K n d e re n en‌ Informatie, plan van aanpak en lessen voor alle basisschoolgroepen door Nelleke Bokhove-van Wensveen
Illustraties Egbert Koopmans Foto Garage - bno Met dank aan: 3C voor Onderwijs Meerkoetmeen 64 3844 XR Harderwijk www.3cvooronderwijs.nl Het onderwijsadviesbureau 3C voor Onderwijs verzorgt OK-trainingen voor leerlingen, leerkrachten en ouders. Uitgangspunt is het beter leren gebruiken van de eigen kwaliteiten. Redactie Marita Nijenhuis Vormgeving Garage-bno www.garage-bno.nl Druk Koninklijke Drukkerij Callenbach, Nijkerk
Š 2006 Kwintessens Uitgevers, Amersfoort www.kwintessens.nl Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieÍn, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Eerste druk, eerste oplage isbn 90 5788 1438 nur-code 848 Bestelnummer 846
Inhoud Voorwoord | 7 Hoofdstuk 1: Faalangst, wat is dat? | 9 Inleiding | 9 Faalangst is een vorm van angst | 9 Cognitieve, sociale en motorische faalangst | 10 Passieve of actieve faalangst | 11 Veelvuldig angstig of alleen in bepaalde situaties | 11 Definitie van faalangst | 12 Hoofdstuk 2: Hoe denken faalangstige kinderen? | 13 Inleiding | 13 Het zelfbeeld | 13 Waardegebieden | 15 Motivatie | 16 Samenvatting | 17 Hoofdstuk 3: Oorzaken van faalangst | 18 Inleiding | 18 School | 18 Gezin | 19 Hedendaagse opvattingen en mentaliteit | 19 Onuitvoerbare opdrachten | 20 Samenvatting | 21 Hoofdstuk 4: Het signaleren van faalangst | 22 Inleiding | 22 Kenmerken van faalangst | 22 Observeren van faalangst | 24 Tests | 25 Gesprek met de leerling en met de ouders | 26 Is faalangst het probleem? | 27 Samenvatting | 27 Hoofdstuk 5: Het voorkomen van faalangst | 28 Inleiding | 28 Wat de leerkracht zelf al doet | 28 Het schoolklimaat | 29 Begeleiden ĂŠn uitdagen | 30 Van fouten kun je leren! | 31 Ook aandacht voor het positieve | 32 Het geven van feedback | 33
Gestructureerd lesgeven en toetsen | 35 Stimuleren van een positief zelfbeeld | 38 Wat moet je als leerkracht in ieder geval niet doen? | 39 De school | 40 Samenvatting | 41 Hoofdstuk 6: Het begeleiden van faalangst | 42 Inleiding | 42 Positief leren denken | 42 Het toeschrijven van succes en mislukking | 45 Realistische doelen | 46 Lichamelijke spanning | 47 De faalangsttraining | 49 De ouders | 49 Samenvatting | 50
Hoofdstuk 7: Lessen | 51 Les 1. 2. 3. 4.
Wie ben jij? | 56 Mijn succesboek | 58 Mijn succesmoment | 60 Wat wordt jouw doel? | 62
De onderbouw Les 5. Ik ben bang! | 64 6. Een rondje met complimenten | 66 7. Waar ben jij goed in? | 67 8. Je zithouding | 69 9. Lekker swingen! | 71 10. Van fouten kun je leren | 72 De middenbouw Les 11. Faalangst, wat is dat? | 73 12. Wanneer was jij bang? | 75 13. Geef een pluim | 76 14. Mijn top 5 | 77 15. Rustig ademen | 79 16. Aanspannen en ontspannen | 80 17. Welke gedachten zijn handig? | 82 18. Trek een kaart | 84 19. Welk kaartje hoort erbij? | 86 De bovenbouw Les 20. Wat weten we over faalangst? | 91 21. Gevoelens | 93 22. Jouw verhaal | 94 23. De buikademhaling | 96 24. Hoe sta ik goed? | 98 25. Ik kan het! | 99 26. Jouw kaartje in het web | 101 27. Hoe pak je het aan? | 103 Literatuur | 106 Websites | 107 Bijlage 1: Observatielijst faalangst | 108 Bijlage 2 | 110
Voorwoord Peter is de meester van groep 6. In zijn klas zitten twee leerlingen met faalangst. Zelf weet hij niet zo veel van faalangst af. Hij vindt dit ook niet zo nodig. Zijn collega Marieke heeft namelijk een cursus over faalangst gevolgd. Zij begeleidt de leerlingen met faalangst op de hele school. Kennis over faalangst is noodzakelijk voor elke leerkracht in het basisonderwijs. Het is mooi dat iemand zich op de school van Peter heeft gespecialiseerd in faalangst. Dit betekent echter niet dat Peter niet ook moet weten hoe hij met zijn faalangstige leerlingen om moet gaan. Faalangstige leerlingen kunnen buiten de klas begeleid worden, maar een groot deel van de signalering en begeleiding vindt impliciet in de klas plaats.
Kinderen en…
faalangst
Angst wordt faalangst genoemd als hij samenhangt met het leveren van prestaties. School is een plaats waar aan kinderen veelvuldig gevraagd wordt om prestaties te leveren. Dit maakt de school een omgeving waar faalangst bij kinderen kan ontstaan of geactiveerd kan worden. Dit zorgt er echter ook voor dat faalangst bij een kind het beste op school te signaleren is. De leerkracht is de aangewezen persoon om faalangst bij zijn leerlingen te signaleren of te begeleiden, of voor begeleiding te zorgen. In elke klas zitten één of meer faalangstige leerlingen. Daarom zou elke leerkracht over kennis van faalangst moeten beschikken en moeten weten hoe je faalangst kunt signaleren en begeleiden. Ook kan een leerkracht door middel van zijn gedrag en manier van lesgeven ervoor zorgen dat faalangst bij leerlingen niet ontstaat of wordt geactiveerd. Het is van groot belang dat elke leerkracht weet hoe hij faalangst bij zijn leerlingen kan voorkomen. In dit boek staat beschreven wat elke leerkracht zou moeten weten over faalangst. Er worden handvatten aangereikt waar leerkrachten in de praktijk van alledag hun voordeel mee kunnen doen. De eerste drie hoofdstukken bevatten in het kort de noodzakelijke achtergrondinformatie over faalangst. Er wordt beschreven wat faalangst is, hoe een faalangstig kind denkt en wat de oorzaken van faalangst zijn. In de hoofdstukken 4, 5 en 6 wordt uitgebreid omschreven hoe er in de praktijk met faalangst kan worden omgegaan. In hoofdstuk 4 wordt uitgelegd hoe faalangst kan worden gesignaleerd. Hiervoor is ook een praktische observatielijst opgenomen. In hoofdstuk 5 wordt aan de hand van veel praktische tips omschreven hoe faalangst bij kinderen voorkomen kan worden. De begeleiding van faalangstige leerlingen en de rol van de leerkracht daarin komt in hoofdstuk 6 aan de orde. Dit boek wordt afgesloten met een groot aantal lessen voor de onder-, midden- en bovenbouw van de basisschool. Met behulp van deze lessen kan elke leerkracht in zijn klas concreet aan de slag met het signaleren, voorkomen en begeleiden van faalangst.
Dit boek biedt elke leerkracht in het basisonderwijs de kans om faalangst bij zijn leerlingen te voorkomen en zo nodig te signaleren en te begeleiden. Door de vele lessen is het ook uitstekend te gebruiken voor andere personen die kinderen met faalangst begeleiden. Ook voor ouders die meer over faalangst willen weten, is dit boek een waardevol naslagwerk.
In dit boek staat beschreven wat elke leerkracht zou moeten weten over faalangst bij kinderen. Er worden handvatten aangereikt waar leerkrachten in de praktijk van alledag hun voordeel mee kunnen doen. Naast de noodzakelijke achtergrondinformatie over faalangst wordt uitgebreid omschreven hoe er in de praktijk met faalangstige kinderen kan worden omgegaan. Hiervoor zijn ook praktische observatielijsten opgenomen. Dit boek wordt afgesloten met een groot aantal lessen voor de onder-, middenen bovenbouw van de basisschool. Met behulp van deze lessen kan elke leerkracht in zijn klas concreet aan de slag met het signaleren, voorkomen en begeleiden van faalangst. Dit boek biedt elke leerkracht in het basisonderwijs de kans om faalangst bij zijn leerlingen te voorkomen en zo nodig te signaleren en te begeleiden. Ook voor ouders die meer over faalangst willen weten, is dit boek een waardevol naslagwerk.
Over de auteur
Nelleke Bokhove is onderwijskundige, gespecialiseerd in onderwijsontwikkeling. Zij heeft verschillende leermiddelen ontwikkeld voor verschillende soorten onderwijs, zoals het speciaal onderwijs, het speciaal basisonderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs.
ISBN Bestelnummer NUR-code
00 000 00 000
9
9 057 789 789057 881435 881435
90 5788 143 8 846 848