Woord vooraf ‘Tijd om op te staan’ is een paasmusical voor de basisschool. De paasmusical volgt vrij letterlijk de evangeliebeschrijving uit het Nieuwe Testament. In een zeer herkenbare stijl, gaat deze musical over het leven van Jezus vanaf de intocht in Jeruzalem tot aan zijn opstanding. De musical is verdeeld in zes scènes: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De intocht in Jeruzalem De paasmaaltijd Het verraad in Getsemane Petrus zegt: ‘Ik ken Hem niet!’ Jezus’ dood De opstanding
Het verhaal wordt verteld door de leerlingen, die, als de musical begint, verdrietig bij elkaar zitten. Jezus is dood. Ze kijken terug op de tijd dat ze met hem hebben opgetrokken. De musical kent een flink aantal rollen. Er kan een onbeperkt aantal kinderen aan meedoen, omdat er veel figuranten ingezet kunnen worden. In de musical zijn zes nieuwe liedjes verwerkt. De musical duurt ongeveer 45 minuten en is dus goed in een paasviering te verwerken.
5
Tekstboek
Algemene regie-aanwijzingen - lees de tekst met alle spelers twee keer door. - besteed in het begin 1 repetitie aan 1 scène. - voeg twee of drie opeenvolgende scènes aan elkaar. - speel uiteindelijk het hele stuk. - speel zo snel mogelijk zonder boekje. - houd een voor-generale en een generale repetitie. - overdrijf de rol in het begin flink. Aan het eind houd je dan het goede type over. - de regisseur kan een kind helpen over een bepaalde drempel heen te komen, door het zelf voor te doen. - speel niet met de rug naar het publiek. Dit is niet bevorderlijk voor de verstaanbaarheid en het overbrengen van de mimiek. Speel dus zoveel mogelijk richting zaal of ‘en profil’. - zorg voor een goede verspreiding over het toneel (niet teveel op een kluitje). - het toneelbeeld mag niet statisch worden. Varieer in zittende en staande figuren. - zorg dat de spelers ook meespelen als ze geen tekst hebben. - geef spelers, die moeite hebben hun handen een plaats te geven een attribuut in handen, dat bij hun rol past. - zorg voor vaart in de musical; kinderen kunnen zelf heel goed de decorwisselingen verzorgen of spullen wegzetten of meenemen terwijl ze afgaan. - de techniek moet goed verzorgd zijn (licht en geluid). Vraag de licht- en geluidsmensen er al in een vroeg stadium bij. - een souffleur is eigenlijk onmisbaar. Laat hem/haar niet krampachtig de tekst voorfluisteren, maar gewoon hardop aangeven. - let er bij de opkomsten en het afgaan op, dat dit naar de juiste kanten gebeurt. - probeer alles luchtig te houden en maak gebruik van vondsten en ideeën die uit de spelers komen.
6
Decor en attributen ‘Tijd om op te staan’ heeft geen bijzonder decor nodig. Een neutrale achterwand is voldoende. Rechtsvoor op het toneel moet een tafel staan (of lange schragen) waaraan de leerlingen kunnen zitten. Verder een aantal zeer eenvoudige stoelen of houten banken. De volgende attributen zijn nodig: - takken - kleren om mee te zwaaien (bv T-shirts) - boodschappentas - vazen, kruiken, matjes e.d. voor de figuranten op de markt - waterkruik - broodmandjes - wijnglazen - karaf - wit tafelkleed - speren (voor de soldaten) - 11 tekeningen/schilderingen die de 11 verhalende gedichten visualiseren voor het publiek (zie pag. 19)
Kleding Ook de kleding kunt u sober houden. Bij deze musical moet de aandacht vooral op de teksten zijn gericht gezien het karakter en de inhoud van het verhaal. U kunt de leerlingen gemakkelijk aankleden met wijdvallende capes. Die bindt u dicht met een stoffen riem. In het haar een band of een hoofddoek. De mensen op de markt idem dito. Laat de soldaten grijze of zwarte kleding aantrekken. Natuurlijk is het heel leuk om hen speren en schilden in de hand te geven.
Rolbezetting -
Leerling Leerling Leerling Leerling Leerling Leerling Leerling
1 2 3 4 5 6 7
7
Tekstboek
-
Leerling 8 Leerling 9 Petrus Johannes Judas Man Kind 1 Kind 2
-
Priesters en Soldaten (in een lied)
-
Vrouw 1 Man 1 Soldaat 1 Vrouw 2 Man 2 Soldaat 2 Vrouw 3 Soldaat 3
-
11 kinderen (voor de gedichten)
-
Maria Jezus Moeder J. (de moeder van Jacobus) Johanna
8