Inhoud Hoofdstuk 1 Vincent wil beroemd worden ............................................................. 5 Hoofdstuk 2 Waar komt die stank vandaan? ........................................................ 9 Hoofdstuk 3 Paars en lichtgrijs ............................................................................................... 13 Hoofdstuk 4 KipsatĂŠ ................................................................................................................................. 18 Hoofdstuk 5 Waardeloze breipennen ............................................................................ 24 Hoofdstuk 6 De bruid en het paard .................................................................................. 29 Hoofdstuk 7 Een auto vol ................................................................................................................ 34 Hoofdstuk 8 Chic de friemel ....................................................................................................... 38 Hoofdstuk 9 Krommenootjesthee ....................................................................................... 43 Hoofdstuk 10 Vingers in je oren ........................................................................................... 48 Hoofdstuk 11 Kopje onder ............................................................................................................. 52 Hoofdstuk 12 Kampioen knoeien ....................................................................................... 57 Hoofdstuk 13 Eet smakelijk ......................................................................................................... 62 Hoofdstuk 14 Een bijzonder telefoontje ................................................................. 68 Hoofdstuk 15 Ik ben geen koe ................................................................................................. 73 Hoofdstuk 16 Mislukt is gelukt .............................................................................................. 79 Hoofdstuk 17 Is dit nou alles? .................................................................................................. 84
1. Vincent wil beroemd worden Vincent en Anna zitten bij meester Paul in de woonkamer aan tafel. Het hart van Vincent bonkt harder dan anders. Het is net alsof hij in de wachtkamer van de tandarts zit. Hij kijkt naar de klok. Hij kan nu elk moment komen. Toch schrikt hij als kort daarna de bel klinkt. ‘Daar zal je hem hebben,’ zegt meester Paul. Hij staat op om open te doen. Er komt een oudere man de kamer binnen. Zijn hoofd is bijna net zo kaal als dat van meester Paul. Ook hij heeft een grijze stoppelbaard. Achter zijn bril kijkt hij een beetje scheel. Hij valt Vincent een beetje tegen. Hij had verwacht dat iemand die bij de krant werkt er anders uit zou zien. Jong, een woeste haardos, een leren jasje, zoiets. In ieder geval niet als een opa. ‘Pieter Louwman,’ zegt de man als hij hem een hand geeft. ‘Jij moet Vincent zijn, de beroemde Vincent.’ Even later zitten ze tegenover elkaar aan tafel. Voor de neus van meneer Louwman ligt een schrijfblok. Een pen bungelt tussen zijn duim en wijsvinger. ‘Wat grappig dat je bij je meester thuis wilde afspreken,’ begint hij. ‘Het moet een verrassing zijn voor mijn vader en moeder,’ zegt Vincent. En als het bij ons thuis is, willen ze erbij zijn, denkt hij erachteraan. Dan krijg ik steeds commentaar. Zo is meester Paul niet. Die is misschien een beetje raar, maar hij snapt tenminste waarom ik dit heb gedaan. ‘Dat wordt dan zeker een verrassing,’ zegt meneer Louwman. ‘Laat ik met de eerste vraag beginnen.’ Je begint toch altijd met de eerste vraag, denkt Vincent, of kun je ook met een tweede vraag beginnen? Maar dan is het geen
5
tweede vraag meer. Nadenken kan heel ingewikkeld zijn. Hij schudt even met zijn hoofd. ‘Wat ik graag wil weten is: Hoe voelt het om opeens beroemd te zijn?’ Wat moet hij daar nou op zeggen? Vincent kijkt de tafel rond. Meester Paul en Anna lachen naar hem. Dan kijkt hij meneer Louwman weer aan. ‘Eigenlijk voel je daar niet zoveel van,’ antwoordt Vincent, ‘minder dan ik dacht.’ ‘Heeft het je leven niet veranderd?’ ‘Nee, ik heb nog steeds hetzelfde leven,’ zegt Vincent. ‘Lang niet iedereen weet dat ik beroemd ben. Dat verandert misschien als mijn verhaal in de krant komt. Wat denkt u?’ ‘Dat helpt wel,’ antwoordt meneer Louwman. ‘Je verhaal komt in de weekendbijlage. Ik maak er een mooi en lang verhaal van. Daarom wil ik alles van je weten, van het begin tot het eind.’ ‘Echt alles?’ vraagt Vincent. ‘Jazeker. Er komen ook foto’s bij. Straks komt de fotograaf. Vertel het maar in je eigen woorden.’ Ik heb alleen maar eigen woorden, denkt Vincent. Hij plukt aan zijn blauwe shirt waarop Guinness Book of Records is geprint. Bij elkaar is er best veel gebeurd. Hij weet alleen niet of hij echt alles moet vertellen. Sommige dingen klinken misschien een beetje vreemd. Nog een reden waarom het goed is dat zijn vader en moeder er niet bij zijn. Meneer Louwman richt de punt van zijn pen op het papier, klaar om te beginnen. ‘Hoe ben je op het idee gekomen?’ vraagt hij. ‘Nou, op een avond keek ik naar het Jeugdjournaal. Zo begon het.’ Nu hij begint te vertellen, ziet hij alles weer voor zich. Het lijkt alsof het gisteren is gebeurd. Hij ziet een schoolplein vol kinderen. Ze staan in een lange rij.
6
Een meisje met kort, donker haar is bezig de gezichten te schminken. Alle kinderen krijgen hetzelfde clownsgezicht; een rode neus, dikke, rode lippen en op elke wang een geel zonnetje. Ze doet het heel snel. De presentatrice van het Jeugdjournaal vertelt dat het een wereldrecord is; meer dan 140 kinderen die als clown worden geschminkt. ‘Hoe kwam je op dit idee?’ vraagt ze. Het meisje staat nu vlak voor de camera. ‘Ik wilde van onze school de vrolijkste school maken die er bestaat,’ antwoordt ze. ‘En dat we daarmee in het Guinness Book of Records zouden komen. De laatste tijd zijn er namelijk een paar verdrietige dingen gebeurd op school. Bijna niemand keek meer vrolijk. Nu moeten we weer om elkaar lachen.’ De camera zwaait opzij. Een man en een vrouw verschijnen in beeld. ‘Hoe trots bent u op uw dochter?’ vraagt de presentatrice van het Jeugdjournaal. ‘Ze is een kanjer,’ antwoordt de moeder. De vader staat erbij te stralen. De camera zwenkt terug naar het meisje. ‘Hoe voelt het om wereldberoemd te zijn?’ Het meisje haalt haar schouders op. ‘Gewoon. Ik voel eigenlijk niks bijzonders.’ Vincent weet nog wat hij toen dacht. Dat geloof ik niet. Ze probeert alleen maar stoer te doen. Hij droomt er vaak van om beroemd te zijn. Dat zou alles anders maken. Nu is Tarik zijn enige vriend, maar dan zou iedereen in de klas zijn vriend willen zijn. De kans is groot dat Angela verliefd op hem zou worden. Van Tim met zijn rare, blonde krulletjes wil ze dan niks meer weten. Maar het belangrijkste is wat zijn vader tegen hem zou zeggen. Hij zou naar hem toelopen en een hand op zijn schouder leggen. En dan zeggen: ‘Weet je wel hoe trots
7
ik op je ben? Je bent helemaal geen brokkenpiloot. Sorry dat ik dat zo vaak heb gezegd.’ Zijn moeder staat erbij en wrijft een traan uit haar oog. Dat zijn gedachten die je natuurlijk niet aan iemand als meneer Louwman vertelt. Niet alles hoeft in de krant. ‘Zo is het dus gegaan,’ besluit Vincent zijn verhaal. ‘Toen ik dat zag op het jeugdjournaal, dacht ik: ik wil ook in het Guinness Book of Records.’ Eerst wist hij niet eens wat dat was; Guinness Book of Records. Een moeilijke naam, dat wel, maar verder? Op internet las hij dat het een boek is. Daar kom je in als je een bijzonder record haalt. Iets wat nog nooit door iemand anders is gedaan. Dan ben je in één klap wereldberoemd. ‘Maar hoe dan?’ vraagt meneer Louwman. ‘Het lijkt me nog niet zo gemakkelijk om iets bijzonders verzinnen.’ ‘Dat idee kreeg ik meteen daarna,’ antwoordt Vincent. ‘Het kwam door mijn vader. Hij riep dat ik moest komen. Heel vaak moet ik in ons eetcafé helpen, maar dat was ik door het Jeugdjournaal vergeten. Het eetcafé heet trouwens De Smulhoek. Misschien kunt u dat erbij schrijven.’ Dat zal de verrassing nog mooier maken, denkt Vincent. Hij ziet voor zich hoe zijn vader op zaterdag de krant openslaat. Eerst leest hij over hem en daarna ziet hij ook de naam van zijn eetcafé in de krant staan. Gratis reclame. Grote kans dat zijn vader van verbazing van zijn stoel valt. ‘Ik ging dus gauw naar beneden,’ gaat Vincent verder. ‘Het was niet mijn schuld wat er daarna gebeurde.’
8
2. Waar komt die stank vandaan? ‘Wat gebeurde er dan?’ vraagt meneer Louwman. ‘Ik weet het nog precies,’ antwoordt Vincent. ‘Het ging zo.’ ‘Hé, Vincent, waar blijf je nou?’ De harde stem van zijn vader komt van onderaan de trap. ‘Ik weet het al, de afwas!’ roept hij. ‘Ik was net onderweg naar beneden. Ik ben het echt niet vergeten.’ Helemaal vergeten, denkt hij. Hoe kan hij nou zo stom zijn? Vincent stormt de trap af. In zijn haast mist hij een tree. Hij rolt het laatste stuk naar beneden en botst tegen de benen van zijn vader aan. Heel even ziet Vincent iets van bezorgdheid in zijn ogen. Als hij snel opstaat, ziet hij weer die boze blik die hij zo goed kent. ‘Het is moeilijk voor jou, hè, om normaal te doen?’ Zijn koksmuts zwiept heen en weer op zijn hoofd. Vincent wrijft even over zijn achterhoofd en kreunt zacht. Niet dat het pijn doet, maar het had wel gekund. Dat is bijna hetzelfde. Zijn vader moet weten dat het ook anders had kunnen aflopen. ‘Begin nu maar snel aan de afwas,’ bromt zijn vader. ‘Het is ontzettend druk vanavond.’ Vincent haast zich de keuken in. Zijn moeder en Jessica, de serveerster, lopen met dienbladen heen en weer. ‘Ben je daar eindelijk?’ zegt zijn moeder zonder hem aan te kijken. ‘Doe je voorzichtig? Het is niet de bedoeling dat je weer een glas of iets anders breekt.’ Weg is ze alweer, door de klapdeuren. Vincent kijkt haar na. In een flits ziet hij dat bijna alle tafeltjes bezet zijn. Vrolijke stemmen klinken. Daartussendoor hoort hij het geluid van tinkelende glazen en bestek dat op borden tikt. Wat een stomme opmerking, over dat breken. Hij breekt
9