Kwink &…
de Week van de Mediawijsheid 2019
Aan of uit?
Colofon Tekst – Wouter Siebers (projectleider Kwink) Redactie – Gerard van Midden (projectadviseur Kwink) Een aantal keer per jaar verschijnt Kwink &. Deze uitgaves worden samengesteld door de makers van Kwink, vooral aansluitend bij bekende themaweken in het basisonderwijs, zoals de Week Tegen Pesten (september), de Week van de Mediawijsheid (november) en de Week van de Lentekriebels (maart). Dan wordt de algemene doelstelling van de themaweek verbonden met specifieke SEL-doelstellingen. Altijd inhoudelijk onderbouwd en met concrete lessuggesties voor de leerkracht.
Kwink &…
de Week van de Mediawijsheid
Kwink &… de Week van de Mediawijsheid ‘Aan of uit?’ Dát is het thema van de jaarlijkse Week van de Mediawijsheid die in 2019 plaatsvindt van 8 tot en met 15 november. De methode Kwink voor sociaal-emotioneel leren steunt deze speciale week actief, omdat de door Kwink gehanteerde SEL-competenties voor het grootste deel ook voor mediawijsheid gelden. In deze uitgave van de serie ‘Kwink &…’ vindt u praktische werkvormen voor in de klas en achtergronden. We starten in dit katern met 15 activiteiten, voor elke bouw vijf. Op die manier kunt u elke dag (kort) aandacht besteden aan de Week van de Mediawijsheid. We verwijzen u ook graag naar les 6 van Kwink voor sociaal-emotioneel leren. Deze les gaat helemaal over het thema ‘Aan of uit?’ De achtergronden in dit katern zijn gebaseerd op adviezen van verschillende experts die in opdracht van mediawijzer.net adviezen hebben gegeven over welke competenties nodig zijn voor mediawijsheid. Maak er een mooie, mediawijze week van! Met vriendelijke groet, namens de makers van Kwink, Wouter Siebers projectleider Kwink
Kwink is een methode van
voor inspirerend onderwijs
3
11
Kwink &‌
de Week van de Mediawijsheid
Wat is wijs: aan of uit? Praktische lestips voor onder-, middenen bovenbouw Een sociaal competente leerling is waarschijnlijk ook online sociaal en verstandig. De competenties: Besef van jezelf, Zelfmanagement, Besef van de ander, Keuzes kunnen maken en Relaties kunnen hanteren zijn dan ook feilloos toe te passen op mediawijsheid. Let op: Verschillende lestips voor de middenbouw staan zowel bij de onderbouw als bij de bovenbouw. Zo kunt u nog beter de activiteiten afstemmen op het niveau van de groepen 4, 5 en 6.
Onderbouw/middenbouw Aan of uit? - 1. Wat zie jij? Doel: emoties herkennen tijdens het kijken van een filmpje Nodig: digibord Verdeel de kinderen in twee groepen. EĂŠn helft kijkt naar een filmpje op het digibord (grappig, zielig, spannend) dat u van tevoren zelf heeft uitgezocht. De andere kinderen staan op een plek waar ze de gezichten van de eerste groep goed kunnen zien. Bespreek na het (korte) filmpje welke emoties de
kinderen gezien hebben? Hoe keken de leerlingen? Welke gezichtsuitdrukkingen waren waarneembaar? Gebruik eventueel de emotiewoordenschatkaarten (zie bijlage 1; of de digibord-omgeving van Kwink) Aan of uit? - 2. Wat zie jij graag? Doel: kinderen verkennen verschillend beeldmateriaal en ontdekken hierin verschillen Nodig: digibord of computers/tablet Laat de kinderen vertellen waar ze graag naar kijken. Na een korte inventarisatie laat u ze in tweetallen (of klassikaal bij gebruik van digibord) de door hen beschreven filmpjes kort bekijken. Daarna stelt u de volgende vragen: l Wat vond je leuk aan het filmpje van de ander? l Wat vond je niet/minder leuk aan het filmpje? l Lijken jullie filmpjes op elkaar? Leg eens uit. Aan of uit? - 3. Mediahoek Doel: kinderen komen tijdens een rollenspel in aanraking met vraagstukken rondom mediagebruik Nodig: nep-tablet, computer, telefoon e.d. Voeg gedurende deze week elektronische beeldapparaten toe in de hoeken van de klas.
Kwink is een methode van
voor inspirerend onderwijs
4
11
Kwink &‌
de Week van de Mediawijsheid
Daarbij kiest u voor het toevoegen aan bestaande hoeken, zoals de huishoek of bouwhoek. Natuurlijk is het ook mogelijk om een speciale mediahoek te maken. Als kinderen aan het spelen zijn kunt u ze aanmoedigen tot spel waarbij de grenzen van mediagebruik worden opgezocht. Denk hierbij aan vragen over de duur van het mediagebruik of vragen over de vrijheid/beperkingen die kinderen hierin ervaren. Aan of uit? - 4. Filmmuziek Doel: kinderen ervaren dat muziek veel effect heeft op gevoel, juist ook bij film Nodig: muziek, speellokaal Filmmuziek heeft veel invloed op het beeld en de emotie van de kijker. Tijdens deze oefening (in het speellokaal) ervaren kinderen deze emoties. Begin met vrolijke muziek en laat kinderen erbij bewegen (huppelen, springen). Zet vervolgens een spannend muziekje op. Hoe bewegen de leerlingen nu? Beschrijf wat u ziet. Laat kinderen zowel in het lijf als door wat u zegt dit verschil ervaren.
Kwink is een methode van
Aan of uit? - 5. Speel het uit! Doel: kinderen spelen een situatie met betrekking tot mediagebruik uit. Door hierna te reflecteren op het spel ontstaat een gesprek. Nodig: speellokaal, situatiekaartjes (zie bijlage 2) Je zit samen met een vriendje een filmpje te kijken waarvan je schrikt. l Je zit lang achter je tablet samen met drie andere vriendjes. Je nek begint pijn te doen en je benen zijn stijf. Het spel wat jullie spelen is heel spannend. Wat doe je? l Je speelt een nieuw spel op je spelcomputer. Het lukt maar niet om naar het volgende level te gaan. Je bent een doorzetter en moet het volgende level halen. Wat doe je? l
voor inspirerend onderwijs
5
11
Kwink &…
de Week van de Mediawijsheid
Middenbouw/bovenbouw Aan of uit? - 1. Internetwoorden Doel: in gesprek komen over persoonlijke ervaringen met internet Nodig per groepje van vier: groot vel papier en vier stiften Maak groepjes van vier. Elk groepje krijgt een groot vel papier en stiften. Om de beurt schrijven de groepsleden een woord op het vel dat te maken heeft met internet. Over wat het is, wat leerlingen er online doen, positieve en negatieve ervaringen enzovoort. Als niemand meer een goed woord weet, mogen ze om de beurt één woord omcirkelen waarover ze meer willen vertellen aan elkaar. Zeg van tevoren dat ze hier als groepje kort verslag over moeten doen aan de hele groep straks. Klaar? Dan schrijven ze in overleg met elkaar bij elk woord of ze het liever AAN laten staan (= geen problemen mee) of liever UIT zetten (wel problemen mee). Hang alle vellen tot slot bij elkaar, zodat de resultaten met de hele groep gedeeld kunnen worden. Aan of uit? - 2. Creatief spel Doel: Door creatief spel bewust maken dat je kunt kiezen om internet uit te zetten of aan te laten staan Maak groepjes van drie. Elk groepje kiest een van de volgende situaties om uit te spelen. Welke situatie ze ook kiezen, elk toneelstukje eindigt met deze slotvraag: ‘Wat vind jij? Aan of uit?’ Laat een aantal situaties uitspelen voor de groep en de slotvraag door de groep beantwoorden. Situatie 1 Een kind komt uit school en zet meteen internet aan. Zijn ouders denken dat het internet nodig heeft voor zijn huiswerk. Dat is zo, maar lang niet altijd… Het kind speelt ook games en kijkt ook filmpjes. Als een van de ouders hem/haar een heftig filmpje ziet bekijken, ontstaat er meteen een discussie. Die loopt uit op ruzie als de andere ouder zich er ook mee gaat bemoeien. Het gaat helemaal mis als de ouders dreigen dat hij/zij een week lang niet meer op internet mag, omdat ze begrijpen dat het kind ’s nachts slechter in slaap valt dan vroeger.
Kwink is een methode van
Hoe loopt dit af? Zorg voor een duidelijk einde met de vraag: ‘Wat vind jij? Aan of uit?’ Situatie 2 Een kind zit op internet en ontdekt een bewerkte foto die niet leuk is voor zijn beste virend(in). Het kind twijfelt wat het nu zal doen? Uiteindelijk belt hij met een andere vriend(in) om hulp te vragen. Die zegt: ‘Ik kom wel even naar je toe, want waar ik nu ben heb ik geen internet, maar ik neem ook mijn vriendje mee, ok?’ Met z’n drieën bekijken ze de vervelende foto. Hierop reageren de twee nieuwkomers ook met tegengestelde reacties en adviezen. Nu weet het kind nog niet wat het moet doen. Als ze verder doorklikken worden de foto’s steeds vervelender. Hoe loopt dit af? Zorg voor een duidelijk einde met de vraag: ‘Wat vind jij? Aan of uit?’ Aan of uit? - 3. Ik ga online als… Doel: verkennen van internetgebruik en de grenzen die daar aan zitten Nodig: twee vellen papier en pennen ‘Ik ga online als…’ Laat deze vraag drie minuten bespreken door duo’s. Elk lid van het duo krijgt een vel papier en
voor inspirerend onderwijs
6
11
Kwink &…
de Week van de Mediawijsheid
Schrijf deze woorden op stroken papier: angstig, boos, geïrriteerd, gekwetst, gestrest, onzeker, verdrietig. Hang de stroken op verschillende plekken op in het lokaal. De kinderen lopen in stilte door het lokaal en lezen alle woorden. Klaar? Zeg dan: ‘Loop naar een emotie die je weleens hebt gevoeld toen je op internet zat.’ Laat de kinderen die bij hetzelfde emotiewoord staan over hun emoties praten. Maak de groepjes niet groter dan drie kinderen per emotiewoord. Als ze hun ervaringen gedeeld hebben, bespreken ze met elkaar wat ze in de betreffende voorbeelden gemerkt hebben aan: - hun lijf - hun gedachten - hun (sociale) omgeving Tot slot: laat in groepjes positieve emotiewoorden op de stroken schrijven als gevolg van internetgebruik. Die kunnen ze eventueel over de stroken met negatieve woorden plakken. een pen en geeft om de beurt een reden waarom hij/zij online gaat, dus ‘aan’ staat. Dit woord schrijft het andere lid van het duo op een vel papier en vice versa. Klaar? Dan ruilen de duo’s van vel papier. Ze bespreken nu met elkaar de woorden en verkennen per opgeschreven woord de vraag: ‘Welke grens zit er aan dit gebruik en zet je internet dus uit?’ (Als het antwoord bijvoorbeeld is: ‘Ik ga online als… ik een filmpje wil zien’ hoort daar de vraag bij: ‘Wanneer gaat een filmpje voor jou over de grens en zet je internet dus uit?’) Alle duo’s klaar? Dan lopen alle kinderen met hun vel papier voor hun borst en gaan ze op het teken van de leerkracht in gesprek met degene die op dat moment het dichtst bij hen staat om een gezamenlijke ervaring te delen over de grenzen van internetgebruik. Aan of uit? - 4. Emoties Doel: bewust worden van de negatieve emoties die internet kan oproepen Nodig: stroken papier met op elke strook een emotie; een aantal lege stroken en stiften
Kwink is een methode van
Aan of uit? - 5. Van aan naar uit en weer anders aan Doel: Na intensief internetten weer tot rust komen in je hoofd Leg het doel van de oefeningen uit. Alle kinderen zitten in een kring met hun voeten plat op de grond met ontspannen schouders. Geef ze nu na elkaar de volgende opdrachten: 1. Benoem in stilte voor jezelf vijf concrete dingen die je nu ziet. 2. Benoem in stilte voor jezelf vijf concrete dingen die je nu hoort. 3. Benoem in stilte voor jezelf vijf concrete dingen die je nu voelt; dus geen emoties, maar fysieke dingen (rug tegen stoel, haar op mijn wang enz.) Sommige kinderen vinden dit makkelijker als ze hierbij hun ogen sluiten. Bespreek alles na. Wat kunnen ze nog opnoemen van wat ze zagen, hoorden en voelden?
voor inspirerend onderwijs
7
11
Kwink &…
de Week van de Mediawijsheid
Achtergrond informatie De Week van de Mediawijsheid: het thema Het thema van deze speciale week is: ‘Aan of uit?’ Op www.weekvandemediawijsheid.nl staat hierover het volgende: Apparaten zoals je smartphone, tablet en televisie hebben een aan- en uitknop, maar hoe zit dat bij jou? Zit jij aan de knoppen van je mediagebruik? Wanneer sta je ‘aan’ en wanneer ‘uit’? Veel van ons staan graag ‘aan’. Wanneer we wakker worden scrollen we door het laatste nieuws. We plannen online onze reis voordat we op pad gaan. En de rest van de dag houden we contact met anderen, delen we grappige filmpjes en googelen we naar het antwoord op een dringende vraag. Maar de tijd vliegt tijdens een avond scrollen op de bank door een tijdlijn vol vage bekenden. En je lichaam geeft signalen af dat altijd aanstaan niet kan: te weinig slaap, last van je nek, slechter wordende ogen. Jezelf ‘uit’ kunnen zetten is ook nodig. Sommigen van ons staan weer teveel uit en maken onvoldoende gebruik van digitale media. Van het vinden van een nieuwe baan, tot videobellen met de huisarts, tot online leren: slim aanstaan kan je veel opleveren en je leven verrijken. Het belang van mediawijsheid Het medialandschap is de afgelopen jaren ingrijpend veranderd. Media bepalen steeds vaker
hoe we met elkaar omgaan en in welke richting onze maatschappij zich ontwikkelt. Ons hele leven speelt zich inmiddels af via media: van het vinden van een baan tot het zoeken naar een partner, van het doen van de dagelijkse boodschappen tot de aanschaf van luxe goederen. Maar ook minder prettige zaken als pesten, diefstal, criminaliteit en terrorisme spelen zich intussen online af. De digitalisering en de opkomst van sociale media hebben dus grote impact op onze samenleving. Om maximaal gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden die media bieden, is het belangrijk dat we beschikken over bepaalde competenties die ons mediawijs maken. Het is immers de combinatie van toegang, begrip en het (kunnen) creëren die bepaalt in hoeverre we kritisch en creatief met media om kunnen gaan en deze in ons voordeel kunnen inzetten. Wat is mediawijsheid? Mediawijsheid is de verzameling competenties die je nodig hebt om actief en bewust te kunnen deelnemen aan de mediasamenleving. Maar om welke competenties gaat het dan? Mediawijzer. net – in 2008 opgericht door de ministeries van OC&W en Jeugd en Gezin - heeft dit onderzocht en heeft, in één omvattend model, een lijst van tien vaardigheden gepubliceerd. Die tien vaardigheden vallen onder vier hoofdbegrippen: begrip, gebruik, communicatie en strategie.
Kwink is een methode van
voor inspirerend onderwijs
8
11
Kwink &…
Begrip
de Week van de Mediawijsheid
Gebruik
B1. Inzicht hebben in de medialisering van de samenleving
B2. Begrijpen hoe media gemaakt worden
B3. Zien hoe media de werkelijkheid kleuren
G1. Apparaten, software en toepassingen gebruiken
Communicatie G2. Oriënteren binnen mediaomgevingen
Hieronder lichten we – met dank aan mediawijzer. net – elk van de tien competenties kort toe. B1. Inzicht hebben in de medialisering van de samenleving Media – oude en nieuwe – zijn steeds nadrukkelijker in onze levens aanwezig. Vrijwel de hele dag zijn we verbonden met computers, tablets, smartphones, televisies, radio’s, kranten, game consoles... l
C1. Informatie verwerken
C2. Content creëren
Strategie C3. Participeren in sociale netwerken
S1. Reflecteren op het eigen mediagebruik
S2. Doelen realiseren met media
wikkelder vaardigheden als internet op je mobiel instellen of een Prezi maken, tot complexe vaardigheden als een video editen of een website bouwen. l
Wie mediawijs is, staat open voor gebruik van nieuwe media, maar wordt er ook geen slaaf van. Hij exploreert nieuwe toepassingen en technologieën actief, maar laat zich niet door iedere hype meeslepen en zet zijn telefoon ook weleens uit.
Mediawijsheid begint met het bewustzijn van de processen van medialisering en hun effecten.
B2. Begrijpen hoe media gemaakt worden Veel media-inhouden komen tot ons in kant-enklare vorm. Kranten en commercials zijn ‘af’ op het moment dat je ze te zien krijgt. Daar gaan technische, economische en strategische beslissingen van mediaproducenten aan vooraf. l
Mediawijs zijn betekent: begrijpen hoe de media die je consumeert tot stand zijn gekomen.
B3. Zien hoe media de werkelijkheid kleuren Media geven de werkelijkheid altijd vanuit een bepaald perspectief weer. Vaak is dit perspectief nadrukkelijk aanwezig, zoals bij een commercial voor een bepaald product of een reportage die een misstand aan de kaak stelt. l
Mediawijs zijn betekent: begrijpen hoe media de werkelijkheid re-presenteren om op basis daarvan afgewogen oordelen te kunnen vormen.
G1. Apparaten, software en toepassingen gebruiken Actief deelnemen aan de mediasamenleving begint met de vaardigheden om media technisch te kunnen gebruiken. Van basale vaardigheden als een muis besturen of een bijlage openen, via inge-
Kwink is een methode van
voor inspirerend onderwijs
9
11
Kwink &…
de Week van de Mediawijsheid
G2. Oriënteren binnen mediaomgevingen In onze leefwereld zijn media steeds nadrukkelijker aanwezig. Wat vroeger een strand was, is nu een plaats waar je incheckt, foto’s uploadt en je biezen pakt als Buienradar het zegt. Ook brengen we meer en meer tijd door binnen omgevingen die volledig online of virtueel zijn, zoals Facebook en Second Life. l
Een mediawijs iemand onderzoekt de mogelijkheden en ontwikkelt zo de vaardigheden om optimaal te bewegen binnen mediaomgevingen.
C1. Informatie verwerken In de hedendaagse informatiesamenleving is informatie in overvloed beschikbaar. Publieke en commerciële omroepen zenden 24 uur per dag uit. Dagelijks rollen er drie miljoen kranten van de persen. De Nederlandse bibliotheken lenen jaarlijks honderd miljoen boeken uit. l
Mediawijs zijn betekent: kunnen vinden wat je zoekt, selecteren wat je nodig hebt. En kunnen bepalen of de informatie betrouwbaar is of niet. En ook: optimaal gebruik weten te maken van relevante informatie door deze zinvol op te slaan en te delen met anderen.
Kwink is een methode van
C2. Content creëren De huidige mediasamenleving is een 2.0 samenleving. Burgers hebben zich ontwikkeld van consumenten tot ‘prosumenten’. We kijken niet alleen passief tv, maar reageren op wat we zien op Twitter. We gaan niet alleen naar de bioscoop, maar plaatsen ook eigen video’s op YouTube. We leren niet alleen over de wereld uit boeken en encyclopedieën, maar schrijven er zelf over in blogs en dragen bij aan Wikipedia. l
Mediawijs zijn betekent: functionele en aansprekende content kunnen creëren om je boodschap optimaal over te brengen aan je doelgroep.
C3. Participeren in sociale netwerken Onze samenleving is een netwerksamenleving. Via email, smartphones, online games en sociale media staan we 24/7 met elkaar in verbinding. Via netwerken als Twitter, LinkedIn, Facebook, Instagram en World of Warcraft verenigen we ons in online gemeenschappen. l
voor inspirerend onderwijs
Een mediawijs iemand weet wanneer mediagebruik van anderen ongepast is, kan dit resoluut beëindigen en streeft uiteraard eigen doelstellingen na, maar heeft ook oog voor de belangen van anderen en van de gemeenschap als geheel.
10
11
Kwink &…
de Week van de Mediawijsheid
S1. Reflecteren op het eigen mediagebruik Begrip, Gebruik en Communicatie zijn uiteindelijk slechts voorwaardelijk voor de laatste competentiegroep: Strategie. Want zoals de betekenis van het woord aangeeft, zijn ‘media’ uiteindelijk altijd middelen om persoonlijke, sociale, professionele en maatschappelijke doelen te realiseren. l
Mediawijsheid is: inzicht hebben in het eigen mediagebruik om op basis daarvan weloverwogen keuzes te kunnen maken om het eigen media handelen te optimaliseren.
S2. Doelen realiseren met media In onze mediasamenleving is het nagenoeg onmogelijk persoonlijke, sociale, professionele en maatschappelijke doelen te realiseren zonder op de een of andere wijze gebruik te maken van media. l
Mediawijs zijn betekent: op basis van een geïnformeerd oordeel over de mogelijkheden (en beperkingen) van media, deze optimaal in weten te zetten om je eigen doelstellingen te realiseren. De unieke, persoonlijke manier waarop je dit doet, bepaalt uiteindelijk wat jouw digitale identiteit is.
Kwink is een methode van
Mediawijzer.net heeft de tien competenties ook nog verdeeld in verschillende, oplopende niveaus. Zie hiervoor mediawijzer.net. Kwink en mediawijsheid Kwink voor sociaal-emotioneel leren stelt ieder jaar nieuwe lesdoelen vast. Die doelen sluiten altijd aan bij een van de vijf SEL-competenties: besef van jezelf, zelfmanagement, besef van de ander, relaties hanteren en keuzes maken. Deze vaardigheden spelen alle ook een grote rol bij mediawijsheid. Dat laten de tien gekozen competenties door mediawijzer.net ook overduidelijk zien. Daarnaast komen in Kwink in vrijwel elke les aspecten van de 21 e-eeuwse vaardigheden aan bod: creativiteit – kritisch denken – probleemoplossend denken – communiceren – samenwerken – sociale en culturele vaardigheden – digitale geletterdheid – zelfregulering. Ook deze vaardigheden zijn belangrijk voor mediawijsheid. Uitgangspunt van Kwink is dat minstens een van de 20 jaarlijkse lessen specifiek over het thema mediawijsheid gaat.
voor inspirerend onderwijs
11
11
Emotiewoorden
Kwink is een methode van
Bijlage 1a
voor inspirerend onderwijs
Emotiewoorden
Kwink is een methode van
Bijlage 1b
voor inspirerend onderwijs
Emotiewoorden
Kwink is een methode van
Bijlage 1c
voor inspirerend onderwijs
Emotiewoorden
Kwink is een methode van
Bijlage 1d
voor inspirerend onderwijs
Emotiewoorden
Kwink is een methode van
Bijlage 1e
voor inspirerend onderwijs
Bijlage 2
Je zit lang achter je tablet samen met drie andere vriendjes. Je nek begint pijn te doen en je benen zijn stijf. Het spel wat jullie spelen is heel spannend. Wat doe je?
J e zit samen met een vriendje een filmpje te kijken waarvan je schrikt.
Je speelt een nieuw spel op je spelcomputer. Het lukt maar niet om naar het volgende level te gaan. Je bent een doorzetter en moet het volgende level halen. Wat doe je?
Kwink is een methode van
voor inspirerend onderwijs
Nog geen Kwink-abonnement? Probeer Kwink gratis uit. Vraag een proefabonnement aan. Dan kan de hele school een aantal weken gratis met Kwink aan de slag. Ga naar: www.kwinkopschool.nl Tot ziens!
Berkenweg 11 3818 LA Amersfoort
www.kwinkopschool.nl