Schuilplaats voor Onderduikers (5177)

Page 1


Schuilplaats voor onderduikers

Jan van den Dool

©2024 Kwintessens, Amersfoort 4e gewijzigde druk www.kwintessens.nl

Auteur

Jan van den Dool

Ontwerp omslag

Tynke van Dijk

Vormgeving

zuidzuidwest Grafische Vormgeving, Kampen

ISBN 978-90-5788-618-8

Bestelnummer 5177

NUR 283

Avi M7/E7

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

1. Vakantieplannen

Maarten laat zijn tas op de grond onder de kapstok ploffen en loopt de kamer in.

‘Hoi mam.’

Lisa, zijn moeder, is met de planten bezig. Verrast kijkt ze op.

‘Wat ben jij vroeg?’

Maarten ziet haar rode ogen. Hij legt zijn arm om haar schouder en geeft haar een kus.

‘Je hebt gehuild.’

Zijn moeder knikt.

‘Laat maar.’

‘Is het om opa?’

‘Ja…, soms mis ik hem zomaar ineens heel erg. Anders was hij er altijd om deze tijd. Wat ben je vroeg?’

‘De Geus is ziek, dus de les viel uit.’

‘Meneer De Geus,’ zegt moeder.

‘Menéér De Geus. Zullen we iets leuks gaan doen? Mark nog niet thuis?’

Zijn moeder kijkt op de klok.

‘Nee, dat duurt nog wel even, het is pas half twaalf.’

‘Zullen we hem tegemoet fietsen? En dan naar het oorlogsmuseum gaan, waar we het laatst over hadden? Dat vindt hij vast leuk…’

‘Dat lijkt me een goed idee.’

Blij kijkt Maarten haar aan.

‘Yes! Ik pak je fiets vast uit de schuur.’

Het is eind juni. De zon schijnt en overal op het land rijden boeren met hun trekkers om het gras te maaien of te keren. Maarten kletst honderduit. Het is drie kwartier fietsen, maar voor ze het weten zijn ze bij de school van Mark.

Het duurt maar even of er komt een stroom leerlingen naar buiten.

Mark loopt, kletsend met een andere jongen, naar het fietsenhok. Pas als hij het schoolplein afkomt en op zijn fiets wil springen, ziet hij z’n moeder en Maarten.

‘Hé!’ zegt hij verrast. ‘Gaan we ergens heen? Of is er wat…?’

‘Nee hoor,’ zegt moeder, ‘er is niets. Maarten had het idee om naar het oorlogsmuseum te gaan.’

‘Aan de Kemperbergerweg?’

‘Ja.’

‘Cool!’

Nadat ze een paar uur in het museum hebben rondgekeken, fietsen ze weer naar huis. Mama en Mark voorop. Maarten erachter, met zijn armen op het stuur. De twee voor hem praten aan één stuk door. Gelukkig, denkt hij.

Het is nu ongeveer een jaar geleden dat opa plotseling stierf. Ze missen hem allemaal heel erg. Hij was vaak bij hen.

Onverwachts stond hij dan zomaar op de stoep, met wat groente uit zijn tuin. Opa was al heel lang alleen. Daarom kwam hij ook vaak eten. Soms wel een paar keer in de week.

Dan hielp hij de jongens met dingen voor school. En hij kon mooi vertellen! Vooral over de oorlog. Over de Duitsers en over de bevrijding door de Canadezen.

Opa’s vader was doodgeschoten. Hij zat bij de ondergrondse. Samen met anderen hielp hij mensen die waren ondergedoken. Maar de Duitsers kwamen erachter. Door een verrader. Met zes man kwamen ze hem ophalen.

Niemand heeft hem ooit teruggezien.

Na de oorlog is opa op onderzoek uitgegaan en kwam te weten dat zijn vader geprobeerd had om te vluchten. Hij was uit een rijdende vrachtwagen met gevangenen gesprongen. Maar de soldaten zagen het en schoten hem neer.

Maarten zucht. Hij strekt zijn rug en gaat rechtop op zijn fiets zitten. Hij mist opa ook erg. Bij de uitvoering van de musical op de laatste schooldag was hij er nog. De volgende morgen werd hij niet meer wakker.

‘Ben je in slaap gevallen?’

Maarten schrikt op. Voor hem zit Mark, zowat achterstevoren op zijn fiets.

‘Mama vraagt of je zin in pannenkoeken hebt.’

‘Wel tien!’

Hun banden knarsen in het grind. Ze zijn thuis.

‘Wat drinken?’ vraagt Maarten als ze binnen zijn.

‘Een liter graag!’ zegt Mark.

Mama kijkt hem lachend aan.

‘Doe mij maar gewoon een glas, dat is voor mij genoeg. Zet het maar op het aanrecht, ik ga het beslag maken.’

‘O, maar dat wil ik wel doen,’ zegt Maarten.

‘En je huiswerk dan?’

‘Dat kan daarna, pannenkoeken bakken is veel leuker.’

Hij zet drie glazen fris neer en begint de bakspullen bij elkaar te zoeken. In een mum van tijd staat er van alles op het aanrecht.

Maarten kijkt naar de benodigdheden en wrijft in z’n handen.

‘Ziezo. Heb ik alles? O nee, de eieren nog. Hoeveel zullen we doen, chef?’

‘Doe maar vier, ze staan in de bijkeuken.’ Met de eieren in zijn handen komt hij de keuken weer in. Hij maakt een gooibeweging.

‘Mam! Vangen!’

Geschrokken steekt zijn moeder haar handen omhoog.

‘Maarten, laat dat!’

‘Ah mam, dat doet hij toch niet,’ zegt Mark vanaf de bank.

‘Dat durft hij nooit!’

Maarten kijkt hem uitdagend aan.

‘O nee?’

Hij legt drie eieren op het aanrecht. Eén neemt hij er in zijn hand.

‘O nee…?’

‘Maarten! Laat het!’ zegt zijn moeder weer.

‘Nou…?’

‘Nee!’ zegt Mark, ‘dat durf je niet!’

Maarten komt nog een stap dichterbij.

‘O nee…?’

Mark ziet Maartens hand omhooggaan… Van schrik slaat hij allebei zijn handen voor zijn gezicht. Triomfantelijk kijkt

Maarten hem aan.

‘Waarom hou je dan je handen voor je gezicht?’

Even later sist het eerste beslag in de koekenpan.

‘Ik zie het al, je hebt mij helemaal niet nodig, ik ga de tafel dekken,’ zegt mama.

Maarten fluit er lustig op los. Af en toe praat hij hardop.

‘Ziezo, jij bent lekker bruin, nu de andere kant nog. Eén, twee, hopla! Ho, die ligt een beetje scheef, half op de rand.’

Hij pakt de spatel en duwt hem goed.

‘Zo, erin jij! Vlug een beetje! Anders eet ik je al op voor je klaar bent. Ja, goed zo…’

‘Zo, een lapje spek erop, nog een beetje beslag erover…

Hopla, bakken maar…De laatste!’

Ineens krijgt hij een geweldige klap op zijn schouder.

Verschrikt kijkt hij op.

‘Papa! Ik schrik me wild!’

‘Slecht geweten?’ vraagt zijn vader.

‘Iknieweten, we kunnen eten,’ lacht Maarten.

Onder het eten vertellen de jongens van alles over het museum.

Over razzia’s, onderduikers en de ondergrondse.

‘Nu begrijp ik waarom opa zo graag wilde weten wat er waar is van de verhalen die over zijn vader worden verteld,’ zegt Maarten.

‘Kunnen wij niet verder gaan met zoeken?’

Vragend kijkt vader hem aan.

‘Een goed idee! Maar hoe zou je dat willen doen?’

Maarten en Mark kijken elkaar aan.

‘Nou,’ zegt Maarten dan, ‘laatst vroeg je toch of we wilden nadenken over de vakantie? Waar we naartoe zouden gaan?’

‘En, hebben jullie erover nagedacht?’

‘Ja.’

Vader en moeder kijken op.

‘Je maakt het spannend,’ zegt papa, ‘wat is het geworden?’

‘Heuvelermeer,’ antwoordt Mark.

Papa en mama kijken verrast.

‘Hoe komen jullie dáár nu bij?’ vraagt mama.

‘Nou,’ zegt Maarten, ‘het is niet zo ver, je hebt er water en strand, het is een mooie camping en… misschien… kunnen we er nog iets te weten komen over opa’s vader…’

Het blijft even stil. Papa werkt een stuk pannenkoek weg.

‘Nou Lisa,’ vraagt hij dan aan zijn vrouw, ‘wat vind jij daarvan?’

‘Ik vind het een prachtidee! Maar hoe denken jullie iets te weten te kunnen komen?’

Maarten kijkt haar aan.

‘Nou, opa was niet klaar met zijn onderzoek. Niemand weet de betekenis van het bericht in dat werkboekje van opa’s vader.’

‘Maar hoe denken jullie dat dan aan te pakken?’

‘Ja, dat weten we nu ook nog niet,’ zegt Mark, ‘als we er eerst maar zijn…’

‘Opa zou het in elk geval erg fijn vinden als wij ermee verder zouden gaan…,’ zegt Maarten erachteraan.

‘Ik vind het een prima plan,’ zegt vader. ‘Maar we denken er alle vier nog even over na. Op zaterdag nemen we de beslissing. Goed?’

‘Ik hoef er niet meer over na te denken,’ zegt Maarten.

Mark kijkt hem aan.

‘Ik ook niet, het lijkt me hartstikke leuk! Misschien ontdekken we wel iets heel bijzonders!’

‘Goed, dan alleen wij nog, Lisa,’ zegt vader.

Lisa kijkt blij.

‘Ik ben voor! En jij?’

‘Dat is wel duidelijk, drie tegen één, dat red ik nooit! Ik zal straks de camping bellen of er plaats is.’

Maarten en Mark geven elkaar een high five. ‘Heuvelermeer, here we come!’ roepen ze.

Schuilplaats voor onderduikers

De opa van Mark en Maarten vertelde vaak over zijn vader, die in de oorlog was omgekomen. Het is alleen nooit precies duidelijk geworden hoe dat nou zat. Zat zijn vader in het verzet, of heeft hij juist samengewerkt met de Duitsers? Opa heeft daarover heel verschillende verhalen gehoord. Nu hij is overleden, dreigt dit raadsel voor altijd onopgelost te blijven. Maar Mark en Maarten laten het er niet bij zitten en gaan op onderzoek uit. Daarbij stuiten ze toevallig op een modern duister zaakje. Gaat het ze lukken om dat allemaal op te lossen?

AVI M7/E7

Omslagillustratie Tynke van Dijk

ISBN 978-90-5788-618-8

Bestelnummer 5177

ISBN 978-90-5788-618-8

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.