Wereldwijd
geloven lesmap
Auteur: Illustraties:
Foto’s: Redactie: Vormgeving:
Erik Idema Ingrid ter Koele Warner Banga: Les 10 gebedshuizen, met toestemming overgenomen uit Werken met Wereldwijd geloven 2000 (Uitgeverij Kwintessens). Uit deze uitgave is ook de puzzel in les 24 overgenomen. Anky Spoelstra: Les 16 kerststal, met toestemming overgenomen uit Kleur in de kerk 2003, jaargang 15, nr.1 (NZV Uitgevers) Catchlight Visual Services Marita Nijenhuis Garage – bureau voor grafisch en illustratief ontwerp BNO
© 2006 Kwintessens Uitgevers, Amersfoort, www.kwintessens.nl Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Bestelnummer 0606 ISBN 90 5788 161 6
Inhoud Woord vooraf Les 1 Vol verwondering
1
Les 3 Stichters (1)
10
Les 2 Symbolen
Les 4 Stichters (2)
Les 5 Heilige boeken (1)
Les 6 Heilige boeken (2) Les 7 Initiatieriten
Les 8 Volwaardig meedoen Les 9 Gebedshuizen (1)
Les 10 Gebedshuizen (2) Les 11 Thuis bidden
Les 12 Feestmaaltijden
Les 13 In de naam van God
Les 14 Jom Kippoer/Grote Verzoendag Les 15 Lichtfeesten Les 16 Kerst
Les 17 Ik geloof (1)
Les 18 Ik geloof (2)
Les 19 Goed en kwaad (1)
Les 20 Goed en kwaad (2) Les 21 Het geloof centraal Les 22 Op bedevaart
Les 23 Leven na de dood
Les 24 Wereldwijd geloven Les 25 Veel te vertellen
6
14 18
23
26 31
35
40 45
49 52
56
60 63 67 71
76 81
86 91
96
100 104
Woord vooraf Deze lesmap biedt lesmateriaal bij het boek Wereldwijd Geloven van David Self. Het tekstboek en de lesmap zijn geschikt voor gebruik in de bovenbouw van de basisschool. Wereldwijd Geloven kan worden gezien als een vervolg op de lesmethode Wat geloof jij? (Kwintessens NZV Uitgevers, 2006): Wat geloof jij? kan worden gebruikt in de middenbouw, Wereldwijd Geloven in de bovenbouw van het basisonderwijs. In Wereldwijd Geloven komen de verschillende godsdiensten op een gelijkwaardige manier tot hun recht. Er is voor gekozen om niet uit te gaan van één bepaalde godsdienst, maar op een ‘neutrale’ manier te kijken naar wat er in verschillende religieuze tradities te zien en te horen valt. De methode is daardoor zeer geschikt voor het vak levensbeschouwelijke vorming, ook op scholen op niet-religieuze grondslag. In deze methode is de stof thematisch gerangschikt. In plaats van gedurende een paar weken een bepaalde godsdienst te behandelen, wordt in elke les een bepaald thema behandeld dat in verschillende godsdiensten een rol speelt. Een belangrijk voordeel van deze benadering is dat goed zichtbaar wordt dat godsdienstige mensen uit verschillende tradities heel veel met elkaar gemeen hebben. Kinderen zien bij thema’s als heilige boeken, feesten of gebed hoeveel raakvlakken de verschillende godsdiensten hebben.
Het tekstboek van David Self biedt op een overzichtelijke en voor kinderen heel begrijpelijke manier veel informatie. In de lesmap wordt materiaal geboden waarmee de verschillende onderwerpen kunnen worden ingeleid en waarmee kinderen met de stof uit het tekstboek aan de slag kunnen in de les. Een belangrijke rol spelen daarbij de meisjes Lisa en Layla. In de lesmap komen zij vrijwel elke les terug. Lisa en Layla zijn allebei niet gelovig en ze vinden geloven eigenlijk maar iets raars. Totdat Lisa op school aanbiedt om een spreekbeurt te houden over godsdienst. Vanaf dat moment zoekt Lisa naar informatie over godsdiensten en praat ze met Layla over verschillende onderwerpen die in godsdiensten een belangrijke rol spelen. De verhaaltjes over Lisa en Layla kunt u gebruiken als voorleesverhalen. Deze lesmap biedt voor elke les informatie voor de leerkracht en een werkblad. Bij de informatie voor de leerkracht vindt u steeds eerst een korte samenvatting van de les en een mogelijke lesopbouw. Bij deze lesopbouw is ook een tijdsindicatie gegeven. Daarbij moet natuurlijk meteen worden gezegd dat de benodigde tijd per lesonderdeel van veel meer afhangt dan alleen van het materiaal dat in de lesmap wordt geboden; de tijdsindicatie is dan ook slechts bedoeld als suggestie.
Wereldwijd geloven
Woord vooraf
Door het werken met Wat geloof jij? en Wereldwijd Geloven leren kinderen dat godsdienst voor veel mensen over de hele wereld een belangrijke rol speelt in het dagelijks leven. Godsdienst is van alle tijden en in principe van alle mensen.
Verder vindt u in de lesmap regelmatig een aanzet voor een gesprek met de klas, een voorleesverhaal dat bij de stof uit het tekstboek past en de antwoorden op de opgaven van het werkblad. Op het werkblad, dat u voor alle kinderen kunt kopiĂŤren, vindt u inhoudelijke vragen, knutselopdrachten en discussievragen en andere opdrachten. Het verdient aanbeveling om de kinderen aan het begin van het jaar een multomap te geven waarin de werkbladen kunnen worden bewaard.
Erik Idema
Woord vooraf Wereldwijd geloven
Les 1
Vol verwondering In deze les worden Lisa en Layla, de twee meisjes die in deze lesmap een hoofdrol spelen, geïntroduceerd. Lisa en Layla zien op straat mensen in religieuze kleding voorbijkomen. Het onderwerp godsdienst komt zo ter sprake vanuit de praktijk van het dagelijks leven. In het tekstboek wordt het onderwerp ‘godsdienst’
geïntroduceerd vanuit het thema verwondering: doordat mensen verwonderd kijken naar de wereld om hen heen, stellen ze zichzelf religieuze vragen.
In opdracht 1 denken de leerlingen zelf na over manieren waarop je godsdienst op straat kunt tegenkomen. Het is daarbij goed om als leerkracht van tevoren al een
aantal voorbeelden bedacht te hebben (bijvoorbeeld: kerken, visje op auto, vrouwen met hoofddoek etc.).
Bij de extra opdracht 3 worden verschillende woorden uitgelegd die gebruikt worden om uit te leggen hoe mensen denken over het bestaan van God. Daarbij moet
worden opgemerkt dat de term ‘ietsist’ minder algemeen aanvaard is dan de andere
woorden. De laatste tijd wordt dit woord vaak gebruikt voor mensen die wel geloven dat er meer is dan wat we om ons heen zien, maar niet een duidelijk godsbeeld
hebben. Na het introduceren van deze woorden kunnen de kinderen zelf aangeven
hoe ze zichzelf zouden noemen. Het is daarbij aardig om de antwoorden klassikaal te bespreken; het schema kunt u ook op het bord zetten.
Het materiaal van deze les kan worden gebruikt bij les 1 uit het tekstboek. groot vel papier (A2), kranten/tijdschriften, scharen, lijm (opdracht 1).
Mogelijke lesopbouw
• Introductie Lisa en Layla
• Verhaal ‘Vast priesters of zo…’
7 min.
• Verhaal ‘Lasagne’
5 min.
• Opdracht 1
• Opdracht 2
• Tekst ‘Vol verwondering’, tekstboek les 1
(nog niet het tekstvak ‘De symbolen van zes religies’)
• Opdracht
Lesdoel
5 min.
20 min. 3 min.
5 min.
extra
De leerlingen maken kennis met het verschijnsel godsdienst vanuit de praktijk van het dagelijks leven.
Wereldwijd geloven
Vol verwondering
Benodigdheden
1
Werkblad Lisa
Lisa is elf jaar oud en ze zit in groep 8. Ze woont met haar moeder in een stad ergens in Nederland. Haar moeder, Els, is christelijk opgevoed, maar ze doet niets meer met haar geloof. ‘Ik geloof in de kracht van de mens,’ zegt Lisa’s moeder vaak. Lisa houdt zich niet zo veel bezig met godsdienst: ze vindt godsdienst iets voor opa’s en oma’s.
Layla
Layla is elf jaar geleden geboren in Marokko en ze heeft drie oudere broers en één zusje. In Marokko zijn veel mensen moslim. Layla en haar familie zijn ook moslim, maar ze doen er niet zo veel mee. Layla vindt dat godsdiensten de mensen heel veel regels opleggen en ze weet niet of ze moet geloven dat er een God bestaat. Layla zit bij Lisa in de klas en ze zijn goede vriendinnen.
Vast priesters of zo�
‘Tsss… moet je die zien,’ zegt Lisa, ‘wie gaat er nou zo bij lopen? Echt geen porem.’ ‘Geen wat?’ vraagt Layla. ‘Geen porem,’ antwoordt Lisa, ‘dat betekent dat iets er niet uitziet. Zegt mijn moeder altijd, geen porem.’ ‘Raar woord,’ vindt Layla. ‘Ik vind het ook niet echt Nederlands klinken. Komt zeker uit het Belgisch of zo.’ ‘Weet ik veel,’ zegt Lisa, terwijl ze haar schouders ophaalt. ‘In ieder geval ziet die man er ontzettend ouderwets uit. Met zijn lange krullen en zijn zwarte kleren. En dan dat gekke mutsje! Vast een priester of zo.’
Wereldwijd geloven © Kwintessens Uitgevers
Lisa en Layla zitten op een muurtje in de stad. Ze zijn de hele dag naar school geweest en zitten nu te genieten van de zon en een blikje cola. Toch handig, dat Lisa in het centrum van de stad woont: je haalt boven een blikje cola uit de koelkast en zodra je beneden bent, zit je midden in de stad: altijd wat te zien en altijd wat te doen. Layla vindt het altijd leuk om met Lisa mee te gaan na schooltijd. Bij Lisa thuis is het lekker rommelig en haar moeder is niet zo streng. Lisa noemt haar moeder ook gewoon bij haar voornaam: ze zegt altijd Els in plaats van mama. Layla kan zich niet voorstellen dat zíj haar moeder ooit bij haar voornaam zou noemen. Layla’s moeder is veel strenger. Dat moet ook wel, want als je met vijf kinderen in huis bent, kun je niet allemaal zomaar je gang gaan. Bij Layla staan nooit blikjes cola in de koelkast; na schooltijd heeft Layla’s moeder altijd voor iedereen een kopje thee. Als ze hun blikje cola ophebben, slenteren Lisa en Layla naar de supermarkt. Vandaag moet Lisa’s moeder de hele dag werken, dus Lisa moet boodschappen doen. Op weg naar de supermarkt horen Lisa en Layla ineens een hoop lawaai. Ze horen trommels en mensen die zingen alsof ze in een voetbalstadion zitten. ‘Wat is dat nou weer?’ vraagt Layla. Lisa loopt al in de richting van het geluid. Even later zien ze een optocht van mensen in oranje jurken en met kaalgeschoren hoofden. Ze zien er vrolijk uit en zingen elke keer dezelfde zin. Lisa en Layla kunnen niet zo goed verstaan wat ze zingen. ‘Waar komen die vandaan?’ zegt Layla. ‘Uit het gekkenhuis,’ zegt Lisa spottend. ‘Zijn vast priesters of zo.’
Orthodoxe joden
Orthodoxe joden kleden zich vaak op een trad itionele manier. Ze dragen dan zw arte kleren en hebben lange pi jpenkrullen. Op het hoofd dragen ze vaak een klein mutsje. Zo ’n mutsje heet een keppeltje.
Opdracht 1
Hare krishna
De hare krishna-beweging is een groep in het hindoeïsme. Tijdens optochten kun je ze herkennen aan hun oranje kleding en vro lijke zang.
Geen porem?
ord ‘po‘Porem’ komt van het joodse wo In het Nenem’ en dat betekent: gezicht. orden derlands komen meer joodse wo ’. voor; denk maar aan ‘gein’ of ‘lef
Lisa en Layla zien in de stad mensen voorbijkomen, aan wie je kunt zien dat ze godsdienstig zijn. Je kunt op straat ook andere dingen zien die te maken hebben met godsdienst. Verdeel de klas in groepjes en bedenk met je groepje op welke manieren je godsdienst in het dagelijks leven kunt tegenkomen. (Denk bijvoorbeeld aan godsdienstige gebouwen, kleding, regels waar mensen zich aan houden, muziek, schilderijen en beelden etc.) Schrijf op een groot vel papier wat je met je groepje hebt bedacht en zoek in kranten en tijdschriften naar plaatjes bij de dingen die je hebt opgeschreven. Wereldwijd geloven © Kwintessens Uitgevers
Lasagne
‘En wat zongen die mensen dan?’ vraagt de moeder van Lisa. ‘Uhhh…’ antwoordt Lisa. Maar nog voordat ze verder iets kan zeggen, roept Els: ‘Wel ja! Het zal ook eens een keer goed gaan! Stomme ovenschaal!’ Ze zwaait de rook uit haar gezicht en zet de oven helemaal open. Er komt zwarte rook uit. Als Lisa’s moeder lasagne maakt, gaat er nog wel eens iets mis: meestal loopt de ovenschaal over en dan heb je al snel meer rook dan lasagne. ‘Wat een moeder heb jij,’ zucht Els, ‘maar goed, wat nog in de schaal zit, is in ieder geval nog goed. Maar wat zongen ze nou?’ Lisa denkt even na. ‘Iets van Hajee Kriesmaa of zo’, zegt ze dan. ‘Zag er behoorlijk raar uit allemaal. Wie gaat er nou op klaarlichte dag in een oranje jurk door de stad rennen en liedjes zingen?’ ‘Alsof jij nooit eens iets raars doet,’ zegt Els. Lisa zegt niets. Voor je het weet, begint Els weer over vorige week. Toen hadden Lisa en Layla net gedaan alsof Lisa de tas van Layla had gestolen. Midden in de winkelstraat had Lisa ineens Layla’s tas gepakt en was ervandoor gerend. Layla was heel hard gaan schreeuwen; ze vonden het zelf eigenlijk wel een goede grap. Maar de mensen die aan het winkelen waren, hadden weinig gevoel voor humor gehad: uiteindelijk had Els naar het politiebureau moeten komen om haar dochter en Layla weer op te halen. ‘Mensen die een godsdienst hebben, zijn toch niet raar?’ zegt Els dan. ‘Wat weet jij daar nou van,’ zegt Lisa, ‘je hebt zelf niet eens een godsdienst. Ik vind mensen die in God geloven dom. En als je je dan ook nog raar gaat aankleden en stomme liedjes gaat zingen, ben je helemaal niet goed bij je hoofd.’ Hoofdschuddend zet Els de schaal met lasagne op tafel. ‘Ruikt lekker, ‘ zegt Lisa, ‘kunnen we meteen aanvallen? Of wou je eerst nog bidden of zo? Of een dansje doen op de keukentafel?’ Els schept de lasagne op en zegt: ‘Eet smakelijk. Word jij nou nooit eens moe van jezelf?’
Opdracht 2
Wat vindt Lisa van mensen die een godsdienst hebben?
Ben je het met haar eens?
Opdracht 3
Bestaat er een God? Hoe is de wereld ontstaan? En wat gebeurt er na de dood? Mensen denken heel verschillend over deze vragen. Voor de verschillende antwoorden op deze vragen zijn namen bedacht. Hieronder lees je hoe mensen worden genoemd die een bepaald antwoord geven op de vraag of God bestaat.
Wereldwijd geloven © Kwintessens Uitgevers
Nee, God bestaat niet
Ik weet het niet
Ik geloof wel dat er meer is tussen hemel en aarde. Er is ‘iets’. Maar wat precies, dat weet ik niet.
Ja, God bestaat en het is heel belangrijk om je goed te houden aan de regels die God heeft gegeven.
Ja, God bestaat. Maar Hij geeft ons veel vrijheid om te doen wat we zelf goed vinden.
Als je moet kiezen tussen een van deze antwoorden, welk antwoord kies je dan? Vergelijk je antwoord met de rest van de klas en vul het schema in. aantal kinderen
% van de klas
atheïst: agnost: orthodoxe gelovige: liberale gelovige: ietsist: anders:
totaal:
Werkblad Wereldwijd geloven © Kwintessens Uitgevers
Les 14
Jom Kippoer Grote Verzoendag In deze les bekijken de leerlingen eerst het overzicht van de verschillende
godsdienstige feesten in les 11 van het tekstboek. Sommige van deze feesten komen in de volgende les aan de orde, als het gaat over lichtfeesten.
Daarna gaat het in deze les over Jom Kippoer, een van de belangrijkste joodse
feesten. Bij dit feest hoort dat mensen hun ruzies bijleggen. Naar aanleiding daarvan maken de kinderen bij opdracht 4 (extra opdracht) posters waarop ze oproepen tot een ‘goedmaakdag’.
Het materiaal van deze les kan worden gebruikt bij les 11 uit het tekstboek.
Benodigdheden
grote vellen papier (opdracht 3), papier en stiften (opdracht 4).
Mogelijke lesopbouw
• Tekstboek Les 11: Godsdienstige feesten
15 min.
• ‘Grote Verzoendag’
7 min.
• Opdracht 1
• Opdracht 2
56
• Opdracht 3
Jom Kippoer - Grote Verzoendag
• Opdracht 4
Lesdoel
8 min. 5 min.
10 min. extra
In deze les maken de leerlingen kennis met het joodse Jom Kippoer-feest.
Grote Verzoendag
‘Els, wat is Grote Verzoendag?’ vraagt Lisa aan haar moeder. Els denkt even na. ‘Dat weet ik niet,’ zegt ze dan, ‘hoe kom je daar zo bij?’ ‘Staat in je agenda, Grote Verzoendag. Net als dierendag en kerst, het staat al in je agenda als je hem koopt. En er staat tussen haakjes achter: isr.’ Els pakt haar agenda erbij. En inderdaad, bij aanstaande donderdag ziet ze het staan. ‘Dat isr. slaat volgens mij op Israël,’ zegt ze dan, ‘dus het zal wel een joods feest zijn. Maar wat er verder gebeurt, weet ik ook niet.’ Ze legt de agenda weer weg en leest verder in de krant. Lisa gaat intussen achter de computer zitten. Een halfuur later loopt ze weer naar haar moeder toe en zegt: ‘Nou, ik weet het hoor, dat van Grote Verzoendag.’ Verbaasd kijkt Els op – ze was eigenlijk alweer vergeten dat ze het daar over hadden gehad. ‘Ik heb even gekeken op internet. Gewoon bij Google ‘Grote Verzoendag’ en ‘jodendom’ intikken, en dan weet je het zo…’ zegt Lisa, terwijl ze een glas pakt en de ijskast opendoet. ‘Waarom is er geen cola?’ vraagt ze dan. ‘Nou, in elk geval niet omdat ík het allemaal opgedronken heb’, antwoordt Els. Zuchtend schenkt Lisa een glas cassis in. ‘Wil jij ook?’ ‘Ja, doe
Wereldwijd geloven
maar. Lekker,’ zegt Els, ‘maar wat is die Grote Verzoendag nou?’ ‘Het is inderdaad een joods feest, en het wordt ook wel Jom Kippoer genoemd’, legt Lisa uit. ‘Het is zo ongeveer de belangrijkste feestdag in het jodendom. Op die dag proberen joden met elkaar en met God in het reine te komen: ze proberen goed te maken wat er in het afgelopen jaar is misgegaan.’ ‘En hoe doen ze dat dan?’ wil Els weten. ‘Vijfentwintig uur lang eten ze niets. Vaak trekken ze witte kleren aan, en ze bidden in de synagoge of God de foute dingen wil vergeven. En er is ook nog een ritueel met een geit: in de Tenach staat dat de hogepriester op Jom Kippoer een geitje offerde. Dat geitje droeg dan symbolisch de slechte dingen met zich mee.’ Terwijl Els haar glas van het aanrecht pakt, zegt ze: ‘O, dus dáár komt het woord ‘zondebok’ vandaan.’ Lisa kijkt haar moeder vragend aan. ‘Zondebok?’ ‘Ja, zondebok. Zo noemen ze iemand die de schuld krijgt van iets.’ ‘O, nou misschien heeft het er inderdaad wel mee te maken,’ zegt Lisa. ‘O ja, en voordat het Grote Verzoendag wordt, maken joden het eerst goed met elkaar: als ze ruzie hebben, proberen ze het uit te praten voordat het Jom Kippoer wordt.’ ‘Nou, je weet er aardig wat van, zo na een halfuurtje,’ zegt Els, terwijl ze op de bank gaan zitten. ‘En wil je dit nou allemaal in die spreekbeurt persen?’ Lisa legt haar voeten op de tafel en pakt de gids om te kijken of er nog iets op tv komt vanavond. ‘Tja, die spreekbeurt…’ zucht ze, ‘ik heb een beetje een uitgebreid onderwerp gekozen, geloof ik. Ik bedoel, gewoon ‘godsdienst’ in het algemeen – daar valt nogal wat over te zeggen.’ ‘Ja, je kunt misschien beter gewoon een klein onderwerp kiezen: een bepaald feest in een godsdienst of zo, ‘ zegt Els.
Antwoorden Opdracht 2
Ze vasten vijfentwintig uur lang en gaan naar de synagoge om God te vragen
of Hij wil vergeven wat in het afgelopen jaar fout is gegaan. Vóórdat het Grote Verzoendag wordt, praten ze hun ruzies met elkaar uit.
Wereldwijd geloven
57
Jom Kippoer - Grote Verzoendag
‘Eigenlijk best een goede gewoonte, die Grote Verzoendag’, zegt Lisa even later. ‘Ik bedoel dat je gewoon één dag per jaar hebt waarop je ervoor zorgt dat je al je ruzies hebt uitgepraat… zou iedereen eigenlijk moeten doen.’ ‘Dan zou er inderdaad een hoop minder ellende zijn’, vindt Els. ‘Bovendien krijg je dan niet van die ruzies die jarenlang duren en steeds een beetje erger worden.’ ‘Ja,’ zegt Lisa, ‘dan zeg ik gewoon één keer per jaar dat het me erg spijt dat ik altijd alle cola opdrink en de chips opeet. En dan hoef je niet het hele jaar moeilijk te kijken als ik mopper omdat er geen cola meer is!’ Els lacht. ‘Ja, maar zo werkt het natuurlijk niet,’ zegt ze dan, ‘je moet het natuurlijk wel echt menen. Anders wordt het nooit wat met dat uitpraten. Als je zegt dat iets je spijt en je gaat vervolgens weer een jaar lang precies hetzelfde doen, dan werkt het natuurlijk niet!’
Werkblad Opdracht 1
Opdracht 2
Bekijk het overzicht van de godsdienstige feesten in les 11 van het tekstboek. Staan er feesten bij die je kent? Welke? Wat gebeurt er op die feesten?
Wat doen joden op Grote Verzoendag?
Grote Verzoendag
De naam Grote Verzoendag komt van het woord verzoenen. Dat woord betekent: vrede sluiten, je vriendschap herstellen.
Opdracht 3
Op Grote Verzoendag proberen mensen met God en met elkaar in het reine te komen. Op die dag maken ze goed wat is fout gegaan. Ze proberen met God in het reine te komen door te vasten en de synagoge te bezoeken. V贸贸r deze dag leggen mensen met elkaar ook hun ruzies bij. Als jij zelf zou kunnen goedmaken wat is fout gegaan, wat zou je dan goed willen maken? Zijn er bijvoorbeeld ruzies die je wilt oplossen? Of gebeuren er dingen in de wereld waarvan je zou willen dat ze worden opgelost? Probeer met een groepje zo veel mogelijk situaties/ruzies te bedenken die volgens jullie opgelost moeten worden. Schrijf die dingen op een groot vel papier. Praat vervolgens met elkaar over wat er moet worden gedaan om die dingen op te lossen.
Wereldwijd geloven 漏 Kwintessens Uitgevers
Opdracht 4
Er zou in de wereld veel minder ruzie zijn, als mensen eens in de zoveel tijd zouden proberen om alle ruzies op te lossen. Kies nu met elkaar een datum voor een ‘goedmaakdag’. Maak allemaal een poster met die datum en met de tekst: ‘Maak het goed met elkaar!’ Hang de posters op op plaatsen waar veel mensen ze zien: op school, in winkels, achter ramen van huizen etc. Misschien zorgen jullie ervoor dat er minder ruzie komt in je stad of dorp!
Werkblad Wereldwijd geloven © Kwintessens Uitgevers
Wereldwijd Wat jij?
geloven
lesmap
Wereldwijd geloven is een lespakket voor de bovenbouw van de basisschool. Het pakket bestaat uit een tekstboek en een lesmap van 25 lessen. In het tekstboek maken de leerlingen kennis met belangrijke thema’s van de grote godsdiensten, zoals de stichters, de heilige boeken, de feesten. De lesmap biedt een verkenning van wat godsdienst is: waarom geloven mensen, op welke vragen proberen godsdiensten een antwoord te geven, welke grote godsdiensten kennen we en waar vinden we ze terug in onze samenleving? De lessen zijn per thema geordend en bieden praktisch en gemakkelijk toegankelijk materiaal voor leerkracht en leerling. In de map is bij elke les een kopieerbaar lesblad voor de leerlingen opgenomen. Met behulp van het tekstboek en de lessen krijgen bovenbouwleerlingen een stevige bagage mee voor hun leven in onze multireligieuze en multiculturele samenleving.
Bestelnummer 0606 ISBN 90 5788 1616
9
789057 881619
0 0000