2 minute read

Les 1: Startverhaal

Het verhaal Exodus

Exodus vertelt het verhaal van de Israëlieten. Dit volk woonde ooit in gevangenschap in Egypte. De farao, de baas van het land, is bang voor de Israëlieten met hun eigen god. Daarom maakt hij hen tot slaaf. Hij geeft de opdracht om alle jongetjesbaby’s van de Israëlieten te verdrinken in de Nijl. Eén baby wordt gered: Mozes. Zijn moeder zet hem in een mandje en laat hem wegdrijven op de golven van de rivier.

Advertisement

Mozes

Een Egyptische prinses vindt het mandje. Zij neemt Mozes mee naar het paleis en voedt hem op als haar eigen zoon. Terwijl Mozes opgroeit, ziet hij dat zijn familie werkt als slaaf. Dat vindt hij vreselijk, dus als god aan Mozes vraagt om de Israëlieten naar de vrijheid te brengen, aarzelt Mozes geen moment. Hij vraagt de farao of ze weg mogen. Maar de farao wil de slaven niet laten gaan.

Plagen

Als Mozes alles heeft geprobeerd om de farao tot andere gedachten te brengen, komt god te hulp. Hij treft Egypte met rampen die steeds verschrikkelijker worden. Deze tien plagen treffen alleen Egyptenaren. De Israëlieten hebben nergens last van. De eerste plaag veranderde het water van de rivier de Nijl in bloed. Daarna kwamen er kikkers uit de Nijl. Ze zaten overal. Toen veranderde god al het stof in steekmuggen. Daarna kwamen er zwermen grote vliegen de huizen van de Egyptenaren binnen. Tot overmaat van ramp stierf al hun vee. De zesde plaag gaf mensen en dieren etterende zweren. De zevende plaag was de ergste hagelstorm die Egypte ooit had meegemaakt en daarna zoemde er een enorme sprinkhanenzwerm over het land. De dieren vraten alle oogst op die nog niet was vernield door de hagelstenen. Daarna was het drie dagen pikdonker. Alleen waar de Israëlieten woonden, was licht. Maar de farao laat de Israëlieten nog steeds niet gaan. Tot de tiende plaag…

De tiende plaag

Bij deze plaag sterft de eerstgeboren zoon van elk Egyptisch gezin. Ook de oudste zoon van de farao. De farao is zo verdrietig dat hij de Israëlieten laat gaan. Voordat de koning zich kan bedenken, vluchten alle Israëlieten. Gelukkig, want niet veel later bedenkt de farao zich en stuurt hij het leger achter ze aan. Met het Egyptische leger op hun hielen, komen de Israëlieten aan bij de Rode Zee. Ze kunnen niet verder. En de soldaten naderen… Vlug roept Mozes god om hulp. Die stuurt een harde wind, die de golven van de Rode Zee wegduwt en een weg over de zeebodem vrijmaakt. Zo komen de Israëlieten veilig aan de overkant.

Soldaten

Als de Israëlieten door de Rode Zee zijn, sluit god de golven. Alle soldaten die hen achtervolgen, worden onder de zee bedolven. Samen met hun dieren, hun voorraden en hun wapens.

Woestijn

De Israëlieten hebben het land van de farao veilig verlaten, maar er staat ze nog een lange tocht te wachten. Joden geloven dat het volk meer dan veertig jaar door de woestijn heeft getrokken, voordat ze een plek vonden om zich te vestigen in het gebied waar nu Israël ligt.

6

Opdracht

A Maak een strip van het verhaal: Exodus, de uittocht uit Egypte.

This article is from: