magazine’10
welkom Het jaar 2009 is bijzonder goed verlopen voor LAGA. We zitten in een upswing met een enorme ledengroei, betere prestaties en een nominatie van de KNRB tot een van de drie best bestuurde roeiverenigingen van Nederland. LAGA is terug aan het front. De ongekende toestroom van nieuwe leden heeft het mogelijk gemaakt om streng te selecteren voor de eerstejaars wedstrijdploegen. Een mooie prestatie, afgelopen seizoen, was het winnen van de beruchte Head of the River en de beroemde Heineken Roeivierkamp, door de Jonge Acht van LAGA. Het ledental van LAGA is in drie jaar tijd verdubbeld van 240 naar 480 leden. Dit seizoen zullen we door de grens van 500 leden heengaan. Hiermee is LAGA even groot als de meeste, goeddraaiende studentenroeiverenigingen in Nederland. Een groter ledental is geen doel op zich. Wel biedt het ruimte om te selecteren, coaches op te leiden en de vereniging goed te besturen. Opvallend is dat LAGA een grote aantrekkingskracht heeft op meisjes! Ongeveer 30% van de nieuwe leden zijn meisjes, veel meer dan het gemiddelde op de TU. Met zoveel nieuwe leden is het waken om ons erfgoed, de LAGA-mentaliteit te behouden. Op alle mogelijke manieren maken we de nieuwe leden duidelijk wat het inhoudt om een echte Lagaaier te zijn. Presteren op het water is wat telt. Dit zal altijd zo blijven! Winnen is belangrijker dan meedoen.
In verband met de sterke groei van de vereniging zijn de verbouwingsplannen die in 2007 zijn ontwikkeld, herzien. Een tussenverbouwing, het opheffen van de Wooning en het doorbreken van een aantal muren, biedt LAGA nu genoeg ademruimte om de komende jaren goed te kunnen blijven draaien, totdat de verbouwing een feit is. Met de TU wordt intensief samengewerkt om een plan te ontwikkelen dat het roeien in Delft op een hoger niveau moet krijgen. Dit plan wordt samen met Proteus-Eretes en met de roeibond opgesteld. In 2010 willen we de opgaande lijn in prestaties van LAGA doortrekken. We verwachten veel van onze nieuwe eerstejaars (met wederom veel jeugdroeiers) en van onze middengroep (tweede- en derdejaars). We geven plankgas. Het is duidelijk dat LAGA de goede weg is ingeslagen, maar ook dat we nog niet tot de top van Nederland behoren. Een aantal verenigingen wordt nu ingehaald, maar het schip van LAGA ligt nog niet op kop. Voor mij en mijn bestuur is het een eer om is deze mooie tijd LAGA te besturen. We zetten een druksprint in. Met een luid “Alles Lagaai!”
J.H.B. van der Weiden President der D.S.R.V. “Laga”
04
index
WEDSTRIJDSEIZOEN 2009 Een verslag van de roeiprestaties in het afgelopen seizoen
08
JONGHE 8: BLIKKEN OP DE HEAD & HEINEKEN Een terugblik van de Jonghe 8 op de Head en de Heineken.
16
LAGA JEUGDROEIKAMP
Ook deze zomer vindt het LAGA Jeudroeikamp weer plaats, maar hoe ziet een dag van het Jeugdroeikamp er eigenlijk uit?
17
OC&C RINGVAART REGATTA Een verslag van de 34ste editie van de OC&C Ringvaart Regatta
18
SIEGELAAR: VAN AMERIKA NAAR POLEN
Olivier Siegelaar roeit en studeert op dit moment in Amerika en vertelt over zijn ervaringen.
21
RENSEN: ROEIEN IN DELFT Wethouder Rensen over roeien in Delft
22
DEN DRIJVER: DE WEG NAAR HET WK Ryan den Drijver vertelt over zijn weg naar het WK
24
BEST GRADUATE ‘09
Lagaaier Michiel van Schravendijk is Best Graduate van het jaar 2009
26
RAYMOND BROWNE: DELFT EN TOPSPORT
Een interview met Raymond Browne, hoofd van Sport & Cultuur aan de TUDelft, over topsport in Delft
28
VERBOUWING
De tijdelijke verbouwing van het botenhuis is succesvol doorgevoerd! Wat zijn nu de volgende stappen?
31
AGENDA
3
WEDSTRIJD SEIZOEN 2009
4
De Delftsche Studenten Roeivereeniging ‘Laga’ wil weer terug naar de top 5 vereniging die zij in het verleden is geweest. De vertegenwoordigers van de welbekende godin zijn niet alleen op de kant berucht met hun rode jasjes, maar zo zullen zij ook op het water gevreesd moeten worden. Het doel; succes op nationale en internationale wedstrijden voor zware, lichte en dames roeiers van Laga.
Wedstrijdseizoen 2009 Met dit doel voor ogen is LAGA in 2008 van start gegaan en begon deze visie het afgelopen seizoen al haar eerste vruchten af te werpen. Voor het eerst sinds jaren was er een lichte eerstejaars acht aanwezig die, ondanks een trage start, zich wist te bewijzen halverwege het 2 kilometer seizoen. Ook waren zij op de sprint (500m) onmiskenbaar sterk en zijn daarmee hoog geĂŤindigd in het klassement. Bij de ouderejaars was er individueel succes voor dhr. M.B. Ruppert die zich aan de zijde van de internationale gevestigde orde in de finale van de Holland beker wist te roeien.
Najaar
De OWee was voor het eerst sinds jaren weer een succes. Met meer dan 200 leden was de vijver voor de wedstrijdcoaches om uit te vissen dan ook onverwacht groot. Mede door de inzet van de coaches kwam er meer structuur in de zware selecties en werden er zonder moeite drie succesvolle eerstejaars achten gevuld. De ouderejaars roeiers begonnen het seizoen met een grote doorstroom van tweede en derde jaars roeiers. Op de Amstel was traditie getrouw winst in het overgangsveld tijdens NovemberVieren een feit. De ouderejaars groep was redelijk select en met O.F.J. Siegelaar in Berkeley, California en J.G. van Oostveen in Amsterdam liepen er weinig ouderejaars dagelijks op LAGA rond. Dit was echter geen reden om de Delft Cup met een vijfkoppige LAGA delegatie in combinatie met onze zuiderburen veilig te stellen.
Lange baan
Na een barre winter waarin alles werd gedaan om het roeiwater zo lang mogelijk ijsvrij te houden, werd de officiĂŤle naam van de eerste krachtmeting in de boot eer aan gedaan, de Winterwedstrijden. Hier konden de eerste punten binnen worden gehaald voor het eerstejaars klassement en was het voor de ouderejaars sectie een testmoment ten opzichte van hun grootste concurrenten. Bij de eerstejaars was de spanning merkbaar, maar het thuiswater stelde de zware acht enigszins gerust en een tweede plek was het resultaat. De standaard was gezet maar de roeiers waren nog lang niet tevreden. Voor de ouderejaars viermet werd de Kurk als training gebruikt, waarmee winst in de SA4+ een feit werd. De Heineken en de Head leverde de Jonghe acht wel het gewenste resultaat op. Sinds lange tijd werden beide wedstrijden weer gewonnen, de coaches waren euforisch en geschiedenis was geschreven. De lichte eerstejaars acht eindigde aan de achterzijde van het veld, maar was in vergelijking met de Kurk al grote stappen aan het zetten. De dames hebben hun prestaties na de winterwedstrijden in een horizontale lijn doorgezet en wisten ook op de Heineken en de Head bij de onderste helft van de middenmoot te eindigen.
Korte baan
Het moment was daar, de dag waar elke wedstrijdroeier naar uit kijkt, de Varsity! De smaak van die zilveren blikken had de Jonghe acht al dagen voor de wedstrijd in hun mond. Tijdens de wedstrijd werd die smaak steeds
sterker, maar op de kilometer kwam de omslag, de smaak verdween en in de laatste 500 meter en maakte het plaats voor een bloed smaak. Vidar ging er met het blik vandoor en de jongens kwamen verslagen uit de boot. Gelukkig was er winst voor onze lichte dame in de SA skiff en klonk het LAGA lied voor het eerst sinds enige jaren weer luid en krachtig over het Amsterdam-Rhijn kanaal. Op de eerste bosbaan wedstrijd wist de Jonghe acht hun verlies goed te maken en werd daar het eerste blik dat daar binnen gehaald en mochten zij zich nieuwelingen roeiers noemen. Helaas kon dit succes niet vast gehouden worden en ontstond er een klein dipje bij de Jonghe acht. De ouderejaars M.B. Ruppert en D. Kuijk, hadden zeker geen last van een dip en behaalden beiden twee blikken op de ZRB. Ook onze verdwaalde eerstejaars Van Haute wist in zijn LAGA-Proteus combi acht een blik binnen te halen. In het eerstejaars klassement leverde zijn acht een aardige strijd voor de eerste plaats, maar Vidar bleek ook te sterk voor deze heren. Kuijk hielt het succes van de ZRB vast en wist de twee wedstrijden daarna weer te blikken. Op de Thetis sprint, de vrijdag voor het NK, wist hij zelfs in het lichte overgangs en lichte SA skiff veld te winnen, de dames twee zonder wist zijn goede voorbeeld goed te volgen en stelden winst in het overgangsveld zeker. Het NK, of eigenlijk de ARB voor de eerstejaars achten, was het moment waar de lichte acht zich van zijn goede kant liet zien. Na een mooie race waren zij als eerste over de streep en mochten ook zij de felbegeerde nieuwelingen status eigen maken. Het mooiste moment van het 2 kilometer seizoen was het weekend van de Koninklijke Holland beker. O.F.J. Siegelaar was net terug uit het zonnige Berkeley en nam wederom plaats in de Holland 8. Dit zorgde voor twee maal blik in de SA acht op zowel zaterdag als zondag. Het blik van zondag zette de LAGA blikken teller op precies 2500 blikken. Maar daar bleef het niet bij, ook Den Drijver, die inmiddels als stuur in de lichte Holland 8 was gestapt, wist ook als eerste over de finish te komen. Dhr. M.B. Ruppert wist geen blik te bemachtigen, maar wist zich naast grote nationale en internationale top skiffeurs in de finale van de Holland Beker te roeien. Daar moest hij genoegen nemen met een zesde plek, maar aansluiting met de top was er zeker voor deze relatief onervaren skiffeur.
5
Wedstrijdseizoen 2009
Een week later was het voor bijna heel LAGA het einde van het 133e seizoen. De zware middengroep wist na een seizoen van weinig blikken toch nog op de slot wedstrijden af te sluiten met een blik in de nieuwelingen vier zonder. Ook Ruppert sloot zijn skiff seizoen gepast af met een blik in de SA skiff. De dames acht werd dit seizoen helaas niet beloond met een blik en ook al zaten zij daar nooit echt bij in de buurt heeft de spreekwoordelijke lift het dames roeien toch een verdieping hoger gebracht. Drie van de acht dames zijn doorgestroomd en zullen in het 134e seizoen weer een
goede basis vormen voor het dames roeien. De eerstejaars heren kwamen nagenoeg allemaal in de twee-met uit, maar ondanks serieus talent bij een paar ploegen werd hun prestatie niet beloond met een blik. De Jonghe acht werd wel als afsluiting van de dag beloond met de derde plek in het eerstejaars klassement, een mooie afsluiting op een succesvol seizoen.
Wereldbeker en WK
Na een succesvol seizoen was er voor slechts twee roeiers een uitzending naar
een internationaal toernooi. Kuijk was door een bijzondere selectie procedure uitgeselecteerd en ook Ruppert was ondanks zijn prestaties in de skiff redelijk genegeerd. Maar de heren Siegelaar en Den Drijver mochten na hun succes op de Holland beker mee naar de laatste wereld beker in Luzern. De beide achten waren goed in vorm en dat lieten ze ook zien. De lichte acht wist iedereen voor te blijven en ging er met de gouden medaille vandoor. Siegelaar viel met zijn acht ook in de prijzen en nam het brons terug naar Delft. De standaard was gezet en het doel voor het WK was voor beiden achten goud. Na een hele zomer trainen reisde de equipe af naar het Poolse Poznań. De roeibaan die vorig jaar een ticket naar Beijing opleverde, had deze keer een scala aan andere prestaties voor ons in petto. De voorwedstrijd liep voor de lichte acht voorspoedig en er was al snel een plek in de finale verdient. In verband met een blessure aan boord moest er een week lang met invaller worden geroeid. De finale kon echter wel weer met de oorspronkelijke acht geroeid worden. De acht was echter niet voldoende hersteld om hun prestatie van de wereldbeker te mogen herhalen. De bronzen medaille was het resultaat en ondanks enige teleurstelling was het zeker een uitmuntende prestatie. De Holland 8 roeide ook een voortreffelijke voorwedstrijd waarmee een plaats in de finale veilig was gesteld. Een week trainen gaf het vlaggenschip voldoende tijd om zich voor te bereiden op de finale. De spanning was om te snijden, de wedstrijd werd langzaam gestart, maar gelukkig kwam de Holland 8 als een echte diesel in beweging. De eind sprint ging tussen Polen en de Holland 8 om de derde plaats. Met 8 honderdste seconden verschil trok de Holland 8 aan het langste eind. Dus ook voor de zware acht een bronzen plak, een geweldige prestatie en een mooi eind van het 133e seizoen.
6
Wedstrijdseizoen 2009
Competitieroeien
Gedurende het seizoen 2009 heeft de competitiesectie van LAGA vanuit de underdogpositie heel competitieroeiend Nederland totaal overrompeld. Waar in het verleden – op een aantal individuele successen na – nooit naam is gemaakt met het competitieroeien, werd afgelopen jaar menige ploeg door LAGA voorbijgevaren. De spectaculaire instroom heeft ertoe geleid dat er afgelopen jaar ook in de competitiesectie geselecteerd kon worden; van de 22 gevormde ploegen zouden er 15 de nationale competitie mogen starten. Door deze selecties werd het voor de ploegen noodzaak zichzelf te bewijzen, waardoor er ook in het voorseizoen al hard werd getraind. Op de spardagen barstte de onderlinge strijd los. Het draaide niet enkel om het bemachtigen van een plaats in de nationale competitie, maar ook om het recht om de titel Heren 1 of Dames 1 een jaar lang te mogen dragen. In maart volgde de eerste echte krachtmeting met de rest van Nederland: het NOOC openingstoernooi. Met verbazing keken de andere verenigingen toe hoe de kant ineens rood kleurde en ploeg na ploeg op het water verslagen werd door LAGA. Hoe LAGA plotseling zo’n goed presterende competitievloot op het water had weten te krijgen, bleef de rest van het seizoen een mysterie voor de andere verenigingen. Na de Competitie Slotwedstrijden werd de balans opgemaakt, en wat bleek: LAGA had in 2009, samen met Orca, de best presterende competitiesectie van Nederland! Dames 1 van W.P.C. Leyds behaalden de derde plek in de finale, Dames 4 van D. Cornelissen werden vierde en Heren 7 van Roos van Genuchten bemachtigden de vijfde plaats. Het uiteindelijke klassement werd niet gewonnen, maar met het laagste percentage uitgevallen ploegen en het hoogste aantal ploegen die de finale hebben weten te bereiken, mag veilig gezegd worden dat LAGA in de top van het competitieveld roeit!
Door de behaalde successen was het afgelopen jaar voor het eerst mogelijk om twee snelle Talentenachten op het water te hebben liggen bij de Argosprint en de NSRF Slotwedstrijden. De heren bewezen zich bij de Argosprint en behaalden de eerste plaats. Het echte succesverhaal rondom dit project is het feit dat van deze zestien roeiers, er acht zijn doorgestroomd naar de huidige eerstejaars wedstrijdsectie. De resultaten van de competitiesectie
laten ons zien dat de nieuwe weg die LAGA is ingeslagen, absoluut de juiste is. Een goed jaar is en blijft wel slechts één goed jaar en staat niet automatisch garant voor een succesvolle toekomst. In seizoen 2010 zal even hard, al dan niet harder, moeten worden getraind om de tegenstanders weg te blazen. Komend jaar is het zaak om te bewijzen dat het succes niet eenmalig is geweest, maar dat dit behouden kan worden en bovendien kan worden doorgetrokken naar de ouderejaars competitiesectie.
7
Jonghe 8: blikken op de
HEAD & HEINEKEN
8
Jonghe 8: blikken op de Head en Heinkeken
Het inschrijvingsaantal van het jaar 2008 overdonderde heel Laga. In het begin was er paniek. Hoe zouden al deze ploegen op Laga trainingen kunnen draaien? Waar moesten zoveel coaches vandaan worden getoverd? Waren er wel genoeg boten? Al gauw werd echter een weg gevonden om met de intense groei om te gaan. Er werden boten geleend in de opvangperiode, ieder actief lid sprong bij om te coachen en het was voor de nieuwkomers vanaf dag één zichtbaar hoe betrokken Lagaaiers zijn bij het reilen en zeilen van hun vereniging.
Toen de rust was wedergekeerd, werd er één ding duidelijk: er kon weer geselecteerd gaan worden voor de eerstejaars wedstrijdploegen! Al jarenlang speelden de eerstejaars van LAGA nauwelijks een rol van betekenis op het gebied van hard roeien, maar dit jaar zou LAGA weer meedraaien in de top. Jonghe Acht 133 was vastbesloten om te winnen… Nadat alle eerstejaars een paar weken met hun opvangploegje hadden rondgeploeterd en de basisbeginselen van het roeien onder de knie hadden gekregen, was het tijd voor de eerste informele krachtmeting. En waar had die beter plaats kunnen vinden dan bij de rivaal uit Leiden: Njord. In de vroege ochtend gingen we als één LAGA op weg naar de Morsweg om daar over een afstand van 300 meter op het Galgewater de eeuwige strijd te beslissen. En dat heeft Njord geweten… Na de eerste voorronde waren er nog 4 ploegen van Njord over, na de tweede ronde nog één en de derde ronde kleurde helemaal rood. Hierdoor veranderde het karakter van de wedstrijd in een onderlinge krachtstrijd, maar dat maakte niemand minder fanatiek. Tot ver in de middag werd er weliswaar erg hard, maar nog niet zo subtiel en technisch geroeid. De eerste overwinningen waren echter behaald en ook op de kant werd nog even aan de Leidenaren duidelijk gemaakt wie de baas was. De echte LAGA-mentaliteit was aanwezig en met de eer en de Njordvlag in de achterzak keerden we voldaan terug naar Delft.
gaan wedstrijdroeien - er waren gewoonweg niet genoeg mensen om een eerstejaars acht te vormen, laat staan een lichte én zware acht - was het nu spanning en sensatie bij het uitdelen van de uitnodigingen. Ooit kwamen er nog maar zeven mensen per jaar aan op LAGA, maar nu gingen zestig heren voor een plekje in één van de eerstejaars mannenachten. Weken van hard trainen volgden en na de Asopos Najaarswedstrijden, waar in de finale 3 van de 6 ploegen van de D.S.R.V. afkomstig waren, was het ook voor de rest van Nederland duidelijk: LAGA was terug aan het front en was gekomen om te winnen!
Zware selectieperiode
De winter begon en de selecties gingen verder. Enkelen werden uitgeselecteerd en ook vertrokken er een aantal op eigen initiatief. Voor de rest werd de kans op een plaatsje in de acht
Toen de opvang ten einde kwam, begon de selectie. Waar in voorgaande jaren mensen gesmeekt moesten worden om toch maar te
“Hoe écht stuk gaan aan zou voelen, zouden we echter nog wel ontdekken…” 9
Jonghe 8: blikken op de Head en Heinkeken steeds groter en de onderlinge competitie nam dan ook toe. Nu begon het echte trainen; het was afgelopen met trainingen van een half uurtje. Iedereen werd ingedeeld in een ploegje van vier man en er werden lange, zware trainingen gedraaid. Trainingen waarbij drie kwartier lang een kat- en muisspel op het water werd gespeeld en je elkaar continu moesten inhalen. Waar dat op het eerste gezicht heel leuk leek en niemand zich ook maar een beetje inhield, bleek het na tien minuten toch enigszins vermoeiend. De laatste tien minuten vocht je als ploeg tegen de fysieke uitputting, want zeggen dat je niet meer kon, was simpelweg geen optie. Ook de dag erna volgde er weer een leuke uitdaging. De indoortraining stond op het programma en we mochten anderhalf uur lang genieten van een continue stroom conditionele en krachtoefeningen. Oefeningen waar iedereen elke keer vol goede moed aan begon, maar waarvan na 20 seconden toch weer de moed in je schoenen zonk vanwege die intense verzuring in je spieren. En toch bleef je doorgaan, want dat deed die andere ploeg door wie je gisteren werd ingehaald ook en dat zou absoluut niet nog een keer gebeuren. Na afloop van de training, nog tevreden terug denkend aan de plassen zweet in de sportzaal, was daar voor iedereen ook weer de bekende trapworsteling. Traplopen werd een training op zichzelf
10
met zoveel spierpijn, maar gelukkig wist je waarvoor je het deed. De mooiste manier om groot en sterk te worden is met bloed en zweet, maar zonder tranen, want trainen is mooi en helemaal stuk gaan is nog veel mooier! Hoe écht stuk gaan aan zou voelen, zouden we echter nog wel ontdekken…
“...in de laatste nacht werd de hele race in je dromen al minstens tien keer gevaren” NKIR
De NKIR; het racen over twee virtuele kilometers op een ergometer blijft een loodzware wedstrijd. Urenlang hadden wij, de laatste twaalf kanshebbers op een plaatsje in de zware acht, op de ergometers in de botenloods doorgebracht, maar écht voorbereid op je eerste NKIR ben je nooit. Veel techniek en souplesse is er niet nodig en het gaat er vooral om dat je zes minuten lang heel hard kunt rammen. De acht sterkste mannen werden geselecteerd en zouden het voor het eerst opnemen tegen de andere eerstejaars achten.
In de week voor de wedstrijd nam de spanning iedere dag toe en in de laatste nacht werd de hele race in je dromen al minstens tien keer gevaren. De NKIR is een bijzondere wedstrijd. De grote sporthal in Amsterdam met lange rijen ergometers, de slechte ventilatie, de net iets te harde muziek, de doordringende zweetlucht en de aanblik van de pijn op de gezichten van de mensen die allen vechten voor een goede plaats in het klassement en daarna al hijgend en kruipend de zaal proberen te verlaten. Volgens sommigen is dit de meest nare wedstrijd van het seizoen en dit konden we niet anders dan beamen na het bekijken van een paar races. De grap is dat zes en een halve minuut, oftewel het afleggen van 2 kilometer, heel kort lijkt, maar in de praktijk zo ontzettend lang duurt. Waar de ochtend nog een periode was van overmatige energie, begon dat energieniveau nu met elke minuut verder weg te zakken. Hoe dichterbij de race kwam, hoe slechter we ons voelden en het idee dat we niets zouden presteren nam af en toe onze gedachten over. Na een bemoedigende speech van de coach en de mededeling dat het doodnormaal was dat je je zo voelde, waren we er dan toch soort van klaar voor. We warmden op in een zaaltje waar al gauw duidelijk werd met hoeveel mensen je alle zuurstof straks moest delen en gingen daarna op weg naar de grote hal.
Jonghe 8: blikken op de Head en Heinkeken
“Het gaat niet om de afstelling maar om de instelling.” Eindelijk was het dan zover! ‘Eye of the Tiger’ werd gedraaid en we liepen als boksers voor een wereldkampioenschap naar onze ergometers toe. “Attention…” Een hele lange stilte en dan…valse start. En ja hoor, wij waren het weer. Nog een keer dan maar. “Attention….Row!” Het feest kon beginnen. De eerste meters vlogen voorbij. Niet te hard van start, dan kom je jezelf later nog tegen en houd het tempo er goed in. Alle tips van de coaches spookten rond in je hoofd en tegen je zin in zakte je op een gegeven moment uit naar je eigen streeftijd. De wedstrijd duurde nauwelijks meer dan zes minuten: niet zo lang, tenminste de eerste drie minuten. Daarna werd het naar, heel erg naar. Je raakte een beetje buiten adem, elke haal leek een eeuwigheid te duren en het aantal meters dat je nog moest - keurig weergegeven op een schermpje vlak voor je neus - ging maar heel langzaam naar beneden. En hoewel we ons nog zo hadden voorgenomen om de laatste minuut heel hard te gaan eindsprinten, bleek het zuur toch weerbarstiger dan
gedacht en kwam er van die versnelling niet zo veel meer terecht. Om een lang verhaal kort te maken: we werden zevende van de zestien ploegen. Niet heel slecht, maar ook absoluut niet goed. Na de NKIR werd de definitieve selectie bekend gemaakt voor de Winterwedstrijden, Head of the River Amstel en de Heineken Roeivierkamp. De heren Brandsen, Kortekaas, van Loenen, Frederikse, van Breukelen, van Dam, van Vugt en de Lange mochten plaats nemen in LAGA’s beroemde gouden praam: de Flour Daniel. Met in het achterhoofd het gezegde: “Het gaat niet om de afstelling maar om de instelling” trainden wij hard op de Schie. Eind december volgde de intraining. Alle zaken die centraal staan in het studentenleven werden geschrapt: niet roken, niet drinken, elke dag op tijd naar bed en de handjes boven de dekens. Ook werden volgens traditie alle koppen kaal geschoren. De boot begon al gauw lekker te varen en er werden mooie halen gemaakt. De eerstejaars lichte acht werd vakkundig ingehaald bij elke sparsessie en ook andere ploegen waren niet veilig. We hadden er zin in! Onder de douche na de training werd dan ook besloten om alle wedstrijden te gaan winnen. Dat moest gewoon, maar het klonk ook echt heel erg leuk. Winnen? We gaan alles winnen! We gaan alles en iedereen verslaan!
Trainingsweekenden
Al spoedig volgden de eerste trainingsweekenden: ergens buiten Delft een weekend lang alleen maar roeien, eten en slapen. We zetten in een kort tijdsbestek grote stappen en kwamen daar ook voor de eerste keer de vijand tegen op het water. Wedstrijdje doen? Nadat eerst de acht van Skøll werd vernederd, durfden de Nereïden - toch altijd blakend van zelfvertrouwen en vaak snel varend - niet meer. En terecht, want de snelste is altijd Lagaai!
Winterwedstrijden
Toen de winter ten einde liep, was het tijd voor de Winterwedstrijden: 5 kilometer knallen op thuiswater. Iedereen start achter elkaar aan en degene die in de kortste tijd de finish bereikt, wint. Heel simpel, maar tegelijkertijd ook lastig, want je hebt geen idee wat je tegenstanders doen. Daarnaast hadden we op dit moment überhaupt nog geen idee hoe goed de tegenstand zou zijn. Er zat voor ons dus maar één ding op en dat was zo snel mogelijk de 5 kilometer afleggen en zorgen dat we niet werden ingehaald. Of liever nog, zorgen dat we andere ploegen met volle kracht voorbij zouden varen. Onze coach had ons als opdracht meegegeven om zo hard mogelijk te starten en dan dat tempo vol te houden. Een oude wijze man van Nereus op de kant vroeg dan ook aan een van onze coaches toen hij ons de eerste kilometer
11
Jonghe 8: blikken op de Head en Heinkeken zag afleggen: “Is deze jongens wel verteld dat de race 5 kilometer lang is in plaats van 2?” De immense groep Lagaaiers aan de kant hebben ons vanaf het begin af aan aangespoord om harder te trappen en wij hebben alles gegeven wat er in ons zat. We kwamen in moordend tempo dichter bij de boot voor ons en we bleven erbij. Met zoveel publiek aan de kant voelden we ons sterker dan ooit en hebben we het hoge tempo waarmee onze slag de Lange ons voorsloeg, dan ook vol kunnen houden. Het resultaat mocht er zijn; we werden tweede.
Nóóit meer mochten we achter een ploeg blijven hangen. “Er op en erover, dan heb je ze gebroken en heb jij vrij baan!” Er zijn tijdens een sportwedstrijd veel plekken om te eindigen. Word je eerste, dan ben je blij, eindig je achteraan, dan ga je huilen, eindig je in het midden, dan is het wel aardig. Maar eindig je als tweede, dan baal je misschien wel het hardst: je bent goed bezig, maar iemand anders doet het beter. Twee dagen later werd de wedstrijd nabesproken door de oude wijze man en een van onze coaches: Bernhard Jansen. We hadden het redelijk gedaan, maar we hadden een grote fout gemaakt en ze konden het ons nauwelijks vergeven. Deze fout mochten we eens maken, maar nooit meer. Nóóit meer mochten we achter een ploeg blijven hangen. “Er op en erover, dan heb je ze gebroken en heb jij vrij baan!” Desondanks hadden we toch de tweede plek behaald en dat was een goede uitgangspositie voor de Heineken, de volgende wedstrijd. Zeker omdat we de eerste 2 kilometer als snelste hadden afgelegd. Maar aan een uitgangspositie heb je niets in de boot; aan harde halen daarentegen wel. We moesten harder roeien en met twee weken te gaan hadden we niet veel tijd. Henri Jan Wienese, een roeier die in zijn skiff goud won in Mexico sprak ooit: “Hij maakte een fout. Hij haalde me in de vorige wedstrijd, en je moet weten dat je dat bij mij nooit moet doen!” Exact dat gevoel heerste ook bij ons allemaal. Alle koppen stonden dezelfde kant op
12
en iedereen was vastberaden om de winnende ploeg, Vidar, heel hard te gaan verslaan. Iedere keer was de training weer beter en elke haal werd weer net iets scherper en directer.
Oud Ledendag
Op de Oud Ledendag moesten wij nog even laten zien hoe je een lichte acht voorbij moet varen en dat hebben we dan ook met volle overtuiging gedaan. De Oud Leden waren tevreden en wij mochten onszelf Jonghe Acht 133 noemen. De lichte acht was echter onze tegenstander niet, die kwam een week later op de Heineken.
Heineken Roeivierkamp
Op de Amstel moest het dan gaan gebeuren. Het water was ons bekend. We hadden er al een trainingskamp gehad en zowel de slag als de boeg roeiden voorheen bij Willem III op hetzelfde water. De beruchte wedstrijd kent diverse afstanden, namelijk 2500, 250, 750 en 5000 meter en wordt in twee dagen geroeid. Op zaterdag wordt gestart met de 2500 meter met gelijk daarna de 250 meter en op zondag wordt ’s morgens de 750 meter geroeid en ’s middags de 5000 meter. De 2500 meter stond dus als eerste op het programma. We hadden besloten deze net zo te gaan roeien als de eerste twee kilometer van de Winterwedstrijden: gewoon heel hard starten en dan zien waar het schip strandt. De race ging matig: de boot liep niet echt lekker en we haalden geen ploeg in. Niet wetende wat de uitslag van de eerste race was begonnen we vlak daarna aan de 250 meter. In tegenstelling tot de doorstart bij de 2500 meter was dit een boord aan boord race. Een sprint pur sang. Het duurt ongeveer 40 seconden en elke haal moet maximaal. Het is een afstand waar je de Heineken niet op kan winnen, maar zeker wel op kan verliezen. De sprint verliep niet slecht, maar ook niet goed en na de sprint stapten we dan ook de boot uit met het gevoel dat er meer in zat dan er uit gekomen was die dag. We vroegen de stuur of we het erg verpest hadden, maar zij begon te lachen en zei dat we niet zo hard voor onszelf moesten zijn. Ze had gelijk! Waar wij allemaal dachten dat we slecht geroeid hadden bleken wij de 2500 meter gewonnen te hebben en de 250 meter ook zeker niet slecht gedaan te hebben. Al met al, leverden onze prestaties ons een voorlopige tweede plek op in het algemeen klassement. Weer die tweede plek. Nu weliswaar geen Vidar, maar Thèta op nummer 1, maar toch. We besloten dat we de volgende dag nog harder zouden gaan roeien en met een goed gevoel, maar een flink staaltje zenuwen gingen we slapen.
“In een tijd van 2:07.7 wonnen we de 750 meter met een nieuw eerstejaars baanrecord..” De zondag brak aan. Thèta was onze directe tegenstander op de 750 meter, die ook weer in koppels naast elkaar werd geroeid. Tijdens het oproeien kwamen we de nepfietsenmakers uit Eindhoven al tegen in het klein kanaaltje vlakbij de Omval. Iedereen keek elkaar even goed aan en het enige wat er door ons hoofd ging was: “We gaan ze pakken!”. We roeiden door naar de start. Rustig gingen we door het bruggat en roeiden met Thèta aan onze linkerkant naar de voorstart. Onze stuur zorgde ervoor dat we net één poppetje voor bleven liggen op de Eindhovenaren. Plotseling, nog voor de voorstart begon, waar het de bedoeling is om langzaam precies naast elkaar te blijven varen, riep het stuurtje van Thèta: “Bouwen!”. Onze stuur reageerde resoluut en ook wij reageerden direct als één machine en vlogen als eerste door de start. Na 100 meter hadden we al bijna een lengte te pakken. In een snelle blik naar links (schuinvoor eigenlijk) zagen we acht hulpeloze jongetjes spartelen. Dit gaf ons zo’n boost dat we totaal niks van vermoeidheid voelden. Na 250 meter start schakelden we een klein stukje terug naar een baanhaal, maar alsnog bleef het tempo moordend. Thèta liep een klein stukje op ons in, maar omdat ze vergeten waren iets terug te schakelen stortten ze even later compleet in. We liepen nog verder uit. Vanaf de 500 meter begonnen we met onze eindsprint. In een tijd van 2:07.7 wonnen we de 750 meter met een nieuw eerstejaars baanrecord: een tijd waar een gemiddelde tweede divisieploeg jaloers van wordt.
“De Jonghe Acht gaat zo de Heineken winnen, kom allemaal kijken!”
Jonghe 8: blikken op de Head en Heinkeken
Doordat we ruim zes seconden hadden gepakt op Thèta stonden we nu eerste in het klassement. We mochten zelfs 26 seconden verliezen op de nummer twee: Skadi. De laatste afstand werd later die middag gevaren en dus we konden een paar uur op de bank liggen en zenuwachtig zijn. Een voorsprong van 26 seconden op 5 kilometer is nauwelijks meer te overbruggen, maar op dat moment ben je daar toch niet zo heel erg zeker van. Op het forum van LAGA konden we onze overwinning al lezen: “Ja, die Jonghe Acht gaat zo de Heineken winnen, kom allemaal kijken!”. De tijd verstreek langzaam, heel erg langzaam, maar uiteindelijk was het moment toch daar. Er heerste een zekere spanning tijdens het voorbespreken, maar gelukkig was deze op het water al weer helemaal weg. De halen tijdens het oproeien waren klokgelijk en we waren allemaal uiterst geconcentreerd. We voelden het allemaal: wij, Jonghe Acht 133 van LAGA zouden dat klassement gewoon pakken. Als laatste startten we achter Skadi aan. We gingen er meteen naar toe, maar de Skadinezen hielden ons constant op een bootlengte afstand. Vidar won de 5 kilometer. Wij werden met een verschil van 2,6 seconden tweede en hadden dus een ruime speling van 40 seconden over.
Voor het eerst in de geschiedenis van LAGA had de Jonghe Acht de Heineken gewonnen! Zoals de traditie betaamt, mag er op de overwinning gedronken worden. Onder normale omstandigheden zou een dergelijke overwinning in een orgie van drank zijn geëindigd, ware het niet dat er na zeven nachtjes slapen weer een wedstrijd op het programma stond: de Head! Dus na een biertje en een prijsuitreiking, die uiteraard vakkundig verpest werd door mannetjes in rode en roze jasjes, lag iedereen weer op tijd in zijn bedje, uiteraard voorzien van het geen waar het allemaal om draait: blik!
“Rust houden, boot tussen de bladen doorduwen, superieur varen, erop en erover!” Head of the River
We roken bloed! De eerste overwinning was binnen, maar de Tilburgse roeiers
waren ons wel steeds te snel af geweest op de lange afstand. En laat de Head met 8 kilometers op de Amstel nu de langste wedstrijd van het seizoen zijn. De laatste paar trainingen voor de Head werden de puntjes nog even op de ‘i’ gezet en de dinsdag voor de wedstrijd was er de traditionele ploeghap met bitterkoekjesijs. Dat zou geluk brengen en we zouden er extra hard van gaan roeien, luidde het credo. Ook kwam het strijdplan op tafel. Het was simpel en duidelijk: “Rust houden, boot tussen de bladen doorduwen, superieur varen, erop en erover!”.
“Hoe erg de pijn ook was, we zouden gewoon doorgaan met hard trappen.” Zondagochtend, de dag van de wedstrijd. Iedereen leek in trance. Gewoon heel hard varen, spookte het door je hoofd. Gewoon doorgaan, ook als alles aan het verzuren is. We legden de boot in het water en gingen oproeien. Het waaide lekker hard: windkracht 6 mee. Het
13
Jonghe 8: blikken op de Head en Heinkeken oproeien ging natuurlijk de andere kant op en voelde zwaar aan. De Head is een van de grootste wedstrijden van het jaar, dus er vochten tijdens het oproeien veel te veel boten om te weinig plek. De stuur vermaakte zich met het uitschelden van haar collega’s en wij waren vooral vreselijk zenuwachtig. Voor we er eigenlijk bewust van waren was de start dan ook alweer achter de rug en ontwaakten we in tempo 33. De boot liep lekker en na 800 meter kwamen we bij de eerste brug. Op de kant fietsten veel mensen mee en we werden vol overtuiging toegeschreeuwd. Na de brug haalden we twee ploegen tegelijkertijd in en de toon was gezet. De vermoeidheid schoot echter ook in onze benen en langzaam aan was daar het besef van de lengte van deze wedstrijd: 8 kilometer. De verzuring werd iedere haal iets erger, maar we dachten allemaal aan wat we hadden afgesproken. Hoe erg de pijn ook was, we zouden gewoon doorgaan met hard trappen. Zo gezegd, zo gedaan en we gingen stug door.
“We moesten de buitenbocht nemen, maar alsnog liepen we in. Nog harder. Nog sneller...” Er waren op dat moment geen andere boten meer in de buurt en dus kwam het nu ook echt aan op mentale kracht. Ook
14
zonder een andere boot om in te halen of voor te blijven, moesten we zorgen dat onze snelheid vasthielden. We voeren onze eigen race. We kwamen de hoerenbocht scherp door en de laatste paar kilometers gingen van start. De goede voornemens begonnen nu toch echt langzaam te verwateren, totdat we plotseling de eerstejaars van Orca zagen liggen in de laatste bocht. Hoewel we allemaal flink buiten adem waren, vonden we de winnaarsmentaliteit terug. Ons stuurtje ging helemaal uit haar dak. Een drie op tien werd ingezet en daar gingen we. “Erop en erover, dan heb je ze gebroken en heb jij vrij baan!” De woorden van de oude wijze man gingen nog eens door ons hoofd en in die laatste paar honderd meters, vlogen we als bezetenen over de baan. We moesten de buitenbocht nemen, maar alsnog liepen we in. Nog harder. Nog sneller. De laatste paar meters verdienden geen schoonheidsprijs, maar we kwamen ruim voor Orca over de finish. We waren doodmoe, maar wat hadden een sterke race gevaren. Maar zou het genoeg zijn? Er hing geen scorebord bij de finish, dus het was het afwachten. Heel lang afwachten, totdat er een klein meisje, Evelien, onze coach, de brug op komt rennen met een grote glimlach op haar gezicht: ‘Jajajajaaa!’ We hadden gewonnen en het baanrecord voor eerstejaars met 20 seconden verbeterd. Dat moest gevierd worden. Dat werd gevierd. Heel hard gevierd. Niet alleen door de Jonghe Acht, maar door heel LAGA.
Jonghe Acht 133 Mick de Lange (slg) Aaike van Vugt Jos van Dam Tom van Breukelen Thomas Frederikse Gerrit van Loenen Frans Kortekaas Jasper Brandsen (bg) Femke van der Meulengraaf (st) Milou Overkamp (st) Jan Jaap Romijn (co) Evelien Griffioen (co) Koen Pieterse (co) Kaj de Vries (co)
Jouw studententijd
Jouw studentenstad Jouw studentenkamer Jouw studentenvereniging Jouw studentenkroeg Jouw studentenbaan Jouw studentenbank Jouw stufi Jouw Studentenrekening
Vraag jouw gratis Studentenrekening aan op ING.nl/studenten
Jeugdroeikamp
JEUGDROEIKAMP
Dit jaar wordt alweer voor de 27e keer Laga’s Jeugdroeikamp georganiseerd! Twee weken lang zullen de verdedigingswerken van Naarden Vesting opnieuw op de proef gesteld worden door alle kinderen. Onder leiding van enthousiaste Lagaaiers zal er overdag weer flink worden geploeterd op het water. De eerste keer is een mishaal hier en daar natuurlijk onvermijdelijk, maar het zal
16
menigen verbazen hoe snel de kinderen weer in hun boot zitten na een al dan niet gepland bezoek aan het water. Al gauw kan iedereen allemaal trucs in de boot en worden de eerste harden halen gemaakt! Naast roeien zal er natuurlijk nog veel meer moois plaatsvinden: het altijd succesvolle Varsityspel, slapen bij het kampvuur en uiteraard het galadiner… met de mooiste corsages (vaak onkruid) stiekem een date vragen (“Ik durf niet!”) om vervolgens met een goed verhaal de mislukte corsage goed te praten (“Hij hing aan de boot toen ik de Varsity won!”). De volgende ochtend moet iedereen wéér veel te vroeg op: Het roeiexamen! “Zou het me lukken om in de boot te blijven staan? Vorig jaar viel ik er nog uit! Als ik goed mijn best doe, krijg ik misschien wel mijn volgende diploma!”
“Hé, wie is dat? Dat lijkt mijn vader wel! Is het nu al afgelopen? Ik wil volgend jaar weer mee!” Dit is nog maar het topje van de ijsberg van alles wat er gaat gebeuren deze zomer: het belooft weer een groot feest te gaan worden voor alle kinderen en de leiding!
LAGA’s Jeugdroeikamp 2010 Week 1 Datum: 18 t/m 24 juli 2010 Leeftijd: 14 t/m 17 jaar Week 2 Datum: 25 t/m 31 juli 2010 Leeftijd: 9 t/m 13 jaar Voor vragen en inschrijvingen zie www.jeugdroeikamp.nl, mail jrk@laga.nl of bel 015 - 212 52 66.
OC&C Ringvaart Regatta 2009
OC&C RINGVAART REGATTA De 34e OC&C Ringvaart Regatta was een Ringvaart zoals deze hoort te zijn: zwaar...heel zwaar... loodzwaar, kunnen we wel zeggen. De ultieme bikkelrace waarin de doorzetters zich van de afhakers hebben onderscheiden, vond plaats op 6 mei 2009, een dag waarop de weergoden zich van hun slechtste kant lieten zien. De verhalen over horizontaal hemelwater en rondvliegend schuim doen dan ook nog steeds de ronde op de D.S.R.V. ‘Laga’. U begrijpt, dit was geen doorsnee Ringvaart Regatta. Ondanks de slechte weersvoorspellingen verscheen een record aantal ploegen aan de start op de Kaag. Ruim 120 ploegen, oftewel een kleine 500 deelnemers, zouden mentaal en fysiek zwaar op de proef worden gesteld en ontdekken of de getroffen voorbereidingen voldoende waren geweest.
In het eerste deel van de race werd direct duidelijk welke uitputtingsslag de deelnemers die dag te wachten stond. Aan de start zorgde de harde wind en de hoge golven ervoor dat het onmogelijk was om met de reguliere 20 ploegen op één lijn te starten. Ook het vervolg van het traject over de Kaag verliep ondanks assistentie van verschillende reddingsboten alles behalve soepel. De hoge golven in combinatie met de bakken water die uit de hemel stortten, zorgden ervoor dat verschillende boten vol liepen, een skiff zonk en een 8+ finaal doormidden brak. De race der titanen was in al zijn heftigheid losgebarst.
Leidschendam. Hier hadden alle volgploegen zich inmiddels verzameld op een overvol sluisplein en een welverdiend applaus klonk voor iedere boot die de sluis binnen voer. Leden van LAGA tilden de boten uit het water, zodat alle ploegen een half uurtje konden uitrusten en voor de laatste keer konden worden opgelapt in de tent van het Rode Kruis. De blaren en intense vermoeidheid zorgden soms voor tranen, maar er heerste vooral ook een gevoel van opluchting. Vanaf dit punt hoefden de roeiers nog maar iets meer dan 10 kilometer en een ieder besefte dat de eindstreep dan toch eindelijk in zicht was.
De doorweekte deelnemers vervolgden hun route over het Ringvaartkanaal om daarna de Kaag voor de tweede maal te moeten trotseren. Ook nu sloegen de golven weer over de boorden en kregen de boten windkracht 5 tot 6 op de kop te verduren. Enkele roeiers en stuurmannen werden getroffen door onderkoeling en de ingezette reddingsboten bleken wederom geen overbodige luxe.
Vanaf vijf uur begon het terrein van de LAGA langzaam vol te lopen. De deelnemers wachtte hier na de finish een warme douche en maaltijd en het geroezemoes van de borrelende volgploegen, dat steeds luider werd. De bands begonnen te spelen en het feest bereikte langzaam zijn hoogtepunt. De loods bleek naast het stallen van boten weer bijzonder geschikt voor het grootste feest van LAGA en ruim 1500 feestgangers vierden de behaalde prestaties tot diep in de nacht. De sponsoren en besturen proostten ondertussen op de goede afloop op het dakterras van LAGA in de Grolsch VIP lounge. Ook dit jaar was de samenwerking met OC&C Strategy Consultants weer geslaagd en de acht van OC&C heeft weer fanatiek deelgenomen!
Het laatste afhaakpunt in Leiderdorp werd desondanks toch door de meeste ploegen gepasseerd en de deelnemers roeiden gestaag door naar
Tijdens de organisatie van een internationaal evenement van deze omvang staat de hele vereniging op z’n kop. Alles was zonder de inzet van de leden en de soepele samenwerking met sponsoren niet mogelijk geweest. We hebben het dan ook samen waargemaakt: de OC&C Ringvaart Regatta is én blijft een begrip in de studenten- en roeiwereld!
17
Siegelaar: van Amerika naar Polen
Olivier Siegelaar
VAN AMERIKA NAAR POLEN Na de Spelen heb ik een half jaartje de focus meer op het DSC gelegd dan op het roeien en studeren. In januari 2009 vertrok ik richting Amerika om hier verandering in te brengen. De University of California, Berkeley had mij een roeibeurs aangeboden, en na wat informatie ingewonnen te hebben over de universiteit, locatie, en roeiprestaties leek het mij een niet te missen kans.
Mike Teti:“I’ve probably won more medals than I’ve read books, so how fucking difficult is it?!” 18
Siegelaar: van Amerika naar Polen
Berkeley
De hoofdcoach van het Amerikaanse Olympisch team had na 12 jaar verschillende medailles gewonnen te hebben, besloten om weer een collegiate crew te coachen, en de Universiteit bleek de een van de beste in mijn studie (werktuigbouwkunde). Het enige wat ik van Amerika wist waren de brute verhalen over eindeloos seatracen, ergometeren, en trainen. Perfect Varsity trainingskamp voor een Lagaaier! Bij aankomst bleek het niet minder waar te zijn. De opzet in Amerika is nog wat ik in de mooie verhalen gehoord heb van de ouwe lullen op LAGA.
Onze coach verwoordt het duidelijk: “It aint no fucking rocket science, practice hard and you win...” Er is één wedstrijd die telt, en op die wedstrijd is maar één boottype, de ‘varsity eight’. Iedereen traint om die ene wedstrijd te winnen. Er zijn kleinere wedstrijden tussendoor, maar
achteraf gezien blijken die slechts bezigheidsterapie te zijn. Verder is er één hoofdcoach die bepaalt wat er gebeurt. Het team is zo’n 40 man groot en elke avond krijgen we te horen hoe laat we waar moeten zijn (ergometer ruimte/ botenhuis) en op de training zelf wordt er verteld wat we moeten doen. Geen schema’s, want ga je je de dag van te voren beter gedragen als je een 6k test hebt? Het botenhuis is om te trainen. Om half 7 ‘s ochtends rijden de crew vans richting het pas nieuw gebouwde, 15 miljoen dollar kostende gebouw, gelegen aan de Oakland Estuary,– waar overigens noch feesten worden gehouden, noch überhaupt iets te consumeren wordt verkocht– met 40 gloednieuwe ergometers, genoeg achten en viermetten, en volgboten. En het zal ook wel al duidelijk zijn dat het hier alleen maar om raceroeien gaat. Zoals ik al zei, een Lagaat waar menig oud Laganees waarschijnlijk mooie herinneringen aan heeft. De andere lokatie is een waterreservoir in de vorm van een meer, richting de bergen, Briones genoemd. Klein botenhuisje, of misschien meer een container, maar prachtig roeiwater waar 4km geroeid kan worden. Het idee is duidelijk: Wij roeien vooraan, gewoon omdat dat zo hoort. En onze coach (Mike Teti) verwoordt het duidelijk: ”It aint no fucking rocket science, practice hard, and you win!” En zo is het. “I don’t know what it is, but boats go fast around me.
I’ve probably won more medals than I’ve read books, so how fucking difficult is it?!”. Mooie insteek. Harder trainen dan je tegenstander, om ze vervolgens op te eten tijdens een race. Maar wat misschien ook nog wel het mooiere is van Amerika, dat dit gewoon een cultuur is in plaats van dat wij dat nou toevallig doen in onze trainingen. Elke zondag hebben wij een vrije dag (de rest van de dagen is twee trainingen per dag), dus wordt elke zaterdagavond professioneel 100 bier naar binnen gegoten en niet te zuinig ook. De zondag is vervolgens (mede daardoor) uiterst productief, zoals een zondag hoort te zijn en dan vanaf maandag begint het feest weer.
“En bovenal zijn al die 3x4 kilometer tempo 32 seatraces in de viermet toch een lekkere basis voor de Varsity, zeker als je ze wint.” 19
Siegelaar: van Amerika naar Polen Om kwart over 6 opstaan, trainen, snel ontbijten, 5 uur college volgen, uit college naar huis rennen om de spullen te pakken voor de volgende training rond een uur of 4, trainen, eten, en dan om 8 uur beginnen aan het huiswerk voor de volgende dag. Want huiswerk dat is er! Hoe je op de TU gewoon zes weken thuis voor de televisie met je huisgenoten in de keuken/GR/tuin kan doorbrengen, met af en toe een traininkje tussendoor, om vervolgens twee weken in de UB te leven als het vakkenweek is, hebben ze hier de wat meer schoolsere aanpak: huiswerk, tussentijdse toetsen, verplichte colleges zijn aan de orde van de dag. En dat is waarschijnlijk wat roeien hier nog de mooiste uitdaging maakt. Want als je dan van 8 tot 12 ‘s avonds mooie differentiaal vergelijkingen zit op te lossen of op geniaal uitgevonden dieselmotoren zit te broeden, en daarna je bed induikt, dan duurt een nacht niet lang. Als er dan ook nog op Amerikaanse wijze wat energie uit je lichaam wordt onttrokken en je elke zaterdag je lichaam op een andere manier op de proef stelt, is het soms lastig om wakker te blijven in college, of meer nog, goed te kunnen presteren tijdens een training of überhaupt tijd vinden om nog iets nuttigs/anders te kunnen doen in je leven (zoals het schrijven van een artikel voor een LAGA magazine!). Maar je raakt eraan gewend, en ergens werpt het de vruchten af. Je doet een 30 minuten test op de ergometer, na 3 dagen met totaal 12 uur slaap door midterms, nog steeds goed en vindt hierdoor het maximale wat je aankan. Een goede Delftsche aanpak. En bovenal zijn al die 3x4 kilometer tempo 32 seatraces in de viermet toch een lekkere basis voor de Varsity, zeker als je ze wint.
“...want als ik me niet vergis -en dat doe ik ook niet- staat de teller van het gouden drieluik bij mij nog op 0.” Na een mooi begin van vorig seizoen werd duidelijk dat Washington onze grote concurrent was. Zij hadden veel internationals aan boord net als wij (Serviërs, Canadezen, Duitsers, Engelsen) en zijn altijd al de grote concurrentie geweest. Door de week voor de ‘nationals’ de Pac10 (westcoast) race te winnen (van o.a. Washington) gingen we als favorieten door naar de Varsity van Amerika (enige verschil
20
is dat er 24 boten meedoen, die zich voor deze wedstrijd hebben moeten kwalificeren i.p.v. 7) De heats werden makkelijk gewonnen, evenals de halve finale. Toen we in de finale na een waanzinnige start een lengte voorlagen op de andere ploegen bij de 1000m en 3/4 bij de laatste 500m, werden we in de laatste 50m (of minder) voorbij gevaren door Washington. Vergelijk het met een verloren Varsity op deze manier, maar met in gedachte dat er 4e jaars jongens in de boot zitten die het jaar erna niet meer mogen roeien (in Amerika mag je maar vier jaar sporten voor een universiteit). Het enige wat je daar nog uit kan halen is meer wil om te trainen voor het jaar erna. Daarna het verdriet weggedronken en teruggevlogen naar Nederland, waar het feest nog niet over was. Ik kan er kort over zijn en dat zal ik ook doen. Er was een acht en gezien ik dat al het hele jaar gedaan had, vond ik het mooi om het zo af te sluiten. Er werd geseatraced voor die acht in vierzonders, die met delftsche scherpte een aantal lengtes voor de andere vier vooruit werd getimmerd.
De acht was besloten en er werd op de 2e Worldcup te Luzern en het WK een mooie bronzen medaille binnen gesleept. Een mooie bronzen medaille omdat het mijn eerste medaille op dit niveau is, maar zeker niet de laatste en allermooiste. De allermooisten moeten nog gewonnen worden, want als ik me niet vergis -en dat doe ik ook niet- staat de teller van het gouden drieluik bij mij nog op 0. Als ik hier mijn trainingskamp heb afgerond en mijn fouten van vorig jaar heb rechtgezet, dan wordt het tijd om weer voor de echte blikken te gaan. Jongens en meisjes opgelet! vroeg of laat is het weer zover, en zorg dat je er deel van uitmaakt. Ik heb gehoord dat het niet lang meer gaat duren: LAGA wint de Varsity! Allez LAGAAI/CCFU O.F.J.Siegelaar
Rensen: Roeien in Delft
ROEIEN IN DELFT Als oud-roeier voel ik mij vereerd mijn visie op top- en breedtesport, en dan met name als het gaat om roeien, met u te mogen delen. De discussie topsport versus breedtesport wordt al geruime tijd gevoerd, maar is voor mij geen issue. Voor mij is het overduidelijk dat er een relatie ligt tussen top- en breedtesport. Een voorwaarde voor topsport is namelijk dat er een voedingsbodem bestaat in de vorm van breedtesport. Tegelijkertijd vormt topsport een belangrijke stimulans om deel te nemen aan breedtesport.
In Delft zetten we in op een leven lang bewegen waarbij plezier als de belangrijkste stimulans beschouwd moet worden. Deze plezierbeleving is natuurlijk voor ieder individu weer anders. Zo vindt de één het leuk om ongebonden, op een moment dat het hem of haar uitkomt, lekker in beweging te zijn in de openbare ruimte. De ander krijgt juist pas echt voldoening als hij of zij na een periode van intensieve training onder optimale omstandigheden een topprestatie neer kan zetten. Met plezier bewegen en je lekker fit voelen, daar gaat het om!
Bewegen, Spelen en Sporten 2009-2012
De gemeenteraad heeft in 2009 de nota “Bewegen, Spelen en Sporten 2009-2012” vastgesteld. Deze nota is opgesteld vanuit de visie dat we alle inwoners van Delft optimale mogelijkheden willen bieden om een leven lang te kunnen bewegen, spelen en sporten. De wijze waarop we aan deze visie, samen met de partners, invulling gaan geven, staat in deze nota beschreven. Ik raad u, maar vooral de bestuurders van uw vereniging, aan kennis te nemen van deze nota1.
J.D. Rensen
Wethouder van o.a. Sport
Roeien in Delft
“Tot mijn grote tevredenheid hebben we in Delft nog steeds circa 1200 actieve roeiers die van de Schie gebruik maken.”
Op basis van mijn eigen roei-ervaringen weet ik hoe het voelt om ’s ochtends vroeg in de optrekkende mist het spiegelgladde water te doorklieven met de palen in een poging om tot plané te komen, het summum voor iedere roeier.
Helaas waren dit destijds al spaarzame momenten, waarbij ik vrees dat het nu als gevolg van het toenemende waterverkeer op de Schie een zeldzaamheid geworden is. Tot mijn grote tevredenheid hebben we in Delft toch nog steeds circa 1200 actieve roeiers die van de Schie gebruik maken. Het initiatief dat de Delftse roeiverenigingen samen met de roeibond hebben genomen om te komen tot een convenant met de gebruikers van het Schiekanaal en de overheid, wordt dan ook volledig door mij ondersteund. Ten slotte willen we ook de Delftse roeiers optimale mogelijkheden bieden om een leven lang met plezier te bewegen. Met een immer luid “Allez Lagaai!” J.D. Rensen Wethouder van o.a. sport
De nota is te downloaden via www.delft.nl/sport of www.gemeentedelft.info 1
21
Ryan den Drijver: De weg naar het WK
de weg naar
HET WK
De lichte acht van Nederland won dit jaar de wereldbeker goud in Luzern en behaalde brons op de Wereldkampioenschappen in Poznan. De grootse, kleine man Ryan den Drijver stond aan het roer van deze acht en leidde hen op de weg naar deze overwinningen. Met zijn roeikennis en overtuigingskracht gaf hij zijn roeiers díe mentale support die ervoor zorgde dat zij het maximale uit zichzelf konden halen. Afgelopen jaar was een raar jaar. Na het succes van de lichte acht in Oostenrijk viel iedereen een beetje in een gat. Bondscoaches werden ontslagen, nieuwe mensen werden gevraagd, maar bedankten voor die eer. Het gevolg was dat er geen plan was voor het lichte roeien in deze post Olympische periode. Iedereen startte dan ook maar weer met zijn eigen trainingsprogramma en werd gedwongen af te wachten. Het was een lange winter, want niemand wist of wat hij deed wel goed genoeg was in de ogen van de potentiële nieuwe bondscoach. Niks doen was echter ook geen optie. Het verlossende woord kwam eind mei 2009. De ARB was namelijk ook het weekend van de Nederlandse Kampioenschappen voor kleine nummers en bracht heel licht roeiend Nederland in rep en roer. De wedstrijd stond alleen niet echt in het teken van de titels, want de nieuwe bondscoach liep rond op de Bosbaan en het maken van een goede indruk had de hoogste prioriteit. De bondscoach was echter een man zonder naam of gezicht en liep als een John Doe rond op het terrein. Benieuwd naar deze mysterieuze man, ging ik op zoek en kwam ik na veel rondvragen terecht bij John Faulkner, een wat oudere,
22
gezette man op een vouwfietsje langs de Bosbaan. We raakten aan de praat en hij vertelde me dat ik mijn koffers moest pakken. Over minder dan een week ging er een lichte acht voor twee weken op trainingskamp naar Varese in Italië en ik ging mee!
“Per afgelegde meter nam het vertrouwen in John toe en zijn alternatieve aanpak leek nu al vruchten af te werpen.” Het trainingskamp in Varese verliep uitstekend. Waar het in de rest van Italië regende, scheen de zon rijkelijk boven het meer waarop wij trainden en met tweemaal daags een warme maaltijd mochten we absoluut niet klagen. Het Deense trainingsprogramma van
John stond echter wel haaks op onze verwachtingen. Waar wij ons voorbereid hadden op vele zware kilometers, voeren we in de eerste week vooral veel stukken in lighthaal. We moesten de boot beter leren kennen, écht leren voelen en het afremmen van de boot door onrust niet willen compenseren met kracht. Pas als we de boot helemaal onder ons door konden laten glijden gedurende de recover, mochten we weer beginnen met denken aan kracht tijdens de haal. Onze reis begon en we gingen samen vele kilometers op zoek naar dat ene gevoel. Terug in Nederland kregen we meteen de kans om John’s visie over roeien te testen op de Bosbaan. Tijdens de Randstad Regatta - tegenwoordig de ARR - namen we het op tegen een zware gelegenheidsacht met roeiers net buiten de A-selectie. We startten de race goed en het tempo was nog boven de 40 toen we de 500 meter passeerden. We vonden het gevoel van Italië terug in onze harde halen en de race was één groot feest der herkenning. Per afgelegde meter nam het vertrouwen in John toe en zijn alternatieve aanpak leek nu al vruchten af te werpen. Na weken trainen in Nederland wachtte
Ryan den Drijver: De weg naar het WK de eerste echte uitdaging in Luzern. In Nederland hadden we nog wel een paar prima races gevaren, maar tegen internationale tegenstanders kun je toch beter staven hoe je er voor staat. Het meer van Luzern lag er fantastisch bij: helder blauw water en een voorzichtig zonnetje gaven het bergdal het aanzien van een schilderij. In de aanloop naar de wedstrijd verliep alles bij onze ploeg alleen iets minder zonnig. Eén van de roeiers had een griepje opgelopen en had een halve week in bed gelegen. Hij voelde zich al wel iets beter, maar we wilden voorkomen dat hij uit alsnog uit zou moeten vallen na de voorwedstrijd. We besloten na 750 meter uit te zakken naar een lager ritme en niet te streven naar een eerste plaats in de voorronde. Na afloop werden we overspoeld door smsjes en telefoontjes. Iedereen was stomverbaasd over het feit dat we op de 500 meter nog eerste lagen, maar slechts als derde finishte op 10 seconden achterstand. We zouden onszelf hebben opgeblazen, te weinig tegenstand hebben gehad in Nederland of op z’n minst een roeier verloren zijn onderweg. De volgende dag hadden we de kans om te laten zien dat niets van dit alles waar was. Waar de Italianen dachten ons wederom te kunnen verassen op 500 meter, plaatsten wij daar onze versnelling. De verwachte voorsprong bleek voor hen plotseling een volle bootlengte achterstand.
We hadden de Italianen gebroken en konden de race comfortabel uitvaren op weg naar onze eerste wereldbeker goud. Na wederom een prima trainingskamp, ditmaal in München, gingen we met veel zelfvertrouwen naar Poznan. De organisatie van het toernooi was fantastisch geregeld en de roeibaan was voor de gelegenheid helemaal opgeknapt. Het enige zorgelijke was dat de trainingen ineens niet zo lekker meer liepen. Het koude gladde water van München roeide toch heel anders dan die warme klotsbak in Poznan. In de voorwedstrijd kregen we de eerste mentale tik te verduren; de race liep voor geen meter. We werden snoeihard voorbij gevaren door de Amerikanen en de wil om te winnen bracht ons nog maar net de tweede plaats.
“Het hele wedstrijdplan werd nog een keer afgespeeld in mijn hoofd tijdens het oproeien. Dit was het moment.” De volgende dag kwam de tweede tegenslag. Onze slag was naar de fysiotherapeut geweest en er was een gebroken rib geconstateerd. Geen goed begin van de belangrijkste week van het jaar, absoluut geen goed begin. We besloten dat we de finale met toch
“Ontredderd staren we om ons heen bij de finish en met een neplach gaan we op de foto bij het podium.”
met onze huidige slag wilde roeien en de rest van de week werd gevuld met alternatieve trainingen: zwemmen, fietsen en heel veel ergometeren. We maakten onze tijd langzaam vol tot de dag van de finale dan toch eindelijk daar was. Met verrassend weinig zenuwen stapte ik in de boot. Het hele wedstrijdplan werd nog een keer afgespeeld in mijn hoofd tijdens het oproeien. Dit was het moment. We gaan klaarliggen bij de start en maken allemaal ons hoofd leeg. Het licht staat op rood. Volledige concentratie heerst alom en de adrenaline giert door onze lichamen. Het licht springt op groen. Als een raket vliegen we uit de start. We liggen een lengte voor de rest van het veld. Het wedstrijd plan ontvouwt zich zoals gepland. Langzaam komen de Italianen dichterbij en liggen naast ons op de 750 meterlijn. Het gaat hard. Onder het wereld record hard. Dan krijgt de wind vat op de baan en het hele veld knalt op de golven. Het wordt een kwestie van overleven en het gebrek aan ritme van de afgelopen week breekt ons op. De ervaren Italianen en Amerikanen varen ons voorbij en met een kleine snoek hier en daar komen we als derde over de streep. Ontredderd staren we om ons heen bij de finish en met een neplach gaan we op de foto bij het podium. Pas later realiseren we dat we ondanks het ontbreken van trainingen en een gebroken rib aan boord toch brons hebben gewonnen op het WK; iets wat we aan het begin van het jaar in alle chaos niet hadden verwacht. Echter, het is en blijft topsport en brons was nog geen goud...
23
Best Graduate ‘09
BEST GRADUATE’09
Bijna alle leden van Laga studeren aan de TU Delft. De Technische Universiteit Delft, een universiteit die op de 15e plaats staat genoteerd in de wereldranglijst van technische universiteiten , en die vele topstudenten voortbrengt. Michiel van Schravendijk (24) is zo’n topstudent en hij mag zichzelf BestGraduate van 2009 noemen.
Michiel is nu een 7e jaars student Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. In 2005 werd hij lid bij het Delftsch Studenten Corps en nam deel aan de opvangperiode van LAGA. Hier werd hij een actief lid en na een jaar als commissaris race & logistiek in de organisatie van de Ringvaart Regatta zette hij zijn studie tijdelijk opzij en nam plaats in het 130e bestuur van de D.S.R.V. ‘Laga’ als thesaurier. Hier leerde hij dat een specialistenfunctie niets voor hem was en dat hij meer plezier had beleefd aan het werken aan het beleid en toekomstplan van de vereniging samen met zijn andere bestuursgenoten. Met een berg kennis, veel mooie ervaringen en wat nieuwe inzichten over zichzelf rijker, voltooide Van Schravendijk in 2007 zijn bachelor en ging hij zich al vrij snel oriënteren
24
op de arbeidsmarkt. In de herfst van 2008 deed hij zijn stage aan de University of Kansas. Toen hij hiervan terugkeerde, werd hij gewezen op BestGraduates. Twaalf topwerkgevers, zoals ING, het Rijk en Unilever, organiseerden een wedstrijd voor afstuderende studenten, waarbij zij de potentie van studenten binnen hun bedrijf beoordeelden. De competitie leek Michiel een mooie kans om een aantal interessante bedrijven beter te leren kennen en hij schreef zich in. De eerste grove schifting was gebaseerd op een korte vragenlijst en hij kwam deze selectie samen met zo’n 700 anderen gemakkelijk door. Nooit had hij op dat moment kunnen bedenken dat hij uit al die 700 kandidaten als winnaar uit de strijd zou komen.
Best Graduate ‘09 Na het opsturen van zijn CV en cijferlijsten en het maken van een online persoonlijkheidsanalyse werd hij uitgenodigd om bij Shell, Philips, KLM en Boston Consulting Group (BCG) op een kort sollicitatiegesprek te komen tijdens de Nationale Carrierebeurs. Alle vier grote spelers en deze gesprekjes van 20 minuten maakten zijn inschrijving voor BestGraduates al 100% de moeite waard. Op de beurs maakten vele kandidaten hun opwachting bij de twaalf bedrijven en de selecties voor de volgende ronde waren dan ook niet gemakkelijk. Per bedrijf werden uiteindelijk 15 tot 20 studenten geselecteerd op basis van die cruciale eerste indruk die zij op de beurs hadden achtergelaten. De volgende ronde waren de Inhousedagen en deze hadden een tweeledig doel. Allereerst was dit natuurlijk een uitermate geschikte gelegenheid voor de geselecteerden om een goed beeld te krijgen van het desbetreffende bedrijf. De top van ieder bedrijf ontving de kandidaten met open armen en directeurs en CEO’s wilden maar wat graag kennismaken met deze groep elitestudenten. Daarnaast moest ieder bedrijf aan het eind van de dag één iemand nomineren voor de grand finale.
...wat betekende dat hij een Summer Course aan de wereldberoemde Harvard University had gewonnen. Michiel werd door alle vier de bedrijven met wie hij op de beurs gesproken had, uitgenodigd voor een Inhousedag. Het bezoek aan KLM moest hij helaas verstek laten gaan vanwege een vakantie, maar bij de overige drie beleefde hij een zeer nuttige en leuke dag. Blijkbaar maakte hij bij deze dagen wederom een goede indruk, want hij werd genomineerd voor de finale. Deze nominatie was een nieuw hoogtepunt, want Michiel zou nu in ieder geval één van de fantastische prijzen die de organisatie ter beschikking stelde mee naar huis nemen en maakte nog steeds kans op de hoofdprijs van 10.000 euro. De finale werd gehouden in de Boardroom op de 32e verdieping van de Rembrandttoren in Amsterdam en bestond uit drie onderdelen. Het eerste onderdeel was de presentatie van een businessplan voor Advanced Lightweight Engineering (ALE), een bedrijfje uit Delft dat een lichtgewicht gastank heeft ontwikkeld. De presentatie van een kwartier moest thuis worden voorbereid en zou beoordeeld worden door een vakjury. Van Schravendijk was al vroeg in de ochtend aan de beurt om de jury te overtuigen en kon na een succesvolle presentatie de zaal met een goed gevoel verlaten. Het tweede onderdeel bestond uit een groepsdiscussie met als inzet de verdeling
van vrijgekomen fondsen over verschillende afdelingen binnen een fictief bedrijf. Dit onderdeel werd in groepjes van vier uitgevoerd. De drie andere kandidaten waarmee Michiel was ingedeeld, maakten er een vurig spektakel van, maar door rustig te blijven wist hij een goed resultaat te behalen. Het laatste onderdeel was een verrassingsonderdeel: een ondeugdenestafette. Iedere student kreeg een slechte eigenschap toegewezen en moest in enkele minuten een betoog van drie minuten voorbereiden. In het betoog moest worden beargumenteerd hoe de toegewezen eigenschap een fictief bedrijf door een financiële crisis heen zou kunnen helpen. De eigenschap die de Lagaaier kreeg toegewezen was gierigheid, maar door dit meer als zuinigheid te zien kon hij een sterk betoog houden om deze eigenschap aan te prijzen. Voor enkele anderen bleken de paar minuten voorbereiding toch onvoldoende en sommige betogen resulteerden in een aantal pijnlijke stiltes. Toen dan eindelijk alle onderdelen achter de rug waren, konden de twaalf finalisten weer even ademhalen en de spanning voor een moment van zich af schudden. Buiten de juryleden hadden de kandidaten elkaars presentaties of discussie niet gezien en alles was dus nog mogelijk. Tijdens een diner in het College Hotel in Amsterdam zou diezelfde avond de uitslag na iedere gang iets verder worden onthuld. Iedereen kreeg een variërende prijs van het bedrijf dat hem of haar genomineerd had en daarnaast nog een geldprijs, die opliep naarmate de posities hoger werden. Toen Michiel na het hoofdgerecht nog steeds niet was genoemd, maakte hij officieel deel uit van de top 3 van 700 kandidaten en liep de spanning hoog op. Na het dessert werden de laatste drie kandidaten in willekeurige volgorde naar voren geroepen om de prijs van het bedrijf dat hen genomineerd had in ontvangst te nemen. Michiel bleek genomineerd te zijn door BCG, wat betekende dat hij een Summer Course aan de wereldberoemde Harvard University had gewonnen. Zijn avond kon vanaf dat moment eigenlijk al niet meer stuk, maar toen hij als één van de laatste twee overbleef, was de spanning toch bijna ondraagbaar. Naast hem stond Remko, een jongen uit Wageningen die, zo ging het gerucht, een staande ovatie had gekregen voor zijn businessplan presentatie. De winnaar werd genoemd en toen Van Schravendijk daarbij zijn eigen naam hoorde, was hij dan ook allereerst verbaasd, maar daarna blij, overweldigd en vooral ook trots. Heel terecht, want hij was de BestGraduate 2009! Inmiddels is Michiel van Schravendijk bijna klaar met zijn afstudeerproject en staat hij op het punt om nu écht te gaan solliciteren. Een aantal bedrijven dat hij via BestGraduates heeft leren kennen, staan hoog op zijn lijstje en met de titel BestGraduate 2009 staat hem zeker een mooie toekomst te wachten. Het prijzengeld heeft hij grotendeels nog veilig op zijn spaarrekening staan en zal hij gebruiken voor een mooie reis na zijn afstuderen.
25
Interview Raymond Browne: Delft en topsport
DELFT EN TOPSPORT
Raymond Browne
Hoofd Sport & Cultuur TUDelft
“Het is essentieel dat de drie partijen, universiteitstudenten-markt, samenwerken om tot successen te komen in topsport”
26
Kunt u iets vertellen over de tijd dat u werkzaam bent bij de TUDelft? In 1979 ben ik aangekomen bij de Technische Universiteit Delft om het Cultureel Centrum op te richten. Het Sportcentrum bestond toen al en is inmiddels 50 jaar oud. Toen werd de eerste sporthal gebouwd. Voor deze tijd steunde de TU sportverenigingen met name op financieel gebied, want er waren geen sportfaciliteiten op de TU zelf. Sport in Delft is dus echt begonnen bij de verenigingen zoals die van roeien en rugby. Zo is het ook gelopen bij het Cultureel Centrum, dat ontstaan is mede door Krashna Musica (KM). Kees Rottegeel, één van de oude koor- en orkestdirigenten van KM, had in Amsterdam het ‘CREA’ (Cultureel Centrum UvA) gezien en dacht: “zoiets moeten wij in Delft ook hebben”. Via mijn zus kwam ik met Kees in contact en die zocht iemand om een Cultureel Centrum in Delft op te zetten. Ik heb toen gezegd dat ik dat wel wilde doen voor één jaartje. Inmiddels moet ik dat bijstellen tot 31 jaar. In die tijd heb ik ook meegewerkt met de reorganisatie om Sport en Cultuur samen te laten gaan tot het huidige Sport & Cultuur Centrum (SnC). Ik ben nooit meer weg gegaan.
Wat kunt u vertellen over het sportklimaat in Delft en wat is de rol van de TU i.s.m. de sportverenigingen daarin? In Delft is het zo dat we soms geneigd zijn om de individuele sport tegenover de groepssport op te lijnen. Ik zie dit niet zo. Als TU wil je beide steunen. 30% van de sportende studenten sport bij een sportvereniging. Een groot gedeelte van de studenten sport dus niet in verenigingsverband. Maar toch ontleent het stevige karakter van het sportklimaat in Delft zich met name aan de grote sportverenigingen: het georganiseerde stuk. Daar zit de historie en toch ook de stabiele factor over de jaren. En hiermee kun je als Universiteit goed mee bouwen aan een sportklimaat. Het CvB van de TU heeft hier duidelijke keuzes gemaakt, en opmerkelijk is dat die op punten flink verschillen met die van andere Universiteiten. Delft heeft met haar geschiedenis lang kunnen bouwen aan sportverenigingen met haar tradities. Het sportklimaat heeft zich zo ontwikkeld, dat nieuwe studenten hier iets aantreffen wat enorm zal bijdragen aan hun ontwikkeling. De georganiseerde sportverenigingen hebben wat dat betreft enorm bijgedragen aan de stabiliteit en de continuïteit van het sportklimaat in Delft.
Interview Raymond Browne: Delft en topsport Waarom vindt de TU sport zo belangrijk in Delft? Het eindproduct van de TU is een creatieve ingenieur: de techneut van de toekomst die de grote problemen van de toekomst gaat oplossen. Naast hard studeren moet de student zich dus ook individueel ontwikkelen. Sport en Cultuur zijn hier vanzelfsprekend erg belangrijk bij. Mensen ontdekken hun talenten en zien hun studententijd mede hierdoor als de mooiste tijd van hun leven. Een goed woord voor de volgende generaties zorgt weer voor nieuwe studenten die naar Delft willen. Dan hebben we het dus over de ambassadeurswaarde van oud-Delftenaren. Verder is opvallend studenten aan Universiteiten, veel minder sporten dan de gemiddelde jeugd van deze leeftijd in Nederland. Voor de TU is het dus al een streven om studenten aan het sporten te krijgen, al is het maar voor een fitte en vitale studententijd. Deze verantwoordelijk voelt de TU. De breedtesport speelt hierbij een belangrijke rol, want die is laagdrempelig en biedt voor iedereen wel iets leuk en interessants. Een fit leven en een sterke ontwikkeling doormaken, behoort tot de standaard bagage van de TU-student. Wat heeft de TU voor ambities op het gebied van sport? Momenteel zijn we hard bezig met het verbouwen en uitbreiden van het Sportcentrum. De functionaliteit is toegenomen en het geheel steekt een stuk professioneler in elkaar. Het geheel gaat dus mee met de tijd, voor de student van nu en morgen. Probleem is dat het budget krimpt. In deze tijden is er minder geld beschikbaar om te faciliteren en te ondersteunen. Dit botst met het feit dat je wilt doorontwikkelen en niet stil wil staan. Daar ligt dan ook de uitdaging. De driehoek Universiteit-Studenten-Markt moet onder de loep genomen worden. De markt is de speler waar een oplossing voor dit probleem kan liggen. Nederland is het land van Calvijn en het feit dat een Universiteit de markt betreedt, is dan ook iets wat niet vanzelfsprekend is en waar lange tijd grote aarzeling mee is geweest. Ethische beperkingen zorgden hiervoor en daardoor zijn ook bepaalde expertises niet goed ontwikkeld zijn. Denk aan relatiemanagement. Duidelijk is dat er geen traditie is binnen de universitaire bedrijfsvoering om zaken op grote schaal te doen door het betreden van de markt. Wat je nu ziet, is dat onder druk, dit toch op gang komt. Immers, onder druk wordt alles vloeibaar… De paden ontstaan nu en het is duidelijk dat de interesse er van uit de markt zeker is. Primair doel is om zichtbaar te maken wat de toegevoegde waardes zijn van sport voor een universiteit, maar nu dus ook die voor de markt.
Wat heeft de TU voor ambities op het gebied van topsport? Topsport is een goed middel om de markt mee te betreden, als universiteit. In de toekomst zou men coalities kunnen vormen uit marktpartijen en universitaire partijen. Dat is redelijk voor de hand liggend. Verder is het zo dat universiteiten ook aan de maatschappij duidelijk moeten blijven maken, wat hun toegevoegde waarde is voor de maatschappij. Met andere woorden, wat is de maatschappelijke relevantie van hetgeen waar universiteiten mee bezig zijn en waar dat goed voor is. Op deze manier krijgen universiteiten nog meer draagvlak en dat is natuurlijk van wezenlijk belang.
“Kijkend naar internationale universiteiten, die zeer goed presteren, is het opvallend dat deze stuk voor stuk te maken hebben met een bloeiende roeitraditie, die zij ook volop steunen.” Topsport is voor de maatschappij erg tastbaar en alleen daarom al is het al nuttig om te tonen wat universiteiten doen op het gebied van topsport. Verder zie je dat men bij topsport toch te maken heeft met de wetten van de sterkste. Deze mensen halen de top en de rest valt af, door selectie. Met de enorme toestroom van studenten, is dit ook iets wat nu speelt in Delft. De TU kan met de enorme vraag ervoor zorgen dat goede talentvolle studenten worden geselecteerd en dat de rest afvalt. Men kan dus duidelijk een profiel schetsen met de overeenkomsten tussen een topsporter en een talentvolle student. In deze komen de kwalitatieve ambities naar voren. Erg belangrijk voor een universiteit met internationale ambities. Kijkend naar internationale universiteiten, die zeer goed presteren, is het opvallend dat deze stuk voor stuk te maken hebben met een bloeiende roeitraditie, die zij ook volop steunen. Dit kan gewoon geen toeval meer zijn. We zijn sinds een paar maanden in samenwerking tussen Laga, Proteus-Eretes en het Sportcentrum bezig met de werkgroep Toproeien. Luisterend naar het verhaal van oud Rector Magnificus Taede Sminia van
de VU, valt op dat de argumenten die pleiten vóór Topsport, heel gechargeerd, geen sportargumenten zijn maar universitaire argumenten. Op die manier veranker je de topsport bij een universiteit. Dan krijg je echt draagvlak binnen de universiteit. Een universiteit is immers geen topsportinstituut. Daarom is het heel belangrijk dat er vanuit de universiteit primaire procesbelangen naar de topsport lopen. Als je een topsporter naast een wetenschapper zet, en deze samen laat werken, zijn de doelen qua tijdsplanning enorm verschillend. De wetenschapper zal een nieuw product pas na 20 jaar ontwikkeld hebben, voordat de topsporter er iets mee kan. Voor een topsporter is dit natuurlijk veel te lang. Dit wringt enorm, maar toch is dit één van de problemen die overwonnen zal moeten worden, om samen tot spectaculaire resultaten te komen. Een universiteit biedt de omgeving, die hier bij uitstek geschikt voor is. Hoe gaat de TU topsport faciliteren? Als je als TU uitspreekt dat topsport belangrijk is en daar veel in ontwikkeld moet worden, dan weet je bij voorbaat: daar moet geld in gestoken worden. Hiernaast is het essentieel dat de drie partijen, universiteit-studenten-markt, samenwerken om tot successen te komen in topsport. Iedereen moet bereid zijn om de consequenties van deze samenwerking, samen te dragen. Op het moment dat er onevenwichtigheid ontstaat en verwachtingspatronen niet kloppen, heb je een probleem. Concreet: als er gesteld zou worden: de universiteit is vóór topsport en is dus is verantwoordelijk voor het succes, dan zal het topsportverhaal mislukken. Een universiteit doet dan een paar stappen het pad op en zal zich snel terugtrekken. Het tonen van de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de consequenties is essentieel. Realistische verwachtingspatronen moeten zorgen voor een sterke samenwerking en cohesie tussen de partijen. De Universiteit zal zeggen: wij willen een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling van de roeisport en dat moet zichtbaar zijn voor de maatschappij. Nog ambitieuzer, kijkend naar de internationale ambities van de TU: de TU Delft speelt in de wereld een belangrijke rol bij het op hoger plan trekken op internationaal niveau van de roeisport. Dat is een interessante doelstelling voor een Universiteit. Ik ben enthousiast over het traject waar we nu mee gestart zijn in Delft: de werkgroep Toproeien. De samenwerking tussen TU Delft, Laga en Proteus-Eretes. Enthousiasme is het allereerste stukje brandstof wat je nodig heb om ergens te komen.
27
VER BOUWING In het voorjaar van 2007 is een verbouwingsplan ontwikkeld. Er werd toen gerekend op een vereniging met 350 tot 400 leden. Sinds 2008 is dit plan echter verlaten omdat duidelijk werd dat Laga veel harder groeide dan verwacht. Op dit moment heeft Laga 480 leden. We verwachten door te groeien tot ongeveer 550 leden. Hiermee komt Laga op een lijn met het gros van de goed functionerende studentenroeiverenigingen in Nederland. Hiermee worden de mogelijkheden op het eigen terrein erg krap. Hoe heeft Laga deze ledengroei zo kunnen onderschatten? En wat zijn nu de volgende stappen?
LAGA komt uit een dal met 150 leden in 2002. In 2006 was dit aantal aangegroeid tot 250. Vanaf het najaar van 2006 zijn sociale activiteiten opgezet naast het roeien (o.a. twee keer per week een eettafel en af ten toe een mooi feest), daarnaast is vanaf toen het competitieroeien serieus opgezet en is er een goede profcoach aangesteld. Ook is LAGA vanaf dat moment veel beter gestructureerd en gemanaged. Vanaf de Owee van 2007 is de instroom explosief geweest. In drie jaar tijd is LAGA bijna verdubbeld van 250 tot 480 leden. En dit ondanks het aftoppen van de groei door een wachtlijst in de afgelopen twee jaar!
“De meeste andere verenigingen van vergelijkbare grootte hebben een loods die anderhalf tot twee keer zo groot is.” 28
LAGA heeft dringend extra ruimte nodig voor algemene faciliteiten (grotere kleedkamers, keuken, vergaderkamer, commissiekamer) en een ergometerruimte. Daarnaast is echter ook (veel) extra ruimte nodig voor opslag van boten. De vloot past niet meer in de relatief zeer kleine loods. De meeste andere verenigingen van vergelijkbare grootte hebben een loods die anderhalf tot twee keer zo groot is. De kans dat al de faciliteiten die LAGA haar leden wil bieden op het huidige terrein passen is klein. Daarom wordt gezocht naar oplossingen buiten het huidige LAGA terrein. Met verschillende partijen wordt gesproken en gekeken naar mogelijkheden voor extra ruimte (bijvoorbeeld voor loodsruimte en/ of werkplaats) op een locatie dicht bij LAGA, eventueel in combinatie met zogenaamde topsportwoningen voor studenten. Hierover wordt gesproken met DUWO (studentenhuisvesting), de Gemeente en de Universiteit. Het is nog niet mogelijk om aan te geven hoe deze gesprekken zullen uitpakken. Gelukkig is LAGA er afgelopen jaar in geslaagd om een tussenoplossing te vinden, die de grootste knelpunten wegneemt, zowel voor botenopslag als voor algemene faciliteiten. Eind
2009 is een overeenkomst met Eneco gesloten. LAGA kan in de komende vijf jaar de strook grond langs het water gebruiken voor tijdelijke botenopslag. Daarnaast is afgelopen zomer na 22 jaar afscheid genomen van de Wooning (studentenkamers in de voormalige bootsmanswoning). De scheidingswand tussen de raceroeikamer en de gang van de Wooning is weggehaald en de keuken en de bar zijn uit de raceroeierskamer verwijderd. Hierdoor is de centrale ruimte van LAGA sterk vergroot. De keuken bevindt zich nu in de voormalige bootsmanswoning. Ook de bar is in de Wooning geplaatst en bevindt zich in Harrie’s voormalige woonkamer bij de opgang van de trap. Via een doorbraak in de muur naar de raceroeierskamer is een bar gemaakt. De andere kamers uit de bootsmanswoning doen voorlopig dienst als vergaderkamer, commissiekamer en opslaghok. Deze ruimtes van de oude Wooning zijn inmiddels volop in gebruik. Zo kan de structurele ruimtebehoefte van LAGA goed in kaart worden gebracht. Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan een vernieuwd Programma van Eisen. LAGA heeft de ambities weer bij de top vijf verenigingen van roeiend Nederland te komen en wil haar leden
Tijdelijke verbouwing de faciliteiten kunnen bieden die bij een succesvolle, vooruitstrevende roeivereniging horen. Bij het opstellen van dit Programma van eisen zijn belangrijke vraagstukken in beeld gekomen zoals “is het noodzakelijk dat er een bootsman op de Nieuwelaan werkt, of kan deze functie ook elders op TU terrein plaatsvinden?” en “moet er een aparte ergometer- of krachttrainingruimte komen?” Hierbij kijken wij met name naar de opzet van andere verenigingen. Ook hebben de leden de gelegenheid gekregen om hun mening te geven door middel van een enquête. Het is duidelijk dat de provisorische verbeteringen niet in de verste verte lijken op goede accommodatie. De dames kleedkamer is veel en veel te klein, er is geen spoelkeuken (we werken met plastic borden die na afloop allemaal worden weggegooid) en de ergometers staan in de koude, tochtige loods. De verbouwing moet zo snel mogelijk van start gaan. We zijn hierbij afhankelijk van het ter beschikking komen van extra ruimte in de buurt van ons mooie botenhuis. Zoals u wellicht weet begint de financiering vorm te krijgen. Inmiddels zijn toezeggingen binnen voor ongeveer 800.000 euro. LAGA zal 150.000 euro inbrengen en Oud-Laga waarschijnlijk 470.000 euro. Daarnaast heeft de Vereniging Oud Leden van het Delftsch Studenten Corps 150.000 euro toegezegd en rekenen we op een bijdrage van 30.000 Euro van Monumentenzorg. De totale kosten van de verbouwing en uitbreiding zijn nog niet bekend, maar zullen waarschijnlijk hoger zijn dan dit bedrag. LAGA hoopt op een bijdrage van de Universiteit en van Corporate sponsors.
Wilt u meer weten over de verbouwing of de financiële mogelijkheden hiervan? Neem dan contact op met de President van LAGA; Joost van der Weiden, p@laga.nl
LAGA heeft de ambities weer bij de top vijf verenigingen van roeiend Nederland te komen en wil haar leden de faciliteiten kunnen bieden die bij een succesvolle, vooruitstrevende roeivereniging horen.
“In drie jaar tijd is LAGA bijna verdubbeld van 250 tot 480 leden. En dit ondanks het aftoppen van de groei door een wachtlijst in de afgelopen twee jaar!” 29
DAAR PLOPPEN WE OP!
Agenda agenda 2010 Maart 7 Oud-Ledendag 13-14 Heineken Roeivierkamp 21 Head of the River Amstel
Juli 3-4 9-11 22-25
April 11 24
126e Varsity Hollandia + NK kleine nummers
Augustus 20 European University Championship Rowing - Amsterdam
Mei 12 28-30
OC&C Ringvaart Regatta World Cup series I
Juni 5-6 18-20 26-27
NK grote nummers World Cup series II Koninklijke Holland Beker
September 25
NSRF Slotwedstrijden World Cup series III World Championships U23 - Brest
Universiteitsachten
Oktober 31-7 World Rowing Championships - Waikato
Colofon
D.S.R.V. “Laga� Nieuwelaan 53 2611 RR Delft 015-212 52 66 bestuur@laga.nl www.laga.nl Tekst Bart Struwe Dick Rensen Dorus Galama Jara Brinkman Joost van der Weiden Jos van Dam Kaj de Vries Michiel van Schravendijk Michiel Yntema Mick de Lange Olivier Siegelaar Raymond Browne Ryan den Drijver Sara van Dijk Sean Pieters Stefan Goossens Thomas Frederikse Eindredactie Kristel Thieme Beeldmateriaal Jasper Bos Jos van Dam Sean Pieters Vormgeving Robbert Verheijde Dorus Galama Druk Deltahage oplage: 1500 stuks
31
D.S.R.V. “Laga”
Nieuwelaan 53
2611 RR Delft
t: 015 - 21 25 266
@: bestuur@laga.nl Partner:
LAGA Business Club: