Inhoud 1. De gouden pen ................................................................... 5 2. Hieperdepiep ..................................................................... 9 3. Het feestje ........................................................................ 13 4. We komen op tv! ............................................................. 16 5. Hotel de Botel .................................................................. 20 6. Kakkerlakken................................................................... 24 7. Bink op tv ........................................................................ 29 8. De allereerste handtekening ............................................ 33 9. Een echte fan ................................................................... 38 10. De tegenwens .................................................................. 42 11. De halve finale ................................................................ 47 12. Het valt tegen .................................................................. 51 13. De finale .......................................................................... 55 14. Heel goeie foto’s .............................................................. 59
1. De gouden pen Bink Blokker woont al zijn hele leven in Ouwegein. Een stad waar de meeste grapjes over de plaatsnaam allang zijn gemaakt. Eigenlijk is Ouwegein geen stad, maar een stadje. Net iets groter dan een dorp. Al valt er ongeveer even weinig te beleven als in een dorp. Niet eens weinig, maar gewoon niets. Er zijn wel vijf winkels, waarvan twee supermarkten. Alle vijf liggen ze aan een plein dat het centrum van het stadje vormt. Er staat een fontein die al jarenlang verstopt zit, en het water is groen van alle kroos en algen. Toekijken hoe het kroos groeit is zo’n beetje het enige wat er in Ouwegein te doen valt. Of, viel. Want de laag kroos is nu zo dik geworden dat het niet meer groeit. Als iemand nu een muntje in het water gooit, blijft het gewoon op de blaadjes liggen. En in dit stadje woont Bink dus. Al tien lange jaren. Maar daar komt heel binnenkort verandering in. Niet omdat hij gaat verhuizen, hoor. Maar omdat hij morgen elf wordt. Morgen is de grote dag. Elf! De enige keer dat twee keer één niet twee, maar elf is, zoals zijn vader de afgelopen weken steeds heeft gezegd. Bink kan niet wachten. En toch zit er niets anders op. Vandaag is namelijk nog niet helemaal voorbij. Bink heeft net zijn avondeten op. Spinazie met aardappelen en een gehaktbal. En vandaag was best een leuke dag. Bink mocht op school trakteren. Helaas had zijn moeder niets beters weten te verzinnen dan bananen met wiebeloogjes en blauwe papieren tuinbroeken, maar tot zijn grote verbazing was de hele mand met ‘gezonde Minions’ leeg. Zelfs de juffen en meesters hadden liever een Minionbanaan dan een gevulde koek met
5
een vlaggetje erin. Bink had zijn moeder nog net weten over te halen geen zelf geprinte foto van hem op elk vlaggetje te plakken. De juf heeft altijd een grote koektrommel staan. De jarige mag daar, als een soort grabbelton, een leuk cadeautje uit pakken. Al aan het begin van het schooljaar had Bink daar een gouden pen in zien liggen. Nee, de pen was natuurlijk niet echt van goud, dat wist Bink best. Maar hij was goudkleurig. En hij glom zo mooi in het licht. En bij elke verjaardag had hij goed in de gaten gehouden dat zijn klasgenootje die pen niet koos. ‘Wat moet je daar nou mee? Je hebt toch al een pen?’ had hij een week geleden nog tegen Meike gezegd, die daarna toch maar voor een puntenslijper met glitters had gekozen. Want die pen, die was voor hem. Hij had het meteen geweten toen hij hem zag: dít was de pen waarmee hij zijn handtekening zou zetten als hij later groot was. Als hij later beroemd was. Brandweerman, politieagent, astronaut… dat waren dingen die hij vroeger wilde worden. Toen hij nog klein was. Toen je zijn leeftijd nog met maar één cijfer schreef. Een tijdlang wilde hij zelfs hondenuitlater worden, tot iemand hem vertelde dat je dan wel zelf alle drollen netjes moest opruimen. Daarmee was dat plan in elk geval van tafel. Maar nu, met zijn elfde verjaardag voor de deur, had hij het tijd gevonden voor een serieus beroep. En dus had hij bedacht dat hij beroemd wilde worden. Hij wist alleen nog niet hoe, of waarmee. Wel dat die gouden pen onmisbaar was. En sinds vanmorgen was die gouden pen van hem. Dat maakte vandaag dus tot best een leuke dag in het verder zo saaie leventje van Bink. En die dag zat er nu al bijna op. Zodra het buiten donker werd, had zijn moeder hem gezegd zijn rommel op te ruimen, zodat
6
de woonkamer er morgen pre-sen-ta-bel uit zou zien. Hij had haar even knipperend aangekeken. ‘Morgen komt er visite, dan moet het hier netjes zijn,’ had ze nogal ongeduldig uitgelegd. Wat Bink niet eerlijk vond. Als ze nou meteen had gezegd dat ze dat bedoelde… Met tegenzin had hij de paar grijze plastic steentjes van de grond geraapt die van zijn grote ruimtestation waren gevallen. En stopte hij de potloden die op de schrijftafel lagen terug in zijn etui vol stiftvlekken. Zijn gouden pen nam hij mee naar boven, naar zijn slaapkamer. Hij had er maanden geleden al een speciaal plekje voor vrijgemaakt, op het hoekje van zijn bureau. Waar nu een nog lege, doorzichtige tandenborstelkoker lag die zijn moeder eigenlijk had willen weggooien na de vakantie. Het was de perfecte vitrine voor zijn pen. Nu stopt Bink hem er voorzichtig in, doet het dopje er weer op en kijkt vol trots naar zijn kostbare schat. Eindelijk is hij van hem. ‘Bink! Poetsen! Pyjama aan! Schiet een beetje op!’ roept zijn moeder vanuit de badkamer. Bink geeft de doorzichtige koker nog een klein duwtje zodat hij recht ligt, en haast zich zijn kamer uit. Niet veel later ligt Bink in bed, naar de lichtgevende planeten op zijn plafond te staren. Die heeft hij gekregen voor zijn vorige verjaardag, toen hij gezegd had dat hij astronaut wilde worden. Hij denkt na over morgen. Over zijn verjaardagstaart – zou het de appeltaart zijn die hij had gevraagd, of weer zo’n kleffe slagroomtaart? Over de kaarsjes die hij mag uitblazen – zouden het elf kaarsjes zijn, zoals hij graag wil, of een één en nog een één, zodat zijn vader zijn grapje weer kan maken? En over de wens die hij dan zal doen. Moet hij wensen dat hij eindelijk die spelcomputer krijgt waar hij al maanden om vraagt? Zal hij wensen dat ze voor
7
zijn verjaardag naar een pretpark gaan en hij twee keer in alle achtbanen mag? Misschien kan hij maar beter wensen dat er hier in Ouwegein eens wat te beleven is. Hij zucht diep. Het is best een moeilijke beslissing. Hij kan tenslotte maar ĂŠĂŠn wens doen. Wat is het belangrijkst? Wat wil hij het aller, allerliefst? Bink draait zijn hoofd opzij en kijkt naar het bureau in de hoek van de kamer. Daar ligt de gouden pen. En ineens weet hij het.
8
2. Hieperdepiep Die zaterdagochtend wordt Bink al vroeg wakker. Hij staart naar de planeten aan het plafond en luistert. Het huis is nog helemaal stil. Zouden zijn vader en moeder nog slapen? Of zouden ze stiekem al beneden op hem wachten, met een taart en allemaal cadeautjes? Hij slaat zijn deken open en stapt uit bed. Als zijn moeder en vader al beneden zijn, dan maken ze vast meteen foto’s zodra hij de woonkamer in loopt. Bink besluit dat hij zich maar beter eerst kan wassen en aankleden. Want die foto’s krijgt natuurlijk iedereen te zien. Als hij op zijn tenen de trap afsluipt, merkt hij hoe stil het nog is. Verdacht stil, denkt hij met een grijns. Langzaam doet hij de woonkamerdeur open. En dan… Niets. Het is nog donker. Bink ziet niemand. Ook geen taart. En geen cadeautjes. Als hij de woonkamer binnen schuifelt ziet hij een halve slinger hangen boven de bank. Nou ja, het is geen echte halve slinger. Maar na tien verjaardagen zijn veel vlaggetjes gescheurd en naar het midden van de lijn gezakt. Hij hangt er bij als een oude waslijn met een veel te zware sprei eroverheen. Zuchtend loopt Bink naar de bak met speelgoed. Hij schuift hem uit de kast en kijkt eens goed. Waar moet hij eigenlijk mee spelen nu hij geen tien meer is? Alles wat hierin ligt is voor kleine kinderen. Voor kleuters. Voor baby’s. Hij duwt de bak weer terug en kijkt om zich heen. Zou hij zijn ouders wakker mogen maken op deze speciale dag? Bink denkt aan vorige week zondag, toen hij zijn ouders ook had gewekt terwijl dat niet zijn bedoeling was geweest.
9
Bink wil graag beroemd worden. Zijn wens lijkt uit te komen als zijn ouders mee mogen doen aan de tv-show Hotel
de Botel. Ineens wordt Bink uitgenodigd als eregast op een feestje van een klasgenoot. Kinderen uit andere groepen vragen zelfs om zijn handtekening! Toch wordt Bink niet erg gelukkig van al die aandacht. En hij herkent zijn ouders bijna niet meer als ze op televisie strijden om het hotel. Wanneer houdt dit op? Avi M6/E6
Omslagillustratie van Marit de Wolf
Bestelnummer 5053 ISBN 978-90-5788-527-3