Kwink &... de Week van de Mediawijsheid 2020

Page 1

Kwink &…

de Week van de Mediawijsheid

6 t/m 13 november 2020

‘Wat is jouw digitale balans? - Je hebt het zelf in de hand’


Colofon Tekst – Gerard van Midden en Wouter Siebers Redactie – Gerard van Midden Een aantal keer per jaar verschijnt Kwink &. Deze uitgaves worden samengesteld door de makers van Kwink, vooral aansluitend bij bekende themaweken in het basisonderwijs, zoals de Week Tegen Pesten (september), de Week van de Mediawijsheid (november) en de Week van de Lentekriebels (maart). Dan wordt de algemene doelstelling van de themaweek verbonden met specifieke SEL-doelstellingen. Altijd inhoudelijk onderbouwd en met concrete lessuggesties voor de leerkracht.


Kwink &…

de Week van de Mediawijsheid

Kwink &... de Week van de Mediawijsheid ‘Wat is jouw digitale balans? – Je hebt het zelf in de hand’ Dát is het thema van de jaarlijkse Week van de Mediawijsheid die in 2020 plaatsvindt van 6 tot en met 13 november. De methode Kwink voor sociaal-emotioneel leren ondersteunt deze speciale week actief, omdat de door Kwink gehanteerde SEL-competenties voor het grootste deel ook voor mediawijsheid gelden. In deze uitgave van de serie Kwink &... vind je twee posters (voor jongere en oudere kinderen), praktische werkvormen voor in de klas en achtergronden. Met het thema ‘Wat is jouw digitale balans?’ dagen we leerlingen uit na te denken over hun mediagedrag. Hoeveel media nemen ze per dag tot zich en is er een balans met andere activiteiten? Dit katern richt zich op het aanbieden van die andere activiteiten. Vaak vragen deze activiteiten wat meer actief denkwerk dan het pakken van een tablet. Door dit op school aan te bieden stimuleren we leerlingen deze activiteiten in hun vrije tijd voort te zetten. We behandelen per bouw vijf elementen, voor elke dag één: Maandag: Het beste uit jezelf met buitenspelen Dinsdag: Het beste uit jezelf met lezen Woensdag: Het beste uit jezelf met bewegen Donderdag: Het beste uit jezelf met creativiteit Vrijdag: Het beste uit jezelf met anti-verveeltips voor thuis De achtergronden in dit katern zijn gebaseerd op adviezen van verschillende experts die in opdracht van mediawijzer.net aangegeven hebben welke competenties nodig zijn voor mediawijsheid. Maak er een mooie, mediawijze week van! Met vriendelijke groet, namens de makers van Kwink, Wouter Siebers projectleider Kwink

Kwink is een methode van

voor inspirerend onderwijs

3

15


Kwink is een methode van

voor inspirerend onderwijs l

Onderbouw / Middenbouw

Vrije tijd in balans?


Kwink is een methode van

voor inspirerend onderwijs l

Bovenbouw

Wat is jouw digitale balans?


Kwink &…

de Week van de Mediawijsheid

Onderbouw

Dinsdag: Het beste uit jezelf met lezen

Maandag: Het beste uit jezelf met buitenspelen 1. Hinkelen Teken op het plein een hinkelbaan van 1 tot en met 10. De kinderen moeten eerst een steentje gooien in vakje 1. Gelukt? Dan gaan ze hinkelen, maar ze mogen niet op vakje 1 gaan staan. Daar moeten ze overheen springen. Enz. Komt het steentje niet in het juiste vakje? Dan zijn ze af. Dat is ook zo als ze tijdens het hinkelen buiten het vakje komen. Tip: Teken meerdere hinkelbanen zodat meer kinderen tegelijk het spel kunnen doen. 2. Pas op: hete aardappel! De kinderen staan buiten in een kring en geven een aardappel door. Eén kind staat in het midden van de kring en heeft een blinddoek voor. Als hij luid ‘hete aardappel!’ roept, moet het kind dat op dat moment de aardappel heeft, uit de kring. Winnaar is degene die het langst in de kring blijft staan. 3. Etenstijd! Eén kind is de heks. Dit kind staat met de rug naar de andere kinderen toe, zo’n 10 meter van hen vandaan. De kinderen vragen: ‘Heks, hoe laat is het?’ De heks antwoordt (bijvoorbeeld): ‘drie uur’. De kinderen mogen dan drie stappen naar voren lopen. Dit gaat net zo lang door totdat de kinderen vlak bij de heks zijn. Als de kinderen dán vragen hoe laat het is, antwoordt de heks: ‘Etenstijd!’ De heks draait zich om en probeert de kinderen te tikken voordat ze bij de eindstreep zijn (de plek waar ze begonnen met het spel). Tip: Maak foto’s van de spelletjes. Dan kunnen de kinderen de foto’s (eerst thuis vragen of dat mag) delen via de sociale media. Want… hoe meer kinderen buitenspelen, hoe beter en gezonder dat is!

Kwink is een methode van

voor inspirerend onderwijs

1. Voorlezen en bewegen Lees een prentenboek voor. Selecteer voordat je begint vijf woorden die redelijk vaak voorkomen in het verhaal. Verdeel die woorden over de kinderen in je groep (dus als je 25 kinderen in de groep hebt, krijgen steeds vijf kinderen hetzelfde woord). Ga nu het verhaal voorlezen. Zodra de kinderen ‘hun’ woord horen gaan ze staan, maken ze een rondedansje en gaan ze weer zitten. 2. Bibliotheekje spelen Richt een bibliotheekhoek in met (prenten-) boeken van school en boeken die kinderen van huis meenemen. Laat de kinderen de hoek verder zelf inrichten. Welke ideeën hebben ze? Wat maakt de hoek extra gezellig? Stimuleer vrij spel in deze hoek. Geef bijvoorbeeld de tip dat een kind de bibliothecaris is. Als een kind een boek komt lenen, beschrijft dit kind waar het boek over gaat zonder de titel te noemen. De bibliothecaris moet dan het goede boek pakken. Kinderen kunnen ook een tekening maken over hun favoriete boek en daar de hoek mee aankleden. Kunnen de andere kinderen raden bij welk boek die tekening hoort? En natuurlijk mogen de kinderen de boeken aan elkaar voorlezen (of erover vertellen als ze nog niet zelf kunnen lezen). 3. Jij hebt de hoofdrol! De kinderen mogen een verhaaltje bedenken waarin ze zelf de hoofdrol spelen. Houd hierover een gesprek met onder andere deze vragen: Wie of wat wil je zijn? Waar speelt het verhaal zich af? Wat gebeurt er in het verhaal? Wat doe jij in het verhaal? Hoe loopt het verhaal af? Laat een aantal verhaaltjes eventueel uitspelen. Daarna mogen de kinderen tekeningen maken bij hun zelfverzonnen verhaal. Laat er een aantal woorden bij schrijven of doe dat zelf. Bundel de tekeningen en laat de kinderen om de beurt over hun verhaal vertellen in de kring of in de bibliotheekhoek.

6

15


Kwink &…

de Week van de Mediawijsheid

Woensdag: Het beste uit jezelf met bewegen 1. Dansen Zoek een leuk liedje op internet (YouTube). Laat de kinderen daar lekker vrij op dansen. Doe dit vooral na een inspannende activiteit. Hoe voelen de kinderen zich na het dansen? Variatie laat twee kinderen steeds samen dansen. Hoe dansen ze nu? 2. Door de rij De kinderen staan in twee rijen tegenover elkaar. Kind 1 moet op een bepaalde manier door de rij lopen. De andere kinderen raden wie het nadoet. Bijvoorbeeld: l iemand

met een grote hond aan de lijn; peuter die leert lopen; l een agent die iemand achtervolgt; l iemand die een hoge berg beklimt; l iemand die op blote voeten over glas loopt; l een danser; l een voetballer; l een tennisspeler; l enz. l een

Geraden? Dan mogen alle kinderen de beweging vrij in de ruimte nadoen. Op jouw teken gaan ze weer in de rij staan.

Kwink is een methode van

voor inspirerend onderwijs

3. Bevriezen en ontdooien De kinderen staan ‘bevroren’ in de ruimte. Jij noemt telkens een lichaamsdeel op dat ‘ontdooit’. De kinderen bewegen dan alleen dit lichaamsdeel. Variatie De kinderen lopen kriskras door de ruimte. Telkens als jij op de trommel slaat, bevriezen ze en zeg je in wat ze moeten veranderen. Bijvoorbeeld: in een schaatser, in een beer, in een eend, in een voetballer enz. Sla je weer op de trommel? Dan bevriezen ze weer in een basishouding. 4. Voor- en nadoen Eén kind doet iets voor met zijn lijf, bijvoorbeeld opstaan. De andere kinderen doen dit na. Een tweede kind doet dit ook, maar voegt er iets aan toe, bijvoorbeeld opstaan en klappen. De andere kinderen doen dit weer na. Ze blijven dit doen totdat ze de juiste volgorde niet meer weten. 5. Plakken maar De kinderen wandelen vrij door de ruimte. Als jij een lichaamsdeel zegt, maken ze snel groepjes van twee en ‘plakken’ met dat lichaamsdeel aan elkaar vast.

7

15


Kwink &…

de Week van de Mediawijsheid

Vrijdag: Het beste uit jezelf met antiverveeltips voor thuis Op bijlage 1a zie je een bingokaart met zes vakjes. In vijf ervan staan anti-verveeltips. De kinderen mogen in het nog lege, grote vakje een tekening (of meerdere) maken. Welke ideetjes kunnen ze bedenken om zich thuis niet te vervelen? Doe de opdracht met de hele groep. Extra Houd een gesprek over vervelen. Stel onder andere deze vragen: l Hoe komt het dat je je weleens verveelt? l Hoe voel je je als je verveelt? l Wat ga je meestal doen als je je verveelt?

Donderdag: Het beste uit jezelf met creativiteit 1. Gekke vlekken Maak met een stokje van klodders verdunde plakkaatverf gekke vlekken en meng de kleuren. Bekijk de les op: www.laatmaarleren.nl 2. Laat de poppetjes… Teken met potlood vier lijnpoppetjes die allemaal iets anders doen en kleur de leukste in met kleurpotlood. Bekijk de les op: www.laatmaarleren.nl

Vijf anti-verveeltips voor thuis (bijlage 1a) 1. Zet een speurtocht uit in en om het huis voor je huisgenoten. 2. Pak een groot vel papier. Ga naar buiten en teken je huis. Teken er een fantasieomgeving (bijvoorbeeld een maanlandschap of heksenbos) omheen. 3. Maak tien foto’s met een mobiele telefoon van voorwerpen in huis. Kunnen je huisgenoten zeggen waar de voorwerpen staan in huis? 4. Zet samen met iemand anders (een ouder iemand) een beweegparcours uit in je huis met opdrachten. Bijvoorbeeld: loop drie keer de trap op en neer, kruip vijf keer onder je bed door, doe rek- en strekoefeningen in de tuin enz. Wie wil allemaal met je meedoen? 5. Bouw van niet-breekbare spullen in huis een zo hoog mogelijke toren. Maak er een foto van. Zet daarna alle spullen weer terug op hun plek.

3. Cirkels Geef elk kind een groot blad met daarop meerdere cirkels. Vul elke cirkel op een andere manier in of maak van de cirkel iets anders. Vergelijk aan het eind de cirkels met elkaar en bespreek wat er allemaal bedacht is.

Kwink is een methode van

voor inspirerend onderwijs

8

15


Kwink &…

de Week van de Mediawijsheid

Middenbouw

Maandag: Het beste uit jezelf met buitenspelen Van je stoel af. Lekker buitenspelen. Dat is gezond en dus goed voor jou. Deze tikspelletjes kun je op het schoolplein doen of met vriendjes bij jou in de buurt.

Vijf keer tikkertje-anders 1. Slierttikkertje Dat begint met één tikker. Tikt de tikker iemand? Dan houden ze elkaars handen vast. Samen gaan ze meer kinderen tikken. Ook die geven de tikkers een hand. Zo wordt het een lange tiksliert. Lukt het om zo iedereen te tikken? Breekt de sliert? Dan moet je opnieuw beginnen met een nieuwe tikker. 2. Poorttikkertje Er is één tikker. Tikt de tikker iemand? Dan gaat het kind dat getikt is met zijn benen wijd staan: de poort. Dat kind mag weer meedoen als een ander kind door de poort kruipt. Speel het spel ook een keer met twee of drie tikkers.

Kwink is een methode van

voor inspirerend onderwijs

3. Bokkensprongtikkertje Er is één tikker. Tikt de tikker iemand? Dan gaat het kind dat getikt is met een gekromde rug staan en de benen wijd. Dat kind mag weer meedoen als een ander kind over zijn rug springt. Speel het spel ook een keer met twee of drie tikkers. 4. Tweelingtikkertje Er zijn twee tikkers die elkaars hand moeten vasthouden. Heeft een van de tweeling iemand getikt? Dan mag hij omwisselen met de getikte speler. 5. Draaktikkertje Alle kinderen houden elkaars hand vast. Samen zijn ze een grote draak. Het kind vooraan is de kop van de draak. Het moet het laatste kind van de draak - de staart proberen te tikken. De kinderen in het midden moeten dat zien tegen te houden. Tip: vraag aan je juf of meester foto’s van de tikspelletjes wil maken. Dan kun je jouw foto (eerst thuis vragen of dat mag) delen via de sociale media. Hoe meer kinderen buiten gaan spelen, hoe beter en gezonder dat is!

9

15


Kwink &…

de Week van de Mediawijsheid

Dinsdag: Het beste uit jezelf met lezen Even geen beeldscherm maar plaatjes in je eigen hoofd maken. Dat doe je met… lezen. Stap maar in een verhaal. Dan is het net of je het avontuur zelf beleeft. Dat kan met deze lees-ideetjes. 1. Plezier in lezen begint met voorlezen Ga met je klasgenoten onderhandelen met je juf of meester. Zeg dat jullie elke dag minstens een kwartier voorgelezen willen worden. Bedenk waarom dat belangrijk is. Dat helpt als je de onderhandelingen wilt ‘winnen’. Gelukt? Bedenk nu hoe je er met elkaar achter kunt komen welk boek iedereen in de groep leuk vindt. Misschien kunnen jullie op internet naar leuke boeken zoeken, Maak een top drie van voorlees-toppers. Stem met elkaar welk boek het wordt. 2. Wat vind je leuk? Een boek moet leuk zijn om te lezen. Vind je het saai? Leg het boek dan weg. Maar hoe weet je nu of een boek leuk voor jou is? Maak duo’s in de klas. Nu heb je een eigen leesmaatje. Samen praat je over wat jullie hobby’s en interesses zijn. Bijvoorbeeld: voetbal, ruimtevaart, ridders. Of: paarden, bergen, kleding. Schrijf het antwoord op een kaartje voor jezelf. Een boek doet ook iets met jou. Wat wil je? Lachen, huilen of griezelen? Wil je verrast

Kwink is een methode van

voor inspirerend onderwijs

worden? Moet het verhaal ook een beetje over jouw eigen leven gaan? Ben je dol op fantasieverhalen of moeten ze echt gebeurd zijn? Wil je er iets van leren, iets ontdekken of avonturen beleven? Ook dat schrijf je op het kaartje. Ga nu naar www.landvanlezen.nl. Daar kun je ontdekken welk boek het beste bij jou past. Hoe? Door plaatjes aan te klikken die je wel of niet leuk vindt. En dan? Dan krijg je een paar tips over boeken die bij jij leuk vindt. Klopt dat ongeveer met wat er op jouw kaartje staat? Haal het boek samen met je leesmaatje in de bibliotheek en ga het lezen. Vertel aan elkaar hoe jullie de boeken vonden. 3. Je eigen boekomslag Wat is jouw favoriete boek? Zoek daar een paar zinnen in die je fantastisch vindt. Die zinnen schrijf je op de achterkant van een dubbelgevouwen A4. Schrijf eronder waar het boek over gaat. Op de voorkant van het A4-tje maak je eigen ontwerp voor een nieuw omslag van het boek. Zorg dat die tekening past bij de zinnen die je op de achterkant hebt geschreven. Natuurlijk zet je ook de naam van schrijver op het boek én… jouw naam als illustrator (tekenaar). Maak een foto van je eigen boekomslag. Deel de foto via de sociale media. Zo maak je ook anderen enthousiast voor jouw favoriete boek!

10

15


Kwink &…

de Week van de Mediawijsheid

Woensdag: Het beste uit jezelf met bewegen Gamen is natuurlijk heel leuk. En verslavend… Voordat je het weet zit je drie uur per dag aan een scherm vastgeplakt. Oeps, niet gezond! Terwijl lekker bewegen ook heel leuk kan zijn. Dus… in de benen. Deze drie tips helpen je daarbij. 1. Zo groot mogelijk Maak met alle kinderen van je groep een kring op het schoolplein. Dat doe je zo: ga in een cirkel staan en geef elkaar een hand. Laat de handen los. Eén kind gooit een bal naar een ander kind in de kring. Goed gevangen? Dan doet iedereen in de kring een stapje naar achter. Zo wordt de kring groter en groter. Maar… laat iemand de bal per ongeluk vallen? Dan ga je weer naar de beginkring. Hoe groot kunnen jullie de kring maken? 2. In balans blijven Maak tweetallen die tegenover elkaar gaan staan. Zet de voeten stevig op de grond en houd de handen tegen elkaar aan. Tel af: 3, 2, 1, start! Nu mogen de tweetallen proberen de ander uit balans te krijgen. Je krijgt een punt als de ander een stap moet verzetten. Dan start je weer in de beginpositie. Wie heeft er als eerste vijf punten? Extra (voor de leerkracht): Leg uit wat je lichaamshouding betekent. Je manier van staan, het verdelen van je kracht en balans. Als je dat goed kunt, kun je een ander ook beter duidelijk maken wat je wilt. Het spel vergroot dus ook het zelfvertrouwen van kinderen. 3. Dans-uitdaging Ga een uitdaging aan met je juf of meester. Spreek af dat jullie met de hele groep lekker vrij op muziek mogen bewegen nadat jullie een bepaalde uitdaging goed hebben volbracht. Verzin iets wat jullie gewoon tijdens de lesdag op school kunnen doen. Gelukt? Dan is de beloning dus dansen. Kies een leuk liedje op YouTube en ga los! Vraag of je juf of meester er een filmpje van wil maken met een mobiele telefoon. Dan kunnen jullie met z’n allen nog even nagenieten.

Kwink is een methode van

voor inspirerend onderwijs

Donderdag: Het beste uit jezelf met creativiteit Lekker ontspannen? Ga iets creatiefs doen. Je krijgt via internet een aantal te gekke tips. 1. Fantasiefiguren Plak stukken van een eierdoos op een vel papier en laat je kwast met kleuren fantasiefiguren schilderen met heldere kleuren plakkaatverf. Bekijk de les op: www.laatmaarleren.nl 2. Fantasievoertuigen Teken met viltstift een fantasievoertuig door decoratief te spelen met lijnen, patronen, kleuren en vormen. Bekijk de les op: www.laatmaarleren.nl 3. Maak een vriendengroep Knip uit papier mensfiguren en deel ze met je groepsgenootjes. Plak met die figuurtjes een vriendengroep en geef ze met kleur (viltstift, oliepastel of kleurpotlood) een eigen karakter. Bekijk de les op: www.laatmaarleren.nl

11

15


Kwink &‌

de Week van de Mediawijsheid

Vrijdag: Het beste uit jezelf met antiverveeltips voor thuis Verveel je je thuis? Dan pak je misschien snel een tablet of telefoon voor een spelletje. Leuk natuurlijk, maar voordat je het weet zit je er weer twee uur aan vast. Daar kun je wat aan doen! Hoe? Met de anti-verveeltips voor thuis. Op bijlage 1b zie je een bingokaart met tien vakjes. In acht ervan staan al anti-verveeltips. Jij mag op school de nog twee lege vakjes invullen. Welke ideetjes kun je bedenken om je thuis niet te vervelen? Doe dat samen met andere kinderen uit je groep. Succes! Extra (voor de leerkracht): houd een gesprek over vervelen. Stel onder andere deze vragen: l Hoe komt het dat je je weleens verveelt? l Hoe voel je je als je verveelt? l Wat ga je meestal doen als je je verveelt? l Wat vind jij: is vervelen erg of niet? Waarom? l Welk voordeel heeft vervelen? (Je gaat nadenken over wat er allemaal kan en wat je leuk vindt; je kunt er dus creatief van worden.) Acht anti-verveeltips voor thuis (bijlage 1b) 1. Zet een speurtocht uit in en om het huis voor je huisgenoten. 2. Verstop tien blaadjes met quizvragen in je huis. Laat je huisgenoten de blaadjes zoeken en de vraag die erop staat beantwoorden. Ze mogen internet gebruiken om achter het antwoord te komen.

Kwink is een methode van

voor inspirerend onderwijs

3. Pak een groot vel papier. Ga naar buiten en teken je huis. Teken er een fantasieomgeving (bijvoorbeeld een maanlandschap of heksenbos) omheen. 4. Maak tien foto’s met een mobiele telefoon van voorwerpen in huis. Let op: je fotografeert niet het hele voorwerp maar een stukje ervan. Kunnen je huisgenoten raden om welke voorwerpen het gaat? 5. Zet een beweegparcours uit in je huis met opdrachten. Bijvoorbeeld: loop drie keer de trap op en neer, kruip vijf keer onder je bed door, doe rek- en strekoefeningen in de tuin enz. Wie wil allemaal met je meedoen? 6. Schrijf alle letters van het alfabet op een groot vel papier, behalve de Q, X en Y. Loop het huis door en schrijf achter elke letter een voorwerp dat met een letter uit het alfabet begint. Bijvoorbeeld: A = aardappelschilmesje. Misschien willen je huisgenoten wel meedoen. 7. Schrijf de volgende woorden op een blaadje: raam, deur, gordijn, lamp, bed, spiegel, stoel, radiator, kussen, tafel. Schrijf daarna achter elk woord op hoeveel ervan in jouw huis zijn. Dus ga je het aantal ramen, deuren, gordijnen enz. tellen in huis. Laat dit ook door een van je huisgenoten doen. Komen jullie op hetzelfde aantal? 8. Bouw van niet-breekbare spullen in huis een zo hoog mogelijke toren. Maak er een foto van. Zet daarna alle spullen weer terug op hun plek.

12

15


Kwink &…

de Week van de Mediawijsheid

Bovenbouw

Maandag: Het beste uit jezelf met buitenspelen 1. Wie is de tikker? Bij dit tikspel heb je één speler nodig die niet actief meedoet aan het spel. Iedereen die wel meedoet gaat in een grote kring staan met de rug naar elkaar toe. De speler die niet meedoet staat in het midden en tikt zachtjes op de rug van iemand. Deze speler is de tikker! De speler in het midden van de kring telt van tien naar nul zodat iedereen de tijd heeft om weg te rennen. Nu is het aan de tikker om zo onopvallend mogelijk te opereren. Hoe lang lukt het de tikker om onopgemerkt te blijven. Ben je getikt? Doe dan alsof je de tikker bent. Let op: je mag spelers niet echt tikken maar helpt de tikker op die manier zo lang mogelijk anoniem te blijven. 2. Omgekeerd verstoppertje Iedereen kent het spel verstoppertje. Heb je ook weleens omgekeerd verstoppertje gespeeld? Dit spel speel je het beste in een groot gebouw, bos of park. Er moeten veel plekken zijn om je te kunnen verstoppen. Omgekeerd verstoppertje gaat als volgt: er is één speler die zich verstopt. Vervolgens proberen alle andere spelers deze éne speler te vinden. Heb je de speler die verstopt zit gevonden? Ga erbij zitten! En zorg ervoor dat jullie niet gevonden worden. Wees heel stil. Als het goed is blijft er aan het einde één persoon over die op zoek is naar de hele groep. Bedenk

Kwink is een methode van

voor inspirerend onderwijs

vooraf dus een verstopplek waar de hele groep zich kan verstoppen. Achter een boom is dan ook niet zo handig… 3. Water-vuur-spons (ook makkelijk zelf te doen na schooltijd!) Voor dit spel heb je papiertjes nodig in de kleuren blauw, geel en rood of met de letters W (van water), V (van vuur), S ( van spons). Vorm twee teams en ga een stuk uit elkaar staan, het liefst zo, dat je elkaar net niet meer kunt zien. De speler die op het basishonk blijft geeft alle spelers een papiertje. Vervolgens gaan ze het veld in en tikken een speler van de tegenpartij. Laat elkaar het briefje zien dat je bij je hebt. Het spel werkt als volgt: - Water wint van Vuur ➜ want water dooft vuur - Vuur wint van Spons ➜ want vuur verbrandt de spons - Spons wint van Water ➜ want de spons zuigt het water op De speler die wint brengt het gewonnen kaartje terug naar het basishonk. Dit kaartje telt als punt. Let op: deze speler mag niet wisselen van kaartje. De speler die verloren heeft haalt een nieuw kaartje in het basishonk. Tip: kies een kaartje waarmee je alsnog kunt winnen van dezelfde speler. Na tien minuten (of een andere afgesproken tijd) stopt het spel. Het team met de meeste punten wint!

13

15


Kwink &…

de Week van de Mediawijsheid

Dinsdag: Het beste uit jezelf met lezen 1. Boeken-speeddate Lezen is goed voor je. Niet alle leerlingen vinden lezen even leuk. Alles staat of valt met het kiezen van een passend boek. Hoe meer boeken je kent, hoe gemakkelijker en beter je een keuze kunt maken. Organiseer dan ook regelmatig een boeken-speeddate. Hoe werkt dat? Leerlingen gaan in een binnenen buitenkring staan. Op die manier staan leerlingen tegenover elkaar. Ze houden het boek voor zich en vertellen in twee minuten waar het boek over gaat en wat ze ervan vinden. Schuif op deze manier vijf keer door. Op die manier leren leerlingen goed over een verhaal vertellen en leren ze vijf nieuwe boeken kennen. Natuurlijk is het ook mogelijk op de boeken-speeddate klassikaal te organiseren. 2. De Week van de Mediawijsheid Het is deze week de Week van de Mediawijsheid. De bedenkers hiervan hebben een tekst geschreven over deze speciale week. Lees de campagnetekst op www.weekvandemediawijsheid.nl

Kies daarna één van de volgende opdrachten: A. Vorm je mening. Waar ben je het mee eens/ waar niet mee eens? B. Er zijn drie teksten geschreven: algemeen, voor senioren en ouders. Welke verschillen ontdek je? 3. Mijn favoriete boek Iedereen heeft er wel één. Een verhaal waarbij je helemaal wegdroomt naar een andere wereld en echt even lekker kunt ontspannen. Het is ontzettend leuk om deze ervaringen met elkaar te delen. Kies één van de volgende manieren om dat te doen. Stel de groep tegelijkertijd de vraag hoe een boek kan helpen de balans tussen digitaal en andere activiteiten beter te maken? A. Speel het moment uit waar jij bij wegdroomt. B. Maak een flyer waarop je jouw boek promoot, specifiek waarom het jouw lievelingsboek is. C. Schrijf een korte rap naar aanleiding van het spannendste/fijnste stuk uit je boek.

Kwink is een methode van

voor inspirerend onderwijs

14

15


Kwink &…

de Week van de Mediawijsheid

Woensdag: Het beste uit jezelf met bewegen 1. Hoeveel bewegen jullie per dag? Vraag in de klas hoeveel leerlingen bewegen, en de antwoorden zullen veel van elkaar verschillen. Maar hoe betrouwbaar zijn deze resultaten? Het wordt pas interessant als een groep een week lang specifiek gaat letten op hoeveel ze bewegen per dag. Laat leerlingen ook bijhouden hoelang ze gebruik maken van digitale middelen? Maak op een groot vel een raster waar op de horizontale as voor elke leerling plaats is. Laat leerlingen elke dag het aantal minuten (per kwartier) invullen dat ze bewogen hebben. Welke verschillen zijn er te zien? Hoeveel bewegen leerlingen in totaal per week? Kan dat beter? Wat vinden ze daar zelf van? Wat is de balans tussen beweging en digitaal? Nog eens benadrukken hoe belangrijk de balans tussen on- en offline is? Bekijk dit fragment uit het RTL-nieuws: www.rtlnieuws.nl 2. Let’s dance! Soms is een scherm juist best handig, om te zien hoe je danst bijvoorbeeld. Maak er met de klas een sport van om elke dag één keer flink uit je dak te gaan op fijne muziek. Zoek op YouTube naar ‘just dance’. Bewegen met elkaar is niet alleen heel goed maar ook nog heel gezellig. Het verhoogt de sfeer in de groep. 3. Wij doen het voor de ander Voor bovenbouwleerlingen is het niet altijd gemakkelijk om een geschikt spel te vinden tijdens de pauze. Met deze werkvorm krijgen de leerlingen de opdracht twee pauzes in de week activiteiten te verzinnen voor jongere leerlingen. Geef ze hier in de klas de tijd voor en koppel deze opdracht aan (kern)vakken. Het is mogelijk om alle leerlingen tegelijkertijd een spel te laten uitvoeren, handiger is een roulatieschema maken zodat leerlingen regelmatig aan de beurt zijn en tegelijkertijd voldoende tijd hebben om zelf te spelen.

Kwink is een methode van

voor inspirerend onderwijs

15

15


Kwink &…

de Week van de Mediawijsheid

Donderdag: Het beste uit jezelf met creativiteit 1. Schattenjacht Tijdens deze werkvorm gaan leerlingen schatten maken voor het spel ‘schattenjacht’. Een schattenjacht is leuk, voor iedereen en kan makkelijk worden gespeeld op een schoolplein. Dit spel is simpelweg het zoeken naar verborgen schatten. Je kunt verschillende voorwerpen verstoppen op het schoolplein. Vervolgens maak je kaartjes met hints per schat. Je kunt indien mogelijk jonge en oudere kinderen met elkaar koppelen zodat ze elkaar kunnen helpen. Het team dat uiteindelijk de meeste schatten heeft gevonden, wint het spel.

3. De ideeën-deler Maak met elkaar een ideeën-bus. Maak die bus of doos zo mooi mogelijk. Het doel is om ideeën te delen die je helpen om te ontspannen. Vul de ideeën-bus vooral met ideeën die je helpen om de avond (zonder scherm) te ontspannen. Op die manier ga je lekker slapen. Als de bus aan het begin van de week goed gevuld wordt, kan de klas er elke dag een idee uithalen. Zo gaat iedereen naar huis met een fris idee om de dag of avond ontspannen af te sluiten.

Ook hier zijn weer veel variaties te verzinnen. Zo kun je bijvoorbeeld voorwerpen verstoppen die aansluiten bij de laatste geschiedenisles. Dan worden de kinderen heel eventjes een archeoloog. Of je kunt ze koppelen aan aardrijkskunde en de voorwerpen uit verschillende plaatsen op de wereld neerleggen. Als je deze elementen toevoegt, is het al te leuk om daarna nog een gesprek met elkaar te hebben over de vondsten. 2. Poster ontwerpen ‘Je hebt het zelf in de hand’ Het is handig als iedereen in de school nog een tijdje aan dit thema blijft denken. Maak daarom een poster waar jij het thema: ‘Wat is jouw digitale balans? – Je hebt het zelf in de hand’ helder weergeeft. Kijk op www. weekvandemediawijsheid.nl/downloads/ bij het onderdeel campagneposter voor inspiratie. Joy of missing out?

Blij met je selfie online?

Je hebt het zelf in de hand Test jouw digitale balans:

digitale-balans.nl

Lekker met je telefoon naar bed?

Je hebt het zelf in de hand 6 t/m 13 nov 2020

Test jouw digitale balans:

Co-financed by the Connecting Europe

digitale-balans.nl

Je hebt het zelf in de hand 6 t/m 13 nov 2020

Test jouw digitale balans:

digitale-balans.nl

Co-financed by the Connecting Europe

6 t/m 13 nov 2020

Co-financed by the Connecting Europe

Facility of the European Union Co-financed by the Connecting Europe

Facility of the European Union Co-financed by the Connecting Europe

Facility of the European Union Co-financed by the Connecting Europe

Facility of the European Union

Facility of the European Union

Facility of the European Union

Bespreek de ontwerpen in de klas en hang (enkele) posters op in de school.

Kwink is een methode van

voor inspirerend onderwijs

16

15


Kwink &‌

de Week van de Mediawijsheid

Vrijdag: Het beste uit jezelf met antiverveeltips voor thuis 1. Masterplan Iedereen maakt een eigen masterplan. Dat masterplan is een A4 waarop je tien tips schrijft die je helpen verveling tegen te gaan. Verveling is in basis goed, tegelijkertijd pakken veel kinderen direct een scherm als ze zich vervelen. Hoe kan je dat nu voorkomen? Schrijf of teken eerst vijf tips om verveling tegen te gaan. Wissel de tips daarna uit door kriskras door de klas te lopen en op teken van de leraar te stoppen. Wissel de tips uit. Hoor je een tip die goed kan werken, schrijf deze dan op bij de punten zes tot en met tien. Op die manier ontwikkel je een fantastisch masterplan dat gegarandeerd voor je werkt! Op bijlage 1c zie je een bingokaart met tien vakjes. In vijf ervan staan al anti-verveeltips. Jij mag op school de vijf nog lege vakjes invullen. Welke ideetjes kun je bedenken om je thuis niet te vervelen? Doe dat samen met andere kinderen uit je groep. Succes!

Kwink is een methode van

voor inspirerend onderwijs

17

15


Bingokaart onderbouw

Bijlage 1a

Vrije tijd in balans? Na schooltijd een kwartiertje op de tablet of voor het eten een half uurtje televisie is lekker ontspannend. Maar het gebruik van te veel media kan ervoor zorgen dat je te weinig beweegt en andere leuke dingen doet. Vul de kaart aan met eigen ideeën. (Teken één groot idee in het hele vak, of maak meerdere vakjes met ideeën). Lukt het jou de komende twee weken deze bingokaart vol te krijgen? Alle vakjes weggestreept? Dan is jouw vrije tijd helemaal in balans! J

BINGO Zet een speurtocht uit in en om het huis voor je huisgenoten.

Pak een groot vel papier. Ga naar buiten en teken je huis. Teken er een fantasieomgeving (bijvoorbeeld een maanlandschap of heksenbos) omheen.

Maak tien foto’s met een mobiele telefoon van voorwerpen in huis. Kunnen je huisgenoten zeggen waar de voorwerpen staan in huis?

Zet samen met iemand anders (een ouder iemand) een beweegparcours uit in je huis met opdrachten. Bijvoorbeeld: loop drie keer de trap op en neer, kruip vijf keer onder je bed door, doe rek- en strekoefeningen in de tuin enz. Wie wil allemaal met je meedoen?

Bouw van niet-breekbare spullen in huis een zo hoog mogelijke toren. Maak er een foto van. Zet daarna alle spullen weer terug op hun plek.

Kwink is een methode van

voor inspirerend onderwijs

n hier jouw idee(ën Teke )!


Bingokaart middenbouw

Bijlage 1b

Vrije tijd in balans? Na schooltijd een kwartiertje op de tablet of voor het eten een half uurtje televisie is lekker ontspannend. Maar het gebruik van te veel media kan ervoor zorgen dat je te weinig beweegt en andere leuke dingen doet. Vul de kaart aan met eigen ideeĂŤn. Lukt het jou de komende twee weken deze bingokaart vol te krijgen? Alle vakjes weggestreept? Dan is jouw vrije tijd helemaal in balans! J

BINGO Z et een speurtocht uit in en om het huis voor je huisgenoten.

Schrijf alle letters van het alfabet op een groot vel papier, behalve de Q, X en Y. Loop het huis door en schrijf achter elke letter een voorwerp dat met een letter uit het alfabet begint. Bijvoorbeeld: A = aardappelschilmesje. Misschien willen je huisgenoten wel meedoen.

Verstop tien blaadjes met quizvragen in je huis. Laat je huisgenoten de blaadjes zoeken en de vraag die erop staat beantwoorden. Ze mogen internet gebruiken om achter het antwoord te komen.

Schrijf de volgende woorden op een blaadje: raam, deur, gordijn, lamp, bed, spiegel, stoel, radiator, kussen, tafel. Schrijf daarna achter elk woord op hoeveel ervan in jouw huis zijn. Dus ga je het aantal ramen, deuren, gordijnen enz. tellen in huis. Laat dit ook door een van je huisgenoten doen. Komen jullie op hetzelfde aantal?

ak een groot vel papier. Ga naar buiten en P teken je huis. Teken er een fantasieomgeving (bijvoorbeeld een maanlandschap of heksenbos) omheen.

ouw van niet-breekbare spullen in huis een zo B hoog mogelijke toren. Maak er een foto van. Zet daarna alle spullen weer terug op hun plek.

Maak tien foto’s met een mobiele telefoon van voorwerpen in huis. Let op: je fotografeert niet het hele voorwerp maar een stukje ervan. Kunnen je huisgenoten raden om welke voorwerpen het gaat?

Z et een beweegparcours uit in je huis met opdrachten. Bijvoorbeeld: loop drie keer de trap op en neer, kruip vijf keer onder je bed door, doe rek- en strekoefeningen in de tuin enz. Wie wil allemaal met je meedoen?

Kwink is een methode van

voor inspirerend onderwijs


Bingokaart bovenbouw

Bijlage 1c

Wat is jouw digitale balans? Na schooltijd een kwartiertje op de tablet of voor het eten een half uurtje televisie is lekker ontspannend. Maar het gebruik van te veel media kan ervoor zorgen dat je te weinig beweegt en andere leuke dingen doet. Vul de kaart aan met eigen ideeën. Lukt het jou de komende twee weken deze bingokaart vol te krijgen? Alle vakjes weggestreept? Dan is jouw digitale balans helemaal in orde! J

BINGO Pak een groot vel papier. Ga naar buiten en teken je huis. Teken er een fantasieomgeving (bijvoorbeeld een maanlandschap of heksenbos) omheen.

Maak tien foto’s met een mobiele telefoon van voorwerpen in huis. Let op: je fotografeert niet het hele voorwerp maar een stukje ervan. Kunnen je huisgenoten raden om welke voorwerpen het gaat?

Zet een beweegparcours uit in je huis met opdrachten. Bijvoorbeeld: loop drie keer de trap op en neer, kruip vijf keer onder je bed door, doe rek- en strekoefeningen in de tuin enz. Wie wil allemaal met je meedoen?

Laat een huisgenoot goed je kamer rondkijken. Stuur je huisgenoot daarna weg en verbouw je kamer (een klein beetje). Lukt het je huisgenoot om te raden wat je allemaal hebt veranderd. Het is meteen een mooie kans om je kamer op te ruimen.

Maak een foto waar jij en een huisgenoot opstaan. Wissel nu van kleding en maak de foto nog een keer. Zet de foto’s op je mobiel of op de computer en wissel ze nu snel. Zie het grappige effect, het is net of de kleding van de ene naar de andere persoon springt.

Kwink is een methode van

voor inspirerend onderwijs


Achtergrondinformatie

Bijlage 2

Het belang van mediawijsheid Het medialandschap is de afgelopen jaren ingrijpend veranderd. Media bepalen steeds vaker hoe we met elkaar omgaan en in welke richting onze maatschappij zich ontwikkelt. Ons hele leven speelt zich inmiddels af via media: van het vinden van een baan tot het zoeken naar een partner, van het doen van de dagelijkse boodschappen tot de aanschaf van luxegoederen. Maar ook minder prettige zaken als pesten, diefstal, criminaliteit en terrorisme spelen zich intussen online af. De digitalisering en de opkomst van sociale media hebben dus grote impact op onze samenleving. Om maximaal gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden die media bieden, is het belangrijk dat we beschikken over bepaalde competenties die ons mediawijs maken. Het is immers de combinatie van toegang, begrip en het (kunnen) creëren die bepaalt in hoeverre we kritisch en creatief met media om kunnen gaan en deze in ons voordeel kunnen inzetten. Wat is mediawijsheid? Mediawijsheid is de verzameling competenties die je nodig hebt om actief en bewust te kunnen deelnemen aan de mediasamenleving. Maar om welke competenties gaat het dan? Mediawijzer. net – in 2008 opgericht door de ministeries van OC&W en Jeugd en Gezin - heeft dit onderzocht en heeft, in één omvattend model, een lijst van tien vaardigheden gepubliceerd. Die tien vaardigheden vallen onder vier hoofdbegrippen: begrip, gebruik, communicatie en strategie. Kwink &... de Week van de Mediawijsheid Begrip

Gebruik

B1. Inzicht hebben in de medialisering van de samenleving

B2. Begrijpen hoe media gemaakt worden

B3. Zien hoe media de werkelijkheid kleuren

G1. Apparaten, software en toepassingen gebruiken

Communicatie G2. Oriënteren binnen mediaomgevingen

C1. Informatie verwerken

C2. Content creëren

Strategie C3. Participeren in sociale netwerken

S1. Reflecteren op het eigen mediagebruik

S2. Doelen realiseren met media

Hieronder lichten we – met dank aan mediawijzer.net – elk van de tien competenties kort toe. B1. Inzicht hebben in de medialisering van de samenleving Media – oude en nieuwe – zijn steeds nadrukkelijker in onze levens aanwezig. Vrijwel de hele dag zijn we verbonden met computers, tablets, smartphones, televisies, radio’s, kranten, game consoles... l Mediawijsheid

begint met het bewustzijn van de processen van medialisering en hun effecten.

B2. Begrijpen hoe media gemaakt worden Veel media-inhouden komen tot ons in kant-en- klare vorm. Kranten en commercials zijn ‘af’ op het moment dat je ze te zien krijgt. Daar gaan technische, economische en strategische beslissingen van mediaproducenten aan vooraf. l Mediawijs

zijn betekent: begrijpen hoe de media die je consumeert tot stand zijn gekomen.

B3. Zien hoe media de werkelijkheid kleuren Media geven de werkelijkheid altijd vanuit een bepaald perspectief weer. Vaak is dit perspectief nadrukkelijk aanwezig, zoals bij een commercial voor een bepaald product of een reportage die een misstand aan de kaak stelt. l

Mediawijs zijn betekent: begrijpen hoe media de werkelijkheid representeren om op basis daarvan afgewogen oordelen te kunnen vormen.

Kwink is een methode van

voor inspirerend onderwijs


Achtergrondinformatie

Bijlage 2 (vervolg)

G1. Apparaten, software en toepassingen gebruiken Actief deelnemen aan de mediasamenleving begint met de vaardigheden om media technisch te kunnen gebruiken. Van basale vaardigheden als een muis besturen of een bijlage openen, via ingewikkelder vaardigheden als internet op je mobiel instellen of een Prezi maken, tot complexe vaardigheden als een video editen of een website bouwen. l

Wie mediawijs is, staat open voor gebruik van nieuwe media, maar wordt er ook geen slaaf van. Hij exploreert nieuwe toepassingen en technologieën actief, maar laat zich niet door iedere hype meeslepen en zet zijn telefoon ook weleens uit.

G2. Oriënteren binnen mediaomgevingen In onze leefwereld zijn media steeds nadrukkelijker aanwezig. Wat vroeger een strand was, is nu een plaats waar je incheckt, foto’s uploadt en je biezen pakt als Buienradar het zegt. Ook brengen we meer en meer tijd door binnen omgevingen die volledig online of virtueel zijn, zoals Facebook en Second Life. l

Een mediawijs iemand onderzoekt de mogelijkheden en ontwikkelt zo de vaardigheden om optimaal te bewegen binnen mediaomgevingen.

C1. Informatie verwerken In de hedendaagse informatiesamenleving is informatie in overvloed beschikbaar. Publieke en commerciële omroepen zenden 24 uur per dag uit. Dagelijks rollen er drie miljoen kranten van de persen. De Nederlandse bibliotheken lenen jaarlijks honderd miljoen boeken uit. l

Mediawijs zijn betekent: kunnen vinden wat je zoekt, selecteren wat je nodig hebt. En kunnen bepalen of de informatie betrouwbaar is of niet. En ook: optimaal gebruik weten te maken van relevante informatie door deze zinvol op te slaan en te delen met anderen.

C2. Content creëren De huidige mediasamenleving is een 2.0 samenleving. Burgers hebben zich ontwikkeld van consumenten tot ‘prosumenten’. We kijken niet alleen passief tv, maar reageren op wat we zien op Twitter. We gaan niet alleen naar de bioscoop, maar plaatsen ook eigen video’s op YouTube. We leren niet alleen over de wereld uit boeken en encyclopedieën, maar schrijven er zelf over in blogs en dragen bij aan Wikipedia. l Mediawijs

zijn betekent: functionele en aansprekende content kunnen creëren om je boodschap optimaal over te brengen aan je doelgroep.

C3. Participeren in sociale netwerken Onze samenleving is een netwerksamenleving. Via email, smartphones, online games en sociale media staan we 24/7 met elkaar in verbinding. Via netwerken als Twitter, LinkedIn, Facebook, Instagram en World of Warcraft verenigen we ons in online gemeenschappen. l

Een mediawijs iemand weet wanneer mediagebruik van anderen ongepast is, kan dit resoluut beëindigen en streeft uiteraard eigen doelstellingen na, maar heeft ook oog voor de belangen van anderen en van de gemeenschap als geheel.

S1. Reflecteren op het eigen mediagebruik Begrip, Gebruik en Communicatie zijn uiteindelijk slechts voorwaardelijk voor de laatste competentiegroep: Strategie. Want zoals de betekenis van het woord aangeeft, zijn ‘media’ uiteindelijk altijd middelen om persoonlijke, sociale, professionele en maatschappelijke doelen te realiseren.

Kwink is een methode van

voor inspirerend onderwijs


Achtergrondinformatie

l

Bijlage 2 (vervolg)

Mediawijsheid is: inzicht hebben in het eigen mediagebruik om op basis daarvan weloverwogen keuzes te kunnen maken om het eigen media handelen te optimaliseren.

S2. Doelen realiseren met media In onze mediasamenleving is het nagenoeg onmogelijk persoonlijke, sociale, professionele en maatschappelijke doelen te realiseren zonder op de een of andere wijze gebruik te maken van media. l

Mediawijs zijn betekent: op basis van een geïnformeerd oordeel over de mogelijkheden (en beperkingen) van media, deze optimaal in weten te zetten om je eigen doelstellingen te realiseren. De unieke, persoonlijke manier waarop je dit doet, bepaalt uiteindelijk wat jouw digitale identiteit is. Mediawijzer.net heeft de tien competenties ook nog verdeeld in verschillende, oplopende niveaus. Zie hiervoor mediawijzer.net.

Kwink en mediawijsheid Kwink voor sociaal-emotioneel leren stelt ieder jaar nieuwe lesdoelen vast. Die doelen sluiten altijd aan bij een van de vijf SEL-competenties: besef van jezelf, zelfmanagement, besef van de ander, relaties hanteren en keuzes maken. Deze vaardigheden spelen alle ook een grote rol bij mediawijsheid. Dat laten de tien gekozen competenties door mediawijzer.net ook overduidelijk zien. Daarnaast komen in Kwink in vrijwel elke les aspecten van de 21e-eeuwse vaardigheden aan bod: creativiteit – kritisch denken – probleemoplossend denken – communiceren – samenwerken – sociale en culturele vaardigheden – digitale geletterdheid – zelfregulering. Ook deze vaardigheden zijn belangrijk voor mediawijsheid.

Kwink is een methode van

voor inspirerend onderwijs


Nog geen Kwink-abonnement? Probeer Kwink gratis uit. Vraag een proefabonnement aan. Dan kan de hele school een aantal weken gratis met Kwink aan de slag. Ga naar: www.kwinkopschool.nl Tot ziens!

Berkenweg 11 3818 LA Amersfoort

www.kwinkopschool.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.