Grote beer en kleine beer
Baltazar Mirre GoudHet is nacht.
Kasper kijkt naar de sterren. Je ziet ze goed in de zwarte lucht.
Hij kent ze allemaal: Kleine Beer en Grote Beer, Venus, Sirius, Orion…
Maar wat is dat?
Die ster daar, wat straalt die fel en ver. Is die nieuw?
Die zag hij nog nooit. Waar komt die vandaan?
Hij vraagt het Melchior, en Baltazar, maar ze weten het niet. Kasper zoekt verder.
Tot hij vindt wat hij zoekt!
Deze ster straalt voor een nieuwe koning. Een koning die wijs en eerlijk is, die weet wat God wil.
Nu nog een baby, maar ooit wordt hij de koning van vrede.
Kasper gaat op reis, op zoek naar de koning. Hij volgt de ster van oost naar west. Melchior reist mee en Baltazar ook.
Drie wijze mannen. Elk op een kameel. Elk met een duur cadeau voor de nieuwe koning.
De reis duurt weken en brengt ze naar Jeruzalem.
Maar… waar is de ster nu? Hij straalt niet meer. Wat nu?
Ze gaan naar het paleis van koning Herodes.
‘Is hier de koning van vrede geboren?’ vraagt Kasper.
‘Ik zag zijn ster, nu wil ik hem eren.’
Koning Herodes schrikt. Een nieuwe koning?
In mijn paleis? Op mijn troon?
Daar komt niks van in!
Kasper kijkt naar de sterren. Dat doet hij vaak. Samen met twee andere geleerde mannen. Op een dag ziet hij een bijzondere ster.
Zo bijzonder, dat ze op weg gaan. Want in de oude boeken vonden ze: die ster straalt voor een nieuwe koning. Een koning die wijs en eerlijk is, die weet wat God wil.
Plakzijde omslag
Die koning willen ze graag ontmoeten! Dit kleurrijke kerstverhaal is zo geschreven dat beginnende lezers het goed mee kunnen lezen.