de deur dicht en de ouders weg. Het is heel belangrijk dat ik de ruimte heb om te kijken naar wat ik in de loop van de tijd heb gemaakt en eventueel veranderingen aan te brengen. Bij Level Five vormen we een gemeenschap die ideeën, gespecialiseerde kennis en praktische zaken zoals gereedschap en materialen deelt. Door samen te werken proberen we betaalbare en kwaliteitsvolle atelierruimtes te creëren, wat hard nodig is in Brussel.’
MARGOT VAN DEN BERGHE Waar anderen afval zien, ziet Margot Van den Berghe waardevol restmateriaal. En waar sommigen kiezen voor kunst en anderen voor design, zoekt de jonge textielkunstenares de grens op tussen die twee. ‘Ik daag het publiek uit via werken die herkenbaar en toch vreemd zijn.’
VERS
30 VERS TALENT
TALENT
Als kind volgde Margot al naailessen, maar de echte klik met textiel kwam er aan het einde van haar middelbareschooltijd aan Sint-Lukas in Brussel. ‘Voor mijn eindwerk schilderde ik een heel semester fijne haren. Dat was misschien onbewust een opwarmertje, want toen we met de klas naar de opendeurdag van LUCA School of Arts in Gent gingen, was ik niet weg te slaan uit het textielatelier. Ik wist niet dat de opleiding textielkunst bestond. Maar daar, tussen de weefgetouwen, voelde ik meteen dat ik dat wilde doen. Ik heb de andere ateliers zelfs niet bezocht.’ Waarom ze zich zo thuis voelt tussen de stoffen? ‘Een hele oppervlakte opbouwen met één draad: het spreekt tot de verbeelding. Bovendien werk ik enorm graag met mijn handen. Mijn handen zijn mijn brein: als ik een draad, kleur en textuur zie, voel ik een concept’, vertelt ze. ‘Het liefste zou ik alles handmatig doen, maar dat is te tijdrovend. Anderzijds zorgt het langzame proces er wel voor dat ik mijn werk echt zie groeien. En omdat textiel zo flexibel is, kan ik onderweg nog alle kanten uit. Zo heb ik ooit een tapijt gemaakt met een uitsnede die ik eerst wilde opvullen met een andere kleur. Achteraf heb ik dat gat toch leeg gelaten.’ Om gaandeweg te kunnen bijsturen, bedient ze de weef- en naaimachines ook zelf. ‘Ik behoud graag de controle’, lacht ze. ‘Ik kan de dingen letterlijk moeilijk uit handen geven.’MARGOT VAN DEN BERGHE
31
Het is ook de reden waarom ze graag deelneemt aan wedstrijden en open calls. Met succes: zo won ze vorige zomer als kersverse alumnus ‘De OptimistenKlasse’, een wedstrijd van Theater Aan Zee voor masterstudenten Beeldende Kunst. ‘De opdracht was eenvoudig: kom een zeil halen en maak er een ontwerp op’, vertelt ze. ‘Ik wilde iets doen met weerspiegeling omdat dat het eerste is waarmee ik water associeer. Uiteindelijk is het een zeil met reflecterende EHBO-doeken geworden.’ SMAK-directeur en juryvoorzitter Philippe Van Cauteren beschreef het aluminiumzeil als ‘een fluisterende gebroken spiegel, een beweeglijk vlak dat ons herinnert dat de verwondering rondom ons te rapen valt, dichtbij en veraf.’ In die interpretatie kan Margot zich helemaal vinden: ‘Het is vreemd. We hebben elkaar nooit gezien en toch begreep hij helemaal wat ik wilde overbrengen. Wat ik in beelden zie, heeft hij uitgedrukt in woorden.’
Waardevol afval Hoewel Margot gesteld is op haar eigen keuzes, gebruikt ze alleen tweedehands garen en stoffen. Vaak zijn het dingen die ze in haar schoot geworpen krijgt, eerder dan dat zij ze bewust uitkiest. ‘Sinds mijn twaalf jaar struin ik kringloopwinkels af met mijn mama en ik koop al jaren geen fast fashion meer. Ook bij oma kan ik dingen blijven ontdekken. Ondertussen heb ik al een hele verzameling draden, stoffen, wol en restgaren.’ Niet alleen haar materialen, maar ook sommige machines zijn tweedehands. ‘Als kerstcadeau kreeg ik een weefgetouw dat in de kelder van de Steinerschool in Leuven stond te vergaan. Ik heb ook een breimachine die de papa van mijn vriend op straat heeft gevonden. ‘Gratis meenemen’ stond erop. Er zat zelfs een handleiding bij.’ Waar anderen afval zien, ziet Margot waardevolle materialen. En wie denkt dat er ergens een grens ligt, heeft het mis: zelfs met de resten van haar restmaterialen gaat ze aan de slag. ‘Ik maakte al een tapijt, waarbij het pluis als losse plukjes op de grond lag. Dat heb ik drie keer op een andere plaats opgesteld, telkens op een iets andere manier.’ Het tapijt zit nu onherkenbaar in een zak in haar atelier. Ja, textiel is uiterst manipuleerbaar. Een van de grootste motivaties voor haar upcycling-logica is duurzaamheid. Al stimuleren de beperkingen van de tweedehands materialen ook haar creativiteit. ‘In de kringwinkel kun je niet kiezen welke kleuren je wil kopen, maar je moet roeien met de riemen die je hebt. Dat vind ik inspirerend. Ik werk graag binnen een kader. Daarom teken ik liever op een vol gekrabbeld notitieblok dan op een wit blad.’
32 VERS TALENT
MARGOT VAN DEN BERGHE
Ruimte om te experimenteren
Wat is haar favoriete techniek? Ze twijfelt. ‘Ik denk borduren. Al ben ik er de laatste tijd zoveel mee bezig geweest, dat het misschien even iets anders wordt.’ Die borduurtechnieken kreeg ze helemaal onder de knie tijdens haar stage bij Klaas Rommelaere. ‘Ik heb hem geholpen met zijn solotentoonstelling (in Texture in Kortrijk, red.), waarvoor hij grote poppen maakte.
De stoffeersteek die ik daar leerde, heb ik sindsdien al héél veel gebruikt.’ Margot glimlacht. Ze kijkt dankbaar terug op haar stage-ervaring. ‘We werkten bij Klaas’ thuis, waar zijn huisgenoten en vrienden allemaal meehielpen met de voorbereiding van de expo. Een vrouw had een stoffeercursus gevolgd, iemand anders wist veel over renovatie. Zo waren we allemaal met hetzelfde project bezig, maar dan op een andere manier. Soms mis ik het wel om samen iets te creëren. Nu ben ik bijna altijd alleen aan het werk.’
Niet veel later werd Margot ook geselecteerd bij de open call van Pilar, een artistiek laboratorium in Brussel voor jongeren, gevestigd aan de VUB. ‘Toen ik nog studeerde, kreeg ik van oud-studenten de tip om mee te doen aan zoveel mogelijk wedstrijden. De residentie bij Pilar is het beste wat me kon overkomen als pas afgestudeerde kunstenaar. Ik krijg er niet alleen een maakplek, maar ook financiële begeleiding en ideeën voor opdrachten. Zo kon ik via Pilar en Curating The Young exposeren in de vitrine van het Brusselse creatieve bureau Rempart 44.’
Dankzij de residentie kan ze gratis gebruikmaken van een atelier bij See U in Etterbeek. Dat geeft haar letterlijk de ruimte om te experimenteren. ‘Tot vorig jaar pendelde ik tussen mijn kot in Gent en mijn ouderlijk huis in Dilbeek. Mijn materiaal lag dus overal en nergens. Nu kan ik al mijn stoffen, draden en machines op één plek uitstallen. Die ruimte heb ik echt nodig: het ene werk komt voort uit het andere, waardoor ik vaak aan meerdere stukken tegelijk werk. Bovendien combineer ik in mijn werk graag verschillende technieken, zoals borduren, weven, naaien, patchwork en soms haken. Vroeger moest ik kiezen op welke techniek ik me wilde focussen, nu vloeit het meer in elkaar over.’
Kunst of design? De grens waar kunst en design samenkomen, en autonoom en functioneel werk schuren, is de plek waar Margot zich het liefste begeeft. ‘Ik krijg vaak de vraag of ik mode of gordijnen maak. Dat is niet het geval, maar ik maak ook geen puur autonoom werk. Het continuüm tussen kunst en design is veel groter dan mensen vaak beseffen. Ik daag hen uit om daarover na te denken via werken die op het eerste gezicht herkenbaar zijn en op het tweede gezicht toch vreemd blijken. Een tapijt met een gat erin, bijvoorbeeld.’
Ook het traditionele doek tegen de muur of tapijt op de grond kan anders, vindt ze. ‘Door die opstelling zie je de achter- of onderkant niet, terwijl die net zo intrigerend zijn. Ik ben nu aan het onderzoeken hoe ik de interactie met de ruimte en de toeschouwers verder kan aanmoedigen. Zo heb ik tijdens mijn afstudeerexpo een klein doek zijdelings opgehangen zodat je de voor- én achterkant kunt zien. Tijdens een tentoonstelling in MAD Brussels hing er dan weer een doek aan een rondboog in de ruimte, alsof het een deurgat voorstelde.’ Het is duidelijk: Margot weet welke richting ze uitgaat, maar er zijn nog genoeg zijwegen om te verkennen. Ideaal voor een vers talent. Tekst: Maya Toebat Foto’s: Evenbeeld
34 VERS TALENT
De dunne grens tussen kunst en design zit vaak al vervat in de presentatie. Zo hoopt Margot dat de toeschouwers haar werken aanraken omdat de textuur minstens even belangrijk is als de visuele component. ‘Toch twijfelen de toeschouwers vaak en blijven ze voorzichtig op een afstand staan. Ik moet hen echt sturen via expliciete instructies, anders zouden ze niet durven te voelen aan mijn werk.’
MARGOT VAN DEN BERGHE Studeerde°1999 vorig jaar af met een Master in de Textielkunst aan LUCA School of Arts in Gent. Momenteel doet ze een residentie bij Pilar in Brussel.
36 CARTE BLANCHE
‘AltijdviaHENNIENUMMERMAHIEUDeTankuitBruggebijdehand,300gramdieikaltijd meeneem, naar overal. Mijn gecomprimeerde zijn, willen en kunnen die in tientallen pagina’s geabsorbeerd zijn. Netjes en niet netjes neergeschreven, gelijmd, geplakt, gekleefd, geveegd, gekrast, getekend, gescheurd, gegomd, open, dicht, open, dicht, en opnieuw. Als ongemaaid gras na drie zomers. Een vrijgevochten schrift met het karakter van de oudste kaas ter wereld. Dat kleine ding, dat als iemand het oppakt, met nieuwsgierige ogen, het je een kleine huivering bezorgd. Ode aan de schetsboek(en)!’
37HENNIE MAHIEU Carte Blanche
In ‘Carte Blanche’ krijgt een kunstenaar vrij spel. BLANCO, de platformfunctie van de atelierorganisatie NUCLEO, duikt geregeld op met projecten waarin het kunstenaars vraagt te reageren op een ‘lege zone’. Twee lege vellen papier zijn hier het speelveld. De kunstenaars worden geselecteerd i.s.m. de partners binnen de Vlaamse koepel van atelierorganisaties UFO; NUCLEO uit Gent, Morpho uit Antwerpen, Cas-co uit Leuven, Vonk uit Hasselt/Genk, De Tank van het Entrepot uit Brugge en Level Five uit Brussel. IN DIT
HENNIE MAHIEU Woont°1997 en werkt in Brugge. Maakt vooral abstract beeldend werk met multimedia.
Gevonden Geluk, installatie (transparante foto’s, glasblokken, hout, zink) Marijke: ‘Ik hou van de transparantie van glas. Mijn werk staat of hangt het mooist op plaatsen waar het licht kan vangen. Door het veranderende licht wijzigt ook je kijk op wat je ziet, met soms een verrassend effect. Het spel van licht, schaduw en spiegelingen is een thema dat in mijn werk opduikt. De installatie ‘Gevonden Geluk’ bestaat uit transparante foto’s die ik combineerde met glasblokken. Die plaatste ik in drie europallets. Die pallets zijn bevestigd op hout en zink en in de grond vastgezet met paalpunters. Op de glasblokken (20 x 20 x 8 cm) bevestigde ik aan de voor- en achterkant een transparante foto. Twee of meer doorzichtige foto’s op een glasplaat achter elkaar geplaatst, zorgen voor een 3D-effect, dat doet denken aan hoe coulissen of kijkdozen zijn opgebouwd.
Foto: Benjakon
Klaas Rommelaere maakt unieke textielkunst waarin hij traditionele ambachten met een nieuwe blik benadert. Je kan deze zomer in de Warande in Turnhout werk van hem ontdekken in ‘Making fun’, een expo over het plezier van kunst maken. We vroegen Klaas een selectie te maken uit werken op ons online platform Beeld. Voor Kunstletters koos hij werken van Marijke Schellekens en Cristian Scaldis Zijn uitgebreide selectie, met ook werken van Bart Boussemaere, Ria Delaere, Katrien Claes, Wivina Ockier, Branco Vermeylen, xen3c, Boris Pramatarov en Jacques Vledder kan je ontdekken op Beeld.
38 BEELD Beeld DE KEUZE VAN KLAAS ROMMELAERE
MARIJKE SCHELLEKENS
39DE KEUZE VAN KLAAS ROMMELAERE
Elk van de 27 glasblokken in deze installatie laat een eigen dieptebeeld zien van het geluk dat je kan ervaren als je buiten bent en geniet van de natuur, van alles wat groeit, bloeit en leeft. Buiten zijn, stil worden, voelen wat de dag, het licht, het seizoen je brengt. Soms moet je dit geluk opnieuw ontdekken of ervaren, vandaar de titel ‘Gevonden Geluk’. Foto’s vormen de basis van mijn werk. Zo lang ik me kan herinneren, fotografeer ik. Als ik naar buiten ga, lopend of fietsend, heb ik mijn fototoestel altijd bij me. Ik heb een en ontdekte de combinatie van foto’s met glas en beeldende kunst tijdens een zomercursus. Ik vind nieuwe uitdagingen vooral via opdrachten. Zo leidde een Noorse oproep om een werk te maken op basis van een europallet tot het idee voor ‘Gevonden Geluk’. De installatie was te zien tijdens een kunstwandelroute en een zomerexpo en stond ook al opgesteld in de prachtige beeldentuin van Kasteel het Nijenhuis in Heino.’
fotografieopleiding gevolgd
Klaas Rommelaere: ‘Ik vind dit een originele en mooie manier van presenteren. De installatie is opgebouwd uit kleine verhalen in glas, die samen een hedendaagse versie van een glasraam vormen. Delicaat, maar toch ruw.’
40 BEELD
41
DE KEUZE VAN KLAAS ROMMELAERE
Klaas Rommelaere: ‘Dit beeld deed mij denken aan hoe ik te werk ga: ik breng veel kleine elementen, die goed bij elkaar passen samen in één groot werk. Vanop een afstand geeft dit collageschilderij misschien een chaotische indruk, maar als je inzoomt, komen veel interessante details tevoorschijn. Het werk spreekt me aan omdat het een uniek karakter heeft. Je voelt een drang bij de maker om een werk te creëren op een eigen, persoonlijke manier.’
teonoverzichtelijkegefragmenteerde,wereld.Ikrecycleerbeeldenenteksten,ookuitdekunst(geschiedenis).Naschilderkundigzijnbewerkt,versnijdofverscheurikzeenvoegzesamentotcomplexecollages.Daardoorsluipenerheelwatactuele,maatschappelijkethema’sinmijnwerk.
Net als de schilderijen zelf zijn ook de titels gefragmenteerd, multipel en samengesteld uit verschillende talen. Ik volg de opleiding Projectatelier aan de Beeldacademie Lier, maar beschouw mezelf als autodidact.’
CRISTIAN SCALDIS Confinement I/yolo yolo/show me some thing/du côté de la vrai vie/O/ un papel de apoyo es suficiente para Europa/cebon cebon/ready to eat/ Stalactiet, 100x120 cm, acryl en mixed media op canvas Cristian:‘Dit werk is een collageschilderij dat ik maakte tijdens de lockdown en deels geïnspireerd is door de coronacrisis. Het maakt deel uit van de reeks ‘Confinement’. Het past in mijn complexe, gefragmenteerde manier van werken, met meervoudige referenties. Inhoudelijk verwijst dit werk onder meer naar de coronacrisis, kunstenaars (René Magritte, Tom Wesselman, Keith Haring), kunstgeschiedenis (piëta), bootvluchtelingen, meditatie, boksen en Walt Disney (Dombo). Formele verwijzingen zijn bijvoorbeeld de afvalberg en smartphone swipen. Mijn collageschilderijen weerspiegelen mijn ervaringswereld, levend in een gemondialiseerde, hyperkinetische en tegelijk
Een dag uit het leven van BJØRN VAN POUCKE De zon komt op. Welke kunstenaar mag met jou ontbijten? Bjørn: ‘Mijn ochtenden zijn niet zelden wazig. Opstaan is met ouder worden iets moeilijker geworden. Maar als ik dan toch nog in een droomroes rondloop, neem ik graag een ‘English breaky’ met Jean-Michel Basquiat. Tussendoor duiken we in het tijdperk van zijn SAMO-graffiti of bedenken we waarom kunst niet alleen voor de elite is. De zogenaamde werkdag start. Kan je je droomatelier in kleuren, geuren en parafernalia beschrijven? Vele mensen denken dat curator zijn een sociale job is, maar meer dan de helft van de tijd zit ik thuis alleen tussen mijn planten aan de laptop te werken. Vroeger zocht ik het geroezemoes op van Vooruit Café, maar sinds corona heb ik mijn woonkamer erg gezellig gemaakt: mijn living is dus mijn droomwerkplek. Om 11u krijg je een bericht met de vraag: oude meesters of moderne kunst? Ik vind beide erg inspirerend. Als Belgen zijn we natuurlijk geprivilegieerd en kunnen we heel veel kunst zien uit de Gouden Eeuw, maar kiezen is toch altijd voor een stuk verliezen. Waarom bezoeken we geen tentoonstellingen met zowel oude meesters als moderne kunstenaars? Ik was onlangs in Depot Boijmans Van Beuningen in Rotterdam en daar floreerden beide stromingen naast elkaar, in een mooie en interessante mix van nieuw en ouder. Moet kunnen, toch? Het is middag. Tijd voor een pauze en een moment om te contempleren: wat is kunst? Kunst is erg subjectief. Voor mij is kunst een venster op de wereld, een staalkaart van de maatschappij waar we in leven. Kunst kan daarom heel mooi zijn, of juist heel lelijk. Het raakt, het zet aan tot nadenken. Kunst loopt als een creatief adertje door ieders leven. Zonder kunst kan niemand leven. Vieruurtje met tussendoortje: wie is de meest onderschatte hedendaagse kunstenaar? Al bijna 20 jaar werk ik hard aan een bredere aanvaarding van street art en al bijna 20 jaar wordt er uit de hedendaagse kunsthoek vaak op mijn werk en dat van al die talentvolle street artists neergekeken. Straatkunst is inderdaad soms tacky en ‘plattekes’ - denk maar aan de vrolijke dieren die instant scoren op Instagram - maar er zijn net zo goed kunstenaars die straatwijs uitpakken met slimme capriolen. EEN DAG UIT HET LEVEN
VAN
Een doorsneedag in het bestaan van een kunstenaar of curator, hoe ziet die eruit? Wat doet, denkt, ziet hij of zij? We vangen een glimp op aan de hand van enkele kunstzinnige vragen. Deze keer: Bjørn Van Poucke. Hij is bezieler van The Crystal Ship, het kunstenfestival rond street & public art in Oostende en runt Ruby Gallery in Brussel.
Tekst: Filip Vandewiele BJØRN VAN POUCKE
Sprong in het duister: welk kunstwerk mag men je als laatste avondmaal serveren? Ruim vijftien jaar geleden zag ik in het atrium van MoMA in New York voor het eerst ‘Pour Your Body Out’ van Pipilotti Rist. Ik ben toen languit op een bank gaan neerliggen om drie uur aan een stuk ongestoord, in hogere sferen, weg te dromen. Dus zou ik graag vredig en begeleid door deze video-installatie afvaren naar de overkant. Zalig!’
43
BJØRN VAN POUCKE Woont°1981 en werkt in Gent. Curator van The Crystal Ship, runt Ruby Gallery in Brussel.
Muurschildering van Alex Senna voor The Crystal Ship, Oostende. Recent werk van Adele Renault voor The Crystal Ship, Oostende.
Dus mijn advies: negeer al die commerciële bagger en verdiep je eens in onderscheidende street art met een bezoekje aan The Crystal Ship. Stilaan schemering. Een gedachte borrelt op: wat als ik geen kunstenaar was? Ik kan moeilijk stilzitten. Bovendien vind ik het bij elk van mijn passies moeilijk om aan de zijlijn te blijven kijken. Als jonge twintiger was ik actief ik in de muzieksector, mijn toenmalige grote liefde. De passie voor muziek heeft plaatsgemaakt voor mijn andere muze: kunst. Dus als ik iets anders zou moeten doen, dan wordt het wellicht toch iets met muziek en/of kunst.
NIEUWEkunstenlandschap.GALERIES
TALE
Tanja Leys zei een succesvolle carrière in de farmaceutische sector vaarwel voor een heel nieuw project: ze toverde in het Oost-Vlaamse Vlierzele de bovenverdieping van een oude naaifabriek om tot TaLe Art Gallery, waar ze hedendaagse kunst toont. Haar credo: kunst verbindt! Waar komt je interesse voor kunst vandaan?
44
Tanja: ‘Voor mijn job vertoefde ik veel in het buitenland en verbleef in prachtige cultuursteden. Ik bezocht er musea en galeries. Zo groeide mijn liefde voor kunst. Design en kunst geven me energie, laten me glimlachen. Hoe beter je een kunstwerk bekijkt, hoe meer je ziet. Daarom bezoek ik het liefst musea in mijn eentje. Ik laat er mijn fantasie de vrije loop en zoek het verhaal achter de kunst. ART GALLERY / FERME DEHON NIEUWE GALERISTEN WAGEN DE SPRONG Een neus voor talent, connecties in de kunstwereld en de gave om kunstenaars en publiek bijeen te brengen: de job van galerist vergt heel wat vaardigheden. Waarom kiest iemand ervoor een nieuwe galerie op te starten? Welke uitdagingen staan er te wachten? We vroegen het aan Tanja Leys en Geneviève Van Bastelaere die, elk op hun manier, met een nieuwe galerie een unieke plek zoeken in het
TANJA LEYS TALE ART GALLERY
Waarom kies je voor het vak van galeriehouder en geef je een carrière in de farmaceutische en medische sector op? Mijn job stond in functie van winst. Cijfers dicteerden mijn leven. Creativiteit kwam niet aan bod. Ik verlangde naar werk waarin ik mijn passie voor schoonheid kon delen. Mijn verlangen naar verbondenheid en beleving kan ik waarmaken in TaLe Art Gallery. Want kunst verbindt. Wat vind je zo mooi aan een galerie runnen? Een kunstwerk is pas geslaagd als het weet te ontroeren, het publiek meesleept in het verhaal van de kunstenaar. Ik wil de bezoeker meegeven wat de maker voelt en waarneemt. Ik focus niet alleen op het kunstwerk, maar ook op de kunstenaar met zijn verhaal, zijn passies. Mijn missie is om de kunstenaar centraal te stellen. Wat wordt het profiel van je galerie? Alle kunst met een ziel kan aan bod komen. Ik hou van uiteenlopende stijlen en disciplines. Naast figuratief werk ga ik ook voor abstract. Een mix van installaties, performances en alle vormen van mediakunst boeien me. Ook jonge kunst promoten vormt een uitdaging. Bovendien wil ik me niet vastpinnen op beeldende kunst alleen. De galerie creëert een groot artistiek ontdekkingspodium en maakt ook ruimte voor concerten, poëzie of boekvoorstellingen. Wat is er mooier dan een kruisbestuiving tussen verschillende disciplines en artiesten? Hoe ontdek je de kunstenaars die je in je galerie een forum biedt? Het lijkt me ideaal om een combinatie te brengen van origineel jong talent en gevestigde waarden. De laureaten van de expo’s van de kunstscholen zijn een boeiende insteek. Beurs-, atelier- en galeriebezoeken zijn een must en dragen bij tot het ontwikkelingsproces van mijn galerie. De openingsexpo vond in mei plaats en was alvast een succes. De talrijke opkomst en de vele positieve reacties waren enorm motiverend. Ondertussen liggen ook de namen van kunstenaars voor de volgende twee tentoonstellingen vast. Ik laat me daarbij graag omringen door mensen met veel kennis van zaken, die me laten leren in het proces. Zo ben ik heel verheugd dat ik op de ervaring en expertise van Daan Rau kan rekenen om de volgende expo te organiseren. Tijd om te dagdromen: welke kunstenaar zou je graag vertegenwoordigen, ook al is dat onmogelijk? Monet en Hopper staan bovenaan mijn favorietenlijst, ik ben een heel grote fan. In mijn fantasie zie ik een werk van Monet hier wel hangen. Ideaal om deze prachtige ruimte vol licht nog meer karakter te verlenen.’
46 NIEUWE GALERIES
Tekst: Kathleen Ramboer
GENEVIÈVE BASTELAEREVAN FERME DEHON Geneviève Van Bastelaere wil met Ferme Dehon een plaats veroveren op de lijst van unieke toonplekken waar goede kunst schittert. De locatie is zeker veelbelovend: Ferme Dehon is een vierkantshoeve, middenin de groene oase van Frasnes-lez-Buissenal, Pays des Collines in Henegouwen. Van wanneer dateert het idee om hier met een eigen exporuimte uit te Genevièvepakken?: ‘Er ging een zoektocht van 10 jaar aan vooraf, van de kust tot aan de taalgrens. Bij een eerste blik op deze hoeve was ik nog niet echt overtuigd. Maar het idee bleef wel door mijn hoofd spoken. Na een derde bezoek besloot ik de uitdaging aan te gaan. Ferme Dehon is de authentieke benaming van de boerderij. Een naam voor onze exporuimte hoefden we dus niet ver te zoeken. Maak je met Ferme Dehon een oude droom van een creatief huis of eigen galerie eindelijk waar? Ik noem het een toonplek. Een nieuwe artistieke plek opstarten vraagt voeling met de kunstwereld. Als docent sculpturale keramiek aan de Academie van Gent heb ik heel wat ervaring met het opbouwen van expo’s. Werk van soms meer dan 50 studenten moest op de eindtentoonstelling een plaatsje veroveren. Dat is geen sinecure, toch is het me telkens gelukt een mooi coherent geheel te tonen. Less is more: een werk per student vond ik voldoende. Voor mijn studenten was dat een goede leerschool. De manier van presenteren is enorm belangrijk. Als ex-docent beschik je over een groot netwerk. Je sprak enkele oudleerlingen aan voor de eerste expo. Waarop baseerde je je keuze? Vele studenten verlaten de academie en stoppen gewoonweg met kunst creëren. Anne Van Wayenberg, Isabella Billiet, Pia Cabuy en Werner Minnebo werken en evolueren verder, brengen goede kunst. Bovendien koos ik voor een mix aan disciplines. Hoewel we hier over enorme ruimtes beschikken, heb ik de kwantiteit beperkt. Kunstwerken moet je ademruimte geven. Welk soort kunst wil je graag brengen? Ik maak een selectie tussen de aanvragen. Voor mij is het geen noodzakelijke voorwaarde dat ik de werken ‘graag zie’. Een eerste vereiste is dat het om kwalitatief werk gaat. Ik mik op een overtuigd terugkerend kunstpubliek, een publiek dat weet: Ferme Dehon brengt altijd goede expo’s. Is dit een streek die open staat voor kunst? Een veertigtal kilometer verderop is er het museum voor hedendaagse kunst MAC’s, op de site van Le GrandHornu. Deze streek hier is een pareltje voor wandelaars en fietsers. Er zijn talrijke wandelroutes uitgestippeld. Een combinatie van kunst- en natuurbeleving is perfect mogelijk.
Heb je soms heimwee naar Gent, waar je vroeger woonde? Een stad, dat is drukte, daar kan je naartoe gaan. Maar als je in een stad woont, kan je niet weg van die drukte.’
MULUGETA TAFESSE De collectie van Kunst in Huis doorpluizen staat garant voor een avontuurlijke tocht langs verrassend beeldend werk en veel parels. Artistiek leider Claudine Hellweg tipt in Kunstletters een kunstenaar met beloftevol werk. Deze keer: Mulugeta Tafesse.
In het werk van Mulugeta Tafesse nemen donkere en sobere tinten de bovenhand, waardoor hij niet alleen zichzelf, maar ook zijn schilderijen in mysterie hult. Innemende portretten, abstracte munten of een geparkeerde auto: zijn donkere penseelstreken lichten zijn onderwerpen op uit de normaliteit. Wie door zijn levenspad denkt een eclectische stijl terug te vinden, heeft het mis. Al heel vroeg start Mulugeta aan een kunstopleiding in Ethiopië. Als vijftienjarige leert hij vooral academisch schilderen om zo de kneepjes van het vak onder de knie te hebben. Mulugeta: ‘Tijdens die eerste jaren was het vooral belangrijk om volgens bepaalde richtlijnen en technieken een stilleven of portret te kunnen schilderen. Op dat moment kon ik nog maar weinig eigenheid aanbrengen, maar toch hou ik van die eerste werken. Ik werkte toen veel klassieker dan nu. De technieken die ik toen leerde, draag ik nu nog steeds mee in mijn praktijk. Het is opmerkelijk dat ze niet meteen een grote breuk vormen met mijn huidige werk.’
Al bijna vijf decennia lang schildert Mulugeta Tafesse onafgebroken in zijn herkenbare stijl. Vanuit zijn atelier in Antwerpen zet hij de wereld die hij zo vaak doorkruist op doek. Het zijn niet meteen de grote verhalen die hem onderweg blijven intrigeren, maar veeleer datgene wat in zijn directe omgeving te vinden is. ‘Vaak schilder ik heel banale voorwerpen. Dat is pure poëzie.’
Na een periode in Ethiopië, trekt Mulugeta richting Europa. Hij begint in de jaren ‘80 aan zijn studies aan de kunstacademie van Sofia (Bulgarije), om vervolgens naar Antwerpen te trekken voor een opleiding aan het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten. Daar komt hij in contact met de Grote Meesters zoals Jan Van Eyck, Johannes Vermeer, Velázquez en El Greco.
‘Mijn inspiratie haal ik uit verschillende hoeken van de wereld, al hebben de figuratieve Westerse kunstenaars een streepje voor. Door die specifieke werken te bestuderen tijdens mijn opleidingen, leerde ik hoe die grote kunstenaars werken met lichtinval, kleur en thematiek. Omdat ik hier ook al lange tijd woon, word ik automatisch gevoed door wat de westerse musea, galeries en kerken voorschotelen.’
- No.2, 2012
MULUGETA TAFESSE A Kind of
47 UIT DE COLLECTIE VAN KUNST IN HUIS
Beïnvloed door zowel het symbolisme van Van Eyck, als het Zwart vierkant van Malevitsj zet hij als schilder de wereld naar zijn hand in kordate verfstroken. De ene keer doet hij dat in figuratieve portretkunst, de andere keer gaat hij abstracter te werk. Portrait
‘Uit het rijke westerse aanbod heb ik niet meteen de voorkeur voor één specifieke stroming, techniek of stijl. Zowel oude als moderne kunst slaagt erin me aan het denken te zetten. Ook binnen mijn eigen praktijk kan ik me niet meteen vastpinnen. Ik genoot veel verschillende opleidingen en schipper nog tussen abstracte en figuratieve kunst. Daarom ben ik ook een grote fan van Gerhard Richter: hij slaagt erin om die twee te combineren in één stijl. Hij werkt heel experimenteel en tegelijk hyperrealistisch. Als ik zijn werk zie, dan bots ik altijd op mijn eigen kunnen.’
MULUGETA TAFESSE Woont°1960 en werkt in Antwerpen. Studeerde aan Ale School of Fine Arts and Design, Addis Ababa University, Higher Institute of Fine Arts, Sofia en Hoger Instituut voor Schone Kunsten, Antwerpen. HUIS
Claudine Hellweg (Kunst in Huis): ‘Wat mij treft bij Mulugeta, is de vrijheid die hij neemt om aan heel uiteenlopende doeken te werken, vooral naar thematiek toe. Een (zelf-)portret ontstaat naast een stadstafereel of een stilleven van een handje munten of origami figuren.
Soms rijgt Mulugeta eenzelfde motief in verschillende versies aaneen: glazen potten met onbestemde inhoud, een chocolade popje van verschillende kanten bekeken. Zijn gebruik van onorthodoxe ondergronden (jeansbroeken, een dienblad) vond ik een spannende toevoeging aan zijn steeds weer verrassende schilderijen.’
TsegayeMichael© Car Overfloded (Double Face 2), acryl op doek, 30 x 40 cm.
UIT DE COLLECTIE VAN KUNST IN
Ga je door zijn portfolio, dan tref je verschillende thema’s aan. Toch blijven de afgebeelde elementen steeds herkenbaar, maar vooral: universeel herkenbaar. ‘Ondanks mijn vele reizen en opleidingen zijn mijn schilderijen niet echt gebonden aan een bepaald continent. Vandaag staan veeleer banale voorwerpen centraal in mijn werk. Een inktpotje, oude munten of een tafel… Ik vind dat daar een grote poëzie vanuit gaat. Ik heb het gevoel dat dit een gedeelde en geliefde thematiek is, waar ook ter wereld.’
Eens Mulugeta begint over zijn verschillende opleidingen en de buitenlandse kansen die hij hierdoor kreeg, hoor je de drang naar het bijleren in zijn stem. Hij is het type leerling die het aantal lesuren in een dag te kort vindt, maar via zijn teksten die tijd graag rekt. Via zijn academische stukken treedt hij in dialoog met anderen, wat hem veel energie geeft. En hoewel hij zich dan nog zo hard kan verdiepen in zijn theoretische teksten, al die tijd is hij niet gestopt met schilderen. ‘Ik ben 100% schilder, maar hier in België ontbreekt het aan bepaalde stemmen en die ga ik via mijn teksten opzoeken in het buitenland. Mijn teksten en mijn schilderijen staan los van elkaar. Maar de energie die ik uit beide disciplines haal, zorgen wel voor een goede wisselwerking. Zo kan ik bijvoorbeeld, gevoed door bepaalde gesprekken, sneller aan de slag in mijn atelier.’
Tekst: Zoë Hoornaert
Verschillende opleidingen en reizen langs uiteenlopende plekken, doen vermoeden dat je jezelf als kunstenaar constant in vraag stelt. Dat doet Mulugeta ook. Al ziet hij daarvoor zijn essays als een beter medium dan zijn eigen autonoom werk. ‘Ik vind het belangrijk om de verschillende thema’s in mijn werk via een tekst samen te kunnen brengen. Daarom voorzie ik ook altijd korte introducties of brochureteksten als ik mijn werk in een expo mag gieten. Toch vind ik het erg moeilijk om over mijn eigen werk te schrijven. Het moet voor zich kunnen spreken. Hoewel ik het zeer graag doe, zal ik nooit een essay over mijn eigen werk schrijven. Ik hou de essays liever voor het reflecteren over hedendaagse OostAfrikaanse kunst, mijn favoriete studiegebied. Door mijn verschillende academische opleidingen word ik daarvoor vaak gecontacteerd. Als panellid en/of lezer ben ik altijd enthousiast om deel te nemen aan dit soort wetenschappelijke ervaringen, zeker omdat we ons hier maar met een select groepje op toespitsen.
49MULUGETA TAFESSE 2018doek,opolieverfII,Inkpot
cm.20x30paneel,opgouachebuiten,vuilhetzetCharlot
50 ZELFPORTRET CHARLOT VAEL ZELFPORTRET
‘Dit werkje is deel van een serie kleurrijke houten paneeltjes. Elk paneeltje vertelt een droom met mezelf in de hoofdrol. Al enkele jaren hou ik naast mijn bed een klein notitieboekje bij en probeer er zoveel mogelijk dromen in te noteren.
Misschien levert het een idee op voor een werk, dacht ik altijd al. Toen kreeg ik op school de opdracht om een reeks te maken rond dromen. Het droomboekje vormde zo de basis van een heel project. In deze tekening word ik aangevallen door wasberen, terwijl ik, na een zwaar weekend, het vuilnis buiten zet. De dag voor ik dit droomde, berichtte de radio over een mogelijke wasbeerepidemie in België. Dat heeft me duidelijk verontrust.
Ik plaats me in deze reeks zelf altijd centraal en neem een wat passieve houding aan. De dromen overkomen me en ik kan er verder niets aan doen. Dit werkje is midden in de coronaperiode gemaakt. Ik was logischerwijs op mezelf aangewezen als model. En aangezien ik het allemaal zelf ‘echt’ heb meegemaakt, was ik ook het perfecte personage. Ik teken al mijn hele leven. Toch blijven zelfportretten (en katten) voor mij een uitdaging. Ik werk de laatste tijd graag met gouache. Je kan het zo dekkend of transparant gebruiken als je wil en de kleuren komen altijd sterk uit. Gouache gebruiken is niet evident, maar het is op dit moment wel mijn favoriete materiaal.’
COLOFON CHARLOT VAEL Woont°2000 in Bornem. Studeert illustratie op LUCA School of Arts Gent. Jouw zelfportret in Kunstletters? Zet een foto van een zelfportret op ons digitaal platform Beeld en gebruik het woord ‘zelf’ of ‘self’ in de titel van het werk. Misschien staat jouw zelfportret in het volgende nummer.
We sluiten elk nummer van Kunstletters af met een zelfportret, een beeld van hoe een kunstenaar zichzelf aan de buitenwereld voorstelt. Daarvoor putten we uit de verbluffende, voortdurend groeiende verzameling zelfportretten die we op Beeld aantreffen. Een droom met bizarre wendingen leverde de inspiratie voor dit zelfportret van Charlot Charlot:Vael.
51 Werkten mee aan dit nummer: André De Nys, Ward Desloovere, Kimberley Dhollander, Sakina Ghulam, Claudine Hellweg, Zoë Hoornaert, Yves Joris, Hennie Mahieu, Jonas Nachtergaele, Sarah Poesen, Lore Rabaut, Klaas Rommelaere, Leticia Sere, Maya Toebat, Filip Vandewiele, Marie Vingerhoets. Coördinatie: Ward Desloovere Vormgeving: bloudruk Druk: Die Keure. Die Keure milieuvriendelijkeselecteertmaterialen, houdt afvalstromen zo laag mogelijk en werkt met 100 % groene stroom. Abonneren? Prima idee! Een abonnement kost 22 euro (4 nummers). Een groepsabonnement kost 50 euro (5 ex. van 4 nummers) Alle info: kunstwerkt.be 09 235 22 70 Kunstletters online Op kunstwerkt.be vind je meer artikels, gesprekken met kunstenaars en andere ontdekkingen. Je vindt Kunstletters ook op Facebook en Instagram. Vragen, tips, info@kunstletters.beopmerkingen: Meewerken aan Kunstletters? Heb jij een eigen kijk op wat er aan beeldende creativiteit te ontdekken valt? Een kunstenaar, trend, techniek of project zo de moeite waard dat je het graag wil of móet delen? Werk mee. Stuur je idee met een schets van wat je in een stuk wil vertellen of tonen naar info@kunstletters.be. V.U.: Luk KunstlettersTas is een magazine van Kunstwerkt vzw, Nederpolder 2, 9000 Gent