● Een kerstmusical voor kinderen
Een herberg is geen plaats voor Hem!
●
Teksten: Gerard van Midden ● Muziek: Gerard van Amstel
SGO Hoevelaken
Tekst
Inhoud Vijf kinderen spelen voor op het toneel. Moeder leest de krant. Naar aanleiding van een krantenbericht komt het gesprek op kerst. Moeder stelt voor het kerstverhaal te vertellen. (Moeder en de kinderen blijven gedurende de hele musical op het podium of aan de zijkant zitten.) In verschillende, gevarieerde scènes zien we het kerstverhaal aan ons voorbijtrekken: -
Maria veegt het huis en krijgt de engel op bezoek. In een liedje vertelt de engel wat Maria zal overkomen. Jozef en zijn knecht Asjer in de timmerwerkplaats. Maria komt het bericht brengen dat ze zwanger is. We zien Jozefs verwarde reactie. Een heraut van keizer Augustus vertelt dat iedereen zich moet laten inschrijven. Er komen felle reacties, die uitmonden in het lied: 'Wie zwijgt stemt toe!' Het wordt druk op de weg. Hoe kijken de herbergier en zijn vrouw tegen de reizigers aan? De herders vertellen zingend hun verhaal.
Als moeder klaar is met vertellen, pakt ze de krant weer op. Volgens de kinderen hebben we er na 2000 jaar nog steeds niet veel van begrepen. Of ligt de vrede toch voor de hand? De reacties van de kinderen op iedere scène zijn verfrissend. Ze geven op hun eigen wijze commentaar op het kerstverhaal.
4
● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●
Lees de tekst met alle spelers twee keer door. Besteed in het begin één repetitie aan één scène. Voeg twee of drie opeenvolgende scènes aan elkaar. Speel uiteindelijk het hele stuk. Speel zo snel mogelijk zonder boekje. Houd een voor-generale en een generale repetitie. Overdrijf de rol in het begin flink. Later zwakt het wel af, zodat aan het einde het goede type overblijft. De regisseur kan een kind helpen over een bepaalde drempel heen te komen door het zelf voor te doen. Speel niet met de rug naar het publiek. Dit is niet bevorderlijk voor de verstaanbaarheid en het overbrengen van de mimiek. Speel dus zoveel mogelijk richting zaal of 'en profil'. Zorg voor een goede verspreiding over het toneel (niet teveel op een kluitje). Het toneelbeeld mag niet statisch worden. Varieer in zittende en staande figuren. Zorg dat de spelers ook meespelen als ze geen tekst hebben. Geef spelers die moeite hebben hun handen een plaats te geven een attribuut in handen dat bij hun rol past. Zorg voor vaart in de musical; kinderen kunnen zelf heel goed de decorwisselingen verzorgen of spullen wegzetten. De techniek moet goed verzorgd zijn (licht en geluid). Vraag de licht- en geluidsmensen er al vroeg bij. Een souffleur is eigenlijk onmisbaar. Vraag die er in een vroeg stadium bij. Laat hem/haar niet krampachtig de tekst voor-fluisteren, maar gewoon hardop aangeven. Let bij de opkomsten en het afgaan op dat dat naar de juiste kanten gebeurt. Probeer alles luchtig te houden en maak gebruik van vondsten en ideeën die uit de spelers komen.
● Decor
5
Links- of rechtsvoor op het podium spelen de kinderen. Laat ze alleen op de grond spelen als u op een verhoogd podium speelt. Heeft u dat niet, zet de kinderen dan op krukken of iets dergelijks. Moeder zit in een gemakkelijke stoel. Een simpel zetstuk kan suggereren dat daar de huiskamer is. Houd zoveel mogelijk ruimte op het toneel vrij voor de verschillende scènes. U kunt volstaan met één decor. Dit kan een 'neutraal' landschap zijn. Voor de scène in de timmerwerkplaats van Jozef en de herberg kunt u een zetstuk maken dat aan twee kanten beschilderd is. Kant a: het interieur van de timmerwerkplaats. Kant b: de deur van de herberg. Deze deur kunt u ook gebruiken voor de scène waarin Maria de engel ontmoet. Suggereer met een paar eenvoudige middelen de verschillende locaties. Timmerwerkplaats: een werkbank, hout, gereedschap, houtkrullen. De herberg: potten, pannen, lepels, kannen, geblokte theedoeken.
Een herberg is geen plaats voor Hem!
● Algemene regie-aanwijzingen
● Rekwisieten ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●
krant speelgoed bezem weefraam werkbank gereedschap hout (latten, planken) trompet grote rol papier brood borden dienbladen kruiken pannen e.d.
De kleding spreekt voor zich. Gebruik grote lappen en sla die om. Geef de mannen hoofdbanden en de vrouwen hoofddoeken. De engelen hebben geen vleugels nodig. Een wit laken of een eenvoudig ‘kroontje’ is al voldoende.
● Rolverdeling ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●
Moeder Vader Wilbert (kind van ongeveer acht jaar) Marloes (kind van ongeveer zes jaar) Sander (kind van ongeveer vier jaar) Maarten (buurkind van ongeveer zeven jaar) Els (buurkind van ongeveer vijf jaar) Buurvrouw (moeder van Els en Maarten) Maria Jozef Asjer (knecht van Jozef) Mirjam (zijn vriendin) Engel Heraut Publiek l t/m 8 (inwoners van Nazaret die aanvankelijk tussen het publiek zitten) Figuranten (inwoners van Nazaret) Herbergier Vrouw (zijn vrouw) Herders l t/m 6 Engelen (zij voeren de 'engelendans' uit)
De liedjes 'Jozef kan niet slapen' en 'Zullen we vertellen van de kerstnacht?' zijn bij uitstek geschikt voor jonge kinderen.
6