Wat geloof jij eigenlijk? (0601) by Kwintessens

Wat geloof jij eigenlijk?

In dit boek staan verhalen en gedichten die jou aan het denken zetten. Ze zijn geschreven rondom acht uitspraken over geloof. Aan het eind van het boek kun je opschrijven wat jij allemaal bedacht hebt. Wat geloof jij eigenlijk?

Bestelnummer 0601 ISBN 978-90-5788-546-4

Karel Eykman Karel Eykman

Jij gelooft ergens in. IederĂŠĂŠn gelooft ergens in, tenzij hij een heel saai iemand is. En dat ben jij niet. Zo kan jij, om te beginnen, geloven in jezelf. Dat is al heel wat. Je kunt ook geloven in andere mensen, in grote woorden of in de aarde. En in God? Misschien ook wel. Maar dan wel op jouw manier.

Wat geloof jij eigenlijk? Verhalen en gedichten om over na te denken

Inhoud Wat geloof jij eigenlijk?

Wat ik geloof

1. Ik geloof

1.1 Muis en olifant naar de overkant 1.2 Abraham heeft er genoeg van 1.3 Waag te durven, durf te wagen

2. Ik geloof in mezelf

2.1 Zo veel stel ik niet voor 2.2 De jongen die niet in zichzelf gelooft 2.3 Psalm van een trots meisje

3. Ik geloof in de ander

3.1 Verkering nemen? 3.2 Ruths trouw aan Naomi

4. Ik geloof in voorbeelden

4.1 De voorbeeldige Jeannette 4.2 De ongelovige officier 4.3 De jongen die erbij wou horen

5. Ik geloof in alle mensen

5.1 Naar de demonstratie 5.2 Het feest dat toch doorging

6. Ik geloof in de aarde 6.1 Hoe noem je zoiets? 6.2 Noach tegen God na de tsunami 6.3 Roodborstje 6.4 De adem

13 14 15 17

19 20 22 23

25 26 28

31 32 34 36

39 40 42

45 46 48 50 51

7. Ik geloof in grote woorden

7.1 Ik geloof in vrijheid en bevrijding 7.1.1 Een vrijgevochten God 7.1.2 Tegen de taaltirannen 7.2 Ik geloof in rechtvaardigheid 7.2.1 Glenn en Pimmetje 7.2.2 Amos is kwaad om onrecht 7.3 Ik geloof in vergeving 7.3.1 Het verraad 7.3.2 Geen zand erover 7.3.3 Jona kan niet vergeven 7.4 Ik geloof in hoop 7.4.1 Een hopeloos geval 7.4.2 De kleine Jesaja van Rotterdam 7.5 Ik geloof in liefde 7.5.1 Magdalena en Jezus 7.5.2 Jij naast mij in het gras 7.5.3 Zonder liefde ben je nergens

8. Ik geloof in God op mijn manier

8.1 8.2 8.3 8.4

Hoe Emma per ongeluk God tegenkwam De hemel en ik Die mij door en door heeft Waar is God?

En jij?

53 54 54 56 58 58 60 62 62 65 67 69 69 70 71 71 73 75

77 78 80 81 82

Wat geloof jij eigenlijk? Jij gelooft ergens in. Iederéén gelooft ergens in, tenzij hij een heel saai iemand is. En dat ben jij niet. Zo kan jij, om te beginnen, geloven in jezelf. Dat is al heel wat. Dan ben je op de goede weg. Er zijn er ook die het moeilijk vinden om op zichzelf te vertrouwen en in zichzelf te geloven. Maar als je alleen maar in jezélf gelooft en niets met anderen te maken wil hebben, word je op den duur een grote egoïst. Of je wordt erg eenzaam, dat kan ook. Ieder mens heeft een ander mens nodig om echt mens te kunnen zijn. Je bent pas iemand dankzij anderen om je heen. Van geloven in een ander kan je gelukkig worden. Als je ouder wordt, komen er meer mensen om je heen dan alleen je vader, moeder, broertje, zusje of vriendjes in de klas. Sommige van die mensen interesseren je meer omdat ze een soort voorbeeld voor je zijn. Een opa, oma, oom of tante. Een meester of een juf. Of iemand van tv: een sportheld of een zangeres. Allemaal mensen in wie je gelooft. Soms kan je opeens het idee krijgen dat je niet alleen houdt van je eigen mensen om je heen, maar dat je ook in staat bent om te houden van iedereen op de hele wereld, ook wie je helemaal niet kent. Dat je kan geloven in alle mensen op aarde klinkt ongelofelijk, maar toch is het zo. Hoe komt het toch dat juist kinderen zo veel geven om de natuur in de wereld om ze heen? Ik denk dat het komt doordat ze houden van de aarde waarop ze óók zullen leven als ze groot zijn. En waar je van houdt, dat wil je beschermen. Dat is geloven in de natuur. Het zijn van die grote, maar moeilijke woorden, zoals vrijheid, rechtvaardigheid, vergeving, hoop en liefde. Je weet niet zo gauw wat je daarvan moet vinden. Maar als je voelt voor mensen in andere landen die vechten en demonstreren om vrij hun mening te kunnen geven, dan geloof je in vrijheid. Als je op school niet tegen onrecht kan, geloof je in rechtvaardigheid. Als je een ruzie per se wilt bijleggen, geloof je in vergeving. Als je echt heel graag wilt dat het beter zal gaan in de wereld, geloof je in hoop.

– 7 –

En als je veel van mensen houdt, omdat er zoveel van je gehouden wordt, geloof je in liefde. Als je dat allemaal gehad hebt, kan je op je gemak gaan uitzoeken of dat soort begrippen en ideeën iets te maken hebben met wat je God zou kunnen noemen. Je moet niet alles geloven wat ik je zeg. Je moet geloven wat jij zelf denkt. Je moet zelf ook wat doen. Karel Eykman

– 8 –

Wat ik geloof Ja hoor eens, ik weet het nog allemaal niet zo goed. Wat ik nu wel en niet geloven kan. Ik moet dat allemaal nog uitzoeken. Daarvoor heb ik nog tijd zat. Maar om te beginnen alvast dit: 1. Ik geloof Ook dingen die ik niet zeker weet kan ik geloven. Als iemand met mij afspreekt, geloof ik dat hij komt. Daar vertrouw ik op. Geloven is geen zeker weten, maar vertrouwen. 2. Ik geloof in mezelf Ik weet dat ik er mag zijn. Ik leef niet voor niets. Als ik niet in mezelf geloof, kan ik niet iets betekenen voor mensen om mij heen. Ik geloof dat er van me gehouden wordt. 3. Ik geloof in de ander Ik geloof in de mensen om mij heen: vader, moeder, broertjes, zusjes, vriendjes en vriendinnetjes. Want ik geloof dat ik ze nodig heb om gelukkig te kunnen zijn. En zij hebben mij ook nodig. 4. Ik geloof in voorbeelden Ik kom soms mensen tegen die je blijft volgen om wat ze je te zeggen hebben. Dat kan een oma zijn, een oom, een leraar, maar ook een schrijver of een popzanger. Zij zijn een voorbeeld voor mij van hoe ik een goed mens kan worden. Zulke mensen heb ik soms nodig. 5. Ik geloof in alle mensen Ik vind het prettig om met mensen samen te zijn. Niet alleen met mijn eigen vrienden, maar met iedereen die ik tegenkom om mij heen. Dan merk ik dat ik niet alleen ben, maar dat ik hoor bij alle mensen uit de hele wereld. 6. Ik geloof in de aarde Ik houd van de natuur, niet alleen om de mooie bloemen en de leuke vogels, maar ook om de lucht die ik inadem en de grond waarover ik loop. Ik houd van deze aarde.

â&#x20AC;&#x201C; 9 â&#x20AC;&#x201C;

7. Ik geloof in grote woorden Ik ken grote woorden als Rechtvaardigheid, Vrijheid, Vergeving, Hoop en Liefde die voor mij moeilijk te begrijpen zijn. Maar soms zijn er verhalen waardoor duidelijk wordt wat ze betekenen in mijn eigen leven. 8. Ik geloof in God op mijn manier Ik weet echt niet wat ik me bij God moet voorstellen. Maar ik geloof wel dat God in de buurt is waar mensen tot hun recht komen waar mensen elkaar vergeven waar mensen bevrijd worden waar mensen weer hoop krijgen en waar mensen liefde vinden. En dan nog dit Ik mag zelf uitmaken op welke manier ik geloof en waarin ik geloof. Ik ga niet geloven in wat je moét geloven. Ik geloof alleen in wat ik zelf geloof.

– 10 –

1 Ik geloof

Eerst zien, dan geloven, of eerst geloven en dan zien?

1.1 Muis en olifant naar de overkant Olifant en Muis lopen samen langs de oever van de rivier. ‘Ga je mee naar de overkant?’ zegt Olifant. ‘Dan kunnen we ontdekken wat daar te zien is.’ ‘Goed, maar hoe komen we daar?’ vraagt Muis. ‘Verderop is een brug,’ zegt Olifant. ‘Geloof jij dat die brug ons houdt?’ vraagt Muis. ‘Natuurlijk,’ lacht Olifant, ‘er zijn al zoveel auto’s overheen gegaan, dan lukt het met mij ook wel.’ ‘Dat geloof jij,’ zegt Muis. ‘Maar weet je het ook zéker? Ik moet alles eerst zeker weten anders begin ik er niet aan. Ik ben een muis van zeker weten! Misschien dat die brug jou wel in je eentje kan dragen, maar met mij erbij weet ik het nog niet zo zeker. Ik ben namelijk een vette, zwaarwichtige muis. Onder ons tweeën gaat die brug vast kraken. Je weet maar nooit.’ ‘Maak je toch geen zorgen, mijn muisje,’ zegt Olifant. ‘Geloof mij nou maar. Alles komt goed, dat zal je zien. Of wil je me niet geloven?’ ‘Ik wil gewoon: eerst zien, dan geloven,’ houdt Muis koppig vol. ‘Op die manier kom je nooit aan de overkant, stomkop!’ roept Olifant. ‘Klim nou maar langs mijn slurf op mijn rug. Als je bovenop mij zit merkt die brug vast niet dat jij meegaat. Of geloof je me niet?’ ‘Ik vertrouw het niet,’ zucht Muis. ‘Maar omdat jij het bent… vooruit dan maar.’ En zo trippelt Muis voorzichtig over de slurf van Olifant naar zijn rug. Met Muis bovenop loopt Olifant doodkalm over de brug, zonder gepiep of gekraak. Met een zucht van verlichting stapt Muis aan de overkant opgelucht langs de slurf af. Ze kijken om zich heen. Aan deze kant van de rivier bloeien allemaal bloemen. Lisdodden, waterlelies, fluitenkruid, boterbloemen, madeliefjes en nog veel meer. ‘Is dat niet prachtig?’ roept Muis. ‘Ik begrijp jou zeker weten niet, Muis,’ zegt Olifant. ‘Jij zegt altijd maar: eerst zien, dan geloven. Maar al deze bloemen heb je pas gezien, nadát je mij geloofde dat de brug ons zou houden. Het is dus omgekeerd. Niet: eerst zien, dan geloven, maar: eerst geloven en dan zien.’ ‘Ik geloof niet in jou,’ zegt Muis. ‘Ik vertrouw op jou, dat is iets heel anders.’ ‘Geloven en vertrouwen zijn precies hetzelfde,’ zegt Olifant. En toen zei zelfs Muis niks meer.

– 14 –

Abraham had een groot geloof. God beloofde hem een nieuw land en gaf hem de opdracht om daarheen te gaan. Abraham ging weg uit zijn land zonder te weten waar hij terecht zou komen. - Brief aan de Hebreeën 11:8, BGT

1.2 Abraham heeft er genoeg van ‘Nou is het genoeg!’ riep Abraham kwaad en smeet zijn jas in een hoek. ‘Ik doe het niet meer, ik doe het niet meer!’ ‘Wat is er met jou aan de hand?’ vroeg Sara, zijn vrouw. ‘Ze kunnen allemaal de pot op met hun godsdienstig gedoe,’ zuchtte Abraham. ‘Ik stond daar in de zaak, op mijn afdeling godenbeeldjes. “Vandaag speciale aanbieding,” stond erbij. Het moet niet gekker worden. Je wilt niet weten hoeveel goden er te koop staan. Je hebt er een beeldje voor de god van de handel, daar kan je thuis bij bidden voor meer winst. En een beeld voor de god van de vissers, de bakkers, de slagers en ga zo maar door. O ja, wacht… er is ook een beeldje van de god van de seks. Dat wordt nog goed verkocht ook. Je kan het zo gek niet bedenken of ze hebben er een god voor, en daar geloven ze heilig in.’ Sara probeerde haar man te kalmeren, maar Abraham was niet te stoppen en raasde verder met: ‘Allemaal geloven ze dat het helpt als ze kaarsjes bij die beelden branden of er offerhapjes bij leggen. Aan hun gelovigheid verdienen ze goed met de verkoop van godenbeeldjes in de winkel waar ik werk.’ Abraham raakte buiten adem en zweeg. Hij schopte kwaad tegen de tafel, zodat de kopjes erop rinkelden. ‘En toen?’ vroeg Sara maar. Abraham keek op en zei: ‘Ik geloof er helemaal niks niemendal van, Sara. Ik geloof het voor geen meter! En opeens hield ik het niet meer. Ik kreeg zo de pest in over die stomme goden, die niets te zeggen hebben, dat ik ze allemaal kapotgeslagen heb. In duizend gruzelementen!’ ‘Echt?’ zei Sara. ‘Was dat nou wel zo verstandig?’ ‘Nee, eigenlijk niet,’ zei Abraham. ‘Want nu ben ik daar ontslagen.’ ‘Mooi is dat,’ mopperde Sara ‘En nu?’ ‘We moeten weg,’ zei Abraham opgewonden. ‘Het is me hier te benauwd. Ik geloof vast en zeker dat er een land is waar we met een ander soort God te maken krijgen. Dat geloof ik gewoon.’ ‘Dat geloof jij,’ zei Sara. ‘Maar kan jij me de verzekering geven dat wij zo’n land echt zullen vinden?’

– 15 –

‘Eh… mm… nee, eerlijk gezegd niet,’ antwoordde Abraham. ‘Ik weet niet waar ik het zoeken moet en toch geloof ik erin.’ ‘En omdat jij gelooft moet ik zeker mee?’ zei Sara. ‘In jouw geloof is het altijd maar gokken, niks is zeker. Nee, stil maar, ik ga heus wel met je mee. Waar jij gaat zal ik gaan.’ Abraham zei niets meer. Hij nam haar in zijn armen en gaf haar een stevige knuffel. ‘’t Is al goed,’ zei Sara. ‘Ga de koffers maar pakken.’

– 16 –

Wat geloof jij eigenlijk?

Bestelnummer 0601 ISBN 978-90-5788-546-4

Karel Eykman Karel Eykman

Wat geloof jij eigenlijk? Verhalen en gedichten om over na te denken