pagina 9
De verschillende levens van kinderen pagina 18
De dagboeken
introductieprijs â‚Ź 9,95
Het Nederlandse kind in de tweede wereldoorlog
CL & BS
C
CL & BS
Inhoudsopgave 4
13 20
Voorwoord
Voorwoord
3
Tweede wereldoorlog in Nederland in een notendop
4
De verschillende levens van kinderen
9
Sinterklaas in de tweede wereldoorlog
11
De Koninklijke familie
12
Jodensterren
13
Onderwijs in de tweede wereldoorlog
15
De dagboeken
18
Speelgoed, spelletjes en ander vertier
20
Kinderen in kampen
23
Interview met Willem
26
Het kind van een NSB'er
30
De zoon van een oorlogskind
33
C
Beste lezers, Het gebeurt niet vaak dat je een profielwerkstuk mag schrijven over een historische gebeurtenis waarvan de hoofdrolspelers nog leven. Precies dat was voor ons de reden om het onderwerp “het Nederlandse kind in de tweede wereldoorlog” te kiezen. Het is uniek dat de kinderen uit die tweede wereldoorlog nog leven en dat wij met ze hebben kunnen spreken. Binnen afzienbare tijd zal dat niet meer mogelijk zijn. We hebben gekozen voor het interviewen van oorlogskinderen als primaire bron. Daarnaast hadden wij de unieke gelegenheid om het nieuwe Nationaal Militair Museum in Soesterberg te mogen bezoeken terwijl het nog niet eens open was voor het publiek. Ook hebben we een kind ván een oorlogskind gesproken wat weer hele
andere informatie heeft opgeleverd. Uiteindelijk hebben we veel literair onderzoek gedaan om “het verhaal rond te krijgen”. We hebben gekozen voor de vorm van een tijdschrift omdat dit een mooie tijdloze vorm van dataverzameling is. We zijn trots op het resultaat en kijken met een goed gevoel terug op de periode van het maken. We zijn uiteindelijk op de vraag gekomen; ‘Hoe zag het leven van een Nederlands kind in de tweede wereldoorlog eruit?’ We hopen u hier een goed van te kunnen geven en dat u iets kunt leren van het tijdschrift.
December 2014
Carmen Landstra en Brechtje Stallmann
De gevolgen van de tweede wereldoorlog voor
26
kinderen geboren ten tijde van de oorlog
34
Theesurrogaat voor Sneek
39
Verantwoording
40
Dankwoord 42
34
december 2014 ■ Het Nederlandse kind in de WO II | 3
Tweede wereldoorlog in Nederland in een notendop Dagblad de Gooi- en Eemlander, 17 maart 1938
Uit Utrechtsch Nieuwsblad, 20 mei 1939 Op 1 september 1939 vielen de Duitsers Polen binnen, wat het begin was van vreselijke jaren vol met oorlog en armoede over de hele wereld. Dit krantenartikel uit het Utrechtsch Nieuwsblad van vrijdag 10 mei 1940 bericht over overkomende Duitse vliegtuigen die met hun dreigende geluid de stad Utrecht hebben wakker geschud. Echt spannend werd het toen de Duitsers op 14 mei 1940 driegde om Utrecht te bombarderen zoals ze met Rotterdam hadden gedaan. De Nederlandse capitulatie voorkwam dat gelukkig alleen was Nederland toen wel bezet door de Duitsers.
Oorlogsposters 1940-1945 uit de koninklijke bibliotheek (Den Haag), 1939
Het Vaderland, 10 mei 1940 Vanaf het begin van de tweede wereldoorlog had Nederland zich al neutraal verklaard, toch werd ook Nederland op 10 mei 1940 binnengevallen door de Duitsers. Ondanks een poging tot het gijzelen van Koningin Wilhelmina wist zij met haar gezin te vluchten naar Engeland. Het gezag werd op 15 mei 1940 informeel overgenomen door de Generaal Winkelman.
Op 29 mei 1940 werd de Oostenrijker Arthur Seyss-Inquart, verantwoordelijk voor de deportatie van meer dan honderdduizend mensen, aangesteld als leider van het Duitse bestuur in Nederland. Seyss-Inquart is na de oorlog door het Neurenberg tribunaal schuldig bevonden aan meerdere aanklachten en is in 1946 ter dood gebracht.
Het vaderland, 14 mei 1940
Sumatra Krant, 28 januari 1941
Adolf Hitler zette de aanval op Nederland in maar tegen alle verwachtingen in werd de eerste aanval van het Duitse leger afgeslagen en werden er 525 Duitse vliegtuigen neergehaald. Ook werd de aanval op het Koninklijk huis en de regering verijdeld. Daarnaast bood het Nederlandse leger zwaar verzet bij de Grebbenberg, de afsluitdijk en de Moerdijkbrug. Uiteindelijk werd het slecht bewapende Nederlandse leger relatief snel verslagen. Gelukkig kon de Nederlandse koningin en de ministers vluchtten naar, het niet bezette, Londen.
4 Dagen na het begin van de oorlog werd op 14 mei 1940 de overgave van de stad Rotterdam geëist. De stad werd na een lang overleg overgegeven maar, door een miscommunicatie, toch gebombardeerd. Dit bombardement veroorzaakte ongeveer 800 doden. Na het vallen van de stad Rotterdam capituleerde het Nederlandse leger op woensdag 15 mei.
Omdat de oorlog niet meer te voorkomen is gaat het Nederlandse Leger over tot mobilisatie van de dienstplichtig militairen. Nederland heeft tot 1995 deze dienstplicht gekend. Het mobiliseren van dienstplichtig militairen betekende dat deze burgers met militaire opleiding de beroeps militairen moesten gaan helpen in de strijd.
4 | Het Nederlandse kind in WO II ■ december 2014
december 2014 ■ Het Nederlandse kind in de WO II | 5
Sneon & Snein, 4 september 1944
Volk en vaderland, het nationaalsocialistische weekblad Op 1 juni 1940 krijgt Amsterdam als eerste te maken met tekorten, koffie, brood en nog veel meer dagelijkse benodigdheden gaan op de bon. Op 29 juni 1940 vond een duidelijke demonstratie van afkeer tegen de Duitsers plaats, door met zijn allen de verjaardag van prins Bernhard te vieren en allemaal een witte Anjer te dragen. De witte anjer is nooit een officieel symbool geworden maar wordt heden ten dage nog steeds gedragen op de nationale veteranendag. De witte anjer staat symbool voor erkenning en waardering van de Nederlandse Veteranen.
Volk en Vaderland, 3 februari 1943
In 1944 kregen mensen valse hoop dat de oorlog voorbij zou zijn door de operatie D-Day Normandië (Decision day), gevolgd door de Dolle Dinsdag. De bevolking van Nederland hoopte dat ze bevrijd zouden worden binnen enkele dagen. Door deze berichten zijn veel NSB’ers op de vlucht geslagen. Deze dinsdag is de Dolle dinsdag genoemd door de enorme chaos die daarbij ontstond.
In 1943 werd de NSB steeds meer betrokken bij het Duitse bestuur in Nederland. De Duitsers noemde dit het Reichskommissariat Niederlande (Rijkscommissariaat Nederland). Na de capitulatie trad er op 20 mei 1940 een militair bestuur aan dat onder leiding stond van de Militärbefehlshaber Alexander Freiherr von Falkenhausen. Dit militaire bestuur werd later vervangen door een civiel bestuur onder leiding van Arthur Seyss-Inquart. Naarmate de oorlog vorderde werden steeds meer secretarissen-generaal en burgemeesters vervangen door Nederlandse NSB'ers.
Het parool, 11 September 1944
Oorlogsaffiches 1940-1945 uit de koninklijke bibliotheek (Den Haag), 20 juni 1941 Het Parool, 29 Juni 1945
Rond 1941 begonnen de Duitsers met het invoeren van antisemitische maatregelen. Steeds zichtbaarder werden er beperkingen opgelegd voor de Joden zoals het verbod op het huren van “publieke logeergelegenheden”. Ook verdwenen er steeds meer Joden zonder dat iemand wist waar ze naar toe werden gebracht.
De bevrijding van Nederland! De koninklijke familie kwam weer terug naar Nederland en Duitsland gaf zich op 5 mei 1945 over, na de inval van de geallieerden. De ondertekening van de overgave vond plaats in hotel de wereld in Wageningen. Voor Koningin en Vaderland, 5 mei 1945
Het Parool, 5 mei 1945
6 | Het Nederlandse kind in WO II ■ december 2014
december 2014 ■ Het Nederlandse kind in de WO II | 7
De verschillende levens van kinderen Een oorlog houdt geen rekening met kinderen. Kinderen worden daardoor beïnvloed door, en slachtoffer van, de oorlog. Stel je voor dat je kind van een NSB’er bent tijdens de oorlog. Hoe moet het voelen dat je vader met de NSB krantjes bij het station staat waar elke dag honderden reizigers de trein nemen? Met de kinderen van NSB ouders mocht ineens niet meer gespeeld worden want die waren “fout”. Ook de Joodse kinderen hadden last van de oorlog. Vaak wisten de vriendjes van de Joodse kinderen niet eens dat ze Joods waren totdat ze een gele Jodenster op hun jas hadden genaaid. Dat deze Joodse kinderen ook “fout” waren merkten ze op het moment dat thuis de ruiten werden ingegooid of dat hun ouders werden opgepakt. In het ergste geval verdwenen ze met hun ouders en broertjes/zusjes naar de werkkampen of “Vernichtungslager”. Neutrale kinderen waren de kinderen die weinig van de oorlog merkten. Deze kinderen woonden meestal op het platteland waar relatief voldoende te eten was en de oorlog wat meer op afstand stond. Ook de kinderen van de verzetsstrijders hebben last gehad van de oorlog. Denk je maar in dat je vader of moeder wordt opgepakt tijdens een verzetsactie. Het lastige is dat kinderen in de tweede wereldoorlog vrijwel niets zelf konden bepalen. Doordat ouders een bepaalde functie uitoefenden of in een bepaald geloof geloofden werd de positie van het kind eigenlijk al bepaald.
Het kind van een NSB’er Veel mannen gingen bij de NSB (Nationaal Socialistische Beweging), vrijwillig of omdat er geen andere keuze was. Wanneer een vader lid werd van de NSB ging men er van uit dat dan ook heel de familie zich aansloot bij deze partij. Er hing een NSB vlag aan het huis, de moeder ging bij de nationaal socialistische vrouwenorganisatie en de kinderen sloten zich aan bij de Jeugdstorm. Vaak was het leven van een NSB-kind lastig ondanks dat zij vaak genoeg voedsel en andere goederen hadden. Op school werden zij bijvoorbeeld uitgescholden voor landverrader, hun beste vriendjes mochten niet meer met hun spelen of hun (Joodse) vrienden verdwenen plotseling. Toen de oorlog tot een einde kwam moesten veel NSB-kinderen onderduiken met hun familie om te voorkomen dat ze opgepakt zouden worden. Na de oorlog hebben veel kinderen tijdelijk zonder ouders moeten leven omdat deze gevangen zaten.
Cor Verlaan, 4 jaar
Affiche van de NSB uit: NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies , de Koninklijke Bibliotheek (Den Haag)
s van 'De grote jongen , elf een jaar of tien het is riepen: Hoi, hoi, ben vrij oorlog, we heb van school.'
december 2014 ■ Het Nederlandse kind in de WO II | 9
Sinterklaas in de tweede wereldoorlog Het kind van Joden Jarenlang werden Joden al als de zondebonk gezien van alle ellende in de samenleving maar tijdens de tweede wereldoorlog ontstond er een werkelijke haat tegen de Joden. De Joden kregen de schuld van de werkloosheid, de economische crisis en de grootschalige tekorten aan voedsel. Langzaamaan mochten Joden daarom steeds minder. Joodse winkels werden gesloten, Joden mochten niet meer naar de bioscoop en Joden moesten een gele ster dragen. Joodse kinderen mochten ineens niet meer naar dezelfde school als hun vriendjes en vriendinnetjes en mochten niet eens meer op straat spelen. Langzaamaan verdwenen steeds meer Joden en niemand wist waar zij naar toe gebracht werden. Sommige Joden
Het Neutrale kind dachten dat het was om te werken, anderen wisten dat het niet goed zou aflopen en doken onder. De schoolklassen werden leger en meer en meer Joden verdwenen. De Joden kwamen na een lange vreselijke reis terecht in kampen. Kinderen werden gescheiden van hun ouders en soms zelf van hun broer of zus. Sommige kinderen moesten enorm hard werken onder vreselijke omstandigheden andere kinderen moesten een douchecabine binnengaan. De kinderen kwamen er helaas achter dat ze niet hoefden te douchen maar dat gifgas een abrupt einde aan hun leven zal maken.
Niet alle kinderen hebben de oorlog als een vreselijke periode ervaren. Kinderen die bijvoorbeeld op een boerderij woonden hadden meestal genoeg te eten en drinken. Vaak merkten zij wel dat om hen heen vriendjes of vriendinnetjes plotseling verdwenen maar zelf wisten zij ook niet waar deze kinderen naar toe gingen.
“Tegenstanders” Niet alleen Joden werden vervolgd tijdens de oorlog. Volgens Duitsers waren er nog meer mensen fout, zoals: homoseksuelen, zigeuners en mensen met een andere politieke overtuiging. Ook deze mensen werden opgepakt en naar de (werk)kampen gestuurd. ■
10 | Het Nederlandse kind in WO II ■ december 2014
Muziek was erg belangrijk voor de leden van de Jeugdstorm, zij konden zo goed de aandacht trekken en signalen geven voor: opstaan, verzamelen of wanneer er bijvoorbeeld een brand was. De officiële richtlijn was: “Wanneer lang wordt stilgestaan, mag op aanwijzing van den muziekleider de hoorn onder de rechterarm gehouden worden”. Deze en andere strenge instructies golden voor het gebruik van de trompet van de Nationale Jeugdstorm. ■
Afgebeeld is zwarte piet die Hitler de roe geeft en Mussolini die in de zak mee moet naar Spanje uit het Verzetsmuseum (Amsterdam)
De R.A.F. is weer gekomen
Sinterklaas aan waardoor hij onopgemerkt de illegale documenten kon vervoeren. De kinderen konden tijdens de oorlog lang van Sinterklaas genieten, want gek genoeg kwam hij toen altijd extra vroeg en bleef ook wat langer! Natuurlijk werden er veel anti-Duitse variaties gemaakt op de al bestaande Sinterklaasliedjes. Op 5 december 1941 strooide de Royal Air Force over heel Nederland kartonnen doosjes met als opschrift “Surprise voor Hitler”.
Vogelina Uit het Joods Historisch Museum (Amsterdam)
Uit de Leeuwarder Courant, 29 november 2014
Sinterklaas blijft sinterklaas en ook tijdens te Tweede Wereldoorlog. Hoewel het voor velen vreselijk was in de kampen was het in kamp Westerbork tijdens Sinterklaas toch een beetje feest. In 1942, 1943 en 1944 bezocht Sinterklaas het kamp Westerbork. Elk kind zette zijn schoentje en kreeg hier zelfs iets in!
Koperen trompet van de Nationale Jeugdstorm uit
De 8-jarige Leo Meijer schreef in de winter van 1943 een brief aan de goedheiligman, waarin hij vertelde hoe het met hem ging. ■
de collectie van het Achterhoeks Museum 1940-1945 (Hengelo)
Zie de maan schijnt door de boomen Makker, hoort het wild geraas
Flip Heil (de Sinterklaas) en zijn Joodse echtgenote
“Sint rijdt, als het even kan, geen deur stilletjes voorbij. Ook die in Kamp Westerbork niet. In de oorlog bezoch hij driemaal de ‘Joodse stad op de heide‘. Leo gaf zijn laatste stuk roggebrood aan het paard.“
De Jeugdstorm Naar voorbeeld van de Hitlerjugend van de NSDAP (Nationaal Socialistische Arbeits Partei) in Duitsland, werd in Nederland de Jeugdstorm opgericht door de Nederlandse NSB. Een groep jongeren tussen de 10 en 18 jaar oud die samen konden sporten en spelen en zo langzaam werden voorbereid voor de toekomende militaire dienst. Zowel de Hitlerjugend als de Jeugdstorm was gebaseerd op de ideeën van Adolf Hitler en vrijwel altijd waren dit kinderen van NSB’ers. De Jeugdstorm is uiteindelijk uitgegroeid tot ruim 12.000 leden.
Verzetsstrijders probeerden zich op de gekste manieren tegen de Duitsers te verzetten. Het mocht dan wel oorlog zijn maar voor velen ging Sinterklaas gewoon door. Wat niemand verwachtte, en wat natuurlijk handig was, was dat de verzetsstrijders het feest enorm goed konden gebruiken voor hun verzet. De tabberd van Sinterklaas was zeer geschikt als vervoermiddel voor illegale verzetsdocumenten. Flip Heil, getrouwd met een Joodse vrouw, zat in het verzet. Tijdens de oorlog trok hij de tabberd van
Het Sinterklaaskostuum met geheime vakjes Uit het Joods Historisch Museum (Amsterdam) Sinterklaas brengt een bezoek aan Kamp Westerbork,
De brief van Leo vanuit Kamp Westerbork aan Sinter-
1943 uit de Leeuwarder Courant
klaas, uit de Leeuwarder Courant
Die is in de lucht de baas! Vol verwachting klopt ons hart, Wie de koek krijgt, wie de gard. Hitler heeft den strijd gestart, Maar aan ’t eind krijgt hij de gard! “Afzender St. Nicolaas, per adres de R.A.F.”
‘Voor Sint en Piet van Leo Lieve Sint ik ben heel erg blij met dat rol pepermunt en ik geeft u nu het laatste stuk rogebrood voor u paard en nu ziet u in mijn schoen een jongetje en ook 2 konijntjes die de mat klopen en vont u ook de andere dingen mooi u 2 brievjes heb ik ontvangen en heb u het rogebrood aan het paard gegeven mijn vader is ziek en ik vind het in westerbork erg naar weet u nog van vroeger toen ik nog in zwijnedrecht woonde en dat u mij toen een locomotief met wagens en raoils gegeven heeft en ik weet dat u in barak 66 komt en dan komt ik ook en ik helb een mevrou met verhuizen en ik krijgt een boekje van die mevrouw te leen de school is bij ons opgeheven omdat er kinderverlamming is ik krijgt van mijn vader les maar nu kan ik niet zo veel meer rekenen ziet u maar ik doet zo veel mogelijk vond het paard ’t rogebrood lekker ik geeft het laatste rogebrood nog aan u paard want ik heb niet meer krijgt ik morgen ochtend een cadeau ik weet u niks meer te vertelen de groeten van Leo.‘
december 2014 ■ Het Nederlandse kind in de WO II | 11
Foto’s van de Koninklijke familie
Jodensterren Alle Joden moeten vanaf 3 mei 1942 een gele ster op hun kleding dragen. Deze sterren moeten gekocht worden door de Joden, als betaling: 4 cent en een distributiebon!
Nadat de Nederlandse Koninklijke familie naar Engeland was gevlucht probeerden zij via radio en foto’s toch contact te houden met de Nederlandse bevolking. Stiekem werden foto´s verspreid onder de Nederlandse bevolking zodat het moreel toch nog werd hooggehouden.
Een vel met Jodensterren uit de collectie van het Joods Een briefje aan de kinderen van Nederland van ‘Trix’ (Beatrix) en Irene, om te vertellen dat ze blij zijn dat ze weer
Historisch Museum (Amsterdam)
terug naar Nederland kunnen komen uit het Nationaal Militair Museum De kleine prinses Beatrix Foto: Beeldbank WO2-NOID
“(...) Je moest iedere avond bedenken wat je ging dragen, want het (de ster) mocht niet gespeld worden,
Bijzondere kinderwagen
het joods historisch museum (Amsterdam)
plotseling zeggen: O nee, die jurk wil ik vandaag niet aan, want die ster... dat was het vervelende ervan. Erger dan het idee dat je moest rondlopen met ‘Jood’ was dat je er maar twee had en dat je die telkens moest naaien. ” Naar een citaat van Yffie Kray, uit het Joods Historisch Museum.
r Antje Mooser, 5 jaa
12 | Het Nederlandse kind in WO II ■ december 2014
bord is te zien dat de Jodensterren zijn uitverkocht uit
het moest genaaid worden. Dat kostte tijd, je kon niet
Als in 1939 vrijwel iedereen bang is voor de naderende oorlog gaat men zich alvast op het ergste voorbereiden. Zo moet ook de Koninklijke familie goed beschermd worden. Een bedrijf uit Almelo maakte twee speciale kinderwagens voor prinses Beatrix en haar zusje prinses Irene. De kinderwagens zijn gasvrij zodat de prinsessen beschermt worden tegen een eventuele gifgasaanval. ■
de ‘Het mannetje in is oorradio zei: “Het huilen. log“ en begon te er twee Even later vielen in de bommen bij ons egels straat. Alle spi in ons en schilderijen k en mijn huis vielen stu dood. vriendinnetje was ertje.‘ Ik vond haar be
Meneer en mevrouw Peereboom in mei 1942, op het
De Koninklijke kinderwagen Uit de collectie van de Koninklijke Verzamelingen Den Haag/in permanente bruikleen bij Paleis Het Loo (Paleis Het Loo)
Jan van Schie, 14
jaar
ijn broer ‘Ineens was m jonger. In Wim twee jaar ij namehet echt was h hij werd lijk zeventien en r de Aropgeroepen voo n man van beitseinsatz. Ee retarie de gemeentesec melk bij kwam elke week moeder ons halen. Mijn egetrouw maakte gewoont hem, hij een praatje met nsbewijs nam het persoo trouwvan Wim en het ouders boekje van mijn k later mee en een wee ide docuwas Wim in be jaar oud.‘ menten vijftien
december 2014 ■ Het Nederlandse kind in de WO II | 13
Onderwijs in de tweede wereldoorlog Doordat ook het onderwijs in handen kwam van de Duitsers ontstonden er snel vele veranderingen. Het aantal uren Duits werd op alle scholen uitgebreid en je werd alleen nog maar leraar wanneer je NSB’er was. De Duitsers probeerden door het onderwijs de leerlingen, naar de volgens hen enige juiste opvoeding, nationaalsocialistisch op te voeden. Doordat er steeds meer beperkingen kwamen voor de Joden (Joden werden opgepakt of doken onder) verdwenen steeds vaker en steeds sneller de Joodse klasgenootjes.
Ook op universiteiten veranderde er veel. Studenten moesten in 1943 een loyaliteitsverklaring tekenen. Met deze verklaring beloofden zij: “dat ze de in het bezette Nederlandsche gebied geldende wetten, verordeningen en andere beschikkingen naar eer en geweten zal nakomen en zich zal onthouden van iedere tegen het Duitsche Rijk, de Duitsche weermacht, of de Nederlandsche autoriteiten gerichte handeling, zomeede van handelingen of gedragingen welke de openbare orde aan de inrichtingen van hooger onderwijs, gezien de vigeerende omstandigheden, in gevaar brengen”. Het merendeel van de studenten (85%) weigerde deze verklaring te tekenen en konden daardoor geen colleges meer volgen. Om vervolging te voorkomen moesten vele studenten zelfs onderduiken.
Het klaslokaal uit ’45 (museum NMM)
Een loyaliteitsverklaring, zoals opgesteld door de NSB
De klas van ‘45 Op 13 december 2014 werd in Soesterberg het Nationaal Militair Museum geopend. Het museum is een samenvoeging van de verschillende Nederlandse militaire musea en laat een overzicht zien van de geschiedenis van de Nederlandse Krijgsmacht. Naast veel vliegtuigen en voertuigen zijn er een aantal thema-ruimten. In een van deze ruimten (de klas van ‘45) is het mogelijk een kijkje te nemen in de levens van verschillende Nederlandse kinderen in de tweede wereldoorlog met als middelpunt een nagebouwd klaslokaal uit 1945.
Door de vele (lucht)aanvallen moesten veel mensen onderduiken in bunkers. Dagenlang leefden hele families ondergronds in deze bunkers. Vaak was het in deze bunkers vochtig en ontzettend koud. De mensen moesten op de harde vloer slapen en hadden geen sanitaire voorzieningen.
De bunker waar veel kinderen moesten onderduiken tijdens de oorlog (museum NMM)
december 2014 ■ Het Nederlandse kind in de WO II | 15
Veel kinderen moesten hun ouders missen tijdens de oorlog. In het Nationaal Militair Museum zijn de barakken van het werkkamp Amersfoort nagebouwd. Duitsers probeerden het verzet te breken door de verzetsstrijders in (werk)kampen te plaatsen. Hier werden de verzetsstrijders tewerkgesteld. De kinderen van deze verzetsstrijders wisten vaak niet waar hun ouders waren. Zo bleven veel kinderen alleen achter doordat hun ouders in een kamp geplaatst werden. ■
Geïnteresseerd in het museum?
Het werkkamp Amersfoort (museum NMM)
Na de bevrijding kwamen de geallieerde en
Bezoek het museum of neem een kijkje op de website: Verlengde Paltzerweg 1 3768 MX Soest www.nmm.nl
hulptroepen (Nationaal Militair Museum)
Na de bevrijding schreven de burgers hun vreugde op de muren (museum NMM)
december 2014 ■ Het Nederlandse kind in de WO II | 17
Als je denkt aan de tweede wereldoorlog en aan een dagboek leggen veel mensen direct de link met het Joodse meisje Anne Frank, die tijdens de oorlog opgroeide in Amsterdam. Haar verhaal is wereldwijd bekent en haar onderduikplaats is nog steeds een trekpleister voor vele toeristen. Ondanks dat het een ontzettend tragisch verhaal is, geeft het dagboek van Anne Frank geen compleet beeld van het Nederlandse kind in de tweede wereldoorlog. Er waren namelijk nog zoveel andere kinderen in andere situaties in dezelfde oorlog. Wij willen juist ook de meer onbekende dagboekschrijvers en brievenschrijvers hier voorstellen omdat hun levensverhalen het beeld van het kind in de oorlog completer maken.
De dagboeken Dagboekschrijfster To Hofstra To Hofstra, de schrijfster van de Oorlogsschriften, is de jongste in het gezin. To wordt op 26 februari 1924 in Sneek geboren en groeit op in de Wijde Noorderhorne. Samen met haar leeftijdsgenootjes heeft zij een fijne jeugd. Haar buurmeisje Pop Posma, de dochter van de kruidenier, is To's beste vriendin. De families Hofstra en Posma zijn hecht bevriend. To en Pop gaan samen naar de ULO en later naar de huishoudschool. Vanwege de oorlog kunnen zij de school niet afmaken. Om de verplichte Arbeidsdienst voor meisjes te omzeilen, wordt To officieel de hulp in de huishouding van haar dove Oma. 's Nachts en 's ochtends blijft To bij Oma. Overdag volgt zij op aanraden van haar moeder een coupeusecursus in Sneek. In 1944 wordt To ziek. Uit onderzoek door een internist blijkt dat zij pleuritis (borstvliesontsteking) heeft. To wordt halsover-
To Hofstra schrijft in haar dagboek
kop naar het ziekenhuis in Sneek gebracht en daar geopereerd. Het herstel verloopt moeizaam. To blijft voorlopig werkzaam in huis. Op de website van het Fries verzetsmuseum staan alle dagboeken van To Hofstra. We hebben een fragment uit haar dagboek uitgekozen om te laten zien. Dit fragment komt uit haar oorlogsdagboek van 1940 tot 1941. In het onderstaande fragment beschrijft To dat de Duitse aanval is begonnen op 10 mei.
Fragment uit “Oorlogsschrift van 1940,1941”, 10 mei 1940
18 | Het Nederlandse kind in WO II ■ december 2014
De dagboeken geven een goede weergave hoe het voor een tienermeisje was ten tijde van de oorlog in Sneek. Alle dagboeken die To Hofstra geschreven heeft zijn te vinden op het internet. Het plaatsen van deze gedichten is een initiatief van het Friese Verzetsmuseum. Zie voor de gedichten: www.oorlogsschriften.nl
De oorlogsschriften van Horst Eichenwald Horst Eichenwald is geboren in Duitsland in 1932 in Erwitte. Op 4 januari 1939, 2 maanden na de “Kristallnacht”, werd hij door zijn ouders op 6 jarige leeftijd naar Nederland gestuurd. De Kristallnacht was een actie van de Nazi’s die in Duitsland plaatsvond tegen de Joden. Er werden Joden aangevallen, synagoges kapot gemaakt en winkels en huizen van Joden vernield. Deze nacht heeft zijn naam te danken aan de glaskristallen die van de ingeslagen ramen op de grond kwamen te liggen. Horst kwam op 28 juli 1939 in Eindhoven terecht en daar verbleef hij tot 1941. Daarna werd Horst naar Tilburg gezonden. Daar werd hij opgenomen in het gezin van Salomon en Katrien Mozes. De bovenstaande foto is met zijn pleegzusjes Martha en Roosje. Horst kreeg een nieuwe naam en ging verder door het leven als Hans.
Horst Eichenwald met zijn pleegzusjes
De man van Martha Mozes, de pleegzus van Horst heeft later een boek geschreven. Dit boek heet “Ik geloof dat hij Hans heette” geschreven door Leo Feijten. De oorlogsschriften van Horst worden in dit boek beschreven. In onderstaande paragraaf wordt verteld hoe de eerste ontmoeting tussen Horst en het nieuwe gezin in Tilburg verliep.
Naar tilburg
r uit komt er een menee n ge or m ze De 1. 194 Het is 3 juli aan de familie Benja r voo ch zi t el st j Tilburg langs. Hi eer Benjamin ozes,’ zegt hij. Men M on om al S , es oz min. ‘M onkamer. Mozes naar de wo er he ijn m et m en gaat sam grote man van onge te al et ni n ee is Meneer Mozes eft een spits draagt een bril, he j Hi . ar ja tig er ve veer t vriendelijk lend haar. Hij lach ul kr t ar zw en t gezich V.l.n.r.: Roosje, moeder, tante, Martha, tante Henny en , maar r even buiten spelen aa m ga vader Mozes in de achtertuin van de Waterhoefstraat , st or ‘H t. naar Hors 33, Tilburg, 1941. njawel,’ zegt meneer Be zo je ep ro Ik r. ga niet te ve Ondanks dat dit slechts twee andere voorkeuken en gaat niet de ar na beelden zijn van geschriften van kinderen d en el rz min. Hij loopt aa uit de oorlog, mag je wel concluderen dat is nog stil op elk kind weer een ander leven geleid heeft r de voordeur. Het voo p oe st de n da verder in de oorlog en dat het dagboek van Anne en staat Frank absoluut geen volledig beeld schetst de buren is buiten n va nd ho de en le straat, al over de situatie van kinderen in de oorlog. Fragment uit het dagboek van Horst, 3 juli 1941.
Voor verdere informatie en meer voorbeelden van dagboeken verwijzen we graag naar de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Zij zijn in bezit van al de geschriften (www.kb.nl). ■
deur. kwispelend voor de
december 2014 ■ Het Nederlandse kind in de WO II | 19
Speelgoed, spelletjes en ander vertier Een kind heeft altijd de behoefte gehad om te spelen. Het is zelfs wetenschappelijk bewezen dat spelen en plezier maken ontzettend belangrijk is voor de ontwikkeling van de hersenen van een kind. Ondanks het feit dat het natuurlijk oorlog was, werd er volop gespeeld en als de kinderen geen speelgoed meer hadden gebruikten ze hun fantasie. Als je nu kijkt naar een spelend kind heeft het al snel een smartphone of een ander medium in zijn handen. Dat hadden ze natuurlijk vroeger in de oorlog niet, om het geheugen op te frissen hebben we de meest voorkomende spellen en speelgoed op een rijtje gezet.
Spellen voor binnen
Gezongen liedjes
Voor binnenshuis waren er ook een aantal spelletjes die erg populair waren. Het hing wel af van de bezittingen van een gezin wat voor spelletjes er gespeeld werden. Zo was er in de huizen van rijkere gezinnen vaak monopoly, een dambord, een sjoelbak en een mens-erger-je-niet aanwezig. Deze spellen werden vaak gespeeld in de achterkamer van het huis door de kinderen terwijl de ouders zich terugtrokken in de voorkamer. Het is misschien moeilijk voor te stellen dat monopoly al zo oud is, maar het spel is grotendeels hetzelfde gebleven. De editie uit de oorlog zag er zo uit. Deze editie komt uit 1940.
Tijdens de oorlog zongen kinderen veel liedjes, die allemaal verschillende waren. Leefde het kind in een Duits gezin dan waren deze liedjes vaak tegen de Joden. Leefde het kind in een anti-Duits gezin dan waren de liedjes meestal tegen de NSB. Onderstaand een aantal liedjes uit de tweede wereldoorlog:
Spellen voor buiten
(melodie: De herdertjes lagen bij nachte) Monopolyspel uit 1940
Speciaal voor de meisjes was er het beroemde touwtje springen. Er waren veel verschillende variaties en liedjes voor het touwtje springen. Het traditionele touwtje springen is met één touw maar kan ook met twee touwen. Het was de bedoeling dat de kinderen, terwijl het touw al rond draaide, vanaf de zijkant insprongen. Ze bleven dan een tijdje springen en daarna moesten ze weer wegrennen uit het draaiende touw. Hier waren veel variaties op met meerdere kinderen en/of meerdere touwen die draaiden. Een liedje wat toen veel gezongen werd door de springende kinderen was “in spin de bocht gaat in, uit spuit de bocht gaat uit”.
De Duitsers die lagen bij nachte zij lagen bij nacht in het veld ze hielden getrouwe de wachte ze hadden hun afweer gesteld daar hoorden ze d’Engelsen komen ze schoten en vuurden maar mis de Engelsen gooiden wat bommen en maakten een wildernis.
Touwtje springen in de straat
(melodie onbekend)
Er waren natuurlijk ook gezinnen die geen geld hadden voor kant en klare spellen en die kinderen moesten zich vermaken met andere spelletjes. Eén van de bekendste voorbeelden hiervan is natuurlijk steenpapier-schaar. Het spelletje waar je alleen je hand en een hand van je tegenstander voor nodig hebt. Deze afbeelding dateert uit de tijd na de oorlog, maar dit spel werd veel gespeeld tijdens de oorlog. ■
De jongens speelde veel “oorlogje”. Dit wordt nog steeds veel gespeeld maar vaak in virtuele vorm op de computer of smartphone. Wat nu verwerkt is in alle videogames deden de jongens vroeger op straat, maar dan met knuppels, uit hout gesneden geweren of met een pistool gevormd uit 2 in elkaar gevouwen handen. Zelfs tijdens de oorlog werd dit spel gespeeld door de kinderen.
Als de jongens en meisjes samen buiten wilden spelen deden ze vaak spelletjes als blikspuit, bokje springen en knikkeren. Blikspuit is een soort verstoppertje met een bal waar ook enkele kenmerken van tikkertje in naar voren komen. Het spel werd voor, tijdens en na de oorlog veel gespeeld in Nederland. Bij de tentoonstelling over honderd van de meest bijzondere voorwerpen uit de oorlog die tot 5 mei 2014 plaatsvond in de Kunsthal werd verteld over de knikkers van Anne Frank. Het beroemde Joodse meisje uit Amsterdam knikkerde zelfs!
Kinderen spelen oorlogje tijdens de oorlog uit het
Steen-Papier-Schaar spelletje
Nederlands fotomuseum (Rotterdam)
Papa kwam uit Duitsland klopte aan de deur Lenie die deed open kreeg van schrik een kleur Lenie waar is mama mama ligt op bed met twee Canadeesjes heeft ze de grootste pret
Rommel de Bommel Hitler hangt op zolder Met een touw om zijn nek En een prop in zijn bek Zo hangt hij half gek.
(melodie: Jingle bells)
, 6 jaar Ceciel van der Lugt
De knikkers van Anne Frank die zij voordat zij moest onderduiken aan vriendin Toosje Kupers gaf uit de collectie van het Anne Frank huis (Amsterdam)
20 | Het Nederlandse kind in WO II ■ december 2014
on in ‘Vanaf ons balk wij, Voorburg vonden htflitkinderen, die lic ee in de sen en de vuurz tig geverte een prach urwerk zicht. Zoveel vu wend! waren we niet ge
Gezongen liedje:
, Een twee drie, een jood in de pot erop, Fijn gestampt met een deksel Nog wat peper en wat zout auwd. Oh, wat had die Jood het ben
En dan kijk je door het raam En dan zie je stralen staan En dan hoor je even later luchtalarm gaan Luchtalarm, luchtalarm, jongens wat een pret Nu maar gauw de kelder in en even niet naar bed. Knip knip allemaal knip Kale koppen in een wip Meisjes die met moffen gaan Kijken we nooit meer aan. Gezongen kinderliedjes, 1940-1945
december 2014 ■ Het Nederlandse kind in de WO II | 21
Kinderen in kampen
Foto’s van verschillende kinderen in kamp Auschwitz genomen door de Duitsers uit het archief van Auschwitz
Helaas zijn ook kinderen slachtoffer geworden van de vele werk- en concentratiekampen die door de Duitsers zijn opgericht. Omdat er in Nederland alleen een doorvoerkamp was hebben wij ons bij deze foto reportage niet alleen gericht op het Nederlandse kind maar op alle kinderen die tijdens de oorlog in de kampen verbleven. Mensen die de film “La vita e Bella” hebben gezien kunnen zich voorstellen hoe het was voor een kind in een concentratie- of vernietigingskamp, maar deze film belicht slechts één verhaal. Het verhaal gaat over een jongetje die in een kamp terecht komt met zijn Italiaanse vader. De vader doet net alsof het een spelletje is om zijn zoon te be-
schermen tegen de vreselijke dingen die er plaatsvinden. Helaas ging het in het echte leven lang niet altijd zo en werden kinderen vrij snel gescheiden van hun ouders en leefden ze in groepen onder erbarmelijke omstandigheden. Door de Duitsers zijn tijdens de bezetting veel foto’s gemaakt omdat ze de behoefte hadden alles vast te leggen. Ook zijn er foto’s gemaakt van kinderen in de kampen. We kunnen jullie wel allemaal gaan vertellen wat er zoal gebeurde in de kampen, maar zoals men altijd zegt: “één foto zegt meer dan duizend woorden” ■ (De getoonde foto’s kunnen als schokkend ervaren worden.) Joodse kinderen worden gedeporteerd vanuit hun Joodse wijk naar een vernietigingskamp in Polen. Deze kinderen zijn binnen 24 uur na hun vertrek omgebracht in de gaskamers, fotograaf onbekend.
Kinderen nemen afscheid van hun ouders voordat ze gedeporteerd worden vanuit het werkkamp naar het vernietigingskamp, foto genomen door Mendel Grossman.
Joodse mensen worden door de Duitsers uit de getto (gevangenis) in Polen naar de vernietigingskampen gestuurd, foto genomen door Franz Konrad, 1943.
22 | Het Nederlandse kind in WO II ■ december 2014
december 2014 ■ Het Nederlandse kind in de WO II | 23
Een vader met zijn kinderen die vanuit de gevange-
Vrouwen die op de kinderen in de kampen passen,
nis met zijn kinderen op de trein wordt gezet naar het
fotograaf onbekend.
vernietigingskamp Auschwitz, fotograaf onbekend. Voordat mensen de gaskamers ingingen moesten zij
Een meisje die opgroeide in een kamp maakt een te-
zich volledig uitkleden in concentratiekamp Auschwitz
kening van thuis. Dit meisje is opgevangen in een huis
is een permanente tentoonstelling van achtergebleven
voor kinderen met een traumatisch verleden, fotograaf
kleding zoals deze schoenen, foto genomen door Ilana
onbekend.
Debare.
Kinderen staan bij de omheining van het kamp in Auschwitz, fotograaf onbekend.
Kinderen in kampen lijdend aan de honger, fotograaf onbekend. Gewonde kinderen die bij de rand van een kamp staan, fotograaf onbekend.
De kinderen zwaaien naar de Amerikaanse soldaten die langslopen om de gevangenen uit de kampen te bevrijden, fotograaf onbekend.
24 | Het Nederlandse kind in WO II â– december 2014
december 2014 â– Het Nederlandse kind in de WO II | 25
Interview met Willem Voor de oorlog
1941/1942
1943
“Mijn vader had een kruidenierswinkel in Beetgum, waar wij ook woonden, en hij ventte in veel dorpen in de omgeving. Hij had als een van de eersten een auto in het dorp. Mijn moeder deed de huishouding en de was, wat natuurlijk allemaal met de hand ging. Daarnaast zorgde mijn moeder voor de winkel en hielp de klanten met het afwegen van hun aankopen. Ik heb een oudere zus en een jongere broer. Wij gingen voor de oorlog naar de lagere school in Beetgumermolen. Dat was ongeveer anderhalve kilometer lopen. Overdag speelden wij veel buiten in het dorp. Omdat er bijna geen auto’s waren was dat helemaal niet gevaarlijk. Het was een dorp waar veel mensen op het land werkten. Deze mensen stonden in de ochtend op de hoek van de straat en om 11 uur luidde de klok en dan kwamen alle landarbeiders thuis om te eten”.
“Van de oorlog merkte je erg weinig. Alleen als er Engelse of Amerikaanse vliegtuigen kwamen hoorden we beschietingen. Dat kwam in het begin van de oorlog bijna niet voor. Pas in 1942 begon het wat drukker te worden boven het vliegveld. Vaak als het gebeurde zaten wij op school en dan moesten we uit de banken en tegen de muur liggen omdat dit een hele dikke muur was. Dat was dan af en toe wel wat angstig maar zolang er geen bommen vielen was ik niet echt bang. Omdat mijn vader kruidenier was en dus voor de voedselvoorziening zorgde mocht hij zijn fiets houden. Ook was hij ingedeeld bij de brandweer en de luchtbescherming. Mijn vader was blokhoofd. Dat betekende dat als er iets gebeurde in een van de omringende dorpen, mijn vader er voor moest zorgen dat de mensen rustig bleven en als er dreiging was moest hij de mensen evacueren. In 1941 was een vriend van mijn ouders aangesloten bij het verzet. Ik had toen heel veel respect voor het verzet en de mensen die dat werk durfden te doen, ook tijdens de rest van de oorlog. Maar we wisten helemaal niet wie er in het verzet zaten omdat niemand zijn eigen naam gebruikte. Ik wist slechts dat die vriend van mijn ouders bij het verzet zat. De vriend van mijn ouders is vrij snel opgepakt door de Duitsers en is later gefusilleerd. Toen ik er achter kwam wat de Duitsers deden veranderde het beeld van Duitsers wel maar de gewone Duitse soldaten die wij tegenkwamen in het dorp bleven aardig. De Grüne Polizei was vooral verantwoordelijk voor dergelijke taferelen. Dat waren de rotzakken. Als ze halt riepen en je stopte niet werd je gewoon doodgeschoten. Dat is ook een keer bij ons in het dorp gebeurd. Deze jongen was 18 jaar en in opleiding voor dominee. Er werd halt geroepen maar deze jongen rende weg en werd in zijn rug geschoten en is doodgebloed. Dit bracht wel iets meer spanning en iets meer besef dat niet alle Duitsers vriendelijk, netjes en fatsoenlijk waren”.
“In de zomer/herfst van 1943 was er veel meer activiteit. Leeuwarden was een van de grootste vliegvelden in Europa en was hierdoor voor de Engelsen en de Amerikanen een prachtig doelwit. Er werden erg veel vliegtuigen neergehaald door de Duitsers, maar dat merkten wij niet. De Duitse vliegtuigen stegen hier op maar boven zee speelden zich de gevechten af en stortten de Engelse vliegtuigen in zee. Er waren nog steeds niet veel Duitsers in het dorp. De buurvrouw die wel contact had met een Duitser, Herr Heinz, kreeg ongeveer één keer per week bezoek van deze man. Zij vertelde dat deze man zijn vrouw en kinderen miste en daarom bij haar kwam. De dorpelingen vonden dit niet raar en accepteerden het. Het was een zeer vriendelijke en nette man. Natuurlijk werd er wel geroddeld over de buurvrouw, maar meer over wat er gebeurde in het huis van de buurvrouw dan het feit dat de man een Duitser was. In het dorp waren ook landverraders. De vader en de oom van een vriendje van mij waren NSB’ers en dat waren helemaal geen rare mannen. Zij waren helemaal niet radicaal maar dachten dat de NSB een oplossing zou zijn voor alle maatschappelijke problemen. Maar er waren ook NSB’ers bij die vrij radicaal waren en voor de Duitser werkten en verraderswerk verrichtten. Het is wel een keer voorgekomen dat dit gezin weg wilde maar de motor niet wilde starten en het hele dorp lachte ze uit, als reactie richtte een gezinslid een geweer op de menigte en schreeuwde dat ze moesten oprotten. Er waren in het dorp 2 à 3 van dit soort mensen en die werden absoluut niet geaccepteerd terwijl de vader van mijn vriend wel geaccepteerd werd. Ik heb zelf gehoord dat de broer van mijn vriend, die ook NSB’er was en later burgemeester werd, zelfs soms onderduikers in zijn boerderij had. Altijd als ik bij mijn vriendje thuis kwam merkte je er niets van dat ze NSB’ers waren”.
1940 “Mijn ouders hoorden via de radio dat het oorlog was en die praatten erover, verder niet. Via de radio kwam het dus bij mijn ouders binnen maar ik kwam erachter door mijn ouders die zeiden; ‘Oorlog! Verschrikkelijk!’ Het enige dat ik dacht was, het zal wel. Ik was helemaal niet bang. Ik heb de eerste Duitser ook pas gezien op 10 juni terwijl de oorlog al op 10 mei begon. De eerste twee Duitsers fietsten door het dorp met een geweer op de rug. Op een gegeven moment zagen ze een houtduif in een boom zitten en stopten. Ze gingen in een bepaalde positie staan en ze schoten op die houtduif, dwars door de duif heen. Vervolgens namen de twee Duitsers de duif mee om op te eten, dacht ik. Dat heb ik dus gezien met mijn eigen ogen en dat was de eerste keer dat ik Duitsers zag. Het waren hele fatsoenlijke en vriendelijke mensen. Toen was het nog maar 1940, later veranderde het beeld van de Duitser. Nadat ik de eerste Duitsers had gezien was er bij mij nog helemaal geen angst. Ik was 7 à 8 jaar toen en ik wist niet wat oorlog was en wat het allemaal inhield. Op 3 km afstand van ons dorp was een vliegveld. Maar daar was ook nog weinig bedrijvigheid, want het was een burgervliegveld en daar gebeurde weinig dus het moest helemaal opgebouwd worden door de Duitsers. Daar hadden wij, zeker in het begin, ontzettend weinig weet van. Ik weet alleen nog dat er in juli of augustus 1940 een Engels vliegtuig overheen vloog. Wij waren aan het vliegeren in een weiland net buiten het dorp en konden heel ver het land in kijken. Dat vliegtuig vloog over op ongeveer een kilometer hoogte dus wij konden hem goed volgen. Vanaf het vliegveld werd er opeens geschoten. Het vliegtuig werd niet geraakt maar vanaf de grond trok er een muur van stof en munitierook op. Het duurde maar 5 tellen en daarna was het weer klaar. Het gebeurde op 3 kilometer afstand, dus bang was ik nog steeds niet. Het vliegveld werd telkens uitgebreid en kwam dus steeds dichterbij het dorp. Het vliegveld bestond uit oude boerderijen die gebruikt werden als hangaar om de Engelsen op het verkeerde spoor te zetten. Onder Beetgum lag nog een schijnvliegveld. Daar stonden houten vliegtuigen in de hoop dat de Engelsen dachten dat daar het vliegveld was”.
Willem tijdens zijn dienstplicht jaren
Bewijs van vrijstelling voor het inleveren van de fiets van zijn vader, 10 augustus 1942
26 | Het Nederlandse kind in WO II ■ december 2014
december 2014 ■ Het Nederlandse kind in de WO II | 27
“In het laatste gedeelte van de oorlog werden de Duitsers ondergebracht in het schoolgebouw van onze basisschool. Dat waren vaak oude Duitse kerels want de jonge vitale Duitsers werden allemaal naar het front gestuurd. Tussen Beetgum en Beetgumermolen waren 3 rijen bomen met struikgewas, wij noemde dit een bos. Daar oefenden de Duitsers wel eens. Ook als wij daar langs liepen als wij naar school moesten. Het waren oudere mensen en ze waren hartstikke vriendelijk. Het onderwijs ging door maar omdat ons schoolgebouw gebruikt werd door de Duitsers moesten wij 's morgens naar de gereformeerde school en kregen wij daar in de ochtend les en 's middags waren wij vrij want dat kregen de reformeerde kinderen les in dat schoolgebouw. We hadden dus de helft van de tijd lessen en daardoor deden we ook de helft van de werkzaamheden. Dit hebben we nooit meer kunnen inhalen”.
Willem (rechts) tijdens zijn dienstplichtjaren
1944 “In 1944 werd het vliegveld veel gebombardeerd. Dat heb ik allemaal gezien. Soms lieten ze de bommen te vroeg los en vielen ze tussen Beetgumermolen en Marssum in het land. De mensen die daar toen aan het werk waren zijn in de sloot gaan liggen om dekking te zoeken maar 1 van de bommen viel precies in het hoekje waar zij zaten dus die arbeiders waren allemaal om het leven gekomen. Dat was een vader met zijn 2 zonen. Ik weet nog dat ik die dag ziek was, ik had de griep en toen hoorde ik de vliegtuigen en ging ik even thuis uit het raam kijken en toen zag ik dat ze de bommen loslieten. De luchtdruk ringen kwamen na zo’n bombardement over de dorpen heen maar het deed mij niets, alleen later hoorde je dat die mensen waren gedood. Dan schrik je wel even”. “Als wij van school naar huis liepen moesten we anderhalve kilometer lopen. Om de 20 meter was er een gat naast de weg gegraven waar we snel in konden springen als er weer een vliegtuig overvloog. We hebben hier wel dikwijls in moeten springen als de Amerikanen en de Engelsen het vliegveld beschoten. De Duitsers schoten terug dus vloog er allemaal munitie door de lucht en daar schuilden wij toen voor. Echt bang was ik nog steeds niet, daarvoor ben je jong. Dat kwam ook omdat ik niet wist wat er verder gebeurde in de kampen in Polen en Duitsland. De wereld was klein en ik was nooit verder geweest dan Marssum. Pas na de oorlog hebben wij iets vernomen van de Jodenvervolgingen”. “In oktober werd het vliegveld heel zwaar gebombardeerd. Mijn zus vroeg aan mij of het onweer was en dat dacht ik ook, maar we kwamen er snel genoeg achter dat het bombardementen waren. Toen zag ik een vliegtuig heel erg laag voor het raam vliegen. Vanuit mijn kamer kon ik heel goed over de weilanden zien. Onder de achterkamer was een kelder waar wij eventueel konden schuilen als dat nodig was. Achteraf hoorde ik dat er een aantal bommen op huizen in Beetgumermolen was gevallen en de volgende dag hoorde ik dat er van een gezin met vier kinderen was gedood die nacht. De ene dag speelde ik nog met die kinderen want er was 1 jongen bij van mijn leeftijd en de andere dag waren ze opeens dood. Het was oorlog dus dan gebeurde dat soort dingen. Er werd onderling ook niet veel over gesproken. Mijn ouders hadden het er wel veel over maar wij accepteerden het eigenlijk een beetje. We wisten niet beter”. “Op een ochtend beschoten de Engelsen en de Amerikanen met vliegtuigen het vliegveld weer en de Duitsers schoten als reactie granaten achter de vliegtuigen aan. Deze granaten kwamen bij ons in het dorp terecht. Wij liepen in het dorp en aan de andere kant van de weg vielen de scherven op de daken. Toen zijn we even naar binnen gedraafd en even weggedoken maar daarna gingen we gewoon weer de straat op, door met datgene waar wij mee bezig waren. Ook toen heb ik nooit echt angst gevoeld. Op een gegeven moment werd het vliegveld Leeuwarden niet echt meer gebruikt omdat de vliegtuigen die daar stonden nu vaak naar Duitsland waren gestuurd omdat Duitsland helemaal plat gebombardeerd werd”.
1945 “In april 1945 gooiden de Engelsen en de Amerikanen pamfletten uit de vliegtuigen over de concentratiekampen. In dat pamflet gaven de Engelsen en Amerikanen aan dat ze de kampen gevonden hadden en ontruimd hadden. Door middel van foto´s hebben zij de situatie vastgelegd in de kampen en deze foto´s hebben zij ook afgedrukt op de pamfletten. Toen kon je echt zien wat er gebeurde en wij wisten daar helemaal niets van. We wisten wel dat het niet prachtig was in Duitsland maar dat de situatie daar zo erg was
28 | Het Nederlandse kind in WO II ■ december 2014
De Hongerwinter konden we ons niet voorstellen. Mijn gevoel tegenover Duitsers veranderde toen wel heel erg. We begonnen toch te beseffen dat sommige Duitsers beesten waren. Er ontstonden flinke vooroordelen als er een nieuwe Duitse soldaat in het dorp kwam. Ook kreeg mijn vader het steeds drukker als blokhoofd met de toenemende bombardementen. Als er dan weer bommen waren gevallen ging ik samen met mijn vrienden, ik was toen ongeveer 11 à 12 jaar oud, bij de inslaggaten kijken. Als mijn vader daar dan kwam en hij zag dat wij daar ook waren geweest werd hij altijd heel erg boos. Dan vloekte hij en waarschuwde hij hoe gevaarlijk het wel niet was omdat de bommen waarschijnlijk nog niet ontploft waren, maar wij vonden het zo spannend dat we toch even wilden kijken bij de bomgaten”. “Aan het eind van de oorlog konden we vanuit Beetgum zien dat ze rond Harlingen aan het vechten waren. Beetgum is een terpdorp waardoor ik heel ver over de weilanden uit kon kijken. Ik zag daar vuur en hoorde voortdurend “Boem, Boem”. Toen werd er gezegd dat de geallieerden in Marssum waren. Dat was 5 kilometer lopen en ik ben hier toen samen met mijn vrienden heen gegaan. Er was daar veel gejuich en ik juichte mee. Ik had toch het gevoel dat er een bepaalde druk van mij af viel. Dat we eindelijk weer wat vrijer konden spreken over bepaalde zaken, want in de oorlog werd nergens over gepraat in ons dorp. Iedereen wist waar onderduikers zaten maar niemand sprak erover. Er is nooit tegen mij gezegd dat ik er niet over mocht spreken, maar het was intuïtie dat je dat voor jezelf hield. Ik was toen 12 jaar oud en de bevrijding gaf mij mijn vrijheid terug, ondanks het feit dat wij in Beetgum nog heel veel vrijheid hadden tijdens de oorlog. De Canadezen deelden repen uit en als we vroegen om hulzen dan schoten ze hun magazijn leeg in de lucht en kregen we een huls van de geallieerden. Er is volgens mij toen nooit een Canadees in Beetgum geweest. De geallieerden namen de grote wegen en die ging niet door beetgum”.
“De Hongerwinter was voor mij niet erg heftig. Ik moest 3 keer in de week naar de gaarkeuken. Wij kregen zeker wel voldoende eten. Brood was op de bon, maar daar hield ik niet zo van dus dat heb ik helemaal niet gemist. We aten veel pap want we haalden altijd melk bij de boeren Postma en Wouda. Omdat ik onder de zweren zat moest ik van de dokter karnemelk drinken want dat zuiverde het bloed zei mijn dokter. Daarom drink ik nu nog steeds karnemelk”.
Na de oorlog “Na de oorlog moest alles weer normaal worden, we moesten bijvoorbeeld al vrij snel weer hele dagen naar school. De mensen accepteerden dat heel snel, want het was nou eenmaal zo. Dit is te vergelijken met de houding van de personages in het boek van Geert Mak: ”Hoe God verdween uit Jorwerd”. Een man komt nooit meer terug van de volkstuin waar hij werkzaam was en het is nou eenmaal zo. Deze houding speelde ook een grote rol bij ons in het dorp tijdens en na de oorlog”. “Ik weet niet of er Joodse onderduikers geweest zijn in Beetgum. Wel wist ik dat er onderduikers waren in ons dorp. Deze mensen waren vaak gevlucht voor de arbeidsinzet. Vroeger als men de aardappels oogstte werden ze op grote bulten in een kuiltje gegooid en deze bulten werden afgedekt met stro en riet. Daaroverheen kwam een laag modder. In de oorlog werden de aardappelen eruit gehaald maar de hopen bleven liggen. In die hopen waren soms onderduikers. Deze mensen zag je overdag niet, maar als we het veld in gingen en dan zagen we dat daar mensen 's nachts waren. Overdag werkten deze mensen gewoon op het land”. “Hetgene wat toch wel het meeste indruk heeft gemaakt op mij was toch in het begin van de oorlog. Bij het kerkhof in het dorp waren trappen, op die trappen zaten we vaak. Er was weer een luchtgevecht gaande, hier hebben wij niets van gezien maar we hoorde het wel. Op een bepaald moment zagen we een parachutist die waarschijnlijk uit een vliegtuig was gesprongen. Deze soldaat dwarrelde langzamerhand naar beneden terwijl er een ander vliegtuig achter de soldaat aanvloog en de soldaat beschoot. Of het raak was hebben we nooit geweten want daarvoor wast het te ver weg. Maar dat zo´n vliegenier
chietingen voor het Zoals bombardementen en bes kunnen zijn, kan ene kind traumatische ervaringen vuurwerk: een mooi het andere kind ze beleven als kan te maken hebschouwspel, spannend ook. Dat k met de geborgenben met karakter, maar zeker oo nnen geven. Zodra heid die ouders hun kinderen ku kind onmiddellijk ouders in paniek raken, voelt een hoeft die paniek dat de situatie onveilig is en dan niet eens zichtbaar te zijn.
nog de soldaat dood probeerde te schieten heeft wel erg indruk op mij gemaakt omdat dat volledig tegen de erecode van piloten is. Ongeacht het land waar ze voor vechten. Dat vond ik echt verschrikkelijk en dat beeld kan ik nog steeds voor mijn ogen halen. Ik weet niet eens of het een Duits vliegtuig was of een Engels vliegtuig”. “Het was voornamelijk bij ons een luchtoorlog. Voor mij was het vooral spannend. En als het geen oorlog was vochten wij zelf gewoon tegen de omringende dorpen en gingen de dorpen elkaar te lijf met grote knuppels. De oorlog heeft bij mij geen trauma achtergelaten, ondanks er hele ernstige dingen gebeurt zijn die je nooit meer zal vergeten. Ik denk dat het mede komt omdat mijn ouders mij en mijn broer en zus nooit echt betrokken hebben bij de oorlog. Met mijn vrienden sprak ik ook amper over de oorlog tijdens de oorlog. Over meisjes spraken we nog niet echt waren we nog wat te jong voor maar over dagelijkse dingen zoals kievietseieren zoeken. Ondanks dat de oorlog voor mij spannend was, denk ik achteraf wel dat er nooit meer zoiets onmenselijks mag gebeuren. Toen na de oorlog bekend werd wat er gebeurde in de kampen is mijn kijk op de oorlog wel veranderd, maar dat is de oorlog in zijn geheel. Mijn oorlog, zoals die bij mij in het dorp uitgevochten werd, in hoeverre er gevochten werd, was voor mijn net een spannend jongensboek. Ik wilde altijd piloot worden maar dat mocht niet meer na de oorlog van mijn moeder omdat er zoveel piloten gesneuveld zijn tijdens de oorlog”. ■
Uit kind in de tweede wereldoorlog
december 2014 ■ Het Nederlandse kind in de WO II | 29
Het kind van een NSB’er Het kind van een NSB’er vertelt… “Ik was vier jaar, ik lag in mijn bedje en het raam stond open. Ik zag de witte gordijnen wapperen en hoorde de geluiden op de straat, het was een mooie dag. De oorlog was uitgebroken. Ik merkte dat mijn vader meer en meer weg was, hij kwam eigenlijk niet meer thuis. Hij had een functie gekregen op het NSB hoofdkantoor en liep in uniform. Mijn moeder was van oorsprong Duits maar was, ruim voor de oorlog, geëmigreerd naar Nederland. Tijdens de oorlog kwam ik erachter dat mijn moeder, de informatie die zij van mijn vader opving doorgaf aan Nederlanders die op de lijst stonden om opgepakt te worden tijdens een razzia. Op deze manier konden ze op tijd onderduiken. Mijn moeder was wel lid van de NSVO (nationaal socialistische vrouwen organisatie) waardoor zij een geweldige dubbelrol speelde. Mijn moeder was het er ook niet mee eens dat mijn zusje lid werd van de Jeugdstorm, wat echter wel gebeurde. Pas na de oorlog realiseerde ik me dat mijn moeder misschien wel een held is geweest.
“waardoor zij een geweldige dubbelrol speelde” Op een kaart in onze woonkamer werden de bewegingen van het front (oost en west) bijgehouden. Er hing een kalender met foto’s van Hitler in de kamer en toen ik op onderzoek ging in het bureau van mijn vader vond ik een tijdschrift uitgegeven door de NSB van opgehangen Joodse mensen, ik was toen zeven jaar oud. Ik ben nooit gepest op school, hoewel het door veel ouders werd verboden met mij te spelen. Wanneer kinderen de NSB vlag voor mijn huis zagen zeiden ze me snel dat ze niet met mij mochten spelen. Op school kregen we uitgebreide instructies over hoe wij zo snel mogelijk in een berm moesten duiken als er vliegtuigen aankwamen. Op een gegeven moment is er zelfs een bom op ons huis gevallen toen we niet thuis waren. Dit maakte ons op angstige wijze duidelijk dat het ook daar niet veilig voor ons was. ’s Avonds als het donker was konden wij zien dat er een verkenningsvliegtuig vloog en lichtkogels afwierp als baken voor de bombardementen die ’s nachts plaatsvonden. In de avondlucht zagen we dan de een of andere stad branden. “wanneer kinderen de NSB vlag voor ons huis zagen, zeiden ze me al snel dat ze niet met mij mochten spelen” Een paar dagen voor dolle dinsdag werd de grond te heet onder de voeten van mijn vader. Midden in de nacht werd ik wakker gemaakt door mijn moeder. Ik moest me aankleden en in de paniek en de haast kon ik mijn teddybeer niet vinden. Zonder teddybeer zaten we lijdzaam enkele uren midden in de nacht op het perron, te wachten op de overvolle trein die speciaal werd ingezet voor de vluchtende NSB’ers naar Duitsland. Dit overhaaste vertrek is gemeld aan de verzetsbeweging en onderweg werden we door Engelse vliegtuigen beschoten waarbij 144 mensen overleden.
30 | Het Nederlandse kind in WO II ■ december 2014
Dolle dinsdag- dinsdag 5 september 1944, de dag waarop er in heel Nederland feest gevierd werd. Nederlanders dachten dat ze binnen enkele dagen bevrijd zouden worden. De Nederlanders wisten echter niet dat de troepen van de Geallieerden nog te klein waren om te zorgen voor een bevrijding.
“zonder teddybeer zaten we lijdzaam enkele uren midden in de nacht op het perron” En wij, de overlevenden zochten dekking via een greppel met bramenstruiken het bos in. We moesten wachten op een afweergeschut dat moest worden aangekoppeld aan de trein. Nadat het afweergeschut was gearriveerd konden we weer verder reizen. Aangekomen in het Ruhrgebied (Duitsland) waar mijn grootouders woonden moesten we direct vluchten in de Luftschutzkeller omdat er bombardementen waren. Nadat we drie dagen in de Luftschutzkeller hadden gezeten stelde mijn moeder voor om onderdak te zoeken in West-Falen bij een boer waar mijn moeder als stadsschoolkind gewoond had in de eerste wereldoorlog (1914-1918). Daar hebben we tot aan de bevrijding gewoond.
Na de bevrijding wilde mijn vader, die volgens hem niets te vrezen had, direct naar onze woonplaats terug in Nederland. Lopend zijn wij gestart met een bolderkar voor onze schaarse bagage. Van de boerin hadden we honderd gekookte eieren meegekregen voor onderweg. Op weg werden we ingehaald door een Canadese vrachtwagen die ons een lift gaf, de bolderkar hebben we met eieren en al aan de kant van de weg laten staan. Die vrachtwagen heeft ons gebracht naar een opvangcentrum net over de Nederlandse grens. Al liftend zijn we vervolgens aangekomen in ter Apelkanaal want het was de bedoeling daar onder te duiken bij een neef van mijn vader totdat de rellen wat waren gekalmeerd. Drie maanden lang zijn we geïnterneerd geweest in een houtloods in stadskanaal. We woonden tussen de strobalen waar ik dysenterie (zware vorm van diarree met bloed in de ontlasting) kreeg en met mij velen. Dysenterie werd veroorzaakt door het gebrek aan gezonde voeding. Wij kregen elke dag 2 boterhammen met jam en ’s avonds gekookte winterwortelen. De tonnen met wortelen waren dan ook niet aan te slepen. Tot op de dag van vandaag eet ik geen gekookte wortelen meer. Na drie maanden zijn we overgeplaatst naar een school in ter Apelkanaal en daarna vervoerd per open truck naar Bussum. Mijn ouders werden gescheiden gevangen genomen. Mijn twee zusjes en ik werden liefdevol opgevangen door mijn grootmoeder. Eens per maand mochten we onze ouders bezoeken in de gevangenis en na zeventien maanden kwam mijn moeder zonder proces vrij. Mijn vader werd veroordeeld tot 2 en een half jaar gevangenisstraf. Wij bleven achter bij onze grootmoeder. ”
Foto’s zijn er niet meer doordat hun huis na de oorlog volledig is leeggehaald door de binnenlandse strijdkrachten. Een moeder die ontzettend bang is, bazige zussen en een afwezige vader. Vriendjes mochten niet meer met hem spelen. Om zo te leven als een kind moet wel ontzettend moeilijk zijn en heeft er dan ook voor gezorgd dat hij een erg ongelukkige jeugd heeft gehad. Na de oorlog hebben zijn kinderen nooit hun opa gezien. ■
Trudy Harkema, 12
jaar
den werden ‘Ik zag hoe Jo un huizen. opgehaald uit h n meisje bij, Er was een klei vallen. dat haar pop liet de oprapen, Toen zij ‘m wil n die verschopte een va annen hem schrikkelijke m meisje er weg, zodat het n. niet meer bij ko
december 2014 ■ Het Nederlandse kind in de WO II | 31
De zoon van een oorlogskind ‘Op missie in Afghanistan 2010’
De zoon van een oorlogskind vertelt… Ja, ik ben een zoon van een oorlogskind. Tenminste zo noemen ze dat. Ik ben geboren in 1964, 19 jaar nadat de oorlog was afgelopen. Ikzelf heb er dus niets van meegemaakt zou je zeggen…..
War Child, voor kinderen die nu nog in oorlogssituaties verkeren Gewond, ontvoerd, misbruikt. Gedwongen te vechten of te vluchten. Op straat terecht gekomen of in een vluchtelingenkamp. Miljoenen kinderen wereldwijd zijn slachtoffer van oorlog. Ze worden geconfronteerd met fysiek geweld, paniek, uitbuiting en angst. Sommige kinderen zien hoe hun ouders, broertjes of zusjes worden gedood. Of ze worden gedwongen zelf de trekker over te halen. Hun rechten worden massaal geschonden; hun recht op te groeien zonder geweld, misbruik en verwaarlozing. En hun recht om zich te ontwikkelen tot wie ze willen zijn.
“Een kind hoort niet in oorlog thuis. Nooit.”
War Child zet zich in voor een beter leven van honderdduizenden oorlogskinderen door ze te helpen met het verwerken van de traumatische ervaringen, ze te leren lezen schrijven of rekenen en te zorgen voor een veilige omgeving.
6669 tnv War Child
Uit de verhalen van mijn vader weet ik dat mijn Opa zich bij de NSB had aangesloten. Ik weet niet wat hij allemaal heeft gedaan voor de NSB maar hij stond in ieder geval bij het NS station Naarden-Bussum met het krantje van de NSB en deelde dat uit aan de reizigers. Ik weet niet of dit een belangrijke functie was maar het viel wel op. Zelf heb ik mijn Opa nooit gekend. Ondanks dat hij vlak bij mijn ouderlijk huis woonde ben ik nooit bij hem geweest. De reden daarvoor is dat mijn vader niet wilde dat ik, of mijn broertje, contact met hem zouden hebben. Mijn vader vond dat er tijdens de oorlog zo veel vreselijke dingen waren gebeurd dat hij zijn gezin daarvoor wilde beschermen. Ik kan me herinneren dat ik als 16-jarige jongen ging logeren bij een vriendje. Omdat ik zijn ouders niet goed kende heb ik me eerst voorgesteld. Bij het noemen van mijn achternaam merkte ik een schrikreactie bij de ouders van mijn vriendje. De volgende dag heb ik mijn vriendje gevraagd waar die reactie vandaan kwam. Wat bleek; de ouders van mijn vriendje hadden allebei in het verzet gezeten en kende mijn Opa heel goed. Mijn Opa heeft zelfs op een lijst gestaan van het verzet om te worden vermoord. Mijn Oma heb ik pas leren kennen na het overlijden van mijn Opa. Heel voorzichtig heeft mijn vader het mijn Oma toegestaan om na het overlijden van mijn Opa toe te treden tot ons gezin. Ik leerde mijn Oma kennen toen ik een jaar of 12 was. Ik ben er van overtuigd dat het voor mijn vader enorm zwaar moet zijn geweest om de twee compleet gescheiden werelden nu bij elkaar te zien komen. Voor mij was het veel minder beladen en ik heb een leuke Oma gehad. Nu ik zelf volwassen ben kan ik de situatie waarin mijn vader verkeerde misschien wat beter inschatten. Ik denk zelfs dat het onbewust mijn leven beïnvloed heeft. Ik ben, net als vele andere jongens van mijn leeftijd, in militaire dienst geweest. In 1985 wist ik niet goed wat ik moest studeren en ben toen als dienstplichtige de dienst in gegaan. Als pelotonscommandant in Duitsland had ik het zo naar mijn zin dat ik overwogen heb om beroepsmilitair te worden. Om meerdere redenen is dat toen niet doorgegaan maar defensie heeft mij wel altijd getrokken. Ik was daarom blij dat ik als reserveofficier actief mocht blijven. Na het meedraaien in verschillende oefeningen werd ik in 2003 als reserve-kapitein uitgezonden naar Bosnië om daar te helpen met de wederopbouw van het door oorlog verscheurde land. In 2009 ben ik als reserve-majoor
wederom uitgezonden geweest naar Afghanistan om ook daar te helpen met de wederopbouw. Tot op de dag van vandaag ben ik zeer actief als reserveofficier binnen de Nederlandse krijsmacht en tegenwoordig als Luitenant-kolonel. Heeft dit iets met de oorlog te maken? Ik kan het niet bewijzen maar ik denk het wel. Het is vast niet toevallig dat mijn broer beroeps militair geworden is en F-16 vlieger is geworden. ■
Margot van der Horst, 15 jaar
‘Iedere dag trok er door de straat een lange stoet mensen met karren en fietsen. Ze waren vel over been en soms zag je mensen op hun kar een familielid meevoeren dat onderweg van honger was gestorven.‘
december 2014 ■ Het Nederlandse kind in de WO II | 33
Zoals iedereen inmiddels weet zijn de eerste jaren van het leven van een kind vaak de belangrijkste jaren. Hierin worden veel eigenschappen en een groot deel van het karakter van een kind bepaald. Het opgroeien in deze tijd van armoede en tekortkomingen zorgt per definitie voor gebreken in het opgroeiproces van kinderen. Er is veel onderzoek gedaan naar de gevolgen van de tweede wereld oorlog naar kinderen die destijds leefden. De conclusie was dat de oorlog duidelijke psychische en fysieke gevolgen had voor kinderen die tijdens de Tweede Wereldoorlog leefden.
De gevolgen van de tweede wereldoorlog voor kinderen geboren ten tijde van oorlog
Psychologische gevolgen
Fysieke gevolgen Het leven ten tijde van de oorlog zag er natuurlijk niet rooskleurig uit. Grote voedsel tekorten zorgden er voor dat veel producten op de bon waren waardoor er ondervoeding en grote vitamine gebreken ontstonden. Juist voor een kind is het essentieel om genoeg te eten en vooral gezonde dingen te eten omdat ze belangrijke bouwstoffen nodig hebben om de groei door te komen. Omdat hier een gebrek aan was liepen kinderen een achterstand op die niet meer in te halen was. Deze achterstand vond vooral plaats op het gebied van lichamelijke groei en de ontwikkeling van bepaalde vaardigheden. Caroline Kraaijvanger schreef op 21 januari dit jaar een artikel over een aantal fysieke gevolgen. In dit onderzoek werd
Als een kind zelf iets ernstigs heeft meegemaakt wat nog op het netvlies gebrand staat zijn dit de symptomen die zich kunnen voordoen. • de gebeurtenissen uit de oorlog worden beleefd alsof ze op dat moment plaatsvinden • veel nachtmerries • de herinneringen aan de traumatische gebeurtenissen komen vaker terug • hevige angstgevoelens met de daarbij behorende lichamelijke reacties • altijd over de oorlog praten
er gekeken naar 20.000 ouderen die de tweede wereldoorlog als kind hebben meegemaakt. Hieruit concludeerde zij dat de ouderen die in de tweede wereldoorlog als kind opgroeiden een hogere kans hebben om diabetes te ontwikkelen. Diabetes is een erfelijke aandoening maar moet wel geactiveerd worden. Volgens het universitair medisch centrum Utrecht kan dit bijvoorbeeld door een virus infectie, weinig lichaamsbeweging en ongezond eten. Volgens diabetes specialist Boerenmedical kunnen lichamelijke en psychische stress ook voor het ontstaan van diabetes zorgen. Wanneer men kijkt naar het leven van kinderen tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt het duidelijk dat veel
Nederlands dagblad: gereformeerd gezinsblad
Er zijn verschillende gevolgen op het psychologische gebied van een oorlogskind. De gevolgen zullen natuurlijk erger zijn naarmate de gebeurtenissen aangrijpender zijn geweest, die een kind heeft moeten meemaken. Voor de trauma’s van ernstige gebeurtenissen is een verzamelwoord PTSS, post traumatisch stress syndroom. Er zijn verschillende symptomen van PTSS, omdat er verschillende oorzaken zijn waardoor een kind in de tweede wereldoorlog kan leiden aan PTSS.
kinderen moesten leven onder stress en een gebrek aan (gezond) eten. Hierdoor kan men de afwijkende cijfers verklaren uit het onderzoek naar de diabetes frequentie onder de 20.000 ouderen. Ook is er onderzoek gedaan door het AMC over het geboorte gewicht van meisjes die in het einde van de tweede wereldoorlog geboren zijn. Het geboortegewicht was aanzienlijk lager wat komt door het gebrek aan voedsel. De foetus kon zich in de buik daardoor niet volledig ontwikkelen waardoor deze een groeiachterstand opliep die niet ingehaald kon worden voordat de bevalling plaatsvond. Vrouwen die geboren werden met ondergewicht kregen later zelf ook dochters die leden aan ondergewicht. ■
Symptomen als een oorlogskind traumatische gebeurtenissen wegstopt en niet verwerkt. • verdringing en het ‘vergeten’ van de ervaringen • emotionele vervlakking • ontkenning en vluchten in hard werken of verslavingen • er nooit over praten • zich afsluiten van anderen en terugtrekken • uit de weg gaan van situaties die herinneringen kunnen oproepen Symptomen waarbij een oorlogskind te veel spanning heeft geëvenaard in zijn eerste levensjaren. • prikkelbaarheid en woedeaanvallen • gejaagdheid, onrust, chronische gespannenheid, concentratieproblemen • somberheid en depressie • achterdocht • claimend gedrag
Nieuwsblad van het Noorden
de hoorde zomer van 1940 sen nog je de grote men eten ook zeggen: “Zij mo nderen maar“, en wij ki se solvonden die Duit lecht nog daten ook zo s erde vanaf niet. Dat verand algebruik 1941 en in ons ta ord bestond het wo eer, Duitsers niet m ast maar werd steev sproken. ‘ over moffen ge
Pieter Veldhuisen,
Uit Nederlands Dagblad, 20 januari 1991
34 | Het Nederlandse kind in WO II ■ december 2014
Uit Nieuwsblad van het Noorden, 14 mei 1992
9 jaar ‘In
Deze symptomen zijn toch wel vaak te zien bij ouderen die de tweede wereldoorlog als kind hebben meegemaakt. Zodra deze mensen die aan PTSS leiden ouder worden nemen ze de ziekte mee en dragen zij die bij zich voor de rest van hun leven. Vaak uit PTSS zich op het moment dat de oorlogskinderen ouder worden en minder energie hebben om de symptomen te onderdrukken. ■
Charlotte van Raad, 8 jaar
te ‘Mijn Duitse moeder, die de gro meegewerkloosheid in Duitsland had hrer’ maakt en zag hoe dankzij de ‘Fü oorzovelen weer konden werken, bijv ontzetbeeld aan de Autobahnen, was derland tend enthousiast toen wij in Ne zich in 1940 werden bezet. Zij zette dan ook onmiddellijk in voor het Deutsche Rote Kreuz.‘ december 2014 ■ Het Nederlandse kind in de WO II | 35
Elisheva van der Hal heeft onderzoek gedaan naar de gevolgen voor kinderen die de tweede wereldoorlog mee hebben gemaakt. Over het onderzoek en de resultaten is het volgende artikel geschreven.
Elisheva van der Hal: 'Vroege traumatisatie kan levenslange gevolgen hebben'
Oorlogskinderen blijvend getraumatiseerd 'Jonge overlevenden van de holocaust hebben vaak vanaf hun kindertijd te horen gekregen dat zij de oorlog "goed zijn doorgekomen" en zich "gelukkig niets kunnen herinneren van die verschrikkelijke tijd". Zij leggen zelf dan ook bijna nooit een verband tussen problemen die ze op dit moment hebben, nu ze de 60 gepasseerd zijn, en vroegtijdige traumatisatie.' Terwijl dat verband er wel degelijk is, zo heeft Elisheva Van der Hal-Van Raalte aangetoond. Op 16 mei hoopt zij te promoveren op een empirisch onderzoek naar de gevolgen van oorlogstrauma's in de vroege kinderjaren op het huidige welzijn van holocaust-overlevenden. 'Vroege traumatisatie kan levenslange gevolgen hebben'.
der Hal liet hen vragenlijsten invullen om te weten te komen onder welke omstandigheden zij tijdens de oorlog en de eerste naoorlogse jaren hebben geleefd. Het huidige psychische functioneren van de mensen is in kaart gebracht door onder meer de productie van het stresshormoon cortisol te meten.
Van praktijk naar onderzoek
Ontwricht
Van der Hal, zelf een oorlogskind, werkte 20 jaar lang als psychotherapeute met overlevenden van de holocaust. Daarbij zag ze vaak een relatie tussen het huidige welzijn van haar cliënten en de oorlogservaringen uit hun kindertijd. 'Met mijn promotieonderzoek wilde ik empirische ondersteuning vinden voor mijn klinische observaties,' zegt ze. Deelnemers aan het onderzoek waren 203 oorlogsoverlevenden, geboren tussen 1935 en 1944 in Europese landen die door de nazi's bezet waren, en die nu in Israël wonen. Van
Wat blijkt? 'Vooral de jongste overlevenden, geboren tussen 1941 en 1944, ondervinden op latere leeftijd de nadelige gevolgen van hun jeugdontberingen. Deze groep heeft de veilige en beschermende vooroorlogse omgeving gemist. Kinderen kwamen ter wereld in gezinnen die totaal ontwricht waren door de terreur van het nazi-regime. Zij ervoeren tijdens de eerste levensjaren niet de veiligheid en de geborgenheid die zo belangrijk zijn voor een gezonde ontwikkeling.'
Naoorlogse zorg Voor veel holocaust-overlevenden hielden de trauma's niet op bij het eindigen van de oorlog. Vaak liet de naoorlogse zorg te wensen over. Ook dit bleef niet zonder gevolgen voor de oorlogskinderen, wijst het onderzoek van Van der Hal uit. 'Over-
Een groep gedeporteerde joden arriveert in concentratiekampt Birkenau (1944). Gezinnen werden uiteengereten, de overlevenden blijvend getraumatiseerd.
36 | Het Nederlandse kind in WO II ■ december 2014
Van der Hal: 'Mijn onderzoek laat zien hoe je bij hedendaagse genociden kunt trachten te voorkomen dat trauma's op jonge leeftijd permanente psychische schade achterlaten'.
levenden die de na-oorlogse zorg als slecht of onvoldoende ervaarden, hebben nu meer fysieke, psychosociale en emotionele klachten. Mijn onderzoek laat dus zien hoe belangrijk het is dat jonge oorlogsslachtoffers goed worden opgevangen.'
Ouders Bij de nazorg van oorlogskinderen is het niet voldoende om alleen de kinderen zelf bij te staan. Van der Hal benadrukt dat ook de ouders of verzorgers in het hulpplan moeten worden betrokken. 'Na de Tweede Wereldoorlog waren ouders, net als hun kinderen, vaak zwaar getroffen door de gevolgen van de oorlog. Daardoor waren ze niet altijd emotioneel beschikbaar voor hun eveneens getraumatiseerde kinderen. Het is na een ramp of een genocide dus van belang dat ook ouders hulp krijgen, zodat ze adequate zorg aan hun kinderen kunnen bieden.'
Positieve levensoriëntatie Getraumatiseerden zijn gebaat bij hulp van buitenaf, maar kunnen ook zichzelf beschermen tegen psychische klachten. Van der Hal: 'In mijn onderzoek ben ik uitgegaan van het salutogene model van de Amerikaans-Israëlische Aaron Antonovsky. Dat stelt de vraag 'waarom blijft je gezond', in tegenstelling tot het pathogene model dat uitgaat van de vraag 'waarom word je ziek'. Een positieve levensoriëntatie blijkt holocaust-overlevenden te beschermen tegen posttraumatische stressklachten, ondanks de verschrikkingen die ze hebben meegemaakt.' Deze bevinding kan volgens Van der Hal vertaald worden in richtlijnen voor de psychotherapeutische behandeling van getraumatiseerden. 'Help hen een positievere levensoriëntatie te ontwikkelen, gericht op een gezonde omgang met stressklachten.'
Preventie Als beperking van haar onderzoek noemt Van der Hal onder meer de selectiviteit van haar steekproef. 'Toekomstig onderzoek zou zich kunnen richten op de latere gevolgen van vroege oorlogstraumatisering bij joodse overlevenden die buiten Israël wonen, bij de jongste overlevenden van de Japanse bezetting, en bij kinderen van verzetsstrijders'. Ze eindigt met een positieve en hoopvolle noot: 'Mijn onderzoek heeft geleid tot meer inzicht in hoe jonge kinderen blijvend getraumatiseerd kunnen raken. Maar wat nog belangrijker is: de resultaten laten ook zien hoe je dit bij hedendaagse genociden kunt trachten te voorkomen.' ■
Arie Stuijt, 5 jaar
Ik zat bij mijn moeder achter op de fiets toen we tot stoppen werden gedwongen. We moesten kijken naar de publieke executie van “landverraders“. Ik heb toen mensen zien doodschieten.’
december 2014 ■ Het Nederlandse kind in de WO II | 37
Theesurrogaat voor Sneek Voor de mensen die al vastlopen bij de titel zullen wij u uitleggen wat het betekent. Het woord surrogaat werd gebruikt bij de administratie van het onderbrengen van joodse kinderen in andere gezinnen. Theesurrogaat stond voor de joodse kinderen die blond waren en blauwe ogen hadden zodat ze makkelijk ondergebracht konden worden in het noorden van Nederland, omdat kinderen met donker haar teveel zouden opvallen in het blonde noorden waar het percentage blonde mensen relatief hoger lag dan in het zuiden. De tegenhanger van theesurrogaat was koffiesurrogaat. Dit stond voor joodse kinderen met donker haar en donkere ogen die in het zuiden van het land ondergebracht. In dit boek heeft Jantje E. Bazuin een tiental verhalen van joodse kinderen die ondergedoken zaten in en om Sneek gebundeld en hiermee laat zij de gruwelheden zien van de Jodenvervolgingen in Nederland. Tientallen kinderen overleefden de oorlog, ondergedoken in de Fries Zuidwesthoek. Bazuin verteld hoe de kinderen zich langzamerhand thuis gingen voelen in hun nieuwe gezin en met hun nieuwe identiteit. Het is daarom in sommige gevallen ook een discussie geweest of het kind bij de pleegouders moest blijven of dat het kind moest terugkeren naar zijn of haar biologische ouders, mits dit kon. Deze dilemma’s leidden tot hartverscheurende taferelen wanneer het kind afscheid moest nemen van zijn of haar pleegouders of wanneer het kind niet terug kon keren naar zijn of haar echte ouders omdat deze omgekomen waren. Het boek geeft de feiten van de oorlog, verteld op de meest subjectieve en persoonlijke manier die er bestaat, de verhalen van de kinderen zelf!
passages de emoties moeilijk in bedwang te houden zijn. Niet alleen emotie van verdriet, maar ook woede en onbegrip. Doordat alles zich afspeelt in de Friese Zuidwesthoek, onze woonplaats, konden wij ons nog beter inleven in de verhalen aangezien wij de plekken kennen. Plekken die genoemd en beschreven worden in de verhalen hebben wij een beeld bij, daardoor werden de verhalen voor ons nog realistischer en nog aangrijpender. In één zin beschreven: ‘Afschuwelijke, aangrijpende verhalen op een prachtige manier op papier gezet.’ ■
Het is een ontzettend interessant boek. Vanaf de eerste bladzijdes was stoppen met lezen al geen optie meer. Het lijkt vanaf de buitenkant een saai informatie boek maar de inhoud bewijst het tegendeel. In de inleiding stond de kennis die nodig was om de verhalen over de kinderen beter te begrijpen. Toen kwamen de verhalen van de kinderen. Je gaat je steeds meer verbazen naarmate je leest wat deze kinderen moesten meemaken. We gaan niet teveel verklappen over de verhalen maar het zijn zeker aangrijpende verhalen. Jantje E. Bazuin heeft een prachtige bijdrage geleverd door het beschrijven van de verhalen op zo’n manier dat bij enkele
Johan Dankers, 7 jaar
en in ‘Sommige NSB-kinderen kwam n een uniform naar school en droege e, en leren riem schuin over de blous en een een riemkoppel met hakenkruis deze op dolk. Wij waren best jaloers ‘ militaristische uitmonstering.
Jantje E. Bazuin is geboren in 1929. Ze heeft Nederlands en geschiedenis gestudeerd in Amsterdam en is na haar studies naar Paramaribo geweest om dat als lerares te werken. Daarna heeft ze als lerares gewerkt in Heerenveen en Sneek.
december 2014 ■ Het Nederlandse kind in de WO II | 39
Verantwoording A girl who grew up in a concentration camp draws a picture of
De oorlog in honderd voorwerpen (datum publicatie onbekend).
NAZI concentration camps: Auschwitz (Poland 1940-45) (30 maart
“home” while living in a residence for disturbed children (datum
http://www.tweedewereldoorlog.nl/100voorwerpen/. Geraad-
2008). http://histclo.com/essay/war/ww2/hol/kz/ic/kzi-auchw.html.
publicatie onbekend). http://fillthewell.com/pictures-world-war-ii/.
pleegd op 23 november 2014.
Geraadpleegd op 2 december 2014.
Eichenwald, H. (datum publicatie onbekend). http://www.horstei-
Nederland in de tweede wereldoorlog (2014). http://nl.wikipedia.
chenwald.nl/. Geraadpleegd op 30 november 2014.
org/wiki/Nederland_in_de_Tweede_Wereldoorlog. Geraadpleegd
Geraadpleegd 2 december 2014. A Jewish man walks with three young children alongside a deportation train in the Warsaw ghetto (2007). http://www.holocaus-
op 26 november 2014.
tresearchproject.org/nazioccupation/polishforthnigtreview.html.
Eichenwald, H. (datum publicatie onbekend). http://www.horstei-
Geraadpleegd op 2 december 2014.
chenwald.nl/?page_id=70. Geraadpleegd op 30 november 2014.
BoerenMedical, Hoe ontstaat diabetes (datum publicatie on-
Eichholtz, J. (2010). Kind in de tweede wereldoorlog. Amsterdam:
tweede-wereldoorlog/KoninkrijkderNederlanden/Nederland.
bekend). http://www.boerenmedical.nl/hoe-ontstaat-diabetes.
Wereldbibliotheek.
Geraadpleegd op 24 november 2014.
Nederland tijdens de Duitse bezetting 1940-1945 (datum publicatie onbekend). http://www.verzetsmuseum.org/museum/nl/
Geraadpleegd op 30 november 2014. Finally free: Young boys at the Dachau Concentration Camp in
Saying goodbye to children held at the Lodz ghetto prison before
Bol.com (datum publicatie onbekend). http://www.bol.com/nl/p/
Germany on May 3, 1945 wave their caps at the arriving American
they were deported to Chelmno in Sept 1942 (20 oktober 2012).
theesurrogaat-voor-sneek/1001004005532679/ . Geraadpleegd op
troops (13 november 2012). http://www.dailymail.co.uk/news/
http://photosofwar.net/saying-goodbye-to-children-held-at-the-
30 november 2014.
article-2232406/Holocaust-survivor-Stephan-Ross-meets-family-
lodz-ghetto-prison-before-they-were-deported-to-chelmno-in-
soldier-rescued-Dachau.html. Geraadpleegd op 2 december 2014.
sept-1942-by-mendel-grossman/. Geraadpleegd op 2 december
Blom, R. J. (2012). Jong in oorlogsjaren: jongeren en het dagelijks leven in de Tweede Wereldoorlog. Leiden: De witte uitgeverij.
2014. Fransezaken.nl (datum publicatie onbekend). http://www.gopixpic. com/500/bericht-van-het-thuisfront/http:%7C%7Cwww*fransez
The Osventism Auschwitz (datum publicatie onbekend). http://img-
Blum, W. (1950-1960). http://www.geheugenvannederland.nl/?/nl/
aken*nl%7Cplaatjes%7C2010%7C20100417-automerken*jpg/]”;
arcade.com/1/children-in-concentration-camps/. Geraadpleegd op
items/SFA04:SFA006004809. Geraadpleegd op 26 november 2014.
Geraadpleegd op 26 november 2014.
2 december 2014.
Cogis, Oud worden met de oorlog (datum publicatie onbekend).
Jodenster (2014). http://nl.wikipedia.org/wiki/Jodenster. Geraad-
Tweede Wereldoorlog in kleur (datum publicatie onbekend). http://
http://www.cogis.nl/uploads/documents/80.pdf. Geraadpleegd op
pleegd op 16 november. 2014.
www.documentairenet.nl/nieuws/de-tweede-wereldoorlog-kleur/.
30 november 2014.
Geraadpleegd op 1 december 2014. Jongeling, P. AMC onderzoekt gevolgen Hongerwinter (20 januari
Concentratiekampen (datum publicatie onbekend). http://www.
1991) http://www.delpher.nl/nl/kranten/view/index?query=kinder
T. Hofstra; Oorlogsschrift van 1940, 1941 (datum publicatie onbek-
dedokwerker.nl/concentratiekampen.html. Geraadpleegd op
en+tweede+wereldoorlog+1944+gevolgen&coll=ddd&identifier=
end). http://www.oorlogsschriften.nl/thesite/schriften/schrift01/
2 december 2014.
ddd%3A010559591%3Ampeg21%3Aa0108&page=1&maxperpage
fullsize.php?schrift=1&page=0&minpage=0&maxpage=69. Geraad-
=10#ocr. Geraadpleegd op 29 november 2014.
pleegd op 30 november 2014.
documentaries.blogspot.nl/2013/11/to-end-all-wars-extraordinary-
Jews expelled from the Warsaw Ghetto in 1943 (datum publicatie
UMC Utrecht, Diabetes (datum publicatie onbekend). http://www.
courage.html. Geraadpleegd op 2 december 2014.
onbekend). http://en.wikipedia.org/wiki/World_War_II_evacua-
umcutrecht.nl/nl/Ziekenhuis/Afdelingen/Hart-en-vaatcentrum/
tion_and_expulsion#mediaviewer/File:Stroop_Report_-_Warsaw_
Ziektebeelden,-onderzoeken-en-behandelingen/Diabetes. Geraad-
Ghetto_Uprising_06b.jpg. Geraadpleegd op 2 december 2014.
pleegd op 30 november 2014.
usually within 24 hours of leaving the ghetto (datum publicatie
Kinderen WOII: zware last op jonge schouders (2012). http://www.
Van der Hal-Van Raalte, E. Early childhood holocaust survival and
onbekend). http://ww2today.com/4th-september-42-nazis-order-
rijnmond.nl/nieuws/09-11-2012/kinderen-woii-zware-last-op-
the influence on well-being in later life (1 mei 2007). http://www.
that-children-be-deported. Geraadpleegd op 2 december 2014.
jonge-schouders. Geraadpleegd op 7 november 2014.
leidenuniv.nl/nieuwsarchief2/1556.html. Geraadpleegd op
Children’s shoes in Auschwitz (4 augustus 2014). https://midlifebat-
Kromhout, B. (2002). Het laatste taboe in Nederland: NSB-kinderen.
mitzvah.wordpress.com/tag/auschwitz/. Geraadpleegd op
http://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/5949/het-laatste-
van der Veer, H. (21 september 2009). http://www.henkvanderveer.
2 december 2014.
taboe-in-nederland-nsb-kinderen.html. Geraadpleegd op 24
nl/dagboek/default.asp?j=2009&m=9 Geraadpleegd op 30 novem-
november 2014.
ber 2014.
en fysieke gezondheid van ouderen (21 januari 2014). http://www.
Loyaliteitsverklaring (2014). http://nl.wikipedia.org/wiki/Loyaliteits-
van Wijk, E. (5 mei 1945). http://www.geheugenvannederland.nl/?/
scientias.nl/woii-drukt-zelfs-nu-nog-een-stempel-op-de-mentale-
verklaring. Geraadpleegd op 14 november 2014.
nl/items/NFA03:evw-655-4. Geraadpleegd op 26 november 2014.
Luijters, G. (2013). Kinderkroniek 1940-1945: brieven, getuigenis-
Veen, H. (2003). Opgepakt: verhalen van kinderen in kamp Wester-
sen en dagboeken uit de Shoah. Amsterdam: Nieuw Amsterdam
bork. Westerbork: Herinneringscentrum kamp Westerbork.
Controversial Documents (8 november 2013). http://controversial-
Children leaving the Lodz ghetto during the deportations. They would have been gassed upon arrival at Chelmo death camp,
29 november 2014.
C. Kraaijvanger, WOII drukt zelfs nu nog een stempel op de mentale
en-fysieke-gezondheid-van-ouderen/96993. Geraadpleegd op 30 november 2014. Dagblad van het Noorden, kleinkinderen zelfs minder gewicht (14
Uitgevers.
mei 1992). http://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=honger
Wikipedia Touwtjespringen (5 maart 2014). http://nl.wikipedia.org/
winter+kinderen+1944+1945+utrecht&coll=ddd&maxperpage=10
Moffenhoeren en hun kinderen: mishandeling, vernedering en
&identifier=ddd%3A011019953%3Ampeg21%3Aa0207&resultside
uitsluiting (2010). http://www.geschiedenis24.nl/nieuws/2010/juni/
ntifier=ddd%3A011019953%3Ampeg21%3Aa0207. Geraadpleegd
Moffenhoeren-en-hun-kinderen-in-Nederland.html. Geraadpleegd
WOII: dagelijks leven (2014). http://www.tweedewereldoorlog.nl/
op 29 november 2014.
op 7 november 2014.
themas/dagelijks-leven/. Geraadpleegd op 7 november 2014.
De Duitse inval (datum publicatie onbekend). http://www.
Nationaal Militair Museum (2014). https://www.nmm.nl/. Geraad-
Zantingh, P. (20 januari 14). http://www.nrc.nl/
hetutrechtsarchief.nl/thema/tweede-wereldoorlog/inleiding/de-
pleegd op 16 november.
longreads/2014/01/20/hoe-krijgsgevangenen-in-woii-aan-de-
duitse-inval. Geraadpleegd op 26 november 2014.
duitsers-ontsnapten-dankzij-monopoly/. Geraadpleegd op Nationale Jeugdstorm (2014). http://nl.wikipedia.org/wiki/Nationale Jeugdstorm. Geraadpleegd op 23 november 2014.
40 | Het Nederlandse kind in WO II ■ december 2014
wiki/Touwtjespringen. Geraadpleegd op 26 november 2014.
26 november 2014.
Carmen Landstra is geboren in Sneek in 1995. Ze zit inmiddels in het laatste jaar van VWO 6 op RSG Magister Alvinus. Na het behalen van haar diploma wil ze studeren in Enschede. Ze houdt van sporten en van muziek maken.
Brechtje Stallmann is 17 jaar oud en studeert aan het RSG Magister Alvinus in Sneek. Ze is geboren in Lelystad en woont sinds haar geboorte in Sint Nicolaasga. Ze heeft een zus en twee broertjes. Brechtje houdt van sporten, lezen en reizen.
Dankwoord We zijn aan het eind gekomen van een mooi en leerzaam proces. We zijn ontzettend trots op het eindproduct en we willen nog een aantal mensen bedanken die de weg naar het tijdschrift voor ons mogelijk gemaakt hebben. Allereerst willen we de heer Bus bedanken voor het begeleiden van ons Profielwerkstuk gedurende de laatste 7 maanden. Ook willen wij de dames van de mediatheek bedanken voor het helpen met het vinden van goede bronnen en voor het aanschaffen van boeken die van belang zijn geweest. We willen de organisatie van Kamp Westerbork en War Child bedanken voor de uitgebreide antwoorden die wij van hun mochten ontvangen. We willen de opa van Brechtje en de pake van Carmen bedanken voor het delen van hun persoonlijke verhalen in de uitgebreide interviews. Voor het uiteindelijke product gaat onze dank uit naar Martijn en Caroline van Design onderweg, Rotterdam. We hopen dat u het een indrukwekkend en leerzaam tijdschrift vindt! Brechtje Stallmann & Carmen Landstra