Jeugdstrafrecht Profielwerkstuk Havo 5 AMS 1 december 2015
Frederike Hibma Hester Bruinsma Judith Hessels
Inhoudsopgave
4.2. 4.3. 4.4. 4.5.
1. Voorwoord Blz. 2 ďƒ˜ Format Blz. 3 2. Hypotheses Blz. 4-5 3. Onderzoeken Blz. 6 4. Deelvragen 4.1. Waarom krijgen jongeren aangepaste straffen en wat zijn deze? Blz. 7-9 Wat is de algemene mening van jongeren over aangepaste straffen voor jongeren? Blz. 10-15 Waarom overtreden jongeren de wet en hoeveel jongeren overtreden de wet per jaar? Blz. 16-18 Wie legt de straffen op en hoe worden deze bepaald in rechtbank Noord-Nederland? Blz. 19-21 Hoe gaat de procedure in rechtbank Noord-Nederland? Blz. 22-23 4.6.A. Wat voor behandeling krijgen jongeren nadat zij veroordeeld zijn? Blz. 24-27 4.6.B. Subdeelvraag: Wat gebeurt er met de jongere nadat zij uit de jeugdinrichting komen? Blz. 28 4.7.A. Overtreden jongeren de wet vaak opnieuw nadat ze voor de eerste keer zijn opgepakt? En waarom? Blz. 29 4.7.B. Subdeelvraag: 2
.8. .9.
Wat voor invloed hebben de aangepaste straffen gehad op de ondervraagde gedetineerde? Zijn ouders er altijd van op de hoogte wat hun kinderen doen i.v.m. het overtreden van de wet? Herziening van het strafrecht 5. Hoofdvraag (conclusie) 5.1. Waarom is het zinvol dat jongeren een aangepaste straf krijgen (t.o.v. ouderen) 6. Extra's .1. Nieuwsbericht 6.2. Weetjes 7. Dankwoord 8. Afsluiting 9. Bronvermelding 10. Bijlagen • Enquête over jongerenstrafrecht • Enquête over onwetendheid van volwassenen • Vragen interview: Forensische psychiatrische afdeling (GGZ) – Jeugdinrichting Den Helder (Doggershoek) • Planning • Logboeken Logboek Judith Logboek Frederike Logboek Hester • Herziening van het strafrecht
1.
Blz. 30-34 Blz. 35-39 Blz. 40 Blz. 41-42 Blz. 43 Blz. 44 Blz. 45 Blz. 46 Blz. 47-48 Vanaf blz. 49
Voorwoord
Je hoort het steeds vaker, jongeren die strafbare feiten plegen en daardoor in aanraking komen met Bureau Halt of justitie. De alcoholwet is al veranderd. Toch drinken veel minderjarigen nog steeds en hoor je steeds meer over comazuipen. Waarom worden jongeren milder behandeld? Is dit wel zinvol, en waarom dan? Gaan jongeren na hun straffen vaak weer de fout in? Dit is precies wat wij willen gaan onderzoeken. Wij proberen aan de hand van dit PWS stapsgewijs antwoord te geven op deze vragen. De studies die wij waarschijnlijk gaan volgen zijn rechten (Judith), SJD (Hester) en HBO-V (Frederike). Met deze studies kunnen wij terecht komen in de sector van het (straf)recht. Bijvoorbeeld: Rechten Advocatuur/rechter SJD Jeugdinrichting/juridische dienstverlener HBO-V Begeleider in inrichtingen (FPA bijv.) Mede dankzij onze studiekeuze kwamen wij terecht bij het onderwerp ‘jeugdstrafrecht’. Doordat wij alle drie graag een onderzoek wilden doen onder onze eigen leeftijdsgroep kwamen wij terecht bij het strafrecht. Het recht op zich interesseerde ons sowieso, het jongerenstrafrecht was nóg leuker. In onze omgeving zien wij leeftijdsgenoten regelmatig alcohol drinken en drugs 3
gebruiken. De manier hoe dit wordt aangepakt in de maatschappij en of dit de juiste manier is leek ons een perfect onderwerp. Aan de hand van verschillende onderzoeken (enquêtes & observaties) willen wij antwoord geven op onze hoofdvraag: ‘Waarom is het zinvol dat jongeren aangepaste straffen krijgen? (t.o.v. volwassenen)’ Onze opdrachtgever hierbij is Paul Bruinsma, hij heeft gewerkt in de jeugdinrichting ‘Doggershoek’ en is nu werkzaam in de FPA.
Format Profielwerkstuk Sector(en)/profiel(en) Titel opdracht Aantal leerlingen De opdrachtgever
PWS 5 HAVO Economie & Maatschappij Jongeren Strafrecht 3 leerlingen Paul Bruinsma- of één van zijn collega’s van de FPA (Forensische Psychiatrische Afdeling, GGZ)
Opdrachtnemer Opdrachtbeschrijving
Hester Bruinsma, Frederike Hibma, Judith Hessels Verzamel informatie over probleemjongeren en hun aangepaste straffen. Onderzoek o.a. waarom jongeren de fout in gaan en of dit vaker gebeurt. Geef uiteindelijk antwoord op de hoofdvraag.
De opdracht
Het maken en presenteren van het PWS in 5 havo.
4
Specificaties De opdrachtgever verwacht:
Antwoord op de hoofdvraag:
Waarom is het zinvol dat jongeren aangepaste straffen krijgen? (t.o.v. volwassenen) Onderzoek de volgende deelvragen (en verwerk deze in je verslag met de resultaten):
• Waarom krijgen jongeren aangepaste straffen en wat zijn deze? • Wat is de algemene mening van jongeren over aangepaste straffen voor jongeren? • Waarom overtreden jongeren de wet en hoeveel jongeren overtreden de wet per jaar? • Wie legt de straffen op en hoe worden deze bepaald in rechtbank Noord-Nederland? • Hoe gaat de procedure in rechtbank Noord-Nederland? • Wat voor behandeling krijgen jongeren nadat zij veroordeeld zijn? Subdeelvraag: Wat gebeurt er met de jongeren nadat zij uit de jeugdinrichting komen? • Overtreden jongeren de wet vaak opnieuw nadat ze voor de eerste keer zijn opgepakt? En waarom? Subdeelvraag: Wat voor invloed hebben de aangepaste straffen gehad op de ondervraagde gedetineerde? • Zijn ouders er altijd van op de hoogte wat hun kinderen doen i.v.m. het overtreden van de wet? • Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat jongeren na hun eerste wettelijke overtreding, direct hun lesje hebben geleerd?
Door middel van:
• • • • • • •
Gesprek met Paul Bruinsma Observatie in GGZ Observatie/interview/gesprek Bureau Halt Observatie/interview/gesprek rechtbank Interview met (probleem)jongeren/volwassenen indien mogelijk Interview werknemers jongeren inrichtingen Enquêtes onder jongeren & volwassenen
2. Hypotheses Hypothese hoofdvraag •
Waarom is het zinvol dat jongeren een aangepaste straf krijgen (t.o.v. volwassenen) Hypothese: Wij denken dat aangepaste straffen zinvol zijn, omdat jongeren en volwassenen nog niet op dezelfde manier denken. Jongeren hebben vaak impulsieve acties en denken niet na over de gevolgen hiervan. Jongeren verdienen hierom een 2 e kans. Jongeren zijn ook sneller beïnvloedbaar. De omgeving van een minderjarige kan erg veel impact hebben op zijn/haar gedrag. Hier moet meer rekening mee worden gehouden dan bij volwassenen.
5
Hypotheses deelvragen • Waarom krijgen jongeren aangepaste straffen? Hypothese: De hersenen van jongeren zijn nog niet helemaal ontwikkeld. Hierdoor kunnen zij nog niet altijd de gevolgen van bepaalde beslissingen overzien en maken ze vaker foute keuzes. Wij denken dat dit de reden is dat jongeren aangepaste straffen krijgen, ze verdienen een tweede kans om te bewijzen dat ze nu begrijpen dat ze een verkeerde keuze hebben gemaakt. De hersenen van volwassenen zijn al wél helemaal ontwikkeld, hierdoor kunnen zij beter de gevolgen van een keuze over zien, en worden volwassenen harder aangepakt op hun foute keuzes. • Wat zijn de aangepaste straffen voor jongeren? Hypothese: Jongeren worden eerst naar (bijv.) “Bureau Halt” gestuurd nadat ze bijvoorbeeld iets hebben gestolen. Volwassenen zouden direct worden opgepakt. Bij Bureau Halt krijgen jongeren dan een taakstraf, een opdracht of een waarschuwing. Wanneer jongeren een ernstige misdaad begaan, worden ze naar een jongerengevangenis gestuurd. Ze worden niet, zoals volwassenen, in de gevangenis gezet met meerderjarigen. In een jongerengevangenis krijgen jongeren meer psychische hulp en worden ze omringd door leeftijdsgenoten. • Wat is de algemene mening van jongeren over aangepaste straffen voor jongeren? Hypothese: Jongeren zullen het zelf niet erg vinden dat zij bijvoorbeeld een verslag moeten schrijven voor bureau Halt in plaats van een zwaardere straf die een volwassene bij dezelfde overtreding opgelegd zou krijgen. Wij denken dat jongeren de manier hoe het nu gaat prima vinden en hier weinig op aan te merken hebben. • Hoeveel jongeren overtreden jaarlijks de wet? Hypothese: Jaarlijks overtreden 1 op de 5 jongeren de wet. Dit zijn in een klas van 30 leerlingen zijn dit 6 leerlingen. Dit hebben wij bepaald op basis van jongeren op onze school. • Waarom overtreden jongeren de wet? Hypothese: Jongeren zijn erg beïnvloedbaar, wanneer vrienden iets doen, ligt de groepsdruk vaak hoog en voelen jongeren zich verplicht om te volgen. Ook hebben veel jongeren problemen thuis, op school of ergens anders. Een misdaad begaan kan dan voor afleiding of oplossingen zorgen. Omdat jongeren niet nadenken over de gevolgen van iets, maken ze vaak de verkeerde keuze. Hierdoor overtreden ze de wet en zien ze de ernst van de situatie vaak niet in.
• Wie legt de straffen op en hoe worden deze bepaald? Hypothese: In ernstige gevallen bepaald de rechter de straffen voor jongeren, dit proces verloopt hetzelfde als bij volwassenen. Wanneer jongeren bij Bureau Halt of een ander instituut terecht komen, bepaald dit instituut de straf. • Hoe gaat de procedure? Hypothese: De procedure hangt af van de ernst van de situatie, wanneer er een klein misdrijf is begaan, worden jongeren opgepakt naar Bureau Halt (of een ander instituut) gestuurd overhoord over het misdrijf een taakstraf opgelegd een laatste bezoek als afsluiting. Wanneer jongeren een ernstig misdrijf begaan, worden ze opgepakt naar het politiebureau gebracht, overhoord over het misdrijf a.d.h.v. de ernst van de situatie worden jongeren 6
waarschijnlijk naar huis gestuurd met een controlerende enkelband, vervolgens komt de rechtszaak en word de straf opgelegd. • Wat voor behandeling krijgen jongeren nadat zij veroordeeld zijn? Hypothese: Wanneer jongeren een taakstraf, celstraf (in een jongerengevangenis) of een waarschuwing krijgen, wordt er rekening gehouden met verschillende factoren. De thuissituatie en de reden van het misdrijf kunnen reden zijn om de straf te verminderen voor jongeren. Wanneer jongeren hun straf uitvoeren/uitzitten krijgen zij veel psychologische steun, om ervoor te zorgen dat ze begrijpen wat ze hebben gedaan, om ze te helpen met de reden van hun keuze en ervoor te zorgen dat jongeren niet nog een keer de fout in gaan. Volwassenen krijgen minder psychologische steun en worden meer aan hun lot over gelaten. • Overtreden jongeren de wet vaak opnieuw nadat ze voor de eerste keer zijn opgepakt? En waarom? Hypothese: Nadat jongeren voor de eerste keer zijn opgepakt en een straf opgelegd hebben gekregen, zijn ze vaak erg geschrokken. Wij denken dat ongeveer 50% van de jongeren spijt heeft van hun keuze en niet nog een keer de wet overtreden. De andere 50% ziet de ernst niet in van hun situatie en begaan later opnieuw een misdrijf. • Zijn ouders er altijd van op de hoogte wat hun kinderen doen i.v.m. het overtreden van de wet? Hypothese: Kinderen vertellen tegenwoordig weinig aan hun ouders. Wij denken dat ongeveer 2/3 van de ouders niet weet wat hun kinderen allemaal uitvoeren i.v.m. het overtreden van de wet. De ouders van jongeren die de wet over treden zullen dit volgens ons pas te weten krijgen op het moment dat zij een belletje krijgen van de politie. • Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat jongeren na hun eerste wettelijke overtreding, direct hun lesje hebben geleerd? Hypothese: Doordat jongeren op een mildere manier worden behandeld dan volwassenen, zitten er ook jongeren tussen die hun lesje maar niet leren. Wij zullen verbeteringen in het strafrecht moeten maken om ervoor te zorgen dat ook déze jongeren beseffen dat het overtreden van de wet niet door de beugel kan.
3. Onderzoeken Om onze hoofdvraag te kunnen beantwoorden, hebben wij een aantal onderzoeken gedaan. Op dinsdag 29 september zijn wij naar rechtbank Noord-Nederland geweest. Hier hebben wij een interview gehad met Mevrouw I.M.Dölle. Zij is eerst advocaat geweest en rechter voor volwassenen, nu is ze jeugdrechter. Zij kon ons alles vertellen over de jongerenstrafrechten en de verschillen met ouderen. Alle vragen die we hadden konden we haar stellen, ze heeft ons goed kunnen helpen met ons PWS. Onze opdrachtgever Paul Bruinsma heeft 17 jaar gewerkt in een open inrichting in Leeuwarden. Hierna is hij begonnen met werken in de gesloten jeugdinrichting: ‘Doggershoek’ in Den Helder. Nu 7
werkt Paul in de FPA Franeker. Paul heeft ervoor kunnen zorgen dat wij een rondleiding op de FPA Franeker kregen en dat we een interview konden houden met een gedetineerde. Op maandag 5 oktober heeft dit plaatsgevonden. Eerst hebben we een rondleiding gehad en konden we zien hoe de gedetineerden leefden in de FPA. Daarna hebben wij een interview gehouden met de desbetreffende gedetineerde. Paul was voor ons de perfecte opdrachtgever, doordat Paul met jongeren en met ouderen heeft gewerkt konden wij goed naar de verschillen vragen en hier weer conclusies uit trekken. Verder hebben wij enquêtes afgenomen onder jongeren over het jongerenstrafrecht, zo zijn we meer te weten gekomen over wat jongeren zelf over aangepaste straffen weten. Eveneens hebben wij onder volwassenen een enquête afgenomen over hun kinderen. Hierdoor konden wij antwoord geven op de deelvraag ‘Zijn ouders er altijd van op de hoogte wat hun kinderen doen? (i.v.m. het overtreden van de wet)’.
4. Deelvragen 4.1. Waarom krijgen jongeren aangepaste straffen en wat zijn deze? Jongeren t/m 18 jaar zijn nog erg in ontwikkeling. Hun hersenen zijn nog aan het groeien en veranderen. Bij volwassenen is die ontwikkeling afgelopen en zijn de hersenen volgroeid. Omdat bij jongeren (t/m 18) bepaalde delen in de hersenen nog niet volledig ontwikkeld zijn is het voor jongeren erg lastig om beslissingen te nemen en de gevolgen te overzien. Dit kan één van de redenen zijn waarom jongeren aangepaste straffen krijgen. Volwassenen kunnen deze gevolgen wel overzien en zijn daarom (meestal) meer bewust van wat hun beslissingen betekenen en wat de gevolgen hiervan kunnen zijn. 8
Wat zijn de aangepaste straffen voor jongeren? Het jeugdstrafrecht geldt voor jongeren van 12 tot en met 18 jaar die een strafbaar feit hebben gepleegd. Eventueel kan de rechter het jeugdstrafrecht ook toepassen op volwassenen tot 23 jaar. Kinderen onder de 12 jaar die een strafbaar feit hebben gepleegd worden niet vervolgd. Bij vergrijpen zoals vernieling, diefstal etc. wordt er met de ouders gesproken door de politie. De Politie mag de kinderen doorsturen naar Bureau Jeugdzorg die de kinderen begeleid. Als kinderen onder de 12 jaar meerdere malen in aanraking komen met de politie komt het kind voor de rechter. De rechter kan beslissen om een gezinsvoogd aan te stellen die toezicht houdt op het kind. We onderscheiden twee soorten strafbare feiten. Dit zijn overtredingen en misdrijven. Overtredingen zijn lichte strafbare feiten. Zoals: verkeersovertredingen, vernielingen, beledigen van ambtenaar in functie etc. Misdrijven zijn ernstigere strafbare feiten. Zoals: moord, poging tot moord, drugshandel, ontvoering etc. Misdrijven zijn ernstiger strafbare feiten. Deze zaken worden door de rechters van de rechtbank behandeld. De Nederlandse strafwet is van toepassing op iedereen die in Nederland een strafbaar feit pleegt. Ook is de Nederlandse strafwet van toepassing op iedereen die buiten Nederland aan boord van een Nederlands vaartuig of luchtvaartuig een strafbaar feit pleegt. Maar wat zijn nou eigenlijk de verschillen tussen het strafrecht voor volwassenen en het jongeren strafrecht? We hebben een aantal voorbeelden uitgekozen om te kunnen laten zien wat precies de verschillen zijn van de straffen. Strafbaar feit: Winkeldiefstal Winkeldiefstal is het stelen van 1 of meer artikelen uit een winkel of warenhuis. We gaan er bij ons voorbeeld vanuit dat er een artikel of artikelen zijn gestolen met een waarde tussen €0,- euro en €50,- euro. Ook gaan we ervanuit dat dit de eerste keer is dat de dader in aanraking komt met de politie. - Winkeldiefstal gepleegd door volwassene: De volwassene gaat mee naar het politiebureau na het plegen van het strafbare feit. De dader krijgt een strafblad en een geldboete van minstens €120 euro en maximaal €1200 euro. Dit geldbedrag hangt af van de waarde van het artikel dat is gestolen. Een strafblad betekent dat er strafbare feiten geregistreerd zijn bij politie en justitie. Zo’n registratie kan problemen geven bij het solliciteren naar een baan. - Winkeldiefstal gepleegd door jongere: Als een jongere een winkeldiefstal pleegt komt de dader in aanraking met Bureau Halt. De ouders van de jongere moeten akkoord gaan met de deelname van de jongere aan de Halt-straf en dat de jongere zijn/haar gemaakte afspraken nakomt. De Halt-straf is een korte aanpak waarbij de dader wordt geconfronteerd met zijn/haar gedrag en de gevolgen ervan. Er komt als eerst een startgesprek. Bij dit gesprek gaat de dader samen met de ouders naar Bureau Halt. In dit gesprek wordt er besproken wat er is gebeurd en waarom. Hierna moet de dader zijn/haar excuses aanbieden bij het slachtoffer, in dit geval is dat de eigenaar van de winkel. De dader zal de gestolen artikelen ook moeten terugbetalen. Ook zal de dader een leeropdracht moeten maken. Dit kan bijvoorbeeld een verslag zijn over wat er is gebeurd en waarom het in het vervolg niet weer zal gebeuren. 9
Het verschil: Als een jongere een winkeldiefstal pleegt wordt ervoor gezorgd dat er geen strafblad komt, volwassenen krijgen dit wel. Ook willen ze er bij de jongere voor zorgen dat de dader niet opnieuw een strafbaar feit zal plegen. De volwassen dader zal een geldboete moeten betalen en wordt voor de rest niet meer vervolgd en er worden geen verdere maatregelen getroffen. Wat is het verschil tussen gevangenschap van een volwassene en een jongere? Dat gaan we nu uitleggen. Volwassenengevangenis (PI): In de gevangenis zijn veel regels. Er is ook een globaal dagprogramma: opstaan, eten, werken, sporten en op bed gaan. De gevangene mag per dag 1 uur luchten. Luchten betekent dat de gevangene in de buitenlucht mag komen. Er is in de gevangenis een binnenplaats met hoge hekken en muren, ook lopen hier telkens bewaarders rond. Hier mag de gevangene dus 1 uur per dag zijn. De gevangenen kunnen in de gevangenis ook werken. Het werk dat ze verrichten is erg eenvoudig. Meestal moeten ze dingen inpakken en/of tellen. Het inpakken van schroefjes, snoep etc. Ook kunnen ze schoonmaken. Je moet de gevangenis dus opruimen en netjes houden. Gevangenen mogen alleen werken als ze zich goed gedragen. Als de gevangen zich goed gedragen mogen ze ook een deel van de dag buiten hun cel doorbrengen. Ze kunnen dan spelletjes spelen en tv kijken met andere gevangenen. Dit wordt recreatie genoemd. Als de gevangene geen goed gedrag vertoont moeten ze naar een strafcel. In deze strafcel hebben ze alleen een deken en een matras op de grond. De gevangene mag 1x per week bezoek ontvangen. Er is een bezoekerszaal waar ze met elkaar kunnen praten. In de bezoekerszaal zijn ook bewaarders die alles wat er gebeurt in de gaten houden. Als het bezoek weg is gaan de gevangen weer terug naar hun cel. Maar voordat ze naar hun cel gaan worden ze gecontroleerd of ze niet iets stiekem van de bezoeker hebben gekregen. De gevangene moet zich dan helemaal uitkleden zodat alles goed kan worden gecontroleerd. Jeugddetentie: Jeugddetentie is een justitiĂŤle jeugdinrichting. Jongeren van 12 tot en met 15 jaar kunnen hier maximaal 12 maanden verblijven. Jongeren van 16 of 17 jaar kunnen hier maximaal 24 maanden verblijven. In de jeugddetentie gaan jongeren gewoon naar school en ze krijgen buiten school ook les in bijvoorbeeld het aanleren van sociale vaardigheden en beter omgaan met woede. Een jongere kan ook veroordeeld worden tot nachtdetentie. Dit houdt in dat ze overdag naar school gaan en buiten school in een jeugdinrichting doorbrengen. Dit is omdat de veroordeelde zijn studie kan blijven volgen.
Het verschil: De volwassenen in de gevangenis zitten echt in een gevangenschap met strenge regels. De volwassenen zitten er vooral om ‘gewoon hun straf uit te zitten’. Bij jeugddetentie krijgen de jongeren veel aandacht om sociale vaardigheden te verbeteren. In de jeugddetentie willen ze ervoor zorgen dat de jongeren als ze vrij komen niet weer de fout in gaan door het opnieuw plegen van een misdrijf. Ook gaan ze bij jeugddetentie verder met school of mogen de jongeren verder met hun opleiding. Als volwassenen nog aan het studeren zijn zullen ze deze niet meer kunnen afmaken. Volwassenen kunnen erg lang vastzitten in de gevangenis maar jongeren kunnen maximaal maar 2 jaar vastzitten.
10
Voor jongeren zijn er ook nog gedrag beïnvloedende maatregels (GBM). Een gedrag beïnvloedende maatregel houdt in dat de jongere trainingen en/of behandelingen krijgt om zijn gedrag te veranderen. Er zijn veel verschillende trainingen bijvoorbeeld: agressietrainingen, trainingen om te leren van alcohol en drugs af te blijven of gezinsgerichte trainingen. Deze maatregel duurt minimaal 6 en maximaal 12 maanden. Als de GBM niet goed verloopt wordt de jongere veroordeelt tot jeugddetentie.
4.2. Wat is de algemene mening van jongeren over het aangepaste strafrecht? Er is een aangepast strafrecht voor de jongeren, maar wat vinden ze er eigenlijk zelf van? Wij hebben onderzocht wat jongeren op de AMS van het jongerenstrafrecht vinden, of ze al eens in aanraking zijn geweest met de politie en of ze weleens de wet hebben overtreden. Dit onderzoek hebben wij gehouden door middel van een enquête. Deze enquête hebben we uitgedeeld aan jongens en meisjes met een leeftijd van 14 t/m 18 jaar op de AMS.
11
Hier hebben we de resultaten van de afgenomen enquĂŞte. Als eerste zijn er vragen om te weten te komen hoeveel jongeren zelf al in aanraking zijn geweest met de politie en of ze zelf wel eens de wet hebben overtreden.
Uit ons onderzoek is gebleken dat 65% van de jongeren toegeeft wel eens de wet te hebben overtreden. En 35% zegt de wet nog nooit te hebben overtreden. Je kunt nu denken aan strafbare feiten zoals: het gebruik van een vals legitimatiebewijs, vernielingen, diefstal, inbraak etc. Ruim meer dan de helft heeft zich dus schuldig gemaakt aan het plegen van een strafbaar feit.
12
30% van de ondervraagde jongeren is wel eens in aanraking gekomen met de politie. 70% heeft nog nooit te maken gehad met de politie. Met ‘in aanraking komen met politie’ bedoelen wij dat de jongere is staande gehouden of is aangehouden door de politie. Wat is het verschil tussen een staandehouding en een aanhouding? Als de politie jou aanspreekt bij, bijvoorbeeld: een verkeersovertreding, geluidsoverlast etc. dan spreken we van een staandehouding. De politie zal je vertellen voor welk strafbaar feit je bent staandegehouden en zal je op straat verhoren. Je kunt dan een boete krijgen van de politie. Een aanhouding gaat wat verder dan een staandehouding. Bij een aanhouding wordt je meegenomen naar het politiebureau. Dit kan dus gebeuren als de jongere verdacht wordt van het plegen van een strafbaar feit. Jongeren kunnen in aanraking komen met de politie door bijvoorbeeld: overlast maken in de buurt, openbaar dronkenschap, vernielingen op straat, (winkel)diefstal etc.
Hier boven staan de resultaten van de vraag of de jongeren, nadat ze in aanraking zijn gekomen met de politie, zijn vervolgd. 15% van de jongeren is vervolgd voor het plegen van een strafbaar feit. Dit betekent dus dat 85% van de jongeren nog nooit is vervolgd.
13
Uit de vraag of de jongeren een andere jongere kennen die wel eens een boete, taakstraf of gevangenisstraf heeft gekregen kwam het volgende resultaat: Een ruime meerderheid van 65% kent een andere jongere die wel eens of meerdere keren een boete, taakstraf of gevangenisstraf heeft gekregen. 35% van de jongeren kent niemand die dit opgelegd heeft gekregen. Nu komen de vragen over wat jongeren zelf vinden van het aangepaste strafrecht en wat ze ervan weten
Wat vinden de zelf? Moeten jongeren straf hebben
jongeren de criminele nadat ze hun gehad nog
psychologische hulp hebben? 65% van de jongeren vindt psychologische hulp erg van belang nadat de jongere hun straf opgelegd hebben gekregen. 35% vindt het niet nodig om de criminele jongere nog psychologische hulp te bieden.
14
Van de gevraagde jongeren zegt een meerderheid van 85% zijn gedrag aan te passen na het krijgen van een taakstraf. Een klein deel van 15% zou zijn gedrag niet aanpassen en gewoon zo doorgaan. Uit deze vraag blijkt dus dat een taakstraf wel zou helpen om jongeren op het goede pad te krijgen.
We hebben de jongeren gevraagd wat ze denken hoe jongeren anders worden behandeld ten opzichte van volwassenen. 20,5 % van de jongeren denkt dat het verschil is dat jongeren een kortere gevangenisstraf krijgen. Dit klopt ook, jongeren krijgen maximaal 2 jaar celstraf en dit is in een jeugdgevangenis. 18,2% denkt dat de jongeren helemaal geen gevangenisstraf krijgen. Dit is fout, jongeren kunnen wel gevangenisstraffen krijgen alleen niet in dezelfde gevangenis als volwassenen.
15
22,7% van de jongeren denkt dat de jongeren meer psychologische hulp krijgen nadat ze een strafbaar feit hebben gepleegd. Dit is waar, ze krijgen meer gesprekken om te kijken wat er aan de hand is en hoe het verandert kan worden. 15,9 % van de jongeren denkt dat de jongeren alleen boetes en taakstraf kunnen krijgen. Dit is fout, zoals al eerder is gezegd kunnen de jongeren ook gevangenisstraf krijgen. 22,7% van de jongeren denkt dat de jongeren lagere boetes zullen krijgen t.o.v. volwassenen. Dit klopt ook niet, jongeren krijgen dezelfde boetes als volwassenen.
We hebben de jongeren ook gevraagd of ze de wet eerder zouden overtreden als ze met vrienden zijn. 55% van de jongeren geeft toe eerder de wet te overtreden in het bijzijn van vrienden. 20% van de jongeren beweert dit niet te doen en zich niet laat beïnvloeden door zijn/haar vrienden. De overige 20% is er niet helemaal over uit en zegt dat een beetje beïnvloedbaar zijn. Uit deze vraag kunnen wij leiden dat groepsdruk te maken heeft met de criminaliteit onder jongeren. Dit komt omdat jongeren het belangrijk vinden wat anderen van ze vinden, ze willen bij een groepje horen. Als ze met een groep zijn en er ontstaan ideeën om een strafbaar feit te plegen zal de jongere onder druk staan en al gauw meedoen. De jongere zal denken dat hij/zij hierdoor bij de groep hoort.
16
26,7% van de jongeren zegt dat zijn/haar omgeving teleurgesteld zou reageren. 26,7% van de jongeren zegt dat zijn/haar omgeving boos zou reageren. 6,7% van de jongeren zegt dat zijn/haar omgeving lacherig/pocherig zou reageren. 3,3% van de jongeren zegt dat zijn/haar omgeving onder de indruk zou zijn. 30% van de jongeren zegt dat zijn/haar omgeving geschrokken zou reageren. 6,7% van de jongeren zegt dat zijn/haar omgeving ongeïnteresseerd zou reageren. De laatste vraag van onze enquête was een open vraag. De vraag luidde: “Wat zou jij anders doen dan de overheid aan probleemjongeren?” Hier kwamen veel verschillende antwoorden. Een groot aantal zou niks veranderen aan de aanpak van probleemjongeren. Ze vinden dat alles zo goed gaat en dat er geen andere manier is om een betere aanpak te krijgen. Andere jongeren kwamen met verschillende ideeën zoals: - meer psychologische hulp - hogere boetes en langere taakstraffen - steeds hoger oplopende boetes (dus de eerste boete is het laagst en telkens als de jongere de wet weer overtreedt een hogere boete geven)
17
4.3. Waarom overtreden jongeren de wet en hoeveel zijn dit er per jaar? Er zijn 4 hoofdoorzaken waarom jongeren een strafbaar feit plegen. Deze oorzaken zijn: 1. Opvallen voor vrienden Jongeren vinden het belangrijk wat klasgenoten, vrienden en vriendinnen van hun vinden. Jongeren willen graag bij een groepje horen. De meeste misdrijven die door jongeren worden gepleegd gebeuren dan ook in groepsverband. Het is niet zo dat alle jongeren van de groep meedoen aan het plegen van het strafbare feit. Sommige zullen het strafbare feit begaan en anderen zullen alleen toekijken. De misdrijven in groepsverband worden minder naarmate de jongeren ouder worden, maar de jongeren gaan vaak wel door met het plegen van strafbare feiten. Je kunt 3 verschillende groepen onderscheiden. • Hinderlijke groepen De hinderlijke groepen hangen samen rond in de buurt. De zogenaamde ‘hangjongeren’. Deze groep bestaat uit 10 tot 20 jongeren. De leeftijd ligt tussen de 13 en 16 jaar. Deze groep staat bekend om hun drank- en drugsgebruik, geluidsoverlast, provoceren etc. Deze groep bestaat nog niet uit criminele jongeren, sommigen uit de groep zullen wel eens in aanraking zijn gekomen met geweldsdelicten en vandalisme maar de hinderlijke groepen zijn gewoon op grensverkenning. Ze kijken hoever ze kunnen gaan. • Overlast gevende groepen De overlast gevende groepen bestaan ook uit 10 tot 20 jongeren. De leeftijd ligt iets hoger dan de hinderlijke groepen. De overlast gevende groepen bestaan vaak uit laaggeschoolde jongeren, jongeren zonder opleiding en/of werkende jongeren die veel spijbelen. Deze groepen krijgen vaak te maken met openlijke geweldplegingen en lichte mishandelingen. Het komt soms voor dat deze groep in bezit is van wapens. De overlast gevende groep pleegt doelbewust overtredingen. • Criminele groepen De criminele groepen bestaan uit ±30 jongeren. Er is een enorme spreiding van leeftijd in deze groepen. De leeftijd van de jongeren is tussen de 12 en 23 jaar. Ook deze jongeren zijn laaggeschoold. De jongeren uit de criminele groepen gebruiken veel alcohol en drugs. Ze plegen vaak hinderlijk gedrag zoals geluidsoverlast, vandalisme, provocatie etc. Maar deze groep pleegt ook zwaardere misdrijven zoals het handelen in drugs, diefstal en/of inbraak. De meesten van deze groep hebben een wapen bijvoorbeeld een steek of stootwapen. Dit wapen wordt ook daadwerkelijk gebruikt door de jongeren. De reden van deze groep om criminaliteit te plegen is vooral om geld te verdienen. 2. Criminaliteit plegen om aandacht te trekken Jongeren die criminaliteit plegen om aandacht trekken krijgen thuis meestal helemaal geen aandacht van hun ouders. De jongere krijgt het gevoel dat zijn/haar ouders niet van hem/haar houden. Als er veel problemen thuis zijn wil de jongere het liefst niet meer thuis zijn en om deze reden gaan ze rondhangen op straat en beginnen ze met het plegen van strafbare feiten.
18
3. Criminaliteit plegen voor de kick Vooral jongens plegen vaak criminaliteit voor de kick. Want ze houden ervan om af en toe te vechten. Daarmee willen ze stoer doen of een kick krijgen. Meestal zijn hun vechtpartijen niet zo heftig en raakt er niemand gewond. Maar toch loopt het soms een beetje uit de hand vooral als ze wapens hebben. Als de jongeren ouder worden, stoppen ze meestal met deze vechtpartijtjes voor de kick. 4. Criminaliteit plegen onder invloed van alcohol en drugs Het gebruik van alcohol en drugs komt tegenwoordig veel voor onder jongeren, het kan vaak de boosdoener zijn van uitgaansgeweld, vernielingen en overlast door rondhangende jongeren. Als je onder invloed bent, heb je meer last van impulsieve acties. Je hebt meer lef en doe je dingen die je normaal nooit zou doen. Zo zie je ook dat veel overtredingen voortkomen uit het nachtleven. Bij jongeren die een drugs- of gokverslaving hebben, komt het vaak voor dat ze geld tekort komen. Geldtekort is een veel voorkomende reden voor een wetovertreding onder jongeren. Dit zijn de vier voornaamste redenen waarom jongeren misdrijven plegen maar buiten dat zijn er nog een heleboel factoren die meespelen voor het plegen van strafbare feiten door jongeren. We hebben er een aantal op een rijtje gezet. School: - schoolbeleving - schooluitval - schooloptreden/schoolregels Gezin: - opvoeding - gezinsinteracties - problemen met de ouders - problemen ouders met elkaar - armoede thuis - werkeloze ouder Vrije tijd: - riskant gedrag van vrienden - vrijetijd besteding Persoonlijkheid: - zelfbeeld - zelfcontrole - zelfhandhaving Gedrag: - problemen zoals angst en depressies - problemen zoals agressiviteit en hyperactiviteit Probleemgedrag heeft erg te maken met persoonlijke en ook omgevingsfactoren. Meestal wordt probleemgedrag veroorzaakt door meerdere factoren samen. Het is de combinatie van verschillende factoren die elkaar versterken waardoor jongeren misdrijven gaan plegen. 19
Uit een onderzoek van Bureau Halt is gebleken dat: • 38 van de 100 jongeren hebben naar eigen zeggen weleens een delict gepleegd. • 69.000 jongeren zijn gehoord en geregistreerd als verdachte van een delict. • 11.700 jongeren een Halt-straf hebben gekregen. Dit zijn 9 op de 1000 jongeren in Nederland. • 31.350 jongeren zijn aangehouden als verdachte van een delict. Dit zijn 26 op de 1000 jongeren. • 22.800 strafrechtelijke daders zijn. Strafrechtelijke daders zijn jongeren die voor een jeugdrechter moesten komen of die een straf hebben gekregen via het OM. Dit zijn 19 op de 1000 jongeren. Deze statistieken gaan over jongeren met een leeftijd van 12 tot 18 jaar. Ongeveer 75% van alle door jongeren gepleegde delicten worden in groepsverband gepleegd.
20
4.4. Wie legt de straffen op en hoe worden deze bepaald in rechtbank Noord-Nederland? Wij hebben onderzoek gedaan in Rechtbank Noord-Nederland. Hier hebben wij gesproken met kinderrechter mevrouw I.M. Dölle. Zij is kinderrechter en doet enkelvoudige en meervoudige zaken. Een enkelvoudige rechtszaak houdt in dat er 1 rechter staat en dat er in deze rechtszaak maximaal 1 jaar gevangenisstraf mag worden gegeven. Meervoudige zaken zijn meestal zwaardere misdrijven. Bij deze rechtszaak staan dan ook 3 rechters. Deze bestaan uit de jongste rechter, de oudste rechter en de voorzitter. Dit wordt bepaald aan de hand van ervaring. Mevrouw I.M. Dölle vertelde ons dat de straf in een rechtszaak op meerdere manieren wordt bepaald. Voor jongeren én volwassenen gelden natuurlijk de wetten. Er wordt gekeken naar de feiten van het delict en er wordt geluisterd naar getuigen. In het wetboek staat welke straffen hierop staan. Vooral bij jongeren, is dit niet het enige waar op gelet wordt. Rechters kijken ook naar bijvoorbeeld verzachtende omstandigheden. Verzachtende omstandigheden zijn factoren, oorzaken of redenen waarom iemand de wet heeft overtreden. VOORBEELD ZAAK 1: 27 oktober 2015; Wever J. (16 jaar) is een avond weggeweest met zijn vrienden. Ze zijn op stap geweest en hebben alcohol gedronken. Wever J. is flink onder invloed, net als zijn vrienden. Wanneer zij onderweg naar huis fietsen loopt een man op straat zijn hond uit te laten. De hond begint te blaffen naar de groep jongens en rent naar hun fietsen toe. De hond springt speels tegen Wever J. op. Wever J. is geïrriteerd want de hond heeft zijn broek vies gemaakt. De man loopt naar Wever J. toe en doet vervolgens zijn hond aan de riem. Wever J. zegt: “Uw hond heeft mijn broek vies gemaakt, ziet u dat wel” De man bromt en zegt: “Dat interesseert me geen hol, houd je bek en fiets door met je rotkop.” Wever J. zijn vrienden beginnen te roepen en willen dat Wever J. gaat vechten. De man blijft staan en Jan stompt in de man zijn gezicht. Vervolgens komt de rest van de groep erbij staan en zijn beginnen met zijn allen in te slaan op de man. De man overlijdt een dag later in het ziekenhuis. De jongens hadden hem zo erg toegetakeld dat hij het niet heeft overleefd. (Dit delict is uitvoerig beschreven omdat hier de nadruk ligt op de verzachtende omstandigheden). In dit voorbeeld delict is het volgende kort samengevat gebeurd: Wever J. heeft gedronken, wordt pissig van een hond en de man die onbeleefd tegen hem praat, Wever J. wordt beïnvloed door zijn vrienden, stompt de man en zijn vrienden doen mee waardoor de man later overlijd. Wever J. is 16 jaar, hij wordt dus anders behandeld en heeft andere rechten dan een volwassene, omdat hij nog minderjarig is. Wever J. heeft gedronken, hij was aangeschoten en dacht dus niet goed na over de gevolgen van zijn acties. De man die Wever J. in elkaar heeft geslagen is onbeleefd tegen Wever J. Mevrouw I.M. Dölle vertelde ons dat in zo’n geval het van de rechter af hangt of dit verzachtend is of niet. Mevrouw Dölle zou dit zelf niet als een verzachtende omstandigheid zien, omdat iedereen weleens oneerlijk wordt behandeld en bijna niemand reageert dan op de manier hoe Wever J. in het voorbeeld delict reageerde. Naast dit, is Wever J. ook in een groep. Omdat Wever J. 16 jaar is en dus nog erg beïnvloedbaar, is dit erg belangrijk om te weten. De groep spoort hem aan om in actie over te gaan, hierdoor laat Wever J. zijn twijfel gaan en overtreed hij de wet. Zijn vrienden doen hier later aan mee.
21
Veroordeling Doordat de man overlijdt wordt het delict dat Jan en zijn vrienden zijn begaan benoemd met de naam “Dood door mishandeling”. Er zijn verschillende delicten in het strafrecht waarbij mensen om het leven komen. Deze bestaan uit ‘doodslag’, ‘dood door schuld’, ‘moord’ ,’dood door mishandeling’. Doodslag Volgens de wet is doodslag het opzettelijk een ander van het leven beroven. In tegenstelling tot veel andere delictsomschrijvingen, is deze simpel: een ander moet van het leven beroofd worden én dat moet opzettelijk gedaan worden. Dus de opzet is gericht op het doden van het slachtoffer, maar er is géén sprake van voorbedachte rade. Doodslag gebeurt meestal in een opwelling. In principe houdt ‘opzet’ in dat iemand het doel moet hebben gehad om een ander van het leven te beroven. Maar ook lichtere vormen van opzet zijn voldoende om van doodslag te spreken. De grens ligt bij voorwaardelijk opzet. Dit betekent dat er nog steeds van doodslag gesproken kan worden op het moment dat de dader een ander doel had dan de dood, maar zich wel realiseerde dat het slachtoffer om het leven zou kunnen komen en toch dit risico heeft genomen omdat het hem niets uitmaakte of het slachtoffer het zou overleven of niet. Dood door schuld Wanneer er sprake is van dood door schuld is er géén opzet die gericht is op het doden van het slachtoffer, maar is de dader het wel schuld dat het slachtoffer is overleden. Een voorbeeld van dood door schuld is: Bij het vrij zwemmen van een schoolklas, waarvan de helft wel en de helft niet kan zwemmen, let de badmeester niet op, waardoor een jongen in het bad verdrinkt. Moord Moord is een zwaar delict. Bij moord is de opzet ook gericht op het doden van het slachtoffer, maar is er wél sprake van voorbedachte rade. Iemand die schuldig wordt geacht aan moord, heeft dus: Een ander van het leven beroofd Heeft dat opzettelijk gedaan en Heeft dat met voorbedachten rade gedaan Voorbedachten rade houdt in dat de dader vooraf heeft nagedacht over wat hij ging doen, het gebeurde niet in een opwelling. Uiteraard hangt het van de situatie af wanneer iemand zich wel nog vooraf heeft kunnen beraden en wanneer niet. Dat beslist de rechter. Dood door mishandeling Bij mishandeling met de dood tot gevolg is er géén opzet die gericht is op het doden van het slachtoffer, maar wél opzet op het mishandelen van het slachtoffer. Door deze mishandeling is het slachtoffer overleden. Dit is dus het geval in het voorbeeld delict. Volwassenen kunnen voor doodslag een straf opgelegd krijgen van maximaal 15 jaar gevangenisstraf, (uiteraard zijn er verzwarende omstandigheden, wanneer iemand bijvoorbeeld ook een diefstal heeft gepleegd, in dat geval kun je 30 jaar gevangenisstraf krijgen), tevens kun je ook een geldboete van de 5e categorie (circa. €81.000) opgelegd krijgen. Minderjarigen worden compleet anders behandeld. Jongeren tussen 12 en 16 jaar kunnen maximaal 1 jaar gevangenisstraf krijgen. Voor jongeren tussen 16 en 18 jaar is dit 2 jaar. Jongeren worden dan geplaatst in een jeugdinrichting/detentie. Hier hoeven de jongeren niet de hele dag in hun cel te zitten en leven zij samen met andere jongeren. In deze inrichtingen krijgen zij psychologische hulp en worden zij voorbereid om normaal te functioneren in de maatschappij. 22
Toch kan de rechter een minderjarige berechtigen als een volwassene en een volwassene berechtigen als een minderjarige. Het gebeurt echter zelden dat een volwassene wordt berechtigt als een minderjarige. Zie onderstaand voorbeeld, waarin een minderjarige berechtigt word als volwassene. VOORBEELD ZAAK 2: Een paar jaar geleden schoot leerling Murat D. (16) de conrector van zijn school, het Terra College, dood. Hij zou in principe in aanmerking komen voor berechting op basis van het jeugdstrafrecht. Toch is Murat uiteindelijk als een volwassene berecht. De rechter heeft hierbij gekeken naar: De ernst van het strafbare feit. Het ging hier om moord op een docent van een school. Moord wordt in het algemeen gezien als het zwaarste misdrijf. Voor moord staat de hoogste maximale gevangenisstraf, namelijk levenslange opsluiting. De omstandigheden waaronder dit feit werd gepleegd. Het strafbare feit vond plaats midden op de dag in een door leerlingen en docenten bezochte kantine van die school, in een tijd waarin docenten tijdens hun werk steeds vaker worden geconfronteerd met agressie. De persoonlijkheid van de verdachte. In deze zaak kwamen deskundigen (psychologen en/of psychiaters) tot de conclusie dat Murat beter volgens het jeugdstrafrecht berecht zou kunnen worden. Uiteindelijk heeft ook de Hoge Raad (de hoogste Nederlandse rechter) zich over deze zaak geboden. De Hoge Raad vond ook dat de rechter een juiste keuze had gemaakt door Murat als volwassene te berechten. Murat is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar en TBS. Deze straf had op basis van het jeugdstrafrecht nooit opgelegd kunnen worden. De maximale jeugddetentie is namelijk 24 maanden en een TBS-maatregel is in het jeugdstrafrecht niet mogelijk 1. Dit voorbeeld is exact overgenomen van internet om een goed beeld te geven van de gegeven informatie. Uit onderzoek voor deze deelvraag is gebleken dat zelfs de manier waarop minderjarigen en meerderjarigen worden berechtigt enorm van elkaar verschillen. Zelfs in dit proces wordt al rekening gehouden met de gedachtegang van jongeren. Later in ons PWS weidden wij uit over de behandeling van jongeren. Wij zijn voor onderzoek naar rechtbank Noord-Nederland geweest. Hier hebben wij gesproken met kinderrechter mevrouw I.M. Dölle. Zij heeft ons veel verteld over de gang van zaken in de rechtbank. Zelf heeft zij ontelbaar veel zaken behandeld in deze rechtbank. We hebben de rechtbank uitvoerig kunnen bekijken en een interessant gesprek gehad met mevrouw I.M. Dölle. Dankzij de vele informatie die zij ons heeft gegeven, hebben wij deze deelvraag uitvoerig kunnen beantwoorden.
1 https://www.rechtspraak.nl/Recht-In-Nederland/ThemaDossiers/Pages/Berechting-minderjarigen.aspx 23
4.5. Hoe gaat de procedure in rechtbank Noord-Nederland? “In het recht bestaan veel verschillende soorten overtredingen, overtredingen worden in groepen verdeeld en elke groep heeft natuurlijk een andere procedure”, aldus mevrouw I.M. Dölle. In ons interview met mevrouw I.M. Dölle hebben wij 3 procedures uitvoerig besproken. Civielrechtelijke procedure In deze procedure heet de ene partij ‘de eiser’ en de andere partij ‘de gedaagde’. De eiser wil een vordering (geld, goederen enz.) van de gedaagde. De civiele procedure begint schriftelijk. De eiser stuurt een dagvaarding (oproep om voor het gerecht te verschijnen). In deze dagvaarding staat wat de eiser wil, waarom en welk bewijs hij heeft om dit te onderbouwen. De gedaagde weet nu wanneer hij voor de zaak in de rechtbank dient te zijn. Hierop kan hij reageren met een conclusie van antwoord (verweer tegen de eis). In een conclusie van antwoord kan de gedaagde uitleggen met welke punten hij het wel en niet eens is. In sommige gevallen volgt hierna nog een schriftelijke ronde, deze heten repliek en dupliek. Vervolgens moeten beide partijen verschijnen bij de rechtbank (comparitie). In de rechtszaak mogen de eiser en gedaagde hun kant van het verhaal vertellen en hun standpunten verdedigen. De partijen zijn niet verplicht om voor de rechtbank te komen, zij mogen zich ook laten vertegenwoordigen door hun advocaat. Om een beter beeld te krijgen van de zaak en ervoor te zorgen dat de rechter de goede keuze maakt kan hij een getuige (iemand die een bepaald feit heeft gezien of meegemaakt en die hierover in een gerechtelijke procedure een verklaring aflegt) oproepen. De rechter heeft in een civiele zaak geen actieve rol. Hij luistert naar wat beide partijen te vertellen hebben en zal op basis van deze feiten zijn uitspraak doen. Wanneer hij meer informatie nodig heeft zal hierom gevraagd worden. De rechter mag niet meer schadevergoeding eisen dan dat de eiser. Als een gedaagde niet komt opdagen op een dagvaarding, is het een mogelijkheid dat de rechter verstek verleent. Dit betekent dat de rechter de eis overneemt van de eiser. De procedurekosten zullen vanaf nu op de gedaagde worden verhaald. De gedaagde kan ook hiertegen weer in verweer gaan, hij moet de eiser dan dagvaarden. De procedure begint dan in principe opnieuw. Wanneer de rechter beide partijen heeft aangehoord doet hij een uitspraak. Wanneer er 3 rechters over de zaak beslissen moeten zij eerst overleggen (raadkamer) voordat zij een uitspraak doen. Soms zijn de rechters het niet met elkaar eens. Uiteindelijk moeten ze het met elkaar eens worden, de rechters moeten namelijk altijd met één oordeel naar buiten komen. Mevrouw I.M. Dölle vertelde ons dat een civielrechtelijke procedure vaak voorkomt in rechtbank Noord-Nederland. Zij behandelt deze zaken zelf niet, maar dit zijn wel de meest voorkomende zaken in rechtbank Noord-Nederland.
24
Dagvaardingsprocedure Wanneer bedrijven en/of burgers het onderling niet met elkaar eens zijn, en het niet eens kunnen worden, kunnen zij naar de rechter stappen. Degene die de eerste stap neemt in dit proces heet de eiser, de andere partij is de gedaagde. De eiser brengt een dagvaarding uit. Dit kost wel geld, dit gaat om de griffiekosten en het salaris van de deurwaarder. In principe heb je hiervoor geen advocaat nodig, ook tijdens de rechtszaak is dit niet verplicht. De gedaagde kan schriftelijk reageren op de dagvaarding, ook kan hij zijn verhaal doen tijdens de terechtzitting. De datum hiervan staat in de dagvaarding. Wanneer de gedaagde niet reageert zal de rechter alsnog een uitspraak doen (verstekvonnis), meestal is dit in het voordeel van de eiser. De terechtzitting heet een rolzitting. Er zullen meerdere mensen aanwezig zijn en dus ook meerdere zaken achter elkaar behandeld. Tijdens deze rolzitting wordt de zaak dus niet uitvoerig behandeld, de eiser is niet aanwezig. De rechter bekijkt alleen of alles volgens de regels is gegaan, of de gedaagde heeft gereageerd op de dagvaarding en doet hierna een uitspraak. Strafrechtelijke procedure De strafrechtelijke procedure begint net als de andere procedures met een dagvaarding. Men krijgt een verzoek om voor de rechter te verschijnen en er zal een terechtzitting plaatsvinden. In strafzaken heeft de officier van justitie (Vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie in de rechtszaal. De officier van justitie heeft de leiding van het opsporingsonderzoek in strafzaken 2) de leiding. Voor de rechtszaak worden alle dossiers (processen-verbaal) van het misdrijf gelezen en grondig doorgenomen. Tijdens strafzaken wordt geluisterd naar beide partijen. Tevens kunnen getuigen, deskundigen en eventueel slachtoffers gehoord worden. Er zijn 3 rechters aanwezig (meervoudige rechtszaak) en de officier van justitie, de officier van justitie wordt gezien als openbaar aanklager en eist een straf. De rechters zullen na de zaak overleggen en tot een uitspraak (/vonnis) komen. Dit vonnis kan bestaan uit: • Vrijspraak| Er kan niet bewezen worden dat de verdachte het feit heeft gepleegd, of dat de verdachte het feit wél heeft gepleegd maar niet strafbaar is. • Niet-ontvankelijk| In dit geval wordt er geen uitspraak gedaan over of het feit wel of niet is gepleegd door de verdachte, het betekent dat de verdachte niet vervolgd had mogen worden dus is de zaak niet-ontvankelijk verklaard. • Straf of maatregel| In dit geval is de verdachte schuldig en zal de rechter een straf of maatregel opleggen. In de wet staat welke straf de rechter maximaal mag opleggen. • Voorwaardelijk en onvoorwaardelijk| Wanneer er een voorwaardelijke straf wordt opgelegd moet de schuldige zich een bepaalde periode aan opgestelde voorwaarden houden. Mislukt dit, zal hij/zij alsnog een straf opgelegd krijgen. Lukt dit wel, zal de straf na bepaalde tijd wegvallen. Hoger beroep| Wanneer iemand het niet eens is met het vonnis van de rechter, kan hij/zij in hoger beroep gaan. De zaak wordt dan opnieuw bekeken door rechters van een gerechtshof (raadsheren).
2 http://www.encyclo.nl/begrip/Officier%20van%20justitie 25
4.6.A. Wat voor behandelingen krijgen jongeren nadat zij veroordeeld zijn? De rechter heeft een uitspraak gedaan en wat gebeurt er nu? Er zijn verschillende soorten sancties (straffen) die een jongere kan krijgen voor zijn overtreding, het is afhankelijk van de ernst van het feit en de eerder gepleegde feiten welke straf wordt opgelegd en wat de strafmaat zal zijn. Onder jeugdrecht bestaan geen minimumstraffen maar wel maximumstraffen. De jongeren kunnen een transactie (geldboete)opgelegd krijgen door de officier van justitie of een straf opgelegd krijgen door de jeugdrechter, ook buiten justitie om kunnen er straffen worden uitgevoerd door Bureau Halt. In de deelvraag ‘wat zijn de aangepaste straffen voor jongeren?’ hebben wij duidelijk het verschil tussen straffen voor jongeren en volwassenen uitgelegd. In deze deelvraag leggen wij uitvoerig uit wat de straffen voor jongeren zijn en hoe deze werken. De verschillende soorten sancties zijn: • Halt-afdoening, deze taakstraf wordt buiten de justitie om geregeld. Dit betekent dat je geen strafblad krijgt. Een Halt-afdoening kun je maximaal twee keer aangeboden krijgen en er moet dan minimaal een periode van een jaar tussen zitten. Voorbeelden van de strafbare feiten hiervoor zijn: vernieling en graffiti, diefstal en poging tot of verwisselen van prijskaartjes enz. Bij een Halt-afdoening moet je eerst op gesprek komen bij Bureau Halt, in dit gesprek gaat het erom over wat er is gebeurd en welke straf er zal volgen. In de meeste gevallen volgt er een werkstraf van maximaal 20 uur. Tijdens deze straf worden ze begeleid door een medewerker van Bureau Halt. Aan het einde van de werkstraf komt er een afsluitend gesprek en hier kan nog een leeropdracht uit voortkomen. Dit kan bestaan uit het maken van een opstel over het strafbare feit. • Stop, dit is voor jongeren onder de 12 jaar. Bureau Halt heeft voor deze kinderen de STOP-reactie ontwikkeld, de deelname hieraan is vrijwillig. Het kan bestaan uit een gesprek met de ouders en het kind, bij zo’n gesprek wordt er een vragenlijst afgenomen zo kan er een inschatting worden gemaakt van de situatie en de ontwikkeling van het kind. Wordt er bij zo’n gesprek zorgen geconstateerd dan wordt het kind doorverwezen naar bureau Jeugdzorg. • Sepot, wanneer een strafzaak wordt geseponeerd betekent dit dat er geen verdere vervolging plaats vindt, dus dat de jongere geen straf krijgt. Als dit gebeurt kan er meestal niet genoeg bewijs worden geleverd om de persoon daadwerkelijk een straf op te leggen. Een sepot kan wel voorwaardelijk zijn, dit betekent dat er een proeftijd aan vast kan zitten. Deze proeftijd kan variëren van dagen tot maanden. Als je binnen de proeftijd wel nog strafbaar feit pleegt dan zal de jongere alsnog voor het eerste feit gestraft worden, wordt ook wel ‘ten uitvoer’ genoemd. • Taakstraf, dit zijn de meest voorkomende straffen bij minderjarigen. Deze straf kunnen we weer onderverdelen in de werkstraf en de leerstraf. Werkstraf: deze straf mag maximaal 200 uren zijn, wanneer het in combinatie is met een leerstraf mag het maximaal 240 uren zijn. Bij deze straf moet een jongere aan het werk, meestal is dit bij een non-profit organisatie (organisatie waarbij het niet draait om de winst3). Een taakstraf kan worden aangeboden als een transactie door de officier van justitie of er wordt je een aantal uren opgelegd door de kinderrechter. Dit aantal uren is weer afhankelijk van de ernst van het gepleegde feit en of de jongere al eerder veroordeeld is. De Raad voor de Kinderbescherming coördineert de straf, hier wordt ook het intake gesprek 3 http://www.encyclo.nl/begrip/non-profit%20organisaties
26
gehouden en de afspraken gemaakt. Als de jongere zich niet aan de afspraken houdt, kan de staf na 2 officiële waarschuwingen terug bij de kinderrechter worden gelegd. De kinderrechter beslist dan over het gevolg hiervan. Een mislukte taakstraf kan leiden tot een jeugddetentie (hier leg ik later meer over uit) elke twee uur taakstraf staat dan gelijk aan een dag detentie. Een taakstraf kan deels voorwaardelijk zijn, dit betekent dat er aan een aantal uren van de taakstraf een proeftijd wordt gekoppeld. Als de jongere in zijn proeftijd niet opnieuw een strafbaar feit pleegt, hoeft hij niet zijn voorwaardelijke uren nog af te maken. Leerstraf, deze straf bestaat uit een verplichte training of cursus en bestaat net als bij de taakstraf uit een aantal uren. Deze leerstraf kan worden opgelegd als de jongere last heeft van een stoornis of een vaardigheidstekort. Met deze trainingen en cursussen worden de jongeren hierbij geholpen en proberen ze ervoor te zorgen dat de jongere niet weer een strafbaar feit zal plegen. Een voorbeeld van een zo'n training is de sociale vaardigheidstraining (SOVA). Bij deze training wordt de jongere bewust gemaakt van de gevolgen voor het slachtoffer. Hij leert hierbij hoe hij om moet gaan met anderen en het omgaan met groepsdruk. • Geldboete, een geldboete kan worden opgelegd als een jongere zonder licht fietst of geen helm draagt op de brommer. Een gedeelte van de boete gaat naar het centraal justitieel incassobureau (CJIB). Wanneer de boete niet binnen de gestelde termijn betaald wordt, wordt de boete tweemaal verhoogd. Als zelfs dan de boete nog niet wordt betaald schakelt het centraal justitieel incasso bureau een gerechtsdeurwaarder in. In het strafrecht wordt er onderscheid gemaakt tussen overtredingen en delicten, bij overtredingen wordt er meestal een geldboete opgelegd en bij een delict niet. De reden hiervoor is dat jongeren boetes vaak niet kunnen betalen en een taakstraf kunnen ze wel uitvoeren. • Jeugddetentie, dit is de zwaarste strafvorm binnen het jeugdstrafrecht. Een jongere komt in zo'n geval terecht in een jeugdinrichting (hetzelfde als een jeugdgevangenis). Deze straf kan alleen door de kinderrechter worden opgelegd, er moet sprake zijn van een ernstig strafbaar feit en een groot risico op recidive (herhaling van een strafbaar feit4). Het maximale wat kan worden opgelegd is 2 jaar. De jeugddetentie heeft een beperkte beveiligde afdeling, op deze afdeling leren de jongeren om weer terug te komen in de maatschappij. De jongeren die hier zitten moeten erg gemotiveerd zijn om te werken aan een betere toekomst. Bij nachtdetentie is het voor de jongere een mogelijkheid om positieve ontwikkelingen voort te zetten, door bijvoorbeeld naar school te gaan. Je kunt de jeugdinrichting ook nog onderscheiden in een open of gesloten inrichting. Bij open inrichting mogen de jongeren op verlof en hier zijn ze veel minder streng, er is meestal ook geen echte cellencomplex. Gesloten inrichting is met een cellencomplex en veel strenger, je kunt er ook weinig met verlof. Wij hebben nu veel soorten jeugdstraffen op genoemd, welke straf opgelegd wordt is afhankelijk van de ernst van het gepleegde feit en of de jongere al eerder veroordeeld is. De manier waarop het feit gepleegd is, is ook van belang. In de deelvraag: ‘Waarom overtreden jongeren de wet?’ hebben wij eerder de voornaamste oorzaken al verteld. Een van de voornaamste redenen is de thuissituatie. Veel jongeren die worden opgepakt zitten in de puberteit, hierdoor hebben ze vaak ruzie met de ouders. Ouders weten niet wat ze hier mee aan moeten en zo gaat de opvoeding vaak ook mis. Als het escaleert komt de jeugdzorg erbij kijken, in ernstige gevallen wordt het kind uit huis geplaatst. De jongeren die een slechte relatie met hun ouders hebben, kunnen hier ook hulp bij krijgen. Voor de jongeren is het vaak erg moeilijk om weer contact met ze op te zoeken, daarom willen ze dit meestal in het begin niet. Als ze uiteindelijk op het punt komen dat ze dit zelf ook willen, gaan ze met behulp van de jeugdinrichting in gesprek met de ouders. Dit is een stap in de goede richting, want als het
4 http://www.encyclo.nl/begrip/Recidive 27
kind weer een goede relatie heeft met zijn familie, zal het voor het kind makkelijker worden zodra hij/zij uit de inrichting komt. Als jongeren in de jeugdinrichting terecht komen, krijgen ze veel psychologische hulp. De meeste van deze jongeren kunnen vaak opstandig reageren en nemen de hulp die hun wordt aangeboden niet aan. Vooral in de eerste weken kunnen ze vaak boos en opstandig zijn, dit komt dan doordat jongeren het er niet mee eens zijn dat ze in de jeugdinrichting terecht zijn gekomen. Ze doen dan alsof ze de hulp niet nodig hebben en het allemaal wel alleen aan kunnen. De begeleiders weten hier goed mee om te gaan, ze geven de jongeren voldoende tijd om over hun fouten na te denken. In de loop van de tijd gaat de jongere dan zelf ook inzien dat ze de hulp wél moeten accepteren, omdat er anders niet veel verandering zal komen. Het doel van de behandelingen is dat de jongeren hun eigen fouten inzien en verbetering in de toekomst zullen brengen. Sommige jongeren die al wat verder in hun behandeling zijn en die goed kunnen leren, mogen naar buiten toe en gaan naar een gewone school buiten de inrichting. Dit zijn scholen waar ze veel begeleiding krijgen, bijvoorbeeld het ‘Rebound’ in Leeuwarden. Andere jongeren die nog niet zover in hun behandeling zijn gaan naar een school binnen de inrichting, zij mogen ook niet naar buiten. Een voorbeeld van een dagindeling kan zijn: 07.45: Opstaan, ontbijt en corvee 08.55: Naar school, werkplaats of keuken 12.15: Gezamenlijke warme maaltijd 13.45: Naar school, werkplaats of keuken 16.00: Theedrinken met de groep 16.30: Gesprekken of therapieën 18.00: Gezamenlijke broodmaaltijd 19.00: Avondactiviteiten 21.45: Iedereen gaat naar zijn eigen kamer 22.30: Tijd om te gaan slapen. Bij de gesprekken en therapieën praten ze over gemaakte fouten en de toekomst. In de gesprekken op maandag staat het doel voor die week centraal. Ook krijgen ze nog andere psychologische hulp. De jongeren leren goed met elkaar om te gaan, voor sommige jongeren kan dit erg moeilijk zijn. Je ziet dat de meeste jongeren agressief kunnen zijn en dat ze snel geïrriteerd kunnen raken. Dit kan voor veel ruzies zorgen, soms kan het zelfs uitlopen op vecht- en steekpartijen. Wapens en drugs worden nog steeds mee naar binnen gesmokkeld. Als een jongere hierop wordt betrapt kan hij in de isoleercel komen voor zolang nodig is. Je ziet dat vergeleken met de FPA er veel meer isoleercellen zijn in een jeugdinrichting. Dit komt doordat jongeren minder goed te handhaven zijn en meer last hebben van impulsieve acties en agressie. Jongeren zitten bomvol energie, dit kan snel leiden tot een uitbarsting bij frustraties of irritaties. Vecht- en steekpartijen zijn hier de gevolgen van. Het gebruik van drugs die wordt binnen gesmokkeld kan hier ook een grote boosdoener van zijn. Er zit een groot verschil in gedrag tussen jong en oud, jongeren beleven hun straf heel anders. Jongeren hebben meer opgekropte gevoelens, boosheid en verdriet. Ze zijn minder gemotiveerd en hebben een strakker regime, de deuren zitten altijd op slot. Ouderen denken beter na voordat ze iets doen en beseffen ook goed dat ze bij ongewenst gedrag langer in hechtenis zullen zitten. Daarom komen bij hun de vechtpartijen ten gevolgen van ruzies veel minder voor. Door deze verschillen in gedrag, variëren de jeugdinrichting en een gevangenis erg van elkaar. Jongeren hebben veel meer ruimte en geduld nodig. De behandelingen moeten consequent gebeuren en met veel positiviteit. In de jeugdinrichting ontstaan heel veel relaties. Deze relaties zijn eigenlijk een groot probleem in de inrichting, het kan leiden tot veel ruzies waaruit weer vechtpartijen kunnen ontstaan. Dit komt doordat jongeren snel jaloers zijn en dat het veel haat/liefde relaties zijn. Binnen een jeugdinrichting kunnen er ook goede vriendschappen ontstaan, die zelfs na het verblijf in de inrichting nog blijven 28
bestaan. Kijkend naar de relatie tussen de begeleiders en de kinderen is de echtheid van deze relatie van wezenlijk belang. Groepsleiders verwachten van jongeren dat ze eerlijk zijn en jongeren willen oprechte aandacht en geen begeleiders die zich verschuilen achter een professionele schijn. In de inrichting zijn veel afspraken gemaakt, deze zijn nodig voor een goeie orde te houden. De jongeren mogen regelmatig bezoek ontvangen, maar dit moet wel op afspraak gebeuren. De jongeren mogen op bel-afspraken ook regelmatig naar huis bellen. Post sturen en ontvangen mag altijd wanneer ze maar willen. Wel mag bij twijfel de post gecontroleerd worden. Mobieltjes en PC's zijn meestal niet toegestaan. Zoals we al eerder zeiden, wanneer het kind er aan toe is mogen zij naar buiten en naar een school buiten de inrichting. Het kan nog wel zijn dat dit onder begeleiding is, maar dit hangt van de situatie af.
Jeugdgevangenis ‘Amsterbaken’ in Amsterdam.
29
4.6.B. Subdeelvraag: Wat gebeurt er met de jongeren nadat zij uit de jeugdinrichting komen? In de jeugdinrichting worden de jongeren goed voorbereid op de terugkeer in de maatschappij. De voorbereiding van nazorg gebeurt al tijdens het verblijf in de inrichting. Tot zes maanden na ontslag wordt er begeleiding aangeboden. Deze periode kan eenmaal verlengd worden door de Raad voor de Kinderbescherming. Door deze nazorg kan de jongere weer goed meedraaien in de samenleving. Er is een onderscheid in verplichte en vrijwillige nazorg. Een verplichte nazorg is voor jeugdigen die een strafrestant van drie maanden of meer hebben. Hun nazorg bestaat uit een scholing- en trainingsprogramma (STP). Zij richten zich vooral op gedragsverandering. De jongeren die korter dan drie maanden in de inrichting zitten hebben geen verplichte nazorg. Vrijwillige nazorg richt zich op de dagbesteding van de jongeren. De nazorg bestaat uit twee soorten 'beraden' het Trajectenberaad en het Netwerkberaad. Eerst komt het Netwerkberaad, hier wordt elke jongere die instroomt in de inrichting besproken. Afhankelijk van de situatie wordt dan besloten hoeveel trajectberaden er plaats zullen vinden om de jongere te blijven volgen en te bespreken. De eerste vindt uiterlijk twee weken na het Netwerkberaad plaats. In het Netwerkberaad wordt de organisatie van de nazorg besproken en de individuele casusregie (gemaakte afspraken5) op jongere die de inrichting in- en uitstromen. Het Netwerkberaad bestaat uit de Raad voor de Kinderbescherming, de justitiële jeugdinrichting en de Jeugdreclassering. De Jeugdreclassering is een instantie die voorafgaand aan een strafzitting de strafrechter informeert over de persoonlijke omstandigheden van een jeugdige verdachte en hulp en steun verleent bij de naleving van de bijzondere voorwaarden die de strafrechter aan de jeugdige veroordeelde heeft opgelegd6. In het trajectenberaad wordt vervolgens de nazorg van de jongeren gecoördineerd en de deelnemende partijen maken afspraken over de taakverdeling. Na de nazorg kunnen er nog steeds een aantal problemen ontstaan als de jongeren uit de jeugdinrichting komen. Voor het beantwoorden van deze deelvraag hebben wij het onderzoek van Catrien Bijleveld, Victor van der Geest en Janna Verbruggen gebruikt. Zij zijn verbonden aan de rechtenfaculteit van de VU en het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) en hebben over dit onderwerp een uitvoerig onderzoek gedaan. Uit hun onderzoek is gebleken dat jongeren die uit een jeugdinrichting komen op late leeftijd meer problemen krijgen op het gebied van gezondheid, relaties, werk en huisvesting. Voor hun onderzoek hebben ze 251 mensen, die vroeger in een justitiële jeugdinrichting hebben gezeten, gevraagd hoe het in het nu tegenwoordig in het volwassen leven met hun gaat. Dit is het eerste onderzoek die over dit betreffende onderwerp gaat. Ongeveer 41% heeft naar eigen zeggen het leven weer helemaal op de orde. Bijna 30% heeft nog veel moeite met het leven op dit rit te houden en heeft last van verslavingsproblemen en werkloosheid. Je ziet dat bij de andere 29% het ronduit slecht gaat door ernstige problemen op verschillende levensgebieden. Een deel hiervan is weer terecht gekomen in een gevangenis, zit in TBS of is opgenomen in een psychiatrische inrichting. De anderen hebben 5 https://www.google.nl/webhp?sourceid=chrome-instant&ion=1&espv=2&ie=UTF-8#q=betekenis%20casus %20regie
6 http://www.juridischwoordenboek.nl/woordenboekips.html#15121
30
gebrek aan woonruimte en zij die een vaste woonplaats hebben zijn vaak verslaafd aan alcohol en drugs. Opvallend was dat van alle ondervraagde vrouwen de gemiddelde leeftijd van kinderen krijgen heel jong was, 21 jaar was het gemiddelde. Bij de mannen bleek dat zij vaker dan de vrouwen opnieuw in de gevangenis of in een opvang terecht kwamen.
4.7.A. Overtreden jongeren de wet vaak opnieuw nadat ze voor de eerste keer zijn opgepakt? En waarom?
Nadat jongeren de wet hebben overtreden, volgt er een straf voor hun. Het is de bedoeling dat ze hierna, hoe zwaar de straf ook was, hun lesje hebben geleerd en dus niet opnieuw de fout in gaan. In werkelijkheid gebeurt dit natuurlijk niet altijd. Via de kinderrechter en onze opdrachtgever Paul Bruinsma zijn wij hier veel over te weten gekomen. Het merendeel van kinderen die in aanraking is geweest met de politie, schrikt hier enorm van. Tijdens het overtreden van de wet (denk aan winkeldiefstal) waren zij zich er niet van bewust wat ze eigenlijk aanrichtten. Door bijvoorbeeld de taakstraf die hierop volgde werden zij zich bewust van hun gemaakte fouten. “Voor veel jongeren is dit genoeg, natuurlijk zijn er altijd uitzonderingen…” Aldus Paul Bruinsma. Deze ‘uitzonderingen’ hebben meer aandacht nodig en een langere behandeling. Deze jongeren hebben hun fouten niet ingezien na de eerste, milde straf. Ze hebben geen spijt en geen intenties om te veranderen. In sommige gevallen is op deze jongeren het draaideureffect van toepassing. Draaideureffect Jongere overtreedt de wet Jongere wordt opgepakt, er volgt een straf Jongere belooft te veranderen en mag terug in de maatschappij Jongere overtreedt opnieuw de wet Jongeren die niks tot weinig leren komen terecht in deze circulatie. Dit kan doorgaan totdat zij volwassen zijn, sommigen beseffen de 1e keer in de gevangenis dat dit niet het leven is dat zij willen. Bij anderen komt dat besef pas vele jaren later. De gedetineerde die wij hebben ondervraagd, besefte dit pas rond een middelbare leeftijd van 50 jaar. De helft van zijn leven is al voorbij en nu pas heeft hij de keuze voor zichzelf gemaakt om te veranderen. De bedoeling is om er voor te zorgen dat jongeren zo vroeg mogelijk beseffen dat dit niet de manier is hoe je je leven wilt gaan leiden. De jongeren die dit niet leren met taakstraffen, boetes en andere methodes van bijvoorbeeld bureau Halt, komen in sommige gevallen in een jeugdinrichting terecht. Hier krijgen zij een uitgebreide behandeling waar veel met ze wordt gepraat, overlegd en wordt gewerkt aan verandering. Doordat zij leven met andere probleemjongeren kunnen ze leren van elkaars fouten. Nadat jongeren een tijd in een jeugdinrichting hebben gezeten, is de behandeling voor minderjarigen in principe afgelopen. Op dit moment zullen zij voor zichzelf moeten beslissen wat ze willen met hun leven. Wanneer jongeren nog geen spijt hebben en niet in zien waarom zij andere mensen ook kwetsen met hun acties, is het eigenlijk al zeker dat wanneer zij volwassen zijn, hun gedrag niet zal veranderen. Het grote verschil zal dan alleen zijn, dat de consequenties een stuk heftiger en lastiger zullen zijn. Percentages
31
Van alle jongeren die een proces hebben gehad in Rechtbank Noord-Nederland is ongeveer 2/3 niet meer terug gekeerd. De rest heeft 2 of meer processen gehad in de rechtbank. Van de jongeren in de jeugdinrichting in Den Helder (waar Paul Bruinsma van af wist) is meer dan de helft een normaal leven gaan leiden en is tot nu toe niet meer in aanraking geweest met de politie.
4.7.B. Subdeelvraag: Wat voor invloed hebben de aangepaste straffen gehad op de ondervraagde gedetineerde? Aan de hand van het onderstaande interview met Erwin Poelstra*, uit het FPA in Franeker, hebben wij deze deelvraag kunnen beantwoorden. Interview met Erwin Poelstra* (gedetineerde FPA Franeker) Algemeen • Hoe heet u en hoe oud bent u? Mijn naam is Erwin Poelstra* en ik ben 50 jaar. • Heeft u een diploma op de middelbare school? Nee, ik heb maar twee jaar op de middelbare school gezeten, toen ben ik er van af gegaan. Daarna ben ik gaan werken bij een boer tot ik 16 jaar was, op mijn 17 e ging ik werken bij een groenteboer; hier heb ik drie jaar gewerkt, maar uiteindelijk kreeg ik ruzie met de baas en heb ik ontslag genomen. • Heeft u een opleiding gedaan? Zo ja welke? Zo nee waarom niet? Nee, ik heb nooit een opleiding gedaan, ik verdiende mijn geld al snel met veel criminele zaken. • Werkte u, voordat u in het FPA terecht kwam? Zo ja, wat voor werk? Op 22 jarige leeftijd heb ik mij ingeschreven bij een uitzendbureau. Eerst heb ik als dakdekker gewerkt, maar toen dit bedrijf failliet ging ik de verkeerde kant op. We stolen vrachtwagens en loodsen leeg met bijvoorbeeld bankstellen en tv's. Dit waren allemaal georganiseerde misdaden en ik was de leider hiervan. Ik was de baas, dus iedereen was voor mij aan het werk. • Bent u getrouwd en heeft u kinderen? Ja, mijn eerste relatie is op een scheiding uitgelopen, maar we hadden samen nog wel een dochter. Later ben ik opnieuw getrouwd, toen we nog maar net drie weken een relatie hadden werd ik opgepakt voor 6 maanden, maar ze bleef me trouw. Een jaar later verongelukte zij, ze had twee kinderen van een andere man; die kinderen werden mij eerst toegewezen, later moesten ze weer terug naar hun echte vader. Mijn dochter is nu 22 en zit op de kunstacademie, ik heb nog veel contact met haar. Ook met mijn stiefdochter heb ik nog steeds goed contact. • Heeft u broers en zussen? Zo ja, heeft u veel contact met ze? Ik heb 1 broer en drie zussen, ik heb alleen nog veel contact met twee zussen. • Hoe was uw thuissituatie als kind? Ik ben thuis erg streng opgevoed, ik mocht als kind niet veel en wanneer mijn vader mij sloeg was dit heel normaal. Overtredingen • Hoe oud was u toen u voor het eerst de wet overtrad? Op mijn 12e heb ik voor het eerst boodschappen uit de supermarkt gestolen. Rond die tijd werkte ik na school bij een boer, ik had mijn salaris nog niet gekregen dus vond ik dat ik het recht had dit te stelen uit zijn huis. Dit werd steeds erger en ik had vaak mot met kinderen bij mij op school. Ik was erg agressief en uitte dit thuis ook. Ik was onhandelbaar en luisterde naar niemand. Mijn
32
overtredingen werden steeds erger. Doordat dit alles elkaar opstapelde kwam ik uiteindelijk terecht in een jeugdinrichting. • Hoe vaak heeft u de wet overtreden en wat heeft u gedaan? Ik ben ongeveer 15 keer opgepakt en in totaal heb ik 11 jaar vastgezeten. Door veel georganiseerde misdaden en ook door het handelen in cocaïne. • Hoelang heeft u vast gezeten? 11 jaar in totaal. • Had u tijdens uw overtredingen te maken met groepsdruk? Ja, ik ben heel beïnvloedbaar, dit maakt het moeilijk om op het goede pad te blijven. • Op welk moment besefte u dat wat u heeft gedaan niet door de beugel kon? Dat dacht ik elke keer weer nadat ik was opgepakt, maar pas als ik dan weer uit de gevangenis kwam merkte ik hoe moeilijk het was om legaal geld te verdienen. Al gauw kwam ik dan geld tekort en kwam ik weer op het verkeerde pad terecht. Pas nu, na al die jaren, weet ik van mezelf dat ik er helemaal klaar mee ben en dat ik nooit weer terug kom in het criminele circuit. Aan de rechter heb ik ook alles bekend en heb ik oprecht gevraagd om hulp, nu zit ik voor mijn laatste jaar in het FPA en zij hebben mij ook enorm geholpen. • Hoe reageerden uw ouders op uw eerste overtreding? Mijn vader was verschrikkelijk boos, maar mijn moeder was vooral heel teleurgesteld en verdrietig, dit vond ik nog wel het ergste. Van mijn ouders moest ik toen mijn excuses aanbieden, dit heb ik toen ook gedaan. • Hoe denkt u nu over uw overtredingen? Ik heb er erg veel spijt van en als ik over een jaar vrij kom zal ik het ook nooit meer doen. Vooral van het drugs dealen heb ik erg spijt, omdat ik weet dat het uiteindelijk bij de jeugd terecht komt en dit vind ik heel erg, dat er kinderen zijn die op jonge leeftijd al drugs gebruiken. • Denkt u dat u de wet nog een keer gaat overtreden? Waarom? Nee! Ik ben er nu helemaal klaar mee, ik heb alles achter me gelaten en als ik over een jaar vrij kom wil ik genieten van mijn verdere leven en heel graag een goede opa zijn voor mijn kleinzoon. Behandeling • Heeft u vroeger in een jeugdinrichting gezeten? Zo ja, kunt u uw ervaring beschrijven? Ja, ik heb in totaal 1 jaar in een jeugdinrichting gezeten. Ik was al meerdere keren opgepakt en mijn ouders wisten niet meer wat zij moesten doen. Ik heb verschillende taakstraffen opgelegd gekregen en had vaak beloofd dat ik zou veranderen. Toen ik ongeveer 13 jaar was heb ik een winkel overvallen en de verkoopster bewusteloos geslagen. De maat was toen vol en justitie besloot dat ik naar een jeugdinrichting moest. Van mijn ervaring in de jeugdinrichting kan ik mij niet heel veel meer herinneren. Wat me nog wel bijstaat is dat ik ook daar vaak ruzie met de begeleiders en andere jongeren had. Dit maakte mijn jaar daar verschrikkelijk. Door mijn agressiviteit werd ik vaak in de isoleercel geplaatst en kreeg ik weinig psychologische hulp. Ik wilde namelijk nooit met iemand praten en hoefde geen hulp. De begeleiders probeerden het vaak genoeg, maar ik gaf niet toe. Ik zag wel dat de jongeren om mij heen, de hulp wél accepteerden en die waren er dan ook een stuk beter aan toe dan ik. Uiteindelijk besefte ik dat ik alleen weg kwam door te luisteren, nergens meer tegen in te gaan en te doen alsof het mij speet. Dit deed ik en hierdoor kwam ik uit de jeugdgevangenis. Doordat dit laatste eigenlijk alleen maar een toneelstukje was van mij, was ik qua gedrag niet verbeterd toen ik uit de jeugdgevangenis kwam. Vandaar dat ik ook nu nog vast zit.. • Heeft u in de gevangenis gezeten? Zo ja, kunt u uw ervaring beschrijven? Ja, in totaal heb ik 9 jaar in de gevangenis gezeten. Vaak als ik weer opgepakt werd en weer in de gevangenis terecht kwam, kwam ik bekenden tegen waar ik vroeger wel mee gewerkt had en wel eerder mee in de gevangenis had gezeten. Hierdoor was het lastiger om uit het criminele circuit 33
te blijven. Ook kreeg ik in de gevangenis veel minder psychologische hulp, dit maakte het moeilijk om op het goede pad te blijven. Nu ik in het FPA zit merk ik dat ik die hulp veel meer krijg en de begeleiding helpt mij met het voorbereiden op de terugkeer in de maatschappij.. • Kunt u de grootste verschillen beschrijven tussen een jeugdgevangenis en een gewone gevangenis? Wanneer je in een volwassenen gevangenis terecht komt, is de sfeer totaal anders. Je merkt het aan je mede gevangenen, aan de begeleiders en aan jezelf. Er wordt niet meer aan je gewerkt, er wordt niet geprobeerd om je acties te begrijpen. Niemand leeft met elkaar mee en niemand geeft om elkaar. Het voelt alsof je niet meer gezien wordt als een echt nuttig persoon. Het lijkt alsof de maatschappij je vergeten is en jou als persoon heeft opgegeven. Je bent een gevangene, je zit vast en je zult het ermee moeten doen. De bewakers in de gevangenis proberen zo weinig mogelijk te denken aan wat er gebeurd wanneer je weer terug komt in de maatschappij. Wat de rest van de wereld betreft zouden gevangenen als ik hun hele leven in een cel mogen blijven zitten. Je hebt al te veel fout gedaan om mensen nog te laten geloven dat je daadwerkelijk kunt veranderen. Dit maakte mij erg depressief en bewust van het feit dat ik niet mijn hele leven vast wilde zitten. Maar zoals ik daarnet al zei, eenmaal weer uit de gevangenis, was het erg moeilijk om op het goede pad te blijven. • Waardoor kwam u in de FPA terecht? De laatste keer dat ik ben opgepakt heb ik alles bekend bij de rechter, ik wilde helemaal opnieuw beginnen en al mijn straf uitzitten. Ik heb toen de rechter gevraagd om hulp, omdat het mij niet alleen lukte. Eerst werd hier niet naar geluisterd, doordat ik een te lang strafblad heb. Uiteindelijk is het samen met mijn advocaat gelukt om in de FPA te komen, als voorwaarde dat zodra er ook maar iets mis zou gaan ik weer terug moest naar de gevangenis. • Hoe wordt u behandeld in de FPA? In de FPA word ik erg goed geholpen en ik heb het hier ook erg naar mijn zin. Elke maandag moet je je zelf de vraag stellen 'wat is het doel van deze week en waar ga ik aan werken?' Dit schrijf ik voor mezelf op en probeer dan samen met de leiding mijn doel voor die week te behalen. Ook kunnen we veel dingen voor ons zelf doen, op verschillende avonden kun je aan een sport meedoen hier rijdt dan een busje naar toe bijvoorbeeld: darten, volleybal of fitness. • Hoe ziet de dagelijkse routine voor u eruit in de FPA? Om 7 uur sta ik op en dan ga ik eerst douchen. Dan neem ik mijn ontbijt wat bestaat uit minimaal twee stukken brood. Half 9 is de dagopening, hier vertellen we elkaar wat ons plannen zijn voor die dag. Dan doen we allemaal ons eigen activiteiten wat we voor die dag hebben staan of we krijgen dan therapie. Half 4 ga ik altijd een halfuurtje wandelen om even tot rust te komen half 5 vertellen we elkaar wat we die dag allemaal hebben gedaan. Hierna doen we een uur lang psychomotorische therapie dit is een spel/sport Dan gaan er een paar koken (dit doen elke keer weer anderen). Na het eten doet ieder zijn eigen ding, bijvoorbeeld: tv kijken, sporten of wandelen. • Hoelang moet u hier blijven? Ik zit hier nu voor mijn tweede jaar en heb nu nog een jaar te gaan. • Kreeg u veel mentale hulp in de FPA? Ja, ik heb veel psychologische hulp en ze helpen mij met al mijn problemen. • Helpt dit u? Waarom? Het helpt mij zeker! Met alles waar ik mee zit, kunnen zij mij mee helpen. Ik weet nu ook dat als ik straks weer terug de maatschappij in kan, dat ik nooit weer op het verkeerde pad terug zal komen. Vroeger in de jeugdinrichting vond ik deze hulp niet nodig en accepteerde ik geen enkele psychologische hulp. Ik besefte mij dat ik mij totaal anders moest gaan gedragen in het FPA, ik wou natuurlijk veranderen. Vergeleken met de gevangenis krijg ik hier in de FPA veel meer hulp 34
en steun. De begeleiders proberen mij te begrijpen en behandelen mij als een gelijke. Ik word hierdoor erg gemotiveerd. Dit komt ook doordat de dagelijkse routine er anders uitziet, dat we op maandag ons doel voor die week vaststellen vind ik bijvoorbeeld al heel motiverend, hier probeer ik mij ook altijd zo goed mogelijk aan te houden. • Heeft u veel contact met de andere mensen in de FPA? (gedetineerden) Ja, ik kan goed opschieten met de meesten hier. Toekomst • Hoe ziet u de toekomst voor u? In de toekomst wil ik graag plafondwerker worden en genieten van mijn kleinzoon, ik wil gewoon weer mezelf zijn en nooit meer drugs gebruiken. • Wordt u in de FPA voorbereid om weer de maatschappij in te gaan? Ja, ik krijg van de FPA heel veel hulp hiervoor en over een jaar ben ik er ook helemaal klaar voor. • Wat vindt u ervan dat jongeren andere straffen krijgen dan volwassenen? Vindt u dit zinvol? Ja dit vind ik erg zinvol, want als jongere weet je niet goed wat je doet en heb je veel meer impulsieve acties. Op jonge leeftijd leer je snel van je eigen fouten. • Wat zou u anders willen zien qua straffen en behandelingen? Ik vind dat de procedures wanneer je een strafbaar feit hebt gepleegd erg lang duren. Het is net als wanneer een hond op de bank gaat zitten en je pas een uur later “foei” zegt. Zo gaat dit ook in Nederland met het strafrecht vind ik. Vooral jongeren vinden het dan lastig om tijdens hun straf te beseffen wat ze fout hebben gedaan en hoe ze moeten veranderen (dit had ik zelf vroeger ook). Wanneer er op het moment zelf aan kinderen wordt verteld wat ze hebben gedaan, wat de gevolgen hiervan zijn en hoe ze moeten veranderen, leren jongeren sneller en beter van hun fouten denk ik. • Als u de tijd terug kon draaien, wat zou u anders doen in uw leven? Dan had ik vroeger een studie gevolgd en veel beter mijn best gedaan om werk te zoeken. Ik had mijn gezin beter behandeld en ik had nooit meer de wet overtreden. Ik zal nooit weer dezelfde fout in gaan! Erwins leven in het kort: Erwin heeft op vroege leeftijd al vaak de wet overtreden, hij heeft vele winkeldiefstallen gepleegd en naarmate hij dit vaker deed, hoe ernstiger de diefstallen werden. Zijn thuissituatie was over het algemeen redelijk. Hij werd niet anders opgevoed dan de rest van de kinderen om zich heen. Zijn ouders gaven om hem en hebben zelf nooit in de gevangenis gezeten. Erwin zijn broers en zussen hebben studies gevolgd en hebben nooit in het criminele circuit gezeten. Nadat Erwin verschillende taakstraffen en boetes opgelegd heeft gekregen, had hij nog steeds niet zijn lesje geleerd. Van winkeldiefstallen ging hij over naar georganiseerde diefstallen waarvan hij de leider was. Hij raakte in contact met drugs, mishandelingen enzovoort. Op een gegeven moment was de maat vol en werd besloten dat Erwin niet langer meer thuis kon leven en een hardere aanpak nodig had om van het criminele pad af te komen. Hij werd in een jeugdinrichting geplaatst en heeft hier in totaal 1 jaar gezeten. In de jeugdinrichting speelde Erwin een toneelstukje om eruit te komen en besloot vervolgens weer het slechte pad op te gaan. De rest van zijn leven bestaat uit diefstallen, mishandelingen, dealen in cocaïne en vast zitten in de gevangenis. Uiteindelijk had Erwin hier genoeg van en belandde in de FPA waar hij nu nog steeds zit. Wanneer wij kijken naar het leven van de gedetineerde wordt ons één ding meteen duidelijk; De aangepaste straffen hebben weinig invloed gehad op het moment dat hij het roer om had moeten gooien. Pas wanneer hij eind 40 is, besluit de gedetineerde dat hij hulp wil en komt in de FPA terecht.
35
In de jeugdinrichtingen werd vaak geprobeerd contact met hem te zoeken, er werd geprobeerd hem te begrijpen. De begeleiders gaven daadwerkelijk om zijn leven en probeerden ervoor te zorgen dat hij zou veranderen. Op het moment dat de gedetineerde in de inrichting zat, gaf hij niks om zijn toekomst, zijn daden en de gevolgen hiervan. Hij dacht alleen maar aan zichzelf en accepteerde absoluut geen hulp. Paul Bruinsma vertelde ons dat dit vaak voorkomt in jeugdinrichtingen. Jongeren zijn koppig en willen niet toegeven. Ze kunnen slecht tegen hun eigen ongelijk. Dit was ook het geval bij de ondervraagde gedetineerde. Pas veel later, toen al het kwaad al geschied was, zag hij in wat hij de maatschappij had aangedaan, dat hij mensen had gekwetst en levens had verwoest. Tóch vertelde de gedetineerde dat hij naderhand wel wat heeft gehad aan de tijd in de jeugdinrichting. “Alles wat ik mij nu pas besef, waar ik nu wat aan ga veranderen en hoe ik dat ga doen, heb ik voor een groot deel vroeger al geleerd in de jeugdinrichting. Destijds deed ik er niks mee en wou ik het niet begrijpen maar nu denk ik daar nog vaak aan. De psychologische hulp die ik hier krijg in de FPA gaat verder op deze informatie. Ook zij vertellen mij dat ik kan veranderen en laten mij mijn fouten in zien. Het is alleen jammer dat ik hier vroeger in de jeugdinrichting niks mee heb gedaan. Dat had me 9 jaar cel gescheeld”. De informatie en therapieën die worden toegepast in de jeugdinrichtingen hebben dus daadwerkelijk impact. Het verschil is alleen dat er niks mee wordt gedaan. Het interesseert de jongeren weinig tot niks en hierdoor vindt er geen verandering plaats. De gedetineerde vertelde: “Ik dacht er niet over na om te veranderen, ik vond het niet nodig en het was niet iets waar ik mij mee bezig hield. Ik zag mijn misdaden niet als een probleem. Ik zag wel dat sommige andere jongeren in de inrichting hier wél echt mee bezig waren. Op momenten dat ik in de isoleercel zat, waren anderen bezig met oplossingen zoeken voor hun problemen. Natuurlijk was de meerderheid net zoals ik. Ze wilden niet luisteren en waren ongeïnteresseerd. Wel weet ik dat een aantal van deze jongeren het roer hebben omgegooid en een normaal leven zijn gaan leiden. Ik denk hier nu nog vaak aan en bedenk hoe mijn leven had kunnen zijn als ik dit ook had gedaan”. Wij hebben naderhand aan de gedetineerde gevraagd wat hij had gehad in de tijd dat hij in de jeugdinrichting zat, om wél te willen veranderen. “Dat is een moeilijke vraag. De begeleiders gaven absoluut niet op en probeerden allerlei manieren om tot mij door te dringen. Maar ik denk, dat ik nooit na een jaar had weg gemoeten uit de jeugdinrichting. Op het moment dat ik deed alsof het mij speet en deed alsof ik wilde veranderen, had ik langer moeten blijven om tot het besef te komen dat dat wel echt was wat ik wilde bereiken. Doordat ik na een jaar vrij ben gelaten voelde ik me goed en onoverwinnelijk. Ik had het gevoel dat ik als het ware boven de wet stond. Want ik kwam immers toch overal onderuit.. De jongeren die wél 2 jaar in de jeugdinrichting zijn gebleven, hebben uiteindelijk echt hun best gedaan en zagen hun eigen fouten in. Dus ik denk dat mijn behandeling gewoon te kort duurde, ik was te koppig om mijn hele leven in 1 jaar om te gooien.”
36
*Schuilnaam voor ondervraagde gedetineerde.
4.8. Zijn ouders er altijd van op de hoogte wat hun kinderen doen i.v.m. het overtreden van de wet? Voor deze deelvraag hebben wij een korte enquĂŞte afgenomen. Wij hebben alleen ouders ondervraagd die een kind hebben tussen de 12 en 18 jaar. De resultaten van dit onderzoek bevinden zich hieronder. 1.Bent u altijd op de hoogte van waar uw kind is?
2. Heeft uw kind ooit alcohol gedronken, gerookt of drugs gebruikt?
37
3. Is uw kind ooit in aanraking gekomen met de politie?
38
4. Wat was uw reactie hierop? Ik was…
5. Hoe zou u reageren als uw kind vertelt dat hij/zij de wet heeft overtreden? (Denk aan: roken, alcohol gebruik, drugs gebruiken, winkeldiefstal) Ik zou…
Van alle ouders die ondervraagd zijn is 70% niet altijd op de hoogte van waar zijn/haar kind zich bevind. Dit betekent dat jongeren in principe op straat rond zouden kunnen hangen, uit kunnen gaan zonder dat ouders hier van op de hoogte zijn. Natuurlijk is het niet meteen verontrustend. Kinderen zouden na school ook gewoon met een vriendin naar huis zijn gegaan. Wij vinden echter wel dat 70% een hoog percentage is. Ieder kind heeft tegenwoordig wel een mobiele telefoon. Een berichtje naar de ouders is snel gestuurd. Ongeveer de helft van de ondervraagde ouders weet niet of zijn/haar kind al eens heeft gerookt, alcohol heeft gedronken of drugs heeft gebruikt. Dit is wél verontrustend. Jongeren mogen pas op hun 18e roken en alcohol drinken. Omdat wij zelf ook jongeren zijn, weten wij natuurlijk dat dit in de praktijk niet altijd gebeurt. Het feit dat de helft van de ondervraagde ouders nog nooit met hun kinderen over roken, alcohol en drugs hebben gepraat is negatief. Volwassenen zouden hiernaar moeten vragen. Wanneer dit niet gebeurt zullen jongeren niet worden aangesproken op hun gedrag. De kans bestaat dat zij meer zullen experimenteren met bijvoorbeeld drugs. Ze kunnen dan de verkeerde kant op gaan. Slechts een kwart van de ouders is er van overtuigd dat hun kinderen nog nooit hebben gerookt, alcohol hebben gedronken of drugs hebben gebruikt. 25% is een laag percentage, aangezien dit eigenlijk 100% had moeten zijn. Ongeveer een kwart van de ondervraagden hebben een kind die in aanraking is gekomen met de politie. Gelukkig zijn de reacties die de ouders hebben aangegeven wel terecht (geschokt, verdrietig teleurgesteld enzovoort). Wel is een kwart van willekeurig gekozen volwassenen relatief veel. Wij hebben elke ouder naderhand ook tips meegegeven over wat kinderen rond de leeftijd van 16 nodig hebben in hun opvoeding (zie volgende bladzijde). Op deze manier zullen zij hun kinderen beter begrijpen en kunnen ze ervoor zorgen dat ze niet gaan experimenteren. Wij hebben ook gevraagd hoe ouders zouden reageren wanneer hun kind eerlijk zou vertellen dat hij/zij bijvoorbeeld heeft gerookt, drugs heeft gebruikt of iets heeft gestolen uit een winkel. De meeste ouders zouden woest reageren. Voor jongeren is dit geen geschikte reactie. Zij hebben het 39
gevoel dat ze er goed aan doen om eerlijk te zijn over hun daden. Ze verwachten begrip en hulp, natuurlijk mag je als ouder boos en teleurgesteld zijn, maar uiteindelijk moet dit omslaan en heeft het kind hulp nodig. Uit deze enquête kunnen wij opmaken dat jongeren hun ouders niet genoeg vertrouwen om te vertellen over hun dagelijkse activiteiten. De reactie van de ouders is in sommige gevallen niet juist en ouders zouden wat meer autoriteit over hun kinderen moeten hebben. Door nonchalante opvoedingen van ouders is het voor jongeren soms niet duidelijk wat wel en niet kan, de kans dat zij het criminele pad op gaan is dan groter.
Opvoedtips voor iedere ouder! Luister en praat met uw kind: Heeft uw kind geen goede bui? Praat en luister. Hij/zij zit ergens mee en uit dit op een negatieve manier. Een luisterend oor en een beetje begrip kan geen kwaad. Liever praten dan ruzie maken, toch? Wanneer uw kind het bloed onder uw nagels vandaan haalt, tel tot 10 en wees geduldig. Laat uw kind kalmeren en praat er later over. 40
Ja of nee? Uw kind moet leren ook ‘nee’ te accepteren, maar soms is het ook goed om te overleggen en het met elkaar eens te worden. Grenzen leggen: Uw kind houd ervan de regels te overtreden. Toch heeft ieder kind behoefte aan grenzen. Wees duidelijk hoever hij/zij kan gaan. Wanneer uw kind te ver gaat, zijn consequenties van belang. Praten kan voor de 1 e keer genoeg zijn, maar een 2e keer zal er meer moeten gebeuren. Anders zal uw kind zijn/haar acties constant gaan herhalen. Structuur: Structuur in het dagelijks leven zorgt voor rust (vooral in het chaotische puberbrein), orde en een veilig gevoel. Jongeren vinden het fijn om te weten waar ze aan toe zijn. Zorg ook voor structuur in de opvoeding. Wanneer u het ene moment op een bepaalde manier handelt, doe dat het andere moment ook. Constant een andere aanpak is voor niemand goed.
Ten slotte: Geef uw kind zo nu en dan complimentjes, vertel hoe trots u bent en moedig ze aan hun doelen te bereiken!
4.9. Herziening van het strafrecht Voor deze deelvraag maken wij een boekje waar wij verbeteringen voor het jongerenstrafrecht in zetten.
41
Naar aanleiding van al onze onderzoeken en deelvragen zijn wij van mening dat deze veranderingen probleemjongeren zullen helpen en er voor zullen zorgen dat zij niet de rest van hun leven doorbrengen in een gevangenis.
Dit boekje vindt u achterin ons PWS in het insteekhoesje.
5. Hoofdvraag (conclusie) 5.1.Waarom is het zinvol dat jongeren aangepaste straffen krijgen? (t.o.v. volwassenen) 42
Jongeren krijgen o.a. door hun nog niet compleet ontwikkelde brein aangepaste straffen. Minderjarigen vinden het lastig de gevolgen van hun eigen acties te overzien. Hierdoor, en het feit dat jongeren nog een lang leven voor zich hebben en het van groot belang is dat zij hun studie afmaken, zullen de gevolgen voor jongeren een stuk milder zijn dan voor volwassenen. Eveneens wordt er in de rechtbank meer rekening gehouden met jongeren. De verzachtende omstandigheden spelen een grote rol bij het bepalen van de straf. Denk hierbij aan de thuissituatie, invloed van vrienden, alcohol enzovoort. De jongeren kunnen verschillende straffen opgelegd krijgen. Dit begint bij boetes en taakstraffen en in het ergste geval kunnen jongeren naar een jeugdinrichting worden gestuurd. Hier kunnen zij maximaal 2 jaar zitten. De reden dat dit zo kort is, heeft ook te maken met het feit dat jongeren nog een lang leven voor zich. De maatschappij is van mening dat jongeren nog een 2 e kans verdienen. De jeugdinrichting is vergeleken met een penitentiaire inrichting (gevangenis) compleet verschillend. De ondervraagde gedetineerde en Paul Bruinsma hebben ons uitgebreid verteld over deze verschillen. De jeugdinrichting is vooral bezig met het verbeteren en begrijpen van de jongeren. Eenmaal in de penitentiaire inrichting gaat het meer om het feit dat deze gedetineerden in ieder geval niet meer actief zijn in de maatschappij. Uiteindelijk is uit al onze onderzoeken gebleken waarom het zinvol is dat er überhaupt aangepaste straffen zijn. De vraag die wij onszelf gesteld hebben is: Wat als er géén aangepaste straffen zouden zijn? In deze situatie zouden jongeren op precies dezelfde manier worden veroordeeld en dezelfde behandeling krijgen als volwassenen. Het is dan de vraag of jongeren bij volwassenen in een penitentiaire inrichting worden geplaatst, of dat hier wel onderscheid in wordt gemaakt. Zoals eerder verteld, overzien jongeren de gevolgen van hun eigen beslissingen minder dan volwassenen. Hierdoor maken zij vaak verkeerde keuzes en zijn ze erg impulsief. Wanneer een minderjarige in een bepaalde situatie zou komen en een verkeerde keuze zou maken (i.v.m. het overtreden van de wet) zou dit betekenen dat hun hele leven direct extreem veranderd. Voorbeeld: Johan Kramer is met zijn vrienden in de stad. Ze staan in de supermarkt . Op het moment dat Johan naar de kassa wil gaan, beseft hij dat hij zijn portemonnee thuis heeft liggen. Johan zegt dit tegen zijn vrienden, zij reageren geïrriteerd omdat zij erop hadden gerekend dat Johan zou betalen. Johan merkt dit en besluit het anders op te lossen. Hij stopt de boodschappen snel in zijn jas en loopt haastig naar buiten. De kassière ziet dit en rent achter hem aan. In paniek stompt Johan haar tegen haar hoofd. De vrouw valt bewusteloos neer en overlijd later in het ziekenhuis. De kans is groot dat Johan nu, i.p.v. een behandeling bij bureau Halt en taakstraffen, een tijd in een penitentiaire inrichting moet zitten. De gevolgen van bovengenoemd voorbeeld zijn groot. De veroordeelde (Johan) zal, wanneer hij naar een penitentiaire inrichting moet, zijn school/studie niet kunnen afronden of stop moeten zetten. Dit zorgt ervoor dat hij, nadat hij zijn straf heeft uit gezeten, lastig een baan kan vinden en de kans dus ook bestaat dat hij later geldproblemen krijgt. Eveneens zal Johan weinig begrip krijgen en mentaal instorten. Wanneer meerderjarigen en minderjarigen niet gescheiden zouden zitten, zouden deze meerderjarige criminelen een slechte invloed op Johan kunnen hebben. De kans bestaat dat Johan enorm wordt gebruikt en misbruikt in de inrichting, maar er bestaat ook een kans dat Johan de gewoontes van de desbetreffende zware criminelen overneemt. Beide gevallen zijn absoluut niet positief. 43
Wanneer meerderjarigen en minderjarigen wél gescheiden zouden zitten, zijn bovengenoemde gevolgen niet van toepassing. De negatieve effecten van geen aangepaste straffen (beknopt): • Jongeren krijgen geen 2e kans • Er wordt weinig geestelijke hulp aangeboden voor jongeren • Er wordt geen hulp aangeboden voor probleemgezinnen • Na 1 verkeerde beslissing kan hun leven extreem veranderen • Jongeren komen in de problemen met scholing Hierdoor later minder kans op een baan en dus kunnen zij geldproblemen krijgen. Geldproblemen kan resulteren in crimineel gedrag. • Omstandigheden van overtredingen wordt minder rekening mee gehouden (Terwijl jongeren hier enorm door worden beïnvloed) De positieve effecten van geen aangepaste straffen (beknopt): • Jongeren worden harder aangepakt en leren sneller hun lesje • Minder ‘gevaar’ voor de maatschappij (ook minderjarigen die een zwaar misdrijf hebben gepleegd kunnen nu terecht komen in een penitentiaire inrichting voor lange tijd) Bovenstaande punten geven duidelijk aan waarom er aangepaste straffen bestaan voor jongeren. De negatieve effecten van ‘geen aangepaste straffen’ wegen zwaarder dan de positieve effecten hiervan. Wij kunnen concluderen dat aangepaste straffen zeker zinvol zijn, omdat jongeren anders niks zouden leren tijdens hun behandeling en door de omgeving & het milieu waarin zij dan terecht komen nog meer verkeerde beslissingen zullen maken waardoor het vrijwel onmogelijk voor hen zal zijn om normaal te functioneren in de maatschappij. Verder onderzoek of verbeteringen in het jeugdstrafrecht is niet persé nodig. Verbeteringen qua behandelingen op jongere leeftijd zouden voor minder criminaliteit op lange termijn kunnen zorgen, dit is echter niet zeker.
6. Extra's 6.1. Nieuwsbericht 44
"17-jarige krijgt twintig jaar cel voor moord" Gepubliceerd: 04 februari 2009 04-02-09 15:12 Laatste update: 04 februari 2009 04-02-09 18:10
AMSTERDAM - De rechtbank in Amsterdam heeft de 17-jarige Kenneth C. woensdag veroordeeld tot twintig jaar celstraf voor de moord op de Amsterdamse garagehouder Rick Haster. Volgens een woordvoerster is het voor het eerst dat een minderjarige zo'n hoge straf krijgt. Een neef van C. Martin M. (22), kreeg ook twintig jaar.
Straffen Beide straffen zijn fors hoger dan de eis van het Openbaar Ministerie. Dat had zestien jaar cel geëist tegen M. en zes jaar gevangenisstraf en tbs tegen zijn jongere familielid. De rechters achten bewezen dat de twee Haster in februari vorig jaar in zijn garage op gruwelijke wijze om het leven brachten. Zij staken hem circa twintig keer met een mes. Nadat de neven de man een paar keer hadden verwond, bonden ze hem vast aan een motorblok en takelden ze hem verder toe. Volgens de rechtbank hebben de daders ''een ogenschijnlijk koelbloedige en meedogenloze moord'' gepleegd. Daarmee hebben ze zich ''langdurig gediskwalificeerd voor deelname aan de samenleving'', aldus het vonnis.
Rechtbank De rechtbank veroordeelde de minderjarige C. volgens het strafrecht voor volwassenen vanwege het gruwelijke karakter van de moord en omdat hij een even groot aandeel in het delict had als zijn mededader. Op basis van het jeugdrecht had hij maximaal twee jaar cel kunnen krijgen. Hoewel justitie tbs tegen de jongen had geëist, zag de rechtbank daar niets in. C. heeft namelijk op geen enkele wijze laten zien dat hij aan zijn eigen persoonlijkheid wil werken.
Aanleiding Aanleiding voor de moord was een conflict over een gekochte auto. De broer van M. had voor 700 euro een Mazda 323 van Haster gekocht. Na enkele dagen hield het voertuig ermee op. Hoewel de verdachten altijd hebben ontkend iets met de moord te maken te hebben gehad, geloofde de rechtbank hen niet. De politie trof namelijk hun hand- en vingerafdrukken aan in het bloed in de garage.
'Uitzonderlijk'
Hoogleraar bestuurlijk sanctierecht Henny Sackers van de Radboud Universiteit Nijmegen noemt de straf die C. heeft gekregen ''uitzonderlijk''. Het komt volgens hem vaker voor dat minderjarigen als volwassenen worden berecht, maar de hoogte van de straf is zeldzaam. ''Ik heb nog niet eerder meegemaakt dat een minderjarige zo'n straf krijgt opgelegd.'' Sackers constateert dat de rechtbank de ernst van het misdrijf zwaar heeft laten meewegen in vergelijking met de leeftijd van de dader. Volgens hem is het niet per se zo dat minderjarigen steeds vaker hoge straffen krijgen. Er zijn ook rechters en deskundigen die daarin terughoudender zijn. Door: ANP
6.2. Weetjes Wist je dat…
45
•
Halt ook zorgt voor een veilige en leefbare omgeving door elk jaar voorlichtingen te geven op sportverenigingen, scholen of in een wijk.
•
Uit een onderzoek van instituut TIER is gebleken dat een Halt-straf de kans verlaagt op het vroeg verlaten van school van jongeren.
•
In de justitiële jeugdinrichtingen minder meisjes dan jongens verblijven.
•
55% van de jongeren die in de justitiële jeugdinrichting verblijven zijn zestien of zeventien jaar. 32% van de jongeren zijn 18 jaar of ouder.
•
Een verhoor na een aanhouding maximaal zes uren mag duren. Hier wordt de tijd tussen 00:00 uur en 09:00 uur niet meegerekend.
•
Er in Nederland 7 justitiële jeugdinrichtingen zijn.
•
Een jongere ook jeugddetentie kan krijgen opgelegd als hij/zij de taakstraf niet goed heeft afgerond of een geldboete niet heeft betaald.
•
Er een lik-op-stukbeleid is in Nederland. Dit houd in dat de criminele jongeren zo snel mogelijk hun straf krijgen opgelegd.
•
Als een jongere een rechtszaak heeft zijn/haar ouders verplicht aanwezig moeten zijn.
7. Dankwoord
46
In dit dankwoord willen wij iedereen bedanken die een bijdrage heeft geleverd aan de totstandkoming van ons profielwerkstuk. Paul Bruinsma, voor het interview met de gedetineerde; de rondleiding op de FPA; het interview over de FPA en de jeugdinrichting. Mevrouw I.M. DĂślle, voor het interview en de rondleiding in de rechtbank. De ondervraagde gedetineerde, voor het delen van zijn levensloop en het beantwoorden van onze vragen. Meneer de Hoop, voor de tips/verbeteringen en het besteden van zijn tijd aan ons PWS. Meneer de Boer, voor de tips/verbeteringen. De vrijwilligers, voor het invullen van onze enquĂŞtes. Wij zijn deze mensen dankbaar voor de medewerking en hulp voor ons profielwerkstuk!
8. Afsluiting
47
Met succes hebben wij ons PWS afgesloten. Na veel onderzoek en uitwerkingen zijn wij tot een conclusie gekomen en hebben we de hoofdvraag kunnen beantwoorden. Uiteindelijk zijn we allemaal zeer tevreden over ons PWS. Vanaf het begin hebben wij een duidelijke planning voor ons zelf gemaakt en hebben ons hieraan gehouden. De taken waren eerlijk verdeeld en iedereen heeft hard en met enthousiasme aan haar deel van het PWS gewerkt. Af en toe waren er meningsverschillen, maar er werd altijd gezocht naar een oplossing en een compromis gesloten. Wij zijn erg te spreken over de vele onderzoeken die wij hebben gedaan. We zijn veel op pad geweest en hebben veel geleerd en plezier gehad. Met veel genoegen hebben wij aan ons PWS gewerkt.
Bruinsma, H.
Hessels, J.
Hibma, F.
9. Bronvermelding 4.1.
Waarom krijgen jongeren aangepaste straffen en wat zijn deze? 48
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/straffen-en-maatregelen/inhoud/jeugdstraffen http://www.jeugdcriminaliteit.com http://halt.nl/ http://www.judex.nl/rechtsgebied/strafrecht/straffen/artikelen/386/straffen-voorminderjarigen-.htm http://jeugdreclassering.jeugdzorgnederland.nl/ https://www.hoeverandertmijnzorg.nl/jeugd/bescherming-reclassering/jeugdreclassering http://www.strafrecht-jeugd.nl/gedragsbeinvloedende-maatregel-gbm http://www.rietbergadvocaten.nl/ 4.2. Wat is de algemene mening van jongeren over aangepaste straffen voor jongeren? Afgenomen enquêtes 4.3. Waarom overtreden jongeren de wet en hoeveel jongeren overtreden de wet per jaar? http://www.jeugdcriminaliteit.net/ http://www.cbs.nl/nlNL/menu/_unique/_search/default.htm? cx=018020871965988641477:rvmzjpho2wq&cof=FORID:11&q=jongeren+straf http://halt.nl/media/1127/factsheet-jeugdstrafrecht.pdf Www.scholieren.com http://www.jeugdcriminaliteit.com 4.4. Wie legt de straffen op en hoe worden deze bepaald in rechtbank Noord-Nederland? https://www.rechtspraak.nl/Recht-In-Nederland/ThemaDossiers/Pages/Berechtingminderjarigen.aspx Judith H. Frederike H. Hester B. Jongeren strafrecht Rechtbank Noord-Nederland Een interview met I.M. Dölle, jeugdrechter (29 november 2015) 4.5. Hoe gaat de procedure in rechtbank Noord-Nederland? Judith H. Frederike H. Hester B. Jongeren strafrecht Rechtbank Noord-Nederland Een interview met I.M. Dölle, jeugdrechter (29 november 2015) 4.6.A. Wat voor behandeling krijgen jongeren nadat zij veroordeeld zijn? http://www.jeugdcriminaliteit.com/index_bestanden/Page766.htm http://wat-doe-je-tegen-jeugdcriminaliteit.webklik.nl/page/welke-soorten-jeugdcriminaliteit-zijn-erJudith H. Frederike H. Hester B. Forensische psychiatrische afdeling (GGZ) & Jeugdinrichting Den Helder (Doggershoek) Een interview met Paul Bruinsma, ex-begeleider Doggershoek en begeleider FPA Franeker (5 oktober 2015) GGZ Friesland Onvrijwillige opname Brochure gekregen van Paul Bruinsma
4.6.B. Subdeelvraag: Wat gebeurt er met de jongere nadat zij uit de jeugdinrichting komen? http://www.rechten.vu.nl/nl/nieuws-agenda/nieuwsarchief/2013/problemen-na-jeugdinrichting.asp https://www.dji.nl/Onderwerpen/Jongeren-in-detentie/samenwerking-met-ketenpartnersresocialisatie-en-nazorg/resocialisatie-en-nazorg/ 49
Judith H. Frederike H. Hester B.
Jongeren strafrecht Rechtbank Noord-Nederland Een interview met I.M. Dölle, jeugdrechter (29 november 2015)
4.7.A. Overtreden jongeren de wet vaak opnieuw nadat ze voor de eerste keer zijn opgepakt? Judith H. Frederike H. Hester B. Jongeren strafrecht Rechtbank Noord-Nederland Een interview met I.M. Dölle, jeugdrechter (29 november 2015) Judith H. Frederike H. Hester B. Forensische psychiatrische afdeling (GGZ) & Jeugdinrichting Den Helder (Doggershoek) Een interview met Paul Bruinsma, ex-begeleider Doggershoek en begeleider FPA Franeker (5 oktober 2015) 4.7.B. Subdeelvraag: Wat voor invloed hebben de aangepaste straffen gehad op de ondervraagde gedetineerde? Judith H. Frederike H. Hester B. Levensloop gedetineerde Interview met Erwin Poelstra, gedetineerde FPA Franeker (5 oktober 2015)
4.8. Zijn ouders er altijd van op de hoogte wat hun kinderen doen i.v.m. het overtreden van de wet? Enquêtes Judith H. Frederike H. Hester B. Jongeren strafrecht Rechtbank Noord-Nederland Een interview met I.M. Dölle, jeugdrechter (29 november 2015) 4.9. Herziening van het strafrecht. Eigen inbreng & overige deelvragen. 5.
Hoofdvraag (conclusie) Waarom is het zinvol dat jongeren een aangepaste straf krijgen (t.o.v. ouderen) Deelvragen & onderzoeken. 6.1. Nieuwsbericht ANP (2009)
17-jarige krijgt twintig jaar cel voor moord Via Nu.nl (4 februari)
6.2. Weetjes http://halt.nl/over-halt/ http://dji.nl/Onderwerpen/Jongeren-in-detentie/Straffen-en-maatregelen/ http://zakelijk.infonu.nl/juridisch/70427-jongeren-en-strafrecht-de-strafrechtelijke-procedure.html http://www.dji.nl/onderwerpen/jongeren-in-detentie/ https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/jeugdcriminaliteit/inhoud/aanpak-jeugdcriminaliteit? utm_campaign=sea-t-openbare_orde_en_veiligheid-ajeugdcriminaliteit&utm_term=jeugdcriminaliteit&gclid=CPWZlYXQq8kCFYXnGwodALMG_Q
10. Bijlagen Op de volgende bladzijden kunt u de bijlagen vinden. Deze bestaan uit: •
Enquête over jongerenstrafrecht 50
•
Enquête over onwetendheid van volwassenen
•
Vragen interview: Forensische psychiatrische afdeling (GGZ) – Jeugdinrichting Den Helder (Doggershoek)
•
Planning
•
Logboeken Logboek Judith Logboek Frederike Logboek Hester
•
Herziening van het strafrecht
Enquête over jongerenstrafrecht Wij (Judith Hessels, Hester Bruinsma & Frederike Hibma) maken een PWS over Jongerenstrafrecht. Door deze enquête willen wij onderzoeken hoe jongeren zelf denken over de aangepaste straffen. Jongeren krijgen namelijk andere straffen t.o.v. volwassenen, wat vinden jullie hiervan?
51
1. Heb je zelf ooit de wet overtreden? Zo ja, wat heb je gedaan? (Denk aan: diefstal, vernielingen, inbraak etc.) o Ja o Nee 2. Ben je ooit eens in aanraking geweest met politie? (Zo nee, ga verder naar vraag 4) o Ja o Nee 3. Ben je hierna nog vervolgd? o Ja o Nee 4. Ken je zelf een minderjarige die in aanraking is geweest met de politie en een boete/taakstraf/gevangenisstraf heeft gekregen? o o
Ja Nee
5. Vind je dat criminele jongeren na hun gevangenis straf nog psychologische hulp moeten krijgen? o Ja o Nee 6. Denk jij dat je zelf je gedrag zou aanpassen als je een taakstraf hebt gekregen van bureau Halt na het plegen van het strafbaar feit? o Ja o Nee 7. Wat denk jij hoe jongeren anders worden behandeld t.o.v. volwassenen na het plegen van een strafbaar feit? o Kortere gevangenis straffen o Helemaal geen gevangenis straffen o Meer psychologische hulp o Alleen taakstraffen & boetes o Lagere boetes o Anders, namelijk……………………………………………………………………………………………………………………… .
8. Denk jij dat je sneller de wet overtreedt wanneer je met je vrienden bent i.p.v. alleen? o Ja o Nee o Een beetje
52
9. Hoe zou jou omgeving reageren als je de wet zou overtreden? (Of: Toen je de wet overtrad, hoe reageerde je omgeving? o Teleurgesteld o Boos o Lacherig/pocherig o Onder de indruk o Geschrokken o Ongeïnteresseerd 10. Wat zou jij anders doen dan de overheid aan probleemjongeren? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Hartelijk dank voor het deelnemen aan deze enquête!
Enquête over onwetendheid van volwassenen Wij (Judith Hessels, Hester Bruinsma & Frederike Hibma) maken een PWS over Jongerenstrafrecht. Door deze enquête willen wij onderzoeken hoeveel volwassen afweten van de activiteiten van hun kinderen. 53
1.Bent u altijd op de hoogte van waar uw kind is? o Ja o Nee 2. Heeft uw kind ooit alcohol gedronken, gerookt of drugs gebruikt? o Ja o Nee o Weet ik niet 3. Is uw kind ooit in aanraking gekomen met de politie? (Zo nee/wil ik niet zeggen, ga verder naar vraag 5) o Ja o Nee o Wil ik niet zeggen 4. Wat was uw reactie hierop? Ik was… o Woest o Geschokt o Teleurgesteld o Verdrietig o Niet verbaasd o Ongeïnteresseerd 5. Hoe zou u reageren als uw kind vertelt dat hij/zij de wet heeft overtreden? (Denk aan: roken, alcohol gebruik, drugs gebruiken, winkeldiefstal) Ik zou… o Woest zijn o Geschokt zijn o Teleurgesteld zijn o Begrijpend reageren o Mijn opvoeding qua regels aanpassen
Forensische psychiatrische afdeling (GGZ) – Jeugdinrichting Den Helder (Doggershoek) 54
Forensische psychiatrische afdeling: •
Over u Hoe heet u en hoe oud bent u?
• • • •
Functie Wat voor functie heeft u op de FPA in de GGZ? Wat moet u precies voor deze functie doen? Hoelang werkt u al in deze sector? Wat voor opleiding heeft u gedaan?
• • • • • • • •
• • • • • • • •
• • • •
Gedetineerden Wat hebben de gedetineerden gedaan waarop zij nu op deze manier leven? Kunt u een samenvatting geven van de manier waarop de gedetineerden leven? Hoe reageren de gedetineerden op hun straf? (Qua gedrag) Zijn alle gedetineerden geestelijk helemaal in orde? Heeft u vaak contact met de gedetineerden? Zo ja, op wat voor manier en hoe reageren zij op u? Heeft het gedrag van een gedetineerde vaak met hun vroegere thuissituatie te maken? Kunt u dit toelichten? Hebben de gedetineerden hun hele leven al te maken gehad met het criminele circuit? Hoe gaan de gedetineerden met elkaar om? Hadden ze vaak onderling ruzie? Waren ze vaak agressief naar elkaar? (of naar de bewaking) Zijn er ook vriendschappen ontstaan in de inrichting? Wanneer gedetineerden uit de inrichting kwamen, hielden zij dan nog contact met elkaar? Overtreden gedetineerden na hun behandeling in de inrichtingen vaak nog een keer de wet? Hadden de gedetineerden vaak spijt van hun gedrag? En wat deden zij hiermee? Hoe oud waren de gedetineerden gemiddeld die in deze inrichting zaten? Hebben de gedetineerden vaak een opleiding gevolgd? Hoe zien de gedetineerden hun toekomst voor zich? Behandeling Wat houd de behandeling in de FPA precies in? Op wat voor manier kom je terecht in de FPA? Hoe word de gedetineerden behandeld? Krijgen zij psychische hulp en op wat voor manier gaat dit? Wat houd hun straf precies in? Hoelang zitten gedetineerden maximaal op deze afdeling? Hoe worden gedetineerden voorbereid op hun leven na hun straf? Wat is de dagelijkse routine voor de gedetineerden? Hebben de gedetineerden vaak een goede relatie met hun ouders? Hebben de gedetineerden steun aan hun ouders? Waarom? Hoe worden de gedetineerden voorbereid om de maatschappij weer in te gaan?
Jeugdinrichting Den Helder: •
Functie Wat hield uw functie in Jeugdinrichting in? 55
• • • • • • • • •
• • • • •
• • • •
• • • •
Wat moest u precies voor deze functie doen? De jongeren Wat voor overtredingen zijn deze jongeren begaan waardoor ze in een inrichting moesten leven? Kunt u een samenvatting geven waarop de jongeren leven? Hoe reageerden deze jongeren op hun straf? (Qua gedrag) Waren alle jongeren geestelijk helemaal in orde? Had u vaak contact met de jongeren in deze inrichting? Zo ja, op wat voor manier en hoe reageerden zij op u? Hoe was de thuissituatie van de jongeren? Heeft het gedrag van de jongeren vaak met hun thuissituatie te maken? Kunt u dit toelichten? Hoe gingen deze jongeren met elkaar om? Hadden ze vaak onderling ruzie? Waren ze vaak agressief naar elkaar? (of naar de bewaking) Zijn er ook vriendschappen ontstaan in de inrichting? Wanneer jongeren uit de inrichting kwamen, hielden zij dan nog contact met elkaar? Overtreden jongeren na hun behandeling in de inrichtingen vaak nog een keer de wet? Hoe kwam dit? Hadden de jongeren vaak spijt van hun gedrag? Wat deden zij hiermee? Hoe oud waren de jongeren gemiddeld die in deze inrichting zaten? Had hun thuissituatie veel invloed op het gedrag van de jongeren? Hoe komt dit? Hoe zien de jongeren hun toekomst voor zich? Ronden zij vaak nog een studie af? Behandeling Wat hield de behandeling in de jeugdinrichting precies in? Op wat voor manier kom je terecht in de jeugdinrichting? Wat was de dagelijkse routine voor deze jongeren? Hoe werden deze jongeren behandeld? Kregen zij psychische hulp en op wat voor manier? Hoelang mogen jongeren maximaal in deze inrichting zitten? Hoe worden zij voorbereid op hun leven na hun straf? Krijgen jongeren ook hulp met hun relatie met de ouders? Hadden de jongeren vaak een goede relatie met hun ouders? Hadden de jongeren steun aan hun ouders? Waarom? Hoe werkte de scholing van deze jongeren? Hoe werden de jongeren voorbereid om weer de maatschappij in te gaan? Hoe zagen de jongeren hun toekomst voor zich?
Vergelijken • •
Werkt u liever met volwassenen of met jongeren? Waarom? Wat was het grootste verschil tussen de behandeling met volwassenen en jongeren? 56
• • • • •
Wat is volgens u de voornaamste reden dat jongeren op een andere manier behandeld worden? Vindt u het terecht dat jongeren anders behandeld worden? Waarom? Vindt u dat volwassenen en jongeren hebben geleerd van hun straf? Waarom denkt u dit? Wat zou u zelf veranderen aan de behandeling van volwassenen? Waarom? Wat zou u zelf veranderen aan de behandeling van jongeren? Waarom?
Vragen voor gedetineerde • • • • • • •
Algemeen Hoe heet u en hoe oud bent u? Naar welke middelbare school bent u vroeger gegaan? Welk niveau deed u? Heeft u een opleiding gedaan? Zo ja welke? Zo nee waarom niet? Werkt u? Zo ja, wat voor werk? Heeft u kinderen? Heeft u broers en zussen? Zo ja, hoe oud zijn zij en heeft u veel contact met ze? Hoe was uw thuissituatie als kind?
• • • • • • • •
Overtredingen Hoe oud was u toen u voor het eerst de wet overtrad? Hoe vaak heeft u de wet overtreden en wat heeft u gedaan? Hoelang heeft u vast gezeten? Had u tijdens uw overtredingen te maken met groepsdruk? Op welk moment besefte u dat wat u heeft gedaan niet door de beugel kon? Hoe reageerden uw ouders op uw eerste overtreding? Hoe denkt u nu over uw overtredingen? Denkt u dat u de wet nog een keer gaat overtreden? Waarom?
• • • • • • •
Behandeling Heeft u vroeger in een jeugdinrichting gezeten? Zo ja, kunt u uw ervaring beschrijven? Heeft u in de gevangenis gezeten? Zo ja, kunt u uw ervaring beschrijven? Beide ja? verschillen vragen! Waardoor kwam u in de FPA terecht? Hoe word u behandeld in de FPA? Hoe ziet de dagelijkse routine voor u eruit in de FPA? Hoelang moet u hier blijven? Kreeg u veel mentale hulp in de FPA? Helpt dit u? Waarom? Heeft/had u veel contact met de andere mensen in de FPA? (gedetineerden)
• • • • •
Toekomst Hoe ziet u de toekomst voor u? Word u in de FPA voorbereid om weer de maatschappij in te gaan? Wat vindt u ervan dat jongeren andere straffen krijgen dan volwassenen? Vindt u dit zinvol? Wat zou u anders willen zien qua straffen en behandelingen? Als u de tijd terug kon draaien, wat zou u anders doen in uw leven?
• •
Planning 57
Onderzoek Globaal internet onderzoek en dit verwerken in een verslag Bellen/mailen naar GGZ, rechtbank en bureau Halt voor een afspraak EnquĂŞtes (en interviews voor bovengenoemde instellingen) opstellen en afnemen In de tussentijd observatie en interviews houden in bovengenoemde instellingen en dit verwerken in een verslag Resultaten van enquĂŞtes verwerken en hier een conclusie uit trekken Onderzochte informatie verzamelen en hiermee antwoord geven op de deelvragen Antwoord geven op de hoofdvraag
Start datum Begin augustus
Wie Frederike (&Judith)
Eind datum 07 september
Augustus
Judith
31 augustus
Augustus
Hester
07 september
Augustus + september
Iedereen
Tot eind project
Oktober
Hester
14 september
Oktober
16 november
Keuzespecificatie 1/2/3 Verslag perfectioneren en afmaken
November Eind november
Judith & Frederike (*Hester) Judith & Hester (*Frederike) Frederike Frederike/Hester
Oktober
1 december 23 november 1 december
58