GEBRUIKSAANWIJZING GREE AIRCONDITIONERS
MODELLEN: GTHN 12A4 GTHN 18A4 GTHN 24A1 GTHN 36A2 GTHN 42A2
NK3AA NK3AA NK3AA NM3AA NM3AA
(R410A) (R410A) (R410A) (R410A) (R410A)
Lees voor het in bedrijf stellen eerst deze gebruiksaanwijzing aandachtig door
RoHS Conform G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc (REVISIE 02)
20-2-2008
1
Lees, voordat de airconditioning wordt ingeschakeld, deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig. zrgvuldig.
Gebruiksaanwijzing
Bewaar de gebruiksaanwijzing voor later.
Beschrijving afstandbediening
Gebruik en onderhoud
Inhoud
Inhoud Functies Onderdelen Afstandbediening Batterijen vervangen Beveiligingen Fout codes Onderhoud Aanwijzigingen gebruiker Voorzorgsmaatregelen Storingen en oplossingen
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008 (REVISIE 01)
2 4 5 6 13 14 15 16 17 18 19
2
1
Functie
Gebruiksaanwijzing
Koelen Verlagen van de temperatuur in de zomer. Tijdens warme dagen kan de airconditioner de kamertemperatuur verlagen en de warmte naar buiten afvoeren.
Drogen De airconditioner kan de lucht ontvochtigen, terwijl de temperatuur in te stellen is. Met deze functie wordt ervoor gezorgd dat de vochtigheidsgraad afneemt.
Ventileren Als de temperatuur en de vochtigheidsgraad goed zijn, kan de airconditioner ook alleen als ventilator worden gebruikt, zodat op energie wordt bezuinigd.
Verwarmen Verhogen van de temperatuur in het najaar en in de winter. Tijdens koude dagen kan de airconditioner de kamertemperatuur verhogen en de koude naar buiten afvoeren.
Ontwerp De Gree airconditioner bestaat uit een binnen- en buiten - unit. Deze twee units zijn verbonden door een koelleiding. Omdat de belangrijkste geluidsbron zich aan de buitenzijde van het gebouw bevindt en de binnen - unit is voorzien van een centrifugaal ventilator, is het geluidsniveau van de airconditioner lager dan bij ander type airconditioners. Bovendien is de binnen - unit fraai vormgegeven, zodat deze niet misstaat in het interieur. De airconditioner is voorzien van een infrarood afstandsbediening, die eenvoudig te bedienen is.
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008 (REVISIE 01)
3
2
Onderdelen
Gebruiksaanwijzing
Binnendeel
Status indicatielampjes 1. Voeding indicator lampje: AAN/UIT voor werking van toestel En knipperen als het systeem in de veiligheid status staat. 2. Koelen indicator lampje: AAN/UIT voor werking van toestel in koelfunctie 3. Verwarmen indicator lampje: AAN/UIT voor werking van toestel in verwarmfunctie
Condensafvoer
Koelleidingen Luchtinlaat
Luchtuitlaat
Buitendeel
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008 (REVISIE 01)
4
4
Afstandbediening
Gebruiksaanwijzing
Notie:
Zorg ervoor dat er niets tussen de ontvanger en de afstandsbediening komt. De afstandsbediening werkt tot een afstand van 10 meter. De afstandsbediening is niet bestand tegen vallen of nat worden. Plaats de afstandsbediening ook niet in het directe zonlicht of op een plaats waar het heet is. Belangrijk!
De volgende functies zijn bij deze airconditioning niet van toepassing: SAVE-LIGHT-HUMID-AIR-ANION Swing toets
Fan toets
Met deze knop starten de horizontale lamellen automatisch. Door nog een keer te drukken wordt deze functie weer uitgeschakeld.
Door deze toets in te drukken verandert de snelheid van de ventilator.
TEMP. Toets De in te stellen temp. vermindert met 1째C door op de min toets te drukken De in te stellen temp. vermeerdert met 1째C door op de plus toets te drukken
Mode toets
1/0 toets
Door deze toets in te drukken verandert de functie van het toestel
Met deze toets wordt het toestel aan- of uitgeschakeld
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008 (REVISIE 01)
5
Afstandbediening
Gebruiksaanwijzing
Beschrijving van de afstandsbediening (klep open) Sommige toetsen worden niet beschreven omdat deze geen functie hebben. De functie van deze toetsen hebben geen invloed op de normale werking van het toestel.
Display Display toont alle functies
Sleep toets Door deze toets 1 maal in te drukken Wordt de sleepfunctie ingeschakeld. Door nogmaals te drukken weer uitgeschakeld.
Timer OFF toets Als men deze knop indrukt terwijl het toestel functioneert, kan men een uitschakeltijd instellen van 0 tot 24 uur. Het toestel stopt dan automatisch. (Timer OFF)
Timer ON toets Als men deze knop indrukt terwijl het toestel uit staat, kan men een inschakeltijd instellen van 0 tot 24 uur. Het toestel start dan automatisch. (Timer ON)
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008 (REVISIE 01)
6
Afstandbediening
Gebruiksaanwijzing
Koel functie Notitie: Afhankelijk van het verschil tussen de ruimte – temperatuur en de ingestelde temperatuur zal de airconditioning wel of niet gaan draaien. Als de ruimte – temperatuur hoger is dan de ingestelde temperatuur zal de compressor functioneren. Als de ruimte – temperatuur lager is dan de ingestelde temperatuur zal de compressor stoppen en alleen de ventilator van het binnendeel zal blijven draaien. De in te stellen temperatuur ligt tussen 16° C en 30° C.
4. Toets de FAN knop in en stel de gewenste snelheid in. 3.
Toets de swing knop in en de horizontale lamellen beginnen automatisch te bewegen. Door nogmaals te drukken stoppen deze weer.
5. Toets de temperatuur knop in en stel de gewenste temperatuur in.
2. Toets de MODE knop in en kies Mode.
1. Met deze knop schakelt u het toestel uit.
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008 (REVISIE 01)
7
Afstandbediening
Gebruiksaanwijzing
Verwarming functie Notitie: Als de ruimte – temperatuur lager is dan de ingestelde temperatuur dan zal de airconditioner werken als verwarming. Als de ruimte – temperatuur hoger is dan de ingestelde temperatuur zal de airconditioner stoppen en tevens zal het buitendeel stoppen. De horizontale lamellen worden nu automatisch recht gezet. De in te stellen temperatuur ligt tussen 16° C en 30° C.
3.
Toets de swing knop in en de horizontale lamellen beginnen automatisch te bewegen. Door nogmaals te drukken stoppen deze weer.
4. Toets de Fan knop in en stel de gewenste snelheid in
5. Toets de temperatuur knop in en stel de gewenste temperatuur in.
1. Met deze knop schakelt u het toestel uit. 2. Toets de MODE knop in en kies Mode.
Als de airconditioner (alleen koelen) een signaal krijgt in de verwarming functie, dan zal deze verder gaan op G:\002 Leverancier\030 Producten\001 GebruiksInstallatievoorschr\Gree\Gebruiks deenlaatst ingestelde waarde en Installatievoorschriften
2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008 (REVISIE 01)
8
Afstandbediening
Gebruiksaanwijzing
Droog functie Als de ruimte – temperatuur lager is dan de ingestelde temperatuur stopt de compressor, de ventilator van het binnendeel en de ventilator van het buitendeel. Als de ruimte – temperatuur ligt tussen +/- 2° C van de ingestelde temperatuur dan zal de airconditioner werken als droger. Als de ruimte – temperatuur meer dan 2° C bedraagt da de ingestelde waarde dan zal de airconditioner werken volgens de COOL mode. De temperatuur is in te stellen tussen 16° C en 30° C.
3.
Toets de swing knop in en de horizontale lamellen beginnen automatisch te bewegen. Door nogmaals te drukken stoppen deze weer.
4. Toets de temperatuur knop in en stel de gewenste temperatuur in.
2. Toets de MODE knop in en kies Mode.
1. Met deze knop schakelt u het toestel uit.
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008 (REVISIE 01)
9
Afstandbediening
Gebruiksaanwijzing
Auto functie Notitie: Als men de AUTO functie heeft ingeschakeld dan is de standaard ingestelde temperatuur 25째 C voor koelen en 20째 C voor verwarmen.
1. Met deze knop schakelt u het toestel uit.
2. Toets de MODE knop in en kies Mode
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008 (REVISIE 01)
10
Afstandbediening
Gebruiksaanwijzing
Timer functie Notitie: Met deze functie kan men de airconditioner automatisch in en uit laten schakelen.
Timer on toets Als het toestel uit staat druk dan de TIMER ON in en stel een tijd in tussen 0 en 24 uur. Dit gaat met stappen van 0,5 uur. (opm. de tijd gaat in vanaf het moment van instellen) 0
24 uur
RESET TIMER
Timer on toets Als het toestel uit staat druk dan de TIMER ON in en stel een tijd in tussen 0 en 24 uur. Dit gaat met stappen van 0,5 uur. (opm. de tijd gaat in vanaf het moment van instellen) 1
24 uur
RESET TIMER
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008 (REVISIE 01)
11
Afstandbediening
Gebruiksaanwijzing
Sleep functie Notitie: Wanneer de airconditioning functioneert in de mode COOL of DRY en de sleep toets wordt ingedrukt, dan zal de ingestelde temperatuur 1째 C toenemen in 1 uur en 2째 C toenemen in 2 uur. Wanneer de airconditioning functioneert in de mode Verwarming en de sleep toets wordt ingedrukt, dan zal de ingestelde temperatuur 1째 C afnemen in 1 uur en 2째 C afnemen in 2 uur. 4. Toets de Fan knop in en stel de gewenste snelheid in 3.
Toets de swing knop in en de horizontale lamellen beginnen automatisch te bewegen. Door nogmaals te drukken stoppen deze weer.
6. Met deze sleep toets wordt de sleep functie ingeschakeld . Door nogmaals te drukken wordt deze functie weer uitgeschakeld.
5. Toets de temperatuur knop in en stel de gewenste temperatuur in.
2. Toets de MODE knop in en kies Mode.
1. Met deze knop schakelt u het toestel uit.
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008 (REVISIE 01)
12
Afstandbediening
Gebruiksaanwijzing
Vervangen batterijen
Verwijder de achterkant van de afstandbediening. Plaats twee nieuwe batterijen (type AAA) en druk op het knopje ACL. Plaats de achterkant weer terug op de afstandbediening. Notitie: Verwissel de oude en nieuwe batterijen niet. Verwijder de batterijen als de afstandsbediening lang niet wordt gebruikt. De afstand tussen toestel en afstandbediening mag niet meer dan 10 mtr. bedragen. De levensduur van de batterijen is ongeveer 1 jaar. (afhankelijk hoe vaak men deze gebruikt). De afstandsbediening kan be誰nvloed worden door elektrische apparatuur.
2. Plaats de batterijen
1. Verwijder de achterzijde 3. Herplaats de achterzijde
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008 (REVISIE 01)
13
5
Beveiligingen
Gebruiksaanwijzing
Compressor hoge druk beveiliging ( De persdruk van de compressor is te hoog, met als gevolg dat de compressor stopt en het display vertoont de code E1) Anti bevriezing beveiliging van binnendeel ( De temperatuur van de verdamper van het binnendeel is te laag, dit betekend dan de compressor stopt, code E2) Compressor lage druk beveiliging ( De zuigdruk van de compressor is te laag, met als gevolg dat de compressor stopt en het display vertoont de code E3) Hogedruk temperatuur beveiliging ( De hoge druk temperatuur is hoger dan mag, de unit stopt hierdoor en het display vertoont de code E4) Maximale stroom beveiliging ( Als de stroom van de compressor boven de normale waarde komt, stopt de compressor en het display vertoont de code E5) Communicatie storing (Als gedurende 3 minuten geen communicatie is geweest, zal de unit stoppen en E6 zal op het display verschijnen) Binnenunit ruimtesensor storing (Als deze storing optreedt, zal F1 op het display verschijnen) Binnenunit buissensor storing (Als deze storing optreedt, zal F2 op het display verschijnen) Buitenunit ruimtesensor storing (Als deze storing optreedt, zal F3 op het display verschijnen) Buitenunit buissensor storing (Als deze storing optreedt, zal F4 op het display verschijnen) Buitenunit ontdooi storing (Als deze storing optreedt, zal F5 op het display verschijnen) Ontdooien (Als de buitenunit aan het ontdooien is, zal HI op het display verschijnen)
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008 (REVISIE 01)
14
Fout codes
CODE
Fout
E1
Compressor hogedruk beveiliging
E2
Anti bevriezing beveiliging
E3
Compressor lagedruk beveiliging
E4
Hogedruk temperatuur beveiliging
E5
Maximale stroom beveiliging
E6
Communicatie storing
F1
Storing ruimte sensor binnenunit
F2
Storing buis sensor binnenunit
F3
Storing ruimte sensor buitenunit
F4
Storing buis sensor buitenunit
F5
Storing ontdooi sensor buitenunit
HI
Buitenunit is aan het ontdooien
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008 (REVISIE 01)
15
6
Onderhoud
Gebruiksaanwijzing
Voordat men begint met inspectie en onderhoud altijd eerst het toestel spanningsvrij maken. 6.1 Schoonmaken van de luchtfilters Verwijder de luchtfilters; reinig deze met een stofzuiger of als ze heel erg vies zijn met water en zeep. Maak ze daarna helemaal droog alvorens ze weer terug te plaatsen.
Suggestie:
Als het filter vies is , dan is er minder luchtverplaatsing. Het toestel zal hierdoor tot 6% meer stroom opnemen. Dus regelmatig schoonmaken is belangrijk
6.2 Reinigen van de airconditioning Reinig de airconditioner en de afstandbediening alleen met een droge doek. Als er toch gebruik wordt gemaakt van een vochtige doek zorg er dan voor dat alles weer wordt droog gemaakt. LET OP !
Gebruik geen oplosmiddelen zoals thinner of nagel removers
Reinig het toestel en de filters niet met water warmer dan 40째 C.
6.3 Controleren voor gebruik
6.4 Controleer na gebruik
Zorg ervoor dat er niets voor de airconditioner staat of hangt.
Schakel de spanning uit als het toestel langdurig niet wordt gebruikt.
Laat de airconditioner niet functioneren zonder filters, dit kan schade veroorzaken.
Maak de filters en andere onderdelen van het binnendeel schoon.
Controleer of de condensafvoer open is.
Laat de ventilator 2 tot 3 uur na het laatste gebruik doordraaien zodat het toestel droog is als het niet meer wordt gebruikt.
Controleer of alles binnen en buiten nog in orde is.
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008 (REVISIE 01)
16
7
Aanwijzingen gebruiker
Gebruiksaanwijzing
Let op: De temperatuur moet tussen de 18° C en de 30° C zijn. Selecteer de juiste temperatuur dit bespaard u een hoop energie
De uitblaas kan nauwkeurig geregeld worden. Voor koelen naar boven voor verwarmen naar benden.
Reinig de filter iedere week voor een hogere efficiëntie.
Laat tijdens het gebruik van de airco geen ramen en deuren open. Dit verminderd de capaciteit.
Sluit de gordijnen eventueel om rechtstreekse intrede van de zon te voorkomen.
Om voor voldoende ventilatie te zorgen, mogen de ramen en deuren eens in de tijd een keer open.
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008 (REVISIE 01)
17
8
Voorzorgsmaatregelen
Gebruiksaanwijzing
Controleer de spanning, die vermeld staat op de zijkant van de airconditioner. Zorg voor de juiste afzekerwaarde
Schakel de airconditioner uit als hij lange tijd niet wordt gebruikt.
Steek niets in de luchtinlaat als de airconditioner functioneert, dit kan leiden tot ernstige schade aan het toestel.
Plaats tijdens het gebruik van de airco geen obstakels voor de uitblaas zowel binnen als buiten, dit kan leiden tot schade.
Zorg ervoor dat de uitblaas opening niet rechtstreeks op personen of dergelijke gericht wordt.
Zorg ervoor dat er geen verwarmings toestellen in de buurt van de airconditioner worden geplaatst.
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008 (REVISIE 01)
18
9
Storingen
Gebruiksaanwijzing
Controleer de storingen alvorens men contact op neemt met de fabrikant.
PROBLEEM
OPLOSSING
Binnendeel koelt niet meteen nadat hij opnieuw is aangezet.
Als de airconditioning één maal is gestopt op zijn bereikte temperatuur, of is uitgeschakeld, dan zal 3 minuten worden gewacht om de compressor te beschermen.
Men ruikt een vreemde geur die uit de airconditioning komt.
Deze geur krijgt men doordat de verschillende geuren door de airconditioning worden aangetrokken, in de ruimte waar deze hangt.
Er is een vreemd sissend geluid te horen nadat de airconditioning is ingeschakeld.
Dit sissend geluid wordt veroorzaakt, door het koudemiddel dat door de airconditioning heen gaat.
Er komt een soort mist uit de airco.
Dit is mogelijk doordat de ruimte te snel wordt afgekoeld. De uitgeblazen lucht ziet eruit als mist.
Men hoort krakende geluiden uit de airconditioning komen.
Deze geluiden die men hoort hebben te maken met het werken van het materiaal, door de temperatuur verschillen.
De airconditioning doet helemaal niets.
Staat er spanning op? Is de aardlekschakelaar eruit? Is er ergens een draad los? Ligt het voltage tussen 206 V – 244 V? Staat de TI MER ON aan?
Het toestel koelt niet goed.
Is de “SET Temp” goed? Is de uitblaas niet geblokkeerd? (ijs) Zijn de filters schoon? Staat de ventilator snelheid op laag? Zijn er teveel warmte bronnen aan?
De afstandbediening doet niets.
Is de afstand te groot tussen de airco en de bediening? Vernieuw de batterijen. Staan er obstakels tussen de airco en de bediening?
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008 (REVISIE 01)
19
Stop onmiddellijk de airconditioner en neem contact op met de leverancier als:
Men een vreemd geluid hoort tijdens het in bedrijf zijn. De zekeringen er steeds eruit gaan. Zich lekkages voordoen. De stekker en de kabel zĂŠĂŠr warm worden. De uitblaaslucht continu een sterke reuk uitblaast.
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Gebruiksvoorschriften 2008\Gebruiksaanwijzing vloer en plafond 2008.doc 20-2-2008 (REVISIE 01)
20
INSTALLATIE VOORSCHRIFTEN GREE AIRCONDITIONERS
MODELLEN: GTHN 12A4 GTHN 18A4 GTHN 24A1 GTHN 36A2 GTHN 42A2
NK3AA NK3AA NK3AA NM3AA NM3AA
(R410A) (R410A) (R410A) (R410A) (R410A)
Lees voor het in bedrijf stellen eerst deze gebruiksaanwijzing aandachtig door
RoHS Conform
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc (REVISIE 02)
20-2-2008
1
Installatie binnendeel
Bepaal de plaats van het binnendeel Zoek een plaats waar de koele lucht ongehinderd kan uitblazen. Zoek een plaats waar men gemakkelijk het condens water kan afvoeren. Zoek een plaats dat het gewicht van het binnendeel kan dragen. Zoek een plaats waar je eenvoudig onderhoud kunt doen. Zoek een plaats waar je eenvoudig de leidingen met het buitendeel kunt aansluiten. Zoek een plaats die minimaal 1 meter van audio apparatuur verwijderd is. Vermijd ruimtes waar extreme hitte, hoge relatieve vochtigheid of ontvlambare stoffen aanwezig zijn.
Installatie instructie Let op bij de installatie voor de volgende ruimtes: Daar waar te veel olie in de ruimte staat. Daar waar te veel zuur in de ruimte staat. Daar waar te hoge statische elektriciteit heerst.
Gebruik het binnendeel niet in de omgeving van een douche, bad of dergelijke. Controleer de afmetingen volgens het installatie diagram. De ruimte rondom de unit is van essentieel belang voor de ventilatie. (zie fig. 2) Fig. 1
Er zijn twee types binnendelen • Plafond type • Vloer type
Beide types zijn op de volgende manier gelijk aan elkaar 1.1 Bepaal de montageplaats op het plafond of de muur door het sjabloon te gebruiken. 1.2 Verwijder het aanzuigrooster, de zij panelen en de ophang beugels van het binnendeel volgens onderstaande procedure. • Verwijder de aanzuigroosters zoals is aan gegeven in fig. 2. • Verwijder de schroeven van het zijpanel zoals is aangegeven in fig. 3. • Maak de M8 schroef van de ophangbeugel los en draai deze ± 10mm uit. • Verwijder de zegelschroeven (M6) aan de zijkant. • Verwijder de ophangbeugels door ze naar achteren te trekken zie fig. 5.
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc (REVISIE 02)
20-2-2008
Installatie binnendeel
Installatie instructie
1.3 Bepaal waar de M10 bouten of draadstangen moeten komen. • Meet van te voren de afstand van het plafond tot aan de unit, zie fig. 4. 1.4 Monteer de ophangbeugel met behulp van de M10 bouten of draadstangen. • LET OP • Zorg ervoor dat de montage bout binnen in het aangewezen gebied blijft zie fig. 6. • De ophangbout moet binnenin de plastic kap blijven. Verwijder nooit deze plastic kap. 1.5 Hang het binnen deel op aan de ophang beugel zie fig. 7. 1.6 Bevestig beide ophang bouten (M8) zodat men het toestel nog kan bewegen zie fig. 5. 1.7 Schroef aan beide zijde de M6 zegelschroeven licht vast. 1.8 Richt de unit zo uit dat hij lichtjes afhangt richting de condensafvoer. • Draai de ophang bouten aan zie fig. 8
Als het toestel komt te hangen Het is mogelijk om de unit op te hangen zonder dat de beugels worden verwijderd, en naar binnen worden gedraaid zie fig. 9 Plafond Ophang beugel 40 mm of minder
Ophang bout M8
Ophangbout Ophang beugel
Fig.4
Fig.5 Zegel schroef M6
Plafond
Ophang beugel
Fig. 6 Fig. 7
Fig.8
Fig.9
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc (REVISIE 02)
20-2-2008
Installatie binnendeel
Installatie instructie
• Elektrische bedrading 1. Open het aanzuig rooster. 2. Verwijder de beschermingskap van de elektrische aansluitingen. 3. Voer de kabels naar binnen vanaf de achterzijde van de unit. 4. Sluit de blauwe kabel aan op de “N”, de bruine op “L”, en de zwarte op “A” zie fig. 10. 5. Plaats de beschermingskap van de elektrische aansluitingen weer terug. 6. Plaats het aanzuig rooster weer terug. 7. De temperatuur van het koelcircuit zal hoog zijn, houd de ‘connector’ kabel weg van de koperen buis. 8. Geschatte waarde voor zekering: AC 230 Volt; 3.15A; 5.00 A
Voedings kabel
Trekontlasting
Bescherm kap elektrische aansluitingen Rubber bevestiging
Fig. 11
Fig. 10
BEDRADING: De vloer / plafond modellen zijn voorzien van een datacommunicatie print Hiervoor heeft men enkel een 4 aderig kabel (2,5 mm²) nodig tussen binnen - & buitendeel. Voeding komt op het buitendeel.
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc (REVISIE 02)
20-2-2008
Installatie instructie
2
Installatie buitendeel
Waar mag je het buitendeel installeren ? • De bodem moet stevig genoeg zijn om het gewicht en de eventuele vibraties te kunnen weerstaan. • De ruimte om het buitendeel moet aan alle zijden voldoende zijn. • De gekozen locatie mag niet in de buurt zijn van explosieve gassen. • Service en onderhoud moeten goed kunnen worden uitgevoerd. • Zorg ervoor dat de gekozen plaats geen last veroorzaak voor omwonenden. • Zie beide figuren voor de exacte maten. Meer dan 10 cm
Meer dan 10 cm
Meer dan 10 cm
Meer dan 35 cm
Meer dan 70 cm Meer dan 10 cm
Meer dan 30 cm
Meer dan 30 cm
Meer dan 35 cm
Meer dan 120 cm Let op !! Installatie op de volgende plaatsen kan problemen opleveren. Het is verboden een van onderstaande plaatsen te gebruiken zonder overleg met de leverancier. • • • •
Een Een Een Een
plaats plaats plaats plaats
waar veel machine olie wordt gebruikt. waar zeer zoute lucht hangt, zoals direct aan zee. met explosief gas. met hoogfrequente golven.
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc (REVISIE 02)
20-2-2008
Installatie buitendeel
Installatie instructie
Elektrische aansluitingen 1. 2. 3. 4.
Verwijder de voorplaat zie fig. 12 Breek de invoeropening voor de kabels weg en plaats de rubber ring Trek alle kabels door deze opening. Monteer alle kabels zoals aangegeven op het schema aan de binnenzijde van de voorplaat. Controleer of alles goed is aangesloten !!!! 5. Bevestig alle kabels met de daarvoor bestemde trekontlastingen.
Let op !!
GTHN12A4NK3AA GTHN 24A1 NK3AA
Verkeerd aansluiten kan leiden tot kortsluiting. Trek niet aan de kabel als deze zit vast gemaakt met de trekontlasting. Bevestig ten alle tijden de trekontlasting. Alle elektrische werkzaamheden moet worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Controleer of de juiste spanning aanwezig is Iedere airconditioner moet worden voor zien van een aparte zekering. Zorg voor de juiste zekering.
Voeding 230 V
GTHN18A4NK3AA
Naar binnendeel
GTHN36 NM3AA GTHN 42A2 NM3AA
Voeding 3~N 400V
Naar binnendeel
Aansluiting voeding
Zorg ervoor dat ieder buitendeel is voorzien van een werkschakelaar.
Zij plaat Klemmen Voorplaat
Klemmen Invoer kabels Kabels
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc (REVISIE 02)
20-2-2008
3
Leidingen
Leidingen en elektra kabels • Gebruik een goed en scherp snijijzer. • Controleer goed de diameter. • Snij de buis iets langer af dan gemeten. • De voeding kabel moet 1,5 m langer zijn dan de koelleiding.
Installatie instructie Snijijzer
Goed
Beide fout
Leiding
Afbramen • Reinig de binnenzijde van de koel – leiding goed. • Tijdens het afbramen de leiding ondersteboven houden.
Leiding
Afbramer
onderste boven houden.
Verbinden van leiding met kabel zuigleiding
Zie figuur aan de rechter zijde.
Aansluitkabel Naar binnendeel
persleiding Naar buitendeel
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc (REVISIE 02)
20-2-2008
4
Leidingen afmetingen
Installatie instructie
Gebruik de koperen leiding zoals aangegeven in de onderstaande tabel. Zorg ervoor dat de leidingen zijn afgedicht om te voorkomen dat er vocht of stof in komt. Vermijd zoveel mogelijk scherpe bochten, als er bochten gemaakt moeten worden dan zorg ervoor dat de radius minimaal 3 tot 4 cm is.
Pers en zuig leiding isolatie is afhankelijk van de dikte van beiden.
Model
Zuigleiding Leiding
Dikte (mm)
GTHN12A4NK3AA
½”
0,8
GTHN18A4NK3AA
½”
0,8
GTHN24A1 NK3AA
⅝”
0,8
GTHN36A2 NM3AA GTHN42A2 NM3AA
¾“ ¾”
1 1
Model
Persleiding Leiding
Dikte (mm)
GTHN12A4NK3AA
¼”
0,8
GTHN18A4NK3AA
¼”
0,8
GTHN24A1 NK3AA
⅜”
0,8
GTHN36A2 NM3AA
½”
1
GTHN42A2 NM3AA
½”
1
Kabel Zuig Leiding
Pers Leiding
Tape
Condensafvoer
De verbinding tussen binnen en buiten unit. • Verwijder de afdichtingmoeren van de koelleidingen van het binnendeel, als er geen gas uit komt is dit een aanwijzing voor een lekkage in het binnendeel. • Monteer de beide koelleidingen en de afdichtingsringen op de juiste wijze en draai de moeren met de hand vast. • Gebruik voor het aandraaien van de moeren TWEE passende sleutels.
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc (REVISIE 02)
20-2-2008
Installeren buitendeel Afpersen Vacumeren en Lektest 1. Verwijder de moeren van de kranen. 2. Plaats de koelleiding recht boven de kranen en draai de moeren met de hand vast. (zie Fig.9) 3. Draai de moeren vast met een passende sleutel en volgens de voorschriften. 4. Verwijder de eindkappen van de kranen. 5. Plaats een manometerset en sluit de stikstofcilinder aan. 6. Zet de installatie op stikstofdruk. (Max. 1,3 x MTW) 7. Sop alle koppelingen en lassen af met zeepsop of ander testmiddel. 8. Controleer of alles 100% dicht is, verhelp eventuele lekkage. 9. Laat de druk af en vacumeer, tot de benodigde druk. (zie Fig.10) 10. Verwijder de vacu端mmeter en pomp. 11. Draai de inbusschroeven los en controleer opnieuw met een lektester of alles dicht is. 12. Plaats de eindkappen terug 13. Laat het toestel proefdraaien en controleer de druk. Afvoer buitendeel alleen bij warmtepomp Als het toestel verwarmt of in ontdooistand staat dan vormt het buitendeel water. Dit water wordt dan afgevoerd via de bijgeleverde afvoerplug. Zorg dan ook voor dat het water voldoende weg kan lopen i.v.m. ijsvorming in de winter. Installatie: Monteer de bijgeleverde plug aan de onderzijde van het toestel. Sluit eventueel een passende leiding aan voor een goede afvoer. G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc (REVISIE 02)
20-2-2008
5
Afpersen , lektesten en vacumeren
Installatie instructie
Drukbeproeving en lektest Deze handelingen dienen te gebeuren door een STEK- erkend bedrijf.
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc (REVISIE 02)
20-2-2008
6
Condens afvoer
Als het buitendeel lager ge誰nstalleerd
Installatie instructie
Afdichting
is dan het binnendeel fig. 1
1. Zorg ervoor dat de condensafvoer voldoende vrij kan uitstromen. 2. Alles dient voldoende vastgezet te worden 3. Alle leidingen dienen voldoende te worden afgewerkt met tape van boven tot onder
Zadels
Condensafvoer
Figuur 1 Als het buitendeel hoger ge誰nstalleerd is dan het binnendeel fig. 2
1. Aftapen dient te gebeuren van onderen naar boven. 2. Alle buizen en kabels dienen te worden samen gebonden met tape en het gat dient te worden afgedicht om lekkage te voorkomen. 3. Bevestig alles goed met beugels. Figuur 2
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc (REVISIE 02)
20-2-2008
7
Condens afvoer na installatie
Installatie instructie
Controleer altijd na installatie of de afvoer goed functioneert. 1. Condens afvoer • De condens afvoer kan zowel aan de linker als aan de rechter zijde worden aangesloten. • De afvoer moet gelijk zijn of groter dan aansluiting van de unit. ( 20 mm ) • Hou de afvoer zo kort mogelijk en laat deze voldoende aflopen, 1 cm per meter. Zie fig. 1 • Gebruik de bijgeleverde afvoerstuk (4) en klem (5). Plaats het afvoerstuk tot aan de aanslag op de aansluiting van de lekpan. Draai hier na de klem vast zodat de speling niet groter is dan 4 mm. Zie fig. 2. • Wikkel de bijgeleverde isolatie om de klem. Zie fig. 3 • Zorg ervoor dat de afvoer afloopt. Zie fig. 4 2. Let er op dat het vervolg van de afvoer ook goed afloopt. • Giet na montage wat water in de lekpan van de unit en controleer of de afvoer goed afloopt. Zie fig. 5 Let op goede afloop
Klem (5)
Afvoer niet omhoog
Afvoer (4)
Geen bochten omhoog Plak gebied (grijs)
Afvoer niet in water leggen
Fig. 2
Fig. 1 Uitblaas Klem (5) Grote isolatie
Gieter
Fig.3
Fig.4
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc (REVISIE 02)
Fig.5
20-2-2008
Uittesten
Installatie instructie
Uittesten van de airconditioning • Alvorens in te schakelen controleer nog een keer of alle elektrische aansluitingen goed zijn. • Gebruik een thermometer voor controle van aanzuig en uitblaas lucht. • Het verschil tussen lucht in en lucht uit moet meer zijn dan 8° C.
• De airconditioning heeft een auto herstart functie nadat de stroom is uitgevallen.
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc (REVISIE 02)
20-2-2008
9
Controlle na installatie
Installatie instructie
Controle na installatie Controleren Is het goed gemonteerd ? Is er een lektest gedaan ? Is alles goed geïsoleerd ? Doet de afvoer het goed ? Klopt het voltage met wat er op de unit staat ? Is er een goede aarde aanwezig ? Is de voedingskabel goed aangesloten ? Kan het binnen – en buitendeel vrij uitblazen ? Komt de lengte van de koelleidingen overeen met de maximale lengte ?
Oorzaak De unit maak herrie of vreemd geluid. Mogelijk te weinig freon. Mogelijk condens druppels of lekkage. Mogelijk condens druppels of lekkage. Het kan elektrische storingen veroorzaken of stuk gaan. Mogelijke lekspanning. Het kan elektrische storingen veroorzaken of stuk gaan. Dit kan leiden tot verminderde capaciteit. Verminderde koelcapaciteit, bijvullen.
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc (REVISIE 02)
20-2-2008
Vloer / Plafond met warmte pomp Technische gegevens Type
GTHN12A4NK3AA
GTHN18A4NK3AA
GTHN24A1NK3AA
GTHN36A2NM3AA
GTHN42A2NM3AA
Art. nr.
0890820
0890830
0890901
0890710
0891001
Model
29
30
19
20
21
Koelvermogen
W/BTU
3.500/12.000
5.000/18.000
7.000 / 24.000
10.000 / 36.000
12.000 / 42.000
Verwarmen
W/BTU
3.900/13.000
5.600/19.000
7.650 / 26.000
11.200 / 38.000
13.500 / 45.000
Voeding
V / Hz
230 / 50
230 / 50
230 / 50
400 / 50
400 / 50
Buitendeel
Buitendeel
Buitendeel
Buitendeel
Buitendeel
2,80
2,80
2.98
4.37
4.80
COP waarde
2,80
2,80
2.60
2,61
2.50
Klasse
B
B
C
C
D
Voeding op Vermogen
kW
Stroomsterkte
Amp
7.50
11.50
16.2
7,60
12
Afzekerwaarde
Amp
16 Traag
16 Traag
20 Traag
16 Traag (3N)
16 Traag (3N)
Luchthoeveelheid
m続
600/555/490
700/595/515
1.170/1.080/980
2.100/1.750/1.600
2.200/1.800/1.650
Hoogte
mm
595
695
600
695
695
Breedte
mm
836
836
1.300
1.310
1.590
Diepte
mm
238
238
188
195
238
Gewicht
Kg
27
27
32
42
42
Geluidsniveau
dB(A)
46/42/38
47/44/40
49/47/45
49/47/45
49/47/45
Hoogte
mm
540
680
840
840
1.280
Breedte
mm
848
913
950
1.050
1.110
Diepte
mm
320
378
412
412
450
Gewicht
Kg
40
52
75
100
112
Geluidsniveau
dB(A)
56
59
57
60
62
R 410 A
R 410 A
R 410 A
R 410 A
R 410 A
Afmetingen binnendeel
Afmetingen buitendeel
koelmiddel Koelmiddel
Kg
1,25
1,50
2.4
3.3
3,5
Koelleiding
inch
1/4 x 1/2
1/4 x 1/2
3/8 x 5/8
1/2 x 3/4
1/2 x 3/4
Ontvochtiging
Ltr/h
1,60
1,60
2.4
2.6
2,6
Max Leiding lengte
Mtr
10
10
10
10
10
Min Leiding lengte
Mtr
3
3
3
3
3
Max. leiding hoogte
Mtr
5
5
5
5
5
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en Installatievoorschriften 2008\Installatie voorschriften 2008\Installatie voorschriften vloer en plafond 2008.doc (REVISIE 02)
20-2-2008