Hoe doe je dat? - Deel 3 Gevoelens herkennen (0703)

Page 1

Illustraties Adriaan Bijloo

Bestelnummer: 0703

Gevoelens herkennen

De serie Hoe doe je dat? is bedoeld voor kinderen in de onderbouw van de basisschool. In de verhalen komen onderwerpen aan de orde die voor jonge kinderen herkenbaar zijn. Omdat dieren de hoofdpersonen zijn in de verhalen wordt het voor kinderen makkelijker om vrijuit mee te denken over de situaties, alternatieven te bedenken en uit te proberen. Door de vragen en werkvormen bij de verhalen kunnen kinderen spelenderwijs oefenen met sociale en emotionele vaardigheden. Van de makers van Kwink.

HOE DOE JE DAT?

Ep heeft iets leuks bedacht: de ‘Hoe-voelt-Ep-zich-speurtocht’. De andere dieren moeten op zoek naar foto’s van Ep waarop hij te zien is met een bepaalde emotie. Onderweg ontdekken de dieren bij zichzelf ook allerlei gevoelens. Alleen Schildpad niet, die heeft geen gevoelens. Tenminste dat zegt hij. Maar is dat ook zo?

3

Gevoelens herkennen

3


Inhoud pagina

7 8 24 26

Inleiding Verhaal Toelichting en verantwoording Werkvormen

6

HOE DOE JE DAT? * Gevoelens herkennen


Inleiding De serie Hoe doe je dat? onderzoekt met jonge kinderen verschillende sociaal-emotionele situaties. Met verhalen uit het leven van alledag ontdekken kinderen dat je je op verschillende manieren kunt gedragen, maar dat de ene manier beter ontvangen wordt dan de andere. Soms worden die gedragsverwachtingen hardop uitgesproken, maar vaak wordt ervanuit gegaan dat kinderen weten wat er van ze wordt verwacht. In de verhalen in Hoe doe je dat? wordt stilgestaan bij situaties die kinderen uit de onderbouw misschien nog niet zo goed kennen. Ze maken kennis met verschillende gedragsmogelijkheden en -verwachtingen en kunnen de vaardigheden die daarbij horen spelenderwijs oefenen.

TiP Neem de werkvormen door en kies die werkvormen uit die het meest aansluiten bij de leerbehoefte van de kinderen. Zo kun je de boeken gericht gebruiken.

In het boek wordt het verhaal eerst in zijn geheel verteld. De grote platen bieden de mogelijkheid om de kinderen mee te laten kijken. Na het verhaal volgt een verantwoording van het thema en een overzicht van de vaardigheden waaraan met behulp van dit boek wordt gewerkt. Tot slot worden de vaardigheden geoefend met behulp van de verdiepingsvragen bij het verhaal en de aangeboden werkvormen. Bij de vragen en werkvormen is de bijbehorende illustratie afgedrukt, zodat je die gemakkelijk nogmaals met de kinderen kunt delen. Het verhaal, de vragen en de werkvormen kun je met de hele klas uitvoeren. Heb je het idee dat sommige kinderen moeite hebben met bepaalde vaardigheden, dan is het een goed idee om het verhaal nogmaals in een groepje voor te lezen en de activiteiten te doen die werken aan die betreffende vaardigheden. De liedjes en de werkbladen uit dit deel vind je op www.hoe-doe-je-dat-voor-onderbouw.nl. Veel vertel- en leerplezier gewenst!

7

HOE DOE JE DAT? * Gevoelens herkennen


Ep heeft iets leuks bedacht: de ‘Hoe-voelt-Ep-zich-speurtocht’. ‘Jullie gaan op zoek naar vier foto’s van mij,’ legt hij uit. ‘Op die foto’s zie je mij en mijn gevoelens.’ ‘Gevoelens…’ herhaalt Schildpad nadenkend. ‘Interessant hoor. Zéér interessant. Daar kan ik wat van leren, want ik heb zelf geen gevoelens.’ De andere dieren kijken verbaasd. ‘Heb jij geen gevoelens?’ vraagt Egel. ‘Ben je dan nooit boos of blij?’ Schildpad denkt nog dieper na. ‘Volgens mij niet…’ peinst hij.

8

HOE DOE JE DAT? * Gevoelens herkennen



De dieren gaan op zoek. Ze kijken óveral. Tussen de planten, onder een bankje, bovenin de boom, in een prullenbak en zelfs in het water. Maar nergens zien ze een foto van Ep en zijn gevoelens.

10

HOE DOE JE DAT? * Gevoelens herkennen



‘Volgens mij is er helemaal geen foto,’ moppert Zwinzent. ‘Wat flauw van Ep zeg. Bah! Hier kan ik zo boos van worden!’ ‘Hmm….’ zegt Schildpad nadenkend. ‘Hmm…. Interessant.’ Zwinzent zwaait met zijn vuist. ‘O ja!?’ roept hij. ‘Vind jij het interessant?’ ‘Ja,’ antwoordt Schildpad rustig. ‘Want ik zie… boosheid!’ Hij wijst tussen de struiken in de verte. Daar is de eerste foto!

12

HOE DOE JE DAT? * Gevoelens herkennen



Toelichting en verantwoording Doel

Verantwoording

Als kinderen voor het eerst naar school gaan, komen ze in de groep in aanraking met allerlei sociale situaties die ze veelal nog niet eerder ervaren hebben. In een groep wordt er veel meer van de sociale- en emotionele vaardigheden van een kind verwacht dan in een gezinssituatie. Zo krijgen ze te maken met verschillende leeftijdgenoten die allemaal op hun eigen manier reageren. De leerkracht is soms de eerste (professionele) ‘opvoeder’ waar ze mee te maken krijgen, naast hun eigen ouder(s)/verzorger(s). Elk kind gaat op zijn eigen wijze om met de overgang naar school. Het ene kind zal zich makkelijk aanpassen en veel gewenst gedrag laten zien terwijl het andere kind daar veel meer moeite mee heeft. Voor kinderen is het niet altijd even duidelijk welk gedrag er van ze verwacht wordt. Niet alle kinderen hebben een antenne voor die vaak impliciete gedragsverwachtingen. Het is daarom goed om die uit te spreken. Ook als je denkt dat iedereen dat wel zal begrijpen.

Bij de keuze voor de sociale-, emotionele en taak/werkhoudingsvaardigheden die in de thema’s aan bod komen, is gebruik gemaakt van verschillende leerlijnen; onder andere van Stichting Leerplanontwikkeling (SLO), het CED en het HCO.

De serie Hoe doe je dat? geeft de leerkracht een handvat om met de kinderen in gesprek te gaan over gewenst gedrag zodat ze zich meer bewust worden van de geldende gedragsverwachtingen. De gedragsverwachtingen die in de diverse prentenboeken aan de orde komen hebben specifiek betrekking op emotionele-, sociale- en taak/werkhoudingsvaardigheden.

24

Gewenst gedrag leren kinderen niet door er alleen maar over te horen vertellen en erover te praten. Ook het oefenen van gewenste gedragingen is belangrijk. Dat kan met behulp van de vragen, oefeningen en spelvormen in het boek.

HOE DOE JE DAT? * Gevoelens herkennen

In de verhalen is gekozen voor een fictieve dierenwereld. De dieren maken allerlei (sociale) situaties mee die voor jonge kinderen herkenbaar zijn. Door gebruik te maken van dieren met menselijke eigenschappen kunnen kinderen zich op een veilige manier met deze dieren identificeren. In de verhalen vertonen de dieren zowel gewenst als ongewenst gedrag. Zo worden de verschillen tussen gewenst en ongewenst verduidelijkt en zijn de verhalen levendiger en levensechter. Daarbij is het ook goed om te laten zien dat het niet erg is dat niet alles meteen goed gaat: gelukkig kan en mag je nog veel leren. Het is goed om te bedenken dat ongewenst gedrag vaak niet bewust ongewenst is, maar bijvoorbeeld voortkomt uit onwetendheid en enthousiasme. Gewenst en ongewenst gedrag zijn termen die we niet gebruiken om te moraliseren, maar om aan te geven dat gewenst gedrag het mogelijk maakt goed te functioneren in een groep.


In dit deel komen de volgende vaardigheden aan bod:

Vaardigheden In elk deel van de serie Hoe doe je dat? komen een aantal specifieke emotionele-, sociale- en/of taakwerkhoudingsvaardigheden aan de orde. Het niveau van de vaardigheden is afgestemd op groep 1-3 van het basisonderwijs. Binnen de serie komen verschillende vaardigheden aan bod. Sommige vaardigheden komen in meerdere delen aan de orde.

Hoe te gebruiken? De prentenboeken in de serie Hoe doe je dat? zijn losse delen. Ze kunnen in willekeurige volgorde gebruikt worden naargelang de behoefte van de kinderen in de groep. De leerkracht start met het voorlezen van het prentenboekgedeelte. Daarna kan het verhaal prent voor prent besproken worden aan de hand van de vragen. In het groepsgesprek dat dan ontstaat, is ruimte voor de kinderen om hun eigen ervaringen te delen, hun gevoelens te verwoorden en vragen te stellen. Vervolgens bieden de werkvormen de mogelijkheid voor de kinderen om de diverse gedragingen zelf te ervaren en oefenen. Dit doen ze aan de hand van de verschillende oefeningen en spelvormen. Het heeft de voorkeur om het voorlezen, het gesprek en de verwerking te verspreiden over meerdere lesmomenten. Veel van de spelvormen en oefeningen kunnen geïntegreerd worden in bestaande lesmomenten zoals het buitenspelen, (vrije) spelmomenten en/of gym.

In dit verhaal komen de vier belangrijkste basisemoties expliciet aan de orde. Maar daarnaast laten de verschillende dieren ook nog tal van andere emoties zien. Het kunnen herkennen van emoties en daar woorden aan kunnen geven, ligt aan de basis van de sociaalemotionele competentie besef van jezelf. Het kunnen herkennen van emoties bij een ander is tevens een belangrijk onderdeel van sociaal-emotioneel leren. Hierbij gaat het om de competentie besef van de ander. Kijk bij de downloads voor de lijst met emoties waarvan je mag verwachten dat kinderen ze aan het eind van de onderbouw (her)kennen.

• Benoemen van gevoelens bij een ander

• Benoemen van gevoelens bij jezelf

• Gevoelens (op een gepaste manier) kunnen uiten

• Herkennen van gevoelens bij een ander

• Herkennen van gevoelens bij jezelf

• Jezelf aansturen bij het ervaren van gevoelens

• Rekening kunnen houden met de gevoelens van een ander

De volgende symbolen kom je tegen in dit deel: binnenactiviteit buitenactiviteit binnen en buiten naar de website

25

HOE DOE JE DAT? * Gevoelens herkennen


26

HOE DOE JE DAT? * Vrienden maken


Gevoelens in de spiegel

U ITBE E LDE N

Vaardigheid: Gevoelens (op een gepaste manier) kunnen uiten Voor in de klas staat een spiegel. Twee kinderen komen naar voren en gaan voor de spiegel staan. Noem een gevoel (om te beginnen de vier basisemoties bang, boos, blij, verdrietig). De twee kinderen voor in de klas kijken in de spiegel en laten met hun lichaam zien hoe dit gevoel eruitziet. De andere kinderen mogen aanwijzingen geven (bijvoorbeeld mondhoeken meer omhoog of naar beneden, schouders een beetje laten hangen, ogen wijd open).

Speurtocht

ACTIVITEIT

Vaardigheid: Gevoelens (op een gepaste manier) kunnen uiten, herkennen en benoemen van gevoelens bij een ander

Gevoelens laten zien

ACTIVITEIT

Vaardigheid: Gevoelens (op een gepaste manier) kunnen uiten, herkennen van gevoelens bij jezelf en bij een ander Alle kinderen krijgen een emotiekaartje (één van de (basis)emoties van Ep, in klein formaat). Laat de kinderen door de ruimte (klas, speelzaal, schoolplein) lopen en de emotie van hun kaartje tonen. Geef ze de opdracht om op zoek te gaan naar kinderen die dezelfde emotie hebben. Extra voor groep 3 Nadat alle kinderen met dezelfde emotie elkaar gevonden hebben zijn er vier groepen. Per groepje bespreken ze wanneer ze deze emotie weleens hebben.

VAARDIGHEDEN • Gevoelens (op een gepaste manier) kunnen uiten • Herkennen en benoemen van gevoelens bij jezelf en bij een ander VRAGEN

• Verken met de kinderen de vraag: Wat zijn gevoelens?

• Heb jij weleens gevoelens? Welke? Wanneer?

Verstop vier foto’s van Ep met een (basis)emotie in de klas. De kinderen gaan de foto’s zoeken. Als ze de foto gevonden hebben, doen ze de emotie na die Ep op de foto laat zien. De andere kinderen mogen raden om welke emotie het gaat en laten daarna ook deze emotie zien. Doen ze dat allemaal op dezelfde manier? Kan het ook op een andere manier?

TiP

Op de website zijn de Ep’s met (basis) emoties te vinden.

• Wie voelt zich nu blij? Wie voelt zich nu boos? Wie heeft een ander gevoel? Welk gevoel?

Maak deze en andere werkvormen in dit boek moeilijker door meer/andere emoties te verstoppen. Gebruik hiervoor de download met in totaal 16 emotiekaartjes. Per basisemotie (bang, boos, blij en verdrietig) zijn er nog vier variaties.

27

HOE DOE JE DAT? * Gevoelens herkennen



Emotie-bingo

BINGOSPEL

Vaardigheid: Herkennen en benoemen van gevoelens bij een ander Geef ieder kind een bingo-kaart met daarop Ep met vier of acht (basis)emoties*. De kinderen houden de kaart bij zich en zetten een kruis door het vakje als ze iemand zien die deze emotie laat zien, bijvoorbeeld tijdens het buitenspelen. Voordat ze het kruis zetten, vragen ze aan het andere kind of het klopt wat ze denken te herkennen. De kinderen kunnen dit vragen aan de hand van een kort versje: Hoi! Ik ben iemand die emoties kent. Klopt het dat jij (bang/boos/blij/verdrietig) bent?

Variant voor groep 3 Hoi! Ik ben de emotie-assistent. Klopt het dat jij (bang/boos/blij/verdrietig) bent?

Emotie-meter

O PD RACHT

Vaardigheid: Herkennen en benoemen van gevoelens bij jezelf Print op A4-formaat de vier of acht (basis)emoties* van Ep en plastificeer ze. Hang de vellen op een centrale plek in de klas of bij de deur van de klas. Vraag de kinderen ’s morgens als ze de klas binnengekomen zijn welke Ep het beste bij hun gevoel van dit moment past en plaats een wasknijper met de naam van het kind op het gekozen A4. Herhaal dit (eventueel) aan het einde van de dag. Is hun gevoel in de loop van de dag veranderd? * Zie opmerkingen hierover bij Emotie-bingo. Extra Vraag kinderen waar ze de emotie in hun lijf voelen en hoe het komt dat ze zich zo voelen. Laat de andere kinderen raden bij welke emotie een kind zijn wasknijper heeft geplaatst door hen goed naar het kind te laten kijken. De gr

* Doe je deze oefening met heel jonge kinderen of met kinderen

die moeite hebben met de emoties? Ga dan eerst aan de slag met de vier basisemoties. Kies voor acht emoties om het iets moeilijker te maken. Op de website zijn twee varianten van de Bingo-kaart te vinden.

BINGO

BINGO

te

emotiewoordenposter

• Herkennen en benoemen van gevoelens bij jezelf en bij een ander • Gevoelens (op een gepaste manier) kunnen uiten VRAGEN

• De dieren gaan op zoek naar gevoelens. Hoe kun je zien welke gevoelens iemand heeft?

• Ep heeft zijn gevoelens verstopt. Verstop jij je gevoelens ook weleens? Wie merkt er dan toch

Gebruik deze poster tijdens de Kwink-lessen of bij de transitie. Hang de poster op of knip de emotiewoorden uit.

Op de website zijn de A4-vellen met de (basis)emoties van Ep te vinden.

hoe je je voelt?

De emotiewoorden op deze poster zijn een selectie. Alle emotiewoorden zijn via de website te downloaden.

Emotiememory

VAARDIGHEDEN

Kwink is een uitgave van

voor inspirerend onderwijs ● www.kwinkopschool.nl

MEMO RYSPEL

Vaardigheid: Gevoelens (op een gepaste manier) kunnen uiten, herkennen en benoemen van gevoelens bij een ander Memoryspel met (basis)emoties van Ep. Kies welke (basis)emoties van Ep je wilt oefenen en print deze in tweevoud op A4. Leg de prints als memorykaarten omgekeerd op de grond en speel met de kinderen het spel. De kinderen benoemen de emotie die ze op de memorykaarten zien. Hebben ze een set dan mogen ze een geluid en/of beweging maken dat past bij die emotie (zoals ‘Yeah’ of ‘Grr’).

29

HOE DOE JE DAT? * Gevoelens herkennen


Illustraties Adriaan Bijloo

Bestelnummer: 0703

Gevoelens herkennen

De serie Hoe doe je dat? is bedoeld voor kinderen in de onderbouw van de basisschool. In de verhalen komen onderwerpen aan de orde die voor jonge kinderen herkenbaar zijn. Omdat dieren de hoofdpersonen zijn in de verhalen wordt het voor kinderen makkelijker om vrijuit mee te denken over de situaties, alternatieven te bedenken en uit te proberen. Door de vragen en werkvormen bij de verhalen kunnen kinderen spelenderwijs oefenen met sociale en emotionele vaardigheden. Van de makers van Kwink.

HOE DOE JE DAT?

Ep heeft iets leuks bedacht: de ‘Hoe-voelt-Ep-zich-speurtocht’. De andere dieren moeten op zoek naar foto’s van Ep waarop hij te zien is met een bepaalde emotie. Onderweg ontdekken de dieren bij zichzelf ook allerlei gevoelens. Alleen Schildpad niet, die heeft geen gevoelens. Tenminste dat zegt hij. Maar is dat ook zo?

3

Gevoelens herkennen

3


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.