Bogerman pws keuzestress anne boomsma, mirthe bos en janne landsman vwo

Page 1

Keuzestress Door de bomen het bos niet meer zien

Profielwerkstuk filosofie CSG Bogerman Begeleid door D.J. Dekker 22 december 2016

Anne Boomsma Mirthe Bos Janne Landsman


Keuzestress: Door de bomen het bos niet meer zien.

Anne Boomsma Mirthe Bos Janne Landsman

Profielwerkstuk filosofie CSG Bogerman Begeleid door D.J. Dekker 22 december 2016

2


Voorwoord Hierbij presenteren wij ons profielwerkstuk. Dit is geschreven in het kader van het afronden van onze middelbare school. In de periode van oktober 2016 tot en met december 2016 is dit profielwerkstuk tot stand gekomen. Keuzestress, het komt vaker voor dan je denkt. Ook bij het kiezen van een onderwerp voor ons profielwerkstuk is het ons overkomen. Sterker nog, de eerste vier maanden na de start van ons profielwerkstuk hadden we een geheel ander onderwerp. Spijtgevoelens over ons onderwerp kwamen langzaam opzetten en werden zo heftig dat de motivatie om door te gaan met dit onderwerp compleet verdween. We hebben de knoop doorgehakt om het oude onderwerp te laten vallen en een nieuwe te kiezen. Keuzestress overviel ons opnieuw. Toen we hijgend en puffend het woord keuzestress uitspraken, ontstond ineens het idee om dit profielwerkstuk te wijden aan keuzestress. Wij willen graag onze begeleider D.J. Dekker bedanken voor zijn inzet en hulp bij de totstandkoming van dit profielwerkstuk. Daarnaast willen we de examenleerlingen van het CSG Bogerman bedanken voor het invullen van de enquĂŞte. Hierdoor hebben zij een waardevolle bijdrage geleverd aan ons onderzoek. Tot slot bedanken we hierbij de decaan Baukje Koehoorn voor haar bijdrage. Mede dankzij hun medewerking en de fijne samenwerking tussen ons drieĂŤn is het profielwerkstuk tot een goed einde gebracht. Wij wensen u veel leesplezier toe. Anne Boomsma Mirthe Bos Janne Landsman

3


Inhoudsopgave Abstract Inleiding 1 Definitie van keuzestress 2 Gebieden van keuzestress 2.1 Studie 2.2 Kleding 2.3 Tijdsbesteding 2.4 Koopgedrag 3 Oorzaken van keuzestress 3.1 Verschil in keuzemogelijkheden in de Westerse wereld tussen nu en een aantal decennia geleden 3.2 Te veel keuze zorgt voor verlamming of minder tevredenheid over de gemaakte keuze 3.3 Identiteitsvorming en gevoeligheid voor stress als oorzaak van keuzestress 3.4 Sociale druk als oorzaak van keuzestress 3.5 Oorzaken van studiekeuzestress volgens de decaan 4 Keuzestress en de mens 4.1 Vrije wil 4.2 Vrije wil is een illusie 4.3 Vrije wil bestaat 4.4 Conclusie 5 Omgaan met keuze(stress) 5.1 Voorkomen van stress door: niet kiezen, sociale steun, logisch kiezen 5.2 De invloed van sociale factoren bij het maken van een keuze 5.3 Onderscheid in leeftijdsfases bij het studiekeuzeproces 5.4 Uitgebreide (rationele) oriëntatie als manier om een goede keuze te maken 5.5 Advies van de decaan tegen keuzestress 6 Keuzestress als last 6.1 Wanneer ‘last’ van keuzestress 6.2 Psychologische problemen door keuzestress 6.3 In welke mate last van keuzestress – onderzoek 6.4 Ervaringen van de decaan 6.5 Conclusie 7 Resultaten 7.1 Op welke verschillende gebieden wordt keuzestress ervaren? 7.2 Wat zijn de oorzaken van keuzestress en hoe draagt de veranderende maatschappij hieraan bij? 7.3 Hoe wordt met keuzestress omgegaan en waarop wordt de keuze uiteindelijk gebaseerd? 7.4 In hoeverre wordt keuzestress als een last ervaren?

6 7 9 11 11 12 13 13 15 15 16 18 19 19 21 21 21 23 26 27 27 28 29 30 31 33 33 34 34 36 37 38 40 41 43 45

4


Conclusie Discussie Aanbeveling Literatuurlijst Bijlagen Bijlage 1: de enquête Bijlage 2: legenda Bijlage 3: logboek Anne Bijlage 4: logboek Mirthe Bijlage 5: logboek Janne Bijlage 6: uitwerkingen van de enquête

46

47

48

49

52 56 58 65 72 81

5


Abstract Decision-making stress. It is a growing problem in our modern society. This phenomenon is the exact opposite of the prevailing opinion that more choice is better. Choice as a result of the great freedom the individuals in our modern society have. This overload of choice comes with a price: stress, anxiety and even depressions. The belief that more choice is better is only one of the many causes of decision-making stress. The feasibility of life, the belief that every individual has the chance to make choices based on what they want to achieve in life, causes great freedom, which causes a lot of stress and anxiety about an individual’s decisions. Our modern economy is also a major factor in causing decision-making stress. Every company has the right to produce as much as they want and competition is a good thing. However, this is not good for the decisions people have to make. Too much choice causes not only dissatisfaction - I chose this jar of peanut butter, but I might have liked the other one better -, but also paralysation - there are simply too many jars of peanut butter. I do not know which one I want, so I refrain from making a choice -. Every person experiences stress and anxiety in a different way than others, the same goes for decision-making stress. To what extent a person is suffering from this stress is dependent on their sensitivity of stress. On top of that, the pressure to be expected to make a good choice a person feels from his/her surroundings could increase his/her decision-making stress. The areas, in which individuals experience decision-making stress, mainly are: clothing, relationships, social media and spending spare time. Especially for young people, these areas can be extremely stressful. Students and pupils also experience this stress in another area, namely when they have to decide what they want to do after graduating from secondary school. Although relationships and social media are areas individuals experience decision-making stress in, these are also major influencers in making their decisions. The way in which the Internet views certain things influences the way they view those things and base their decisions on this. Similarly, students are influenced by their classmates or parents. Decision-making stress includes not only the amount of choices or the complexity of these choices, but also the idea of responsibility and free will. The idea of free will results in freedom. Therefore, individuals are responsible for their actions and decisions. This could result in decision-making stress, because someone is responsible and could feel this as a pressure. If the wrong (or bad) decision is made, no one can be blamed, but him- or herself. Young students are in a position, in which they have to choose a study in their last year of secondary school. In studies these students can choose from is an overload. Do these young students feel the stress of having to choose? In this thesis, we asked students in their last year at CSG Bogerman about their plans for the year after graduation and if they felt (or had felt) decision-making stress making these plans. We expected half of the students suffered from this, but only 15 percent of the students seemed to be suffering (they felt decision anxiety). 38 percent of the students did feel a little decision-making stress, still they did not view this as a problem. Almost half of the students claimed they did not feel decision-making stress. They had just made their plans and felt no stress, anxiety whatsoever. To conclude, students deal with this decision-making stress differently. Eventually, they make their decision either rationally or emotionally. The first is a decision based on what someone thinks would be best for him/her. The second is based on someone’s feelings.

6


Inleiding Dit profielwerkstuk beschrijft keuzestress in al zijn aspecten, in het bijzonder studiekeuzestress. Studiekeuzestress is voor veel examenleerlingen een herkenbaar fenomeen. Voor ons en onze directe omgeving op school speelt het een belangrijke rol. Keuzestress staat groot in de belangstelling bij zowel wetenschappers als de toegankelijke media. Tijdschriften staan vol met tips tegen keuzestress, op internet zijn genoeg blogs te vinden van mensen die hun ervaringen met keuzestress willen delen en er is zelfs een televisieprogramma dat ingaat op keuzestress bij dertigers (het dertigersdilemma). Dit geeft aan dat het een actueel onderwerp is. In dit profielwerkstuk wordt gekeken naar de oorzaken van keuzestress, gevolgen, oplossingen, de verschillende gebieden en wat het over de mens zegt. Dit wordt onderzocht aan de hand van literatuuronderzoek. Daarnaast geeft een door ons opgestelde enquĂŞte, afgenomen onder examenleerlingen van CSG Bogerman, aan in hoeverre zij studiekeuzestress en keuzestress in het algemeen ervaren. De deelvragen worden aangevuld door delen uit een interview met de decaan van CSG Bogerman: Baukje Koehoorn. Moeilijkheden die zich hebben voorgedaan tijdens het schrijven van dit profielwerkstuk zijn het vinden van de juiste bronnen. Goed wetenschappelijk onderbouwde bronnen waren soms lastig te vinden. Na de juiste zoektermen gebruikt te hebben en met de hulp van onze begeleider is het ons toch gelukt om goede en wetenschappelijk onderbouwde bronnen te vinden die nuttig waren voor ons onderzoek. Het doel van dit profielwerkstuk is erachter te komen in hoeverre examenleerlingen op CSG Bogerman keuzestress ervaren, in het bijzonder studiekeuzestress. Dit is tevens onze hoofdvraag: In hoeverre ervaren examenleerlingen havo en vwo op CSG Bogerman keuzestress en in het bijzonder studiekeuzestress? De deelvragen die we daarbij zullen onderzoeken zijn: 1) Wat is keuzestress? 2) Op welke verschillende gebieden wordt keuzestress ervaren? 3) Wat zijn de oorzaken van keuzestress en hoe draagt de veranderende maatschappij hieraan bij? 4) Wat zegt keuzestress over de mens in het algemeen? 5) Hoe wordt met keuzestress omgegaan en waarop wordt de keuze uiteindelijk gebaseerd? 6) In hoeverre wordt keuzestress als een last ervaren? We verwachten dat examenleerlingen op CSG Bogerman keuzestress ervaren op verschillende manieren. Op gebieden als bijvoorbeeld kledingkeuze of wat te doen met je vrije middag is keuzestress wellicht aanwezig, maar niet zozeer bewust en het wordt ook niet als een last ervaren, omdat de gevolgen van een eventuele foute keuze niet zo groot zijn. Over belangrijkere zaken, in dit profielwerkstuk studiekeuzestress, is keuzestress duidelijk aanwezig en kan als een enorme last worden ervaren. Examenleerlingen op CSG Bogerman overleggen met hun ouders over hun studiekeuze en krijgen begeleiding bij hun studiekeuzeproces van school, waardoor de leerlingen een weloverwogen keuze kunnen maken. Toch blijft het onzekere gevoel over de keuze bestaan.

7


Het aanbod van verschillende studies is enorm toegenomen vergeleken met een aantal decennia geleden, wat voor meer keuze zorgt, kleinere verschillen tussen die keuzes en dus voor meer keuzestress. Bovendien gaat een grote keuzevrijheid gemakkelijk gepaard met spijt achteraf en minder tevredenheid. Deze verwachtingen zijn gebaseerd op onze eigen ervaringen, ervaringen van onze directe omgeving op school en onze algemene kennis. We zullen deze hypothese aan het eind van dit profielwerkstuk aannemen of verwerpen, gebaseerd op bevindingen van ons onderzoek.

8


1 Definitie van keuzestress Wat is keuzestress? Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden is het belangrijk dat het duidelijk is wat er precies met ‘keuzestress’ wordt bedoeld. Daarom geven we in het eerste hoofdstuk antwoord op de vraag: ‘Wat is keuzestress?’. Er zijn verschillende filosofen die hebben geprobeerd om een goede definitie te geven aan het woord 'keuzestress'. In dit hoofdstuk komen een paar van die definities aan bod en zal uiteindelijk een definitie opgesteld of uitgekozen worden die de basis zal zijn voor de rest van dit profielwerkstuk. Een bekende psycholoog die zich bezighoudt met het onderwerp ‘keuzestress’ is Barry Schwartz. Hij heeft zich vooral verdiept in the paradox of choice. Dit begrip legt hij uit aan de hand van een voorbeeld: Neem bijvoorbeeld het kopen van een nieuwe spijkerbroek. Vroeger werd er in een winkel maar één soort model in één bepaalde kleur aangeboden. Er was dan niet sprake van keuze en dus ook niet van keuzestress. Deze broek zat misschien niet heel lekker of was niet erg mooi, maar omdat je niet kon kiezen uit andere soorten broeken was je toch tevreden met je nieuwe aankoop. Tegenwoordig bestaat er veel meer keuze op het gebied van spijkerbroeken. Je hebt nu verschillende modellen, zoals ‘skinny fit’, ‘relaxed fit’, ‘baggy fit’, et cetera. Die modellen zijn allemaal verkrijgbaar in verschillende kleuren en daardoor is er ontzettend veel keuze. Die uitbreiding van de keuze geeft je de mogelijkheid om een broek te kopen die zo goed als perfect voor jou is, maar zorgt er ook voor dat je veel meer last hebt van keuzestress. Het maken van een keuze duurt veel langer dan vroeger (gewoonweg omdat er meer keuzes zijn) en zelfs als je dan eindelijk je keuze gemaakt hebt, ben je waarschijnlijk niet tevredener dan wanneer je vroeger een broek kocht. Dit komt doordat je vroeger zeker wist dat je de goede keuze had gemaakt: er was immers geen ander alternatief. Tegenwoordig zijn er zoveel verschillende modellen en daardoor zal je altijd blijven twijfelen of er toch niet een ander model bestaat wat nóg beter past. Wanneer mensen geen keus hebben, is het leven zo goed als ondraaglijk. Op het eerste gezicht lijkt een toename van de hoeveelheid beschikbare keuzes, wat de afgelopen decennia het geval is geweest, ons leven te verbeteren. Het geeft de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op je toekomst en het beste uit een situatie te halen. Het feit dat de mogelijkheid tot kiezen positief is, betekent echter niet dat toename van keuzemogelijkheden altijd beter is. Als de hoeveelheid keuzes blijft groeien beginnen ook negatieve gevolgen op te treden. We raken overbelast door alle verschillende keuzes en weten niet meer wat we moeten doen. Dit noemt Schwartz the paradox of choice: de toename van keuzes leidt niet vanzelfsprekend tot de toename van vrijheid en geluk.1 Waarom vinden wij het nou eigenlijk zo belangrijk om keuzevrijheid te hebben? Daar gaan we nu dieper op in. Het hebben van een keuze wordt als een erg belangrijke voorwaarde gezien voor een goed bestaan, want het zorgt ervoor dat wij onszelf kunnen uitdrukken en aan de wereld kunnen laten zien wie wij zijn. Hierbij speelt bijvoorbeeld je kledingkeuze een grote rol, want dit is een manier om jezelf aan de buitenwereld te presenteren. Men vindt zelfbeschikkingsrecht erg belangrijk en het ‘privilege’ om keuzes te kunnen maken vergroot het gevoel van zelfbeschikkingsrecht en eigenheid.2 1 2

Barry Schwartz (2005). The Paradox of Choice. Why More is Less, New York: Harper Perennial, 2005, p. 6-7 Schwartz (2005), p. 99-102.

9


De definitie die Schwartz geeft aan keuzestress is: een vorm van stress die wordt veroorzaakt doordat iemand overspoeld wordt met informatie die overwogen moet worden om een goede keuze te kunnen maken. (parafrase) 3 Niet iedereen ervaart keuzestress op dezelfde manier. Er zijn grofweg twee groepen mensen te onderscheiden: de ene groep noemt Schwartz de maximizers en de andere groep noemt hij de satisficers. Als je alleen maar zoekt naar en tevreden bent met het allerbeste ben je een maximizer. Je wilt er dan zeker van zijn dat je de best mogelijke keuze hebt gemaakt. De enige manier waarop je daarachter kunt komen, is door alle alternatieven te bekijken. Dit is praktisch gezien onmogelijk, omdat dat gewoonweg veel te veel tijd neemt. In tegenstelling tot maximizers bestaan er ook satisficers. Als satisficer ben je tevreden met iets dat goed genoeg is en maak je je niet druk over de mogelijkheid dat er een betere keuze zou kunnen zijn. Je hebt bepaalde eisen gesteld waaraan iets moet voldoen en zodra je iets gevonden hebt wat aan je eisen voldoet, ben je tevreden. Je maakt je niet druk over de mogelijke betere opties.4 Verderop in dit profielwerkstuk komen de manieren om met keuzestress om te gaan uitgebreider aan bod. De Engelse term overchoice, een term die sterk met keuzestress in verband wordt gebracht, wordt in het boek Future Shock van Alvin Toffler op de volgende manier gedefinieerd: Overchoice takes place when the advantages of diversity and individualization are canceled by the complexity of buyer’s decision-making process.5 (Toffler, 1971) Er is dus sprake van overchoice als er sprake van is dat de voordelen van diversiteit en individualisering wegvallen door de complexiteit van het keuzeproces van een individu. De vrijheid van meerdere keuzes leidt ironisch gezien juist tot ‘onvrijheid’. Vaak maakt een consument een keuze zonder grondig de mogelijke opties bestudeerd te hebben, of hij besluit om zijn keuze uit te stellen.6 Robbins en Wilner definiëren keuzestress als volgt: ongemak bij het maken van keuzes, het idee dat er teveel opties zijn om uit te kiezen, niet weten welke keuze de juiste is en de neiging om belangrijke keuzes vooruit te schuiven of geheel te vermijden.7 In het Algemeen Nederlands Woordenboek wordt keuzestress gedefinieerd als: Stress die ontstaat als iemand een keuze moet maken, vaak als iemand veel keuzemogelijkheden heeft en de keuze daardoor moeilijk te maken is; stress bij keuzes maken. (Algemeen Nederlands Woordenboek) De verschillende definities die door filosofen en schrijvers gegeven zijn aan het woord ‘keuzestress’ liggen over het algemeen dichtbij elkaar. De definitie die wij hebben uitgekozen om te gebruiken in dit PWS8 is een vorm van stress als gevolg van complexiteit en diversiteit van de verschillende mogelijke keuzes die ontstaat op het moment dat iemand een keuze moet maken. 3

Schwartz (2005). Schwartz (2005), p. 82-84. 5 Alvin Toffler (1971). Future Shock. New York: Bantam Doubleday Dell Publishing Group Inc., p. 264 en 269 6 Toffler (1971), p. 264 en 269 7 Maud Heemskerk (2015, 29 mei). Keuzestress, Sociale druk en Opleidingsniveau in de Quarterlife-periode. Bachelorproject Klinische Psychologie. Universiteit van Amsterdam. Geraadpleegd via http://bit.ly/2gSdZHM. 8 Vanaf nu zullen we het profielwerkstuk aanduiden als PWS. 4

10


2 Gebieden van keuzestress Op welke gebieden wordt keuzestress ervaren en op welke minder?

In dit hoofdstuk geven we antwoord op de vraag op welke gebieden keuzestress wordt ervaren. Op bijna elk gebied kan keuzestress worden ervaren. Dit verschilt per persoon en is afhankelijk van verschillende factoren.9 Voorbeelden van gebieden waarop keuzestress wordt ervaren zijn eindeloos. Neem bijvoorbeeld het kiezen van de juiste zorgverzekering, medische zorg, werk, persoonlijkheid10, religie11, boodschappen doen12, school en studiezaken, gezin, sociaal leven, sociale media13, tijdsbesteding14, relaties en wel of niet een eigen huis kopen15. Op een paar van deze gebieden zullen we in dit hoofdstuk verder ingaan. We hebben hierbij gekozen voor gebieden die (waarschijnlijk) van toepassing zijn op examenleerlingen.

2.1

Studie

Er zijn opvallend veel jongeren die last hebben van studiekeuzestress. Ondanks alle proeflessen, informatiedagen en persoonlijke begeleiding die hogescholen en universiteiten aanbieden aan leerlingen in het examenjaar is er een groeiende groep jongeren die pas op het laatste moment een keuze maakt. Uit rondvraag van Het Nieuwsblad is gebleken dat er veel besluiteloze scholieren zijn. Zij slaan voorinschrijving over, informeren zich later en hakken op het laatste moment de knoop door. Dit is een verschijnsel van de laatste paar jaren. Jongeren hebben angst om te kiezen. Aan de ene kant is dit logisch, omdat universiteiten soms strenge maatregelen nemen tegen studenten die onvoldoende vooruitgang maken. Aan de andere kant valt het vaak wel mee en zullen studenten zich wel redden. Een studie van de KU Leuven uit 2012 heeft uitgewezen dat studenten die later kiezen een grotere kans hebben om te mislukken. Dit heeft onder andere te maken met het feit dat leerlingen die later kiezen vaak een slecht gemotiveerde keuze hebben gemaakt en niet gemotiveerd zijn. Zij weten eigenlijk niet wat ze moeten kiezen en maken daarom een niet goed overwogen keuze. Het grote aanbod van studies zorgt voor keuzestress.16 In een interview met onze decaan Baukje Koehoorn hebben we vragen gesteld die overeenkomen met onze deelvragen, we vroegen naar haar ervaringen met studiekeuzestress onder leerlingen op het CSG Bogerman. 9

Benjamin Scheibehenne, Rainer Greifeneder, Peter M. Todd (2010, 1 oktober). Can There Ever Be Too Many Options? A Meta-Analytic Review of Choice Overload. Journal of Consumer Research, 37, 3. Geraadpleegd via http://bit.ly/2hEdYWB. doi: 10.1086/651235 10 Schwartz (2005), p. 24-42. 11 Schwartz (2005), p. 8. 12 Schwartz (2005), p. 12. 13 Eva van Mossevelde (2016, 24 maart). Onderzoek: Stress en burn-out. Geraadpleegd op 10 december 2016 via http://bit.ly/2hFFq69. 14 Chantal van der Leest (2016). Fear of missing out: hoe kom je ervan af? Psychologie Magazine, 34, 3, geraadpleegd via http://bit.ly/2hCh4gc. 15 Jose van Diepen (regisseur). (2016, 8 november). Settelen of niet? In Jose van Diepen (eindred.), Marlijn: de dolende dertiger. Hilversum: KRO-NCRV. 16 Vancaeneghem (2016, 6 september). Studenten lijden aan keuzestress: Achttienjarigen beslissen almaar later wat ze willen studeren. De Standaard. Geraadpleegd via http://bit.ly/2c9NH1F.

11


De decaan ziet studiekeuzestress als een toenemend probleem, met name door het wegvallen van de studiefinanciering. Er zijn veel leerlingen die kiezen voor een tussenjaar, omdat ze nog geen keuze durven te maken door de vele financiële consequenties. Ze willen graag in één keer de goede keuze maken voor hun vervolgstudie. Ze zijn er bang voor dat ze halverwege het eerste jaar ontdekken dat ze toch niet de juiste studie gekozen hebben en voor de financiële gevolgen die dat met zich meebrengt. Ook de wil om de perfecte keuze te maken en de angst om verkeerd te kiezen spelen een grote rol bij studiekeuzestress.17 In hoofdstuk 5 zullen we hier verder op ingaan.

2.2

Kleding

Uit onderzoek van de Britse warenhuisketen Marks & Spencer is gebleken dat vrouwen veel keuzestress ervaren op het gebied van kleding. Het onderzoek heeft uitgewezen dat vrouwen gemiddeld zeventien minuten per dag bezig zijn met het bepalen van de kleding die ze die dag willen aantrekken. In totaal komt dit neer op vier dagen per jaar en zes maanden van je leven (vanaf je 18e tot 60e levensjaar). Van de 1000 mannen en 1000 vrouwen die meededen aan het onderzoek gaf meer dan de helft van de vrouwen aan regelmatig last te hebben van wardrobe range of irrational tantrums.18 Dit is een gevoel van stress dat ontstaat door het niet-weten wat je aan moet. Dit gevoel kan resulteren in woede en één op de vijf ondervraagden geeft zelfs aan de kleding daardoor door de kamer te gooien.19 De hoofdoorzaak van deze stress is onze uitpuilende kledingkast: we hebben te veel om uit te kiezen. Niet alleen vrouwen hebben last van kledingkeuzestress. Een derde van de mannen geeft aan weleens stressgevoelens te hebben wat betreft hun outfit. Ook zij zijn behoorlijk wat tijd kwijt aan het uitkiezen van hun kleding: mannen zijn gemiddeld dertien minuten per dag kwijt aan het maken van een kledingkeuze.20 Stress op het gebied van kledingkeuze kan verschillende negatieve gevolgen met zich meebrengen. Zo is uit het onderzoek van Marks & Spencer gebleken dat bij vijftien procent van de volwassenen een kledingcrisis hun humeur vaak voor de rest van de dag verpest. Een ander veelvoorkomend gevolg is te laat komen. Een op de tien volwassenen komt regelmatig te laat op het werk door het twijfelen over kleding en een op de twintig heeft er wel eens een hele afspraak door gemist.21 Kledingkeuzestress is dus een probleem waar een groot deel van de bevolking last van heeft. Er zijn verschillende ondernemers die hierop ingespeeld hebben. Een voorbeeld hiervan is de Nederlandse stijlcoach Yolande Avé. Zij helpt naar eigen zeggen ‘vrouwen die elke dag balend voor de kast staan’. Ze geeft vrouwen inzicht in hun eigen stijl en leert hen alles over combineren. Haar coaching zal er (volgens haar) voor zorgen dat je ‘super zelfverzekerd voor de spiegel staat met het gevoel dat je de hele wereld aan kan’.22 Dat klinkt veelbelovend, maar wat kost zoiets nu eigenlijk? Als je kiest voor Yolandes all-inclusive pakket, wat bestaat uit een stijladvies, een kledingkast-check en een middag met personal shopper, ben je 899 euro kwijt.23 17

Baukje Koehoorn, persoonlijke communicatie, 13 december 2016. Elselotte Smink (2016, 6 juni). Science says: zo lang sta je écht voor de kast. Metro. Geraadpleegd via http://bit.ly/2h8C8ro. 19 Tammy Hughes (2016, 6 juni). Women spend six months deciding what to wear: study finds women spend 17 minutes everyday trying to choose an outfit. The Daily Mail. Geraadpleegd via http://dailym.ai/1tbyJhr. 20 Smink (2016). 21 Hughes (2016). 22 Yolande Avé: Stijlcoach & Personal Shopper (2013). Geraadpleegd op 11 december via http://bit.ly/2hFL9sz. 23 Yolande Avé: Tarieven (2013). Geraadpleegd op 11 december via http://bit.ly/2h8IaZ3. 18

12


2.3

Tijdsbesteding

Bij het bepalen van de indeling van je tijd kun je last hebben van keuzestress. Doordat er zoveel verschillende mogelijkheden zijn, is de kans groot dat fear of missing out, ook wel FOMO genoemd, optreedt.24 Dit wordt door de Oxford Dictionaries omschreven als ‘Anxiety that an exciting or interesting event may currently be happening elsewhere, often aroused by posts seen on social media’.25 Doordat er zoveel dingen zijn die je kunt doen, zul je er altijd aan blijven twijfelen of er niet iets leukers of beters is wat je op dit moment kunt doen. Fear of missing out is het voortdurende gevoel dat je als kind in een enorme snoepwinkel staat met slechts een kwartje op zak.26 Mensen die op zoek zijn naar de zin van het leven en die bewust bezig zijn met proberen om het beste uit hun leven te halen, hebben meer last van keuzestress en FOMO. 27 Zelf ervaren wij veel keuzestress bij het bepalen van het besteden van onze tijd. Het bepalen van hoe je je tijd verdeelt tussen school, werk en vrije tijd kan erg lastig zijn. Kies je voor goede cijfers, geld, een leuk sociaal leven of een goede nachtrust? Het liefst wil je het allemaal, maar door gebrek aan tijd moet je keuzes maken. Hierbij maakt het verschil of je vooral gericht bent op resultaten op de korte of op de lange termijn. Als je vooral gericht bent op het hier en nu zal je misschien kiezen voor geld verdienen en werken aan je sociale contacten. Dit kan ten koste gaan van je cijfers en je nachtrust. Als je met name gericht bent op de gevolgen op lange termijn, spendeer je waarschijnlijk veel tijd aan studeren. Door goed je best te doen op school kun je na het examen toegelaten worden tot een studie van hoog niveau en maak je daarna meer kans op een goedbetaalde baan. Door al die uren die je in de boeken doorbrengt loop je echter het risico dat je sociale leven erop achteruitgaat. Het bepalen van tijdsbesteding besteden valt niet mee en kan dus veel keuzestress opleveren. Zo zie je maar weer: het leven van een scholier is zo simpel nog niet.28

2.4

Koopgedrag

Boodschappen doen kan heel wat stress met zich mee brengen. Een gemiddelde supermarkt verkoopt meer dan 30.000 producten. Als je bij elk product rekening wilt houden met alle verschillende factoren, zoals prijs, smaak, versheid, hoeveelheid vet, zoutgehalte en aantal calorieën, kost dit heel veel tijd. Daarom kiezen consumenten meestal voor de producten die ze altijd kopen. Dit zijn dan niet altijd de best mogelijke producten, maar dat is niet erg, omdat het kopen van bijv. een verkeerd pak koekjes geen significante emotionele of financiële consequenties heeft. Daarom valt de keuzestress op dit gebied bij de meeste mensen wel mee. Op gebieden waarbij mensen duurdere producten kopen die je langere tijd gebruikt, heeft een keuze meer consequenties.29 Er zijn drie verschillende soorten koopgedrag te onderscheiden: routinematig koopgedrag, beperkte besluitvorming en uitgebreide besluitvorming. Als er sprake is van routinematig koopgedrag (routinized resonse behavior) wordt er niet meer bewust nagedacht over de vraag welke producten er moeten worden gekocht. Dit is bijvoorbeeld meestal het geval bij boodschappen doen in de supermarkt, net zoals hierboven al is besproken. 24

van der Leest (2016). Oxford Dictionaries (2000). Geraadpleegd via http://bit.ly/2gT0Hux. 26 Dan Herman (2010). The Fear of Missing Out (FOMO). Geraadpleegd op 12 december 2016 via http://bit.ly/2h8G37E 27 van der Leest (2016). 28 Gebaseerd op eigen ervaringen en ervaringen van mensen uit onze directe omgeving. 29 Schwartz (2005), p. 12. 25

13


Over het algemeen heeft de consument bij deze producten een lage betrokkenheid. Dat wil zeggen dat het niet erg is als je niet de optimale keuze hebt gemaakt bij het kopen van de producten. Deze producten worden low-involvementproducten genoemd. De keuze voor deze producten wordt niet heel bewust gemaakt, maar wordt beïnvloed door reclame via bijvoorbeeld televisie en tijdschriften. In de reclames wordt gebruik gemaakt van visuele symbolen en beelden van de belangen, omdat deze door het menselijk brein gemakkelijker worden onthouden. Door de lage betrokkenheid tijdens de koop denken consumenten niet bewust na over de keuze, maar worden ze onbewust beïnvloed door de reclames en zullen ze sneller voor producten kiezen die ze al eerder gezien hebben. Bij routinematig koopgedrag is er dus weinig of geen sprake van keuzestress. Beperkte besluitvorming vindt plaats wanneer er van tevoren over de aankoop wordt nagedacht. Er wordt een dag voor uitgetrokken en de prijzen worden vergeleken. Dit is bijvoorbeeld het geval als iemand nieuwe kleding wil kopen. De consument zal aanvullende informatie over bepaalde merken en producten zoeken om het risico van een verkeerde aankoopbeslissing te voorkomen. De angst om een verkeerde keuze te maken bestaat dus bij dit soort koopgedrag en daarom kan er sprake zijn van keuzestress.

Bij uitgebreide besluitvorming gaat het om aankopen van producten of diensten waar de consument weinig of geen kennis van heeft en die belangrijk voor hem zijn. Deze producten zijn vaak relatief duur en gaan langere tijd mee. Deze producten heten high-involvementproducten en de consument heeft hier een hoge betrokkenheid bij. Een voorbeeld hiervan is het kopen van een nieuwe auto. Eerst oriënteert de consument zich op de mogelijkheden door middel van advertenties, ervaringen van vrienden en familie en bezoeken aan winkels. Er wordt een uitgebreid proces doorlopen en de consument onderzoekt alle mogelijke alternatieven. Bij deze vorm van koopgedrag wordt het meeste keuzestress ervaren.30

30

InfoNu (2009, 6 december). Soorten koopgedrag. Geraadpleegd op 16 december 2016 via http://bit.ly/2gU4rvT

14


3 Oorzaken van keuzestress Wat zijn de oorzaken van keuzestress en hoe draagt de veranderende maatschappij hieraan bij? In deze deelvraag bespreken we waar keuzestress vandaan komt en maken we duidelijk of (en zo ja, hoe) de veranderende maatschappij hier een leidende rol in speelt. Ook laten we zien waarom wij het belangrijk vinden om keuzevrijheid te hebben. Visies van onder andere psycholoog Barry Schwartz over de (te) grote keuzevrijheid in de hedendaagse maatschappij komen in dit hoofdstuk aan de orde.

3.1 Verschil in keuzemogelijkheden in de Westerse wereld tussen nu en een aantal decennia geleden Tegenwoordig is het mogelijk om je eigen leven helemaal vorm te geven door alle keuzes die je maakt. Dit betekent niet dat alles mogelijk is, maar het betekent wel dat elke handeling die wij uitvoeren een keuze van onszelf is. We kunnen kiezen wat we gaan eten, welke kleding we dragen, hoe we ons gedragen tegenover anderen, welke opleiding we gaan doen, enzovoorts. Als we de Westerse wereld van nu vergelijken met vroeger, is er erg veel veranderd in allerlei opzichten. Vroeger (tot ongeveer 1950) stond een groot deel van je leven al vast en had je niet veel ruimte om hier zelf invloed op uit te oefenen. Je werd dokter, bakker, huisvrouw, boer of meester. Vaak was dit ook nog hetzelfde beroep wat je ouders en grootouders beoefenden. Vervolgens trouwde je, kreeg je een aantal kinderen en werkte je je hele leven op dezelfde plek bij dezelfde baas.31 Nu zijn er ontelbaar veel studies waarvoor je kan kiezen, die ook nog op verschillende universiteiten of hogescholen beschikbaar zijn. Er ontstaan nog steeds nieuwe beroepen en de meeste mensen veranderen regelmatig van baan. De situatie van nu en vroeger zijn twee uitersten als het gaat om keuzevrijheid.

31

Albert Sonnevelt (2013, 13 september). Symptomen van keuzestress om in de gaten te houden. Geraadpleegd via http://bit.ly/2hNYmCQ

15


3.2 Te veel keuze zorgt voor verlamming of minder tevredenheid over de gemaakte keuze Het klinkt logisch dat het hebben van keuzevrijheid een belangrijke voorwaarde is voor een goed bestaan. En als je de geschiedenisboeken moet geloven, heeft de mens hier jarenlang voor gestreden. Nu we bereikt hebben dat we een grote hoeveelheid aan keuzemogelijkheden hebben, is de vraag ontstaan of we hier nou wel of niet gelukkiger worden. Barry Schwartz beschrijft in zijn boek: ‘The paradox of choice’ en vertelt in zijn Ted Talk dat het hebben van een grote hoeveelheid aan keuze negatieve effecten heeft.32 Hij beweert dat er in de Westerse wereld zoiets als een officieel dogma33 bestaat als het gaat om vrijheid en het maken van keuzes. Dit dogma houdt in dat meer vrijheid zal zorgen voor meer welvaart en tevredenheid.34 Deze stelling uit zich in het gigantische keuzeaanbod die we hebben. Het volgende citaat vermeldt de hoofdgedachte van Barry Schwartz: Freedom and autonomy are critical to our well-being, and choice is critical to freedom and autonomy. Nonetheless, though modern Americans have more choice than any group of people ever has before, and thus, presumably, more freedom and autonomy, we don’t seem to be benefiting from it psychologically. (Schwartz, 2005, p. 99) Schwartz beweert dat er door iedereen in de Westerse wereld juist een heel ander dogma wordt ervaren. We ervaren volgens hem keuzestress door het bestaan van een te grote hoeveelheid aan keuzes, waardoor het gevoel van tevredenheid minder wordt35. Wat Schwartz wil bereiken met zijn boek en presentaties, blijkt uit het volgende citaat: What I hope to show is that the conventional wisdom is wrong, at least when it comes to what satisfies us in the decisions we make. (Schwartz, 2005, p. 5-6) Dit is erg tegenstrijdig met het algemeen geaccepteerde dogma dat het hebben van veel keuzevrijheid zorgt voor welvaart en een goed bestaan. Schwartz maakt veel gebruik van voorbeelden uit zijn eigen leven waarop hij overspoeld werd door de hoeveelheid aan keuzes. Hij geeft zelfs aan dat het kopen van eten en drinken in de supermarkt al een hele opgave voor hem is. Een onderdeel van de visie van Schwartz is dat te veel keuzemogelijkheid tot keuzeverlamming leidt. Dit houdt in dat je je keuzes voor je uitschuift, of zelfs helemaal geen keuze maakt. Je wordt als het ware ‘verlamd’ op het moment dat je een keuze moet maken. Door de grote hoeveelheid aan keuze worden de verschillen tussen de keuzes nihil, waardoor het maken van een ‘goede’ keuze bijna onmogelijk wordt.

32

Schwartz (2005). + TED-talk van Barry Schwartz: http://bit.ly/2gIgs4b. Een dogma is een vastomlijnde, aan geen discussie meer onderhevige leerstelling. (Van Dale Woordenboek, 2016. Geraadpleegd via http://bit.ly/2gScslf). 34 Schwartz (2005), p. 4-6. 35 Schwartz (2005), p. 99. 33

16


Barry Schwartz gaat nog een stap verder in zijn theorie. Hij beweert namelijk dat wanneer het je toch lukt deze keuzeverlamming te overwinnen en een keuze te maken, je over het algemeen een stuk minder tevreden bent dan wanneer je keuzemogelijkheden ingeperkt waren.36 Oorzaken hiervoor kunnen zijn (in de termen van Schwartz): 1) ‘Regret and anticipated regret’ (spijt en verwachte spijt)37. Hij wil hiermee duidelijk maken dat wanneer je minder keuzemogelijkheden hebt, het gemakkelijker is om je voor te stellen waar je niet voor hebt gekozen en dus ook of je daar wel of geen spijt van hebt. Stel je voor dat je 50 soorten broodbeleg in huis hebt. Je wilt één broodje eten met één soort beleg. Als je dan kiest voor een broodje kaas, dan kun je niet overzien waar je niet voor gekozen hebt. Wanneer je alleen kaas en vlees in huis hebt is je keuze wel te overzien en heb je minder kans dat je spijt krijgt van je keuze omdat je precies weet waarvoor je wel en niet gekozen hebt. 2) ‘Opportunity costs’ (substitutiekosten)38. Dit houdt in dat wanneer er meer alternatieven zijn, je minder tevreden bent met de mogelijkheden/mogelijkheid die je hebt gekozen omdat er zoveel andere (en misschien wel betere) opties zijn. Wanneer je een keuze maakt om iets te doen, kies je er tegelijk voor om andere dingen niet te doen. Alle mogelijkheden hebben immers interessante (of juist niet interessante) kenmerken die je eigen keuze minder (of juist meer) aantrekkelijk kunnen maken. Als ik ervoor kies om op een terrasje in Amsterdam te gaan zitten, kies ik er automatisch ook voor dat ik niet in een bootje door de grachten ga varen of ga shoppen. Er zijn gigantisch veel andere dingen die ik ook nog kan doen, maar daar kies ik allemaal niet voor. 3) ‘Escalation of expectations’ (toename van je verwachtingen)39. Dit aspect gaat over je verwachtingen bij het maken van een keuze. Je verwachtingen voor hoe goed of mooi iets is, worden hoger naarmate er meer keuzemogelijkheden zijn. Wat je kiest is daardoor vanuit jouw gezichtspunt nooit perfect. Aan elke keuze zitten nadelen die in andere (niet gekozen) opties misschien niet zitten. Er zal dus nooit een perfecte keus zijn wanneer er heel veel keuze is. Neem weer het voorbeeld van het broodbeleg. Er zijn 50 soorten om uit te kiezen en je weet al dat je kaas wilt eten. Er zijn ook nog 20 soorten kaas waar je uit moet kiezen. Kaas met allerlei soorten kruiden, geitenkaas, schapenkaas enzovoorts. Je verwachting van dat er wel een héél lekker stukje kaas tussen moet zitten, wordt hierdoor veel groter. 4) ‘Self-blame’ (zelfverwijt)40. Schwartz beschrijft hier dat wanneer er weinig keuze is, je ‘de wereld’ de schuld kan geven als de door jou gemaakte keuze niet de juiste blijkt te zijn. Wanneer er veel keuze is en je maakt de verkeerde keus, ligt de ‘schuld’ bij jou, want jij hebt de keuze gehad om voor iets anders de kiezen. Volgens Schwartz is dit ook één van de oorzaken van depressie in de Westerse wereld. Wat we aan het begin van dit hoofdstuk al vermeld hebben, is dat er vroeger geen tot weinig keuze was op het gebied van je beroepskeuze. Je ging later vaak precies hetzelfde doen als wat jouw ouders ook gedaan hebben. Als je dat dan stom vond, kon je een ander (of ‘de wereld’ de schuld geven. Jij kan er immers niks aan doen dat jouw familielijn dat beroep beoefende. Aangezien er nu heel veel keuzemogelijkheden zijn, is er zeker een beroep dat goed bij jou past. Maar weet deze maar eens te vinden. Als je met al de keuzemogelijkheden die je hebt, toch voor het verkeerde beroep of de verkeerde opleiding gekozen hebt, is het jouw schuld. Je kan niemand de schuld geven van het feit dat jij niet tevreden bent met je beroep, alleen jezelf. Al deze concepten hangen met elkaar samen en zijn niet gemakkelijk los van elkaar te zien. Barry Schwartz geeft dit zelf ook aan in zijn TedTalk. 36

Schwartz (2005), p. 105-110. Schwartz (2005), p. 147-165. 38 Schwartz (2005), p. 120-124. 39 Schwartz (2005), p. 210-211. 40 Schwartz (2005), p. 211-214. 37

17


Schwartz benoemt dus dat de oorzaak van het bestaan van keuzestress ligt bij het te grote aantal aan keuzemogelijkheden. Door de veranderende maatschappij waarbij er steeds meer keuzemogelijkheden komen en we ook steeds meer weten welke mogelijkheden er zijn door alle beschikbare informatie via internet, gaan deze factoren in onze Westerse samenleving steeds meer een rol spelen bij het maken van keuzes. Een van de gebieden waarop de keuzemogelijkheden groot zijn, is de studiekeuze van leerlingen in het voortgezet onderwijs. in het algemeen en studiekeuze in het bijzonder. Tevens zijn deze factoren een reden waarom keuzestress als last wordt ervaren (voor verdere informatie over dit onderwerp, zie deelvraag 6).

3.3

Identiteitsvorming en gevoeligheid voor stress als oorzaak van keuzestress

Annemarijn Leever stelt in haar bachelorproject voor de opleiding Algemene Sociale Wetenschappen aan de universiteit van Utrecht dat identiteitsvorming41 en gevoeligheid voor stress (in haar scriptie spreekt ze over de aanleg van het ontwikkelen van een burn-out) de hoofdoorzaken zijn voor keuzestress.42 Ze benoemt in haar onderzoek dat de keuzemogelijkheden tegenwoordig oneindig zijn en dat wij zulke hoge verwachtingen hebben van de keuze die wij gaan maken, waardoor je jezelf veel druk oplegt voor het maken van een goede keuze. Leever gaat vooral in op jongeren, studenten, die nog niet precies weten wie ze zelf zijn. Het hebben van keuzevrijheid brengt ook een zekere verantwoordelijkheid met zich mee. Studenten houden bij het maken van een keuze vaak rekening met “hoe het hoort” in de maatschappij, of ze hebben in ieder geval het gevoel dat ze hun keuze daarop moeten baseren. Dit kan ook weer extra stress opleveren en in sommige gevallen zelfs, aldus Leever, psychische problemen zoals een burnout.43 Het onderzoek van Leever bevestigt de theorie van Schwartz dat een maatschappij waarin overvloedige keuze aanwezig is, veel negatieve gevolgen met zich mee kan brengen. Een ruime meerderheid van de ondervraagde studenten in haar onderzoek gaf aan om bang te zijn voor het maken van verkeerde keuzes en ook veel druk te ervaren als gevolg van de keuzevrijheid. Er zijn ook nog andere factoren die een rol spelen bij het ontstaan van psychische problemen bij het maken van een keuze. Jacobs & Dodd hebben uitgebreid onderzoek gedaan naar welke factoren meespelen bij de stressgevoeligheid onder studenten.44 Uit dit onderzoek blijkt dat de karaktertrekken, de leefomgeving en de achtergrond van een persoon allemaal invloed hebben op de kans dat er psychische problemen ontstaan. Ook toont het onderzoek van Jacobs & Dodd dat steun van familie en vrienden een zeer belangrijke factor is, die het hebben van keuzestress kunnen verminderen.

41

Identiteitsvorming is een belangrijk aspect voor het maken van je keuzes. Vragen zoals: ‘Wie ben ik?’, ‘Wat past bij mij?’ zijn erg lastige vragen, waardoor het moeilijk is om daar je keuzes op te baseren. 42 Annemarijn Leever (2011). Burnout onder studenten: Een onderzoek naar de invloed van de meerkeuzemaatschappij op het burnoutrisico onder studenten. Bachelorproject ASW. Faculty of Social and Behavioural Sciences Theses, Utrecht University (Bachelor thesis), p. 2. 43 Leever (2011), p. 13-16. 44 Sheri R. Jacobs & David Dodd (2003). Student Burnout as a Function of Personality, Social Support, and Workload. Journal of College Student Development, 44 (3). The Johns Hopkins University Press.

18


3.4

Sociale druk als oorzaak van keuzestress

Leever is in haar onderzoek ook ingegaan op de effecten van sociale druk voor het ontstaan van keuzestress.45 Jongeren leven tegenwoordig steeds vaker met de gedachte dat ze niet voor anderen onder willen doen. Het gebeurt vaak dat jongeren het gevoel hebben dat leeftijdsgenoten veel succesvoller zijn en dat ze hierop baseren waaraan ze zelf zouden moeten voldoen.46 Hierdoor kan er een zekere druk ontstaan bij het maken van de (juiste) keuze. Uit het onderzoek van Leever kwam naar voren dat 70,4 procent van de studenten andere leeftijdsgenoten als graadmeter zien voor het bepalen van hun eigen succes in hun keuze. Ook de media spelen een grote rol bij het ontstaan van keuzestress. Het is bekend dat jongeren hun identiteit mede vorm kunnen geven door de media. De media laat zien dat het leven deels maakbaar is. Doordat op sociale platformen voor het grootste gedeelte bestaan uit positieve gebeurtenissen ontstaat het beeld dat de mensen die alles delen een perfect leven hebben.47 Studenten benoemen dat vanuit de media veel druk uitgeoefend wordt om een perfect leven te leiden. Deze uitspraak gold voor maar liefst 71,1 procent van de studenten. Om dit ‘perfecte leven’ te bereiken zou je natuurlijk ook ‘goede keuzes’ moeten maken, waardoor je de druk voor jezelf hoog opvoert. De hoogste score werd gegeven aan de volgende stelling: “De maatschappij geeft mij het gevoel dat ik succesvol moet zijn”. Bij elkaar opgeteld gaf 87,6 procent van de studenten als antwoord: vaak van toepassing, meestal van toepassing en absoluut van toepassing.48 Dit geeft weer duidelijk aan dat de samenleving een negatieve invloed heeft op keuzestress.

3.5

Oorzaken van studiekeuzestress volgens de decaan

We hebben in een interview met de decaan van CSG Bogerman, Baukje Koehoorn, gevraagd wat zij als belangrijke oorzaken ziet voor het ontstaan van studiekeuzestress bij leerlingen. Ze benoemt duidelijk dat dit per leerling zeer verschilt, maar wij proberen toch alle punten op een rij te zetten. Ten eerste geeft ze aan dat keuzestress kan ontstaan doordat leerlingen te veel, of juist helemaal geen studie leuk vinden. Dit zijn volgens haar de leerlingen die het meeste stress ervaren en deze leerlingen brengen dan ook het vaakst een bezoekje aan de decaan. Ook geeft ze het verschil aan tussen de manier waarop de samenleving nu en vroeger is ingedeeld op het gebied van beroepskeuze. Ze vertelt dat het nu niet meer zo is dat wanneer je een beroepskeuze maakt, je daar je hele leven aan vast blijft zitten en moet werken bij dezelfde baas. Nu is het zo dat je met een opleiding heel veel kanten uit kan en je kan zelfs meerdere opleidingen tegelijk of na elkaar volgen. Ze geeft aan dat de meeste leerlingen onder ons later een beroep gaan beoefenen dat nu nog niet eens bestaat. Baukje noemt deze samenleving ‘een plek waarin je een leven lang moet kiezen en een leven lang kunt leren’. Doordat de maatschappij en de technologie ontzettend snel veranderen, moet je steeds nieuwe keuzes maken. Toch ervaren leerlingen het gevoel dat ze nu de

45

Leever (2011), p. 28. InMotie Psychologie (2012, 9 november). Sociale druk bij jongeren: de balans tussen kunnen, willen en moeten. Geraadpleegd via http://bit.ly/2hBpaWr. 47 InMotie Psychologie (2012). 48 Leever (2011), p. 28. Bovenstaande resultaten zijn allen afkomstig van de Bachelorscriptie van Leever op pagina 28. 46

19


perfecte (levensbepalende) keuze moeten maken, waardoor er een zekere mate van keuzestress op komt zetten. De wegvallende studiefinanciering benoemt Baukje ook als een belangrijke oorzaak van keuzestress. Leerlingen krijgen hierdoor het gevoel dat ze in één keer de goede keuze moeten maken, omdat financiën een hele belangrijke rol spelen. Hierdoor kan een leerling extra stress ervaren.49

49

B. Koehoorn, persoonlijke communicatie, 13 december 2016.

20


4 Keuzestress en de mens Wat zegt keuzestress over de mens in het algemeen? Het fenomeen keuzestress heeft niet alleen te maken met het aantal keuzes en de complexiteit van die keuzes, maar ook met het denken over verantwoordelijkheid en vrijheid. Vaak wordt op voorhand aangenomen dat mensen verantwoordelijkheid hebben, en dus zelf verantwoordelijk zijn voor wat zij zelf doen, en dat meer vrijheid altijd beter is.50 Dat laatste blijkt al niet het geval (lees hoofdstuk 3). Om tot een beter begrip van het fenomeen keuzestress te komen, moet onderzocht worden of mensen wel verantwoordelijkheid hebben en of ze dus verantwoordelijk zijn voor hun daden en keuzes. In hoofdstuk 4 wordt de vraag: ‘Wat zegt keuzestress over de mens in het algemeen?’ behandeld. Daarbij maken we gebruik van verschillende filosofische/wetenschappelijke visies over de mens, vrije wil en vrijheid. Vervolgens kijken we naar hoe het fenomeen keuzestress daarbij past, zodat aan het eind van dit hoofdstuk duidelijk is wat keuzestress zegt over de mens in het algemeen.

4.1

Vrije wil

Allereerst is het belangrijk om de term vrije wil te verduidelijken. In dit PWS wordt over vrije wil gesproken als bewuste aansturing. Een handeling uit vrije wil is een handeling die wordt aangestuurd door een bewuste gedachte die je vlak voor de handeling hebt. (…) Met ‘vrije wil’ bedoelen we dus het vermogen om je eigen lichaam in beweging te brengen.51 (Van de Laar & Voerman, 2011) Het vermogen gaat echter verder dan alleen je lichaam in beweging te brengen, ook het vermogen om een bepaalde keuze te maken is onderdeel van de vrije wil. Over de vrije wil is door talloze filosofen van alles geschreven, maar ook niet-filosofen hebben over de vrije wil (nuttige) uitspraken gedaan. Hierdoor is het vrije wil debat ontstaan, een debat (of thema) waarover al jarenlang hevig wordt gediscussieerd.

4.2

Vrije wil is een illusie

Hersenwetenschappers52 die onderzoek doen naar het bestaan van de vrije wil komen tot de conclusie dat deze niet bestaat. Dezelfde conclusie volgt uit het Libet-experiment, genoemd naar de bedenker en uitvoerder Benjamin Libet. In dit experiment krijgen proefpersonen een knop en daar

50

Uit hoe onze samenleving is opgebouwd, denk aan bijvoorbeeld het Nederlandse school- en rechtssysteem, blijkt dat de heersende gedachte is dat mensen zelf verantwoordelijk zijn voor wat ze doen en hebben gedaan. 51 Tjeerd van de Laar & Sander Voerman (2011). In Vrije wil: Discussies over verantwoordelijkheid, zelfverwerkelijking en bewustzijn (p. 103). Rotterdam: Lemniscaat. 52 Onder andere de Nederlandse hersenwetenschapper Dick Swaab verwerpt in zijn boek Wij zijn ons brein (2010) het idee van de vrije wil, in elk geval op de manier zoals die wordt benaderd door ons mensen.

21


mogen ze opdrukken wanneer ze maar willen (push the button, when you feel like it). 53 Libet mat ondertussen de breinactiviteit van deze proefpersonen met behulp van elektroden. Uitkomst van het experiment was dat het moment van voorbereidende gedachten die voorafgaan aan doelmatige bewegingen 550 milliseconden voor het moment dat de proefpersonen dachten ‘nu ga ik op die knop drukken’ al zichtbaar waren. De bewuste gedachte was dus niet de aanleiding voor de beweging van de vinger die op de knop drukt, een onbewuste voorbereidende gedachte was dat wel. Vrije wil als bewuste aansturing is aan de hand van dit experiment te verwerpen. Benjamin Libet trekt zelf een andere conclusie: het bewustzijn heeft de mogelijkheid om een ‘veto’ uit te spreken. Dat betekent dat die onbewuste gedachten van voorbereiding niet altijd tot de uiteindelijke beweging hoeft te leiden. Het bewustzijn kan de beslissing nemen om die onbewuste gedachte, bijvoorbeeld op de knop te drukken, nog terug te trekken.54In dit geval hoeft dit experiment niet het bewijs te zijn voor het niet-bestaan van de vrije wil. Ondanks deze conclusie van de uitvoerder van het experiment zelf, wordt dit experiment door wetenschappers en filosofen gebruikt als bewijs voor het niet-bestaan van de vrije wil. Hierdoor heeft het experiment een bepaalde reputatie gekregen waar Libet zelf niet achter staat. Er is veel kritiek op (hoe de uitkomsten worden geïnterpreteerd van) dit experiment, een belangrijk criticus is Daniel Dennett, een Amerikaans filosoof die zich vooral bezighoudt met het bewustzijn en de geest. Het experiment toont dan misschien wel aan dat er geen vrije wil is bij het drukken van een knop, maar Dennett vraagt zich af hoe het zit met meer complexe keuzes? Keuzes waarbij argumenten voor en tegen een rol spelen? Is er dan ook geen vrije wil meer? 55 Keuzestress wordt immers niet ervaren bij het drukken van een knop, maar meer bij keuzes tussen (verschillende56) zaken. Een interpretatie van het Libet experiment van Dennett is dat de bewuste gedachte achterloopt op de onbewuste gedachte van ‘nu ga ik op de knop drukken’ niet laat zien dat er geen vrije wil bestaat, maar dat het laat zien dat bewustwording tijd kost. Die 550 milliseconde is de tijd die het brein nodig heeft om van een onbewuste gedachte een bewuste gedachte te maken.57 Een andere wetenschapper die het bestaan van de vrije wil ontkent is Amerikaans psycholoog Daniel Wegner (Harvard University). Hij schreef in zijn boek The Illusion of conscious will (2002) dat de vrije wil niet bestaat. Het brein laat ons denken dat we zelf kiezen en dus vrije wil hebben, maar het brein laat het ons alleen denken, het is niet daadwerkelijk zo. Hij komt tot deze, toch wel radicale, conclusie aan de hand van neurologische en psychologische experimenten, klinische studies van merkwaardige medische gevallen en af en toe wat computer- en robotwetenschap. Ook de Nederlandse wetenschapper Victor van Lamme (hoogleraar cognitieve neurowetenschap aan de Universiteit van Amsterdam) komt tot deze conclusie in zijn boek De vrije wil bestaat niet. 58 Jan Verplaetse maakt in zijn boek Zonder vrije wil: Een filosofisch essay over verantwoordelijkheid (2011) een verwijt naar bovenstaande wetenschappers en ook naar wetenschappers die hetzelfde beweren en daar stoppen. Hij verwijt ze dat ze onvoldoende stilstaan bij de gevolgen van hun beweringen. Het vrije wil debat gaat niet over het al dan niet bestaan van de vrije wil, maar over de gevolgen van als die vrije wil niet zou bestaan. Wat dan? Vrije wil is toch de basis voor 53

Nigel Warburton voor BBC Radio 4 (2014, november 7). Libet Experiment: Is Free Will Just an Illusion? [Video]. Geraadpleegd op 8 november 2016 via https://www.youtube.com/watch?v=OjCt-L0Ph5o . 54 Van de Laar & Voerman (2011), p. 117 – 119. 55 Warburton (2014, november 7). [Video]. 56 Verschillende is een gevaarlijk begrip, want juist het feit dat de verschillen tussen bepaalde zaken zo miniem zijn is een belangrijke oorzaak voor keuzestress. 57 D.J. Dekker, persoonlijke communicatie, 9 november 2016. 58 Jan Verplaetse (2011). In Zonder vrije wil: Een filosofisch essay over verantwoordelijkheid (p. 13 – 25). Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds.

22


verantwoordelijkheid? Verantwoordelijkheid die in onze samenleving zo vanzelfsprekend is. Schuld en verdienste, als gevolg van verantwoordelijkheid, die in onze samenleving zo vanzelfsprekend zijn. Kunnen schuld en verdienste dan nog wel bestaan als we leven in een wereld zonder vrije wil? 59 Nee, dat kan niet. Schuld en verdienste kunnen niet bestaan in een wereld zonder vrije wil, want ja inderdaad, vrije wil is de basis voor verantwoordelijkheid. Schuld en verdienste zijn zeer alledaagse handelingen en gedachtes, denk maar aan het rechtssysteem en het daarbij horende strafsysteem of aan cijfers die worden toegerekend aan leerlingen op een middelbare school. Als de vrije wil niet bestaat, kunnen we dat hele systeem van schuld en verdienste wel schrappen. Immers, je kunt niet verantwoordelijk gehouden worden voor wat je doet of hebt gedaan.60 Keuzestress Verantwoordelijkheid en verantwoordelijkheidsgevoel spelen een grote rol bij het ervaren van keuzestress. Het ontkennen van het bestaan van de vrije wil betekent noodzakelijkerwijs het ontkennen van het bestaan van verantwoordelijkheid. Dat zou betekenen dat keuzestress niet bestaat, of althans niet zou moeten bestaan. Misschien is keuzestress wel, net als het idee van de vrije wil, volgens Wegner (2002) en Lamme (2011), iets dat ons brein ons wijsmaakt. Dat zou kunnen. Keuzestress is dan een illusie. Van tevoren is vastgesteld wat wordt gekozen, dus ook bijvoorbeeld welke studie. De stress die daarbij wordt ervaren is niet echt. Als dit werkelijk zo is, is dit PWS een onderzoek naar iets wat niet bestaat.

4.3

Vrije wil bestaat

Gelukkig, voor dit PWS, zijn er ook nog filosofen en wetenschappers die wel degelijk geloven in het bestaan van de vrije wil. Een filosoof die wel degelijk gelooft in het bestaan van de vrije wil is Daniel Dennett, die al in dit PWS langsgekomen is als criticus van het Libet-experiment. Dennett is een compatibilist61, hij gelooft dat vrije wil en determinisme62 met elkaar verenigbaar zijn. Hij vreest dat zonder vrije wil de maatschappij op losse schroeven komt te staan (voor uitleg van dit standpunt zie pagina 22, paragraaf 4.2). Dennett ziet een actie als een actie uit vrije wil, wanneer deze uit eigen overtuigingen en verlangens plaatsvindt. Om dit uit te leggen gebruikt Dennett een voorbeeld:

59

Jan Verplaetse (z.j.). Leven zonder schuld en verantwoordelijkheid. Geraadpleegd op 10 december 2016 via http://bit.ly/2gI9s7E. 60 Het verschijnsel dat mensen niet verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor wat ze hebben gedaan is een bestaand verschijnsel binnen ons rechtssysteem. Zo luidt artikel 39 van het Wetboek van Strafrecht: Niet strafbaar is hij die een feit begaat, dat hem wegens de gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens niet kan worden toegerekend. 61 Compatibilisme is een filosofische stroming die laat zien dat we een vrije wil kunnen hebben, zelfs als alle keuzes die we maken gedetermineerd zouden zijn. (van de Laar & Voerman, 2011). 62 Determinisme is de leer die zegt dat de mens geen invloed heeft op zijn lot, want alles is al bepaald (Van Dale Woordenboek, 2016. Geraadpleegd via http://bit.ly/2hEW0D8).

23


1) Ik ga naar mijn huisarts en hij adviseert me magere melk te drinken. In de supermarkt koop ik magere melk. 2) In de supermarkt zie ik een pak magere melk met een spannende foto van Kirsten Dunst.63 Ik koop magere melk. 3) In de supermarkt loop ik langs de zuivelafdeling, een geheime microchip in de magere melk beïnvloedt mijn hersenen. Ik koop magere melk.64 Volgens Dennett is alleen in de derde situatie geen sprake van een handeling uit vrije wil. In de andere twee situaties is er wel sprake van beïnvloeding, maar ik bepaalde zelf bewust dat ik die magere melk ging kopen. Ik had er ook voor kunnen kiezen om andere melk te kopen of helemaal geen melk te kopen. In zijn boek The elbow room (1984) legt Dennet in hoofdstuk zes genaamd Could Have Done Otherwise uit wat hij precies bedoelt met de vrije wil. De titel van het hoofdstuk verklapt het al: een handeling is uit vrije wil wanneer je anders had kunnen kiezen. In het geval van de melk heel duidelijk. Zelf gebruikt Dennet in dit hoofdstuk weer een ander voorbeeld, namelijk met een agent. Algemeen aanvaarde stelling: Een agent is moreel verantwoordelijk voor een actie alleen in het geval dat deze actie niet gedetermineerd is. Volgens Dennett is deze propositie algemeen geaccepteerd. Conclusie die Dennet trekt: Een agent is moreel verantwoordelijk voor een actie als hij deze actie anders had kunnen uitvoeren. Oftewel een actie is niet gedetermineerd als deze actie anders uitgevoerd had kunnen worden.65 Dit blijkt een nog ingewikkeldere definitie dan het op het eerste oog lijkt, want hoe bepaal je of een actie anders uitgevoerd had kunnen worden. Hoe kun je dit weten komen? Dit kun je niet weten, want een andere actie is niet uitgevoerd. En het reconstrueren is ook onmogelijk, want het zal nooit onder precies dezelfde omstandigheden lukken. Dennett zegt dat mensen inderdaad anders kunnen kiezen en dat evolutie ervoor heeft gezorgd dat dat soms gebeurt. Het kan nuttig zijn om voor de tweede keuze te gaan. Dit voorkomt uitbuiting (in dit voorbeeld van melkverkopers en bekendheden). Libet trekt een soortgelijke conclusie uit zijn eigen experiment. Mensen kunnen hun keuze nog terugtrekken, ze hebben een soort vetorecht. Hoe verklaart Dennett dan andere experimenten die hersenwetenschappers hebben gedaan waaruit bleek dat de vrije wil niet bestaat? Hij zegt simpelweg dat deze onderzoeken het bestaan van de vrije wil hoe hij die beschrijf niet bedreigt. Alleen onder zeer gecontroleerde omstandigheden, bij simpele keuzes, kan een onderzoeker soms voorspellen welke keuze iemand gaat maken. Een ander boek dat een tegengeluid laat horen tegen het determinisme en de wetenschappers die de vrije wil slechts een illusie noemen is het boek De vrije wil is geen illusie (2012) van neuropsycholoog Herman Kolk. Hij ziet de doodverklaring van de vrije wil als een probleem en dat beschrijft hij in het begin van het boek. Daarna toont Kolk aan dat het onbewuste gedrag een functie heeft. We kunnen gewoon blijven functioneren zonder elke prikkel en elke actie in ons bewustzijn moeten overwegen, dat zou een dagtaak worden. Het onbewuste is een soort geautomatiseerd sturingssysteem dat ons helpt. Vervolgens laat Kolk zien dat het onbewuste niet altijd blijft gelden, 63

Kirsten Dunst is een Duits-Amerikaans actrice. Zij wordt vaak gezien als knappe vrouw, vandaar dat het de

persoon in dit voorbeeld overhaalt magere melk te gaan kopen. 64 Yuri Matteman (2012, 5 december). Vrije wil bestaat, zeggen Erasmus en Dennett. De Groene Amsterdammer, 49. Geraadpleegd op 11 december 2016 via http://bit.ly/2hrpree. 65 Peter van Inwagen (1988). [Recensie van het boek Elbow Room: the varieties of free will worth wanting, van Daniel Dennett]. Noûs, 22, 609–618. doi:10.2307/221546 .

24


namelijk zodra het complex wordt hebben we ons bewustzijn nodig.66 Kolk maakt hiervoor gebruik van een voorbeeld: Een jongetje en zijn vader spelen tafeltennis. De vader is ervaren en vanuit zijn automatisme speelt hij het balletje steeds in de juiste hoek, zodat hij zal winnen. Zijn zoontje is onervaren en kan zijn vader met geen mogelijkheid bijhouden. Op een gegeven moment bedenkt de vader zich, hij krijgt medelijden met zijn zoon en besluit om wat minder goed te spelen, zodat zijn zoon ook nog wat punten kan scoren. De vader kwalificeert het ene gedrag (laten winnen) wenselijker dan het andere (zelf winnen) en besluit daarnaar te handelen. Volgens Kolk is dit de vrije wil in actie. De vader belandt in een conflict tussen twee automatische gedragspatronen. Door dit conflict ontwaken de hersenen en stappen ze uit hun onbewuste gedragspatroon en zullen de hersenen van de vader bewust een afweging maken tussen de twee opties (laten winnen of zelf winnen), want ze ‘weten’ hoe het voelt om te winnen en ook hoe het voelt om de verliezer te zien lijden en dat is niet fijn (zeker als het je eigen zoon is). Het gedrag met de meest waardevolle uitkomst wordt geselecteerd. De omschakeling van het ene gedrag naar het andere is het moment van vrijheid volgens Kolk. 67 Een ander moment wanneer het bewustzijn een overheersende rol speelt is wanneer iemand zichzelf vooruitdenkt in de toekomst en daar zijn handelen op afstemt. En tenslotte betoogt Kolk dat grotendeels onze innerlijke taal, het vermogen om gesproken mentaal aanwezig te stellen, het mogelijk maakt dat we eigen en andermans intenties bewust kunnen herkennen en ons gedrag daarop kunnen afstemmen, al dan niet ten goede van die intentie.68

Keuzestress Als het niet-bestaan van de vrije wil automatisch leidt tot het niet-bestaan van verantwoordelijkheid, keuzes en dus het niet-bestaan van keuzestress, leidt dan het bestaan van de vrije wil automatisch wel tot keuzestress? Het probleem van keuzestress is namelijk als er geen ‘directe’ beïnvloeding is die tot een keuze leidt. In werkelijkheid is het namelijk niet echt mogelijk om helemaal niet beïnvloed de supermarkt in te lopen, door bijvoorbeeld een documentaire over volle melk die je twee weken geleden hebt gezien, ben je toch beïnvloed. Maar nog wel vrij! Je kunt kiezen om al dan niet naar die beïnvloeding te luisteren. En dus kan keuzestress ontstaan, want wanneer zou je wel naar die documentaire moeten luisteren en wanneer niet? Hoe bepaal je welke informatie wel of niet relevant is om mee te nemen in het maken van je keuze? Er moet veel worden overwogen om een ‘goede’69 keuze te maken, waardoor stress kan ontstaan en dan spreken we over keuzestress.

66

Stephan Claes (2013). [Recensie van het boek Vrije wil is geen illusie. Hoe de hersenen ons vrijheid verschaffen, van H. Kolk]. Tijdschrift voor Psychiatrie, 55, 550–551. Geraadpleegd via http://bit.ly/2hET09G. 67 Sander Becker (2012, 21 april). De vrije wil bestaat weer. Of toch niet? Trouw. Geraadpleegd via http://bit.ly/2gK2t2K. 68 Stephan Claes (2013). 69 Goede is hier een relatief begrip, want een weloverwogen keuze hoeft niet per se een goede keuze te zijn.

25


4.4

Conclusie

Keuzestress is een bestaand verschijnsel70 en op het eerste gezicht lijkt het zo dat de vrije wil dan wel moet bestaan. Immers, als er sprake is van een vrije wil en een complexe keuze dan is er sprake van een bewust aansturingssysteem die informatie selecteert om een weloverwogen keuze te maken. In zo’n geval had ook iets anders gekozen kunnen worden. Het verantwoordelijkheidsgevoel speelt ook een grote rol bij het ervaren van keuzestress. Als de verkeerde keuze wordt gemaakt, is diegene verantwoordelijk. De keuze is een keuze uit vrije wil en stressvol. De vrije wil hoeft echter niet daadwerkelijk te bestaan om keuzestress te verklaren. Wetenschappers die beweren dat de vrije wil niet bestaat, geven toe dat ons brein wel laat denken dat we een vrije wil hebben. De illusie van de vrije wil. Doordat wij die illusie hebben, hebben we toch een verantwoordelijkheidsgevoel, waaruit weer keuzestress kan ontstaan. Of de vrije wil al dan niet bestaat lijkt niet erg relevant voor het ervaren van keuzestress. Zolang de mens dÊnkt dat hij een vrije wil heeft, kan hij keuzestress ervaren. Het idee van de vrije wil is dus wel een vereiste voor het ervaren van keuzestress. Wat keuzestress zegt over de mens in het algemeen is dus dat de mens een (idee van) vrije wil heeft. Of de mens daadwerkelijk een vrije wil heeft of niet, durven wij in dit PWS geen uitspraak over te doen, daar komt bij dat ons PWS zich niet richt op de vrije wil of de illusie daarvan, maar op de keuzestress die daaruit voortvloeit.

70

Dat keuzestress een bestaand verschijnsel is, gaan we in dit voor het gemak PWS van uit. Het is ook zeer aannemelijk om te geloven dat dit zo is, vanwege de vele onderzoeken die eraan gewijd zijn en mensen ervaren het.

26


5 Omgaan met keuze(stress) Hoe wordt met keuzestress omgegaan en waarop wordt de keuze uiteindelijk gebaseerd? Dit hoofdstuk wordt ingeleid met een drietal mogelijkheden om keuzestress te voorkomen. Daarna bespreken we welke sociale factoren invloed hebben gehad op de door jou gemaakte keuze. Vervolgens maken we een onderscheid tussen verschillende leeftijdscategorieën en daarbij maken we duidelijk wat per categorie belangrijke factoren zijn bij het maken van een studiekeuze of vervolgopleiding. Ten slotte maken we duidelijk hoe een keuze door middel van rationeel-cognitieve oriëntatie gemaakt kan worden en wat de kritiek op dit model is.

5.1

Voorkomen van stress door: niet kiezen, sociale steun, logisch kiezen

De onderzoekers van Doorn, de Koster en Verheul stellen dat mensen keuzestress bij het maken van alledaagse keuzes op drie manieren proberen op te lossen en dus te verminderen71. Ze hebben voor hun onderzoek 30 studenten van creatieve hbo- en WO- studies geïnterviewd over allerlei aspecten van het begrip keuzestress. In dit onderzoek gingen ze ook breed in op de vraag of keuzestress als last ervaren kan worden, wat in hoofdstuk 6 aan bod komt. Uit het onderzoek concluderen ze, zoals hierboven vermeld, dat studenten op drie manieren met keuzestress om kunnen gaan, namelijk: 1) Kiezen om niet te kiezen. Dit houdt in dat je maar wat kiest zonder echt over de keuze na te denken om keuzestress te vermijden. Dat kan bijvoorbeeld gelden wanneer je een telefoonprovider kiest. Er zijn zoveel opties en na het afwegen van voor en nadelen is het nog steeds lastig om een goed overwogen keuze te maken door de kleine verschillen tussen de providers. Om het jezelf gemakkelijk te maken en zo min mogelijk stress te ervaren kan je kiezen om maar gewoon één ‘blind’ aan te wijzen. 2) Sociale steun. Dit houdt in dat bij het maken van een keuze sociale hulpbronnen ingeschakeld worden om de keuze gemakkelijker te kunnen maken. Voorbeelden van deze hulpbronnen zijn vrienden en familie, maar ook van mensen die hun ervaringen delen op het internet. Wanneer de keuze belangrijker is, wordt sociale steun ook belangrijker. Soms heb je ervaringen van anderen nodig, bijvoorbeeld over de keuze van een bepaalde studie, om zelf een keuze voor iets te kunnen maken. De onderzoekers Aarts, Muijres en van de Wijngaert hebben een literatuurstudie gedaan over de invloed van sociale druk en het inschakelen van sociale steun bij het maken van een keuze. In deze studie stellen ze vast dat het menselijk gedrag vaak beïnvloed wordt door de interactie met andere mensen. Toch benoemen ze wel dat we uiteindelijk zelf de keuze maken72. 3) Logische keuze. Hier gaat het om je leefstijl, de manier waarop je in het leven staat, wat erg bepalend is voor hoe je omgaat met het maken van keuzes. Wanneer je trouw bent aan jezelf, maak je een keuze die past bij je eigen identiteit en baseer je je dus niet compleet op wat anderen vinden. Zo kun je een passende, logische keuze maken. Als je trouw blijft aan jezelf, is het maken van een keuze een stuk minder ingewikkeld en zal je dus ook minder

71

Sebastiaan van Doorn, Willem de Koster & Jochem Verheul (2007). Keuzestress!?: Over de sociale inbedding van individuele keuzes. (Onderzoeksnotitie) in Sociologie no 3 2007: 400-409. 72 Noelle Aarts, Wieke Muijres & Lidwien van de Wijngaert (2014). Kiezen doe je niet alleen: een literatuurstudie naar de rol van de sociale context bij studiekeuze onder jongeren. Afstudeerscriptie Universiteit Twente, p. 15.

27


keuzestress ervaren. Wanneer je iets moet kiezen wat echt bij jou past, vallen ontzettend veel keuzes af en zal er uiteindelijk een goede keuze overblijven73.

5.2

De invloed van sociale factoren bij het maken van een keuze

In deze paragraaf gaan we verder in op de verschillende sociale factoren die invloed uitoefenen bij het maken van je keuze, met name je studiekeuze. De rol van vrienden en klasgenoten Uit het onderzoek van YoungWorks74 komt naar voren dat jongeren zelf beweren dat vrienden weinig tot geen invloed hebben op hun keuze voor een vervolgstudie of een studieprofiel. Wat opvallend is, is dat wetenschappelijk onderzoek aantoont dat dit wel het geval is. Voorbeelden zijn de onderzoekers Duriezz, Giletta, Kuppens en Vansteenkiste die aantonen dat ambities op het gebied van werk en school ‘besmettelijk’ zijn.75 Zo zijn er nog tientallen onderzoeken te noemen die aantonen dat vrienden en klasgenoten weldegelijk invloed hebben bij het maken van een keuze. Veenstra en Dijkstra omschrijven in hun onderzoek een theoretische verklaring bij dit fenomeen.76 Zij zien de dynamiek tussen 1) het kiezen voor elkaar en 2) het beïnvloeden van elkaar. Kinderen kiezen op hele jonge leeftijd hun vriendjes al uit op basis van overeenkomsten, net als wanneer we op latere leeftijd een voorkeur blijven houden voor mensen die veel op onszelf lijken. Wanneer je gaat kijken naar de studiekeuze van jongeren, valt het op dat jongeren vaak binnen dezelfde faculteiten als hun vrienden een studie gaan kiezen. Hierbij kunnen ze elkaar versterken en bevestigen in de keuze die ze gemaakt hebben. Om de theorie in één zin vast te leggen, kom je uit bij deze bewering: mensen die op elkaar lijken, zoeken elkaar op en mensen die elkaar opzoeken, gaan op elkaar lijken.77 De rol van ouders Ook ouders zijn van belangrijke waarde bij het studiekeuzeproces van hun kind. Uit het onderzoek van Klaassen, Vreugdenhil en Boonk van de Radboud Universiteit blijkt dat het beroep en de opleiding van ouders een grote invloed heeft op de beroepskeuze van hun kinderen.78 Over het algemeen wordt de rol van ouders dus als zeer belangrijk bestempeld in het keuzeproces van een kind. Het onderzoek van YoungWorks toont aan dat jongeren hun ouders vaak zien als een erg belangrijke en betrouwbare bron, omdat ze het gevoel hebben dat hun ouders kritisch kunnen zijn omdat ze hun kind goed kennen. Bijna alle jongeren die deelnamen aan het onderzoek, gaven aan dat de mening van hun ouders wel belangrijk is, maar niet de doorslag geeft. Kiezen doen ze vooral zelf.

73

Kiezen op basis van wat bij je past en daardoor minder keuzestress ervaren, wordt in bijna alle nietwetenschappelijke stukken genoemd. Het baseren van je keuze op jouw persoonlijkheid wordt als een van de belangrijkste tips gezien. 74 YoungWorks (2007). Zeven werelden van bèta en techniek: Jongeren en de beleving van de zeven bètawerelden. Geraadpleegd via Platform bèta techniek, p. 16. 75 Bart Duriezz, Mattheo Giletta, Peter Kuppens & Maarten Vansteenkiste (2013). Extrinsic relative to intrinsic goal pursuits and peer dynamics: Selection and influence processes among adolescents. Journal of Adolescence (36) 925–933. 76 René Veenstra & Jan Kornelis Dijkstra (2011). Transformations in Adolecent Peer Network, p. 17-20. 77 Aarts, Muijres & Wijngaert (2014), p. 8-11. 78 Cees Klaassen, Berber Vreugdenhil & Lisa Boonk (2011). Ouders en de loopbaanoriëntatie van hun kinderen. Kortlopend onderwijsonderzoek Radboud Universiteit, p. 51-54.

28


De rol van de school De meningen over de invloed van school bij studie- en profielkeuzes zijn verschillend. Aan de ene kant komen leerlingen op school direct in aanraking met hun studiekeuze door bijvoorbeeld een LOBdossier, gastlessen waarin verschillende beroepen verduidelijkt worden en inspirerende docenten die verhalen delen over hun studententijd. Ook zorgt de decaan op school ervoor dat je weet wanneer er open dagen zijn en is bereid om een gesprek met je aan te gaan.79 Aan de andere kant blijkt uit het onderzoek van YoungWorks dat de activiteiten die scholen aanbieden vaak beperkt zijn en soms niet eens nuttig voor scholieren. In het resultatenhoofdstuk van dit PWS wordt duidelijk gemaakt hoeveel leerlingen hulp hebben ervaren van school bij het kiezen van een studie. Dit geld tevens voor andere sociale hulpbronnen. De rol van het internet Het internet is op het gebied van profielkeuze een zeer rijke bron van informatie. Je hebt de mogelijkheid om profielkeuzetests te maken, verhalen te lezen van studenten en nog veel meer. Jongeren benoemen dat ze vooral in de oriëntatiefase veel gebruik maken van de informatie die te vinden is op het World Wide Web, volgens het onderzoek van YoungWorks.

5.3

Onderscheid in leeftijdsfases bij het studiekeuzeproces

YoungWorks heeft een onderzoek gedaan naar profiel-, studie- en beroepskeuzes van jongeren en het keuzeproces dat daarbij komt kijken.80 Zij maken duidelijk hoe jongeren nadenken over hun toekomst en maken daarbij onderscheid tussen verschillende levensfases. Dit is een interessante toevoeging in dit PWS, omdat het aangeeft waarop jongeren hun studiekeuze op baseren. Het keuzeproces van jongeren wordt gekenmerkt door een belangrijke factor, namelijk dat ze het maken van keuzes aan hun mogelijkheden voor te toekomst kunnen linken. Op dit gebied zijn er verschillen te merken per leeftijdscategorie. 1) ‘Wat wil ik’-fase. De eerste groep die aan bod komt, zijn basisschoolleerlingen die op een onbevangen manier over de toekomst praten. Ze zien (nog) geen beperkingen of onmogelijkheden. Wanneer je een leerling van de basisschool zou vragen wat ze later willen worden, ‘kiezen’ ze vaak voor iets wat hen spannend of leuk lijkt. De basisvraag die zij zichzelf stellen is: ‘wat wil ik?’ Basisschoolleerlingen willen vaak een welbekend en ‘belangrijk’ beroep waar ze (en anderen) bewondering voor hebben. 2) ‘Wat kan ik’-fase. Vanaf ongeveer een jaar of 12 krijgen jongeren een steeds concreter beeld van de toekomstmogelijkheden die ze hebben en de consequenties die kunnen volgen na hun keuze. De jongeren worden steeds bewuster van hun eigen beperkingen en ze kunnen daardoor realistischer over hun toekomst praten. Ze zijn nu vooral op zoek naar zekerheid en de basisvraag die ze zichzelf nu stellen is: ‘wat kan ik?’. Het is erg belangrijk om leerlingen in deze fase goed te informeren over hun profiel- en studiekeuze en wat voor effect het gaat hebben op hun toekomst. 3) ‘Wie ben ik’-fase. Wanneer de leerlingen moeten gaan kiezen voor een vervolgopleiding op de middelbare school, zitten ze in een levensfase waarin hun identiteit meer vorm krijgt. Een belangrijke vraag wordt dan: ‘wie ben ik?’, ze gaan zichzelf afvragen wat bij hun karakter past. In deze fase, die ongeveer ingaat vanaf het zestiende levensjaar, is het erg belangrijk om jongeren bevestiging te geven voor de keuze die ze gemaakt hebben of gaan maken. Ze 79

Dit is de wijze waarop het loopbaanoriëntatieprogramma op CSG Bogerman geregeld is. YoungWorks (2007). Zeven werelden van bèta en techniek: Jongeren en de beleving van de zeven bètawerelden. Geraadpleegd via Platform bèta techniek. 80

29


willen graag het gevoel hebben dat de opleiding bij hun persoonlijkheid past en dat de studenten die de opleiding al volgen hun type mensen zijn. Succesverhalen over bepaalde banen of opleidingen kunnen jongeren ook bevestigen in hun keuze.81

Wat wil ik? 8-12 jaar Inspireren - Algemene beeldvorming. - Ervaringen. - Interactie.

Wat kan ik? 12-16 jaar Informeren - Informatie. - Uitproberen. - Verbanden. - Vaardigheden & persoonlijkheid.

Wie ben ik? 16-18 jaar Bevestigen - Voorbeelden. - Resultaten. - Persoonlijkheid.

Bron: YoungWorks (2007).

5.4 Uitgebreide (rationele) oriëntatie als manier om een goede keuze te maken In deze paragraaf beschrijven we hoe men door middel van een rationeel-cognitieve oriëntatie op een weloverwogen keuze kan komen, maar beschrijft ook de kritiek op dit keuzemodel. Een belangrijk gedeelte van het onderzoek naar profiel-, studie- en beroepskeuzes van jongeren is het begrip ‘rationeel-cognitieve oriëntatie’. Door goed te redeneren en na te denken zouden jongeren, op basis van goede en betrouwbare informatie over vervolgstudies, profielen en beroepen, in staat zijn om tot een goede en verantwoorde keuze te komen.82 De auteurs Tiemeijer, Thomas en Prast beschrijven in een verkenning van de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid dat wij vaak denken dat wanneer we beschikking hebben over voldoende informatie over een bepaald onderwerp, we de beste keuze kunnen maken die goed aansluit op onze voorkeur.83 Deze gedachte komt voort uit het rationele keuzemodel: wanneer mensen goed geïnformeerd zijn over het desbetreffende onderwerp, maken ze verantwoorde keuzes.84 De rationele keuzetheorie gaat uit van de volgende aannames:85 1) Het primaat van de eigen opbrengsten. Dit houdt in dat je bij het maken van een beslissing je eigenbelang voorop stelt. Je maakt een beslissing dan op basis van de gevolgen van die keuze voor de eigen opbrengsten. Je zorgt er dus voor dat je geen negatieve gevolgen ondervindt van jouw keuze. De vragen die je hierbij aan jezelf stelt zijn bijvoorbeeld: ‘Wat kost het mij?’ en ‘Wat levert het mij op?’. 2) Maximalisatie. Maximalisatie wil zeggen dat mensen altijd streven naar het maximale en dus het beste resultaat. Ze maken dan de keuze waarvan het verwachte resultaat maximaal is. 81

YoungWorks (2007), p. 10-11. Aarts, Muijres & Wijngaert (2014), p. 12. 83 Will Tiemeijer, Casper Thomas & Henriëtte Prast (2009). De menselijke beslisser: over de psychologie van keuze en gedrag. Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, p. 13-14. 84 Icek Ajzen (1991). The theory of planned behaviour. Organizational Behaviour and Human Decision Processes (50) 179-211. 85 Tiemeijer, Thomas & Prast (2009), p. 25-42. 82

30


3) Maximaal gebruik van informatie. Zoals we al eerder genoemd hebben, gaan we er vanuit dat wanneer we gebruik kunnen maken van zoveel mogelijk informatie, we een goed doordachte beslissing kunnen maken. 4) Perfect incalculeren van onzekerheid. Dit houdt in dat mensen niet graag voor het onzekere kiezen. Mensen laten opties waarvan de opbrengsten en kosten zeker zijn, veel zwaarder wegen dan de opties met onzekere opbrengsten en kosten. Men zal dus veel sneller voor de keuze gaan waar veel duidelijkheid over is. 5) Rationeel verdisconteren86 van de toekomst. Dit wil zeggen dat men bij de afweging tussen opbrengsten op korte termijn en opbrengsten op lange termijn, vaak kiest voor de opbrengsten op korte termijn. Zelfs wanneer de opbrengsten op korte termijn minder groot zijn dan die op lange termijn, kiest met voor de korte termijn. Wanneer men voor de keuze staat om nu 100 euro te krijgen of over een maand 110 euro, zal men het snelste kiezen voor de 100 euro. 6) Stabiele voorkeuren. Een voorkeur voor een keuzeoptie wordt door dit model als zeer stabiel gezien. Wat wil zeggen dat mensen niet zomaar optie b hoger zal waarderen dan optie a als de dag ervoor optie a het meest gewaardeerd was. Door een beslissing anders te presenteren, zal je voorkeur dus niet van de hak op de tak veranderen. 7) Emoties. Volgens dit model spelen emoties geen rol bij het maken van beslissingen. Beslissingen worden geheel objectief gemaakt op basis van een inschatting van de te verwachten opbrengsten en kosten. Volgens Tiemeijer, Thomas en Prast zitten er veel onzuiverheden in het rationele keuzemodel. Er wordt, volgens hen, zelden voldaan aan deze voorwaarden voor het maken van een rationele keuze. Ze vermelden, tegen het model in, dat voorkeuren juist wel met de tijd kunnen wisselen en dat de cognitieve vaardigheden om het maken van een keuze beperkt zijn. Emoties spelen volgens hen wel een rol bij het maken van een keuze. Mensen hebben regelmatig ook een gebrek aan wilskracht om de geplande keuzes uit te kunnen voeren. Ook worden veel keuzes vaak onbewust gemaakt, waarbij er dus geen rationele-cognitieve oriĂŤntatie plaatsvindt.

5.5

Advies van de decaan tegen keuzestress

De decaan Baukje Koehoorn heeft ook een aantal tips genoemd tegen studiekeuzestress en heeft kort weergegeven hoe leerlingen op verschillende manieren om kunnen gaan met studiekeuzestress. De eerste tip van Koehoorn luidt dat je moet beseffen dat je niet de enige bent. Iedereen van dezelfde jaarlaag moet net als jij bijna een keuze maken voor hun vervolgstudie. Het gevoel dat je er niet alleen voor staat kan geruststellend werken en de stress verminderen. Wat de decaan ook duidelijk benoemt is dat er geen foute keuzes bestaan. Je leert van elke keuze. Als je met deze instelling een keuze moet gaan maken, kan de druk aanzienlijk afnemen. Ze zegt dat het soms juist heel goed is om gewoon ergens aan te beginnen en daar dat te ontdekken hoe je verder wilt gaan. Er zijn zoveel opties, ook nadat je je keuze voor je studie gemaakt hebt. Je kan altijd nog extra cursussen, trainingen en uiteindelijk een master gaan volgen. Of je komt bij een baan terecht waarbij mensen je opties aanbieden om verder te leren en nieuwe dingen te ontdekken. Een andere tip, wat tevens een aanbeveling voor CSG Bogerman is (zie bladzijde 48 ), is dat je zo vroeg mogelijk moet beginnen met je loopbaanoriĂŤntatie. Het liefst ziet de decaan dit al 86

Verdisconteren betekent mee laten tellen. (Van Dale Woordenboek, 2016. Geraadpleegd via http://bit.ly/2gIplel).

31


spelenderwijs in de eerste klas geïntroduceerd worden. Het hoeft dan helemaal niet meteen heel groot te zijn en het betekent ook zeker niet dat je in de eerste klas al helder moet hebben wat je later wilt gaan doen. Wel kan je doormiddel van oefeningen erachter komen wie jij zelf bent en wat bij je past. Ook vindt ze het belangrijk dat je er bewust van wordt dat je elke dag altijd keuzes maakt, zoals bijvoorbeeld een kledingkeuze. Dit is erg belangrijk, omdat je er zo achter kan komen op welke manier jij een keuze maakt, wat zeer nuttig kan zijn bij je studiekeuzeproces. Ook kan, wanneer je al bijna je keuze moet maken, het maken van een actieplan erg helpen. Zo heb je het voor jezelf duidelijk wat je allemaal gaat doen en kom je in actie. Koehoorn vindt het erg belangrijk dat je zelf dingen ontdekt en zelf open dagen bezoekt, in plaats van er alleen maar over te praten. Je moet het echt hebben ervaren voordat je een goede keuze kan maken. Dit betekent dat je niet alleen af moet gaan op wat je omgeving zegt, maar dat je zelf moet ontdekken wat jij leuk vindt en wat bij jou past. De laatste tip die de decaan graag mee wil geven is dat je zelf op tijd moet gaan beginnen met het complete studiekeuzeproces. Je moet leren hoe je informatie kan verzamelen en hoe je netwerken kan gebruiken. Probeer steeds opnieuw afwegingen te maken. Dit is een belangrijke basis van de rest van je leven, want deze technieken zal je altijd nodig hebben. De decaan ziet verschillende manieren waarop leerlingen hun keuzestress uiten, dit zijn ‘bevriezen’, ‘verzetten’ en ‘vluchten’. Voor verdere uitleg zie hoofdstuk 6, paragraaf 6.4, blz. 36. Koehoorn noemt een aantal verschillende manieren waarop leerlingen omgaan met studiekeuzestress. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld weglopen van hun keuze, wat ze ‘bevriezen’ noemt. Dit ziet Baukje als een groot probleem. Wat volgens haar geen probleem is, zijn leerlingen die kiezen om een tussenjaar te gaan volgen om in het tussenjaar te kunnen onderzoeken wat ze willen. Ze noemt dit zelfs een hele goede beslissing. Ook zijn er leerlingen die zich verzetten tegen de keuze en het daarbij uitstellen tot het allerlaatste moment. Dit kan een groot probleem zijn, want daardoor voer je de keuzestress alleen maar op. Het verschilt erg per leerling of ze een keuze maken op basis van gevoel of rationele overwegingen.87

87

B. Koehoorn, persoonlijke communicatie, 13 december 2016.

32


6 Keuzestress als last In hoeverre wordt keuzestress als een last ervaren? In hoofdstuk 6 wordt de vraag: ‘In hoeverre wordt keuzestress als een last ervaren?’ behandeld. We maken een onderscheid tussen keuzestress ervaren en daar last van hebben en we proberen een definitie te geven aan het woordje ‘last’ in de context van dit PWS. Daarnaast maken we gebruik van bronnenonderzoek waarbij we onderzoeken hoezeer in het algemeen keuzestress, niet alleen studiekeuzestress, als een last wordt ervaren. Aan het eind van dit hoofdstuk is duidelijk in hoeverre keuzestress als een last wordt ervaren.

6.1

Wanneer ‘last’ van keuzestress

Over het algemeen wordt het woord last gebruikt met de volgende betekenis: iets wat een mens hindert.88 Onze definitie van last van keuzestress willen we uitgebreider maken dan deze betekenis. Keuzestress ervaren en er last van hebben zijn twee verschillende zaken. Iemand kan keuzestress ervaren tijdens het maken van een keuze, maar dan hoeft diegene daar nog geen last van te hebben. De last komt pas als iemand de keuze niet durft te maken, continue druk voelt om de keuze te maken of de keuzestress nog ervaart tijdens alledaagse bezigheden waarbij het maken van de keuze totaal niet relevant is (het blijft door je hoofd spoken). Een leerling kan keuzestress ervaren bij het maken van een studiekeuze; bijvoorbeeld geschiedenis of sociologie, of in Groningen of in Utrecht? Geschiedenis en sociologie hebben beide grote voordelen en kleine nadelen, dus de keuzestress is zeker aanwezig bij deze leerling, maar hij hoeft deze keuzestress niet als last te ervaren. Als deze stress zich alleen uit tijdens gesprekken over zijn studiekeuze of op een open dag van de universiteit, zal de leerling de keuzestress niet als een last ervaren. Pas als deze leerling bijvoorbeeld niet meer kan slapen of tijdens het tv kijken ineens een angstaanval krijgt, omdat hij niet weet wat hij moet kiezen, spreken we van last van keuzestress. Overigens is het al genoeg om van last te spreken als de gedachten over de keuze en de bijkomende voor- en nadelen bij deze leerling door het hoofd blijven spoken bij alledaagse bezigheden. Er is sprake van last van keuzestress, volgens ons, als bij iemand de keuze continu door het hoofd blijft spoken, ook op momenten waar de keuze niet relevant is. Het is een lastig onderscheid, want de een ervaart iets sneller als last dan de ander. Dat wil zeggen, de een zal als de keuze in zijn hoofd blijft spoken het niet als last ervaren en de ander zal op het moment dat de keuze een keer door zijn hoofd flitst gelijk enorme last ervaren van zijn keuzestress. Toch achten wij het nuttig om dit onderscheid te maken. En uit onze enquête blijkt, dat het onderscheid wel degelijk meetbaar is, zie daarvoor hoofdstuk 7.

88

Algemeen Nederlands woordenboek.

33


6.2 Psychologische problemen door keuzestress Afgelopen oktober verscheen in het NRC een artikel over psychologische problemen onder jongeren, gevoed door prestatiedruk en keuzestress. Zo’n 4 procent van de Nederlandse studenten heeft psychologische problemen en zo’n 2,1 procent wordt erdoor belemmerd. Keuzestress en prestatiedruk als belangrijke oorzaak van deze psychologische problemen.89 In dit artikel wordt dus een onderscheid gemaakt tussen het hebben/ervaren van psychologische problemen en het daar last van hebben/daardoor belemmerd worden. Hoogleraar Innovaties in de Geestelijke Gezondheidszorg aan de Universiteit Maastricht Philippe Delespaul ziet ook dat keuzestress een oorzaak is voor psychologische problemen onder jongeren. Hij stelt, in een artikel in het AD, dat iedereen een bepaalde kwetsbaarheid voor psychologische problemen heeft. Stress verergert die kwetsbaarheid. Als er meer keuzes te maken zijn, is er sprake van meer keuzestress en dus komen psychologische problemen eerder tot uiting. Het aantal kinderen tot 18 jaar dat psychische hulp kreeg, is sinds 2009 jaarlijks met gemiddeld 8,5 procent gestegen. Vooral in de leeftijdscategorie van 16 tot en met 18 jaar hebben jongeren psychische hulp (nodig).90Dat is precies de leeftijdscategorie waarin jongeren hun studiekeuze moeten maken. In beide artikelen wordt ook gesproken over dat de behoefte aan psychische hulp onder jongeren toeneemt, maar dat aan deze vraag niet kan worden voldaan. Studentenpsychologen stellen in een onderzoek van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) dat er een tekort is een psychologen voor studenten in het hoger onderwijs, vooral bij hogescholen.91 Ook de directeur van de vereniging voor psychologen (NVVP), Judith Veenendaal, vreest dat veel jongeren geen psychologische hulp meer krijgen, vanwege bezuinigingen van het kabinet op de geestelijke gezondheidszorg.92 Dit staat verder los van de vraag die in dit hoofdstuk wordt behandeld, maar het is wel opvallend, zeker vanwege het feit dat het ene artikel (AD) drie jaar terug geschreven is. Het probleem is na drie jaar dus nog niet opgelost. Het is in elk geval te concluderen dat wanneer jongeren of studenten psychologische problemen ervaren door keuzestress (i.c.m. prestatiedruk) dat ze problemen ondervinden van die keuzestress en er dus last van hebben.

6.3

In welke mate last van keuzestress - onderzoek

Afgelopen maart verscheen een onderzoek over (keuze)stress en burn-out uitgevoerd onder het 1V jongerenpanel, onderdeel van EenVandaag.93 Aan dit onderzoek deden 1899 jongeren tussen de 12 en 24 jaar mee, waarvan 723 middelbare scholieren. In dit onderzoek is keuzestress gedefinieerd als spanning hebben, het gevoel dat je de situatie niet meer aankunt, omdat je twijfels hebt over je toekomstige keuzes. Bijvoorbeeld niet weten welk profiel je moet kiezen of wat je moet studeren.

89

Maarten Huygen (2016, 20 oktober). Studenten lijden onder keuzestress en prestatiedruk. NRC. Geraadpleegd via http://bit.ly/2eBO0D5. 90 Anouk Mentink (2013, 30 september). Jongeren ziek van keuzestress. Algemeen Dagblad. Geraadpleegd via http://bit.ly/2hmqXhz. 91 Huygen (2016). 92 Mentink (2013). 93 van Mossevelde (2016).

34


De 1899 jongeren die meededen met het onderzoek kregen onder andere de volgende vraag voorgeschoteld: In welke mate heb jij last van keuzestress? De resultaten van deze vraag zijn hieronder te zien in percentages.

Bron: Eva van der Mossevelde (2016) Meiden ervaren keuzestress aanzienlijk meer als last dan jongens. Scholieren ervaren keuzestress ook iets meer als last dan alle jongeren bij elkaar genomen. Dat meiden het meer als last ervaren is wellicht te verklaren met dat meiden meer stressgevoelig zijn.94 Dat scholieren keuzestress iets meer als last ervaren dan alle jongeren bij elkaar genomen is wellicht te verklaren met het feit dat zij hun studiekeuze nog moeten maken: een enorme factor in het ervaren van keuzestress.95 Uit deze resultaten is te concluderen dat de meeste jongeren wel wat last ervaren van keuzestress, maar niet zo veel. Meisjes wel meer dan jongens en scholieren weer meer dan alle jongeren bij elkaar genomen. Wat houdt die last dan precies in? In het onderzoek wordt gesproken over gevolgen van stress. Aangezien het rijtje aan gevolgen waaruit de jongeren konden kiezen allemaal dusdanig als last kunnen worden gezien, zien we in dit onderzoek de gevolgen van stress als hetzelfde als de last ervan. De vraag die erbij hoort, die de 1899 jongeren van het 1V Jongerenpanel kregen voorgeschoteld is: Welke gevolgen heeft stress voor jou?96

94

Esther Bouma (2010, 26 mei). Opgroeiende meisjes stressgevoeliger dan jongens. Geraadpleegd op 13 december 2016 via http://bit.ly/2hwHldl. 95 Zie voor uitleg hierover hoofdstuk 2, paragraaf 2.1. 96 Dit onderzoek van EenVandaag hield zich niet alleen bezig met keuzestress, maar ook met stress in het algemeen. Aangezien de gevolgen van stress, oftewel lasten, relevanten zijn voor ons onderzoek maken we gebruik van deze vraag, ondanks dat de vraag over stress gaat en niet alleen keuzestress.

35


Bron: Eva van der Mossevelde (2016) Vermoeidheid, concentratieproblemen, chagrijnige gevoelens / sneller prikkelbaar en piekeren zijn onder de helft van de jongeren aanwezig als gevolgen van stress.97 Dit zijn best heftige gevolgen, die in ieder geval als hevige last ervaren kunnen worden. Ze vormen een hinder, zoals slapeloosheid, maar ook blijft de keuze door je hoofd spoken bij deze gevolgen van keuzestress, zoals piekeren. Dit zijn natuurlijk wel de resultaten van de gevolgen van stress in het algemeen en niet keuzestress, maar aangezien keuzestress wel weer een onderdeel is van stress in het algemeen, kunnen we concluderen dat keuzestress als factor meespeelt voor het ervaren van deze gevolgen.

6.4

Ervaringen van de decaan

Onze decaan Baukje Koehoorn ziet lang niet alle examenleerlingen van het CSG Bogerman langskomen voor een gesprek, maar degene die zich aanmelden om over de studiekeuze te spreken, ervaren eigenlijk allemaal wel studiekeuzestress. De een heviger dan de ander, maar als er een leerling tegenover haar zit met tranen is die zeker niet de enige. De leerlingen die ze langs ziet komen, zijn meestal examenleerlingen, die ineens beseffen dat de studiekeuze wel erg dichtbij komt en dan in de stress schieten. Ook komen er leerlingen die geen enkele studie leuk vinden of die juist de veel studies leuk vinden. De keuzestress resulteert in een angst om de knoop door te hakken en een studie te kiezen. Ze ervaren druk (zeker na het wegvallen van studiefinanciering vanaf studiejaar 2015-201698) om in een keer de juiste keuze te maken. Uit angst om verkeerd te kiezen, kiezen ze niet. Dit noemt zij bevriezen. Een andere manier van de uiting van keuzestress, volgens de decaan, is het vluchten voor de keuze, het steeds voor je uitschuiven van de studiekeuze. Dit kan zijn, omdat je vindt dat je wel betere dingen te doen hebt. Dan zijn er nog de leerlingen die vechten, die verzetten zich tegen de keuze. “Ik heb toch nog een paar maanden? Eerst de examens maar!�, is een veelgebruikt argument van deze leerlingen. Deze leerlingen ervaren nog geen keuzestress, maar als het bijna 1 mei, de aanmeldingsdatum voor een studie, zullen ze het waarschijnlijk wel ervaren en

97

van Mossevelde (2016). Nibud (2015, 1 september). Verandering studiefinanciering 2015. Geraadpleegd op 13 december 2016 via http://bit.ly/2htavwG. 98

36


dan enorme stress ervaren. Dit hoeft natuurlijk niet, maar dit is een situatie die de decaan wel ziet gebeuren. De laatste twee categorieĂŤn leerlingen melden zich ook niet vaak bij de decaan, ze vluchten voor de keuze of ze verzetten zich en dan gaan ze echt niet naar de decaan. Over deze leerlingen kan ze niet zoveel zeggen, maar de leerlingen die bij haar langskomen, ervaren over het algemeen enorme keuzestress en voelen dit ook als last en dit zich vooral in angst om te kiezen.99

6.5

Conclusie

Niet alle jongeren ervaren keuzestress als een enorme last, toch valt te zeggen dat als er al gevoelens van last door keuzestress zijn, dat deze vaak ook erg vervelend zijn. Vermoeidheid, piekeren, concentratieproblemen etc. zijn erg vervelend en zeker een last. Keuzestress (i.c.m. prestatiedruk) zorgen zelfs voor psychologische problemen onder jongeren. Dit is ook zeker als last aan te duiden. Als door keuzestress, leerlingen hun studiekeuze niet durven te maken, is dit ook een enorme last. Het blijft moeilijk precies te zeggen in hoeverre keuzestress als een last ervaren wordt, toch hebben we met behulp van onderzoeken daar een antwoord op proberen te geven.

99

B. Koehoorn, persoonlijke communicatie, 13 december 2016.

37


7 Resultaten Onze hoofdvraag is: In hoeverre ervaren examenleerlingen havo/vwo op het CSG Bogerman keuzestress en in het bijzonder studiekeuzestress? De deelvragen die we daarbij onderzoeken, zijn: 1) Wat is keuzestress? 2) Op welke verschillende gebieden wordt keuzestress ervaren? 3) Wat zijn de oorzaken van keuzestress en hoe draagt de veranderende maatschappij hieraan bij? 4) Wat zegt keuzestress over de mens in het algemeen? 5) Hoe wordt met keuzestress omgegaan en waarop wordt de keuze uiteindelijk gebaseerd? 6) In hoeverre wordt keuzestress als een last ervaren? Voor het beantwoorden van al deze deelvragen hebben we literatuurstudie gedaan en de decaan geïnterviewd. De resultaten daarvan zijn beschreven in de vorige hoofdstukken. Met behulp van het literatuuronderzoek hebben we een enquête100 opgesteld die een belangrijke bron is voor het beantwoorden van een aantal van onze deelvragen en onze hoofdvraag. In deze enquête staat het fenomeen studiekeuzestress centraal, maar er wordt ook ingegaan op keuzestress in het algemeen. We hebben de enquête onder 165 examenleerlingen101 van CSG Bogerman afgenomen. Van deze 165 leerlingen konden er 9 niet betrokken worden in dit onderzoek, omdat de enquête door deze leerlingen niet volledig ingevuld was. In dit resultatenhoofdstuk laten we de resultaten zien van de enquête aan de hand van een aantal van de deelvragen, namelijk 2, 3, 5 en 6. Eerst geven we een aantal inleidende vragen die bruikbaar zijn bij het beantwoorden van de hoofdvraag, maar niet in een deelvraag passen. De eerste vraag in onze enquête vraagt de examenleerlingen of ze al weten wat ze volgend jaar gaan studeren. Deze uitkomsten zijn niet relevant in onze deelvragen, maar wel interessant als weergave van de onderzochte groep. Weet je al wat je volgend jaar gaat studeren? Ja Nee Ik neem een tussenjaar Alles 78 72 7 Man 32 43 1 Vrouw 46* 29 6* VWO 29 17 5 Havo 49* 55 2* * Één persoon weet al welke studie zij gaat doen en neemt voor die tijd een tussenjaar. Van de 156 ondervraagde examenkandidaten is 51,3 procent vrouw en 48,7 procent man. 32,7 procent doet momenteel 6 vwo en 67,3 procent 5 havo. Uit de resultaten van de bovenstaande tabel blijkt dat er een evenwichtige verhouding is tussen de leerlingen die wel en de leerlingen die niet weten wat ze gaan studeren. Het is bijna half om half. Wat erg opvallend is, is dat 57,5 procent van de vrouwen al weet wat ze gaan studeren, terwijl dit bij 42,1 procent van de mannen geldt. 100 101

Zie bijlage 1 voor de gehele enquête. Examenleerlingen van de havo en het vwo.

38


We hebben een aanvullende vraag gesteld over de reden waarom de leerlingen die een tussenjaar nemen daarvoor kiezen. De leerlingen hebben meerdere antwoorden kunnen geven op deze vraag. Vier leerlingen geven aan dat ze een jaar willen werken en geld willen verdienen, één leerling wil een jaar ervaren hoe het is om geen school te hebben, drie andere leerlingen kunnen niet kiezen wat ze gaan studeren en de laatste vier leerlingen willen reizen. Zelf kaarten leerlingen nog aan dat ze bijvoorbeeld een nieuwe taal willen gaan leren, ervaring willen opdoen, moeten bijtanken en leren op zichzelf te wonen zonder vertrouwde mensen om hun heen. De vraag of de leerlingen keuzestress hebben ervaren bij het maken van hun keuze past niet bij een deelvraag, maar helpt ons wel bij het beantwoorden van de hoofdvraag. Daarom noemen we deze aan het begin van dit resultatenhoofdstuk. Hierbij combineren we de twee vragen: ‘Heb je keuzestress ervaren bij het maken van je keuze?’ en ‘Heb je keuzestress ervaren bij het maken van je keuze voor een tussenjaar?’ Heb je keuzestress ervaren bij het maken van je keuze? + Heb je keuzestress ervaren bij het maken van je keuze voor een tussenjaar? Ja, heel erg 10 Een beetje 30 Nee 50 Wat opvallend is, is dat het 55,6 procent van de examenleerlingen aangeeft geen keuzestress ervaren te hebben bij het maken van hun keuze. Slechts 10 leerlingen van de 90 geeft aan heel erg keuzestress gehad te hebben. Hierop doorbordurend hebben we de leerlingen die aangeven keuzestress te hebben ervaren de open vraag gesteld hoe de keuzestress zicht uitte. Leerlingen geven bijvoorbeeld aan dat ze snel emotioneel worden, snel chagrijnig zijn en last van eetbuien hebben. Er zijn zelfs leerlingen die slapeloze nachten hebben gehad als gevolg van keuzestress. Ook geven een aantal leerlingen aan dat ze zelfs last hebben van huilbuien wanneer ze keuzestress hebben.

39


7.1

Op welke verschillende gebieden wordt keuzestress ervaren?

In deze deelvraag beschrijven we de verschillende gebieden waar keuzestress in mindere of meerdere mate ervaren kan worden. De examenleerlingen hebben de vraag voorgeschoteld gekregen of ze een cijfer op schaal van 0 tot 10 konden geven voor de hoeveelheid aan keuzestress die ze ervaren per gebied.

Gemiddelde cijfer ervaring keuzestress per gebied n = 156

6 5 4 3 2 1 0

Eten

Kledingkeuze

Vrijetijdsbesteding

Geldbesteding

Alle

3,6

4,2

4

4,3

Man

3

2,9

3,3

3,6

Vrouw

4,2

5,4

4,5

4,9

Havo

3,4

4

3,9

4,5

VWO

4,1

4,5

4,1

3,8

Alle

Man

Vrouw

Havo

VWO

De cijfers die gegeven zijn bij deze vraag liepen zeer uiteen, waardoor de spreiding zeer groot is. Het is in de grafiek zeer duidelijk te zien dat de vrouwen op alle vragen het hoogste gemiddelde hebben gescoord. Ook blijkt uit de enquĂŞte dat vwo-leerlingen bij eten, kledingkeuze en vrijetijdsbesteding meer keuzestress ervaren dan havoleerlingen, maar op het gebied van geldbesteding scoren de havoleerlingen juist hoger. De hoogste score van deze enquĂŞte ligt bij de kledingkeuze van vrouwen, wat tegelijkertijd de laagste score van de mannen is. Op het gebied van geldbesteding wordt gemiddeld het meeste keuzestress ervaren.

40


7.2 Wat zijn de oorzaken van keuzestress en hoe draagt de veranderende maatschappij hieraan bij? In de enquĂŞte hebben we gezocht naar de oorzaken van keuzestress. De wijze waarop de veranderende maatschappij hieraan bijdraagt beantwoorden we alleen door middel van literatuurstudie. Een belangrijke oorzaak voor het gevoel van keuzestress is de angst om straks niet meer tevreden te zijn met je keuze. Daarom hebben we aan de leerlingen die al een studiekeuze gemaakt hebben, gevraagd in hoeverre zij bang zijn spijt te krijgen van hun keuze. Ben je bang dat je straks niet meer tevreden bent met je keuze? Ja 24 Nee 43 Daar heb ik nog niet over nagedacht 12 Uit deze gegevens blijkt dat 30,4 procent van de leerlingen weldegelijk bang is dat ze niet straks niet meer tevreden zijn met de door hun gemaakte studiekeuze. Daarentegen is het merendeel van de leerlingen niet bang en sommigen hebben er nog niet eens over nagedacht. Aan de leerlingen die nog geen keuze gemaakt hebben, hebben we de vraag gesteld hoe het komt dat ze nog geen keuze gemaakt hebben. De antwoorden kunnen mogelijke oorzaken van studiekeuzestress bij jongeren zijn.

Hoe komt het dat je nog geen keuze gemaakt hebt? n = 66 3%

3% Ik vind teveel leuk 27%

67%

Geen enkele studie spreekt mij aan Ik twijfel nog tussen een aantal studies Ik wil misschien een tussenjaar doen

De belangrijkste reden dat leerlingen nog geen keuze hebben gemaakt, is dat ze nog tussen een aantal studies twijfelen. Wat opvallend is, is dat een zeer grote groep leerlingen aangeeft dat geen enkele studie hun aanspreekt.

41


Naast deze mogelijke oorzaken van keuzestress, kunnen er nog andere factoren zijn die ervoor zorgen dat leerlingen nog geen keuze hebben kunnen maken. Bij de volgende vraag die we gesteld hebben, konden de examenleerlingen meerdere antwoorden geven.

Spelen er nog andere zaken een rol waardoor je nog geen keuze hebt gemaakt? n = 66

Nee 11%

20%

9%

Ik ben bang om de verkeerde keuze te maken Geldzaken

12%

2%

Mijn directe omgeving is het niet met mijn keuze eens

6%

40%

Kleine kans op een (goede) baan Studie is te ver weg

Het grootste deel van de leerlingen, maar liefst 40 procent, geeft aan dat ze nog geen keuze hebben gemaakt omdat ze bang zijn om de verkeerde keuze te maken. Een kleine 2 procent geeft aan dat hun directe omgeving het niet met hun keuze eens is.

42


7.3 Hoe wordt met keuzestress omgegaan en waarop wordt de keuze uiteindelijk gebaseerd? Deze deelvraag beschrijft hoe mensen met keuzestress om kunnen gaan en welke factoren van invloed zijn bij het maken van een keuze. Ook vermelden we in de deelvraag op welke manieren we uiteindelijk tot een keuze kunnen komen. In de enquête hebben we letterlijk de vragen: ‘Hoe ben je met keuzestress omgegaan?’ of ‘Hoe ga je met de keuzestress om?’ gesteld. Antwoorden die gegeven zijn op deze vraag zijn bijvoorbeeld: - “Denken dat het uiteindelijk wel goed komt.” - “Praten, veel praten met iemand die je kent maar je geen richting in drukt.” - “Lekker negeren.” - “Uitstellen van dingen.” - “Voordelen en nadelen op een rijtje zetten.” - “Terugkijken op ervaringen om goede afwegingen te kunnen maken.” - “Aan andere dingen denken.” Dit geeft aan dat leerlingen op hele verschillende manieren met keuzestress om kunnen gaan. Wat zeer belangrijk is voor het maken van een keuze is de invloed van sociale factoren. In de enquête stellen we de vraag aan de 89 die al een studiekeuze gemaakt hebben: ‘Wie heeft je geholpen bij het maken van de keuze?’ Bij deze vraag mochten de leerlingen meerdere antwoorden aankruisen.

Wie heeft je geholpen bij het maken van je keuze? n = 89

Niemand, helemaal zelf gedaan

6% 12%

29%

Hulp van school Hulp van ouders/familie

39%

14%

Hulp van vrienden Anders, namelijk...

Dit cirkeldiagram geeft aan dat bijna de helft van de leerlingen steun krijgt van ouders en/of familie bij het maken van hun studiekeuze. Een enkele 14 procent ervaart hulp van school bij het maken van hun keuze, wat erg opvallend is aangezien er op CSG Bogerman een LOB-programma bestaat die ertoe gericht is om leerlingen te helpen bij het maken van hun studiekeuze. 6 procent van de leerlingen heeft hier zelf nog toevoegingen bij gemaakt. De leerlingen noemen bijvoorbeeld dat ze

43


hulp hebben gekregen van de universiteiten bij het maken van hun keuze, bij bijvoorbeeld opendagen. Als laatste onderdeel van deze deelvraag gaan we in op hoe examenleerlingen van CSG Bogerman in het algemeen een keuze maken. Bij dit onderdeel mochten de leerlingen meerdere antwoorden aankruisen.

Hoe maak je in het algemeen een keuze? n = 156

120 100 80 60 40 20 0 Ik kies gewoon Ik vraag willekeurig vrienden/familie

Ik stel mijn Ik weeg voor- en keuze uit nadelen tegen elkaar af

Ik kies niet

Anders, namelijk…

Hieruit is duidelijk af te leiden dat de grootste groep van de examenleerlingen, maar liefst 112 personen, voor- en nadelen tegen elkaar afweegt bij het maken van een keuze. Ook krijgen veel leerlingen hulp van vrienden en/of familie bij het maken van een keuze, of vragen ze zelfs de keuze voor hun te maken. Het gaat hier om 61 leerlingen. De kleinste groep is de groep die niet kiest, wat maar drie leerlingen zijn. Vijftien leerlingen hebben hier nog een extra toevoeging bij gevoegd. Wat hier vaak naar voren komt, is dat ze kiezen op basis van gevoel en intuïtie. Er is ook een leerling die letterlijk zegt: ‘Ik hak de knoop door en ik zie wel’.

44


7.4

In hoeverre wordt keuzestress als een last ervaren?

Zoals de deelvraag al zegt, gaat dit hoofdstuk in op de vraag of mensen last ervaren bij het maken van hun keuze. In de enquĂŞte onderzoeken we of de leerlingen last ervaren bij het maken van hun studiekeuze. Bij deze vraag gaat het om de leerlingen die nog in het studiekeuzeproces zitten en dus nog geen keuze gemaakt hebben. De vraag die we hiervoor gesteld hebben, is dezelfde als die we aan het begin van dit resultatenhoofdstuk beschreven hebben, maar de antwoorden zijn anders. Ervaar je keuzestress bij het maken van je studiekeuze? Ja, ik heb er veel last van 13 Ja, maar ik ervaar het niet als last 28 Nee 25 Uit deze gegevens blijkt dat 19,7 procent van de leerlingen aangeeft keuzestress te ervaren bij het maken van hun studiekeuze en daar weldegelijk last van blijkt te hebben. Het grootste aantal leerlingen (42,4 procent) heeft wel keuzestress, maar ervaart dit niet als last. 37,9 procent van de leerlingen geeft aan geen keuzestress te ervaren bij het maken van hun studiekeuze.

45


Conclusie De hoofdvraag van dit onderzoek luidt: In hoeverre ervaren examenleerlingen havo en vwo op CSG Bogerman keuzestress en in het bijzonder studiekeuzestress? Deze vraag beantwoorden we aan de hand van een aantal onderzochte deelvragen. De definitie die wij hebben uitgekozen om te gebruiken in dit PWS is een vorm van stress als gevolg van complexiteit en diversiteit van de verschillende mogelijke keuzes die ontstaat op het moment dat iemand een keuze moet maken. Mensen kunnen op verschillende gebieden keuzestress ervaren: op het gebied van studiekeuze, kledingkeuze, tijdsbesteding, geldbesteding en je maaltijdkeuze. De leerlingen geven aan van de vier genoemde gebieden in onze enquête gemiddeld het meeste keuzestress te ervaren op het gebied van geldbesteding. Door de forse toename van keuzemogelijkheden in de afgelopen decennia neemt het aantal gevallen van keuzestress toe. Angst om straks niet meer tevreden te zijn met je keuze, sociale druk en het niet weten wie je eigenlijk bent en wat bij je past zijn oorzaken van deze keuzestress. Het idee over de vrije wil van de mens is een bepalende factor in het ervaren van keuzestress. Immers, als er sprake is van vrije wil (of als er een gevoel is van het bestaan van vrije wil) krijgt men een verantwoordelijkheidsgevoel. Dit kan tot keuzestress leiden, want als er een ‘verkeerde keuze’ is gemaakt is niemand schuldig, behalve men zelf. Sociale factoren, vooral ouders en/of familie, hebben een zeer grote invloed bij het maken van een keuze. Het is van de persoon afhankelijk of hij of zij kiest op basis van een rationeel-cognitieve oriëntatie of op basis van intuïtie en gevoel. De meeste leerlingen geven in de enquête aan dat ze kiezen door middel van het afwegen van voor- en nadelen. Ook hangt het zeer van de persoon af hoe ze met keuzestress omgaan. Door kiezen om niet te kiezen, hulp van sociale factoren en een keuze maken op basis van jouw persoonlijkheid kan je de keuze gemakkelijker maken en keuzestress voorkomen of verminderen. 19,7 procent van de examenleerlingen van CSG Bogerman die in hun studiekeuzeproces zitten, geven aan dat ze veel keuzestress hebben en daar ook veel last van hebben. Leerlingen merken bijvoorbeeld dat ze snel chagrijnig worden, last hebben van eetbuien en slapeloze nachten. Examenleerlingen van CSG Bogerman ervaren over het algemeen niet veel keuzestress bij het maken van hun studiekeuze. Echter zijn er wel gevallen van leerlingen die juist veel last hebben van keuzestress. Leerlingen geven niet veel keuzestress te ervaren op andere onderzochte gebieden. Hierbij nemen we deels onze hypothese aan, waarin we stelden dat de leerlingen in verschillende mate keuzestress ervaren op verschillende gebieden. Het onderzoek heeft aangetoond dat dit klopt. Daarentegen verwachtten we dat studiekeuzestress zeer duidelijk aanwezig is en ook als grote last wordt ervaren, dit blijkt echter niet helemaal het geval.

46


Discussie Bij het maken van dit profielwerkstuk hebben we een flink aantal problemen ondervonden. We hadden vaak moeite met het vinden van goede, wetenschappelijk onderbouwde bronnen voor ons literatuuronderzoek. Dit is niet zozeer een fout van ons, er is simpelweg relatief weinig over het onderwerp ‘keuzestress’ geschreven. Althans er zijn wel wat goede bronnen over het onderwerp te vinden, maar deze belichten vooral bepaalde aspecten. Deze aspecten kwamen uiteraard terug in dit PWS, maar we hebben ook andere aspecten erbij betrokken, waar minder over geschreven is. Met de hulp van onze begeleider D.J. Dekker hebben we toch over alle aspecten bronnen gevonden of we hebben bepaalde aspecten die we in eerste instantie wel wilde gebruiken weg moeten laten. Door onze onervarenheid bij het maken van enquêtes hebben we te weinig rekening gehouden met een aantal zaken. Allereerst waren de open vragen te onduidelijk en multi-interpretabel. Dit zijn de vragen 2.5, 2.6, 3.5, 3.6, 4.5 en 4.6 van de enquête. (Zie bijlage 1). Deze vragen zijn: Hoe uit(te) de keuzestress zich? en Hoe ben je met de keuzestress omgegaan? /Hoe ga je met de keuzestress om? Niet alle leerlingen begrepen deze vragen goed. Bij de vragen 2.5, 3.5 en 4.5 gaven sommige leerlingen antwoorden als “De inschrijvingsdatum komt dichtbij en ik weet nog niet wat ik wil.” of “Het gaat wel over je toekomst, dus dat levert stress op.” Bij de vragen 2.6, 3.6 en 4.6 gaven sommige leerlingen antwoorden in de richting van hoe ze uiteindelijk hun studiekeuze (gaan) maken in plaats van hoe ze met de keuzestress omgaan. Dit resulteerde in veel onbruikbare antwoorden, dat was jammer voor ons onderzoek. Voor ons is het dus nuttig om te weten dat we een eventuele volgende keer de vragen goed inperken en duidelijk stellen, zodat de leerlingen (of andere enquête-invullers) de vragen snappen en goed antwoord kunnen geven. Daarnaast hebben te weinig rekening gehouden met het feit dat er een verschil is tussen keuzestress ervaren en daar last van hebben. Dit onderscheid hebben we wel in de deelvragen verwerkt, maar op het moment dat we de enquête afnamen waren we bij deze deelvragen nog niet aangekomen. Daardoor konden we dit onderscheid ook niet helemaal helder krijgen in het resultatenhoofdstuk. Dat is dus een verbeterpunt. We realiseerden ons pas twee weken van tevoren dat we nog niet met de decaan gesproken hadden. Het was toch wel een verstandig plan om dit wel te doen, omdat een deel van ons onderzoek over studiekeuzestress gaat en de decaan zich hiermee bezighoudt. Gelukkig had de decaan op het laatste moment toch nog tijd voor ons en zo heeft ze een grote bijdrage geleverd aan ons profielwerkstuk. We hebben niet dé oplossing voor keuzestress gevonden, maar dit was ook niet het doel van dit onderzoek. Dit zou eventueel onderzocht kunnen worden in een vervolgonderzoek.

47


Aanbeveling Hierbij schrijven we een aanbeveling aan CSG Bogerman om het LOB-programma te verbeteren. Aan de hand van onze enquĂŞte en een interview met de decaan Baukje Koehoorn, stellen we een aantal verbeterpunten voor. Uit de enquĂŞte is gebleken dat slechts 14 procent van de 89 leerlingen die al een studiekeuze gemaakt hebben hulp hebben ervaren van school bij het maken van hun keuze. Dit percentage is zeer laag, aangezien CSG Bogerman er wel naar streeft om alle leerlingen te helpen bij het maken van hun studiekeuze. Volgens ons en de decaan zou het een goed idee zijn om vanaf klas 1 spelenderwijs het LOBprogramma te introduceren en daarmee stapsgewijs te ontdekken wie jij zelf bent, wat je leuk vindt en hoe jij keuzes maakt. Wanneer je je al een lange tijd bezighoudt met het ontdekken van je eigen identiteit, is het gemakkelijker om later een studiekeuze te maken die goed bij jouw persoonlijkheid past. Door deze nieuwe methode leer je vaardigheden die bruikbaar zijn voor de rest van je leven. Wij raden aan om het LOB-programma meer op maat te maken, omdat er nu niet optimaal gebruik van wordt gemaakt. Dit houdt in dat leerlingen zelf zouden mogen beslissen welke opdrachten ze gaan maken en welke juist niet. We baseren dit op het feit dat het per leerling zeer verschilt hoe ver ze in het studiekeuzetraject zijn en wat ze nodig hebben om tot een goede keuze te komen. Op deze manier krijgen de leerlingen meer vrijheid en is het maken van een LOB-opdracht niet meer een verplichting. Het is hierbij wel belangrijk dat leerlingen goede begeleiding krijgen bij hun studiekeuzeproces door de mentor of de decaan.

48


Literatuurlijst Aarts, N., Muijres, M., & Wijngaert, L. van de. (2014). Kiezen doe je niet alleen: een literatuurstudie naar de rol van de sociale context bij studiekeuze onder jongeren. Afstudeerscriptie Universiteit Twente. Ajzen, I. (1991). The theory of planned behaviour. Organizational Behaviour and Human Decision Processes, 50, 179–211. doi:10.1016/0749-5978(91)90020-T. Algemeen Nederlands Woordenboek (2000). Geraadpleegd via http://anw.inl.nl/article/keuzestress. Becker, S. (2012, 21 april). De vrije wil bestaat weer. Of toch niet? Trouw. Geraadpleegd via http://bit.ly/2gK2t2K. Bouma, E. (2010, 26 mei). Opgroeiende meisjes stressgevoeliger dan jongens. Geraadpleegd op 13 december 2016 via http://bit.ly/2hwHldl. Claes, S. (2013). [Recensie van het boek Vrije wil is geen illusie. Hoe de hersenen ons vrijheid verschaffen, van H. Kolk]. Tijdschrift voor Psychiatrie, 55, 550–551. Geraadpleegd via http://bit.ly/2hET09G. Diepen, J. van (regisseur). (2016, 8 november). Settelen of niet? In J. van Diepen (eindred.), Marlijn: de dolende dertiger. Hilversum: KRO-NCRV. Doorn, S. van, Koster, W. de, & Verheul, J. (2007). Keuzestress!?: Over de sociale inbedding van individuele keuzes. Sociologie, 3, 400–409. Duriez, B., Giletta, M., Kuppens, P., & Vansteenkiste, M. (2013). Extrinsic relative to intrinsic goal pursuits and peer dynamics: Selection and influence processes among adolescents. Journal of Adolescence, 36, 925–933. doi:10.1016/j.adolescence.2013.07.009. Heemskerk, M. (2015, 29 mei). Keuzestress, Sociale druk en Opleidingsniveau in de Quarterlifeperiode. Bachelorproject Klinische Psychologie. Universiteit van Amsterdam. Herman, D (2010). The Fear of Missing Out (FOMO). Geraadpleegd op 12 december 2016 via http://bit.ly/2h8G37E. Hughes, T (2016, 6 juni). Women spend six months deciding what to wear: study finds women spend 17 minutes everyday trying to choose an outfit. The Daily Mail. Geraadpleegd via http://dailym.ai/1tbyJhr. Huygen, M. (2016, 20 oktober). Studenten lijden onder keuzestress en prestatiedruk. NRC. Geraadpleegd via http://bit.ly/2eBO0D5. InfoNu (2009, 6 december). Soorten koopgedrag. Geraadpleegd op 16 december 2016 via http://bit.ly/2gU4rvT. InMotie Psychologie (2012, 9 november). Sociale druk bij jongeren: de balans tussen kunnen, willen en moeten. Geraadpleegd via http://bit.ly/2hBpaWr.

49


Inwagen, P. van. (1988). [Recensie van het boek Elbow Room: the varieties of free will worth wanting, van Daniel Dennett]. Noûs, 22, 609–618. doi:10.2307/221546. Iyengar, S.S., & Lepper, M.R. (2000). When Choice is Demotivating: Can One Desire Too Much of a Good Thing? Journal of Personality and Social Psychology, 79, 995–1006. doi:10.1037//00223514.79.6.995. Jacobs, S.R., & Dodd, D. (2003). Student Burnout as a Function of Personality, Social Support, and Workload. Journal of College Student Development, 44, 291–303. doi:10.1353/csd.2003.0028. Kiana, J. (z.j.). Blue Forest aquarel, Art Print, Forest No.3, 8 x 11, aquarel, landschap schilderij, schilderij bos. [afbeelding]. Geraadpleegd via http://bit.ly/2huudrr. (Voorkant). Klaassen, C., Vreugdenhil, B., & Boonk, L. (2011). Ouders en de loopbaanoriëntatie van hun kinderen. Kortlopend onderwijsonderzoek Radboud Universiteit. Laar, T. van de & Voerman, S. (2011) Vrije wil: Discussies over verantwoordelijkheid, zelfverwerkelijking en bewustzijn. Rotterdam: Lemniscaat. Leest, C. van der (2016). Fear of missing out: hoe kom je ervan af? Psychologie Magazine, 34, 3. Geraadpleegd via http://bit.ly/2hCh4gc. Leever, A. (2011). Burnout onder studenten: Een onderzoek naar de invloed van de meerkeuzemaatschappij op het burnoutrisico onder studenten. Bachelorproject ASW. Faculty of Social and Behavioural Sciences Theses, Utrecht University. (Bachelor thesis). Matteman, Y. (2012, 5 december). Vrije wil bestaat, zeggen Erasmus en Dennett. De Groene Amsterdammer, 49. Geraadpleegd op 11 december 2016 via http://bit.ly/2hrpree. Mentink, A. (2013, 30 september). Jongeren ziek van keuzestress. Algemeen Dagblad. Geraadpleegd via http://bit.ly/2hmqXhz. Mossevelde, E. van. (2016, 24 maart). Onderzoek: Stress en burn-out. Geraadpleegd op 10 december 2016 via http://bit.ly/2hFFq69. Nibud (2015, 1 september). Verandering studiefinanciering 2015. Geraadpleegd op 13 december 2016 via http://bit.ly/2htavwG. Oxford Dictionaries (2000). Geraadpleegd via en.oxforddictionaries.com. Scheibehenne, B., Greifeneder, R & Todd, P.M. (2010, 1 oktober). Can There Ever Be Too Many Options? A Meta-Analytic Review of Choice Overload. Journal of Consumer Research, 37, 3. Geraadpleegd via http://bit.ly/2hEdYWB. doi: 10.1086/651235 Schwartz, B. (2005). The Paradox of Choice. Why More is Less. New York: Harper Perennial. Schwartz, B. TED-talk: http://bit.ly/2gIgs4b. Smink, E (2016, 6 juni). Science says: zo lang sta je écht voor de kast. Metro. Geraadpleegd via http://bit.ly/2h8C8ro.

50


Sonnevelt, A. (2013, 13 september). Symptomen van keuzestress om in de gaten te houden. Geraadpleegd via http://bit.ly/2hNYmCQ. Tiemeijer, W.L., Thomas, C.A., & Prast H.M. (2009). De menselijke beslisser: over de psychologie van keuze en gedrag. Amsterdam: Amsterdam University Press. Toffler, A. (1971). Future Shock. New York: Bantam Doubleday Dell Publishing Group Inc. Vancaeneghem, J (2016, 6 september). Studenten lijden aan keuzestress: Achttienjarigen beslissen almaar later wat ze willen studeren. De Standaard. Geraadpleegd via http://bit.ly/2c9NH1F. Veenstra, R., & Dijkstra, J. K. (2011). Transformations in adolescent peer networks. In B. Laursen, & W.A. Collins (Eds.), Relationship Pathways: From Adolescence to Young Adulthood. (pp. 135-154). Los Angeles, USA: SAGE Publications Inc.. Verplaetse, J. (z.j.). Leven zonder schuld en verantwoordelijkheid. Geraadpleegd op 10 december 2016 via http://bit.ly/2gI9s7E. Verplaetse, J. (2011). Zonder vrije wil: Een filosofisch essay over verantwoordelijkheid. Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds. Warburton, N. (2014). Libet Experiment: Is Free Will Just an Illusion? [Video]. Geraadpleegd op 8 november 2016 via https://www.youtube.com/watch?v=OjCt-L0Ph5o. Yolande Avé: Stijlcoach & Personal Shopper (2013). Geraadpleegd op 11 december via www.yolandeave.nl. Yolande Avé: Tarieven (2013). Geraadpleegd op 11 december via www.yolandeave.nl/tarievenstijladvies/ YoungWorks (2007). Zeven werelden van bèta en techniek: Jongeren en de beleving van de zeven bètawerelden. Geraadpleegd via Platform bèta techniek. Benjamin Scheibehenne, Rainer Greifeneder, Peter M. Todd (2010, 1 oktober). Can There Ever Be Too Many Options? A Meta-Analytic Review of Choice Overload. Journal of Consumer Research, 37, 3. Geraadpleegd via http://bit.ly/2hEdYWB. doi: 10.1086/651235

51


Bijlage 1 Enquête Enquête PWS ‘Keuzestress’ Geslacht: Man / vrouw Niveau : Havo / vwo Voor het beantwoorden van de vragen heb je een definitie voor het begrip keuzestress nodig. Keuzestress is een vorm van stress die wordt veroorzaakt doordat iemand overspoeld wordt met informatie die overwogen moet worden om een goede keuze te kunnen maken. 1. Weet je al wat je volgend jaar gaat studeren? o Ja Ga naar vraag 2 o Nee Ga naar vraag 3 o Ik neem een tussenjaar Ga naar vraag 4

2. Keuze al gemaakt 2.1 Heb je je al ingeschreven voor de studie? o Ja o Nee 2.2 Wie heeft je geholpen bij het maken van de keuze? (Meerdere antwoorden mogelijk) o Niemand, helemaal zelf gedaan o Hulp van school o Hulp van ouders/familie o Hulp van vrienden o Anders, namelijk________________________________________________________ 2.3 Ben je bang dat je straks niet meer tevreden bent met je keuze? o Ja o Nee o Daar heb ik nog niet over nagedacht 2.4 Heb je keuzestress ervaren bij het maken van je keuze? o Ja, heel erg o Een beetje o Nee Je kunt de volgende twee vragen overslaan, ga naar vraag 5

2.5 Hoe uitte de keuzestress zich? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________

52


2.6 Hoe ben je met de keuzestress omgegaan? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________

Ga naar vraag 5

3. Keuze nog niet gemaakt Hoe ver ben je in je keuzeproces? o Ik heb nog geen idee o Ik twijfel nog een beetje o Ik weet het bijna zeker 3.1 Hoe komt het dat je nog geen keuze gemaakt hebt? o Ik vind te veel leuk o Geen enkele studie spreekt mij aan o Ik twijfel nog tussen een aantal studies o Ik wil misschien een tussenjaar doen Ga naar vraag 4 3.2 Spelen er nog andere zaken een rol waardoor je nog geen keuze hebt gemaakt? (Meerdere antwoorden mogelijk) o Nee o Ik ben bang om de verkeerde keuze te maken o Geldzaken o Mijn directe omgeving is het niet met mijn keuze eens o Kleine kans op een (goede) baan o Studie is te ver weg o Anders, namelijk________________________________________________________ 3.3 Ervaar je keuzestress bij het maken van je studiekeuze? o Ja, ik heb er veel last van o Ja, maar ik ervaar het niet als last o Nee Je kunt de volgende twee vragen overslaan, ga naar vraag 5

3.5 Hoe uit de keuzestress zich? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________

53


3.6 Hoe ga je met de keuzestress om? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________

Ga naar vraag 5

4. Tussenjaar 4.1 Waarom neem je een tussenjaar? (Meerdere antwoorden mogelijk) o Ik wil een jaar werken en geld verdienen o Ik wil een jaar ervaren hoe het is om geen school te hebben o Ik kan niet kiezen wat ik ga studeren o Ik wil reizen o Anders, namelijk________________________________________________________ 4.2 Heb je al concrete plannen voor je tussenjaar? o Ja o Ik ben er mee bezig o Nee 4.3 Wie heeft je geholpen bij het maken van de keuze? (Meerdere antwoorden mogelijk) o Niemand, helemaal zelf gedaan o Hulp van school o Hulp van ouders/familie o Hulp van vrienden o Anders, namelijk _______________________________________________________ 4.4Heb je keuzestress ervaren bij het maken van je keuze voor een tussenjaar? o Ja, heel erg o Een beetje o Nee Je kunt de volgende twee vragen overslaan, ga naar vraag 5

4.5 Hoe uitte de keuzestress zich? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________

54


4.6 Hoe ben je met de keuzestress omgegaan? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________

5. Keuzestress in het algemeen 5.1 Geef een cijfer in hoeverre je keuzestress ervaart per gebied Op schaal van 0 tot 10 (0 geen keuzestress, 10 heel veel) 5.1.1 Eten (in restaurant, supermarkt of thuis)

______

5.1.2 Kledingkeuze (thuis voor de spiegel of in de winkel)

______

5.1.3 Vrijetijdsbesteding (bijv. met school bezig of iets leuks)

______

5.1.4 Geldbesteding

______

5.1.5 Ander gebied:____________________________

______

5.1.6 Ander gebied:____________________________

______

5.2 Hoe maak je in het algemeen een keuze? (Meerdere antwoorden mogelijk) o Ik kies gewoon willekeurig o Ik vraag mijn vrienden/familie o Ik stel mijn keuze uit o Ik weeg voor- en nadelen tegen elkaar af o Ik kies niet o Anders, namelijk________________________________________________________

Bedankt voor het invullen van deze enquĂŞte!

55


Bijlage 2 Legenda Geslacht Klas Vraag 1 Vraag 2.1 Vraag 2.2

Vraag 2.3

Vraag 2.4

Vraag 2.5 Vraag 2.6 Vraag 3.1

Vraag 3.2

Vraag 3.3

Vraag 3.4

Vraag 3.5 Vraag 3.6 Vraag 4.1

1 = Man 2 = Vrouw 1 = Havo 2 = Vwo 1 = Ja 2 = Nee 3 = Ik neem een tussenjaar 1 = Ja 2 = Nee 1 = Niemand, helemaal zelf gedaan 2 = Hulp van school 3 = Hulp van ouders/familie 4 = Hulp van vrienden 5 = Anders, namelijk ‌ 1 = Ja 2 = Nee 3 = Daar heb ik nog niet over nagedacht 1 = Ja, heel erg 2 = Een beetje 3 = Nee Open vraag Open vraag 1 = Ik heb nog geen idee 2 = Ik twijfel nog een beetje 3 = Ik weet het bijna zeker 1 = Ik vind te veel leuk 2 = Geen enkele studie spreekt mij aan 3 = Ik twijfel nog tussen een aantal studies 4 = Ik wil misschien een tussenjaar doen 1 = Nee 2 = Ik ben bang om de verkeerde keuze te maken 3 = Geldzaken 4 = Mijn directe omgeving is het niet met mijn keuze eens 5 = Kleine kans op een (goede) baan 6 = Studie is te ver weg 7 = Anders, namelijk‌ 1 = Ja, ik heb er veel last van 2 = Ja, maar ik ervaar het niet als last 3 = Nee Open vraag Open vraag 1 = Ik wil een jaar werken en geld verdienen 2 = Ik wil een jaar ervaren hoe het is om geen school te hebben 3 = Ik kan niet kiezen wat ik ga studeren

56


Vraag 4.2

Vraag 4.3

Vraag 4.4

Vraag 4.5 Vraag 4.6 Vraag 5.1.1 Vraag 5.1.2 Vraag 5.1.3 Vraag 5.1.4 Vraag 5.1.5 Vraag 5.1.6 Vraag 5.2

4 = Ik wil reizen 5 = Anders, namelijk… 1 = Ja 2 = Ik ben er mee bezig 3 = Nee 1 = Niemand, helemaal zelf gedaan 2 = Hulp van school 3 = Hulp van ouders/familie 4 = Hulp van vrienden 5 = Anders namelijk… 1 = Ja, heel erg 2 = Een beetje 3 = Nee Open vraag Open vraag Cijfer tussen de 1 en de 10 Cijfer tussen de 1 en de 10 Cijfer tussen de 1 en de 10 Cijfer tussen de 1 en de 10 Ander gebied + cijfer tussen de 1 en de 10 Ander gebied + cijfer tussen de 1 en de 10 1 = Ik kies gewoon willekeurig 2 = Ik vraag mijn vrienden/familie 3 = Ik stel mijn keuze uit 4 = Ik weeg voor- en nadelen tegen elkaar af 5 = Ik kies niet 6 = Anders, namelijk …

57


Bijlage 3 Logboek Anne Logboek Naam: Naam groepslid/groepsleden: Klas(sen): Vak/ onderwerp:

Anne Boomsma Janne Landsman en Mirthe Bos 6VW1 Filosofie – (Studie)keuzestress

Het logboek moet altijd INDIVIDUEEL gemaakt worden datum

tijd

plaats

verrichte werkzaamheden

evaluatie/ reflectie

22 april 2016

13:00 – 16:00 (180 min)

Groning en

We kregen op de RUG een algemene introductie over het PWS en we hebben geoefend met het maken van hoofd- en deelvragen.

31 mei 2016

13:10 15:40 (150 min)

Bogerman Sneek

9 juni 2016

13:10 15:40 (150 min)

Bogerman Sneek

We hebben uitleg gekregen over het PWS en ik heb een groepje gevormd met Mirthe en Janne. Daarna hebben we gebrainstormd over een onderwerp. Samen met Janne heb ik de eerste versie van het plan van aanpak gemaakt. Ook hebben we gezocht naar goede artikelen over social influencers.

Voor mijn gevoel was het niet een hele nuttige middag, omdat we niet echt duidelijk uitleg kregen over wat het PWS nou eigenlijk inhoudt. Het begin verliep wat moeilijk maar uiteindelijk zijn we er wel uitgekomen.

15 juni 2016

13:10 15:40 (150 min)

Bogerman Sneek

We hebben informatie opgezocht over onze eerste deelvraag en ons plan van aanpak bijgewerkt.

afspraken Ik had nog geen afspraken gemaakt, omdat ik nog niet wist bij wie ik in het groepje zou zitten.

We moeten nog even goed nadenken over een onderwerp en voor 9 juni een eerste versie van het plan van aanpak inleveren. Het ging heel goed Omdat Mirthe er niet en we zijn vandaag was, hebben we met ver gekomen. We haar afgesproken dat hebben een goed zij thuis gaat kijken begin gemaakt waar naar de informatie die we de volgende keer we haar gemaild verder aan kunnen hebben. werken. Mr. van der Pal was We hebben besloten er niet dus daarom snel een afspraak met hadden we nog geen meneer van der Pal te groen licht gehad. maken, zodat we Dat was jammer, verder kunnen werken omdat we daardoor aan ons PWS. niet veel konden doen.

58


17 juni 2016

10:40 11:05 (25mi n)

Bogerman Sneek

30 juni 2016

10:00 10:15 (15mi n) 13:10 15:40 (150 min)

Bogerman Sneek

13 sept. 11:50 2016

Bogerman Sneek

14 sept. 11:50 2016

Bogerman Sneek

15 sept. 9:3010:10 2016

Bogerman Sneek

6 okt. 2016

13:10 15:40 (150 min)

Bogerman Sneek

Tijdens de PWS-middag hebben we besloten om van onderwerp te veranderen, namelijk keuzestress. We hebben een nieuw plan van aanpak gemaakt en ideeĂŤn opgedaan voor ons nieuwe PWS.

7 okt. 2016

12:45 13:10 (25 min)

Bogerman Sneek

We hebben met meneer Dekker gepraat en een hoofdvraag opgesteld.

30 aug. 2016

12:30 (40 min)

13:10 (80 min)

(40 min)

Bogerman Sneek

Samen met meneer van der Pal hebben we ons onderwerp besproken en kritisch naar de deelvragen gekeken. We hebben het afsprakenformulier en het plan van aanpak ingeleverd.

Het is een stuk duidelijker geworden wat we precies willen doen met ons PWS. We hebben de deadline gehaald.

De deelvragen moeten hier en daar nog wat aangepast worden.

Samen met Janne heb ik de deelvragen verdeeld. Verder heb ik nuttige websites opgezocht en ben ik begonnen met het beantwoorden van de deelvraag over wetgeving. Ik heb verder gewerkt aan de deelvraag over wetgeving.

Het was best lastig om weer op te starten na de vakantie.

We hebben afgesproken om elke week op donderdag het 3e uur aan ons PWS te werken.

Over de wetgeving rondom social influencers of social marketing is niet veel te vinden, dus daarom neemt dit meer tijd dan ik gehoopt en verwacht had. De uitleg van meneer Oedzes was heel nuttig en hopelijk helpt het me om betere informatie te vinden. Het blijft lastig om informatie te vinden.

We gaan morgen tijdens de pws-middag weer bezig.

Het was een opluchting dat we de stap hebben gemaakt om van onderwerp te veranderen. Er moet nog veel gebeuren, maar we hebben er wel veel vertrouwen in. Het gesprek met meneer Dekker heeft ons zeker geholpen.

De volgende dag gaan we naar meneer Dekker om te vragen of hij ons wil begeleiden bij ons PWS.

Meneer Oedzes heeft uitleg gegeven over goede bronnen en waar je informatie kunt vinden. Verder heb ik gewerkt aan de deelvraag over wetgeving. Ik heb informatie gezocht voor het beantwoorden van mijn tweede deelvraag.

Geen.

We gaan morgen in het tussenuur weer met pws bezig.

Mensen bellen en mailen voor informatie

We gaan in de vakantie afspreken om een duidelijk plan te maken en deelvragen te

59


maken en verdelen.

17 okt. 2016

13:00 16:00 (180 min)

22 okt. 2016

13:00 15:00 (120 min)

23 okt. 2016

14:00 16:00 (120 min)

26 okt. 2016

14:50 15:40 (50 min)

27 okt. 2016

9:00 9:50 (50 min)

Bogerman Sneek

29 okt. 2016

13:00 - 15:00 (120 min)

Thuis, in Ik heb aan de eerste Hidaard deelvraag ‘Wat is keuzestress?’ gewerkt.

2 nov. 2016

14:50 – 15:40 (50 min)

Boger- man Sneek

Sneek, bij Mirthe thuis

We hebben de deelvragen verdeeld en het plan van aanpak afgemaakt en goedkeuring van meneer Dekker gevraagd. Thuis, in Ik heb gezocht naar Hidaard geschikte artikelen en boeken die we kunnen gebruiken voor ons PWS. Verder heb ik me ingelezen in het onderwerp. Thuis, in Ik heb me verdiept in de Hidaard filosoof Barry Schwartz, die veel te vertellen heeft over keuzestress. Ik heb filmpjes van zijn colleges gezien en informatie opgezocht voor mijn eerste deelvraag. BogerSamen met Mirthe en Janne man hebben we een gesprek Sneek gehad met onze PWSbegeleider mr. Dekker.

We hebben met z’n drieën (Mirthe, Janne, Anne) het begin van onze enquête gemaakt.

Het is fijn om weer een concreet plan te hebben en aan de slag te kunnen.

We gaan in de vakantie individueel verder werken aan onze deelvragen.

In ieder geval lijkt het alsof er genoeg informatie te vinden is over het onderwerp.

Ik heb met mezelf afgesproken dat ik morgen weer verder weer aan het PWS ga werken.

Ik vind het lastig om N.v.t. te beginnen met het typen van een concreet verhaal. Ik weet niet goed waar ik moet beginnen. Het is heel fijn om je vragen te kunnen stellen en meteen een duidelijk antwoord te krijgen. Zo kun je snel weer verder. We zijn al redelijk ver gekomen met het maken van de enquête.

We hebben afgesproken om elke week op woensdag het 8e uur bij elkaar te komen om te overleggen. We willen de enquête zo snel mogelijk afmaken en afnemen.

Ik heb er nog steeds moeite mee om te beginnen met het typen van een echt verhaal.

Ik heb met mezelf afgesproken dat ik meneer Dekker vragen ga stellen over de dingen waar ik tegenaan loop. Samen met Mirthe heb ik We hebben veel We hebben een gesprek met mr. Dekker gehad aan de tips en afgesproken om gehad. We hebben vragen suggesties van mr. volgende week gesteld over dingen waar Dekker en kunnen woensdag de eerste we tegenaan liepen. weer verder werken versie van onze eerste aan onze deelvragen in te deelvragen. leveren en om morgen (donderdag) de enquête af te maken.

60


9:00 – 9:50 (50 min) 9:00 – 10:00 (60 min)

Bogerman Sneek

Thuis, in Ik ben met mijn eerste Hidaard deelvraag bezig geweest.

Ik ben sinds het N.v.t. weekend ziek en daardoor lukt het me niet om veel met het PWS bezig te zijn.

8 nov. 2016

19:00 - 21:00 (120 min)

Thuis, in Ik heb weer aan mijn eerste Hidaard deelvraag over de definitie van keuzestress gewerkt.

N.v.t.

13 nov. 2016

14:30 - 16:00 (90 min)

Thuis, in Ik heb weer aan mijn eerste Hidaard deelvraag over de definitie van keuzestress gewerkt.

14 nov. 2016

13:10 15:40 (150 min)

Bogerman Sneek

Omdat ik me nog steeds niet goed voel, bereik ik niet veel en dat is erg vervelend. Ik vind het lastig om te bepalen welke informatie ik wel moet vertellen in mijn hoofdstuk en welke informatie overbodig is. Het was een effectieve middag.

16 nov. 2016

130 min

Bogerman Sneek

Komende maandag het eerste uur gaan we de resultaten van de enquête bespreken.

17 nov. 2016

30 min

Bogerman Sneek

We gaan morgen (vrijdag) de laatste enquêtes afnemen.

18 nov. 2016

30 min

Bogerman Sneek

We hebben nu alle enquêtes afgenomen en zijn benieuwd naar de resultaten.

Dit weekend gaan we de resultaten van de enquête uitwerken bij Janne thuis.

3 nov. 2016

7 nov. 2016

We hebben met z’n drieën de enquête afgemaakt.

Tijdens de PWS-middag heb ik samen met Mirthe en Janne afspraken gemaakt met leraren om enquêtes af te nemen in hun lessen. Verder ben ik begonnen met informatie zoeken voor mijn tweede deelvraag. We hebben de enquêtes uitgeprint en hebben die in drie klassen afgenomen. Verder hebben we een gesprek gehad met mr. Dekker. We hebben in 2 klassen enquêtes afgenomen. We hebben in 2 klassen enquêtes afgenomen.

We zijn tevreden We zijn van plan om de met het uiteindelijke enquête zo snel resultaat. mogelijk af te nemen.

N.v.t.

We willen deze week al de enquêtes afnemen en dit weekend de resultaten verwerken.

61


20 nov. 2016

10:00 - 14:30 (270 min)

IJlst, bij Janne thuis

21 nov. 2016

8:10 – 9:50 (100 min)

Bogerman Sneek

1 dec. 2016

2 dec. 2016

6 dec. 2016

9 dec. 2016

10 dec. 2016

We hebben de resultaten van de enquête uitgewerkt in Excel.

We hadden verwacht dat het heel veel tijd zou nemen, maar door de effectieve taakverdeling gelukkig mee.

Samen met meneer Dekker hebben we de resultaten besproken. Hij heeft ons verschillende dingen uitgelegd over de werking van Excel. Daarna zijn we zelf aan de slag gegaan met het zoeken naar verbanden etc. 19:00 Thuis, in Mijn vader heeft me verteld – Hidaard hoe verschillende functies 22:00 van Excel werken. Ik heb zelf (180 verbanden en gemiddeldes min) opgezocht. 17:00 Thuis, in Ik heb informatie gezocht - Hidaard voor mijn tweede deelvraag. 19:00 (120 min) 13:10 – 15:40 (150 min) 15:00 – 20:00 (250 min)

13:00 – 16:30 (210 min)

Bogerman Sneek

Tijdens de PWS-middag ben ik bezig geweest met het verwerken van de resultaten in grafieken.

Thuis, in Ik heb de laatste dingetjes Hidaard van de eerste deelvraag afgemaakt en heb verder gewerkt aan de tweede deelvraag.

Thuis, in Ik heb verder gewerkt aan Hidaard het beantwoorden van mijn tweede deelvraag. 11 dec 16:00 – 23:30 – bezig geweest met tweede deelvraag, eindelijk wat informatie gevonden maar alsnog niet genoeg. Afspraak: op school verder werken en via krantenbank en koninklijke

Het is fijn dat de eerste deelvraag nu helemaal af is, maar het is frustrerend om zoveel uren te steken in het zoeken van informatie voor de tweede deelvraag en dat ik dan toch zo weinig concreets op papier krijg. Het vinden van verschillende deelonderwerpen valt erg tegen.

Ik ben vergeten hoe de functie ‘correlatie’ werkt, dus dit moet ik zo snel mogelijk aan mr. Dekker vragen.

Donderdag gaan we bezig met het maken van een opzet voor de inleiding, het voorwoord en voorblad et cetera.

62


bibliotheek naar bronnen zoeken

11 dec. 2016

16:30 – 23:30 (420 min)

12 dec. 2016

7:00 – 9:50 (110 min)

Thuis, in Ik ben weer bezig geweest Hidaard met het beantwoorden van mijn tweede deelvraag. Ik heb eindelijk wat informatie gevonden, maar alsnog niet voldoende.

Morgen op school ga ik verder werken en ga ik proberen om via de krantenbank en koninklijke bibliotheek te zoeken naar nieuwe bronnen.

Thuis in Hidaard en op Bogerman in Sneek 14:50 Boger– man 15:40 Sneek

Ik ben weer gaan zoeken naar informatie.

Op school heb ik met behulp van de krantenbank toch nog wat informatie gevonden.

We hebben weer een gesprek gehad met meneer Dekker en daarna ben ik naar meneer Oedzes geweest om inloggegevens voor de Koninklijke Bibliotheek te vragen.

19:00 – 21:00 (120 min) 14:00 - 16:00 (120 min) 16:30 – 19:00 (150 min)

Bogerman Sneek

Ik heb verder gewerkt aan mijn tweede deelvraag.

Vanwege het beperkte aantal IPadressen waarop je kunt inloggen op de KB, kan ik thuis niet inloggen. Dit is jammer, want nu kan ik daar alleen op school aan werken.

Bogerman Sneek

Op school hebben we gewerkt aan de inleiding en het voorwoord etc.

16 dec. 2016

17:00 – 23:30 (330 min)

Thuis, in Ik heb mijn tweede Hidaard deelvraag afgemaakt.

17 dec. 2016

10:00 – 14:30 (270

Sneek, bij Mirthe thuis

14 dec. 2016

(50 min)

14 dec. 2016

15 dec. 2016

15 dec. 2016

Thuis, in Ik heb aan mijn tweede Hidaard deelvraag gewerkt en heb mijn logboek bijgewerkt.

We hebben ons PWS afgemaakt!

Eindelijk kan ik wat informatie vinden en ik heb er weer vertrouwen in gekregen dat ik mijn deelvraag af ga krijgen. Het heeft veel moeite gekost, dus het is fijn dat het nu eindelijk allemaal af is. We zijn heel erg blij dat we ons verslag af hebben en zijn trots op het

Morgen (zaterdag) maken we bij Mirthe de laatste dingen af en gaan we overleggen over de presentatie.

63


min)

eindresultaat.

18 dec. 2016

15:00 – 18:30 (210 min)

19 dec. 2016

14:00 Thuis, in – Hidaard 17:00 (40 min*)

Thuis, in Ik heb bedacht wat ik graag Hidaard wil vertellen bij de presentatie en opgezocht hoe je dat in het Engels zegt.

Het valt nog niet mee om voor bepaalde Nederlandse uitdrukkingen te achterhalen hoe je dat in het Engels moet zeggen.

Ik heb verder uitgewerkt wat ik wil zeggen tijdens de presentatie.

* Eigenlijk heb ik nog veel meer tijd besteed aan mijn presentatie, maar die extra uren mag je niet meerekenen in je logboek.

64


Bijlage 4 Logboek Mirthe Logboek

Naam: Naam groepslid/groepsleden: Klas(sen): Vak/ onderwerp:

Mirthe Bos Anne Boomsma, Janne Landsman 6VW1 Filosofie, keuzestress

Het logboek moet altijd INDIVIDUEEL gemaakt worden Datum 22 april 2016

Tijd Plaats 1300 – RUG 1600

Verrichte werkzaamheden Algemene introductie van het PWS. Geoefend met het maken van hoof- en deel vragen bij verschillende voorwerpen.

Evaluatie/ reflectie Voor mijn gevoel was dit niet een hele nuttige middag. Ik ben in elk geval niet wijzer geworden over een onderwerp voor het PWS. Er waren wat opstartproblemen, maar het groepje is gevormd.

Afspraken Janne en ik hadden afgesproken dat we in de meivakantie nog even zouden brainstormen over onderwerpen.

31 mei 2016

1310 – Boger 1540 man

15 juni 2016

1310 - Boger 1540 man

Informatie gekregen over het PWS. De groep was gevormd en we hebben gebrainstormd over het onderwerp. Begonnen met informatie opzoeken voor de eerste deelvraag. Ook het eerste bedrijf benaderd via email om vragen te stellen.

17 juni 2016

1040 – Boger 1105 man

Samen met meneer van der Het is nu een stuk Pal onderwerp besproken duidelijker wat we en kritisch naar de willen met ons PWS. deelvragen gekeken.

De deelvragen moeten hier en daar nog wat aangepast worden.

30 juni 2016

1000 – Boger 1015 man

Plan van aanpak en afsprakenformulier ingeleverd.

N.v.t.

Nog even goed nadenken over een onderwerp en aanvraag voor het PWS voor 9 juni indienen. Al snel hadden we We hebben nog aardig wat informatie goedkeuring van mr. gevonden, maar we van der Pal nodig. hebben dit nog niet verwerkt. Hoe we ons PWS gaan maken wordt steeds duidelijker.

We hebben de deadline gehaald.

65


13 sept. 2016

1150 1230

Boger man

Begonnen met het antwoorden van de eerste deelvraag. D.w.z. vooral informatie gezocht en bedacht hoe ik de vraag wil gaan beantwoorden.

Het duurt langer dan ik had verwacht, vooral annoteren duurt lang. Maar het voelt goed om na lange tijd er weer mee bezig te zijn. Het zoeken van informatie blijkt toch erg lastig.

Morgen weer bezig tijdens PWS-middag.

14 sept. 2016

1150 1310

Boger man

Informatie gezocht voor de eerste deelvraag.

15 sept. 2016

0930 - 1010

Boger man

Informatie gezocht voor de eerste deelvraag.

Het zoeken naar informatie blijft lastig, maar er komt verbetering in.

Mensen bellen/mailen voor informatie.

6 okt. 2016

1310 1540

Boger man

We hebben besloten om ons onderwerp te veranderen. Ons nieuwe onderwerp luidt: Keuzestress.

Het was een opluchting te veranderen, want informatie vinden was erg lastig en we vonden ons onderwerp ook niet meer leuk. Dekker heeft ons goed geholpen en de hoofdvraag is geformuleerd.

Zo snel mogelijk hoofd- en deelvragen afmaken en goedkeuring van onze nieuwe vak begeleider meneer Dekker vragen.

7 okt. 2016

1245 – Boger 1310 man

Afspraak met meneer Dekker, om te overleggen over ons nieuwe PWSonderwerp.

17 okt. 2016

1300 – Bij mij 1600 thuis

18 okt. 2016

1600 – Thuis 1700

Met z’n drieën afgesproken. De deelvragen zijn afgemaakt en verdeeld en plan van aanpak is afgemaakt en goedkeurig aan Dekker gevraagd. Ik ben bezig geweest met het vinden van informatie voor mijn eerste deelvraag en alvast wat informatie verwerkt.

19 okt. 2016

1600 – Thuis 1730

Ik ben bezig geweest met het vinden en verwerken van informatie voor mijn eerste deelvraag.

Morgen in het tussenuur weer bezig met PWS.

In de vakantie afspreken om bezig te gaan met het formuleren van deelvragen en een begin te maken met het beantwoorden ervan. Het voelt goed om In de vakantie weer even bezig te individueel bezig met gaan, maar de druk is het beantwoorden van hoog, want we deelvragen, zodra weten dat we veel Dekkers goedkeuring moeten in een korte binnen is. tijd. Ik kon vrijwel meteen Ik probeer deze een onderzoek vakantie zoveel vinden van mogelijk bezig te zijn sociologen aan de met PWS, nu is er tijd Erasmus Universiteit, voor. dus ik kon goed aan de slag. Het onderzoek wat ik Tot nu toe ben ik elke gister had gevonden, dag in de vakantie blijkt toch niet nuttig bezig geweest en ik ben voor het van plan dat te blijven beantwoorden van doen. mijn deelvraag.

66


26 okt. 2016

1450 - 1530

Boger man

27 okt. 2016

1030 – Boger 1140 man

29 okt. 2016

1500 - 1800

2 nov. 2016

1450 – Boger 1530 man

3 nov. 2016

1030 1140

8 nov. 2016

1530 - Thuis 1730 & 1900 - 2030

Thuis

Boger man

Voortgangsgesprek met onze PWS-begeleider meneer Dekker.

Erg fijn dat meneer Dekker initiatief nam om ons te spreken en hij heeft onze vragen goed kunnen beantwoorden.

Afspraak om morgen in het tussenuur bezig te gaan met z’n drieën en afspraak gemaakt om elke woensdagmiddag met meneer Dekker te praten over voortgang van ons PWS. In ons tussenuur zijn we We kwamen er al Afspraak om in het met z’n drieën bezig snel achter dat het weekend zelf bezig te geweest om de enquête te een erg lange gaan met onze eigen maken die we aan de enquête gaat deelvragen en examenleerlingen van worden, maar het volgende week de havo/vwo willen maken ervan ging erg enquête af te maken en voorleggen. goed! af te nemen onder de examenleerlingen havo/vwo. Druk bezig met het vinden Het lukt steeds beter Komende woensdag van de juiste informatie om goede informatie hebben we weer een voor deelvraag 4 (mijn op een juiste manier PWSeerste deelvraag) en het op te verwerken. Ik heb voortgangsgesprek en de juiste manier verwerken vandaag veel kunnen ik heb wel wat vragen, van deze informatie. doen! dus dat wacht ik af en dan kan ik weer verder. PWS-overleg met meneer Meneer Dekker heeft Volgende week weer Dekker over voortgang goed mijn vragen een afspraak en dan PWS. kunnen bespreken we het beantwoorden, concept van de eerste waardoor ik weer deelvragen. verder kan met het beantwoorden van deelvraag 4. We hebben de enquête Heel fijn dat de Het plan is dat we de afgemaakt en uitgeprint enquête zo goed als enquête nog aan onze om te testen aan een af is. PWS-begeleider laten klasgenoot of het een zien, zodat hij begrijpelijke enquête is. misschien nog wat verbeteringen kan voorstellen. Ik heb nog een keer allerlei Het voelt goed om Morgen hebben we informatie gezocht en deze weer veel gedaan te een PWS-overleg. verwerkt, onder andere hebben. Er moet nog een nieuw experiment erin wel veel gebeuren in verwerkt. ’s Avonds heb ik deze deelvraag, maar met mijn vader mijn dat is niet erg. We deelvraag kritisch bekeken hebben nog de tijd. om te kijken naar dingen die nog veranderd/verbeterd moeten worden.

67


9 nov. 2016

1450 - 1530

Boger man

PWS-overleg met meneer Dekker over voortgang van ons PWS en eventuele vragen te stellen.

9 nov. 2016

1700 - 1900

Thuis

Na afloop van het PWSgesprek ‘moet’ ik nog flink wat dingen in mijn deelvraag 4 aanpassen. Daar ben ik mee bezig geweest, dus informatie zoeken en deze verwerken.

14 nov. 2016

1310 – Boger 1540 man

Tijdens deze PWS-middag hebben we afspraken gemaakt met leraren om de enquête komend weekend af te nemen bij examenleerlingen havo/vwo.

15 nov. 2016

1900 - 2145

Thuis

16 nov. 2016

2 uren.

Boger man

17 nov. 2016

Een half uur.

Boger man

18 nov. 2016

Een half uur

Boger man

Jammer dat de deelvraag nog zoveel aanpassingen nodig heeft, maar wel logisch. Fijn dat meneer Dekker ons zo goed helpt met de inhoud. Ik heb nu het gevoel dat ik grote stappen maak en dat mijn eerste deelvraag bijna af is!

De leraren die we hebben gevraagd (leraren Engels en Nederlands) reageerden allemaal erg positief. Dat was heel fijn. De afspraak was zo gemaakt. Opnieuw bezig geweest Het valt me toch met het beantwoorden van tegen hoe veel werk mijn eerste deelvraag. het kost. Als ik informatie vind, kan ik deze weer verder uitwerken en dan weer nieuwe informatie daarvoor zoeken en het stopt niet. Een halfuur enquêtes De enquêtes werden uitprinten, een uur over het algemeen enquêtes afnemen bij drie serieus genomen en verschillende klassen en goed ingevuld door PWS-gesprek met Dekker. de verschillende klassen. Enquêtes afgenomen onder De enquêtes werden twee klassen. serieus genomen en goed ingevuld.

Enquêtes afgenomen onder De enquêtes werden twee klassen. serieus genomen en goed ingevuld.

Vanmiddag ga ik gelijk bezig om al flink wat aanpassingen te doen in de deelvraag.

Mijn plan is om aankomend weekend de deelvraag definitief af te maken, deze nog even laten zien aan meneer Dekker en dan door te gaan met mijn tweede deelvraag. Komende woensdag, donderdag en vrijdag zullen we onder alle examenleerlingen havo/vwo van Bogerman de enquête afnemen. Mijn plan om de deelvraag afgelopen weekend af te krijgen is niet gelukt. Mijn nieuwe deadline is dit weekend. Ik hoop dat het dit keer wel gaat lukken.

Afspraak gemaakt om aankomende maandag de uitgewerkte resultaten van de enquête te bespreken. Niet van toepassing.

Niet van toepassing.

68


20 nov. 2016

1030 – Bij 1430 Janne thuis

21 nov. 2016

0810 - Boger 0910 man

3 dec. 2016

Gedur Thuis ende de dag 6 uren.

6 dec. 2016

1310 – Boger 1540 man

6 dec. 2016

1800 - 2000

7 dec. 2016

1450 – Boger 1530 man

10 dec. 2016

Gedur Thuis ende de dag 6 uren

Thuis

Alle 165 enquêtes uitgewerkt.

Het was een behoorlijke klus, maar het uitwerken ging goed. We hadden verwacht dat het meer tijd zou kosten. PWS-overleg met meneer Het was erg fijn dat Dekker over de resultaten meneer Dekker ons van de enquête. Hij heeft wilde helpen en ons ons geleerd hoe we een laten zien hoe we beetje met Excel om met Excel om moeten gaan en welke moeten gaan en het informatie relevant is. was ook erg leerzaam. Ik heb eindelijk mijn eerste Opnieuw een week deelvraag afgerond. later dan mijn Ook ben ik bezig geweest planning was, maar met alvast wat resultaten de toetsweek vraagt van de enquête uit te veel tijd. Gelukkig is werken. het nu af! Excel blijkt nog erg lastig om daar snel mee te werken. PWS-middag. We zijn bezig Het is een tijdrovend geweest met het uitwerken en ingewikkeld van de enquête en het klusje, maar na het verwerken van de vaker gedaan te resultaten. hebben, lukt het aardig.

Morgen gaan we de resultaten bespreken.

Komende week is toetsweek, dus dan zullen we niet veel bezig gaan met het PWS. Daarna gaan we knallen!

Komende week veel bezig met het PWS. Dinsdag is het PWSmiddag, dan gaan we bezig met uitwerken van de resultaten van de enquête.

Morgen hebben we weer een PWS-overleg met meneer Dekker. Verder is het het plan dat we zo snel mogelijk onze individuele deelvragen af hebben. Ik ben bezig geweest met Het ging vrij vlot, als Het liefst heb ik de het antwoorden van mijn snel had ik goede tweede deelvraag dit tweede deelvraag, d.w.z. informatie en de weekend nog af, informatie zoeken en bruikbare informatie aangezien dit nogal uitwerkingen gebruiken om van de enquête kon snel is, heb ik de te antwoorden. ik snel verwerken. deadline voor mezelf Het gas moet er nu op volgende week echt op. dinsdag gezet. PWS-gesprekje, waarin ik Behulpzaam gesprek. Dit weekend mijn inhoudelijk vragen conceptversie van de over deelvraag 2 heb tweede deelvraag af. kunnen stellen. Bezig geweest met het Aangezien we de Mijn tweede deelvraag vinden van informatie en enquête niet meer is zo goed als af. Moet het beantwoorden van mijn als bron mogen nog iets meer tweede deelvraag. gebruiken in ons uitwerking hebben en PWS, moest ik nog een conclusie, opzoek naar andere maar dan is die

69


Boger man

bronnen, dat was nog een hele zoektocht. Maar na lang zoeken heb ik toch een aantal goede bronnen kunnen vinden die ik goed kon verwerken. In ons tussenuur hebben Dit ging best goed. we een beginnetje gemaakt We moesten helder met het schrijven van een hebben voorwoord en inleiding.

12 dec. 2016

1310 - 1400

12 dec. 2016

1600 – Thuis 1800

Weer bezig geweest met het beantwoorden van mijn tweede deelvraag: in hoeverre wordt keuzestress als een last ervaren?

Dit gaat goed. Nog een paar kleine aanpassingen en nog het interview van de decaan verwerken.

13 dec. 2016

1245 – Boger 1310 man

Interview met de decaan.

13 dec. 2016

1500 – Thuis 1800

Het interview van decaan verwerkt in mijn deelvraag en de puntjes op de i. Nu is de deelvraag af.

Ze was erg behulpzaam en gaf goede antwoorden op onze vragen, zeker een nuttig gesprek. Het ging vrij vlot. Fijn dat de tweede deelvraag af is, het einde van het PWS komt in zicht!

14 dec. 2016

1450 – Boger 1530 man

PWS-gesprekje. We hebben Fijn dat meneer nog wat vragen gesteld Dekker ons zo goed over de bronnenlijst. kan helpen met de problemen waar we tegenaan lopen.

14 dec. 2016

1630 - 1930

15 dec. 2016

1400 – Boger 1530 man

Ik ben bezig geweest met het schrijven van de samenvatting. We hebben gekozen om dit in het Engels te doen, dus dat kost extra veel tijd. We hebben de voetnoten nog eens doorgenomen. Inleiding en voorwoord uitgebreid. Inhoudsopgave gemaakt.

Thuis

deelvraag klaar.

Morgen hebben we nog een interview met de decaan en dat moeten we nog verwerken in onze deelvragen. Zelfde dag, dus afspraak hierboven.

Vanmiddag of morgen moeten de deelvragen af zijn.

Donderdag gaan we afspreken met z’n drieën, om met de enquête uitwerking bezig te gaan. Morgen gaan we afspreken om bezig te gaan met de laatste loodjes.

Het samenvatten Zie hierboven voor ging vrij gemakkelijk, afspraak. maar door het Engels kostte het flink wat tijd. Het is nu in kaart gebracht wat we nog moeten voordat we het PWS kunnen inleveren volgende week.

Zaterdag gaan we bij thuis afspreken om het PWS af te ronden.

70


16 dec. 2016

150 minut en op school / 60 minut en thuis.

In m’n twee tussenuren hebben Janne en ik voetnoten aangepast en de literatuurlijst. Daarnaast heb ik de samenvatting (abstract) . Tijdens de Engelse les heb ik samen met mevrouw Wassenaar de samenvatting verbetert op het Engelse taalgebruik. Daarna heb ik thuis het hele PWS in elkaar gezet. We hebben met z’n drieën afgesproken en de conclusie, discussie en aanbeveling geschreven.

Fijn dat de samenvatting af is. Het einde komt stapje voor stapje in zicht.

Morgen gaan we afspreken bij mij thuis om het onderzoek verder uit te werken, conclusie, discussie en aanbeveling te schrijven.

17 dec. 2016

1000 – Thuis 1400

Het PWS is af! Het voelt super fijn, en ook een beetje bizar.

In Theat er Sneek en thuis 1200 – Thuis 1400

Bezig geweest met de voorbereiding van de presentatie.

20 dec. 2016

1200 – Boger 1230 / man / 1900 – Thuis 2000

21 dec. 2016

0830 – Boger 0930 man

Op Bogerman hebben we de presentatie doorgenomen met meneer Dekker. Thuis heb ik mijn stukjes nog eens goed geoefend. De PWS-presentatie.

Het ging niet zo goed, ik kon me niet zo goed concentreren omdat ik ook moest optreden die dag. Het ging best goed. Ik moet vooral op mijn spreektempo letten. Het verhaal zit goed in mijn hoofd, dus ik maak niet zo veel zorgen. Ik heb er vertrouwen dat het morgen goed gaat komen.

We gaan nu zelfstandig de presentatie voorbereiden en in de loop van volgende week de presentatie oefenen. Dinsdag gaan we afspreken op school om te oefenen.

18 dec. 2016

Gedur ende de dag 2 uren.

22 dec. 2016

N.v.t.

19 dec. 2016

Boger man / Thuis

Boger man

Ik heb de prezi gemaakt en de presentatietekst verder gemaakt en heel vaak geoefend.

PWS inleveren.

Morgen gaan we afspreken op school om te oefenen.

Morgen hebben we de presentatie. En donderdag gaan we het verslag inleveren.

Voor mijn gevoel ging Morgen leveren we het de presentatie goed. PWS in. Ik ben heel blij dat we het gehad hebben. N.v.t.

N.v.t.

71


Bijlage 5 Logboek Janne Logboek Naam: Naam groepslid/groepsleden: Klas(sen): Vak/ onderwerp:

Janne Landsman Anne Boomsma, Mirthe Bos 6VW1 Filosofie, keuzestress

Het logboek moet altijd INDIVIDUEEL gemaakt worden Datum

Tijd

Plaats

Verrichte werkzaamheden Algemene introductie PWS. Geoefend met het maken van hoofd- en deelvragen.

Evaluatie/reflectie

Afspreken

22-04 2016

13.00 - 16.00

RUG

Ik heb met Mirthe afgesproken dat wij samen het PWS gaan doen. Ook hebben we afgesproken dat we zelf op gaan schrijven wat we interessante onderwerpen vinden voor het PWS.

Bogerman

Opzet gemaakt van het Plan van aanpak. Interessante sites over social influencers opgezocht.

Ik heb deze dag niet veel geleerd, waardoor ik nog steeds geen idee heb voor een onderwerp voor het PWS. Ik heb wel geleerd om bij verschillende onderwerpen een hoofdvraag te bedenken. Het ging heel erg goed en we zijn in een korte tijd ver gekomen. We waren heel tevreden over dat we zoveel gedaan hadden.

09-06 2016

13.10 - 15.40

13.10 - 15.40

Bogerman

Informatie opgezocht over ons onderwerp. Plan van aanpak verbeterd. Bedrijf gemaild om vragen aan te stellen.

10.40 - 11.05

Bogerman

Gesprek met onze begeleider meneer Van der Pal. Kritisch gekeken naar deelvragen en hoofdvraag. Nog

Anne en ik hebben met Mirthe afgesproken dat ze ons Plan van aanpak door zou lezen. Ook hebben we met mr. van der Pal afgesproken dat hij ons Plan van aanpak beoordeelt. Het wordt voor mij nu We hebben steeds duidelijker hoe afgesproken dat we het we ons PWS kleur gaan plan van aanpak gaan geven. Het is wel veranderen als we jammer dat we nog reactie hebben van niet groen licht hebben meneer Van der Pal. gekregen van meneer Van der Pal. Het was wel fijn om Wij gaan de deelvragen even van onze aanpassen. begeleider bevestiging te krijgen dat we goed bezig zijn. Ook was het erg nuttig, want we

15-06 2016

17-06 2016

72


andere mogelijke uitgangen van ons onderwerp besproken.

hebben het onderwerp van verschillende kanten belicht.

30-06 2016

10.00 - 10.15

Bogerman

Plan van aanpak en afsprakenformulier ingeleverd.

Op tijd.

Geen.

30-08 2016

13.10 - 15.40

Bogerman

Het was vandaag lastig om weer op te starten. Ik zat nog erg in de vakantiesfeer. Later ging het wel een stuk beter, want toen hadden we de smaak te pakken.

Afgesproken wanneer we bezig gaan met ons PWS. (In een gezamenlijk tussenuur, donderdag het 3e uur).

01-09 2016

9.50 - 10.40

Bogerman

Ik ben trots op mezelf dat ik mijn tussenuren nu besteed aan het PWS.

Volgende donderdag ga ik weer bezig.

13-09 2016

11.50 - 12.30

Bogerman

We hebben de deelvragen verdeeld. Ik ben begonnen met het zoeken naar informatie voor de deelvraag 'wat zijn social influencers'. Ook hebben we in de mediatheek gekeken naar goede boeken voor ons onderwerp. Ik ben in het tussenuur verder gegaan met mijn eerste deelvraag: 'wat zijn social influencers'. Ik heb in het tussenuur verder gewerkt aan mijn eerste deelvraag

14-09 2016

11.5013.10

Bogerman

15-092016

9.5010.40

Bogerman

Tijdens de PWSmiddag hebben we gekeken naar een presentatie over het zoeken naar goede artikelen. Ook ben ik verder wezen schrijven aan het hoofdstuk van de eerste deelvraag. In het tussenuur bezig geweest met het PWS. Ik ben verder gegaan met mijn eerste deelvraag.

Ik heb veel kunnen doen.

Morgen gaan we weer goed bezig met ons PWS en ik ga de boeken doorlezen die we bij de mediatheek gehaald hebben. Het gaat tot nu toe nog Morgen gaan we in het steeds erg goed! Ik heb tussenuur met ons PWS motivatie en vind het bezig. onderwerp steeds leuker worden.

Het wordt nu wel erg We gaan mensen lastig. Ik merk dat het mailen en bellen om onderwerp erg breed is informatie te krijgen. en dat het lastig is om de informatie in te perken.

73


06-102016

13.1015.40

07-102016

12.4513.10

17-102016

13.0016.00

26-102016

15.0015.40

27-102016

9.5010.40

Bogerman

PWS-middag. We hebben besloten om een ander onderwerp te kiezen voor ons PWS (keuzestress). We kwamen er niet meer uit en we waren niet meer tevreden over ons onderwerp. Bogerman Gesprek met onze nieuwe PWSbegeleider meneer Dekker. De hoofdvraag is geformuleerd en we hebben ideeën verzameld voor hoofdvragen. Huis Mirthe Vandaag hebben we de deelvragen geformuleerd en verdeeld. Ook hebben we het plan van aanpak afgemaakt en goedkeuring aan Dekker gevraagd. Bogerman Vandaag hebben we een gesprek met meneer Dekker gehad over de voortgang van ons PWS.

Bogerman

In het tussenuur hebben we een grote start gemaakt aan onze enquête.

Het was een hele opluchting om ons onderwerp te veranderen. Ik vond zelf het onderwerp niet leuk en ik ben erg blij dat we nu iets gaan doen waar ik tevreden over ben.

We hebben afgesproken om een afspraak te maken met meneer Dekker.

Ik ben erg blij met meneer Dekker als PWS-begeleider. We hebben er veel aan gehad.

We hebben afgesproken om bijeen te komen in de vakantie en dan de deelvragen te formuleren.

Het was erg fijn om even goed bezig te zijn, want ik had wel wat stress over of het wel goed ging komen. Nu ben ik een stuk relaxter.

We hebben afgesproken om allemaal apart bezig te gaan met onze eigen deelvragen.

Ik vond het een erg prettig gesprek. Ik vind het fijn dat er nu veel meer duidelijk is over de opzet van het PWS en dat ons plan van aanpak goed is. Ik was van plan om veel aan het PWS te schrijven in de vakantie, maar helaas heb ik de hele vakantie heel erg griep gehad. Ik heb niks kunnen doen, wat wel erg jammer is. Helaas konden we hem niet naar onszelf mailen, want de computer liep vast. Dat was jammer. Wel ben ik erg tevreden over hoe de enquête er tot

We hebben afgesproken om vanaf nu elke woensdag om 3 uur een gesprek te hebben met z’n vieren.

We hebben afgesproken om morgen de enquête naar onszelf te mailen.

74


nu toe uitziet.

30-102016

5 uren

Thuis

09-112016

15.0015.30

Bogerman

14-112016

13.1015.40

Bogerman

14-112016

18.0021.30

Thuis

Ik heb vandaag heel erg veel gedaan. Ik heb voor beide deelvragen die ik ga uitwerken veel informatie verzameld. Met de eerste deelvraag ben ik al heel ver. Vandaag hebben we met meneer Dekker een gesprek gehad over de voortgang van ons PWS.

Ik ben heel erg blij dat ik heel veel heb kunnen doen. Dat geeft toch echt rust.

Ik had niet echt veel vragen vandaag en ik was erg moe, dus voor mij was het gesprek niet echt heel nuttig. Het ging vooral over het deel van Mirthe. PWS-middag. We We hebben goed hebben uitgezocht gewerkt deze middag. tijdens welke lessen Ik heb veel kunnen we de enquête doen. Het is ook erg willen gaan afnemen fijn dat we concrete en de docenten plannen voor de gemaild die dan les enquête hebben. geven. Ook ben ik bezig geweest met het uitbreiden van mijn 1e deelvraag en ik heb een aantal opmerkingen van meneer Dekker verwerkt. Ik ben bezig geweest Het is heel fijn dat ik met het uitbreiden goed in de flow zat en van mijn 1e veel kon doen. deelvraag. Ik heb heel veel kunnen doen.

We hebben afgesproken om de enquête komende week af te maken en uit te zetten.

We hebben afgesproken dat wij de enquête af gaan maken.

We hebben afgesproken om de enquête komende week af te nemen en zondag de gegevens te verwerken.

Ik heb met mezelf afgesproken om morgen weer bezig te gaan.

75


15-112016

4 uren

Thuis

Vandaag ben ik verder gegaan met het uitwerken van mijn deelvraag.

Het ging goed. Er komen steeds meer pagina’s bij.

Geen afspraken.

16-112016

1 uur

Bogerman

Enquêtes afnemen onder 3 klassen.

De klassen deden goed mee en we werden serieus genomen.

Geen afspraken.

16-112016

14.50 – 15.25

Bogerman

PWS gesprekje met meneer Dekker. Ik heb wat vragen gesteld over mijn deelvraag.

Het is fijn dat meneer Dekker goede tips kan geven over mijn deelvraag. Daar heb ik heel veel aan.

Afspraak gemaakt om aankomende maandag de resultaten van de enquête te bespreken die we zondag in Excel zetten.

17-112016

Half uur

Bogerman

Enquêtes afnemen onder 2 klassen.

De klassen deden goed mee en we werden serieus genomen.

Geen afspraken.

18-112016

Half uur

Bogerman

Enquêtes afnemen onder 2 klassen.

De klassen deden goed mee en we werden serieus genomen. We hebben nu alle enquêtes afgenomen, wat heel fijn is!

Geen afspraken.

20-112016

4,5 uur

Bij mij thuis We hebben de resultaten van de enquêtes (165) allemaal in Excel gezet. Ook heb ik de legenda gemaakt.

Het ging heel erg goed! Morgen gaan we de We hadden verwacht resultaten met meneer dat er nog meer tijd in Dekker bespreken. zou zitten, maar het viel best mee. Ik ben erg tevreden.

76


21-112016

1 uur

Bogerman

We hebben de resultaten van de enquêtes besproken met meneer Dekker. Ook hebben we tips gekregen over de verwerking van de resultaten. Ik ben vandaag bezig geweest met een opzet voor mijn 2e deelvraag.

Ik vind het wel erg lastig om te werken met Excel. Ik denk dat ik daar flink mee moet oefenen, maar het komt goed.

We hebben afgesproken dat we zelf bezig gaan met het verwerken van de resultaten.

04-122016

3 uur

Thuis

Ik ben al heel ver gekomen, wat heel fijn is.

Geen afspraken.

05-122016

2 uur

Thuis

Ik heb het eerste deel van mijn 2e deelvraag uitgeschreven.

Het gaat goed. Ik denk ik volgende week mijn twee deelvragen af heb.

Geen afspraken.

06-122016

4 uur

Bogerman

Het kwam me heel Geen afspraken. goed uit dat ik zo veel Vanmiddag PWSextra tijd had vandaag middag. om bezig te gaan met mijn PWS. Ik heb echt heel veel kunnen doen, wat heel fijn is.

2,5 uur

Bogerman

Ik heb vandaag heel veel tussenuren gehad dus ik heb alles aan het PWS kunnen besteden. Ik heb mijn eerste deelvraag nu helemaal afgerond en de annotatie klopt. Ook ben ik verder gegaan met het uitschrijven van mijn tweede deelvraag. PWS-middag. Vandaag zijn we bezig geweest met het verwerken van een aantal resultaten van de enquête. Ook heb ik nog een stukje voor mijn deelvraag geschreven.

06-122016

Ik heb minder goed kunnen werken dan de uren vóór de PWSmiddag. Tijdens de PWS-middag was ik heel moe en niet meer goed geconcentreerd omdat ik me de uren daarvoor al heel veel met het PWS had beziggehouden.

Geen afspraken.

77


07-122016

15 minut en

Bogerman

PWS-gesprekje met meneer Dekker. We hebben even kort gesproken over annotatie.

Het gesprek was erg verhelderend.

We hebben afgesproken om in het weekend een groot deel van de tweede deelvraag af te hebben.

08-122016

5 uur

Bogerman & thuis

Ik loop een beetje vast op de vraag of de resultaten van de enquĂŞte al in de deelvragen verwerkt mag worden of niet.

Geen afspraken.

10-122016

5 uur

Thuis

Vandaag ben ik in mijn tussenuren op school bezig geweest met het PWS. Toen ik thuis kwam, ben ik ook gelijk weer begonnen. Ik heb weer naar de resultaten van de enquĂŞtes gekeken en een aantal diagrammen gemaakt. Ook heb ik weer extra informatie aan mijn beide deelvragen toegevoegd. Ik ben vandaag bezig geweest met het afronden van mijn deelvragen. Ze zijn bijna af!

Ik ben heel blij dat mijn deel van de deelvragen al bijna af is, dat geeft rust.

Ik heb met mezelf afgesproken om morgen mijn deelvragen af te hebben.

11-122016

3 uur

Thuis

Mijn deelvragen zijn af! Yes.

Ik ben tevreden over het resultaat.

Geen afspraken.

12-122016

50 minut en

Bogerman

Vandaag hebben we Het PWS krijgt nu echt in een tussenuur het vorm, wat heel leuk is grootste deel van het om te zien. voorwoord geschreven en een klein deel van de inleiding.

Geen afspraken.

78


14-112016

2 uur

Thuis

Ik ben mijn deelvragen doorgegaan om te zoeken naar spelfouten en verkeerde formuleringen.

Dit duurde langer dan ik had verwacht.

Geen afspraken.

15-112016

1 uur

Bogerman

Ik heb het gevoel dat de voetnoten in ons stuk best wel goed zijn en kloppen. Het PWS krijgt zo een wat professionelere uitstraling, wat ik erg leuk vind.

Geen afspraken.

16-11

1,5 uur

Bogerman

Anne en Mirthe hebben het voorwoord en de inleiding afgeschreven. Ik kwam wat later, dus ik heb daar niet aan mee kunnen helpen. Ik heb ze beide nagelezen. We hebben gediscussieerd over het bekende voetnotenprobleem. We weten nooit precies wanneer we nou wat moeten gebruiken. Vandaag heb ik een paar voetnoten in mijn stuk veranderd. Ik heb van alle linkjes bitly’s gemaakt en ik heb een aantal namen voluit geschreven.

We zijn wel steeds heel lang bezig met het perfect maken van de voetnoten, maar ik vind het wel leuk werk. Wij vinden het heel belangrijk om informatie goed te annoteren.

16-112016

5,5 uur

Thuis

Ik ben vanavond bezig geweest met het resultatenhoofdstuk. Het hoofdstuk is bijna af.

Ik dacht dat ik dit zo wel even kon doen, maar er zat toch meer werk in dan ik had verwacht. Al onze eerdere berekeningen klopten niet, omdat er een aantal leerlingen ongeldige antwoorden ingevuld hadden. Ik wil dit hoofdstuk heel graag af hebben, want dan hebben we dat maar gedaan.

Ik heb met Anne en Mirthe afgesproken dat ik vanavond het resultatenhoofdstuk ga schrijven. Ook hebben we morgen samen bij Mirthe afgesproken voor het schrijven van de conclusie, discussie en aanbeveling. Ik heb met mezelf afgesproken om het resultatenhoofdstuk morgen af te maken.

79


17-122016

1 uur

Thuis

Ik heb vanochtend het resultatenhoofdstuk afgemaakt.

Ik ben erg tevreden Geen afspraken. over het eindresultaat! Ik heb er veel tijd in gestoken.

17-112016

5 uren

Bij Mirthe thuis

We zijn alle drie erg trots op onszelf dat we zo’n PWS kunnen afleveren. Ook geeft het heel veel rust dat hij nu al af is.

Bij Mirthe hadden we afgesproken dat ik de uitwerkingen zou uitprinten.

19-112016

2 uur

Thuis

We hebben vandaag het hele PWS afgemaakt. Conclusie, aanbeveling en discussie geschreven. Ook hebben we de voorkant en het voorblad gemaakt. ’s Avonds heb ik thuis nog de uitwerkingen van de enquête uitgeprint. Vandaag heb ik een opzet gemaakt voor mijn presentatie.

Ik vind het wel erg spannend, zo’n presentatie. Maar het komt vast goed.

Morgen hebben we met meneer Dekker afgesproken om onze presentatie te bespreken.

20-112016

2,5 uur

Thuis & Bogerman

Ik was ’s avonds heel erg zenuwachtig ineens. Ik ben bang dat ik alles vergeet.

We hebben afgesproken om morgen om 8 uur op school te zijn. Dan kunnen we alvast de presentatie gaan voorbereiden.

21-112016

0,5 uur

Thuis

We hebben de laatste puntjes op de i gezet voor de presentatie. Met meneer Dekker heb ik besproken hoe ik de volgorde van mijn deel kan veranderen. Ik heb mijn deel van de presentatie voor de laatste keer doorgenomen.

Ik heb er wel vertrouwen in, maar vind het erg spannend.

Geen.

80


Bijlage 6 Uitwerkingen van de enquĂŞte

81


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.