Kinderen en liefde, relaties en seksualiteit (6517)

Page 1

K I N D E R E N E N ...

liefde, relaties en seksualiteit filosoferen met kinderen

door Maaike Merckens Bekkers Sabine Wassenberg


K I N D E R E N E N ...

liefde, relaties en seksualiteit ďŹ losoferen met kinderen

Lief liever liefde Groep 1 & 2


Inhoud

Voorwoord 4 Verantwoording 5 1. Inleiding: seksuele ontwikkeling bij kinderen 7 2. Wat is filosoferen? 11 2a. Hoe moet het dan, filosoferen? 12 2b. Filosofische tools 12 2c. Socratische houding 15 2d. De rol van de filosoof 16 2e. Spelregels voor filosoferen met kinderen 16 2f. Filosoferen, wat hebben we er aan? 17 3. Historische context van de liefde 18 4. Filosoferen over liefde, relaties en seksualiteit 21 5. De lessen in de praktijk 22 6. Workshops filosoferen met kinderen 24 7. Informeer ouders! 25

Lessen groep 1 & 2 Lief, liever, liefde

Les 1. Bloot, schaamte, ‘normaal’ Les 2. Zwangerschap Les 3. Geslachten en geslachtsdelen Les 4. Vriendschap Les 5. Liefde Les 6. Identiteit Les 7. Knuffelen Les 8. Grenzen

26 28 30 32 34 35 36 37

Bij Kinderen en... omgaan met liefde en seksualiteit hoort de website: www.kwintessens.nl/liefde. Op deze website vind je audiovisueel materiaal voor het digitaal schoolbord, filmpjes, foto’s, kopieerbladen, kleurplaten en ander ondersteunend materiaal. Kinderen... omgaan met liefde, relaties en seksualiteit groep 1 & 2

3


Verantwoording

Voor de inspiratie van deze uitgave hebben de auteurs gebruik gemaakt van een aantal bronnen op het gebied van liefde, seksuele en relationele ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar. Er is gebruik gemaakt van een aantal boeken, websites en brochures. De website www.seksuelevorming.nl van de Rutgers Nisso Groep en CPS biedt een prima overzicht van materiaal dat op school kan worden gebruikt, informatie over aanpak van seksuele vorming in de school en een aanbod van ondersteuning bij seksuele vorming in de basisschool. Gebruikte literatuur: • Explorations in Love and Sex, Irving Singer, Rowman & Littlefield Publishers, Inc. Boston, 2001 • Plato, vertaald door Gerard Koolschijn, Athenaeum-Polak & van Gennep, Amsterdam 2008 • Word zelf filosoof, Jan Bransen,uitgeverij Veen Magazines, Diemen, 2010 • PPSI- Informatieblad, maart 2009 • Relaties & Seksualiteit, Sanderijn van der Doef, Klaas Houterman, Thieme Meulenhoff, 2004 • Sex and Relationship Education, A&C Black Publishers, London, 2009 • Kinderen en… omgaan met kindermishandeling, Nelleke Bokhove-van Wensveen, Kwintessens Uitgevers, Amersfoort, 2007 • Lekker in je vel, Vilna van Betten, CPS Onderwijsontwikkeling en Advies, Amersfoort, 2006 • Kleine mensen, grote gevoelens, Kinderen en hun seksualiteit, S. van der Doef, De Brink Amsterdam, 1994 • Draaiboek voor een ouderavond over relaties en seksualiteit, Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ) 2006, auteurs: Sanderijn van der Doef, Silvia de Ruiter en Elsbeth Reitzema. In de lessen wordt verwezen naar ondersteunende literatuur, prentenboeken en via de website naar beschikbare filmpjes en beeldmateriaal. Bij de verschillende onderwerpen is vaak veel ondersteunend materiaal beschikbaar. Op de website www.kwintessens.nl/liefde verwijzen we daarom ook door naar geschikt en beschikbaar materiaal bij het onderwerp van de betreffende les. We proberen dat ook zo actueel mogelijk te houden. Via de website van de Rutgers Nisso Groep (www.rng.nl) is een Draaiboek voor een ouderavond over relaties en seksualiteit beschikbaar als de school met de ouders in gesprek wil gaan over de diverse onderwerpen.

5 Kinderen... omgaan met liefde, relaties en seksualiteit groep 1 & 2


1. Inleiding: seksuele ontwikkeling bij kinderen

‘Alle gedragingen en gevoelens die te maken hebben met je eigen lichaam en dat van een ander en die dat speciale (spannende, opgewonden, wel of niet prettige) gevoel bij jezelf of bij een ander veroorzaken. Dat alles is seksualiteit.’ Sanderijn van der Doef, Kleine mensen, grote gevoelens. Kinderen en hun seksualiteit, Uitgeverij Ploegsma (2007)

Seksualiteit bij kinderen is niet te vergelijken met seksualiteit van volwassenen. Seksuele gevoelens spelen al van jongs af aan bij elk kind: Een jongetje van zes maanden heeft af en toe een stijf piemeltje, een meisje van vier slaapt met haar dekbed tussen de benen geklemd, in groep 6 hebben een jongen en meisje al ‘verkering’ met elkaar. Daarom is het belangrijk om een kind, waar het ook opgroeit en zich ontwikkelt, te begeleiden, steunen, adviseren en informeren over seksualiteit op een manier die past bij de ontwikkelingsfase en leeftijd.

Ontwikkeling bij kinderen van 4 tot 6 jaar Kleuters zijn heel nieuwsgierig naar hun eigen lijf en dat van anderen en hebben vaak behoefte aan aanraken. Het kan door kusjes geven, handjes geven, of door het spelen van spelletjes als ‘doktertje’ of ‘vadertje en moedertje’. Een dergelijk spelletje helpt enorm om het eigen lichaam te verkennen en ook dat van een ander natuurlijk. Het is vaak nog heel onschuldig maar er begint zich vanaf een jaar of vier toch al een soort van schaamtegevoel te ontwikkelen. Vandaar dat ze al een behoefte hebben om te spelen in verborgen hoekjes. Ze begrijpen al wel dat het een beetje geheim moet zijn, wat ze onderzoeken. Kinderen... omgaan met liefde, relaties en seksualiteit groep 1 & 2

7


Ook zijn kleuters vaak heel nieuwsgierig hoe baby’tjes worden geboren. Sommige kinderen krijgen in deze periode een broertje of zusje. Vragen over voortplanting zijn in deze periode zeker te verwachten. Kinderen leren veel door te imiteren wat ze zien. Meestal zijn we daardoor enorm vertederd. Jonge kinderen kunnen al zorgzaamheid vertonen die ze van hun moeder of vader hebben afgekeken, naar bijvoorbeeld een pop of broertje of klasgenoot. Goed is om in het achterhoofd te houden dat het niet altijd per se gewenst gedrag hoeft te zijn wat ze imiteren. Via internet, tv of interacties tussen ouders, krijgen kinderen voorbeelden om nietsvermoedend te imiteren. Kleuters gaan bijvoorbeeld ‘stapelen’, omdat ze mensen op elkaar hebben zien liggen. Ouders en leraren weten soms niet welke seksueel gedrag hoort bij de ontwikkeling van kinderen. Vaak is het ‘normaal’ gedrag dat hoort bij de ontwikkeling van jonge kinderen en is het niet nodig direct paniekerig te reageren op de natuurlijke interesse van kleuters. Ontwikkeling bij kinderen van 7 en 8 jaar Bij kinderen in groep 3 begint verliefdheid een rol te spelen, zonder dat hier seksuele gevoelens aan gekoppeld worden. Spelletjes met kinderen van het eigen geslacht hebben een ander karakter dan met kinderen van het andere geslacht. Het is op een bepaalde manier spannender. Ondertussen hebben de kinderen minder belangstelling voor elkaars lichaam. Ze zijn zich duidelijk bewuster geworden van de sociale norm. Uiting van hun seksuele interesse gaat via tekeningen van geslachtsorganen en het vertellen van ‘vieze’ moppen of rijmpjes. Hierdoor raken ze vertrouwd met het intuïtieve idee dat er een wereld min of meer voor hen verborgen is, die ‘seks’ heet. In de leeftijd 7 tot 8 zullen kinderen niet zo snel meer per ongeluk met hun blote billen de klas in komen. Ze hebben blijkbaar iets geleerd, iets van de volwassen wereld: zoiets doe je liever niet. Ze stellen minder vragen. Aan de andere kant is dit sociale bewustzijn nog niet uitontwikkeld. Sommige jongetjes of meisjes bijvoorbeeld ‘zwemmen’ in het openbaar. ‘Zwemmen’ is het heen en weer schuiven over de penis of de vagina, omdat dat een lekker gevoel geeft. Dit lichamelijke gevoel en de neiging van de kinderen om te ‘zwemmen’ is volkomen normaal. Maar ouders of leraren verbieden dit soms op een paniekerige manier, omdat onze sociale codes voorschrijven dat het raar is om dit en plein public te doen. Toch mag je als ouder hopen, dat het kind niet hieruit opmaakt dat het lekkere gevoel niet oké is. Ronde de leeftijd van acht jaar wordt het verschil tussen knuffelen, seksuele gemeenschap (vrijen) en verliefdheid duidelijk. Stoeien en knuffelen hoort bij de buitenkant van het lichaam, verliefdheid hoort bij de binnenkant. Die notie dringt op ongeveer deze leeftijd door. Voor leraren geldt dat corrigerend optreden bij seksueel verkennend gedrag (in de groep) beter is dan boos, streng en bestraffend optreden. Op een seksueel getinte handeling kunnen leraren reageren zoals ze dat ook zouden doen bij ander ongewenst gedag zoals neuspeuteren of dingen afpakken. Als het seksueel getinte gedrag negatief wordt uitvergroot denkt het kind dat het iets ernstig verkeerds heeft gedaan. Terwijl het meestal gaat om gedrag dat past bij de leeftijd en de normale seksuele ontwikkeling van het kind. 8 Kinderen... omgaan met liefde, relaties en seksualiteit groep 1 & 2


Ontwikkeling bij kinderen van 9 en 10 jaar In de leeftijd van 9 tot 10 zijn kinderen zich bewuster geworden van hun jongen of meisje zijn. Ze zoeken naar manieren om gedrag aan te nemen dat hierbij past. Meisjes exploreren de meer vrouwelijke kanten (bijvoorbeeld de eigen verleidelijkheid) en jongens gedragen zich meer ‘stoer’, omdat dit bij hun geslacht zou passen. Te sexy dansjes of kleding bij meiden, en machogedrag bij jongens: ouders schrikken er soms van. Kinderen in deze fase zijn soms erg geïnteresseerd in het bekijken en aanraken van elkaars geslachtsdelen. Bij jongens neemt de masturbatie toe. Dit kan ook groepsgewijs gebeuren. Interessant voor leraren en opvoeders is na te denken hoe je er zelf op zou reageren als je per ongeluk getuige van een dergelijk onderonsje zou zijn. Het experimenteren hoort bij de natuurlijke interesse van de kinderen. (Grappig om te weten: baby’s van 6 maanden beginnen al te masturberen op hun eigen manier! Ze raken hun eigen geslachtsdelen aan omdat ze dat prettig vinden.) Bij verliefdheden gaat nu ook lichamelijk contact een rol spelen. Er wordt hand in hand gelopen en koppeltjes gaan tegen elkaar aanzitten. Typisch is ook dat het onderscheid tussen homo en hetero plotseling een rol gaat spelen. Kinderen lijken nu hun seksuele voorkeur voorzichtig te verkennen. Ze maken ondertussen grapjes over homo’s, en zonder dat ze zich erg bewust zijn over de betekenis, gebruiken ze het woord ‘homo’ soms als scheldwoord. Ook al zal pas later blijken, namelijk wanneer in de puberteit de seksuele interesse pas echt naar voren komt, of ze homoseksueel zijn, zou het kunnen dat ze er op een aseksuele manier al interesse hebben in hetzelfde geslacht. Of de zogenaamde tomboys (jongensachtige meisjes) en feminiene jongens precies de homo’s zullen worden van later, is helemaal niet met zekerheid te zeggen. Ontwikkeling bij kinderen van 11 en 12 jaar De fase voor de puberteit wordt ook wel prepuberteit genoemd en dat merk je goed aan het gedrag en de lichamelijke ontwikkeling van de kinderen. Sommige meisjes krijgen al borsten, bredere heupen, en sommige kinderen krijgen al schaamhaar. Sommige meisjes worden al ongesteld. Jongens kunnen hun eerste zaadlozing krijgen, een lagere stem en eventueel zelfs baardgroei. De eerste jeugdpuistjes tekenen zich af. Door de ontwikkeling van geslachtshormonen kunnen er enorme stemmingswisselingen optreden, waar je soms veel geduld mee moet hebben. Niet alleen lichamelijk, maar ook emotioneel is puberteit een thema. Daar komt dan ook schaamte bij kijken. Wel is het fijn voor kinderen, helemaal als ze er thuis niks over te horen krijgen, om op school al over de lichamelijke veranderingen te leren die hun te wachten staan. Hoewel het soms lijkt alsof kinderen alles al weten (want dat willen ze jou en hun vrienden doen denken) valt het vaak behoorlijk tegen wat ze precies weten. Het is bijvoorbeeld van belang dat ze verteld wordt, dat na de eerste menstruatie een meisje zwanger kan raken. Net als na de eerste zaadlozing een jongen een meisje zwanger kan maken. Veilige seks, seksueel overdraagbare aandoeningen, zwangerschap, hoe voorbarig het ook lijkt: het zijn thema’s die maar beter wel bespreekbaar kunnen worden gemaakt. Uit onderzoek is gebleken dat 34 % van de jongens en 12% van de meisjes wel eens bewust gemasturbeerd hebben op hun twaalfde. Voor de ontdekking van de eigen seksualiteit is dit een heel gezonde ontwikkeling.

Kinderen... omgaan met liefde, relaties en seksualiteit groep 1 & 2

9


Precies in deze periode van hormonale veranderingen, groeit het groepsbewustzijn ook. Wat is normaal? Hoe lig ik in de groep? Uiterlijk wordt belangrijk. Meisjes raken onzeker over hun borsten en jongens over hun piemel. De onbezorgdheid bij kinderen lijkt te verdwijnen. Angsten en onzekerheden beheersen de ontwikkeling in deze leeftijd. Niet alleen vanwege de veranderende hormonen en lichamen, maar ook doordat ze zich langzaam los willen maken uit het veilige gezinsverband en zich meer gaan richten op vrienden en vriendinnen. Ze willen op eigen benen staan, terwijl dat eigenlijk nog best eng is.

10 Kinderen... omgaan met liefde, relaties en seksualiteit groep 1 & 2


2. Wat is filosoferen?

Is filosoferen alleen voor oude mannen met lange grijze baarden? Nee, totaal niet. Iedereen kan het. Filosoferen is nadenken over vragen waarop geen eenduidig antwoord is. Het is nadenken en je mening onderbouwen met argumenten. Je kunt het zo aan de kinderen uitleggen: ‘Filosoferen is zó diep nadenken over een vraag, dat je het antwoord niet meer weet.’ Bij filosoferen gaat het om vragen die geen feit als antwoord hebben. ‘Welke kleur heeft mijn trui?’ is geen filosofische vraag, want het is gemakkelijk om er een antwoord op te geven. ‘Wat is 1 + 1?’ is al helemaal geen filosofische vraag. Zelfs de vraag ‘Hoeveel zandkorrels liggen er in de Sahara woestijn?’ is geen filosofische vraag. Het is wel moeilijk om er een antwoord op te geven, maar als je lang genoeg alle zandkorrels zou tellen, zou je wel degelijk bij een antwoord uitkomen. Theoretisch. En dat antwoord is een feit, een gegeven. Een waarheid waarover je niet hoeft te discussiëren. Een filosofische vraag heeft geen feit, maar een mening als antwoord. Meningen waarover te twisten valt. ‘Wat is belangrijker: eerlijk zijn of niemand kwetsen?’ is een vraag waarover kinderen urenlang kunnen filosoferen. Met een beetje sturing van de leraar als gespreksleider denken ze na, formuleren ze hun mening en wegen ze argumenten af. Omdat antwoorden op filosofische vragen geen feiten zijn, is er geen goed of fout. In principe mogen kinderen denken en zeggen wat ze wil. ‘Kun je verliefd worden op een robot?’ De een zegt ja, de ander nee. Het enige wat zeker is, is dat de leraar de kinderen zal vragen naar argumenten voor hun mening. Filosoferen kan over alles gaan. Over de tafel die hier staat, over computers, dieren, klonen, appels, peren, regels, democratie, rechtvaardigheid, lichamen, moord, liefde, alles eigenlijk. Maar er is dus een verschil in de manier van praten tussen een gewoon gesprek en een filosofisch gesprek. Gewoon gesprek: ‘Heb je een nieuwe computer?’ ‘Ja, klopt. Heb ik vorige week gekocht.’ ‘Mooi is ie. Werkt hij lekker?’ ‘Ja hoor, prima. Hij is lekker snel…’ Een filosofisch gesprek: ‘Kunnen computers ook denken?’ ‘Nee, ik denk het niet. Ze hebben toch geen hersenen?’ ‘Nee, maar ze kunnen wel rekenen. En als je er een speciaal programmaatje inzet, kan hij ook praten.’ ‘Ja, dat lijkt wel op denken, maar het is niet hetzelfde. Alleen wat je op het scherm ziet lijkt alsof hij van binnen nadenkt maar in feite zijn het alleen eentjes en nulletjes wat er daarbinnen gebeurt.’

Kinderen... omgaan met liefde, relaties en seksualiteit groep 1 & 2

11


‘Oké, maar als je in jouw hersenen gaat kijken zijn het ook alleen maar stroomstootjes. Wie zegt dat je met eentjes en nulletjes niet kan denken?’ Enzovoorts. Gewoon gesprek: ‘Ben je wel eens vreemdgegaan?’ ‘Ja, drie keer. Jij?’ ‘Nee, nooit.’ Filosofisch gesprek: ‘Mag je vreemdgaan in een liefdesrelatie?’ ‘Nee, ik vind van niet.’ ‘Waarom niet?’ ‘Omdat je de ander daarmee ongelukkig maakt.’ ‘Maar stel dat je nou toch al allebei heel erg ongelukkig bent, omdat je niets meer voor elkaar voelt?’ ‘Ja, dan moet je daar maar aan werken.’ ‘Maar stel nou dat…’

2a. Hoe moet het dan, filosoferen? Hoe maak je van een gesprek nu een filosofisch gesprek? Door het onderwerp? Nee. Het gaat om een speciale manier van vragen stellen en doorvragen. Stel, je vertelt een verhaaltje in de klas. Dan kun je op verschillende niveaus het verhaaltje in de groep bespreken. Je kunt vragen: ‘Wat gebeurde er in dit verhaaltje?’, of: ‘In dit verhaaltje gaat het over liefde. Wat is liefde eigenlijk?’ Dit zijn vragen naar feiten. Of naar definities. We noemen dit een 1e orde vraag. Er is weinig discussie over mogelijk en niet filosofisch. Je kunt ook een leveltje ‘dieper’ gaan, met een zogenaamde 2e orde vraag. Stel dat een leerling op de vraag wat liefde is, antwoordt dat liefde betekent ‘verliefd zijn’. Met de 2e orde vraag ga je dieper in op de aannames die onder uitspraken zitten. Je vraagt naar een verklaring: ‘Dus is er geen verschil tussen liefde en verliefdheid?’ In dit soort vragen peuteren we meningen los, die al in de hoofden van de kinderen lijken te zitten. Ze komen op tafel, zodat we ze verder kunnen onderzoeken. Een mening kun je mooi op het bord schrijven, en er de filosofische tools op loslaten, die straks aan bod komen. Maar om het rijtje af te maken: er zijn ook nog 3e orde vragen. Deze vragen naar de persoonlijke waardeoordelen over de meningen of situaties die onderwerp van gesprek zijn. Bijvoorbeeld, in het verhaaltje maakt iemand een verkering uit. De vraag kan zijn: ‘Is het goed dat hij de verkering uitmaakte?’ of algemener: ‘Mag iemand zijn verkering uitmaken als hij geen zin meer erin heeft?’

2b. Filosofische tools

12

Begrippen Wat betekent een begrip, een woord, eigenlijk? Liefde. Schaamte. Trouw. Verraad. Gevoel. Het lijkt vanzelfsprekend maar als je het woord op het bord schrijft en om een definitie vraagt, blijkt het niet zo eenvoudig. Je kunt een betekenisspin maken op het bord, met alle woorden die ermee te maken hebben. Ook kun je er dan zinnen bij schrijven die aangeven wat er juist niet bij hoort. Dit is een belangrijke stap in het behandelen van een thema. Sowieso Kinderen... omgaan met liefde, relaties en seksualiteit groep 1 & 2


7. Informeer ouders

Aandacht voor relationele en seksuele ontwikkeling is niet op alle basisscholen gemeengoed. Relationele en seksuele vorming hoort wel thuis in het basisonderwijs. Het gaat dan niet om het verhaal van de bloemetjes en bijtjes, de informatie over voortplanting van mens en dier, maar veel meer over liefde, intimiteit, relaties, regels en gewoonten en omgang met elkaar. Kinderen en… liefde, relaties en seksualiteit gaat daar ook over: hoe gaan we met elkaar om? Welke ontwikkeling in seksualiteit maken kinderen door? Wat is normaal? Waar liggen grenzen? In de huidige samenleving krijgen kinderen via vele wegen een beeld van seksualiteit dat niet altijd overeenkomt met de ontwikkelingsfase waarin zij zich bevinden, laat staan dat het een beeld is dat die ontwikkeling in verband brengt met liefde, een gezonde relationele ontwikkeling, met gevoelens, met vriendschap en met waarden en normen. Ouders hebben uiteraard een belangrijk aandeel in de relationele en seksuele vorming van hun kinderen. Het is een onderdeel van de opvoeding. Daarom is het van belang dat school en ouders aandacht besteden aan de manier waarop relationele en seksuele vorming gestalte krijgt, in de school en thuis. Ouders kunnen op verschillende manieren worden geïnformeerd over de aandacht die op school wordt besteed aan relationele en seksuele vorming: • Neem informatie op over gebruikt materiaal en eventuele projecten (Week van de Lentekriebels) in de schoolgids. • Besteed aandacht aan het thema in de nieuwsbrief van de school. • Organiseer een ouderavond waarin leraren en ouders informatie uitwisselen over relationele en seksuele vorming. • Geef de kinderen een brief mee naar huis waarin het gebruik van Kinderen en… liefde, relaties en seksualiteit wordt toegelicht. Voor meer informatie over ouderavonden en instanties die hierbij behulpzaam kunnen zijn, hebben we een aantal links verzameld op de website www.kwintessens.nl/liefde. Hier is onder andere een verwijzing opgenomen naar een draaiboek van de Rutgers Nisso Groep en ook een voorbeeldtekst voor de nieuwsbrief en een voorbeeldbrief voor ouders.

25 Kinderen... omgaan met liefde, relaties en seksualiteit groep 1 & 2


LES 1

Bloot, schaamte, ‘normaal’ Vooraf Jonge kinderen lopen nog ongegeneerd in hun blootje rond. Pas als ze hebben geleerd dat je jezelf ‘moet’ bedekken, krijgen ze het idee dat ze niet zomaar in gezelschap in hun blootje mogen zijn. Ze kunnen niet met de broek naar beneden binnen komen wandelen en vragen of de juf wil komen helpen op het toilet. Waarom niet? Dit zijn onze (volwassen) sociale afspraken. Het had niet zo hoeven zijn. In andere culturen is het veel ‘normaler’ om bloot rond te lopen. Of om bijvoorbeeld een peniskoker te dragen. Kijk maar naar de oude tradities bij de Papoea’s. Het hangt maar net af van in welke cultuur je leeft, wat je normaal bent gaan vinden. In het filosofische groepsgesprek gaat het er niet om te veranderen wat nu eenmaal culturele afspraken zijn in Nederland, maar wel om kinderen te leren praten over dit soort dingen. We laten ze nadenken over de ongeschreven regels. Het filosofisch gesprek • Wat is bloot? • Waarom gaan we niet bloot naar school? • Waarom hebben we kleren aan? • Waarom doe je geen dingen die niet normaal zijn? • Schaam je je wel eens voor iets? • Wat is schaamte? • Waarom schaam je je voor dingen? • Hoe voelt bloot? • Is bloot ‘erg’? Naast het gesprek • Vertel het verhaal Rik moet plassen van het werkblad aan de kinderen als introductie voor het filosofisch gesprek of als afsluiting van de les. De vraag die je daarna kunt stellen is: Waarom denken jullie dat iedereen lacht? De vragen uit het gesprek zijn ook van toepassing op het verhaal. Zie de website. • Bij het verhaal is een illustratie gemaakt, die ook als kleurplaat is te gebruiken. Zie de website. • Afbeeldingen van ‘bloot’ voor visuele ondersteuning van het gesprek zijn op de website te vinden. • Het boek In je blootje van Ivana Bicanic en Melanie Meijer (Uitgeverij Niño, 2008). In je blootje is een verhaal over Luuk en zijn zusje Roos. Ze gaan naar het zwembad, onder de douche, doen een plas en gaan lekker slapen. Uitgangspunt bij In je blootje is om met jonge kinderen op een natuurlijke manier te kunnen praten over hun lichaam en bloot zijn. Het verhaal over Luuk en Roos biedt aanknopingspunten om de geslachtsdelen te benoemen en hun functie te bespreken. • In het boekje Saar en Jop wordt het onderwerp ‘bloot’ behandeld. Er is ook een kijkplaat bij van een blote Saar en een blote Jop.

26 Kinderen... omgaan met liefde, relaties en seksualiteit groep 1 & 2


werkblad LES 1

Bloot, schaamte, ‘normaal’

Rik moet plassen Rik uit groep 1 zit al de hele tijd te wiebelen op z’n stoel. Hij gaat maar heen en weer. Wip wap, wip wap. De juf raakt er helemaal door afgeleid. Ze fronst haar wenkbrauwen en vraagt: ‘Rik, wat is er aan de hand? Wat zit je nou te wiebelen?’ ‘Ja juf, ik moet plassen’, stamelt Rik, met rode wangetjes. ‘Goed, ga maar gauw dan. En schiet op!’ Rik rent de klas uit en gelukkig is hij net op tijd om niet in zijn broek te plassen. Hij staat voor de pot . De pot is precies zijn maat, veel lager dan thuis. Hij kan net als papa gewoon lekker blijven staan tijdens het plassen. Pwwwww, wat een opluchting. Hij rent zo snel hij kan met de broek op de enkels weer terug de klas in. Hij hoopt dat de juf niet boos is dat hij zo lang weg was… Plotseling merkt hij dat de hele klas naar hem kijkt en dat ze moeten grinniken. Ze stoten elkaar aan en Peter roept: ‘Ha ha, hij loopt in zijn blote billen!’ Rik krijgt het helemaal warm en begrijpt eigenlijk niet wat er is gebeurd. Waarom lacht nou iedereen?

© 2011 Kwintessens Uitgevers

27


K I N D E R E N E N ...

liefde, relaties en seksualiteit ďŹ losoferen met kinderen

Mijn lichaam en ik Groep 3 & 4


Inhoud

Voorwoord 4 Verantwoording 5 1. Inleiding: seksuele ontwikkeling bij kinderen 7 2. Wat is filosoferen? 11 2a. Hoe moet het dan, filosoferen? 12 2b. Filosofische tools 12 2c. Socratische houding 15 2d. De rol van de filosoof 16 2e. Spelegels voor filosoferen met kinderen 16 2f. Filosoferen, wat hebben we er aan? 17 3. Historische context van de liefde 18 4. Filosoferen over liefde, relaties en seksualiteit 21 5. De lessen in de praktijk 22 6. Workshops filosoferen met kinderen 24 7. Informeer ouders! 25

Lessen groep 3 & 4 Mijn lichaam en ik

Les 1. Les 2. Les 3. Les 4. Les 5. Les 6. Les 7. Les 8.

Bloot, schaamte, ‘normaal’ Zwangerschap Geslachten en geslachtsdelen Vriendschap Liefde Identiteit Knuffelen en stoeien Stop! Hou op!

26 28 30 32 33 35 36 38

Bij Kinderen en... omgaan met liefde en seksualiteit hoort de website: www.kwintessens.nl/liefde. Op deze website vind je audiovisueel materiaal voor het digitaal schoolbord, filmpjes, foto’s, kopieerbladen, kleurplaten en ander ondersteunend materiaal. Kinderen... omgaan met liefde, relaties en seksualiteit groep 3 & 4

3


Identiteit

LES 6

Vooraf Identiteit betekent ‘wie je bent.’ In de ontwikkeling van seksualiteit en relaties is ook de ontwikkeling van de eigen identiteit een stap. Een zeker zelfvertrouwen helpt een gezonde seksuele groei. Deze les gaat over de eigen identiteit. In deze leeftijd hebben kinderen zelf hun eigen hobby’s, talenten, een eigen smaak, wil, en soms al een beetje zelfstandige mening. Andere dingen die kinderen van elkaar zouden kunnen onderscheiden, zoals intelligentie, ras en afkomst valt ze nog niet op, maar het eigen geslacht is inmiddels wel duidelijk. Deze les zet de kinderen voor een spiegel. Ze kunnen reflecteren op wie ze zijn, en wie weet zijn ze er dan ook trots op. Het filosofisch gesprek • Hoe zie jij eruit? • Hoe zie jij jezelf? Wie ben jij? Als je jezelf moet beschrijven aan een ander, hoe doe je dat? • Vind je jezelf knap/mooi/aantrekkelijk? Is uiterlijk belangrijk? • Kan iemand van zichzelf houden? Houd je van jezelf? Houd je op dezelfde manier van jezelf als van een ander? • Kun je je voorstellen dat iemand van jou houdt? • Wil je graag hetzelfde zijn als anderen, of anders? • Ben jij trots op jezelf? Naast het gesprek • Laat het filmpje zien op de website over een jongen en meisje die praten over hun identiteit. • Laat de kinderen om de beurt iemand uit de klas beschrijven en de andere kinderen raden wie er wordt bedoeld. Hierbij mag het kind niet naar diegene kijken die hij beschrijft en natuurlijk mag hij ook niet zijn of haar naam zeggen. • Laat de kinderen een zelfportret van hun hele lichaam maken en er bij schrijven wat bij hen hoort. (Bijvoorbeeld ‘voetbal’ of ‘tekenen’, maar ook vriendjes of broertjes/zusjes.) Als ze klaar zijn, onderstrepen ze de woorden waarop zij trots zijn dat die bij hen horen.

35 Kinderen... omgaan met liefde, relaties en seksualiteit groep 3 & 4


K I N D E R E N E N ...

liefde, relaties en seksualiteit ďŹ losoferen met kinderen

Spannende relaties Groep 5 & 6


Inhoud

Voorwoord 4 Verantwoording 5 1. Inleiding: seksuele ontwikkeling bij kinderen 7 2. Wat is filosoferen? 11 2a. Hoe moet het dan, filosoferen? 12 2b. Filosofische tools 12 2c. Socratische houding 15 2d. De rol van de filosoof 16 2e. Spelregels voor filosoferen met kinderen 16 2f. Filosoferen, wat hebben we er aan? 17 3. Historische context van de liefde 18 4. Filosoferen over liefde, relaties en seksualiteit 21 5. De lessen in de praktijk 22 6. Workshops filosoferen met kinderen 24 7. Informeer ouders! 25

Lessen groep 5 & 6 Spannende relaties Les 1. Les 2. Les 3. Les 4. Les 5. Les 6. Les 7. Les 8. Les 9. Les 10.

Bloot, schaamte, ‘normaal’ Zwangerschap Geslachten en geslachtsdelen Vriendschap Liefde Homoseksualiteit Identiteit Stop! Hou op! Internet / media Ideaal uiterlijk

26 28 29 31 33 36 40 41 44 47

Bij Kinderen en... omgaan met liefde en seksualiteit hoort de website: www.kwintessens.nl/liefde. Op deze website vind je audiovisueel materiaal voor het digitaal schoolbord, filmpjes, foto’s, kopieerbladen, kleurplaten en ander ondersteunend materiaal. Kinderen... omgaan met liefde, relaties en seksualiteit groep 5 & 6

3


LES 6

Homoseksualiteit

Vooraf In deze leeftijdsgroep is groepsvorming belangrijk en ook speelt uitsluiting een rol. Het gebruik van ‘homo’ als scheldwoord geeft aan dat kinderen (nog) geen begrip hebben voor het fenomeen homoseksualiteit. Kinderen leren vaak het scheldwoord ‘homo’ voordat ze weten wat het begrip inhoudt. Maar zelfs als ze wel leren wat homoseksualiteit inhoudt, dan nog, wellicht parallel aan de volwassen meningen over homoseksualiteit, staan ze vaak afwijzend tegenover het fenomeen. Het is anders en dus gek. Helaas is homoseksualiteit in Nederland nog niet een algemeen geaccepteerd verschijnsel. Opvallend genoeg werd bij de oude Grieken de liefde tussen mannen juist als ideaal bejubeld. Hierover lees je meer in het algemene stuk over liefde, voorin dit katern en ook in de praktische handleiding bij deze map. Tegenwoordig bestaat er in onze samenleving een debat over de vraag of homoseksualiteit genetisch is bepaald. ‘Is het aangeboren of aangeleerd?’ is dan de vraag. Hoe het ook zij, genetisch of aangeleerd, voor vrijwel elke homo en lesbo is het een worsteling om uit de kast te komen, als ze dat überhaupt al durven. Dit is een sterk argument dat het onwaarschijnlijk is dat het je eigen keuze zou zijn voor deze niet geringe hoeveelheid moeilijkheden, die je dan te wachten staat. Vooral bij dit onderwerp, dat maatschappelijk iets zwaarder beladen is, vinden wij een open en niet veroordelende houding van groot belang. Dit betekent niet dat je per se tolerantie moet prediken, als leraar. Ook tolerantie verkondigen is geen open houding. Dit gesprek zal op verschillende scholen in Nederland verschillende kanten uitgaan. Uiteraard mogen (bijvoorbeeld orthodoxe) kinderen eerlijk voor hun anti-homo mening uitkomen. Wel zullen zij onderzoek moeten verrichten naar de argumenten achter hun mening. Aan de andere kant moet op religieuze scholen of bij leraren die zelf afwijzend tegenover homoseksualiteit staan er ook ruimte zijn voor vrijzinnige uitlatingen. Hier geldt hetzelfde: openheid in het filosofische onderzoek. Het streven in deze les is het naar boven halen van de nuance in de soms emotionele meningen. Wel mag gezegd worden, dat de kinderen die in deze verkennende leeftijd met homoseksueele gevoelens rondlopen vaak in een homo-onvriendelijke situatie terechtkomen. Het zou voor deze kinderen prettiger zijn als ze op een eerlijke manier hun eigen voorkeur kunnen ontdekken, zonder de angst dat ze zullen worden afgewezen of uitgescholden als blijkt dat zij ‘anders’ zijn. 36 Kinderen... omgaan met liefde, relaties en seksualiteit groep 5 & 6


Hoeveel volwassen mensen er homoseksueel zijn, is niet precies te zeggen. Schattingen lopen uiteen van 3 tot 10 procent. De vraag is namelijk: wie tel je mee? Als je iedereen meetelt die wel eens een homoseksuele fantasie heeft gehad, dan kom je zeker op 10% uit. Maar als je alleen mensen meetelt die zichzelf officieel als homo bestempelen, dan kom je rond de 3% uit. En waarschijnlijk zijn er nog altijd heel veel mensen homoseksueler dan ze durven toegeven. Een bruikbaar idee over homoseksualiteit is dat de homo versus hetero kwestie voor iedereen niet zo zwart /wit is als het wordt voorgesteld. Iedereen bevindt zich ergens op de schaal van 0 tot 100% homo. De een valt voor 5% ook op het eigen geslacht en de ander voor 75%. En dan is het kiezen in hoeverre je uiting aan deze interesse wilt of durft te geven. Voor in de klas is dit idee handig om kinderen te leren dat ook voor henzelf homoseksualiteit niet zo ver weg staat als ze denken of hopen. En voor degenen die (later) uit de kast willen komen als homo, is het hiermee een stuk gemakkelijker. Het is niet een kwestie van zwart of wit. Het is iets om te onderzoeken. Het filosofische gesprek • Is het gek als je op hetzelfde geslacht valt? • Vind je het erg als je beste vriend/vriendin homo/lesbo blijkt te zijn? Hoe zou je reageren? • Kun je op allebei de geslachten vallen? • Denk je dat homoseksualiteit is aangeboren? Of aangeleerd? • Waarom wordt er zo afwijzend op gereageerd door sommige mensen als iemand homo is? • Als je het nou niet leuk vindt om zelf homo te zijn, kun je er dan iets aan doen, denk je? • Vind je dat homo’s met elkaar zouden moeten kunnen trouwen? Naast het gesprek • Luistertip: Kinderen voor kinderen, Twee vaders. Zie de website voor links. De tekst van het lied staat op het kopieerblad. • Plaatjes van homo’s en lesbiennes staan op de site.

37 Kinderen... omgaan met liefde, relaties en seksualiteit groep 5 & 6


k o p i ee r b l a d L E S 6

Homoseksualiteit

Twee vaders Wij wonen in een rijtjeshuis We hebben mooie spullen thuis We leven heel normaal daar met z’n drietjes bij elkaar Bas die werkt bij de krant En Diederik is laborant Ik ben door hen geadopteerd als baby van een jaar Nog altijd ben ik enig kind Maar niet dat ik dat erg vind Zo krijg ik alle aandacht, alle liefde van die twee Bas brengt mij altijd naar school Met Diederik speel ik viool En met z’n drietjes kijken we de soaps op de TV Refrein: Ik heb twee vaders Twee echte vaders Soms stoer en ook wel streng Maar we hebben het heel fijn Ik heb twee vaders Twee echte vaders Die als het moet ook allebei Mijn moeder kunnen zijn Wanneer ik naar mijn bed toe ga Kijkt Diederik mijn huiswerk na En Bas doet de vaat of hij strijkt de schone was En als ik ziek of koortsig ben Dan is er niemand die ik ken Die zo lief voor mij zal zijn als Diederik of Bas Refrein Hij heeft twee vaders Twee echte vaders Soms stoer en ook wel streng Maar we hebben het heel fijn Hij heeft twee vaders Twee echte vaders Die als het moet ook allebei Mijn moeder kunnen zijn

38 Kinderen... omgaan met liefde, relaties en seksualiteit groep 5 & 6


Soms word ik wel gepest op school Natuurlijk is dat naar Jouw ouders zijn homo! Dat vinden ze maar raar Dan haal ik maar mijn schouders op Nou en! Ik ben hun zoon! ’t Is niet zoals bij anderen Maar voor mij is ’t heel gewoon Refrein Van Kinderen voor Kinderen 26 Tekst: Coot van Doesburgh

39

© 2011 Kwintessens Uitgevers Kinderen... omgaan met liefde, relaties en seksualiteit groep 5 & 6


K I N D E R E N E N ...

liefde, relaties en seksualiteit ďŹ losoferen met kinderen

Als puntje bij paaltje komt Groep 7 & 8


Inhoud

Voorwoord 4 Verantwoording 5 1. Inleiding: seksuele ontwikkeling bij kinderen 7 2. Wat is filosoferen? 11 2a. Hoe moet het dan, filosoferen? 12 2b. Filosofische tools 12 2c. Socratische houding 15 2d. De rol van de filosoof 16 2e. Spelregels voor filosoferen met kinderen 16 2f. Filosoferen, wat hebben we er aan? 17 3. Historische context van de liefde 18 4. Filosoferen over liefde, relaties en seksualiteit 21 5. De lessen in de praktijk 22 6. Workshops filosoferen met kinderen 24 7. Informeer ouders! 25

Lessen groep 7 & 8 Spannende relaties Les 1. Bloot Les 2. Masturbatie & schaamte Les 3. Zwangerschap & vrijen Les 4. Geslachten en geslachtsdelen Les 5. Relaties: Vriendschap en liefde Les 6. Homoseksualiteit Les 7. Identiteit Les 8. Stop! Hou op! Les 9. Internet / media Les 10. Ideaal uiterlijk

26 29 32 33 35 38 42 44 46 49

Bij Kinderen en... omgaan met liefde en seksualiteit hoort de website: www.kwintessens.nl/liefde. Op deze website vind je audiovisueel materiaal voor het digitaal schoolbord, filmpjes, foto’s, kopieerbladen, kleurplaten en ander ondersteunend materiaal. Kinderen... omgaan met liefde, relaties en seksualiteit groep 7 & 8

3


LES 8

Stop! Hou op!

(Dingen doen die je niet wil)

Vooraf Kinderen in deze leeftijdsfase tonen een grote behoefte aan zelfstandigheid, aan privacy en een eigen mening. Vaak kenmerkt dit alles zich door een kritische houding ten opzichte van de omgeving. Met leeftijdgenoten is er juist behoefte om tot een groep te behoren. De normen en waarden van de groep zijn dan belangrijk. Door de start van de prepuberteit (hormonen!), het toenemen van de verantwoordelijkheid en de groepsvorming is er een verminderd zelfvertrouwen. Dat betekent ook dat grenzen niet zo heel erg vast liggen. Het is dan van belang wel grenzen te ontwikkelen bij deze kinderen, zodat ze voor zichzelf weten welke dingen ze zelf wel willen en welke niet. Het filosofisch gesprek Lees eerst het verhaal voor van het kopieerblad of laat een van de leerlingen het verhaal voorlezen. Vragen over het verhaal: • Wat gebeurt hier? Is er iemand fout? Waarom deed iedereen wat hij deed? • Is iedereen verantwoordelijk voor zijn eigen daden? • Wat vind je van Jet, die wegloopt. Is zij een sukkel? • Kan zo’n spelletje ook leuk zijn? • Stel dat Roos dit spelletje elke middag wil doen en jij wil niet, maar zij bedreigt je met verschrikkelijke straf als je niet meedoet, wat zou je doen? Naar aanleiding van het verhaal: • Zou je het thuis vertellen als dit jou overkwam? • Doe je wel eens iets omdat je denkt dat andere kinderen het leuk vinden? • Als iemand ouder is dan jij (of volwassen), kun je dan ook ‘nee’ zeggen? • Wat is een grens? Is die grens voor iedereen hetzelfde? • Hoe ken je je eigen grens? • Hoe ken je de grens van iemand anders? • Is iedereen altijd eerlijk over zijn of haar grenzen? • Betekent het altijd ‘ja’ als een jongen of meisje ‘ja’ zegt? Of misschien wel ‘nee’ ? • Stel dat zoiets vervelends als in het verhaaltje jou overkwam, zou je iets doen om het vervelende gevoel kwijt te raken? Wat dan? Naast het gesprek • Laat de leerlingen in tweetallen tegenover elkaar gaan staan, ver van elkaar af. Laat ze elkaar aankijken. Een van beide (A) staat vast op de grond en de ander (B) begint heel langzaam richting A te lopen, voetje voor voetje. Op het moment dat A voelt dat B niet dichterbij mag komen, omdat dat niet meer prettig voelt, zegt A ‘stop’. Wissel dan de rollen. Na afloop kun je vragen naar de ervaringen: Voelde je duidelijk waar je grens lag? Wat voor gevoel was dat dan? Durfde je stop te zeggen? 44 Kinderen... omgaan met liefde, relaties en seksualiteit groep 7 & 8


k o p i ee r b l a d L E S 8

Stop! Hou op!

Sukkel! Roos is 11 jaar hangt met een paar jongere kinderen bij de halfpipe. Ze heeft het hoogste woord en doet net alsof ze de baas is over iedereen. De jongere kinderen vinden haar stoer maar ook een beetje spannend. Roos durft over kutten en piemels te praten, en dat zijn de jonge kinderen niet gewend. Dan commandeert ze alle kinderen elkaar aan te raken tussen de benen. Het lijkt een grappig spelletje en Friso van 10 moet heel hard lachen. Maar Jet, Carolien en Hassan willen eigenlijk niet mee doen. ‘Maar het moet’, zegt Roos, ‘anders ben je een sukkel!’ Jet gaat weg, maar Friso, Carolien en Hassan doen braaf wat ze zegt. Na een tijdje is het spelletje afgelopen, en ze hebben er een raar gevoel aan overgehouden.

45

© 2011 Kwintessens Uitgevers Kinderen... omgaan met liefde, relaties en seksualiteit groep 7 & 8


Zijn we allemaal gelijk? Wat is een goede relatie? Kun je de baas over iemand zijn? Wat is sterker, de wind of de zon? Ben jij de eigenaar van je schaduw? Als een ander zaadje nu het eitje had bevrucht waar jij uit kwam, was je dan nog dezelfde? Is het belangrijk om veel geld te verdienen? Moet je altijd eerlijk zijn? Is armoede oneerlijk? Wat is werk? Wanneer is iets waar? Wat is vriendschap? Bestaan er slechte mensen? Wat is een regel? Wat is een baas? Wat is liefde? Wie ben jij? Moet je zelf je echtgenoot kunnen uitkiezen? Hoeveel keer mag je achter elkaar trouwen? Moet je méér respect hebben voor ouderen? Kun je verliefd worden op een robot? Waar was je voor je geboorte? Wat is gevoel? Moet je iets nuttigs doen met je leven? Is er maar één ware? Hebben dieren ook gevoel? Mag je dieren slachten om ze op te eten? Wie ben ik? Kan een robot denken? Wat is een paard precies? Heeft het leven zin? Is “ik lieg altijd” waar? Zouden mensen zich goed gedragen als er geen regels waren? Ben je verplicht om te werken? Welke rol speelt uiterlijk in liefde? Zijn mannen en vrouwen gelijk? Als mijn hersenen in jouw lichaam zouden zitten, ben ik het dan, of jij? Wat zijn de ingrediënten voor geluk? Kun je bewijzen of God bestaat? Wat is een goede reden om te liegen? Hoe weet je zeker of iets waar is? Wat is meer waard: een varken of tien eendjes? Als dieren geluid maken, hebben zij dan ook een taal? Kunnen dieren denken? Als je trouwt met iemand, mag je dan ook weer scheiden? Wanneer mag je een belofte breken? Is jouw mening altijd waar? Kun je in het verkeerde lichaam (jongen/meisje) geboren zijn? Als de meerderheid gelooft dat een slechte dictator een goed man is, mag hij dan aan de macht komen? Met hoeveel mensen mag je tegelijkertijd trouwen? Mag je iemand beledigen? Wat is belangrijker: eerlijkheid of niemand kwetsen? Waarom hebben we kleren aan? Als de juf je vraagt om iets te doen waar je geen zin in hebt, moet je het dan toch doen? Kun je van iemand houden die nog niet geboren is? Zijn ouders heilig? Waarom mis je iemand als diegene weg is? Wie is de baas van het heelal? Waar komen ‘goed’ en ‘kwaad’ vandaan? Moet je je schamen in je blootje? Hoe bepalen we of een schilderij of een muziekstuk ‘mooi’ is? Waarom is fantasie niet echt? Wat kan ik weten? Wat mag ik hopen? Wat kan ik verwachten van een vriend? Wat kan ik verwachten van mijn liefdespartner? Is technologische vooruitgang goed of slecht? Is liefde belangrijk in een huwelijk of kun je ook om andere redenen trouwen? Wat is er aan het eind van het heelal? Wat is het niets? Verwijzen alle woorden naar iets in de wereld? Bestaat oneindigheid? Waarom zijn mensen aardig tegen elkaar? Wat betekent ‘normaal’? Is er verschil tussen jongens en meisjes? Wat betekent ‘trouw zijn’? Is het belangrijk om verliefd te zijn voordat je gaat trouwen? Hoort liefde bij seks? Hoort seks bij liefde? Is het normaal om homo te zijn? Is het belangrijk om mooi te zijn? Kun je van jezelf houden? Is seks op televisie verkeerd? Waarom zouden mensen seks hebben? Is het de bedoeling om later kinderen te krijgen? Is een verkrachter een slecht mens? Waarom mag een volwassene niet met kinderen jonger dan achttien vrijen? Mag je vrijen voordat je trouwt? Hoe leer je wat het verschil is tussen mooi en lelijk? Brengt schoonheid geluk? Als je per ongeluk iets verkeerd doet, ben je dan schuldig? Wat maakt een spelletje een spelletje? Gelden er in de klas andere regels dan op straat? Waar was je voor je geboorte? Is ‘meer’ altijd beter? Is iemand met meer geld belangrijker dan iemand met weinig geld? Is Obama belangrijker dan een vuilnisman? Heeft de koningin meer recht op goede zorg in het ziekenhuis dan een burger? Zou het leuk zijn om prins(es) te zijn? Moeten we voorzichtig zijn met de natuur? Wat is verliefdheid? Heeft een vlieg gevoel? Kunnen planten voelen? Is het soms goed om geweld te gebruiken? Is het mogelijk om alles te weten?


K I N D E R E N E N ...

liefde, relaties en seksualiteit filosoferen met kinderen Liefde of seksualiteit komen niet of nauwelijks voor bij lessen of trainingen sociale vaardigheden. Liggen deze onderwerpen in een taboesfeer? Of horen ze alleen thuis in de opvoedsituatie buiten de school? Ze roepen heel verschillende en bovendien vaak gemengde gevoelens op. Kinderen en‌ liefde, relaties en seksualiteit biedt materiaal om in de verschillende groepen aansluitend bij de ontwikkeling van kinderen met dit thema aan de slag te gaan. Het bestaat uit een lesmap met katernen en een prentenboek, getiteld Saar en Jop. Onderwerpen als liefde, vriendschap en seksualiteit kunnen goed met kinderen besproken worden. De seksuele ontwikkeling van kinderen maakt deel uit van hun algemene ontwikkeling. Kinderen verkennen en ontdekken het terrein van liefde, relaties en seksualiteit in hun eigen tempo en wanneer zij daar zelf aan toe zijn. Uiteraard is het wel aan de school, de individuele leraar en/of ouders om te kiezen voor onderwerpen die wel of niet in een groep behandeld kunnen worden. Het is enerzijds belangrijk rekening te houden met culturele, levensbeschouwelijke en maatschappelijke overtuigingen, en anderzijds is een open, veilig en vertrouwd klimaat in de school nodig om thema’s rond liefde, relaties en seksualiteit te bespreken. Het vertrekpunt van de lessen in Kinderen en‌ liefde, relaties en seksualiteit is dan ook om vanuit realistische situaties en ervaringen verschillende onderwerpen te behandelen aan de hand van een filosofisch gesprek. Bij de keuze van de onderwerpen is rekening gehouden met de ontwikkelingsfase van kinderen. Het filosofisch gesprek is de basis van iedere les voor elke bouw. Hoe een filosofisch gesprek te voeren wordt uitgebreid en duidelijk uitgelegd. Met extra lesmateriaal op www.kwintessens.nl/liefde. Auteurs Maaike Merckens Bekkers en Sabine Wassenberg

ISBN 978 90 5788 317 0

Bestelnummer 6517


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.