Hoe doe je dat- deel 9 Voor jezelf opkomen (0709)

Page 1

9
Illustraties Adriaan Bijloo

Pim heeft iets leuks bedacht: een dagje naar het meer.

Hij heeft een tas met lekkers, een handdoek en een zonnebril mee.

En zijn superfijne hangmat.

Bij het meer ziet hij twee grote bomen.

Pim bindt het ene eind van de hangmat aan de ene boom, en het andere eind aan de andere.

‘Ziezo,’ zegt hij tegen zichzelf. ‘Die hangt mooi stevig. Nu ga ik zwemmen, en daarna lekker luieren in mijn hangmat.’

8
HOE DOE JE DAT? * Voor jezelf
opkomen

Voor jezelf opkomen

Pim zwemt een tijdje.

Daarna gaat hij terug naar zijn hangmat.

Maar wat is dát!? Er ligt iemand!

In zíjn hangmat!

Het is iemand die Pim niet kent. Een groot iemand.

Pim denkt na. Zal hij er iets van zeggen? Durft hij dat wel? ‘Uhmm…’ begint hij na een tijdje. ‘Uhmm… ik eh… ahum… dit is eigenlijk mijn hangmat.

Ik wil er graag in liggen.’

Het dier reageert niet.

‘Hallo!’ probeert Pim nog eens. ‘Hoort u mij?’

Even blijft het stil. Dan schudt het dier zijn hoofd. ‘Ik hoor je niet,’ zegt hij. ‘Ik slaap.’

‘Ja, in míjn hangmat!’ roept Pim.

‘Ik was er het eerst,’ zegt het dier.

‘Nee hoor, ik was eerder,’ antwoordt Pim. ‘Want ik heb hem opgehangen.’

Maar het dier wil niet weg.

10
HOE DOE JE DAT? *

Maar Pim geeft geen antwoord.

Uit de hangmat klinkt alleen een heel zacht snurkje. Misschien komt het wel door ‘slaapt gij nog’. In ieder geval heeft Pim een heel fijn dagje bij het meer!

22
DAT? *
HOE DOE JE
Voor jezelf opkomen

Hoe voelt Pim zich?

Vaardigheden: Herkennen van gevoelens bij jezelf en anderen, iemand (durven) aanspreken

Lees het verhaal van deze illustratie voor tot het stukje: ‘Pim denkt na. Zal hij er iets van zeggen? Durft hij dat wel?’ Bespreek met de kinderen hoe het voelt voor Pim dat er iemand in zíjn hangmat ligt. Hoe zouden de kinderen dat vinden? Laat als hulpmiddel eventueel de emotiewoorden zien. Speel de genoemde emoties uit met (hand)poppen. Speel dan dat Pim nadenkt en zich afvraagt of hij er iets van zal zeggen. Kunnen de kinderen Pim helpen om voor zichzelf op te komen? Wat kan

Pim zeggen? Speel dat uit. Vertel tot slot dat dit ‘opkomen voor jezelf’ heet.

Op de website zijn de emotiewoorden te vinden.

Wat durf je? (1)

Vaardigheden: Herkennen van gevoelens bij jezelf en anderen, wensen verwoorden

Pim voelt zich onzeker, maar durft het grote dier toch aan te spreken en te zeggen wat hij wil. Heel knap van Pim, zo komt hij voor zichzelf op! Noem de situaties. Vinden de kinderen het spannend, dan gaan ze aan de ene kant van het lokaal of plein staan. Vinden ze het niet spannend, dan gaan ze aan de andere kant staan.

Situaties

- in de supermarkt aan een mevrouw vragen of ze iets voor je wil pakken waar je niet bij kan;

- zeggen hoe je heet tegen de moeder van een vriendje die je nog niet kent;

- aan de juf vragen of ze je wil helpen om je jas dicht te doen; - tegen een vriendje zeggen dat je het niet leuk vindt dat hij je steeds in je buik prikt.

Wat durf je? (2)

UITSPELEN

Vaardigheden: Herkennen van gevoelens bij jezelf en anderen, wensen verwoorden

Kies een van de situaties uit de vorige oefening. Hoe kun je het vragen of zeggen? Doe het eerst zelf een keer voor. Wie van de kinderen wil het ook een keer proberen? Herhaal dit met de andere situaties.

In de hangmat

Vaardigheid: Iemand (durven) aanspreken

• Herkennen van gevoelens bij jezelf en anderen

• Iemand (durven) aanspreken

• Wensen verwoorden

VRAGEN

• Wat doet het grote dier dat Pim niet leuk vindt?

• Waarom vindt Pim het spannend om er iets van te zeggen?

• Wat vind je ervan dat hij het toch doet?

KRINGSPEL

De kinderen zitten op stoelen in de kring. Ze doen alsof hun stoel de hangmat is. Hang samen allemaal (zogenaamd) je eigen hangmat op en zeg: ‘Ziezo!’ Ga dan lekker in de hangmat (stoel) zitten. Wijs een kind (A) aan dat, net als Pim, gaat zwemmen. A gaat buiten de klas staan. Eén van de andere kinderen (B) gaat als het dier op de plek van het kind zitten. Haal de stoel van B uit de kring. Laat A terugkomen. O nee! Zijn plek is bezet! Wat nu? Durft A te vragen of B weg wil gaan? Hoe vraag je dat? Help A zo nodig op weg door het zelf voor te doen. Ga stevig staan, kijk B aan en zeg duidelijk: ‘Dit is mijn hangmat en ik wil er graag in liggen. Wil je weggaan?’ Nu mag A het proberen. Of weet hij iets anders te zeggen/vragen? Herhaal de oefening met andere kinderen die de klas uitgaan en terugkomen. Oefen goed het stevig staan, de ander aankijken en duidelijk spreken. Leg uit dat dit belangrijk is bij het opkomen voor jezelf.

Voor jezelf opkomen * HOE DOE JE DAT?

VAARDIGHEDEN
29

Teleurgesteld? Blij!

SPELACTIVITEIT

Vaardigheden: Elkaar helpen, herkennen van gevoelens bij jezelf en anderen

Pim gaat teleurgesteld bij het meer zitten. Vraag de kinderen of ze weten wat ‘teleurgesteld’ is. Voel jij je weleens teleurgesteld (bijvoorbeeld omdat iets niet kan of mag)? Hoe voelt dat? Hoe ziet het eruit?

Als jouw hangmat is ingepikt, kun je je bijvoorbeeld ook boos voelen of juist verdrietig. Misschien moet je wel een beetje huilen. Wie van de kinderen herkent dat?

Laat nu alle kinderen hun ogen sluiten. Tik dan een kind A aan dat teleurgesteld gaat kijken. Wijs een kind B aan dat op zoek gaat naar het teleurgestelde kind. Gevonden? Dan wijst/tikt het kind A aan.

Kind B bedenkt iets om kind A blij te maken. Als het dat heeft gedaan, kijkt kind A blij. Laat de kinderen hun ogen weer dichtdoen en tik een nieuw kind A aan dat teleurgesteld mag kijken. Het kind dat net teleurgesteld keek (en nu weer blij is), zal nu kind B zijn en mag op zoek naar het teleurgestelde kind. Herhaal een aantal keer en wissel de emotie ‘teleurgesteld’ zo nu en dan af met ‘boos’ of ‘verdrietig’.

Snuffel! Speur!

LIEDJE

Vaardigheden: Elkaar helpen, herkennen van gevoelens bij jezelf en anderen

Leer het liedje ‘Snuffel! Speur!’ aan. Bedenk er samen bewegingen bij. Hoe zie je eruit als je speurt? Wat doe je dan? Laat maar zien! Zing het liedje een aantal keer met de bewegingen. Bespreek daarna wat je allemaal kunt doen als je iemand ziet die teleurgesteld, boos of verdrietig is en speel dat eventueel uit.

Snuffel! Speur! Snuffel! Speur!

Ik ben een speurhond, een supersnuffelspeurhond.

Ik kijk goed in het rond om te zien hoe jij je voelt en te weten hoe het komt. Snuffel! Speur! Snuffel! Speur!

Op de website is het lied ‘Snuffel! Speur!’ te vinden.

Help jij mij?

Vaardigheid: Hulp vragen

UITSPELEN

Pim heeft hulp nodig. Het lukt hem niet om het dier uit zijn hangmat te krijgen. In het verhaal biedt Odette hulp aan, maar Pim kan ook zelf om hulp vragen. Op welke manieren kan hij dat doen?

Doe het eerst een keer voor met behulp van handpoppen. Eén handpop is Odette, de andere handpop is Pim. Pim vraagt Odette om hulp. Wie van de kinderen wil ook aan Odette vragen of ze hen wil helpen? Een paar kinderen mogen het laten zien voor de klas.

TiP

Is er iemand in de klas die wel wat hulp kan gebruiken? Bedenk dan met elkaar hoe dat kind om hulp kan vragen.

• Elkaar helpen

• Herkennen van gevoelens bij jezelf en anderen

• Hulp vragen

VRAGEN

Hoe zou Pim zich voelen? Hoe zou jij je voelen? Hoe is het voor Pim dat Odette hem wil helpen? VAARDIGHEDEN
31
Voor jezelf opkomen * HOE DOE JE DAT?

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.