Wees wat je ontvangt

Wees wat je ontvangt Project voor de eerste communie

In het project Wees wat je ontvangt verkennen kinderen met hun ouders het mysteriekarakter van de eucharistie. Ze maken kennis met traditionele en eigentijdse vormen, gebeden en symbolen die dit mysterie

Project voor de eerste communie

De eerste communie is ieder jaar opnieuw een hele belevenis. Vanaf die dag horen de kinderen er ĂŠcht bij.

Wees wat je ontvangt Voor begeleiders

een tastbare vorm geven en krijgen kennis aangereikt over de eucharistie en de christelijke traditie.

Het project bestaat uit een boek voor begeleiders waarin de bijeenkomsten volledig zijn voorbereid en uitgeschreven, en een werkschrift voor ouders en kinderen. Na elke bijeenkomst werken kinderen en hun ouders thuis aan en met het werkschrift. Wees wat je ontvangt kan worden uitgevoerd door een parochiĂŤle werkgroep onder leiding van een pastorale beroepskracht.

9

789057 882302 Bestelnummer 343

Hennie van Hattum illustraties Martine van Nieuwenhuizen

Bijeenkomst 5

Licht uit licht Bedoeling De kinderen beseffen – door het delen van het licht van de paaskaars – dat de relatie tussen hen en Jezus Christus mysterievol is. Zij onderzoeken de beeldspraak van het licht verder in het beeld van God die als licht in onze ziel huist. Relatie met de eucharistie In de eucharistie vieren we een ‘heilig mysterie’, een geheim. De symbolen en riten van de eucharistie willen ons ‘omvormen’. De eucharistie ‘tilt ons uit’ ons individuele ik en laat ons één worden met Jezus Christus. Zo legt de eucharistie een weg open voor een ontmoeting met God. In de eucharistie wensen we elkaar de ‘vrede van Christus’. We drukken de oprechte wil uit dat de eucharistie ons mag omvormen tot mensen van God, mensen van vrede. Wat je nodig hebt • Symbooltafel Op de tafel de symbolen uit de voorafgaande bijeenkomsten: spiegel, bijbel, Onze Vader, afbeelding Jezus in de tempel, tekeningen van de kinderen, gebedsdoosjes, woordtekeningen, wierook, hartposters. Voor deze bijeenkomst voegt u toe: de paaskaars en het vissensymbool. • Een kaars/lichtje voor elk kind. • Afhankelijk van het materiaal waarmee u wilt bouwen: klei, papier, melkdozen. 1 Welkom en opening (10 minuten) Maak met de kinderen het kruisteken en bid het Onze Vader. Vraag vervolgens een aantal kinderen hun voorbede voor te lezen. Verzamel alle voorbeden op de symbooltafel. Gebruik eventueel wierook om de gebeden te bewieroken. ‘Mag ons gebed, met de wierook, opgaan naar God’. 2 Opstap: lichtritueel (15 minuten) Verzamel de kinderen rond de symbooltafel. De paaskaars en het vissensymbool zijn nieuwe elementen. Vraag de kinderen of zij weten waar het vissymbool voor staat. Bekijk samen de paaskaars en leg de betekenis daarvan uit. Geef ook aan waarom het licht een symbool van Jezus is. Elk kind krijgt een eigen kaars en steekt die met enig ritueel aan de paaskaars aan. Zeg bijvoorbeeld de namen van de kinderen als zij hun kaars aansteken. ‘Licht uit licht voor Wilbert, Licht uit licht voor Anne’, etc. Ga rustig zitten, laat het kaarsje meenemen of ergens plaatsen. Als alle kaarsjes branden, maakt u het stil. Vraag de kinderen hoe het nu zit: is het licht en vuur van hun kaarsje hetzelfde als dat van de paaskaars? Zeg dat u het een minuut stil laat, zodat ze daar over na kunnen denken. Na een minuut laat u de kinderen reageren in een kort filosofisch gesprek.

32

Informatie voor begeleiders Jezus zei ooit: Ik ben het licht van de wereld. Wie mij volgt, gaat zijn weg niet in het donker, maar bezit het echte levenslicht1. En als je mij volgt zul je zelf licht van de wereld zijn2. Een licht dat anderen bijlicht op hun weg. De paaskaars is het symbool van de verrezen Christus. De grote kaars is altijd versierd met het kruis, de Griekse letters alfa en omega, het jaartal en vijf wierookkorrels die de vijf wonden van Christus aan het kruis symboliseren. De paaskaars wordt aangestoken in de paaswake, de belangrijkste viering van het kerkelijk jaar. De priester ontsteekt de paaskaars middels een lontje aan het paasvuur dat hij vooraf gezegend heeft. Dit kan buiten het kerkgebouw gebeuren, waarop de diaken of priester de paaskaars plechtig binnendraagt onder het zingen van ‘Lumen Christi’, Licht van Christus. Ook kan een klein paasvuur in de kerk branden waaraan de kaars wordt ontstoken. Het licht van de paaskaars verdrijft de donkerte van het gebouw: de kaarsen van de gelovigen worden ontstoken aan de paaskaars. De paaskaars symboliseert daarmee Jezus Christus die het duister, de dood en het kwaad heeft overwonnen. De paaskaars brandt verder in alle vieringen van de paastijd. Na Pinksteren brandt de paaskaars in doopvieringen, bij uitvaarten en tijdens huwelijken. Doopkaars en huwelijkskaars worden ontstoken aan de paaskaars.

3 Kern: een verborgen licht (35 minuten) Lees samen het stripverhaal uit het werkschrift en houdt een gesprek naar aanleiding daarvan. Martha zegt dat we een geheim in ons hebben. Dat God een huis heeft in onze ziel. Zou dat kunnen, zouden we een geheim in ons binnenste kunnen hebben? Wat is onze buitenkant? Wat is onze binnenkant? Wat is er allemaal ‘van binnen’? Is onze neus binnenkant of buitenkant of allebei? Wat zit er nog meer binnen in ons? Laat de kinderen rustig lichamelijke zaken noemen. Het is allemaal binnenkant. Breng het gesprek verder door te vragen ‘en onze gedachten, is dat binnen of buitenkant?’ Waar zitten je gedachten? Als we naar het stripverhaal kijken, zien we wat Martha denkt in kleine wolkjes. Hoe zit dat bij ons? Hoe zien onze gedachten eruit? Waar zitten onze gedachten in ons lijf? En waar zitten onze gevoelens? Waar zit bijvoorbeeld vrolijk zijn? In je tenen, je buik? Waar zit verdriet? Waar zit boos zijn? Ergens binnen in ons, zegt zuster Martha, is een plek waar God woont. Warm en licht is het daar. Maar het is een verborgen plek. Het lijkt op een plekje midden in een groot kasteel. Fantaseer samen met de kinderen hoe je binnen gaat in een kasteel. Bijvoorbeeld in deze trant: Denk je eens in… Je staat voor een groot kasteel. Wat zie je dan? Hoe komen we binnen? En als je binnen bent, wat zie je dan? Als we ronddwalen door het kasteel, welke zalen, kamers en ruimten komen we dan tegen? (troonzaal, raadszaal, ridderzaal, eetzaal, keuken, slaapkamers, werkkamers, etc. ) Als je dwaalt en dwaalt, kom je ooit bij het binnenste van het kasteel. En daar, zegt zuster Marta, woont God, stralend als de zon, daar is het licht en warm. Zet de kinderen na dit gesprek aan het werk. Laat hen een huis bouwen of een kasteel met in het midden een geheime lichtruimte. 4

Pauze (10 minuten)

5 In de kerk Licht en vredeswens (15 minuten) Verzamel de kinderen opnieuw rond de symbooltafel en de paaskaars. Verzamel -indien mogelijk – ook de ‘lichtkastelen’ rond de symbooltafel. Leg uit: Elke keer als we naar de kerk gaan, is het alsof we dwalen in ons kasteel. Op zoek naar die aller-binnenste geheime kamer waar God is, waar het licht is. ‘Jullie zijn het licht van de wereld,’ zei Jezus ooit en daarmee beloofde hij ons iets. We mogen geloven dat we dat licht zijn. Licht voor jezelf en voor anderen. We mogen geloven dat we in die geheime kamer binnen kunnen stappen. Zoals wanneer je thuis komt en zegt: ‘Mam, ik ben thuis’, kun je dan misschien zeggen: ‘Hallo God, hier ben ik’. 1 Johannes 8, 12 2 Matteus 5,14

33