verhalen, vragen en openingsteksten voor het overblijven op school
t a g Een g a d e d in
Idee en samenstelling Mirjam en Willem de Vos
Colofon © 2021 Kwintessens, Amersfoort www.kwintessens.nl Idee en samenstelling Mirjam en Willem de Vos Auteurs Erik Idema: Lunchlied; Jolanda van der Marel-Krikke: Minder is meer; Cora Vlaming: Beloofd is beloofd; Maaltijdteksten; Eerlijk delen; Een klein lichtje; Tips Redactie Cora Vlaming Karine van der Zon-Mels Illustraties Wendelien van de Erve Vormgeving De Grafische Keuken, Hilversum Verantwoording Overgenomen met toestemming van de auteur is de tekst: ‘Wil jij mijn vriendje zijn?’ van Rikkert Zuiderveld Overgenomen van SeniorPlaza, rechten onbekend: ‘Ik zal het nooit meer doen!’ van Jo Dante ISBN 978 90 5788 562 4 NUR 100 Bestelnummer 0342 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
Inhoud Voorwoord 10 Lunchlied 11 Delen 13 Eerlijk delen Minder is meer Stelen of delen Honger delen
Geheimen 33 Het geheim van het leven (I) Het geheim van het leven (II)
34 35
Zorgen (voor)
37
14 15 16 17
De zorgenboom 38 Moeder 39 Soep 39
Volhouden 19
Teleurstellingen 41
Op de helft Mijn baby
20 21
Taart 42 Je bent fantastisch 43
Jouw plek
23
Feest 45
De deur Een nieuw huis Kip of arend? Ideale boerderij
24 25 26 27
Zenuwen 46 Cadeau 46 Arm bruidspaar 47
Wachten en verwachten
29
Hoe draakdag weer een gewone maandag werd Nieuw in de klas
Takken Teamwerk
30 31
Samen 49 50 51
Meetellen 53 Uit eten 54 Baas 55 Bijzondere wedstrijd 56 Hand 57
7
Delen Het thema delen is heel breed. Delen is een rekentechniek waarmee kinderen vanaf de middenbouw oefenen. Maar lang voordat kinderen rekenles krijgen, hebben ze het woord ‘delen’ al gehoord en oefenen ze ermee. Delen en samendoen, het zijn bijna de eerste woorden die kinderen horen als ze met andere kinderen gaan spelen of als ze met meerdere kinderen opgroeien in een gezin. Op school wordt ook veel gedeeld: de aandacht van de juf of meester, de speelwerktuigen op het schoolplein, een traktatie. Het woord ‘eerlijk’ wordt er vaak in één adem aan toegevoegd. Alsof dat voor de hand ligt. Maar de praktijk leert dat dat niet zo eenduidig is. Juist dat maakt delen een mooi onderwerp om in verhalen, vragen en werkvormen aan de orde te stellen. En het mooiste is het om het ook eens in praktijk te brengen.
Tip
Geef de kinderen een vel tekenpapier op A4-formaat. Ze vouwen het in tweeën. Op de ene helft tekenen ze wat ze nooit met iemand zouden delen. Op de andere helft wat ze graag met iemand zouden willen delen. Laat ze in tweetallen of kleine groepjes uitwisselen wat ze hebben getekend en waarom.
13
Eerlijk delen Op een zonnige lentedag gingen Grote Beer, Kleine Beer en Bruine Beer samen op bezoek bij oma. Oma woonde ver weg, helemaal aan de andere kant van het bos. Gelukkig wist Grote Beer de weg. Grote Beer liep voorop. Daarachter kwam Bruine Beer. Af en toe plukte hij een mooie bloem. ‘Voor oma,’ zei hij. ‘Dat vindt ze vast mooi.’ Helemaal achteraan huppelde Kleine Beer. Eerst was hij nog vrolijk. Maar toen ze al een tijdje op weg waren, huppelde Kleine Beer niet meer. ‘Ik ben moe, is het nog ver?’ vroeg hij. ‘Mmm,’ bromde Grote Beer, ‘we zijn pas op de helft. En ik krijg trek. Mijn buik bromt en gromt.’ ‘Laten we gaan picknicken,’ zei Bruine Beer. ‘Mama heeft ons bosbessentaart meegegeven.’ Dat vonden ze alle drie een goed idee. Ze zochten een mooi bosweitje en legden een picknickleed neer. Bruine Beer zette de bosbessentaart erop. ‘Nu moeten we hem eerlijk delen,’ zei Grote Beer. ‘Ik ben het grootst, dus ik krijg het meest.’ ‘Ik moet nog groeien,’ antwoordde Kleine Beer, ‘dus ik krijg het grootste deel!’ ‘Mijn buik bromt het hardst, dus heb ik recht op het meeste bosbessentaart,’ vond Bruine Beer. Ze keken elkaar aan. Wat moesten ze nu doen? Ze zuchtten alle drie diep. Ze wisten niet dat eerlijk delen zo moeilijk was.
14
Minder is meer
Laat de kinderen reageren op de stellingen:
Als je deelt, lijkt het of je meer hebt. Gedeelde smart is halve smart.
Bart heeft een briefje van tien euro, maar heeft kleingeld nodig. Hij vraagt zijn kleine broer Jonas om hulp. Die kiepert zijn spaarpot om. Daar zitten allemaal kleine muntjes in. Samen gaan Bart en Jonas tellen hoeveel geld er in de spaarpot zit. Het is 8 euro en 50 cent. Bart laat het tientje zien en zegt: ‘Ik mag al jouw kleingeld en dan krijg jij dit briefje. Dan heb je meer geld.’ Maar Jonas wil het niet, want het is maar één briefje. Nu heeft hij heel veel muntjes. Bart kan zijn broer er niet van overtuigen dat het briefje meer waard is dan al die losse muntjes. ‘Ik kan dat briefje toch met niemand delen?’ zegt Jonas. ‘Kijk.’ Hij pakt een muntje en geeft het aan Bart. Daarna geeft hij een muntje aan zijn vader en één aan zijn moeder. En hij stopt er één in zijn jaszak. Die is voor de meneer die altijd bij de supermarkt staat.
Laat een paar kinderen hun reactie toelichten. Vraag vervolgens: Wie wordt blij van delen en hoe zou dat komen? Wat heb jij te delen met anderen?
15
Zorgen (voor) Kinderen zijn, als het goed is, gewend dat er voor ze wordt gezorgd. Dat er ouders zijn die ze met liefdevolle zorg omringen. Dat er leerkrachten zijn die ervoor willen zorgen dat ze kunnen leren. Kinderen horen zich nog niet te veel zorgen over dingen te maken. Maar dat is de theorie: in de praktijk zijn er veel kinderen die de zorg voor anderen al vroeg leren dragen en zich al veel zorgen maken. Die zorgen kun je vaak niet wegnemen, maar je kunt ze wel waarnemen en misschien verlichten. Door ervoor open te staan, door te luisteren en soms ook door te relativeren.
Tip
Maak met de kinderen een zorgenboom, waarop je je zorgen kunt plakken. Dit kan een 3D-ontwerp zijn, bijvoorbeeld gemaakt van wilgentakken waaraan je de zorgen opgerold kunt hangen. Als je de boom maakt in het platte vlak, kunnen de kinderen ervoor kiezen hun zorgen te delen door ze op de voorkant van een post-it te schrijven en op te plakken. Of ze houden het voor zichzelf en schrijven het op de achterkant. En dat alles onder het motto: gedeelde zorg is halve zorg.
37
De zorgenboom De timmerman had een pechdag. De pech was al vroeg op de dag begonnen. Toen hij ’s morgens van huis wilde vertrekken, zag hij dat zijn auto een lekke band had. Dat is een klusje voor vanavond, dacht hij. Nu neem ik de oude bestelbus wel. Die kwam pruttelend op gang en bracht hem hoestend en proestend naar de oude boerderij. Daar keek de timmerman met voldoening rond. Wat een prachtig werk heb ik toch, dacht hij. Hij streelde met zijn hand het verweerde hout en ging aan het werk. Maar het zat hem niet mee. Wat bijna nooit meer gebeurde, gebeurde vandaag: hij sloeg met de hamer op zijn duim. En toen later op de dag zijn cirkelzaag ermee ophield, wist hij het zeker: het zat hem niet mee vandaag. Het verbaasde hem dan ook niet dat de bestelbus niet meer wilde starten. Gelukkig was zijn baas komen kijken of hij een beetje opschoot. Hij wilde zijn timmerman best naar huis brengen. Onderweg staarde de timmerman in gedachten verzonken voor zich uit. Bij zijn huis gekomen nodigde hij zijn baas uit om mee naar binnen te gaan en zijn gezin te begroeten. Voor hij naar binnenging stond hij stil bij een kleine boom en legde zijn beide handen stevig op de stam. Daarna ging hij met een brede glimlach op zijn gezicht zijn huis in, omhelsde zijn kinderen en kuste zijn vrouw. Toen hij zijn baas later naar de auto bracht, wilde zijn baas graag weten waarom hij de boom zo had aangeraakt. ‘Ah,’ zei de timmerman. ‘Dat is mijn zorgenboom. Elke dag is er wel iets op mijn werk om me zorgen over te maken. Die zorgen wil ik liever niet mee mijn huis in nemen, daar wil ik er zijn voor mijn vrouw en kinderen en wil ik graag rustig slapen. Daarom hang ik mijn zorgen iedere avond in de boom. ’s Ochtends, als ik naar mijn werk ga, neem ik ze weer mee. Maar het vreemde is: ’s morgens zijn het er altijd veel minder dan ik er ’s avonds ingehangen heb.’
38
Zorgen maken Wat vind je van deze bewering:
Zorgen moet je (je) niet maken, zorgen moet je doen - Ik begrijp niet zo goed wat ermee wordt bedoeld. - Makkelijker gezegd dan gedaan. - Je moet je wel zorgen maken, anders word je onvoorzichtig. - Helemaal waar: geen zorgen voor de dag van morgen. - Als je voor iemand zorgt, maak je je misschien ook weleens zorgen om die ander.
Moeder
Geen zorgen Er zijn twee dingen in het leven waar je je geen zorgen over hoeft te maken: 1. Over de dingen die je kunt doen én 2. over de dingen die je niet kunt doen. Want als je iets kunt doen, moet je dat ook proberen. En als je iets niet kunt doen, helpt het zeker niet als je je zorgen maakt.
Er was een grote brand geweest in een park. Toen het vuur geblust was, gingen de brandweermannen met hun glimmende pakken aan kijken hoe groot de schade was. Onderaan een boom zagen ze een moedervogel liggen die door het vuur was verrast. Eén van de brandweermannen raakte voorzichtig en een beetje verdrietig de dode vogel aan met zijn schoen. En weet je wat er toen gebeurde? Drie kleine vogeltjes kwamen piepend onder hun moeder vandaan. De moedervogel had haar jongen met haar lijf beschermd tegen het vuur. De brandweerman belde snel de dierenambulance.
Soep Een apotheker rent een armoedig gekleed jochie achterna en grist hem uit zijn handen wat hij gestolen heeft: pijnstillers. De groenteman die het ziet, haalt geld uit zijn kassa en betaalt de pijnstillers voor hem. Hij vraagt aan het jochie: ‘Is er iemand ziek?’ ‘Mijn moeder,’ stamelt de jongen. De groenteman pakt een soeppakket, geeft dat met de medicijnen aan de jongen en wenst hem sterkte met zijn moeder. Jaren later zakt de groenteman in elkaar. In het ziekenhuis blijkt hij ernstig ziek. Alleen een dure operatie kan hem nog helpen. Zijn dochter zet de groentewinkel alvast te koop om die te kunnen betalen. Wanneer zij na de operatie naast het bed van haar vader zit, legt een arts een envelop met de rekening voor haar neer. Met bonzend hart maakt zij de envelop open. Daar staat eerst een enorm bedrag aan operatie- en verpleegkosten, zodat de moed haar in de schoenen zinkt. Maar op het tweede blad staat: ‘Betaald met de kracht van het geven (en een soeppakket)’. Kijktip: ‘Giving – inspiring power of giving (and veggie soup) op YouTube. Zie de QR-code links. 39
t a g n Ee g a d e in d
verhalen, vragen en openingsteksten voor het overblijven op school
Met de komst van het continurooster is de lunchpauze een onderdeel van de schooldag geworden. Dat heeft geleid tot vragen zoals: ‘Wat doe je eigenlijk met de kinderen in die tijd?’ ‘Hoe begin je de maaltijd? Gewoon aanvallen?’ ‘En als ze klaar zijn met hun boterhammen, wat dan?’ Dit bracht de samenstellers op het idee om dit boek te ontwikkelen met thema’s, verhalen, vragen, stellingen, een lunchlied en met teksten om de maaltijd te beginnen. Ze nodigen uit om stil te staan en van gedachten te wisselen. Om het maaltijdmoment te markeren. Maar je zou de waarde van dit boek tekort doen als je niet verder zou kijken. Er zijn meer plaatsen waar de verhalen zouden kunnen klinken. Op andere momenten op de schooldag, maar ook voor andere doelgroepen: bij het openen van een teamvergadering bijvoorbeeld, of bij een ouderavond. Dit boek nodigt uit om de verhalen te laten klinken!
Bestelnummer 0342 ISBN 978-90-5788-562-4
Idee en samenstelling Mirjam en Willem de Vos