Omgaan met ruzie 4
Omgaan met ruzie
De serie Hoe doe je dat? is bedoeld voor kinderen in de onderbouw van de basisschool. In de verhalen komen onderwerpen aan de orde die voor jonge kinderen herkenbaar zijn. Omdat dieren de hoofdpersonen zijn in de verhalen wordt het voor kinderen makkelijker om vrijuit mee te denken over de situaties, alternatieven te bedenken en uit te proberen. Door de vragen en werkvormen bij de verhalen kunnen kinderen spelenderwijs oefenen met sociale en emotionele vaardigheden. Van de makers van Kwink.
4
HOE DOE JE DAT?
Op het plein in de stad heeft Ep een nieuwe winkel: De Bloemenbuur. Ep verkoopt mooie en kleurige bloemen. Hij hoopt dat de klanten het fijn vinden in zijn winkel. En omdat het vandaag een beetje feest is, geeft hij zijn eerste bos gratis weg. Maar dan komen de eerste klanten. Het lijkt wel of ze tegelijk naar binnen willen. Er ontstaat ruzie. En dat is niet de laatste die dag. Gelukkig blijft Ep rustig en helpt hij de ruzies op te lossen.
Bestelnummer: 0704 ISBN: 978 90 5788 568 6
Illustraties Adriaan Bijloo
Inhoud pagina
7 8 24 26
Inleiding Verhaal Toelichting en verantwoording Werkvormen
6
HOE DOE JE DAT? * Omgaan met ruzie
Inleiding De serie Hoe doe je dat? onderzoekt met jonge kinderen verschillende sociaal-emotionele situaties. Met verhalen uit het leven van alledag ontdekken kinderen dat je je op verschillende manieren kunt gedragen, maar dat de ene manier beter ontvangen wordt dan de andere. Soms worden die gedragsverwachtingen hardop uitgesproken, maar vaak wordt ervanuit gegaan dat kinderen weten wat er van ze wordt verwacht. In de verhalen in Hoe doe je dat? wordt stilgestaan bij situaties die kinderen uit de onderbouw misschien nog niet zo goed kennen. Ze maken kennis met verschillende gedragsmogelijkheden en -verwachtingen en kunnen de vaardigheden die daarbij horen spelenderwijs oefenen.
TiP Neem de werkvormen door en kies de werkvormen uit die het meest aansluiten op de leerbehoeftes van de kinderen. Zo kun je de boeken gericht gebruiken.
In het boek wordt het verhaal eerst in zijn geheel verteld. De grote platen bieden de mogelijkheid om de kinderen mee te laten kijken. Na het verhaal volgt een verantwoording van het thema en een overzicht van de vaardigheden waaraan met behulp van dit boek wordt gewerkt. Tot slot worden de vaardigheden geoefend met behulp van de verdiepingsvragen bij het verhaal en de aangeboden werkvormen. Bij de vragen en werkvormen is de bijbehorende illustratie afgedrukt, zodat je die gemakkelijk nogmaals met de kinderen kunt delen. Het verhaal, de vragen en de werkvormen kun je met de hele klas uitvoeren. Heb je het idee dat sommige kinderen moeite hebben met bepaalde vaardigheden, dan is het een goed idee om het verhaal nogmaals in een groepje voor te lezen en de activiteiten te doen die werken aan die betreffende vaardigheden. De liedjes en de werkbladen uit dit deel vind je op www.hoe-doe-je-dat-voor-onderbouw.nl. Veel vertel- en leerplezier gewenst!
7
HOE DOE JE DAT? * Omgaan met ruzie
Op het plein in de stad is een nieuwe winkel: De Bloemenbuur. Ep is de baas van de winkel. Hij heeft gele bloemen, rode, blauwe, pimpelpaarse, knaloranje en nog veel meer. Ep hoopt dat de klanten het fijn vinden in zijn winkel. En omdat het vandaag een beetje feest is, geeft hij zijn eerste bos gratis weg.
8
HOE DOE JE DAT? * Omgaan met ruzie
Daar komen de eerste klanten! Maar wat is dat? Het lijkt wel of ze tegelijk naar binnen willen. ‘Ik ben eerst!’ roept Egel. ‘Nee ik!’ roept Odette. ‘Ga weg!’ Egels gezicht wordt rood en hij zwaait met zijn vuist. ‘Ho ho!’ zegt Ep. ‘Wacht eens even! Wat is er aan de hand?’ Egel en Odette zijn even stil. Ze kijken elkaar aan. Dan zegt Egel: ‘Ik wil zo graag de eerste klant zijn!’ ‘En ik heb haast want ik moet naar mijn oma,’ vertelt Odette. ‘Tja,’ zegt Ep. ‘En nu?’ Ze denken even na. En dan bedenkt Egel een plan: Als hij de eerste bos krijgt, geeft hij hem aan Odette om het goed te maken. Dan is hij de eerste klant én kan Odette snel naar haar oma.
10
HOE DOE JE DAT? * Omgaan met ruzie
Hassel is de volgende klant. Hij heeft gezien wat er is gebeurd. ‘Wat erg voor je, Ep,’ zegt hij. ‘Dat er ruzie was in je winkel.’ ‘Het geeft niet hoor,’ zegt Ep. ‘Soms is er ruzie, zo gaat dat nu eenmaal. Als je er maar op een goede manier mee omgaat, dan hoeft ruzie niet erg te zijn. Maar vertel eens, Hassel. Welke bloemen wil jij graag?’ ‘Misschien deze,’ twijfelt Hassel. ‘Of toch die?’
12
HOE DOE JE DAT? * Omgaan met ruzie
26
HOE DOE JE DAT? * Vrienden maken
De bloemenbuur
WIN K E LHOEK
Vaardigheden: Herkennen van gevoelens bij jezelf en bij een ander, samen voor een fijne sfeer in de groep zorgen Richt met de kinderen een hoek van de klas in als een bloemenwinkelhoek en noem die, net als de bloemenwinkel van Ep, ‘De bloemenbuur’. Hoe wordt het fijn om daar te zijn? Bedenk met elkaar hoe er een fijne sfeer kan ontstaan in de bloemenwinkel (bijvoorbeeld door middel van zachte stoffen, mooi gekleurde bloemen, lekkere geur, aardig zijn tegen elkaar, elkaar helpen).
TiP
Knutsel gekleurde bloemen en een naambord voor de winkel. Spreek af dat in de winkel alleen aardige woorden gezegd mogen worden. Welke woorden zijn dat?
Sfeerbal
LIEDJE
Vaardigheid: Samen voor een fijne sfeer in de groep zorgen Leer de kinderen het liedje met de gebaren. Toon bij de laatste regel (‘voelen wij ons…’) één van de emoties (blij, enthousiast, opgelucht, rustig, gelukkig, ontspannen, prettig/lekker, tevreden, veilig, vrolijk) en laat de kinderen die uitbeelden. Of laat ze een beweging maken die ze een fijn gevoel geeft. Joepie, joepie, joep (met de armen en handen omhoog) ‘k voel me fijn in de groep! (handen gekruist op bovenarmen) Joepie, joepie, joep (met de armen en handen omhoog) Wij zijn een joepie, joepiegroep! (met de handen in de lucht zwaaien) In onze fijne joepiegroep voelen wij ons… (leerkracht noemt/toont een emotie of de kinderen doen een eigen beweging of noemen zelf een emotie)
Wijs een zachte bal aan als ‘sfeerbal’. De kinderen rollen de sfeerbal in de kring naar elkaar over en maken de volgende zin af: ‘Ik voel me fijn in de groep als …’ (ik aan het spelen ben, iemand me helpt, er grapjes gemaakt worden enzovoort). Variatie Als het kind dat de bal ontvangt de zin (‘Ik voel me fijn in de groep als…’) heeft afgemaakt, mogen de andere kinderen hierop reageren. De kinderen die dat ook vinden gaan staan en steken hun armen hoog in de lucht. Speel ook eens ‘sfeerbal’ met emoties: ‘Ik voel me blij/boos/bang/verdrietig in de groep als…’
VAARDIGHEDEN • Herkennen van gevoelens bij jezelf en bij een ander • Samen voor een fijne sfeer in de groep zorgen VRAGEN
• Hoe ziet de winkel van Ep eruit?
• Wat kan Ep doen zodat klanten het fijn vinden in zijn winkel? En wat kunnen zijn klanten doen?
• Hoe denk je dat Ep zich
BA L S P E L
Vaardigheid: Samen voor een fijne sfeer in de groep zorgen
TiP
Joepiegroep
voelt?
Op de website is het liedje ‘Joepiegroep’ te vinden. Variatie Combineer dit liedje met de oefening ‘Sfeerbal’. Zing in de kring het liedje met de gebaren erbij. Op ‘In onze fijne joepiegroep…’ wordt de bal overgegooid. Na ‘voelen wij ons (…)’ mag het kind dat de bal vangt iets noemen dat het fijn vindt aan de groep. Op de website zijn A4-afbeeldingen te vinden met tien emoties van Ep.
27
HOE DOE JE DAT? * Omgaan met ruzie
‘Als ik boos ben…’
K RIN GAC TIVITE IT
Vaardigheid: Boosheid (op een gepaste manier) kunnen uiten Egel en Odette hebben ruzie. Egels gezicht wordt rood en hij zwaait met zijn vuist. Wat doe je allemaal nog meer als je boos bent? Laat een paar kinderen antwoord geven en start daarna een variant op ‘Ik ga op reis en ik neem mee…’: ‘Als ik boos ben…’ (…zeg ik stomme dingen, roep ik hard, huil ik zachtjes enzovoort). De kinderen herhalen om de beurt wat het kind vóór hen zei en voegen hier iets aan toe. Als ze niet meer weten wat er gezegd is, beginnen ze opnieuw. Houd tijdens dit spel bij wat de kinderen zeggen, bijvoorbeeld door het voor jezelf op te schrijven. Benoem na het spel dat er een heleboel gezegd is en leg uit dat sommige dingen niet aardig zijn om te doen of te zeggen. Noem nu een voor een op wat er gezegd is en laat de kinderen steeds aangeven wat je niet mag doen als je boos bent, omdat het een ander pijn doet of verdrietig maakt. Bespreek ook wat je wél mag doen.
Ik ben eerst! Nee ik!
P OP P E N S P E L
Vaardigheid: Boosheid (op een gepaste manier) kunnen uiten Speel met twee handpoppen de situatie van Egel en Odette na. Egel en Odette willen tegelijk binnenkomen in de winkel van Ep en krijgen ruzie. Vraag de kinderen op te letten hoe de poppen ruzie maken. Zien ze wat niet mag? Geef in het poppenspel één of meerdere verkeerde voorbeelden, zoals de ene pop die de andere pop duwt, aan de haren trekt of iets onaardigs zegt. N.B. Valt dit de kinderen niet op, leg dan zelf het spel stil. Vraag de kinderen wat ze zagen en wat ze hiervan vonden. Bespreek na het poppenspel wat de kinderen zelf weleens doen als ze boos zijn. Wie wil dit uitspelen met de handpoppen? En mag dit wel of mag dit niet als je ruzie hebt?
Extra Egel en Odette worden boos op elkaar, omdat ze allebei als eerste naar binnen willen. Hoe hadden Egel en Odette de winkel binnen kunnen komen zodat ze geen ruzie hadden gekregen? Laat de kinderen dit uitspelen.
VAARDIGHEID
Mopperdeflop
VRAGEN
VERSJE
Vaardigheid: Boosheid (op een gepaste manier) kunnen uiten
• Boosheid (op een gepaste manier) kunnen uiten
• Wat gebeurt er als Odette en Egel de winkel
Wanneer je een beetje boos bent, kan het lekker zijn om even te mopperen. Als je er ook maar weer mee kan stoppen! Leer de kinderen het mopperversje aan.
in gaan?
• Hoe kun je zien aan Odette en Egel dat ze boos zijn?
Mopper de flopper de mopper de mop mopper de mopper hou eens je mond Mopper de flopper de mopper de mop mopper de mopper ‘k stamp op de grond Mopper de flopper de mopper de mop Ik mopper de stopper mopper de flopper de stopper de… STOP!
• Wat kun je aan kinderen zien als ze boos zijn?
• Wat doet Ep om te helpen?
• Hoe maakt Egel het goed met Odette?
29
HOE DOE JE DAT? * Omgaan met ruzie
Omgaan met ruzie 4
Omgaan met ruzie
De serie Hoe doe je dat? is bedoeld voor kinderen in de onderbouw van de basisschool. In de verhalen komen onderwerpen aan de orde die voor jonge kinderen herkenbaar zijn. Omdat dieren de hoofdpersonen zijn in de verhalen wordt het voor kinderen makkelijker om vrijuit mee te denken over de situaties, alternatieven te bedenken en uit te proberen. Door de vragen en werkvormen bij de verhalen kunnen kinderen spelenderwijs oefenen met sociale en emotionele vaardigheden. Van de makers van Kwink.
4
HOE DOE JE DAT?
Op het plein in de stad heeft Ep een nieuwe winkel: De Bloemenbuur. Ep verkoopt mooie en kleurige bloemen. Hij hoopt dat de klanten het fijn vinden in zijn winkel. En omdat het vandaag een beetje feest is, geeft hij zijn eerste bos gratis weg. Maar dan komen de eerste klanten. Het lijkt wel of ze tegelijk naar binnen willen. Er ontstaat ruzie. En dat is niet de laatste die dag. Gelukkig blijft Ep rustig en helpt hij de ruzies op te lossen.
Bestelnummer: 0704 ISBN: 978 90 5788 568 6
Illustraties Adriaan Bijloo