Door de poort - projectboek (0340)

Page 1

Door de poort biedt materiaal voor iedereen die bij de Eerste Communie betrokken is, in de parochie, thuis en op school. Het bestaat uit een project voor kinderen, een project voor de ouders, suggesties voor de vieringen en een schoolproject.

Door de poort - communieproject

De Eerste Communie is ieder jaar opnieuw een hele belevenis. Vanaf die dag horen de kinderen er écht bij. Met het project Door de poort verkennen kinderen wat die gebeurtenis voor hen en voorn anderen betekent. Tijdens de bijeenkomsten horen kinderen verhalen uit het leven van Jezus, verkennen ze het symbool ‘de poort’ en gaan ze op zoek naar de geheimen van het geloof.

ISBN 978 90 5788 228 9 bestelnummer 340

ISBN 978-90-5788-228-9

Door de poort

Communieproject voor parochie en school

Hennie van Hattum, Els Ettes en Simone Gerich Illustraties Helen van Vliet



Door de poort Communieproject voor parochie en school



Door de poort Communieproject voor parochie en school

Hennie van Hattum en Els Ettes bewerkt door Simone Gerich


Door de Poort communieproject voor parochie en school

Hennie van Hattum en Els Ettes Bewerkt in 2008 door Simone Gerich Illustraties Helen van Vliet Muzieknotatie Compoprint, Ermelo www.compoprint.nl Vormgeving Twin Media, Culemborg www.twinmediabv.nl Redactie Marita Nijenhuis Druk Koninklijke drukkerij Callenbach, Nijkerk Met dank aan DPC Breda en Identiteitsbegeleiders KOWBZ ISBN 978 90 5788 228 9 NUR-code 746 Bestelnummer 340 © 2008, 5e herziene druk © 2001 Kwintessens Uitgevers Postbus 1492, 3800 BL, Amersfoort www.kwintessens.nl Eenvoudig bijbestellen van werkschriften (bestelnummer 341) kan via de website Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch of door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever heeft geprobeerd alle rechthebbenden van gebruikt materiaal te achterhalen. Wie meent rechten te hebben over opgenomen materiaal wordt verzocht contact op te nemen met de uitgever.


Inhoud Algemene inleiding Inhoud en opbouw van het project Mystagogische catechese Symbolen uit de projecten De Eerste Communie: een feest De eucharistie, enkele kernbegrippen

Deel 1 Parochiebijeenkomsten voor de kinderen Inleiding Bijeenkomst 1: De poort van alle mensen Bijeenkomst 2: De poort die altijd open staat Bijeenkomst 3: De poort van de goede gaven Bijeenkomst 4: De poort van de gedroogde tranen Bijeenkomst 5: De poort van samen eten Bijeenkomst 6: De poort van de herinnering

Deel 2 De ouderbijeenkomsten Inleiding Bijeenkomst 1: De poort van alle mensen Bijeenkomst 2: De poort van de goede gaven Bijeenkomst 3: De poort van de gedroogde tranen Bijeenkomst 4: De poort van de herinnering

Deel 3 Bouwstenen voor vieringen Inleiding Bouwstenen voor een presentatieviering Bouwstenen voor een viering met uitleg Bouwstenen voor een eerste communieviering

Deel 4 Schoollessen: Feest achter de poort Inleiding Les 1. Ik ga door de poort Les 2. Welkom bij ons Les 3. Wonderen Les 4. Om te zoenen en te troosten Les 5. Wie eet er mee Les 6. Brood om niet te vergeten

7


Algemene inleiding

8

Door de poort bereidt ouders en kinderen voor op de Eerste Communie. Het is een catecheseproject, dat zowel voor in de parochie als voor op school bedoeld is. Het project sluit aan op de moderne belevingswereld van kinderen en ouders. In Door de poort wordt de Eerste Communie in een brede context geplaatst van religiositeit, godsdienst en kerkgemeenschap. Ouders en kinderen worden uitgenodigd zich daar op hun eigen niveau in te verdiepen. Voor veel ouders en kinderen is deelname aan de Eerste Communie een bijna vanzelfsprekende keuze. Het beleven van de Eerste Communie als katholiek initiatieritueel lijkt echter verder van het dagelijks leven te staan. Door de poort wil een stapje zijn in het zoeken naar een verbintenis tussen het dagelijks leven en de wereld van geloven, godsdienst, traditie en kerk. Het nodigt kinderen en ouders uit thuis, op school en in de parochie met elkaar die wereld nader te verkennen. Deze algemene inleiding is bedoeld voor diegenen die in de parochies en op scholen met (delen van) het project aan het werk gaan. De inleiding geeft een korte beschrijving van de inhoud van het project (1), achtergrondinformatie over de gehanteerde catechetische methode (2), belangrijke symbolen uit het project (3), achtergrondinformatie over de Eerste Communie (4) en de eucharistie (5).

1. Inhoud en opbouw van Door de poort Door de poort is uit vier delen opgebouwd: - Een parochiegedeelte voor de kinderen met materiaal en handleidingen voor de begeleiders voor zes bijeenkomsten van 1,5 uur. Aan dit gedeelte is een apart werkschrift voor de kinderen gekoppeld, dat de kinderen thuis gebruiken. - Een catechesegedeelte voor ouders met materiaal en handleidingen voor de begeleiders voor vier bijeenkomsten in de parochie van twee uur. - Bouwstenen voor een presentatieviering, een viering met uitleg en een eerste communieviering. - Een schoolgedeelte met als titel Feest achter de

Poort met materiaal en handleidingen voor de leerkracht voor zes lessen van één uur, eventueel op te splitsen in twee maal een half uur. Zes parochiebijeenkomsten voor de kinderen In de bijeenkomsten voor de kinderen wordt vanuit twee thema’s gewerkt: - kennismaken met de persoon en het leven van Jezus én - deel uitmaken van de gemeenschap van mensen die geloven in Jezus. Verhalen uit en over het leven van Jezus zijn steeds het vertrekpunt van waaruit de thema’s worden aangereikt.1 Van elk van deze twee thema’s worden drie aspecten nader uitgewerkt. Drie aspecten van het thema ‘het leven van Jezus’: 1. De diepe verbondenheid met God die uit de verhalen spreekt. Voor Jezus is God zijn vader, zijn thuis. Jezus geeft zich volledig over aan God. Tussen God en Jezus bestaan geen geheimen, er is geen afstand. Alles wat Jezus doet, doet hij in naam van God. 2. Uit die diepe verbondenheid met God komt een diepe verbondenheid met de medemensen voort. Jezus meet met Gods maten. Menselijke wetten blijken vaak te eng. God is liefde; onvoorwaardelijk en inclusief. De diepe verbondenheid met God die liefde is, blijkt een bron te zijn van menselijkheid, medeleven, compassie. Geloof in Jezus brengt de mensen om hem heen heling, verlossing, bevrijding. 3. De gedachtenis aan Jezus’ leven, dood en opstand verenigt alle mensen die in hem geloven. Het verhaal van zijn leven opent de ogen en toont de diepste en bevrijdende mogelijkheden van het mens-zijn: leven zonder afstand van God, in verbondenheid met elkaar en alles wat leeft.


Drie aspecten van het thema ‘deel uitmaken van de gemeenschap’: 1. Door de doop en de Eerste Communie zijn en worden de kinderen opgenomen in de gemeenschap van mensen die geloven in Jezus. Zij hebben een naam gekregen, ze worden gekend en God schreef die naam in de palm van zijn hand. Zij zijn/worden opgenomen in een gemeenschap die, in naam van Jezus, niemand buitensluit. 2. De gemeenschap waarvan de kinderen deel uit (gaan) maken is een gemeenschap met idealen, met toekomstdromen, die gebaseerd zijn op een vertrouwen in de mensen. Een vertrouwen dat geworteld is in het geloof in God die ‘zag dat het goed was’. 3. De gemeenschap is uitgenodigd voor de maaltijd, uitgenodigd om deel te nemen en het nieuwe verbond tussen mensen en God te herinneren. Deze zes aspecten zijn uitgewerkt voor kinderen van ongeveer zeven jaar. Bij de uitwerking staan symbolen centraal: - het mysterieuze land van God; - de zes poorten van dit land; - de verhalen en de verteller; - de maaltijd. Bij punt drie vindt u meer uitleg over deze symbolen. Daar waar mogelijk wordt de relatie die bestaat tussen het leven van Jezus en het vieren van de eucharistie expliciet aan de orde gesteld. Directe verbanden tussen de concrete verhalen en de gestileerde vormen van de eucharistie zijn echter lang niet altijd aanwijsbaar. Dat betekent dat niet alle aspecten van de eucharistie expliciet aan de orde zullen komen. De keuze voor de twee genoemde thema’s betekent niet dat in de bijeenkomsten geen andere zaken aan de orde zullen komen. We gaan er vanuit dat kinderen niet alleen leren door begrip en expliciete uitleg van zaken, maar vooral door beleving. Het project biedt de kinderen, in de symbolische vormgeving, de rituelen en het gebruik van religieuze voorwerpen volop de ruimte om het religieuze of godsdienstige te beleven zonder dat dit in woorden geëxpliciteerd wordt. Dat geldt zeker voor het deelnemen aan de vieringen in de kerk. Het gebouw, de beelden daarin, de inrichting, het licht, de kaarsen, de aanwezigen, de muziek en de stilte doen onuitgesproken hun

werk. Aan de andere kant is het belangrijk beelden soms juist wel te expliciteren en kritisch te bekijken op hun werking).2 Het werkschrift is een aanvulling op de bijeenkomsten van de kinderen. Het bevat de verhalen uit de bijeenkomsten, uitleg over de Eerste Communie en opdrachten rond het thema dat aan de orde is geweest. Met behulp van het werkschrift staan de kinderen thuis nog even stil bij datgene wat zij in de bijeenkomsten hebben gehoord en beleefd. In het werkschrift staan ook opdrachten die door ouders en kinderen samen moeten worden uitgevoerd. Zo kan het werkschrift de communicatie tussen ouders en kinderen bevorderen. Het werkschrift is een doe- en leesschrift. Als het wordt bewaard is het werkschrift voor ouders en kinderen een blijvende herinnering aan de Eerste Communie. Vier ouderbijeenkomsten Om de communicatie tussen ouders en kinderen te stimuleren, volgen de ouderbijeenkomsten de inhoud van de bijeenkomsten voor de kinderen. Dezelfde verhalen zijn hier uitgangspunt. De ouders verdiepen zich op hun eigen manier in dezelfde thema’s en symbolen als de kinderen. De bijeenkomsten bieden verdiepende informatie en werkvormen die de ouders op het spoor zetten van de eigen geloofsvragen en geloofsbeleving. Zij verkennen de betekenis van een initiatieritueel, de Eerste Communie en de symboliek van de poorten waarvan het project gebruik maakt. Thema’s en vragen die nader worden uitgediept zijn: schuld en vergeving, is het mogelijk te leven zonder zorgen, de aard van het mysterieuze land of koninkrijk van God, de wortels en betekenis van de eucharistie en de relatie tussen de eucharistie en de Eerste Communie. Bouwstenen voor vieringen In dit hoofdstuk zijn bouwstenen opgenomen voor drie vieringen: een presentatieviering, een ‘viering met uitleg’ en een eerste communieviering. Tijdens een presentatieviering stellen de kinderen die zich voorbereiden op hun Eerste Communie zich voor aan de gemeenschap. Tijdens een viering met uitleg wordt iets uitgelegd over wat er tijdens een mis gebeurt, speciaal voor die ouders en kinderen die dat niet goed weten. De presentatieviering en de viering met uitleg kunt u hou-

9


den in de periode dat ouders en kinderen in de parochie bezig zijn met het project.

van de mystagoog wordt niet gevraagd iets over te dragen maar ‘iets op te roepen’.

Zes schoollessen Feest achter de poort De schoollessen ondersteunen de voorbereiding op de Eerste Communie in de parochie. Dit project voor het vak godsdienst of levensbeschouwing is voor alle kinderen van de groep geschikt. De eigen beleving van de kinderen staat in de lessen centraal. Ze ervaren wat het is om door een poort te gaan en wat een maaltijd kan betekenen. De lessen gaan uit van de algemene betekenis van de begrippen poort, namen, welkom zijn, verwondering, verzoening en troost, maaltijd en gedenken. Kortom, van de algemeen menselijk basis waarop ook het vieren van de Eerste Communie berust. Voor wie de Eerste Communie wél doet, geven we de brug aan naar de eigenlijke typische rooms-katholieke Eerste Communie.

Bij een mystagogische aanpak gaat het allereerst om de houding van de mystagoog. De mystagoog weet dat je geloven niet kunt overdragen als een pakketje ‘waarheden’. Wat mensen (volwassenen en kinderen) voor waar houden of geloven, is afhankelijk van hun eigen ervaring en beleving. De mystagoog gaat daarom aan het werk met de ervaringen van mensen en gaat met hen op zoek naar de diepte daarvan. Mystagogische catechese vertrekt altijd vanuit de concrete situatie waarin mensen staan en gaat van daaruit met hen op weg. Dit maakt van de catechese een proces waarvan de uitkomst niet bij voorbaat vastligt, wat niet hetzelfde is als zeggen dat een dergelijke catechese doelloos zou zijn. Een mystagogisch georiënteerde catechese wil mensen inzicht bieden en vertrouwd maken met een religieuze of goddelijke werkelijkheid. Zij doet dat op de eerste plaats door speelruimte te bieden waarin ervaringen met het religieuze kunnen worden opgedaan. Die speelruimte kan uit een aanbod aan verhalen, rituelen, teksten, film, ontmoetingen, dans, kunst en nog veel meer bestaan. De mystagogisch catecheet kan kiezen uit een rijke traditie waarin volop materiaal te vinden is dat de nieuwsgierigheid, de belangstelling en verbeeldingskracht van mensen kan prikkelen. Het aanbod van de mystagoog kan ook kennisoverdracht zijn. Het project Door de poort steunt op de uitgangspunten van de mystagogische catechese: het neemt ouders en kinderen mee op een ontdekkingstocht, het biedt symbolen, verhalen en speelse werkvormen aan die mogelijkerwijs raken aan diepe ervaringen en levensvragen van ouders en kinderen.

2. Mystagogische catechese3

10

De methodiek die in Door de poort gebruikt wordt, sluit aan bij een oude, opnieuw ontdekte visie op geloofsopvoeding: de mystagogie. De term mystagogie stamt uit een vroege periode van het christendom. De ‘myste’ was een man of vrouw die ingewijd werd in de mysteries van het zielenleven en van het geloof. Daarbij werd hij of zij begeleid door een mystagoog of mystagoge. De theoloog Karl Rahner heeft deze oude mystagogische methode weer opgepakt en vertaald naar onze tijd. Een kerngedachte daarbij was: nu godsdienst of religie niet meer tot de vanzelfsprekende dagelijkse ervaringswereld behoort, moet jij je niet allereerst richten op het kennen, maar op de ervaring van het mysterie. In de mystagogische catechese wordt kennis opgedaan, maar het gaat daarbij niet om het overdragen van waarden en waarheden maar om ervaringskennis. De mystagoog zet een bewustzijnsproces in gang. Hij of zij maakt volwassenen en kinderen in de allereerste plaats alert op hun eigen ervaringen van het mysterie. Hij of zij zet hen op het spoor van de ervaring van het mysterie in hun eigen leven. Pas nadat kinderen of volwassenen werkelijk iets van het mysterie hebben beleefd, kan een nadere uitleg daarvan zinvol worden. De rol van de mystagoog is daarbij die van een vroedvrouw die helpt om een kind te baren. Die helpt om dat wat innerlijk groeit en leeft, geboren te laten worden. De vroedvrouw brengt geen kind, zij gaat het halen;

3. Symbolen uit de project Al eerder werden de symbolen genoemd waar dit project gebruik van maakt. Symbolen hebben een krachtige en tegelijk beeldende betekenis die ons helpt om ons te verbinden met begrippen en er een eigen beleving aan te koppelen. Zowel voor de volwassenen als de kinderen worden dezelfde symbolen gebruikt.


De poorten Elke bijeenkomst gaan de kinderen door een poort het land van God binnen. In de eerste bijeenkomst komen zij het land binnen door De poort van alle mensen, dan volgen De poort die altijd open is, De poort van de goede gaven, De poort van de gedroogde tranen, De poort van samen eten en als laatste De poort van de herinnering. Deze poorten zijn geïnspireerd op de twaalf poorten van de heilige stad Jeruzalem (Openbaring 21). Het visioen van Johannes vermeldt dat de poorten van de heilige stad open staan naar alle windrichtingen. Overdag zullen ze niet worden gesloten en er zal geen nacht meer zijn. Geen kwaad kan er doorheen en niemand die leugenachtig is kan binnengaan, alleen ‘zij van wie de namen zijn geschreven in het boek des levens van het Lam’ kunnen binnengaan. Geïnspireerd op dit beeld zijn de poorten van het land van God geen nauwe poorten. Er worden geen voorwaarden gesteld om de het land binnen te kunnen gaan. In het land van God, de heilige stad, bestaan het kwade en onwaarachtige eenvoudigweg niet. Iedereen die door God is gekend en die waarachtig is, zal er binnengaan. En dat betekent ook werkelijk dat iedereen er binnen mag, want God schreef alle namen van de schepselen in zijn hand. De poorten staan open voor iedereen die in antwoord op het gekend zijn door God, deel wil nemen aan het verbond. De poorten symboliseren het binnentreden in een andere heilige, mysterievolle wereld. We noemen dit initiatie. Wie door de poort gaat, wordt als het ware ingewijd in die werkelijkheid. Getroffen en geraakt door de verhalen over het leven, de dood en opstanding van Jezus, namen heel veel mensen op de wereld die stap. Wie door de poort gaat en het land van God binnengaat is daar dan ook niet alleen, maar treedt binnen in een gemeenschap van mensen die zich - op vele verschillende manieren - thuis voelen in het land van God. Het land van God In elke bijeenkomst van het project gaan de kinderen binnen in het land van God. Het land van God verwijst naar het ‘geheime’ koninkrijk van God waarover Jezus zo vaak spreekt. Dit koninkrijk van God wordt vergeleken met een mosterdzaadje. Eenmaal ontkiemd groeit het uit tot een enorme boom. Het wordt vergeleken met zuurdesem dat ‘samensmelt’ met het brooddeeg en het deeg

onstuitbaar doet rijzen. Keer op keer zegt Jezus dat het erop aan komt dit koninkrijk van God eerst te vinden. Al het andere zal geschonken worden.4 In dit project ontdekken de kinderen dit land van God waar niemand wordt uitgesloten, waar de verbondenheid met de goede God wordt gevierd, waar alle tranen zijn gedroogd; niemand komt nog iets te kort. Zij ontdekken dit land dat er naar Jezus zeggen ‘al is’ voor wie ogen heeft om het te zien. Het land van God is er, niet als een paradijselijk sprookjesland, maar als een verborgen land. We zullen het moeten zoeken en tot realiteit moeten maken. In die zin is het koninkrijk er nog niet. De afgelopen jaren heeft - onder invloed van politieke en bevrijdingstheologie - vooral dit laatste aspect van het mysterievolle koninkrijk van God veel aandacht gekregen. Het verwerkelijken van het koninkrijk van God werd daarbij sterk als een opdracht ervaren om - in navolging van Jezus - onrecht, lijden en kwaad in de samenleving te bestrijden. Hoewel dit ‘ethische appel’ in dit project zeker niet ontbreekt, is ook getracht recht te doen aan het ‘mysterievolle’ land van God dat er al is. De verhalen en de verteller De verhalen uit het leven van Jezus, zijn de sleutels om door de poort te gaan en het land van God binnen te gaan. De verhalen van en over Jezus helpen de luisteraars op weg. Zij dagen uit om op zoek te gaan naar de bron van ons leven; naar de grond onder onze voeten. Ze laten iets zien van de diepste mogelijkheden van mensen. Het is voor mensen mogelijk God te ervaren, lief te hebben, over grenzen van eigenbelangen en bekrompenheid heen te komen en ‘zorgeloos’ thuis te zijn op de aarde.5 In het project worden de verhalen verteld door vertellers (m/v) uit verschillende tijden: tijdgenoten van Jezus, hun kinderen en tijdgenoten van ons. De vertellers kruipen in de huid van verschillende personages die de gemeenschap door de tijd heen symboliseren. Deze aanpak brengt de voortgaande beweging van mensen die geraakt zijn door Jezus in beeld. De maaltijd Het centrale beeld in de eucharistie is dat van de maaltijd. De maaltijd dient zowel om te vieren (de opstanding van Jezus) als om te gedenken (het leven van Jezus). Het wezenlijk element van de communie is de gezamenlijkheid; het samen de-

11


len en het samen eten. Het sluit daarbij aan bij de ook voor kinderen herkenbare ervaring dat een gezamenlijke maaltijd verbondenheid impliceert. Veel kinderen hebben de ervaring van een feestmaal of een herdenkingsmaal. In het schoolproject staat dan ook het voorbereiden en samen eten van de maaltijd centraal.

4. De Eerste Communie: een feest De Eerste Communie is een feest dat vrijwel jaarlijks in alle rooms-katholieke parochies wordt gevierd. Kinderen nemen voor het eerst deel aan de eucharistie. Voor velen lijkt de Eerste Communie een ‘eeuwenoude’ traditie te zijn. Het is dan ook vaak verrassend als vrijwillig(st)ers en ouders ontdekken dat de Eerste Communie (zoals wij die kennen) pas bestaat sinds 1910. In dat jaar stelde Paus Pius X per decreet (Quam singulari) vast dat kinderen vanaf ongeveer zeven jaar deel mochten nemen aan de eucharistie. De gedachtegang was dat kinderen rond hun zevende ‘tot de jaren des onderscheids’ komen en iets kunnen begrijpen van de betekenis van de eucharistie.

12

Deel van een initiatierite Initiatie betekent ‘ingaan tot’ of ‘naar binnen gaan’. Lange tijd maakte de Eerste Communie deel uit van een rite waarmee volwassenen (en kinderen) werden opgenomen in de gemeenschappen die ontstonden na de dood van Jezus. Christen worden was in de dagen van de jonge kerk vooral een zaak van volwassenen. Mensen die werden geraakt door de verhalen over het leven van Jezus werden na een lange voorbereidingstijd (catechumenaat) opgenomen in de gemeenschap. In het donker van de Paasnacht werden zij ondergedompeld in water (doopsel) en gezalfd met olie (vormsel). Daarna namen zij deel aan de Maaltijd van de Heer (communie). Doopsel, vormsel en communie vormden één feestelijk gebeuren. In de loop van de tijd echter zijn doop, Eerste Communie en vormsel uit elkaar gehaald. Delen van de oorspronkelijke initiatierite worden nu op verschillende momenten uitgevoerd. Door het doopsel zijn kinderen opgenomen in de gemeenschap. (Het is dan ook niet juist om te zeggen dat kinderen er door de Eerste Communie ‘bij gaan horen’). Met de Eerste Communie nemen zij voor het eerst deel aan de eucharistie. Bij het vormsel worden zij gezalfd en gedoopt met de Geest.

Verschuivingen in de beleving van de Eerste Communie De Eerste Communie maakt deel uit van een inwijdingsritueel dat kinderen opneemt in de gemeenschap. Pastores, werkgroepen en onderzoekers hebben echter opgemerkt dat het opgenomen worden in de kerk voor veel ouders niet de werkelijke reden is om hun kinderen op te geven voor de Eerste Communie. Na de initiatie zou dan immers participatie binnen de gemeenschap moeten volgen, maar dat is vaak niet het geval. Men vraagt zich dan ook af waarom ouders die nauwelijks betrokken zijn bij de gemeenschap hun kinderen nog steeds in grote getale in laten schrijven. De gedachte is geopperd dat ouders de Eerste Communie zien als een overgangsritueel. Een ritueel dat wordt uitgevoerd op het moment dat ouders en/of kinderen een nieuwe fase van hun leven ingaan. Dergelijke riten zijn in alle culturen te vinden. De overgang van het ene stadium naar het andere wordt symbolisch weergegeven in een ritueel dat het sterven van het oude en de geboorte van het nieuwe symboliseert. (Het doopsel is bijvoorbeeld als een overgangsritueel te duiden. De onderdompeling in het doopwater symboliseert het ondergaan van de oude mens en het geboren worden van de nieuwe). Mogelijkerwijs zien ouders de Eerste Communie als een overgangsritueel. De kleuterperiode is afgesloten. Een nieuwe groep mensen (de leraren, leeftijdgenoten) gaat naast de ouders en de familie een steeds belangrijkere rol spelen in het leven van de kinderen. Ouders moeten beginnen aan het proces van loslaten. En de kinderen zetten een stap op weg naar volwassenheid. Dit wordt echter weersproken door het gegeven dat kinderen (vaak na de peuterspeelzaal) al een aantal jaren naar de basisschool gaan als zij voor het eerst deelnemen aan de eucharistie. Een docent liturgie aan de universiteit van Tilburg merkt op dat het wel eens zo zou kunnen zijn dat de Eerste Communie nog zoveel mensen aantrekt omdat het op de eerste plaats als een feest wordt ervaren. Een feest dat vooral in het zuiden van het land vaak groots wordt aangepakt. Als feest heeft de Eerste Communie een plaats in het kerkelijk leven, maar vooral ook in het maatschappelijke en sociale leven. Het is duidelijk dat steeds minder mensen zich betrokken voelen bij het kerkelijke, maar de betrokkenheid bij de feesten die verbonden zijn aan het kerkelijk jaar (Kerst, Pasen) en


belangrijke levensmomenten (doop, Eerste Communie, huwelijk, uitvaart) is nog steeds groot. De Eerste Communie lijkt een feest te zijn geworden als Pasen of Kerst.

5. De eucharistie, enkele kernbegrippen Als kinderen hun Eerste Communie gaan doen, nemen ze voor de eerste keer deel aan de viering van de eucharistie. Waarschijnlijk zijn ze al een paar keer eerder bij een eucharistieviering aanwezig geweest. Ze zijn meegekomen naar gezinsvieringen en hebben geluisterd, gebeden en gezongen. Ze hebben zich in de presentatieviering voorgesteld aan de parochie. Maar ze mochten nog niet meedoen met de anderen als die te communie gingen. (Wat ouders en pastores soms lastige vragen oplevert die moeilijk te beantwoorden zijn. Zie punt 2.) Eeuwenlang al neemt de eucharistieviering een centrale plaats in het leven van de kerk in. Maar in onze tijd, waarin de deelname aan de eucharistie gedaald is tot onder de tien procent, zal niet iedereen meer weten wat het vieren van de eucharistie nu precies inhoudt. Wat vieren we eigenlijk in de eucharistie? Wat is het geloof van de kerk met betrekking tot dit sacrament? En hoe beleven mensen dat in onze tijd? In 1999 verscheen in Nederlandse vertaling een document van de katholieke bisschoppen van Engeland, Wales, Ierland en Schotland over de eucharistie: Eén brood - Eén lichaam6 Dit document zet de belangrijkste punten van het geloof in de eucharistie uiteen. Omdat de taal van dit document niet voor iedere lezer gemakkelijk toegankelijk is, worden enkele kernbegrippen in eigen bewoordingen weergegeven. Verbond De betekenis van de eucharistie gaat terug op het verbond tussen God en de mensen. De oorsprong van dat verbond gaat terug op het Oude Testament. In het boek Genesis lezen we dat God een verbond sluit met Noach, zijn nageslacht en alle levende wezens. God belooft de aarde nooit meer te vervloeken vanwege de mensen. Hij of zij zal zich niet meer tegen de schepping keren. De aarde zal een betrouwbare plek zijn om te leven. God en de schepping zijn onlosmakelijk verbonden.7 In de verhalen over de uittocht uit Egypte wordt dit verbond nader toegespitst op de relatie tussen God en het Israëlische volk.8 In Exodus

(24,1-11) wordt verhaald hoe Mozes dit verbond met een offer bezegelt. Het altaar (symbool van God) en het volk worden besprenkeld met het vergoten bloed. Het volk eet een deel van het offervlees en Mozes zegt: ‘Alles wat de Heer zegt zullen wij doen en ter harte nemen’. In deze verbondssluiting spelen offer en maaltijd een rol in één en hetzelfde gebeuren. Als Jezus eeuwen later met zijn vrienden het paasmaal viert, dan pakt hij een beker op en zegt: ‘Deze beker is het nieuwe verbond door mijn bloed; hij wordt voor jullie leeggegoten’ (Lucas 22,20). Met die woorden verwijst Jezus (een joodse man, opgevoed in de joodse traditie) naar de woorden van Mozes. Hij sluit een nieuw verbond. Een verbond met God die hij kent als zijn Vader. Dit nieuwe verbond vervangt het oude niet, maar geeft er op een nieuwe wijze gestalte aan. Offer Na de herontdekking van de eucharistie als maaltijd is het offerkarakter op de achtergrond geraakt. De gelovigen ervaren vandaag de dag eucharistie vooral als een samenzijn rond de tafel van de Heer. Zij spreken graag over ‘breken en delen’. De gedachtegang daarbij is: wie het eucharistisch brood deelt moet ook bereid zijn om op andere wijze te delen. Dit delen wordt echter niet graag een ‘offer’ genoemd. Dat woord herinnert te veel aan de zelfkwelling waarmee men zich bepaalde zaken moe(s)t ontzeggen. De eigenlijke betekenis van offer is echter altijd levend gebleven onder de mensen, ook al gebruikte men daarvoor het woord niet. Zo vinden veel mensen het vanzelfsprekend om iets mee te brengen als zij op bezoek gaan. Gastheren of gastvrouwen bieden op hun beurt de visite graag iets goeds aan. Soms vinden mensen het vervelend als je zo maar binnen komt vallen, want ze hebben niet de kans gekregen om iets in huis te halen. Iets offeren betekent eigenlijk: iets aanbieden van jezelf. Ook in godsdiensten heeft offeren die betekenis. Men nadert het Heilige niet met lege handen. Aan God worden bijvoorbeeld de vruchten van ons werken geboden, fruit of koren van het land, tekeningen van kinderen. Een offer hoeft niet altijd een tastbare vorm te hebben. Je kunt ook je handigheid of je kennis beschikbaar stellen of zelfs je hele leven aanbieden. Als wordt gezegd dat Jezus zichzelf offerde aan God dan kun je dat als volgt verstaan: Jezus wist

13


zich innig verbonden met God. Hij kende God als zijn Vader. Zijn hele leven was gericht op God en zelfs toen duidelijk werd dat die gerichtheid hem ‘zijn leven zou kosten’ bleef hij trouw aan die verbondenheid. De woorden: ‘Dit is mijn Lichaam dat voor jullie gegeven wordt’ doelen dan daarop.

14

Gedachtenis Sommige dingen die in het verleden gebeurd zijn, kun je jezelf herinneren. Je kunt er aan denken. Maar als we het hebben over ‘gedenken’ gaan we een stapje verder. Dan worden de gebeurtenissen uit het verleden zo sterk aanwezig in het heden dat zij ons helpen om de toekomst tegemoet te treden. Een bekend voorbeeld van een dergelijk ‘gedenken’ is de dodenherdenking in mei. We nemen de tijd, worden stil om het verleden goed tot ons door te laten dringen. De gruwelen van toen gaan even deel uitmaken van ons leven nu. We doen dat met het oog op de toekomst: nooit meer mag een dergelijke slachting worden aangericht. Daarom willen we ‘gedenken’, daarom stellen we ons open voor het verleden, willen we ons laten ‘raken’. Gedenken gebeurt nooit toevallig of vanzelf. Wij hebben symbolen en rituelen nodig om de gedachtenis in ons midden levend te houden. Eén minuut stilte, kinderen leggen bloemen bij monumenten, de koningin legt een krans enzovoorts. Het gaat om symbolische handelingen die ons innerlijk kunnen raken, die stil doen staan en werkelijk ‘gedenken’ mogelijk maken. Om dat te bewerken wordt in de eucharistie de heilige Geest, de kracht van God, afgeroepen over het brood en de wijn en over de gemeenschap. Men roept de kracht van God aan om van het herinneren een gedenken te maken. Als dat gebeurt, komt Jezus de Gezalfde werkelijk tot leven in de gemeenschap. Mensen worden geraakt door de herinnering die wordt opgeroepen en opnieuw geïnspireerd (spiritus = geest) voor de toekomst. In de evangeliën (de verhalen over het leven van Jezus die in de jonge christengemeenschappen werden opgeschreven) wordt verteld dat Jezus zelf de opdracht gaf om hem te gedenken. Als hij met zijn leerlingen aan tafel zit voor hun laatste gezamenlijke maaltijd en het brood en de wijn deelt zegt hij daarbij: ‘Doe dit om mij te gedenken’. Met andere woorden: houd de herinnering aan mij levend. Laat mij leven onder jullie.

Gemeenschap Het samenkomen in de eucharistie van de mensen die geloven in Jezus werkt gemeenschapvormend. Mensen luisteren samen naar een verhaal, horen muziek, zingen met elkaar, bidden gezamenlijk, gedenken en delen brood en wijn. Een gezamenlijke maaltijd is bij uitstek een samenkomst waardoor men sterk op elkaar betrokken raakt. Dat geldt ook voor de rituele maaltijd die de eucharistie is. Door het brood te delen waarvan Jezus zei ‘dit is mijn lichaam’ delen we in het leven van Jezus. We nemen zijn leven, zijn levenshouding, zijn verbondenheid met God in ons leven op. Een levenshouding die gedeeld wordt door alle mensen die ‘het lichaam van Christus’ tot zich nemen. De rituele maaltijd symboliseert die verbondenheid met Jezus, met God en met elkaar. Lofprijzende dankzegging Het woord ‘eucharistie’ betekent lofprijzende dankzegging. Het is de vertaling van het hebreeuwse woord beracha. De beracha is een gebedsvorm die kenmerkend is voor de joodse zegeningen. Het is een lofprijzing. Mensen betuigen eer aan God omdat zij God (h)erkennen als de Schepper, de bron van leven, vrede, het goede en alle andere kwaliteiten die ze in het leven ontdekken én ze danken God daarvoor. Alles wat mensen aan goeds in hun leven ervaren, kan aanleiding zijn voor het uitspreken van een beracha, voor het prijzen en danken van God. In het Nederlands hebben wij twee woorden nodig om dat hebreeuwse woord te vertalen: lofprijzende dankzegging. De eucharistie verbindt ons in het prijzen en danken van God met een oude traditie waarin mensen, waaronder Jezus, hun verbondenheid met God uitspreken en bevestigen. Sacrament De doop, het Vormsel, de eucharistie, het huwelijk, de biecht, de ziekenzalving en de priesterwijding worden in de rooms-katholieke kerk de zeven sacramenten genoemd. Sacramenten worden vaak gezien als iets dat kan worden ‘toegediend’ en als iets dat je van buiten af ‘ontvangen kunt’, als rituelen die ‘werken’ als maar de juiste handelingen worden verricht en de juiste woorden worden gesproken. Zo zijn zij echter niet bedoeld. In het woord ‘sacrament’ zit het Latijnse woordje ‘sacer’ wat ‘heilig’ betekent. Vele eeuwen lang heb-


ben christenen het woord sacrament gebruikt voor alle tekenen, gebaren, handelingen en woorden die voor hen heilig (= helend) waren. Het heilige had met God te maken, met het mysterie, met de boodschap van Jezus en met de kerk. Sacramentele handelingen woorden, en gebaren maakten dat ingewijden dit heilige ook echt konden ervaren en er deel aan konden hebben. Door en in de sacramentele handelingen zag en ervoer men de werking van het heilige of goddelijke. Het was daarbij duidelijk dat het bij de sacramenten om symbolische handelingen ging. Juist het verstaan van die symboliek is echter grotendeels verloren gegaan. Theologen zochten door de eeuwen heen naar de kern van al wat als heilig werd ervaren en in de twaalfde eeuw stelde men de zeven kernmomenten die wij nu kennen als sacramenten vast. Zeven momenten waarop het heilige werkzaam is, en waarop mensen het heilige of goddelijke onmiddellijk kunnen ervaren, als zij zich daarvoor open stellen. Heel kort samengevat kun je zeggen dat een sacrament een werkzaam teken is, een symbolische handeling en symbolen werken dan wanneer mensen er werkelijk door worden geraakt. De eucharistie is een van de zeven sacramenten, een van de zeven kernmomenten waarin de helende kracht van God onmiddellijk te ervaren is. Noten bij inleiding: 1. Deze keuze voor verhalen over het leven van Jezus maakt dat geen verhalen zijn opgenomen uit het Oude Testament. Voor het leggen van een dergelijke relatie is zeker vanuit een theologisch oogpunt wel het een en ander te zeggen. Maar omdat bij kinderen van zeven, acht jaar het historisch besef nog niet tot volle ontwikkeling is gekomen, lijkt het didactisch minder wenselijk. Sprongen in de tijd die voor volwassenen logisch zijn (als de verbanden worden uitgelegd of worden gekend) zijn voor kinderen onnavolgbaar. De verhalen over verschillende mensen in verschillende tijden zouden losse elementen blijven. In de vormgeving, de aankleding van de verteller bijvoorbeeld, wordt wel via dat wat kinderen zien een link gelegd met de tijd en de cultuur waarin Jezus leefde. 2. Zo wordt in de bijeenkomsten en vieringen zeker aandacht besteed aan bidden, maar bidden is geen thema dat expliciet met de kinderen wordt uitgediept. Hetzelfde geldt voor het leren om-

gaan met symbolen en religieuze taal, de relatie met het joodse geloof, de werking van sacramenten en het offerkarakter van de eucharistie. 3. Wie meer wil lezen over mystagogie kan het boek Mystagogie, inwijding in het symbolisch bewustzijn van Dr. Tjeu van den Berk naslaan. (Meinema, Zoetermeer 1999). 4. Zie o.a. Matteüs 13, 31 ev, Lucas 12,31. 5. In Openbaring wordt Jezus als ‘sleuteldrager’ aangeduid: ‘Zo spreekt de heilige, de waarachtige die de sleutel van David heeft, die opent en niemand sluit, die sluit en niemand opent: Ik ken uw daden. Zie, Ik heb voor u een deur opengezet die niemand kan sluiten’. In de commentaren wordt toegelicht dat de sleutel van David toegang geeft tot het nieuwe Jeruzalem en dat de sleutel macht geeft macht over leven en dood. 6. Een-twee-een, kerkelijke documentatie, mei 1999 7. ‘Nooit meer zal Ik de aardbodem vervloeken vanwege de mensen; het hart van de mens is immers geneigd tot het kwade van jongs af aan. Ook de andere levende wezens zal Ik nooit meer treffen, zoals Ik nu gedaan heb. Zolang de aarde bestaat, blijft er zaaitijd en oogsttijd koude en hitte, zomer, winter, dag en nacht, Nooit houdt dat op.’ (Genesis 8, 21-22) 8. ‘Als gij aan mijn woord gehoorzaamt en mijn verbond onderhoudt, dan zult ge - hoewel de hele aarde mij toebehoort – van alle volken op bijzondere wijze mijn eigendom zijn’. (Exodus 19, 5)

15



Door de poort biedt materiaal voor iedereen die bij de Eerste Communie betrokken is, in de parochie, thuis en op school. Het bestaat uit een project voor kinderen, een project voor de ouders, suggesties voor de vieringen en een schoolproject.

Door de poort - communieproject

De Eerste Communie is ieder jaar opnieuw een hele belevenis. Vanaf die dag horen de kinderen er écht bij. Met het project Door de poort verkennen kinderen wat die gebeurtenis voor hen en voorn anderen betekent. Tijdens de bijeenkomsten horen kinderen verhalen uit het leven van Jezus, verkennen ze het symbool ‘de poort’ en gaan ze op zoek naar de geheimen van het geloof.

ISBN 978 90 5788 228 9 bestelnummer 340

ISBN 978-90-5788-228-9

Door de poort

Communieproject voor parochie en school

Hennie van Hattum, Els Ettes en Simone Gerich Illustraties Helen van Vliet


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.