● Een kerstmusical voor kinderen
Op zoek naar het licht
●
Tekst: Gerard van Midden ● Muziek: Gerard van Amstel
Tekst
Inhoud Scène 1: Meneer de Wereld Meneer de Wereld komt op. Hij gaat op een sokkel zitten. In het halfdonker. Aan zijn houding kun je zien dat hij verdrietig en somber is. Dan komen er twee kinderen langs. Eerst zien ze het beeld van Meneer de Wereld niet. Het heeft al die tijd in het donker gestaan. Tot hun schrik begint het beeld - Meneer de Wereld dus - opeens te praten. Hij heeft licht nodig. Veel licht. De kinderen besluiten dat licht voor hem te gaan zoeken. In het lied ‘Misschien, misschien...’ vragen de kinderen zich af of Meneer de Wereld misschien teveel gezien heeft. Heeft dat hem allemaal somber gemaakt? Scène 2: In de winkelstraat De kinderen gaan naar een plek waar veel licht is. In de winkelstraat hangt kerstverlichting en neonbuizen trekken de aandacht. Het is druk op het toneel en we horen bekende kerstliedjes in de straten. Een kind vraagt aan de winkelende mensen of zij misschien een boekwinkel weten, want hij wil een prentenboek over het kerstverhaal kopen. Maar iedereen heeft haast en het kind krijgt geen fatsoenlijk antwoord. In het lied ‘Wat een drukte’ worden een paar gewoonten op de korrel genomen, zoals: het aanschaffen van een kunst-kerstboom, sinterklaas vieren met kerst en je heel erg uitsloven voor de voorbereiding van een vijfgangen-diner met kerst. De twee kinderen die op zoek zijn naar het licht, lopen ook in de winkelstraat. Hoewel er veel licht is, besluiten ze om naar het stadion te gaan. Daar zijn felle schijnwerpers. Het kind van het prentenboek komt langs Meneer de Wereld en hoort zijn overpeinzingen over het licht in de winkelstraat. Het kind wil Meneer de Wereld ook helpen en gaat ook naar het stadion. Scène 3: In het stadion Daar is toevallig een popconcert aan de gang. Popster Stacey Starlight staat in de schijnwerpers. Ze wordt aanbeden door haar fans. Ze zingt het zeer zelfingenomen lied: ‘A magic star’. Het publiek gaat door het lint, maar uit het interview achteraf dat een journaliste met haar probeert te houden, blijkt dat Stacey niet zonder het licht van de schijnwerpers kan. Ze geeft chagrijnige antwoorden en is voortdurend op zoek naar de camera’s. Ze blaft haar fans af. De kinderen begrijpen dat ze voor het licht voor Meneer de Wereld niet in het stadion moeten zijn. Na afloop ontmoeten ze de journaliste die met de kinderen meegaat om te helpen zoeken. Ze gaan naar het paleis met de spiegelzaal met duizend lampen. Scène 4: In het paleis Maar ook de koning blijkt alleen maar aan zichzelf te denken. In een ‘sprookjesachtige’ en komische scène horen we hem praten met zijn twee lakeien. De koning denkt liever aan biefstukken en gouden knopen op zijn nieuwe jas, dan aan belangrijke dingen. Zijn zoon, prins Frederik, is er ook bij en laat duidelijk merken dat hij er anders over denkt. De koning ontvangt de drie kinderen en de journaliste. Op de vraag wat hij met ‘het licht’ in zijn paleis doet, geeft de koning antwoord in het lied: ‘Het licht is voor mij’. De kinderen en de journaliste verlaten teleurgesteld en boos het paleis, omdat de koning het licht alleen deelt met zijn vrienden. De prins gaat even later achter de anderen aan.
4
5
Op zoek naar het licht
Scène 5: Het kerstverhaal Een kind vindt bij ‘de sokkel’ het prentenboek over het kerstverhaal. Er komen nog meer kinderen bij. Ze lezen, bij het licht van één kaars, hardop het kerstverhaal uit Lucas 2. De drie kinderen, de journaliste en de prins luisteren ademloos mee. Ze vermoeden dat, juist bij het spaarzame licht van één kaars, ze het licht voor de wereld op het spoor zijn. De scène in het kerstverhaal over de herders komt tot leven. De herders komen op en één herder vertelt dat hij vandaag in Jeruzalem geweest is. Dat was niet leuk, want hij werd uitgescholden en verstoten. ‘Ach, dat weet je toch! We horen er nu eenmaal niet bij,’ zegt één van de andere herders. ‘Het zal nooit veranderen voor ons!’ Maar op dat moment brengt de engel in het lied ‘Witter dan wit’ goed nieuws. De herders gaan naar Betlehem. Kinderen van de onderbouw hebben een aantal fragmenten uit het kerstverhaal geschilderd, zoals: de aankondiging van de geboorte aan Maria, Jozef en Maria op weg naar Betlehem, Jozef en Maria bij de herberg en Jozef en Maria in de stal. Bij deze fragmenten dragen de kinderen korte opzegversjes voor. Op het laatste schilderij staat alleen de kribbe. De herders komen op en kijken naar het kind. Ze zetten brandende waxinelichtjes op de grond. Ook de kinderen, de journaliste en de prins komen op met waxinelichtjes. Zo ontstaat er een lichtkring. Daarover gaat ook het slotlied. Alle spelers worden uitgenodigd om in de lichtkring te komen. Tot slot stapt ook Meneer de Wereld van zijn ‘sokkel’. Hij doet zijn zwarte jas uit, waaronder een witte jas zit, en legt die buiten de lichtkring. Op zijn vraag hoe dit licht voor de wereld kan worden vastgehouden, krijgt hij van de kinderen het prentenboek met het kerstverhaal.
● Algemene regie-aanwijzingen ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●
Lees de tekst met alle spelers twee keer door. Besteed in het begin één repetitie aan één scène. Voeg twee of drie opeenvolgende scènes aan elkaar. Speel uiteindelijk het hele stuk. Speel zo snel mogelijk zonder boekje. Houd een voor-generale en een generale repetitie. Overdrijf de rol in het begin flink. Later zwakt het wel af, zodat aan het einde het goede type overblijft. De regisseur kan een kind helpen over een bepaalde drempel heen te komen door het zelf voor te doen. Speel niet met de rug naar het publiek. Dit is niet bevorderlijk voor de verstaanbaarheid en het overbrengen van de mimiek. Speel dus zoveel mogelijk richting zaal of 'en profil'. Zorg voor een goede verspreiding over het toneel (niet teveel op een kluitje). Het toneelbeeld mag niet statisch worden. Varieer in zittende en staande figuren. Zorg dat de spelers ook meespelen als ze geen tekst hebben. Geef spelers die moeite hebben hun handen een plaats te geven een attribuut in handen dat bij hun rol past. Zorg voor vaart in de musical; kinderen kunnen zelf heel goed de decorwisselingen verzorgen of spullen wegzetten. De techniek moet goed verzorgd zijn (licht en geluid). Vraag de licht- en geluidsmensen er al vroeg bij. Een souffleur is eigenlijk onmisbaar. Vraag die er in een vroeg stadium bij. Laat hem/haar niet krampachtig de tekst voor-fluisteren, maar gewoon hardop aangeven. Let bij de opkomsten en het afgaan op dat dat naar de juiste kanten gebeurt. Probeer alles luchtig te houden en maak gebruik van vondsten en ideeën die uit de spelers komen.
● Decor Er is slechts één decor nodig, hoewel de musical zich afspeelt op een aantal sterk verschillende lokaties. Die zijn: neutrale, open plek buiten, in een stadion, in een paleis. Deze plekken kunnen met een aantal eenvoudige zetstukken worden gesuggereerd. In het stadion zijn schijnwerpers nodig en een microfoon. In het paleis kan met een troon, een ’kroonluchter’ en een poef worden volstaan. Op de open plek zijn geen speciale zetstukken nodig. Kies als achterwand voor een neutrale, lichte kleur die past bij alle lokaties. Voor Meneer de Wereld is een ‘sokkel’ nodig. Dat kan een laag podiumdeel zijn of een kistje. Daarop staat een krukje, waarop Meneer de Wereld kan gaan zitten. Zie voor meer ideeën de tekstaanwijzingen bij de betreffende scènes.
6
● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●
Sokkel met naambordje Boodschappentassen Kerstcadeaus Winkelwagentje Boodschappentas op wieltjes Kerstverlichting Prentenboek Kerstboom Sjaals Materiaal voor de televisieploeg (camera’s, microfoons, licht, kabels, e.d.) Microfoon Schrijfblokje of draagbare cassetterecorder (dictafoon) voor de journaliste Handtekeningenboekje Troon Poef Een ‘kroonluchter’ Kaars in standaard Krukjes (afhankelijk van hoogte van podium) Waxinelichtjes Geschilderde fragmenten van het kerstverhaal. Het gaat om de volgende fragmenten die de kinderen van de onderbouw op grote vellen papier kunnen schilderen: 1. De aankondiging van de geboorte van Jezus door de engel bij Maria 2. Jozef en Maria op reis naar Betlehem 3. Jozef en Maria bij de herberg 4. Jozef en Maria in de stal 5. Het kind in de kribbe
● Kleding
7
Pas de kleding aan aan de verschillende rollen. Het hoeft geen ‘kostuumstuk’ te worden. Geef de koning een kroon en hij is het al. Meneer de Wereld draagt een zwarte jas met daarop een wereldbol. Onder deze jas draagt hij witte kleding.
Op zoek naar het licht
● Rekwisieten
● Rolverdeling ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●
Meneer de Wereld Dansgroep (kinderen met donkere kleding) Kind 1 Kind 2 Kind 3 Winkelpubliek (aantal onbeperkt) Publiek 1 t/m 3 Stacey Starlight, een popster Fans van Stacey Starlight (aantal onbeperkt) Fan 1 Leden van de backinggroup van Stacey (tevens bodyguards) Journaliste Koning Lakei 1 Lakei 2 Prins Frederik Kinderen 4 t/m 8 (aantal kan worden uitgebreid) Herders 1 t/m 4 (aantal kan worden uitgebreid) Engel Engelengroep
● Bijzonderheden ●
●
● ●
.
Scène 1: Deze scène start met een ingetogen en simpele kringdans. Die kan uitgevoerd worden op ‘Instrumentale muziek A’ van de cd. De dans kan ook door jonge kinderen worden uitgevoerd. De dans is overigens niet per se noodzakelijk. Scène 2: In de winkelstraat klinken allerlei kerstliedjes. Die staan ook op de cd (‘Instrumentale muziek B’). Ook hiervoor geldt dat u deze liedjes door bijvoorbeeld het schoolkoor kunt laten zingen. Scène 4: Deze scène begint met een ‘menuet/wals’. Als kleding kunt u kiezen voor balletjurkjes. De muziek staat op de cd (‘Instrumentale muziek’). Scène 5: In deze scène klinken woorden uit Lucas 2. Die zijn overgenomen uit de ‘Startbijbel’ (uitgave: Nederlands Bijbelgenootschap Haarlem).
8