Inhoud Woord vooraf......................................................................................................................................................... 5 1. Een hotel-huis.............................................................................................................................................. 6 2. Drie kamers voor Professor Staartmans................................................................................... 8 3. De eerste gast...........................................................................................................................................10 4. Kast...................................................................................................................................................................12 5. Eks-kwie-sie-to.........................................................................................................................................15 6. Meneer en mevrouw Gadán.........................................................................................................17 7. Harry Hoogte.............................................................................................................................................19 8. Meneer Van Buitenleven..................................................................................................................21 9. Overlevingstocht.....................................................................................................................................24 10. Verliefd?........................................................................................................................................................26 11. Snoepjes........................................................................................................................................................28 12. Mevrouw Spaarzaam..........................................................................................................................30 13. Arm of rijk?.................................................................................................................................................33 14. Glazenwassers..........................................................................................................................................35 15. Ronnie van de Bleek............................................................................................................................37 16. De familie Arkadas................................................................................................................................40 17. Afscheidshelper.......................................................................................................................................42 18. Bang.................................................................................................................................................................44 19. Professor Langvandraat.....................................................................................................................47 20. Mevrouw Veronella en Fifi..............................................................................................................49 21. De cadeaus van Bart............................................................................................................................51 22. De zingende logé...................................................................................................................................54 23. Kerst in het Stapelhuis.......................................................................................................................56 24. Sterren kijken............................................................................................................................................58 25. Inspecteur....................................................................................................................................................61 Thema’s....................................................................................................................................................................64
Woord vooraf Verhalen zijn leuk, leerzaam en interessant. Ze kunnen herkenbaar en ook verrassend zijn. Verhalen kunnen je helpen om na te denken over wat jij belangrijk vindt. Daarom is het goed als op school veel verhalen verteld worden. De methode Kind op Maandag biedt lesmateriaal rond Bijbelverhalen voor de basisschool. In groep 3-4 begint elke lesweek met een verhaal over het Stapelhuis, een vrolijk familiehotel in een kleine stad in Nederland waar steeds weer nieuwe gasten verblijven. In deze verhalen komen thema’s naar voren die ook een rol spelen in de Bijbelverhalen. Zo ontdekken kinderen dat de wereld van de Bijbel te verbinden is met de wereld van vandaag. In dit boek vindt u de verhalen over het Stapelhuis van het najaar van 2019, aangevuld met negen nieuwe verhalen. De verhalen kunnen ook los gebruikt worden. Achter in dit boek is een thematisch register opgenomen, zodat u gemakkelijk een passend verhaal kunt vinden wanneer u aandacht wilt besteden aan een specifiek thema. Erik Idema Hoofdredacteur Kind op Maandag
5
1. Een hotel-huis Op een stoep in Kommerveen staat een familie. De vader heet Bart. Bart Stapel. De moeder heet Barbara. De kinderen heten David en Merel. David is zes jaar en Merel zeven. En de hond heet Professor Staartmans. De familie Stapel staat voor een groot huis. ‘Dit is het!’ vertelt vader Bart vrolijk. ‘Dit is nou ons nieuwe huis. Ons eigen Stapelhuis. Het is prachtig. Het is heel erg luxe. En het is groot. Dat stond allemaal in de folder.’ Uit zijn zak haalt hij een grote, glimmende sleutel. ‘Ta-daa!’ zegt hij. ‘Vanaf vandaag is het ons eigen hotel-huis.’ Hij steekt de sleutel in het slot en maakt de deur open. ‘We moeten misschien nog wel een beetje schoonmaken,’ zegt hij terwijl ze naar binnen lopen. Voorzichtig lopen ze naar binnen. Het ziet er nog niet zo heel prachtig uit. En ook niet erg luxe. Wel groot. David stampt voorzichtig met zijn voet op de vloer. Er komt een stofwolkje naar boven. Merel wijst naar een spinnenweb: ‘Wat is dat?’ ‘Onze eerste gast!’ roept vader Bart vrolijk. Voorzichtig pakt hij de spin bij een pootje, maakt een raam open en zet de spin buiten op de vensterbank. Als hij het raam weer dichtdoet, heeft hij de klink in zijn hand. ‘Oeps… Nou ja, dat maken we wel weer,’ zegt hij snel. Hij legt de klink maar zo lang op de kachel. Moeder Barbara kijkt een beetje bezorgd. ‘Wanneer komen de eerste gasten ook al weer?’ vraagt ze. ‘Over twee weken pas,’ zegt Bart. ‘Dus we hebben nog mooi de tijd om het hier netjes te maken.’ Samen bekijken ze het hele huis. Vlakbij de deur is een balie. ‘Dat wordt de receptie,’ legt Barbara uit. Daartegenover is de eetzaal en daarnaast de keuken. Ze nemen de trap naar boven. Daar zijn wel vier kamers, elk met een eigen badkamer. En op de verdieping dáárboven zijn nog drie kamers. Eén kamer is zo groot, dat er wel vier bedden staan. ‘Jippie!’ roept Merel. ‘Gaan wij hier slapen?’ ‘Nee,’ lacht vader Bart. ‘Wij gaan op zolder wonen.’ Op zolder? Kun je daar dan wonen? Snel gaan ze de laatste trap op. Zo’n zolder hebben David en Merel nog nooit gezien! Het is een zolder met een woonkamer. Met een keuken en een badkamer. Er zijn drie slaapkamers. En er is ook nog een balkon! Het is allemaal wel een beetje stoffig. ‘We moeten flink aan de slag,’ zegt Bart. Dat gaan ze doen. Ze maken er een prachtig Stapelhuis van!
6
2. Drie kamers voor Professor Staartmans De familie Stapel is druk bezig in hun nieuwe Stapelhuis. Ze vegen de vloeren en schilderen de muren. Het begint steeds meer te lijken op een echt hotel. Allemaal helpen ze mee: vader Bart Stapel, moeder Barbara, David en Merel. En de hond, Professor Staartmans? Hij heeft een nieuwe mand gekregen. Een mooie, grote mand met een blauw kussen. ‘Kijk,’ zegt Merel. ‘Ga hier maar in zitten, Professor Staartmans.’ Maar Professor Staartmans wil niet in zijn mand zitten. Hij wil snuffelen bij de verfblikken en kijken of hij een kwast in zijn bek kan houden. Hij wil met zijn poten op het aanrecht staan om te kijken of er iets lekkers is. ‘Af!’ zegt vader Bart. ‘In je mand.’ Teleurgesteld gaat Professor Staartmans in zijn mand zitten. Hij kijkt om zich heen naar al het geklus. Af en toe beweegt hij een beetje, alsof hij uit zijn mand wil stappen. Maar als hij een van zijn baasjes ziet, blijft hij toch maar zitten. Hij kreunt zielig. David aait hem even over zijn bol. ‘Ik heb een nieuw bot voor je,’ zegt hij. ‘Dat vind je toch fijn?‘ Professor Staartmans kijkt even naar het bot. Maar dan kijkt hij weer om zich heen. En even later, als niemand het ziet, stapt hij toch uit zijn mand. Op de tafel in de woonkamer ligt nog een half koekje van Merel. Professor Staartmans eet hem op. Dan staat hij stil om even goed te luisteren. Hij hoort Bart en Barbara in de badkamer… en Merel en David op hun slaapkamer… Professor Staartmans weet genoeg. Kwispelend loopt hij naar beneden, waar de gastenkamers zijn. Hij kijkt in de kamer aan de voorkant: leeg en saai. De kamer aan de achterkant: een beetje donker. En de kamer aan de zijkant… Daar ligt een rol behangpapier. Professor Staartmans snuffelt er even aan. De rol rolt een klein stukje verder. Hé, dat is leuk! Als je er tegenaan duwt, gaat hij bewegen. En dan wordt het papier steeds groter. Professor Staartmans duwt de rol de hele kamer door. Bij de muur kan hij niet verder. Maar wacht eens? Als hij een bocht maakt lukt het wel. Hij duwt en duwt, tot de kamer helemaal vol ligt met papier. Veel beter zo, denkt Professor Staartmans. Dan gaat hij toch nog eens kijken in de kamer aan de achterkant. Het is er toch niet helemaal donker: aan de overkant is een raam. Er hangt alleen iets voor… Professor Staartmans snuffelt even en neemt het gordijn in zijn bek. Hij trekt er voorzichtig aan. Het gaat open! Hij trekt en trekt tot hij
8
niet verder kan. Nu is het mooi licht in de kamer! Professor Staartmans luistert even onderaan de trap. Vader en moeder Stapel zijn nog altijd bezig in de badkamer, en David en Merel in de slaapkamer. Voorzichtig sluipt Professor Staartmans naar boven. Hij pakt het bot uit zijn mand en brengt het naar de kamer die zo leeg was. Daarna sleept hij zijn kussen uit de mand. Het is een groot kussen. Professor Staartmans legt hem voor de trap en geeft met zijn kop een duwtje. Nu is het kussen beneden. Hij loopt er zelf achteraan en brengt het kussen ook naar de lege kamer. Nu kan hij lekker op zijn bot kauwen in de lege kamer. ‘PRO-FES-SOR-STAART-MANS!!!’ klinkt het even later. Het is Barbara! Snel gaat Professor Staartmans zo braaf zitten als hij kan. Hij kijkt een beetje zielig. Maar Barbara is al bezig het kussen en het bot te pakken. ‘Naar boven!’ roept ze. Boven krijgt Professor Staartmans te horen wat hij mag. Hij mag in de woonkamer en de bijkeuken en het halletje. Niet in de badkamer en niet in de slaapkamers. Hij mag op zijn bot kauwen en uit zijn bak eten. Geen koekjes van de tafel. ‘Afgesproken?’ zegt moeder Barbara streng. Professor Staartmans knikt. Dan gaat hij in zijn nieuwe mand op zijn nieuwe bot kauwen. Best lekker!
9
D
e familie Stapel woont in een bijzonder huis: Het Stapelhuis. Ze
wonen op zolder, want de rest van het huis is een hotel. Elke week krijgen ze bijzondere gasten, zoals de zuinige mevrouw Spaarzaam, de beroemde voetballer Ronnie van de Bleek, een glazenwasser die de afwas komt doen of een logĂŠ die wel zingt maar niet praat. David en Merel, de kinderen van het Stapelhuis, beleven grappige en spannende avonturen met hun gasten.
De methode Kind op Maandag biedt lesmateriaal rond Bijbelverhalen voor de basisschool. Het materiaal voor groep 3-4 begint elke week met een verhaal over het Stapelhuis, waarin een thema naar voren komt dat ook een rol speelt in het Bijbelverhaal van die week. Zo ontdekken kinderen dat de wereld van de Bijbel te verbinden is met de wereld van vandaag.
Bestelnummer 0440 ISBN 978-90-5788-535-8