Hoe doe je dat - deel 8 Omgaan met teleurstelling (0708)

Page 1

Omgaan met teleurstelling

Illustraties Adriaan Bijloo 8

Hassel is op zoek naar een bril. Niet zomaar een bril, maar een pilotenbril.

Odette zoekt een tas om lekkere dingen mee te nemen.

En Egel koopt een lekkere, warme sjaal.

Morgen gaan Hassel, Odette en Egel iets leuks doen: ze gaan met een luchtballon.

Dat heeft tante Odilia beloofd.

8
HOE DOE JE DAT? * Omgaan met teleurstelling

‘Misschien kunnen we morgen met de luchtballon,’ zegt tante Odilia. ‘Voor vandaag heb ik iets anders bedacht. Deze vliegers heb ik speciaal voor jullie gehaald. Want vliegeren kan wel met harde wind.’ ‘Vliegeren?!’ roept Hassel enthousiast. ‘Dat kan ik supergoed! En dan kan ik toch nog mijn pilotenbril op!’ Hassel gaat meteen zijn jas aantrekken. Maar Egel zit met zijn armen over elkaar. ‘We zouden vandaag met de luchtballon,’ moppert hij. ‘Morgen is er vast weer iets anders waardoor het niet doorgaat.'

14
HOE DOE JE DAT? * Omgaan met teleurstelling

Er zijn drie vliegers: een gele, een rode en een blauwe.

Tante Odilia bedenkt een getal onder de vijf: wie het goed raadt, mag de gele.

Odette wint. Hassel neemt dan maar de blauwe.

Maar Egel begint weer te mopperen. ‘Echt niet eerlijk,’ zegt hij.

‘Odette krijgt altijd haar zin.’

HOE DOE JE DAT? * Omgaan met teleurstelling

Teleurstoel

Vaardigheid: Benoemen en herkennen van gevoelens bij jezelf en de ander

Zet een ‘teleurstoel’ in het midden van een kring. Ga er zelf op zitten, met een teleurgestelde lichaamshouding (ineengezakt, sip kijkend). Vertel over een keer dat je erg teleurgesteld was en hoe dat voelde.

Weten de kinderen wat dat is, teleurgesteld zijn? Vertel dat je teleurgesteld kunt zijn als iets anders gaat dan je had gedacht. Wie heeft dat weleens meegemaakt? Dat kind mag op de stoel gaan zitten om te laten zien hoe teleurgesteld zijn eruitziet en erover te vertellen. Laat verschillende kinderen aan de beurt komen.

TiP

Geef de teleurstoel een plek in de klas en laat er de komende tijd af en toe een kind op plaatsnemen. De andere kinderen mogen dit kind in een teleurgestelde houding ‘boetseren’. Bespreek met elkaar wat kan helpen om over een teleurstelling heen te komen. Sluit steeds af met een houding die past bij het gevoel als de teleurstelling over is. Vertel ook dat een teleurstelling niet altijd opgelost kan worden, maar dat het gevoel wel kan verdwijnen.

Teleurgesteld

Vaardigheden: Benoemen en herkennen van gevoelens bij jezelf en de ander, verschillen en overeenkomsten opmerken tussen jezelf en anderen

Hang elk plaatje van het werkblad ‘Teleurgesteld!’ in een van de hoeken. Geef elk kind een werkblad en laat hen een situatie kiezen die ze herkennen. De kinderen lopen naar de hoek waar hetzelfde plaatje hangt als dat zij gekozen hebben. Vraag in elke hoek aan een paar kinderen waarom ze dit plaatje hebben gekozen.

Op de website is het werkblad te vinden.

Goede reactie of niet?

KIESSPEL

Vaardigheid: Gevoelens (op een gepaste manier) kunnen uiten

Als tante Odilia maar niet komt, reageren alle drie de dieren op een andere manier. Wat vinden de kinderen van die reacties? Plak met (schilders)tape een lijn op de vloer. Zeg nu: Hassel vraagt zich af hoe het komt dat tante Odilia er nog niet is. Als de kinderen dat een goede reactie vinden, gaan ze aan de ene kant van de lijn staan. Vinden ze het niet zo’n goede reactie, dan gaan ze aan de andere kant staan. Bespreek waarom ze het een goede of minder goede reactie vinden. Herhaal dit voor Egel die moppert dat ze het vast vergeten is en tot slot met Odette die niks zegt, maar zich onzeker voelt en een raar gevoel in haar buik heeft. Vraag na afloop hoe de dieren ook hadden kunnen reageren in deze situatie, bijvoorbeeld even rustig ademhalen of zeggen hoe je

• Benoemen en herkennen van gevoelens bij jezelf en de ander

• Verschillen en overeenkomsten opmerken tussen jezelf en anderen

• Gevoelens (op een gepaste manier) kunnen uiten

VRAGEN

• Waarom duurt het wachten op tante Odilia zo lang?

• Hoe reageren de dieren op het lange wachten?

• Wat doe jij als je lang moet wachten?

VAARDIGHEDEN
29
Omgaan met teleurstelling * HOE DOE JE DAT?

Heb je geluk?

Vaardigheid: Benoemen en herkennen van gevoelens bij jezelf en de ander

Kies een getal onder de 5 en laat de kinderen hun vingers in de lucht steken (1 t/m 5). Bespreek hoe het is voor de kinderen die het goed hebben en voor de kinderen die het niet goed hebben. Hoe voelt dat? Maakt het nog uit of je het samen niet goed hebt? Herhaal het raadspel een paar keer zodat meer kinderen ervaren hoe het is om het goed/niet goed te hebben. Benoem dat het hier om geluk hebben gaat. Soms heb je geluk, soms niet, daar heb je zelf geen invloed op.

TiP Maak het iets spannender door te vertellen dat de kinderen die het goed hebben bijvoorbeeld als eerste naar buiten mogen tijdens de pauze.

Hè, wat jammer nou

Vaardigheid: Rustig worden

RAADSPEL VERSJE

Als je niet krijgt wat je wilt, iets niet lukt of je het juiste cijfer niet raadt (zie vorige oefening en het verhaal), dan is dat jammer. Je kunt dan heel boos doen, maar het is voor iedereen prettiger om het eventjes jammer te vinden en dan rustig te worden. Dat kan bijvoorbeeld door in en uit te ademen. Dan voel je je snel weer beter en kun je fijn iets anders gaan doen. Leer de kinderen het versje aan en laat het opzeggen op momenten van teleurstelling.

Hè, wat jammer nou, ik krijg niet wat ik wou! Best een beetje balen, even ademhalen… Diep in, snuiffff, diep uit, pfffff… Hoe gaat het nu? Extra Bespreek met de kinderen of ze ook andere manieren weten om rustig te worden.

Onder het kleed

SPELACTIVITEIT

Vaardigheden: Benoemen en herkennen van gevoelens bij jezelf en de ander, positief reageren als iets anders gaat dan je wil

Leg een aantal speelitems onder een kleed. Laat de kinderen fantaseren over wat er onder het kleed ligt. Waar zouden ze heel graag mee willen spelen? Ligt dat eronder? Heeft iedereen iets genoemd? Haal nu het kleed van de voorwerpen. Hoe voelt het voor de kinderen dat datgene wat ze graag wilden er ligt? En hoe voelt het als het er niet ligt? Wat kunnen de andere kinderen doen om te helpen bij een teleurstelling? Wat kun je zelf doen? Herhaal het versje ‘Hè, wat jammer nou’. Laat de kinderen in groepjes spelen met de speelitems.

TiP Let extra op teleurstelling rondom de verjaardagen en Sinterklaas. Soms zetten kinderen cadeaus op hun verlanglijstje die ze nooit zullen krijgen. Of de verwachtingen over hun feestje, traktatie of cadeau liggen zo hoog dat het alleen maar kan tegenvallen. Besteed er aandacht aan als dat zo is.

VAARDIGHEDEN

• Benoemen en herkennen van gevoelens bij jezelf en de ander

• Rustig worden

• Positief reageren als iets anders gaat dan je wil

VRAGEN

• Welke kleur vlieger zou jij het liefst willen? Hoe is het als je die niet krijgt?

• Wat vindt Egel ervan dat Odette het getal raadt? Vind je het eerlijk? Waarom?

35
Omgaan met teleurstelling * HOE DOE JE DAT?

Om hulp vragen

LIEDSPEL

Vaardigheden: Elkaar helpen, iemand om hulp vragen

Hassel heeft moeite om zijn vlieger de lucht in te krijgen. Hij vraagt tante Odilia hem te helpen. Dan lukt het wel. Bij iedereen lukt weleens iets niet. Dan kun je altijd een ander om hulp vragen. Beluister met elkaar het liedje ‘Kun je het zelf?’ Het eerste couplet en refrein gaan zo:

Refrein

Veters strikken, broodjes smeren, knippen, prikken, schrijven, leren… Ritsen, knopen van je jas? Stop je spullen in de tas!

Kun je het zelf? Nou ga je gang. Maar lukt het niet, wees dan niet bang om gewoon om hulp te vragen. Helpen doen we alle dagen!

(zie de website voor het andere couplet)

Noem een voor een de handelingen uit het liedje. Kunnen de kinderen het zelf, dan springen ze in de lucht. Herhaal de handelingen in steeds hoger tempo. De kinderen kijken goed naar elkaar om te zien wat de ander al goed kan. En wie ze dus om hulp kunnen vragen als ze het zelf nog niet goed kunnen. Vertel dat wat de een al zelf kan, de ander misschien nog niet kan. Lukt iets je nog niet, dan is er altijd wel iemand die het wel kan en jou kan helpen. Fijn!

elkaar om hulp vragen. Loop zelf rond en herinner de kinderen eraan hoe ze rustig kunnen worden, helpende gedachten kunnen gebruiken als dat nodig is en om hulp mogen vragen.

Alle vliegtuigjes klaar? Ga dan naar buiten en doe een vliegwedstrijd. Welk vliegtuigje komt het verst? Hoe is het voor de kinderen als hun vliegtuigje niet zo ver komt?

Op de website is de instructie voor het vouwen van een vliegtuigje te vinden.

Wat helpt?

Vaardigheden: Elkaar helpen, helpende gedachten gebruiken

Zing met de kinderen (opnieuw) het liedje ‘Zoek de zon!’ (zie pagina 37). Eén kind speelt in het midden van de kring dat het heel teleurgesteld is. De andere kinderen lopen langzaam, hand in hand om het kind heen en zingen het liedje. Daarna zeggen ze fijne zinnen tegen het kind in het midden. Hoe is dat voor het kind? Kunnen de kinderen samen bedenken wat ze nog meer kunnen doen om het kind te helpen? Misschien kan het kind in het midden zelf ook iets noemen?

Variatie

Op de website is het liedje ‘Kun je het zelf?’ te vinden.

Vliegwedstrijd

KNUTSELEN

Vaardigheden: Elkaar helpen, helpende gedachten gebruiken, iemand om hulp vragen, rustig worden

De kinderen vouwen, in kleine groepjes, op jouw aanwijzingen een vliegtuigje. Ze proberen het zelf, maar als het niet lukt, mogen ze

Pak een handpop en speel uit dat die heel teleurgesteld is. Hij vertelt erover en gaat teleurgesteld in een hoekje liggen. De kinderen zingen het liedje ‘Zoek de zon!’ zachtjes voor de pop. Bespreek hoe ze de handpop kunnen helpen. Hoe wordt de pop weer blij?

Op de website is het liedje ‘Zoek de zon!’ te vinden.

VRAGEN

het

UITBEELDEN Waarom vindt Hassel vliegeren eerst niet zo leuk? Hoe komt het dat hij het later wel leuk vindt? VAARDIGHEDEN Elkaar helpen Iemand om hulp vragen Helpende gedachten gebruiken Rustig worden
39
Omgaan met teleurstelling * HOE DOE JE DAT?

Oei, de tas!

Vaardigheden: Benoemen en herkennen van gevoelens bij jezelf en de ander, rekening houden met de gevoelens van een ander, vriendelijk op elkaar reageren

Verspreid de emotieskaartjes. Lees het verhaal bij de illustratie nog een keer voor. Na elke zin zoeken de kinderen een passend emotiekaartje. Besteed aan het eind aandacht aan hoe Egel zich voelt. Hoe ging Egel eerst om met teleurstelling? Hoe gaat hij nu om met de teleurstelling van Odette? Helpt dat Odette?

Op de website zijn de emotiekaartjes te vinden.

Tien, negen, acht

KRINGACTIVITEIT RAP

Vaardigheid: Samen voor een fijne sfeer in de groep zorgen

Vertel dat iedereen weleens teleurgesteld is. Bijvoorbeeld als je op het schoolplein niet met de fiets kunt spelen. Of als je knutselwerkje mislukt. Welke teleurstellingen zijn er nog meer? Hoe gaan de kinderen daarmee om?

Teleurstellingen gaan ook weer voorbij. Soms vanzelf en soms doordat we rustig worden, iets anders bedenken om te doen of aan fijne dingen denken. Soms helpen anderen je daarbij. Als teleurstellingen over zijn, kun je dat samen vieren! Doe de rap ‘Tien, negen, acht’.

Verdriet! Boosheid!

Grrr… grom…

Dat was STOM!

Nog tien! Tellen! En… wij… Zijn weer BLIJ!

Tien, negen, acht!

Ho, stop, wacht, Zeven, zes, vijf! Ho, stop, blijf!

Veel gebeurd!

Vier, drie, twee!

Ho, stop, hé! Eénnnn en NUL! Geef een blije brul! Yeahhh!

Vaardigheid: Benoemen en herkennen van gevoelens bij jezelf en de ander

VAARDIGHEDEN

• Benoemen en herkennen van gevoelens bij jezelf en bij de ander

• Rekening houden met de gevoelens van een ander

• Vriendelijk op elkaar reageren

Laat de kinderen in de ruimte staan en toon de tekeningen uit het boek. Geef per tekening de volgende instructie.

1 Loop blij rond. Je hebt veel zin om met de luchtballon te gaan!

2 Het wachten op tante Odilia duurt lang. Tik met je voet op de grond, zoals de klok tikt. Tik steeds langzamer.

3 Druk op een denkbeeldige deurbel. Tante Odilia zegt dat het niet doorgaat. Laat je schouders en hoofd hangen, kijk verdrietig en sjok door het lokaal.

4 Blaas net zo hard als de wind. Spring enthousiast op en trek zogenaamd je jas aan. Doe je armen stijf over elkaar, net als Egel.

5 Loop rond en doe je hand omhoog met één, twee, drie, vier of vijf vingers opgestoken. (Jij roept een getal.) Wie hetzelfde getal op de hand heeft, roept ‘Yes!’ en wie een ander getal heeft, roept ‘Ahhh!’ (Herhaal dit een aantal keer.)

6 Dans als de vliegers op de wind. Laat je op de grond ploffen, zoals de vlieger van Hassel. Doe maar even heel bozig.

7 Tel tot 10 op je vingers en blaas weer wind.

8 Huppel rond van blijdschap. De luchtballon stijg op! Spring omhoog!

Zeg na afloop: Wat is er veel gebeurd in dit verhaal! Er waren leuke dingen en dingen die tegenvielen. De dieren waren teleurgesteld. Maar toch hielden ze vol. En nu maken ze een tocht in de ballon.

Ik denk dat ze dat superleuk vinden. Laat maar zien hoe blij ze zijn!

met teleurstelling

• Samen voor een fijne sfeer in de groep zorgen

VRAGEN

• Hoe is het voor de dieren dat ze nu eindelijk met de ballon kunnen?

• Hoe reageert Egel op de tas die nog beneden staat? En hoe is dat voor Odette?

41
Omgaan
* HOE DOE JE DAT?

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.