Hoera voor Tom (5131)

Page 1

Hoera voor Tom Erik Idema


Inhoud 1. Feest

6

2. Naar bed

8

3. De fiets

9

4. Wat is dit voor fiets?

11

5. De stad uit

12

6. Geen geld

13

7. Vragen

16

8. IJs

17

9. Kermis

18

10. De draaimolen

19

11. Draaien

20

12. Botsen

23

13. De ballon

25

14. Het plan

28

15. Mees

29

16. De optocht

30

17. De dierentuin

31


18. Bij de kassa

33

19. Stilte!

34

20. Op de grond

35

21. Wie wil een ijsje?

36

22. De ijsman

37

23. De man van de apen

40

24. De baas van de dierentuin

42

25. Het kantoor

44

26. De krant

46

27. Meneer Van Dam

48

28. Naar de dieren

50

29. Naar de fietsen

51

30. Door de stad

52

31. Thuis

54


1. Feest Het is feest. Hoera, zegt mama. Hoera, zegt papa. Hoera voor Tom. Tom is jarig. Er is taart. En er zijn ballonnen. Dat is leuk! Tom krijgt een bal. En een boek. Je krijgt nog wat, zegt mama. Maar dat is heel groot. Het staat in de schuur. Tom rent naar de schuur. Hij maakt de deur open. Een fiets! Is die voor mij? Ja, zegt mama. De fiets is voor jou. Wat is hij mooi! Tom rijdt op de fiets. Hij maakt een rondje. En nog een rondje. En nog ĂŠĂŠn. Wat een feest! 6


7


2. Naar bed Tom ligt in bed. Het feest is voorbij. Vond je het leuk? vraagt mama. Heel leuk, zegt Tom. Opa was er. En oma. En tante An en oom Sjors. Het was echt feest. En je hebt veel gekregen, zegt mama. Ja, zegt Tom. Ik heb een mooie bal. En een boek. Maar de fiets is het mooist. Goed zo, zegt mama. Ga nu maar lekker slapen. Tom valt in slaap. Hij droomt.

8


3. De fiets Tom gaat naar buiten. Naar de schuur. Daar staat de fiets. Hallo, zegt de fiets. Ga je mee? Tom kijkt naar de fiets. Kan hij praten? Ga je mee? zegt de fiets nog een keer. Ja, zegt Tom. Ik wil een rondje. Tom stapt op. Hij trapt. En hij stuurt. Maar de fiets gaat geen rondje. Hij gaat weg! Waar gaan we heen? zegt Tom. Maar de fiets zegt niks. Hij rijdt. Ze gaan de straat uit. Ze gaan over de brug. Op de grote weg. Hier is Tom nog nooit geweest!

9


10


4. Wat is dit voor fiets? Tom fietst. Hij denkt na. Wat is dit voor fiets? Hij kan praten. Hij gaat zomaar ergens heen. Hoe kan dat? Zeg eens, zegt Tom. Wat ben jij voor fiets? Waarom kan jij praten? Maar de fiets zegt niks meer. Hij rijdt maar. En hij rijdt maar.

11


Ervaringen delen

Aardig doen

Samen spelen en werken

Een taak uitvoeren

Lezen is leuk en soms ook spannend. En je kunt veel dingen ontdekken. Bijvoorbeeld wat kinderen doen in moeilijke situaties. Wat kiezen ze, en hoe loopt dat af? Je kunt met de hoofdpersonen meeleven en denken: wat zou ik nu zelf doen?

Jezelf presenteren

Een keuze maken

Opkomen voor jezelf

Omgaan met ruzie

Tom durft niet zo veel. Maar dan is hij jarig. Hij krijgt een nieuwe fiets. De fiets neemt hem mee. Naar een weiland. Naar de kermis. Tom durft steeds meer. Dat komt door zijn fiets. Het is een superfiets.

Avi 2/3/E3 Met illustraties van Iris Boter

Bestelnummer 5131 ISBN 978-90-5788-389-7

9 789057 883897


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.