05 - 09 t/m 14 - 10 2022 Groep 1/2 Groep 3/4 Groep 5/6 Groep 7/8 Eenbeginnieuw Verhalen uit Exodus Nr. 1 JRG 41
Ouderbrief 4
Omdat de farao blijft weigeren komen er steeds meer plagen in het land: ongedierte, veepest, nare plekken, hagel, sprink hanen en duisternis. Nadat de farao nog steeds niet luistert, sterft in elk huis van Egypte de eerstgeborene. Dan zegt de farao dat de Israëlieten moeten vertrekken; hij vraagt Mozes om voor hem te bidden. Midden in de nacht trekken ze weg uit het land, op weg naar een nieuwe toekomst.
Week 37 • 12/09 - 16/09 21
Week 36 • 05/09 - 09/09 5 Help! Exodus 1 en 2:1-15 Lang geleden zijn Jozef en zijn broers naar Egypte gegaan. Hun nakomelingen, de Israëlieten, leven daar nog maar moeten als slaven werken voor de farao. Omdat de farao bang is dat het volk zich tegen hem zal keren, besluit hij dat alle pasgeboren jongens in de Nijl moeten worden gegooid. De moeder van Mozes legt hem in een mandje tussen het riet, waar hij gevonden wordt door de dochter van de farao. Mozes groeit op aan het paleis maar moet later vluchten.
Hoe komen we hier uit? Exodus 8:16 - 9:35, 10, 11 en 12:1-51
Week 41 • 10/10 - 14/10 85 Hulp is onderweg Exodus 16:11-24, 17:1-7 en 18 De Israëlieten zijn op weg door de woestijn. God zorgt voor hen met kwartels en manna. Nadat Mozes met zijn staf op een rots slaat, komt er water uit. Onderweg komt Mozes’ schoonvader Jetro bij hem op bezoek. Hij geeft Mozes wijze raad: Mozes moet niet alles alleen doen, maar zijn verantwoordelijkheid delen met anderen.
In deze periode We lezen deze weken uit het Bijbelboek Exodus. Het volk Israël leeft in slavernij in Egypte. Mozes wordt als kind gered in een biezen mandje en krijgt later de opdracht om aan de farao te zeggen dat hij het volk moet laten gaan. Als de farao weigert komen er zware plagen in het land. Uiteindelijk maakt het volk Israël een nieuw begin. 09 t/m 14 - 10 2022
Week 40 • 03/10 - 07/10 69
De Israëlieten zijn weggetrokken uit Egypte, maar de farao komt hen toch weer achterna. Bij de Rode Zee kunnen ze niet verder. De Israëlieten worden bang en zeggen tegen Mozes dat ze beter in Egypte hadden kunnen blijven. Maar dan wijst God een weg, dwars door de zee. Aan de overkant zingt Mozes een lied van bevrijding.
Samen met jou Exodus 3 en 4 Bij een brandende braamstruik hoort Mozes de stem van God. Hij krijgt de opdracht om de farao te gaan vertellen dat hij het volk moet laten gaan. Eerst durft Mozes niet, maar God belooft met hem mee te gaan. Ook zijn broer Aäron zal erbij zijn.
Zijn wij vrij? Exodus 14:9-31 en 15:1-26
Week 38 • 19/09 - 23/09 37 Moet ik naar jou luisteren? Exodus 5:1 - 6:9 en 7:14 - 8:15 De farao luistert niet naar Mozes en Aäron, zelfs niet als ze met bijzondere tekens laten zien dat ze door God gestuurd zijn. Hij laat de Israëlieten nog harder werken. Omdat de farao blijft weigeren, komen er plagen in het land: water verandert in bloed, er komen kikkers en later muggen. Maar de farao luistert nog steeds niet.
Week 39 • 26/09 - 30/09 53
KIND OP MAANDAG05 -
1
Twee oude, wijze mannen vol twijfel en vol vuur: zij zijn met grote plannen door God op pad gestuurd. Ze vragen om bevrijding, maar Farao zit vast. Hij laat de mensen lijden: een zware, stenen last.
WieRefrein:leeft nog van de hoop? Wie houdt nog goede moed? En wie heeft nog geloof dat God een wonder doet? Ach Mozes en Aäron, kijk nu toch wat je doet. God zou ons toch bewaren? Wanneer komt het dan goed? Had toch je mond gehouden, nu lijden wij nog meer. Hoe kunnen wij vertrouwen op God, die hoogste Heer? Refrein Twee oude, wijze mannen, ze richten zich tot God: Wanneer wordt alles anders? Wanneer keert U ons lot? Maar dwars door al die twijfel, dat klagen en die pijn zegt God: ‘Ik zal je leiden en jouw bevrijder zijn.’
Tekst: Erik Idema Muziek: Sjoerd Zegwaard
Wie leeft nog van de hoop?
Een lied bij Exodus
5 KIND OP MAANDAG2 05 - 09 t/m 14 - 10 2022
De slaven moeten werken, nog harder dan voorheen. Is Farao de sterkste? Laat God zijn volk alleen? Ze roepen en ze klagen, ze huilen van verdriet en komen Mozes vragen: Waarom helpt God ons niet?
Tekst: Erik Idema Muziek: Ivo Samplonius
KIND OP MAANDAG 3
God wees de weg van geloof in het leven, dwars door het water ging Hij met ons mee.
En de soldaten zijn achtergebleven; al onze angst is gezonken in zee.
05 - 09 t/m 14 - 10 2022
Dood en ellende kwam achter ons aan. Stampende laarzen en wagens en paarden –was dit het eind van ons nieuwe bestaan?
Weg van het slavenwerk, weg van de plagen, weg van de farao en van zijn macht. In de woestijn kwam zijn leger ons halen.
Laten we zingen en juichen en dansen voor onze God, want Hij heeft ons bevrijd. Hij geeft een toekomst vol hoop en vol kansen. Er komt een nieuwe, gelukkige tijd.
Het lied van Mozes en Mirjam
Wij trokken weg uit het land van de tranen, weg van de angst, van de pijn, van de nacht.
Laten we zingen en juichen en dansen voor onze God, want Hij heeft ons bevrijd. Hij geeft een toekomst vol hoop en vol kansen. Er komt een nieuwe, gelukkige tijd.
Beste ouders / verzorgers, Soms gaan dingen niet zoals je wilt. Bijvoorbeeld omdat iets niet lukt, omdat anderen je tegen lijken te werken of omdat het bij nader inzien toch niet zo leuk of makkelijk is als je gedacht had. Dan zou je het liefst opnieuw willen beginnen. Alsof je een nieuw wit vel papier zou kunnen pakken dat nog helemaal leeg is. Het begin van een schooljaar kan zo’n moment zijn dat je weer met een schone lij kunt beginnen. Nieuwe ronde, nieuwe kansen! Dat mensen opnieuw kunnen beginnen, is misschien wel een van de meest fundamentele thema’s in de Bijbel. Keer op keer wordt verteld dat mensen een nieuwe start maken. En dat niet alleen: ze krijgen daar ook op hulp bij. Juist als ze in situaties terecht komen waar ze op eigen kracht niet zomaar uit komen, is er iets of iemand die hen bij de hand neemt.
? ?
Daarom belooft God aan Mozes dat het volk weg zal trekken. Maar dat gaat niet zomaar van het ene op het andere moment. De farao wil het volk niet laten gaan, zelf vinden ze het ook moeilijk om te geloven dat er echt iets kan gebeuren. Als de farao blijft weigeren, komen er zware plagen in het land. Het is een tijd van onzekerheid en angst. Maar dwars daardoorheen proberen Mozes en zijn broer Aäron de hoop levend te houden dat God echt een nieuw begin maakt met zijn volk. De verhalen uit Exodus zijn niet alleen mooi om te vertellen, ze kunnen ook betekenisvol worden voor kinderen. Als je graag een nieuw begin zou willen maken, als je soms onzeker bent, als het tegenzit of als je uitkijkt naar wat komen gaat; dan gaan deze verhalen over jou. We hopen dat de kinderen weer veel ontdekken rond deze verhalen! Met vriendelijke groet Erik Idema Hoofdredacteur van Kind op Maandag Ben jij een held? Ouderbrief MAANDAG - 09/09 2:1-15 - 16/09 met jou 3 19/09 - 23/09 Moet ik naar jou luisteren? 5:1 - 6:9 en 7:14 - 8:15 Week 39 26/09 - 30/09 komen we hier uit? 8:16 - 9:35, 10, 11 en 12:1-51 03/10 - 07/10 wij vrij? 14:9-31 en 15:1-26 Week 10/10 - 14/10 is onderweg Exodus 16:11-24, 17:1-7 en 18
Exodus
Week 40 •
en 4 Week 38 •
Week4 36 • 05/09
Zijn
Help! Exodus 1 en
Samen
Week 37 • 12/09
KIND OP
O M K 05 - 09 t/m 14 - 10 20224
Exodus
Hoe
Exodus
In deze eerste periode van het schooljaar lezen we over het volk Israël in Egypte. Dat volk moet een nieuw begin maken; want zoals het daar in Egypte met ze gaat, kan het niet langer.
Exodus
41 •
•
Hulp
WEEKOVERZICHT Week 36 Week 36 05 - 09 t/m 09 - 09 2022 KIND OP MAANDAG 5
Groep1/2 Groep3/4 Groep5/6 Groep7/8
DIN geboren.MozesBijbelverhaal:wordt mandje.EenBijbelverhaal:babyineen hunnietSifraDeBijbelverhaal:vroedvrouwenenPuadoenwatdefaraovraagt. NAVO?HoeOnderzoeken:helptde WOE manierenverschillendeRoepDoen:op‘help!’. WanneerPraten: roep je ‘help’? hetinBabyBijbelverhaal:Mozeswordteenmandjeinrietgelegd. verplicht?IsFilosoferen:helpen
Help! Lang geleden zijn Jozef en zijn broers naar Egypte gegaan. Hun nakomelingen, de Israëlieten, leven daar nog maar moeten als slaven werken voor de farao. Omdat de farao bang is dat het volk zich tegen hem zal keren, besluit hij dat alle pasgeboren jongens in de Nijl moeten worden gegooid. De moeder van Mozes legt hem in een mandje tussen het riet, waar hij gevonden wordt door de dochter van de farao. Mozes groeit op aan het paleis maar moet later vluchten. de thematekening op www.kindopmaandag.nl
DON uitMozesBijbelverhaal:gaatwegEgypte. vluchten.MozesBijbelverhaal:moet MozesBijbelverhaal:schiet te hulp als iemand van zijn geslagenvolkwordt. HoeVertalen:klinken The Beatles in Nederlands?het VRI KleurplaatWerkblad: van Mozes in een mandje in het water. Werkblad:Wiehelptwie? HetWerkblad:rieten mandje. MaakWerkblad:een poster.
MAA inEenThemaverhaal:nieuwmeisjedeklas. buurman.heeftHetThemaverhaal:Stapelhuiseennieuwe gevoelernavreemdeErThemaverhaal:gebeurendingengym.Basheeftgeengoedbij. LindeThemaverhaal:isbang.
05 - 09 t/m 09 - 09 2022 Download
05 - 09 t/m 09 - 09 2022GROEP 1/2 Week 36
Help! Het thema van de week is een noodkreet die in beide verhalen doorklinkt. Een volk dat een uitzichtloos leven heeft en een kind zonder toekomst. De kinderen denken na over situaties waarin je om hulp kunt vragen en ontdekken dat een roep om hulp vaak gehoord wordt. Verhalen uit Exodus Jolanda van der Marel - Krikke
KIND OP MAANDAG6 Groep 1/2Week 36 05 - 09 t/m 09 - 09 2022
?
MAA 05 - 09 • weekopening De nieuweling V andaag heeft Mies heel veel zin om naar school te gaan. Want vandaag komt er een nieuw meisje in de klas. Mies vindt het leuk als er weer iemand nieuw in de klas is. Dan kan ze de nieuweling op weg helpen, uitleggen waar de jas hangt en hoe het spelen in de hoeken gaat. Als Mies in de kring zit, kijkt ze elke keer naar de deur. Ja, daar komt ze binnen! Mies springt op en wil het meisje een hand geven. ‘Hoi, ik ben …’ Maar het meisje kijkt niet naar Mies. Ze kijkt naar de lege stoel waar Mies net zat, loopt er snel heen en gaat zitten. ‘Maar, daar zat ik,’ stamelt Mies. ‘Opgestaan is plaats vergaan!’ zegt het meisje. En ze steekt haar tong uit. Als het tijd is om in de hoeken te spelen gaat Mies weer naar het meisje toe. ‘Zullen we samen een hoek kiezen?’ vraagt ze. Het meisje schudt haar hoofd. ‘Nee hoor, ik speel niet met kleine kleuters!’ Mies is er stil van. En een beetje boos. Dat nieuwe meisje doet echt niet aardig! Maar ze durft het niet te zeggen. Het wordt zelfs nog wat erger. Elke keer als ze in de rij staan trekt het meisje aan de haren van Mies. ‘Babyhaartjes in twee staartjes,’ lacht ze dan. Als Mies met Max naar huis loopt praten ze samen nog even over de nieuweling. ‘Waarom zou ze dat toch doen?’ Max weet het ook niet. ‘Morgen mogen we een knuffel meenemen naar school,’ zegt hij dan. ‘Welke neem jij mee?’ Mies denkt na. Ze denkt aan Loef, dat is haar allerliefste en allerzachtste knuffel. Straks gaat het nieuwe meisje haar en Loef uitlachen. Of trekt ze Loefs oren eraf. Mies rilt ervan. ‘Ik denk dat ik morgen zonder knuffel naar school ga,’ zegt ze dan. Gesprek Wat vind je hier nou van? Wat moet er gebeuren, denk je? Vertel dat dit verhaal volgende week verder gaat.
Mies & Max Elke lesweek begint met een verhaal over Mies & Max, als inleiding op het thema en de Bijbelverhalen.
Viertafel Maak van de viertafel een verteltafel waarbij de kinderen zelf bedenken wat erop moet komen. Zorg in elk geval voor een bak met Legopoppetjes en attributen. Voor deze week kan er met blauw papier een rivier gemaakt worden. In de rivier kan een mandje met poppetje komen. Gebed Goede God, dank U wel voor deze nieuwe dag. We gaan vandaag vast weer veel ontdekken en leren. In elk geval zullen we nieuwe dingen gaan proberen. En ook al kunnen we veel, we kunnen niet alles alleen. Gelukkig zijn er mensen om ons heen die ons kunnen helpen als het nodig is. We bidden voor iedereen die een helpende hand kan gebruiken, dichtbij of ver weg. Amen Zingen Klein, klein kindje Klein, klein kindje, je leven loopt gevaar. Ik maak een biezen mandje en morgen is het klaar. Klein, klein kindje, dit mandje wordt een Daarmeeboot. moet jij gaan varen op leven of op dood. Kijk op de website voor de bladmuziek en ingezongen versie.
Doorvertellen In de meeste kinderbijbels staat dit verhaal verteld. Bekijk samen de afbeeldingen en lees het verhaal voor zoals het daar beschreven staat. Wanneer denk je dat iemand in dit verhaal bang is geweest? En boos of verdrietig? Doen Vul de watertafel of een grote bak met water. Laat de kinderen van kosteloos materiaal een mandje maken dat blijft drijven. Kan er ook een (lego) poppetje in zonder dat het mandje zinkt? Doen Laat de kinderen op verschillende manieren ‘help’ roepen, bijvoorbeeld heel hard of zacht. Wanneer zou zo’n ‘help’ kunnen klinken? Wanneer hebben de kinderen zelf weleens om hulp geroepen? Wat voel je dan en waar in je lijf voel je dat?
Mozes wordt geboren Exodus 2:1-10 D e farao staat op zijn balkon. Daar kan hij zijn land Egypte goed zien. Hij ziet de mensen van zijn land rondlopen. Tussen die mensen lopen ook mensen die uit een ander land komen. Ze komen uit Israël. De Israëlieten wonen al zo lang in Egypte, ze zijn het helemaal gewend. Ze krijgen kinderen. Er komen steeds mee Israëlieten bij. De farao maakt zich zorgen. De Israëlieten zijn met zoveel, ze kunnen zo de baas gaan spelen als ze dat zouden willen. En dat wil de farao niet. Hij wil de baas zijn en blijven. De farao bedenkt een plan. Hij zegt tegen zijn dienaren: ‘Vanaf nu zijn de Israëlieten slaven. Ze moeten heel hard voor ons werken. Dan laten we zien dat wij de baas zijn. Zo blijft het volk Israël klein.’ Maar het volk Israël blijft niet klein. Er komen steeds nieuwe baby’s bij. Het volk groeit en groeit. De farao bedenkt nog een plan. Hij zegt tegen zijn dienaren: ‘Als er bij het volk Israël een jongetje geboren wordt, gooi het kindje dan in het water, in de rivier de Nijl. Zo kan het volk niet meer groeien.’ Wat een verschrikkelijk plan van de farao. Hoe moet dat nu verder? Mirjam woont in Egypte, maar ze hoort bij het volk Israël. De vader van Mirjam moet hard werken voor de Egyptenaren. En Mirjams moeder, die krijgt nog een kindje, een jongetje. ‘Help!’ zegt ze tegen haar man en tegen Mirjam. ‘Straks gooien ze hem in de Nijl!’ Eerst slaapt het kindje nog veel, maar na een tijdje gaat het jongetje steeds harder huilen en brabbelen. ‘Sst,’ zegt Mirjam. ‘Straks horen ze jou, dan raken we je kwijt.’
KIND OP MAANDAG 7Groep 1/2 Week 36 05 - 09 t/m 09 - 09 2022
Verteltip: Zet een mandje in de kring en vraag de kinderen te bedenken waar je die voor kan gebruiken. Misschien om boodschappen te doen of knikkers in te verzamelen. Zou je het ook gebruiken om een kindje in te leggen? En dan het mandje te laten drijven op het water?
Download de thematekening op www.kindopmaandag.nl
DIN 06 - 09 • vertellen Mozes wordt geboren op een moment dat de jongetjes van zijn volk bedreigd worden. Om hem te beschermen voor de verdrinkingsdood legt zijn moeder hem in een mandje. De doch ter van de farao vindt Mozes en besluit hem op te laten groeien bij haar in het paleis.
‘Zo gaat het niet langer,’ zegt de moeder van Mirjam. Ze maakt een mandje. Ze zorgt ervoor dat het mandje blijft drijven en er geen water inkomt. Daar legt ze haar jongetje in. Ze loopt naar de Nijl en laat het mandje in het water drijven. ‘Dag lief kindje,’ zegt ze zachtjes. En tegen Mirjam zegt ze: ‘Houd jij de wacht?’ Mirjam kijkt naar het mandje in het water. Dan hoort ze een stem. Het is de dochter van de farao. Ze is het water ingegaan om zich te wassen. Mirjam ziet hoe ze naar het mandje gaat en het openmaakt. ‘Wat een lief kindje ben jij,’ zegt de dochter van de farao. ‘Voor jou wil ik wel zorgen. Maar hoe? Jij hebt nog melk nodig en die kan ik niet geven.’ Mirjam loopt voorzichtig naar het water toe. ‘Pardon mevrouw,’ zegt ze zacht. ‘Ik weet wel iemand die melk kan geven, zal ik haar halen?’ De dochter van de farao knikt. ‘Doe dat maar.’ Zo komt het kindje bij de dochter van de farao terecht. Elke dag komt de moeder van het kind je langs om melk te geven. Totdat het niet meer nodig is. Het kindje blijft bij de dochter van de farao wonen. Het kindje heet Mozes. WOE 07 - 09
10 Week 36 05 - 09 t/m 09 - 09 2022 Groep 3/4KIND OP MAANDAG
? Week 36 • 14 - 01 t/m 18 - 01 2019 • GROEP 1/2Verhalen uit Johannes 05 - 09 t/m 09 - 09 2022 MAA 05 - 09 • weekopening De nieuwe buurman K om je?’ roept Merel. ‘We zijn al veel te laat’. Merel staat al buiten, klaar om naar school te gaan. David komt holderdebolder de trap afgelopen. Hij heeft nog een stuk brood in zijn hand. Hard slaat hij de voordeur achter zich dicht. ‘Ik ben er!’ roept hij. Dan ineens … hij voelt hoe zijn voet wegglijdt. Hij weet meteen wat het is. ‘Bah, hondenpoep. Van die hond van de buurman natuurlijk.’ Hij probeert zijn schoen schoon te vegen aan de stoeprand. Hij ziet de buurman grinnikend in zijn grote auto zitten. De auto staat dwars op de stoep. En de radio staat alweer keihard aan. Zo gaat het de hele tijd, sinds ze een nieuwe buurman hebben. Overal hondenpoep. De hele dag door harde muziek. Vanuit het huis, vanuit de auto. En steeds horen ze de buurman mee zingen. De gasten in het Stapelhuis liggen soms wakker van het lawaai. Gisteren zijn er zelfs mensen eerder vertrokken. En de poep van zijn hond ruimt de buurman ook niet op. Hij werd zelfs boos toen Barbara het laatst vroeg. ‘We moeten nu echt weg!’ roept Merel. De meeste poep zit nu aan de stoeprand. En niet meer aan David zijn schoen. Snel lopen ze naar school. De school is uit. Papa Bart en mama Barbara zitten bij de tafel. ‘Wat kijken jullie verdrietig!’ zegt Merel als ze binnenkomen. ‘Ja,’ zegt Barbara. ‘Er zijn alweer gasten eerder vertrokken. Ze vonden het veel te lawaaierig hier. En toen ze weggingen stonden ze ook nog in de hondenpoep.’ ‘Ja, ik ook vanochtend,’ zegt David. ‘En de buurman lachte me gewoon uit.’ ‘Dit kan zo niet langer,’ zegt Bart. ‘Ik denk dat ik maar eens met de buurman moet gaan praten. Straks komen er helemaal geen nieuwe gasten meer.’
Gesprek Begrijp je waarom de gasten weggaan? Wat zou jij doen? Viertafel Babypop in een mandje (reiswieg) en een baksteen Gebed somsGod, hebben we hulp nodig. Gelukkig zijn er dan mensen die ons willen helpen. Maar soms weten we niet goed wie we om hulp moeten vragen of lijkt het alsof niemand ons hoort als we ‘help’ roepen. Dan proberen we het zelf maar dat lukt niet altijd. Wilt U ons dan helpen? Wilt U dan voor ons zorgen? Net zoals U voor Mozes zorgde lang Amengeleden? Zingen Laat mij leven met vertrouwen Laat mij leven met vertrouwen in de mensen om mij heen. Want op liefde kun je bouwen en wie deelt is nooit alleen. Samen kunnen wij geloven in geluk en eerlijkheid. Samen durven wij te hopen op het hemels koninkrijk.
Tekst: Erik Idema Muziek: Gerard van Amstel Kijk voor de bladmuziek en de ingezongen versie op de website
GROEP 3/4 Week 36 Verhalen uit Exodus Corrie Hartholt Help! ‘Help ons! Geef ons eten,’ riepen de broers van onderkoning Jozef lang geleden.
Toen mocht de familie van Jozef in Egypte komen wonen. Eeuwen later roepen de nakomelingen van Jozef weer om hulp. Want de farao van Egypte behandelt hen slecht. Is er iemand die hen hoort? Het Stapelhuis De familie Stapel heeft een Bed & Breakfast: Het Stapelhuis. David en Merel, hun vader Bart en moeder Barbara ontvangen elke week nieuwe gasten. Meer lezen over het Stapelhuis? Bestel het voorleesboek op www.kwintessens.nl.
DIN 06 - 09 • vertellen Er drijft een mandje op het water. Wat zou erin zitten? Verteltip: Laat aan het begin van het verhaal het mandje (afgedekt) zien. De kinderen mogen raden wat erin zit. Een baby in een mandje
Exodus 1 en Exodus 2:1-10 M irjam zit tussen het riet. Daar op het water drijft een mandje. Mirjam weet wat er in het mandje zit. Haar babybroertje! Ze heeft het mandje zelf in de rivier de Nijl gezet. Vanochtend heel vroeg, samen met haar moeder. En nu wacht ze. Tot het mandje gevonden wordt. Maar door wie? Als het mandje maar niet gevonden wordt door de soldaten, denkt Mirjam. De soldaten van de farao, de koning van Egypte. Want de farao wil niet dat haar babybroertje blijft leven. De vader en de grote broer van Mirjam moeten als slaaf werken voor de farao. Zij moeten stenen bakken van klei. Met die stenen worden pakhuizen gebouwd, om eten in te bewaren. ‘Dat het slim is om eten te bewaren, heeft Jozef lang geleden al bedacht,’ zei haar vader een tijdje geleden. ‘Wie was Jozef?’ vroeg Mirjam toen. Toen vertelde vader over Jozef. De wijze onderkoning van Egypte. Jozef hoorde bij het volk Israël. Net zoals Mirjam en haar familie. Lang geleden had Jozef de mensen in Egypte gered van de honger. Door pakhuizen te bou wen en eten te bewaren. En uit te delen toen er honger was. Maar dat is allemaal al lang geleden. De farao weet niet meer wie Jozef was. En het ergste is nog dat de farao een hekel heeft aan de mensen van het volk Israël. Hij wil niet dat er nog meer Israëlieten komen. Daarom moeten alle mannen en grote jongens als slaaf voor hem werken. En mogen er geen jongetjes meer worden geboren. De vroedvrouwen moeten daar voor zorgen. Dat zijn de vrouwen die helpen bij de geboorte van een baby’s. Maar de vroed vrouwen doen niet wat de farao zegt. Ze laten de jongetjes leven. Mirjam schrikt, ze hoort stemmen. Vrouwenstemmen. Ze kijkt tussen het riet door. Het is de prinses, de dochter van de farao. Met haar dienstmeisjes. De prinses wil een bad gaan nemen in de rivier. Maar ineens hoort Mirjam nog een stemmetje. Een zacht babystemmetje. Het is haar broertje! Hij is wakker geworden. Mirjam houdt haar adem in. Wat zal er gebeuren? Ze ziet hoe één van de dienstmeisjes het water in gaat. Ze komt terug met het mandje. De prinses maakt het mandje open. En dan … ‘Ach, wat een mooi kindje,’ zegt de prinses. ‘Ik wil dit kindje houden!’ Nu komt Mirjam tevoor schijn uit het riet. Ze loopt naar de prinses toe en zegt: ‘Ik weet wel een vrouw die het kindje drinken kan geven. Zal ik haar gaan halen?’ ‘Ja,’ zegt de prinses, ‘doe dat maar’. Snel haalt Mirjam haar moeder. ‘Neem dit kindje mee,’ zegt de prinses. ‘En zorg er goed voor. Ik noem hem Mozes.’ Mirjam is zo blij! Ze weet nu dat haar broertje mag blijven leven. De soldaten mogen hem niet meer afpakken.
Download de thematekening op www.kindopmaandag.nl
WOE 07 - 09
Doorvertellen Neem het mandje met de babypop erin van de viertafel. Vraag de kinderen wie de baby in het mandje is. Geef het mandje door in de kring en laat zo ieder kind een stukje van het verhaal vertellen. Praten Wanneer roep je ‘help’? De kinderen praten hierover en bedenken (in groepjes) verschillende situaties die ze uit gaan spelen en aan elkaar laten zien. Doen De kinderen vlechten met stroken papier een mandje. Of ze gebruiken hun fantasie en gaan de uitdaging aan om met kosteloos materiaal een mandje te maken dat blijft drijven. Laat de kinderen ook uitproberen of hun creatie ook echt blijft drijven. Zingen Kijk en luister samen naar het babyliedje ‘Lief’, zie website. Wie zou dit liedje voor Mozes hebben gezongen?
11Week 36 05 - 09 t/m 09 - 09 2022Groep 3/4 KIND OP MAANDAG
DON 08 - 09 • vertellen Mozes is een prins geworden. Kan hij de mensen van het volk Israël nu helpen? Verteltip: Laat de baksteen zien. De kinderen voelen hoe zwaar de steen is. Hoe zou het zijn om de hele dag stenen te sjouwen?
Week 36 05 - 09 t/m 09 - 09 202212 Groep 3/4
VRI 09 - 09 Doen Luister samen naar het lied ‘Klein, klein kindje’ van Hanna lam (tekst) en Wim ter Burg (muziek), zie website. Verdeel de coupletten over verschillende groepjes. Elke groepje bedenk een dansje of bewegingen bij hun couplet. Deze kunnen achter elkaar worden opgevoerd (laat de opvoering eventueel aan de kleuters zien). Praten Mirjam helpt haar moeder. De moeder van Mozes helpt de prinses. De prinses helpt Mozes. Wie heeft jou weleens geholpen? Een vriendje, vriendinnetje, vader, moeder of misschien wel je hond? De kinderen praten hier kort over. Daarna maken ze een lijstje of een tekening van de mensen (of dieren) die hen hebben geholpen. Werkblad Wie helpt wie? De verschillende mensen hebben hulp nodig. Gelukkig zijn er andere mensen die willen Kunhelpen.jijde lijntjes trekken tussen degene die hulp nodig heeft en die helpt? Kleur daarna de tekening.
Mozes moet vluchten Exodus 2:11-15 M ozes woont nu al een hele tijd in het paleis, bij de prinses. Hij is nu een prins. Mozes leert alles wat een prins in Egypte moet weten. Over het land, over wie er de baas is. Ook leert hij om zelf de baas te zijn. Maar de echte baas is natuurlijk de farao. De mensen in Egypte denken dat de farao een soort god is. Maar de mensen van het volk Israël geloven dat niet. Zij weten dat er maar één echte God is. De God van Israël. Mozes weet dat hij eigenlijk ook bij dat volk hoort. Op een dag gaat Mozes kijken bij de Israëlieten. Hij ziet hoe hard ze moeten werken. Mozes vindt het niet fijn wat hij ziet. Hij wil snel weer weglopen. Maar dan ineens … Hij hoort iemand heel hard schreeuwen. Het is een Egyptenaar, de baas van de slaven. ‘Hé, jij daar!’ roept de man tegen een slaaf. De slaaf ligt op de grond. Hij is gevallen. ‘Ga je werk doen!’ roept de baas. De slaaf probeert op te staan. Maar het lukt hem niet. Hij is te moe. De slaaf roept: ‘Help! Help mij!’ Mozes ziet hoe de andere slaven naar de man kijken. Maar dan roept de baas: ‘Jullie daar, sta niet zo te kijken. Doorwerken!’ De slaaf ligt nog steeds op de grond. De Egyptenaar loopt ernaartoe. Hij begint de man te slaan. ‘Opstaan, aan het werk jij!’ Mozes voelt hoe het in zijn hoofd begint te koken. Hij wordt zo kwaad! Die man moet stoppen met slaan. Nu meteen! Mozes rent naar de Egyptenaar toe en geef hem een schop. Dan slaat hij hem heel hard. De man valt op de grond, met zijn hoofd op een steen. Dood! Mozes ziet hoe de man in het zand ligt. Hij beweegt niet meer. De slaaf die er net nog lag, is opgekrabbeld. Hij is snel naar de andere slaven gestrompeld. Mozes kijkt nog eens om zich heen. Niemand die op hem let, denkt hij. Dan graaft hij snel een kuil in het zand. Hij verstopt de dode man onder het zand. De volgende dag gaat Mozes weer kijken. Dan ziet hij twee vechtende mannen. Twee slaven nog wel. Hij loopt naar de mannen toe. ‘Waarom vechten jullie?’ vraagt hij. Eén van de mannen zegt: ‘Waar bemoei jij je mee? Denk jij dat je de baas bent over ons? Wil je mij soms ook dood slaan, net zoals die Egyptenaar?’ Mozes schrikt van wat de man zegt. De mensen hier weten wat hij heeft gedaan! Straks hoort de farao het ook nog, denkt Mozes. Mozes weet dat hij maar één ding kan doen. Vluchten! Dag en nacht loopt hij door. En als de farao hoort wat Mozes heeft gedaan, is hij al ver weg, in het land Midjan.
? Week 36 • 14 - 01 t/m 18 - 01 2019 • GROEP 1/2 KIND OP MAANDAG ? Download de thematekening op www.kindopmaandag.nl
Help! In Egypte worden de nakomelingen van Jakob als een gevaar gezien. De farao laat ze hard werken en laat alle pasgeboren jongetjes doden. Maar via dappere vrouwen schiet God zijn volk te hulp. Aan de hand van de verhalen denken de kinderen na over situaties waarin je om hulp kunt vragen. En ze ontdekken dat een roep om hulp vaak gehoord wordt.
Verhalen uit Exodus Toeval?
Hij kan zich gewoon aankleden, net als de anderen. ‘Zie je wel,’ zegt de juf. ‘Het was vast toeval.’ Maar als Bas buiten op zijn fiets wil stappen om terug te fietsen naar school, ziet hij dat zijn achterband lek is. ‘Dan moet je maar lopen,’ zegt de juf. ‘We moeten weer naar school. Maar wel vreemd Bas.
duo decimo MAA 05 - 09 • weekopening
Als we op school zijn, gaan we dit samen uitzoeken.’ ‘Ik loop met Bas mee,’ zegt Lesley. ‘Goed idee,’ zegt de juf. ‘Geloof jij dat het toeval is?’ vraagt Lesley terwijl ze naar school lopen. Bas schudt zijn hoofd. ‘Het moet iemand uit groep 6 zijn, die na ons komt met gym,’ zegt hij somber. ‘Maar waarom moeten ze jou steeds hebben?’ vraagt Lesley. Bas haalt zijn schouders op. Wat kan hij doen? Om over te praten Herken je het gevoel van Bas? Wat zou jij hem aanraden? Wie kan hem helpen? Heb jij ook wel eens zo’n situatie meegemaakt? Wat heb je toen gedaan? Tip weeksluiting Kijk met elkaar naar het lied ‘Move tegen pesten’ op de website. Zing het lied mee en doe de move. Hoe help jij kinderen die gepest worden? Gebed watGod,houden wij veel van U. U hoort onze stem. Als wij U om hulp vragen geeft U ons antwoord. Als we heel erg bang zijn en geen kracht hebben om te bewegen, als we geen woorden hebben voor alle verdriet, als we elkaar totaal niet meer wiltvertrouwen,Udanons redden, ons Wiltbeschermen.Udichtbij ons zijn, ons helpen om elkaar te helpen? We vragen U om vrede op aarde. Help ons alle geweld tegen mensen, dieren en planten te laten stoppen. Help ons om de aarde te bewaren met frisse lucht en schoon water. Wij blijven tot U om hulp roepen, want van onze gebeden mist U geen enkel woord. U houdt van ons en vraagt ons uw helpers op aarde te zijn, voor iedereen die hulp nodig heeft. God, als U dicht bij ons bent, voelen we ons vrij dan redden wij het wel. Amen Gebed is een vrije vertaling van Psalm 116:1-2.
14 Week 36 05 - 09 t/m 09 - 09 2022 Groep 5/6KIND OP MAANDAG
? Week 36 • 14 - 01 t/m 18 - 01 2019 • GROEP 1/2Verhalen uit JohannesGROEP 5/6 Week 36 05 - 09 t/m 09 - 09 2022
H eeft iemand mijn sokken gezien?’ Bas duikt nog een keer onder het bankje in de kleedkamer. Hij weet toch zeker dat hij ze in zijn schoenen heeft gedaan toen hij zich omkleedde voor de gymles. En nu zijn ze weg. ‘Wat voor kleur zijn ze?’ vraagt Lesley. ‘Rood,’ zegt Bas. ‘Die zie je niet zomaar over het hoofd,’ lacht Lesley. Maar de sokken blijven zoek. ‘Dan maar zonder sokken,’ zegt de juf. ‘We moeten weer naar school.’ Zuchtend stapt Bas met zijn blote voeten in zijn koude schoenen. Hoe kan dat nou toch? Het is een week later. De groep van Bas komt uit de gymzaal om zich om te kleden. ‘Mijn veters zijn weg,’ zegt Bas. Niemand heeft ze gezien. ‘Dan maar zonder veters,’ zegt de juf. ‘We moeten weer naar school.’ Bas trekt zijn schoenen aan en sloft naar buiten. Weer een week later. Bas zucht van opluchting. Zijn sokken en veters zitten in zijn schoenen.
19 15Week 36 05 - 09 t/m 09 - 09 2022Groep 5/6 KIND OP MAANDAG
Na de vertelling Vragen Hoe komen de Israëlieten in Egypte? Waarom wil de farao niet dat het volk groter wordt? Wat vind je van Sifra en Pua? Waarom doen ze niet wat de farao zegt? Doen Sifra en Pua zijn vroedvrouwen. Zij helpen vrouwen bij de geboorte van hun kinderen. Bestaat dat beroep nu nog? Verloskundigen en kraamverzorgenden worden ook wel hulpverleners genoemd. Welke hulpverlenende beroepen ken je nog meer? Zet ze samen op een rij. Zingen Lees de tekst van het lied ‘Jakobs zonen’, Zingend geloven 7, lied 40. Wie van Jakobs zonen was onderkoning in Egypte? Wat was Gods naam voor Jakob? Wat betekent ‘verloskundig’? Wat is een ‘daad van verzet’? De eerste coupletten worden in twee verschillende melodieën gezongen. Deel de groep in twee groepen. De ene groep oefent melodie 1, de andere melodie 2. Zing het lied samen. Groep 1 zingt couplet 1, 2 en 5, groep 2 couplet 3 en 4. Probeer het laatste couplet samen te zingen, ieder in de ‘eigen’ melodie. Verdiepingswerkvormen groep 7 en 8 zie bladzijde
Download de thematekening op www.kindopmaandag.nl DIN 06 - 09 • vertellen Weet je nog het verhaal van Jozef? In welk land kwam hij terecht? Wat werd hij daar? Waarom kwamen zijn vader Jakob en zijn broers later ook naar dat land? Dappere vrouwen Exodus 1 H et is lang geleden dat Jozef en zijn broers met hun gezinnen naar Egypte zijn gekomen. Niemand van hen leeft meer. Maar hun zonen en dochters hebben veel kinderen gekregen. En die hebben ook weer kinderen gekregen en die kinderen ook … in Egypte worden ze Israëlieten genoemd. Afstammelingen van Israël, de naam die God aan Jakob heeft gegeven. Ze wonen overal in Egypte. En er komen er steeds meer bij. Een nieuwe farao regeert over Egypte. Hij weet niets over Jozef. En ook niets over waarom de Israëlieten naar Egypte zijn gekomen. Maar hij vindt wel dat er veel te veel Israëlieten zijn. Hij is bang voor ze. ‘Ze zijn niet alleen met veel, ze zijn ook sterker dan wij,’ zegt hij tegen zijn eigen volk. ‘We moeten zorgen dat er niet meer Israëlieten bijkomen. Het zijn geen Egyptenaren, we kunnen ze niet vertrouwen. Als er oorlog komt, vechten ze misschien wel met onze vijanden mee.’ De farao dwingt de Israëlieten om voor hem te werken. Ze moeten twee steden bouwen waar hij zijn voorraden kan bewaren. Bewakers moeten ervoor zorgen dat ze hard doorwerken. Ze behandelen de Israëlieten als slaven. Maar hoe hard de Israëlieten ook moeten werken, ze krijgen nog steeds kinderen. Er komen steeds meer Israëlieten en de Egyptenaren krijgen een steeds grotere hekel aan hen. De farao laat hen nog harder werken. Ze moeten zelf de stenen bakken om de steden te bouwen en zwaar werk doen op het land. Ze worden geslagen en geschopt door de bewakers. Het helpt allemaal niets. Er komen steeds meer Israëlieten bij. Dat kan zo niet langer, vindt de farao. En op een dag laat hij de twee vroedvrouwen van de Is raëlieten bij zich komen, Sifra en Pua. Zij helpen de vrouwen bij de geboorte van hun kinderen. ‘Jullie zijn erbij als Israëlitische vrouwen een kind krijgen,’ zegt de farao tegen hen. ‘Let goed op. Voortaan moet je de jongetjes die geboren worden doden. De meisjes mag je laten leven.’ Sifra en Pua knikken. Ze hebben de farao gehoord. Maar als ze weer buiten staan, kijken ze elkaar aan. Zonder iets te zeggen, weten ze wat ze moeten doen. Kinderen zijn door God gegeven. De jongetjes doden? Dat nooit! Na een tijdje merkt de farao dat de Israëlieten nog steeds veel kinderen krijgen. Ook jongetjes. Woedend laat hij Sifra en Pua weer roepen. ‘Waarom doen jullie niet wat ik wil?’ vraagt hij dreigend. Sifra haalt haar schouders op. ‘De Israëlitische vrouwen zijn anders dan de Egyptische,’ zegt ze. ‘Ze zijn zo sterk!’ ‘Ze krijgen hun kinderen al voordat wij erbij zijn,’ vult Pua aan. Daar kan de farao niets tegenin brengen. Hij laat Sifra en Pua gaan en denkt na. Wat kan hij doen om de groei van het volk tegen te gaan? Als de vroedvrouwen het niet kunnen, dan moeten de Egyptenaren het maar doen, besluit hij. Hij beveelt zijn volk dat ze alleen alle pasgeboren meisjes van de Israëlieten mogen laten leven. Alle pasgeboren jongetjes moeten ze in de Nijl gooien.
Maar hoe ouder het jongetje wordt, hoe harder zijn gehuil klinkt. ‘Zo gaat het niet langer,’ zucht moeder. ‘Iemand zal hem horen. En dan …’ ‘Niet in de Nijl!’ zegt het meisje angstig. ‘Dan verdrinkt hij!’ ‘Niet als ik …’ bedenkt moeder. Ze springt overeind, pakt een rieten mand en maakt hem waterdicht. Ze legt het jongetje erin, geeft hem nog een kus en doet de deksel erop. Dan brengt ze de mand naar de Nijl en zet hem tussen het riet. ‘Zo heeft hij nog een kans,’ zegt ze. Terwijl moeder verdrietig naar huis loopt, blijft het meisje in de buurt. Wat zou er met haar broertje gebeuren? Even later hoort ze vrolijke stemmen. Het is de dochter van de farao, die met haar slavinnen naar de rivier komt om een bad te nemen. Terwijl zij het water inloopt, blijven de slavinnen aan de kant. Het meisje doet nog een paar stappen naar achter. Ze mogen haar niet zien! Opeens klinkt de stem van de dochter van de farao. ‘Wat drijft daar?’ vraagt ze. Het meisje houdt haar adem in. De prinses wijst naar de mand. ‘Breng eens hier,’ zegt ze. Een van de slavinnen rent naar de plaats die de prinses aanwijst. Ze pakt de mand en brengt hem naar de prinses. Als de prinses de mand opendoet, ziet ze het kind. Het jongetje begint zacht te huilen. ‘Ach, wat een mooi kindje,’ zegt de prinses vertederd. ‘Het is vast een Israëlitisch jongetje.’ Ze zucht. ‘Kon ik hem maar houden.’
Verdiepingswerkvormen groep 7 en 8 zie bladzijde 19
? Week 36 • 14 - 01 t/m 18 - 01 2019 • GROEP 1/2Verhalen uit JohannesGROEP 5/6 Week 36 05 - 09 t/m 09 - 09 2022 WOE 07 - 09 • vertellen Nadat de farao tevergeefs had geprobeerd de jongetjes van de Israëlieten te laten doden door de vroedvrouwen, bedacht hij een ander plan. Wat was dat plan?
16 Week 36 05 - 09 t/m 09 - 09 2022 Groep 5/6KIND OP MAANDAG
Onverwachte hulp Exodus 2:1-10 H et is een jongetje!’ Blij, maar ook bang, kijken de man en vrouw elkaar aan. Blij omdat het een gezond kindje is. En bang, omdat ze weten wat de farao gezegd heeft.
Nu stapt het zusje van het jongetje naar voren. ‘Zal ik een vrouw voor u zoeken die het kind de borst kan geven?’ vraagt ze verlegen. ‘Doe dat maar,’ zegt de dochter van de farao. Het meisje rent naar huis en haalt haar moeder. ‘Wilt u dit kind voor mij voeden?’ vraagt de prinses. ‘Ik zal u er goed voor betalen.’ De moeder knikt en neemt het jongetje mee naar huis om voor hem te zorgen. Haar zoon is gered! Als het jongetje groot genoeg is, brengt zijn moeder hem naar het paleis. De dochter van de farao adopteert hem en geeft hem de naam Mozes. ‘Want ik heb hem uit het water gehaald,’ zegt ze. Help! Na de vertelling Vragen Wat verwacht het meisje dat de dochter van de farao zal doen? Waarom? En wat doet ze? Heb jij ook wel eens hulp gekregen van iemand waar je het helemaal niet van verwachtte? Vertel erover. Heeft dat de manier veranderd waarop je naar anderen kijkt? Praten Waarom helpt de dochter van de farao het jongetje overleven, tegen de wens van haar vader in? Doet ze dat voor het jongetje of voor zichzelf? Filosofeer over de vraag waarom mensen elkaar helpen. Wie help je wel, wie help je niet? Wat is het voordeel voor jou om iemand te helpen? Wat is het nadeel? Denk je daar (onbewust) over na voor je iemand helpt? Wanneer help je iemand wel of niet? Zingen Lees de tekst van het eerste couplet en het refrein van het lied ‘Eén die op je past’, Zitten of opstaan 4, lied 8. In het refrein wordt gezongen: ‘Maar iemand houdt jou stevig vast. Er is er één die op je past. Die laat jou niet alleen.’ Bespreek met elkaar over wie dit gaat. Zing het couplet samen.
Aarzelend kijkt hun dochter om de hoek van de deur. Haar moeder wenkt haar en legt tegelijk haar vinger op haar lippen. ‘Het is een jongetje,’ fluistert ze. Het meisje strijkt met haar vinger langs de zachte wang van haar broertje. ‘Wat is hij mooi,’ zegt ze. ‘Moeten we hem in de Nijl gooien?’ ‘Nee,’ zegt haar moeder zacht. ‘We verstoppen hem hierbinnen. We moeten hem zoveel mogelijk stilhouden. Je mag met niemand over hem praten.’ ‘Natuurlijk niet!’ zegt het meisje. Samen met haar moeder zorgt ze voor haar broertje. Als hij huilt, laat ze hem op haar vinger Wekensabbelen.gaathetgoed.
Verhalen over diversiteit
orem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam, quis nostrud exercitation ullamco laboris nisi ut aliquip ex ea commodo consequat. Duis aute irure dolor in reprehenderit in voluptate velit esse cillum dolore eu fugiat nulla pariatur. Excepteur sint occaecat cupidatat non proident, sunt in culpa qui officia deserunt mollit anim id est laborum. Verhalen over diversiteit Samenstelling: Erik Idema & Erik Renkema
diversiteitoverVerhalenRenkemaErik&IdemaErikSamenstelling: De verhalen in dit boek nodigen kinderen uit om kennis te maken met de veelkleurige wereld om hen heen en verder weg. Het boek bevat verhalen over heel verschillende vormen van diversiteit, niet alleen culturele verschillen, maar ook verschillen in mogelijkheden, gezinssamenstelling en ga zo maar door. Bij de verhalen staan vragen om met elkaar in gesprek te gaan en te ontdekken waar verschillen en overeenkomsten te vinden zijn. Er zijn gespreksvragen voor de onder-, midden- en bovenbouw.
Een wereld vol kleuren
Samenstelling: Erik Idema en Erik Renkema Prijs: € BestellenBestelnr.24,950621viawww.kwintessens.nl.
Nieuw KOM41-1
www.kwintessens.nl
38 11
0621 verhalenboek diversiteit BW DEF.indd 38 21-12-2021 12:41 39 Onderbouw ‘Dit zijn de kinderen van de school die we hebben gebouwd in Gambia,’ zegt tanteSietske. Ze blijft naar de foto’s kijken. ‘En kijk, we hebben de muren van de schoolbeschilderd met letters, cijfers, dieren en fruit.’Inderdaad, Myrte ziet het op de foto’s. Op de schoolmuur staat de letter M. VanMyrte! En daarbij een tekening van een sappige mango. Myrte is dol op mango.‘Met die letters en tekeningen kunnen de kinderen ook oefenen met lezen als zebuitenspelen,’ legt tante Sietske uit. ‘Nu zamelen we geld in zodat de kinderenvolgend jaar weer naar school kunnen gaan. Niet alle papa’s en mama’s in Gambiahebben genoeg geld om hun kinderen naar school te brengen.’Zou dat echt waar zijn? denkt Myrte. Zij vindt school hartstikke leuk. Stel je voordat ze niet naar school zou kunnen gaan!?Tante Sietske kijkt Myrte aan. Het is alsof ze weet wat Myrte denkt. ‘Ja’, zegt ze, ‘helaas is dat echt waar.’ De volgende dag op school vertelt Myrte in de kring over Gambia. ‘Ja, en in Gambiazitten ze niet in de kring. Er zitten daar heel veel kinderen in de klas, dus een kringpast niet,’ legt ze uit. Als ze gaan buitenspelen vraagt Myrte krijt aan de juf. Samen met haar vriendjestekent ze dieren en fruit op het speelplein. Myrte tekent eerst een vogel met eengrote snavel en veel kleuren. ‘Juf, welke letter hoort bij deze vogel?’Na schooltijd wordt Myrte opgehaald door mama. Ze rent enthousiast op haarmama af en vertelt over het krijten op het plein.‘School is toch te leuk om niet naartoe te kunnen?’ zucht Myrte. ‘Mama, mag ik straks een paar muntjes uit mijn spaarpot en jouw portemonnee pakken en aan tante Siets ke geven? Dan kunnen de kinderen in Gambia volgend jaar ook weer naar school.’Mama lacht en knipoogt. Dat doet ze altijd als Myrte een goed idee heeft. Vragen Wat is hetzelfde bij Myrte en de kinderen van de school in Gambia?Wat is anders? • Wat wil Myrte doen? Wat vind je daarvan? 0621 verhalenboek diversiteit BW DEF.indd 39 21-12-2021 12:41
Letters op het schoolpleinJessica Bouva Myrte zit aan tafel te tekenen. Zemaakt een web en tekent er eenspin in. ‘Hoe schrijf je “spin”?’vraagt ze. Mama zegt de letters.Myrte wil graag leren schrijven.Uit haar ooghoeken kijkt ze meeop de tablet van haar tante.Mama en tante Sietske pratenover boodschappen doen op deTantemarkt.Sietske heeft iets heelbijzonders gedaan. Ze is inGambia geweest. Een land hier vervandaan, in Afrika. Daar deed zede boodschappen elke dag op demarkt. Ze heeft er mooie foto’svan gemaakt. Met veel kleuren. Envan kindjes die in doeken slapenop de rug van hun moeder.Tante Sietske heeft in Gambiageholpen bij het bouwen van een school. Ze laat op haar tablet de foto’s zien. Foto’svan fruitbomen en dieren, van vogels met een grote, oranje snavel, koeien op hetstrand, apen in de tuin van het hotel. Best wel gek!‘Schrijf je zo “aap”?’ vraagt Myrte.Mama kijkt. ‘Nog een “a” erbij,’ zegt ze. ‘Anders staat er “ap”.’Myrte lacht. Ap, appelflap, denkt ze.Myrte kijkt weer naar de tablet. Ze ziet een aap op een hek. In haar eigen tuin zietMyrte alleen vogels en soms de kat van de buren. Daarna ziet ze muren, stenenen gebouwen op de foto’s. Die foto’s vindt Myrte niet zo leuk. Maar gelukkig zijner ook veel foto’s met allemaal mensen erop. Ze ziet vrouwen met groene, roze en gele jurken aan. Sommige hebben een gekleurde doek op hun hoofd. Myrte vindtdat ze er prachtig uitzien.Nu ziet ze kinderen op de foto. Ha, die kijken vrolijk! ‘Wie zijn dat?’ vraagt Myrte.
