Blog La Clappeye Creative Concepting www.blog.la-clappeye.nl Gepubliceerd op 10-3-2015
LEREN KIJKEN NAAR EEN DING DEEL 1 http://blog.la-clappeye.nl/leren-kijken-naar-een-ding-deel-1/
Dingen die dingen anders doen Het alledaagse ding, daar kijken we niet zo vaak op een andere manier naar dan we normaal doen. Het alledaagse ding is er immers elke dag en elke dag staat het in de weg, in de kast, in de vitrine, in de gereedschapskist. Het is er, en dat is genoeg‌ zou je denken. Toch gaat er in de wereld van het alledaagse object, een wereld schuil die voor het grote publiek veelal verborgen blijft. Het is ook niet altijd even concreet. Maar dat zijn wij als mensen zelf ook niet. In de komende 3 blogs, tracht ik enkele kernbegrippen toe te lichten, waarmee we ons alledaagse leven en dan met name dat van objecten, op een andere manier kunnen gaan bekijken.
Dingen doen al heel lang met ons mee Een object- inclusief landschappen of zelfs het menselijk lichaam, zijn actieve participanten in het sociale leven en verandering. Die nadruk op het fysieke van een object, is een vorm van onderzoeken, niet zozeer een ander onderwerp, waarin de fysieke kwaliteiten van een voorwerp, een geheel vormen met alles waarmee wij het object kunnen waarnemen, plaatsen, bepreken en beoordelen, op alle niveau’s. Dus ook de emotionele respons is waardevol, de geur, de textuur, geur, smaak, temperatuur, de textuur van het object, de eigenlijke materiele verschijningsvorm, het moment en sensatie van het manifesteren van het object binnen onze beleving, onze interactie met het object. Welke betekenissen schrijven we het toe, roept het over zichzelf af en onze relatie tot het object? We vragen het onszelf pas af, wanneer we het in het museum plaatsen, als onderdeel van een brede achtergrond aan factoren, zoals de setting van het object, achtergrondkennis, cultureel en historisch geconstrueerde interpretatie en integratie van
zintuigelijke percepties. Subjectiviteit van reactie en materialiteit, zijn met elkaar verbonden en beiden bepalen de ervaring en interpretatie van objecten.
Repetitie als geheugen Een machine is iets anders dan een gereedschap. Een gereedschap is er op gemaakt om repetitieve handelingen “te onthouden” door de generaties heen. Het gebruik er van op zich, staat los van context, sociale lagering of cohesie binnen een gemeenschap. Het gebruik kenmerkt zich door een moreel imperatief (Sennett) te vertegenwoordigen tot werken voor het nut van de gemeenschap. Sinds de industriele revolutie, leek de machine het werk van de ambachtsman te bedreigen. Het leek een fysieke bedreiging. De industriele machines werden niet moe van repetitieve handelingen, ze deden hetzelfde werk- uur na uur -zonder klagen. Trendwatchers en futuristen zien- met de nadere introductie van robots en robotica binnen de arbeidsmarkt -een opleving van het artisane, het ambacht. Dit fijne werk kan vooralsnog niet door robots worden overgenomen. Niet vanwege de fijne motoriek, maar vooral vanwege het gebrek aan diepgewortelde, niet overdraagbare kennis, van design, gebruik, ruimte en context. De verwachte opleving aan ambachtelijk werk, is feitelijk al langer aan de gang, al kennen we het onder een andere naam. De economische crisis heet veel ZZP’ers gekweekt, het heeft een opleving aan gemeenschappelijke initiatieven veroorzaakt en een andere relatie tussen producenten en consumenten. Dit is goed waar te nemen binnen het verschijnsel “zelfgemaakte markt”. Een opleving van ambachtelijke beroepen, die we tot voor kort hebben aangezien als uitvloeisel van economische crisis, maar tevens een voorbode is, voor trends die we nu pas namen kunnen geven.
Objecten in musea Objecten in musea zouden ons het meeste kunnen vertellen door middel van ons eigen
lichaam. Aanraken, laten raken en laten aanraken. Maar objecten in musea staan er niet voor niets. Als ze interessant zouden zijn in het alledaagse leven, zouden ze daar in bijvoorbeeld Ikea wel een mooi plaatsje inruimen. Een Klippan bank, naast een Griekse amphora…. niet echt een voor de hand liggende keuze. Toch, in het denken over artefacten, over spullen, dingen, is in onze westerse cultuur een duidelijke scheiding aanwezig tussen wat het ding als materieel object is doet en was, en waar het in theorie verder allemaal nog meer voor zou kunnen dienen. Objecten vertellen een verhaal, maar ze zijn er zelf geen onderdeel van… hooguit een toevallige passant en vervolgens een herkenbaar middel om het verhaal verder mee herkenbaar te maken. De eigenlijke fysieke “real-time” zintuigelijke ontmoetingen met materiele objecten en de emotionele en intellectuele reacties die zij faciliteren, zijn nu juist de reden dat het object uberhaupt bestaat en dat wij het verhaal middels zijn kwaliteiten kunnen vertellen en begrijpen. Alleen moeten we niet vergeten dat onze zintuigen zijn opgebouwd uit lichamelijke ervaringen, uit reacties op dat wat materialiteit ons heeft kunnen overbrengen, middels aanraking, gebruik (denk aan gereedschap), geur (denk aan bloemen, gif) et cetera. Onze interactie met objecten, bestaat uit informatie, materialiteit en de menselijke zintuigelijke percepties daar van. Betekenis komt voort uit handelingen vanuit onderbuikgevoel, die connecties in het leven leggen en de lichamelijke voorwaarden daartoe. Ze krijgen pas betekenis als ons lichaam dit toelaat. Cognitief leren heeft anders weinig zin. (vrij naar Mark Johnson, 2008). Het grootste deel van onze cognitie en betekenisgeving, vind plaats buiten onze bewuste beleving. Om te begrijpen wat de relatie van een object is, door de tijd heen, binnen verschilllende werkelijkheden en in verschillende contexten, ben je nooit helemaal volledig of correct. Wel zijn er manieren om kritisch, analytisch en met gevoel te kijken naar zowel object als gebruiker er van. Een methode die steeds meer navolging krijgt, is die van de biografie van het object. Je stelt het object vragen die je in andere vormen ook aan een mens zou kunnen stellen. In ethnografie en archeologie, een methode die veel gebruikt wordt. Later kom ik hier nog op terug in een blog over pathways endwellings.
Sociale semiotiek Ook vanuit de semiotiek- betekenisleer -is een flink onderzoeksveld beschikbaar met onderzoeksmethodieken die ons in staat stellen, de betekenis van een object en zijn
materiele kwaliteiten, te ondervragen met een set aan resources, die tegelijkertijd onszelf vragen stelt. In taal zit bijvoorbeeld heel veel informatie verscholen over een object en over onze relatie daartoe. Echter, kan het ook zijn dat ergens in de geschiedenis, wij A en B bij elkaar optelden- binnen een woord, gebruik, kleur, betekenis, die eigenlijk los van elkaar gezien moeten worden. Zo kan een klabats, niet de klanknabootsing van een zweep zijn, maar een verbastering van een heel ander woord.
Domingo, Jewitt and Kress. ‘Multimodal social semiotics
Als we klank en beeld uit elkaar halen, of grenzen tussen waarnemingen weghalen of juist benadrukken, krijgen we vaak een heel ander beeld te zien. Of hetzelfde beeld, maar ineens lijken heel andere dingen op de voorgrond te treden of design-elementen die we belangrijk dachten, blijken een mindere rol te hebben gespeeld in de evolutie van het
object en ons gebruik er van. In sociale semiotiekheet dat “segregatie” . Die twee (of meer) elementen uit elkaar halen, betekent dus ook een heel eigen en nieuwe manier van beschouwen van alle losse onderdelen, die nu in eens niet meer bij elkaar (lijken te) horen. Om het object te begrijpen moeten we vooral herontdekken, dat we een object hebben leren kennen via ons eigen lichaam! Via aanraking, via gebruik. Het bevat ons geheugen, in hoe het werd geconstrueerd, waaróm het werd gemaakt en waarom van juist die hardof zachtheid, en het bevat ons geheugen in het gebruik van het object zelf. Zelfs wanneer we een ons onbekend object zien, kunnen we door het gewoon op te pakken en te voelen, al een groot deel van het gebruik afleiden. Door het simpele feit dat het object in onze handpalm past, we het juist met een hele grove motoriek kunnen vastpakken, dat het een grote draai/zwaaicirkel heeft (een hamer bijvoorbeeld), dat het voor hard of zacht gebruik is, of het voor eenmalig of meermalig gebruik is. We hebben ons lichaam gebruikt in de productie, de noodzaak van het bestaan en creatie van het object, en in de practische toepassing er van. Een vorm van niet te articuleren kennis, die we ons herinneren via ons lichaam. Ook in de sociale semiotiek, is dit een vocabulaire- een resource waarmee je kunt proberen begrijpen en achterhalen. Een verzameling van semiotieke keuzes, die een specifieke context typificeren, heet eensemiotisch register (Halliday; Van Leeuwen). In een boek of in een advertentie kan men heel gemakkelijk suggereren dat bepaalde beeldelementen bij elkaar horen of juist niet, ook al is dat objectief gezien helemaal niet zo. Door slim te kaderen, bij plaatjes bijsnijden aan de randen van een pand of centreren van een groep bomen, suggereer je dat objecten, mensen of producten bij elkaar horen of juist niet. Ook door het “rijmen” van bijvoorbeeld vorm van een parfumfles met “zachte” woorden of objecten met namen die heel zacht en lief klinken, link je de parfumfles aan diezelfde lieve en zachte betekenissen, die op alle niveau’s bij je op belletjes drukken. Ook in het fysieke leven, op school, in de bus, in het park en bij jou op het werk, worden deze trucs- zowel bewust als onbewust -toegepast, en ze beinvloeden ons begrip van de dagelijkse werkelijkheid, ons gevoel en ons gedrag. Zo kan een afdeling op een kantoor, precies laten zien waar de macht ligt, door ritme aan te brengen in de kantoorruimte. Door een kleine partitie aan te brengen, door strategisch geplaatste planten, door een bureau te plaatsen, net bij de overgang tussen tapijtkleur 1 en tapijtkleur 2. Verschil kan hem ook zitten in ander materiaal van de bureaustoel, directe en indirecte verlichting etc. Dit hoeft lang niet altijd te gaan over statusverschil willen aanbrengen, het kan ook gewoon een manier zijn om je te uiten, te onderscheiden of misschien toch promotietijger? De nuances zijn heel klein en geraffineerd. Maar hoe dan ook, leveren ze voer voor nieuwe modi van de wereld begrijpen en doorzien. Tot zover deel 1. In deel 2 onder meer de rol van designers en de eigenschappen van de ruimte waarin wij ons huishouden voeren.