De
dansende koning Een muzikaal verhaal voor kinderen
Colofon De dansende koning Een muzikaal verhaal voor kinderen Tekst Erik Idema Illustraties Iris Boter (omslag, p. 3), Roger Klaassen (p. 11), Pauline Oud (p. 4, 6), Anky Spoelstra (p. 7), Dreamstime (p. 8) Muziek Gerard van Amstel Muziekfragmenten bij dit verhaal zijn te beluisteren op www.kindopmaandag.nl/dedansendekoning. Vormgeving Richard Feld Š Kwintessens 2016 Bestelnummer 0434
Introductie Lang geleden was er in Israël een verdrietige koning. Hij heette koning Saul en niemand kon hem vrolijk maken. Hoewel… er was één jongen die het wel kon. Als de herdersjongen David op zijn harp speelde, was de koning niet meer verdrietig. Later werd die herdersjongen zelf koning. En ook als koning bleef hij muziek maken. Hij speelde op de harp en zong liederen voor de Heer. Op een keer ging koning David zelfs dansend voorop bij een optocht! Dit boekje biedt materiaal voor een muzikale kindervertelling over koning David. Het verhaal kan worden voorgelezen aan kinderen uit groep 1 t/m 4, bijvoorbeeld tijdens een week- of maandsluiting of als onderdeel van een schoolkerkdienst. Eventueel kunt u een groepje kinderen het verhaal laten uitbeelden terwijl het wordt voorgelezen. De vertelling wordt afgewisseld met stukjes muziek die de sfeer van het verhaal laten horen. U kunt de muziek live (laten) maken tijdens het verhaal: vraag een muzikant om te improviseren of muziek uit te voeren die past bij de omschreven stemmingen in het verhaal. U kunt ook gebruik maken van de geluidsbestanden op www.kindopmaandag.nl/ dedansendekoning. In het verhaal zit ook een kort liedje dat een paar keer terugkomt en door alle kinderen kan worden meegezongen. Het verhaal eindigt met een optocht waaraan alle kinderen mee kunnen doen. Geef de kinderen hierbij muziekinstrumentjes voor een extra feestelijk effect! Het uitvoeren van dit verhaal duurt ca. 35 minuten.
3
De dansende koning Laat kinderen Eendeliedje alshet jevolgende vrolijkliedje benteen keer horen en zing het daarna samen:
œ
&C œ
Een
&œ
lied
œ
als
œ
œ
lied - je
œ
je
als
œ
ver
-
œ
je
drie
Erik Idema
Een liedje als je vrolijk bent
œ
œ
tekst en muziek:
œ
vro - lijk
-
œ
tig
œ
bent,
œ
œ
œ
bent,
een
œ
een
œ
lied - je
œ
œ
lied - je
Deel 1 David maakt muziek voor Saul 1 Samuël 16:14-23 Dit verhaal gaat over David. Koning David. Maar in het begin van het verhaal is hij nog geen koning. De koning die nu nog op de troon zit, heet Saul. Koning Saul is niet zomaar koning geworden. God heeft hem uitgekozen. En God heeft hem ook verteld, wat voor koning hij moet zijn: een koning die goed voor de mensen zorgt. Een koning die niet alleen maar aan zichzelf denkt, maar aan de mensen in zijn land. Een rechtvaardige koning. Dat klinkt goed, maar dan moet je het wel doen. Koning Saul deed zijn best. Soms. Op een keer ging hij oorlog voeren: niet alleen om zijn volk te beschermen, maar ook om de rijkdom van zijn vijand te veroveren.
4
œ
œ
als
œ
in
je
œ
de
˙
lacht.
˙
nacht.
Œ
Ó
œ
Een
Hij wist wel dat dat niet mocht van God, maar hij deed het toch. Zo werd hij een koning zonder God. Een verdrietige koning. Somber zat koning Saul op zijn troon. Hij staarde maar wat voor zich uit. ‘Kunnen we iets doen om u weer vrolijk te maken?’ vroegen zijn dienaren. De koning zuchtte. ‘Wilt u misschien een stuk taart?’ probeerde iemand. ‘Of een gouden koets met paarden ervoor?’ probeerde een ander. De koning zuchtte weer. ‘Zal ik een mop vertellen?’ vroeg een dienaar. Maar dat wilde de koning ook niet. Hoe konden ze hem nou weer vrolijk maken? Toen kreeg iemand een idee. ‘Zullen we iemand halen die mooie muziek kan maken?’ vroeg hij. De ogen van de sombere koning lichtten even op. Hij knikte. Een paar uur later werd er een jongen bij de koning gebracht. Hij heette David. In zijn handen hield hij een harp. Daar kon hij mooie muziek mee maken. David begon te spelen. Wat klonk dat mooi… De sombere koning werd er vrolijk van.
5
Een liedje als je vrolijk bent
œ
&C œ
Een
&œ
lied
œ
als
œ
œ
lied - je
œ
je
als
œ
ver
-
œ
je
drie
Erik Idema
Een liedje als je vrolijk bent
œ
œ
tekst en muziek:
œ
vro - lijk
-
œ
tig
œ
bent,
œ
œ
œ
bent,
een
œ
een
œ
œ
lied - je
uziekfragment 1: Muziek waar je rustig van wordt, M waardoor je je zorgen vergeet. Deel 2 David wordt toegezongen 1 Samuël 18:7 Koning Saul was nu niet meer zo somber als vroeger. Maar hij had wel zorgen. Er brak een oorlog uit: het leger van de Filistijnen wilde het land Israël aanvallen. Koning Saul zei tegen zijn soldaten dat ze de Filistijnen moesten tegenhouden. Daar stonden de twee legers tegenover elkaar. Op de ene berg stonden de Filistijnen. Op de andere berg stonden de soldaten van koning Saul. Ze wachtten af.
œ
œ
lied - je
Vanaf die dag kwam David veel vaker in het paleis. Altijd als de koning somber was, maakte David muziek. Dan was de koning niet somber meer.
6
œ
als
œ
in
je
œ
de
˙
lacht.
˙
nacht.
Œ
Ó
œ
Een
Uit het kamp van de Filistijnen stapte een man naar voren: Goliat. Hij was heel groot en heel sterk. ‘Laten we vechten!’ riep Goliat. ‘Eén man van jullie tegen één man van ons!’ De soldaten van Israël keken naar de grote sterke man. Het was een reus! Toen keken ze om zich heen. ‘Ga jij maar,’ zeiden ze tegen elkaar. ‘Nee, ga jij maar.’ ‘Ja maar ik durf niet!’ ‘Ik eh… ik durf heus wel, maar ik heb geen zin. Ga jij maar.’ ‘Nee, jij!’ ‘Jij!’ ‘Jij dan?’ Niemand van de soldaten durfde met die reus Goliat te gaan vechten. Totdat er een kleine jongen naar voren stapte. Hij zong zachtjes een lied. Het was David.
7
Een liedje als je vrolijk bent
œ
&C œ
Een
&œ
lied
œ
als
œ
œ
lied - je
œ
je
als
œ
ver
-
œ
je
drie
Erik Idema
Een liedje als je vrolijk bent
œ
œ
tekst en muziek:
œ
vro - lijk
-
œ
tig
œ
bent,
œ
œ
œ
bent,
een
œ
een
œ
lied - je
œ
œ
lied - je
œ
œ
als
œ
in
je
œ
de
˙
lacht.
˙
Œ
œ
Een
Ó
nacht.
De reus begon bulderend te lachen. ‘Wou jij met mij vechten, ventje!?’ schreeuwde hij. ‘Jij hebt wapens,’ antwoordde David. ‘Maar ik heb God.’ Goliat kwam op David af. Maar nog voordat hij iets kon doen, had David razendsnel zijn slinger tevoorschijn gehaald. Daarmee kon hij steentjes wegschieten. Hij slingerde een steen naar de reus en raakte hem precies tegen zijn voorhoofd. Even stond Goliat te wankelen op zijn benen. Toen viel hij met een doffe dreun op de grond. David had gewonnen. ‘Hoera!’ riepen alle mensen.
8
Vanaf die dag was David een held. Er werden zelfs liedjes over hem gezongen. ‘Koning Saul kan duizend mensen verslaan,’ zongen de mensen, ‘maar David wel tienduizend!’ Muziekfragment 2: vrolijk, heldhaftig, stoer Deel 3 Koning Saul wordt boos 1 Samuël 18 e.v. ‘Koning Saul kan duizend mensen verslaan, maar David wel tienduizend!’ Dat was een mooi lied voor David. Maar koning Saul vond het geen mooi lied. Hij werd jaloers. ‘Tienduizend...’ mopperde hij. ‘En ik zeker maar duizend. Da’s ook niet veel. Bah.’ De koning werd weer net zo somber als vroeger. Hij keek kwaad naar David, die weer op zijn harp tokkelde en een lied zong.
Een liedje als je vrolijk bent
œ
&C œ
Een
&œ
lied
œ
als
œ
œ
lied - je
œ
je
als
œ
ver
-
œ
je
drie
Erik Idema
Een liedje als je vrolijk bent
œ
œ
tekst en muziek:
œ
vro - lijk
-
œ
tig
œ
bent,
œ
œ
œ
bent,
een
œ
een
9
œ
lied - je
œ
œ
lied - je
œ
œ
als
œ
in
je
œ
de
˙
lacht.
˙
nacht.
Œ
Ó
œ
Een
‘Houd toch op met die stomme liedjes!’ riep Saul plotseling. Hij pakte zijn speer en gooide hem naar David. Gelukkig was David snel: hij sprong net op tijd opzij. Maar hij wist: Ik kan hier niet lang meer blijven. Dat is niet veilig. Daarom moest David weg. Op de vlucht voor de koning met zijn sombere buien, weg van het paleis. Waar moest hij heen? En wat als de koning hem zou vinden? David verstopte zich. Hoe moest het nu verder?
Muziekfragment 3: spannende muziek Deel 4 David zingt een verdrietig lied 2 Samuël 1 Lange tijd zat koning Saul achter David aan. Maar hij kreeg hem niet te pakken. Sterker nog: Het was bijna andersom. Op een keer zat David met zijn vrienden verstopt in een grot. Koning Saul was hem aan het zoeken. Tijdens het zoeken moest de koning naar de wc. Maar er was geen wc in de buurt. Ik ga wel even naar die grot daar, dacht koning Saul. Daar is toch niemand. Het was precies de grot waar David zat!
10
11
De koning zag hem niet, maar David zag de koning wel. ‘Dit is je kans!’ zeiden zijn vrienden. ‘Nu kun je hem te pakken nemen. Dan word je zelf koning!’ Maar dat deed David niet. Hij wilde geen koning worden door een andere koning te verslaan. Hij wilde een koning zijn die bij God hoort. Daarom spaarde hij Sauls leven. Hij sneed een stuk van Sauls mantel af. ‘Kijk,’ zei hij. ‘Zo laat ik zien dat jij je koningsmantel kwijt zult raken.’ De koning stierf pas veel later, in een oorlog tegen de Filistijnen. Ook Jonatan, de zoon van de koning, werd door de Filistijnen gedood. Jonatan was altijd een goede vriend van David geweest. Daarom was David erg verdrietig toen hij hoorde dat Jonatan en Saul gestorven waren. Wat moest hij nu doen? Hij pakte zijn harp een bent lied. Een liedje als en je zong vrolijk tekst en muziek:
œ
&C œ
Een
&œ
lied
œ
als
œ
œ
lied - je
œ
je
als
œ
ver
-
œ
œ
je
œ
drie
Erik Idema
Een liedje als je vrolijk bent
œ
vro - lijk
-
œ
tig
œ
bent,
œ
bent,
œ
een
œ
œ
een
œ
œ
lied - je
œ
œ
lied - je
Het was geen vrolijk lied, deze keer. Het was een verdrietig lied. ‘Ze waren helden,’ zong David. ‘Maar nu zijn ze dood.’ Iedereen die het hoorde, begreep hoe verdrietig het was.
12
œ
als
œ
in
je
œ
de
˙
lacht.
˙
nacht.
Œ
Ó
œ
Een
Muziekfragment 4: verdrietige muziek Deel 5 Een dansende koning 2 Samuël 6 Nadat koning Saul gestorven was, werd David de nieuwe koning. Hij was getrouwd met de dochter van de oude koning. Hij woonde in het paleis. Hij was een echte koning. Maar op een dag gebeurde er iets geks. Er was in Israël een bijzondere kist. ‘De ark’ heette die kist. Op de bovenkant stonden twee engelen, en in de kist... niemand kon precies zien wat er in die kist zat. Maar iedereen wist, dat de ark bij God hoorde. Aan de ark kon je zien dat God dichtbij was. Nu was er tijdens de oorlog iets ergs gebeurd. De ark, die bijzondere kist van God, was door de Filistijnen meegenomen. ‘Ha ha, is dat nou jullie God?’ riepen de Filistijnen spottend. ‘Een God die gestolen wordt zeker!’ De mensen in Israël vonden het heel erg. Maar de Filistijnen vonden het ook erg. Want overal waar ze die ark neerzetten, gebeurden erge dingen. Ze werden er bang van. ‘Die ark moet terug naar Israël,’ zeiden ze. Zo kwam het dat de ark weer terugkwam waar hij hoorde. Toen koning David dat hoorde, werd hij ontzettend blij. Hij pakte meteen zijn harp om vrolijke muziek te maken. Er kwam een optocht, voor de ark uit. En de koning? Die liep voorop in de optocht. Hij klapte in zijn handen en juichte van blijdschap.
13
14
Zijn vrouw vond het maar niks. ‘Een koning die danst...’ mopperde ze. ‘Dat hoort toch niet?’ Koning David lachte. ‘Toch doe ik het!’ riep hij vrolijk. ‘Want ik dans niet voor mezelf... Ik dans voor God!’ Zo werd hij een dansende koning. Een dansende koning die bij God hoort. Laat muziekfragment 5 horen en maak met de kinderen een feestelijke optocht als afsluiting van het verhaal. Muziekfragment 5: vrolijke dansmuziek, waar de kinderen ook op kunnen dansen.
15
ISBN 978-90-578-8484-9 978-90-578-8484-9 ISBN
9 789057 884849 www.kwintessens.nl
16