Pws overgewicht bij kinderen uit stad en platteland csg comenius

Page 1

Overgewicht bij kinderen uit de stad en het platteland in Friesland

Sita

Cindy Nassar

Zwart H5G

Britt de

Ytje Bergsma

H5G

Klerk H5B

PWS Havo 5

2014/2015

Biologie Begeleiders: Mr. Marcel Edelenbos en Mevr. Janke Zeinstra

H5B


Inhoudsopgave Voorwoord……………………………………………………………………………............……………………….……….. 3.

Inleiding………………………………………………………………………………………………………….………………….. 4. Hoofd-­‐ en deelvragen…………………………………………………………………………….…………………….…….. 5. Verwachtingen Hoofdstuk 1 t/m 4………………………..……………………………………………………………..6.

Hoofdstuk 1: Wat voor positief effect hebben externe factoren op kinderen?............7.

Hoofdstuk 2: Wat voor negatief effect hebben externe factoren op kinderen?...........9.

Hoofdstuk 3: Hoe kun je ervoor zorgen dat een kind niet aan overgewicht lijdt?......11. Hoofdstuk 4: Wat kunnen scholen doen om overgewicht te voorkomen?................ 13. Hoofdstuk 5: Wat voor verschillen zijn er tussen stad en dorp?.............................................14. -­‐ Verwachtingen Hoofdstuk 5 en 6………………………………………………………………….. 14. -­‐ Materiaal en methode…………………………………………………………………………………… 15.

Hoofdstuk 6: Wat zijn de verschillen tussen jongens en meisjes?..............................22. Algemene resultaten……..…………………………………………………………………………………………………. 24. Conclusie………………………………………………………………………………………………………………..………… 30. Discussie…………………………………………………………………………………………………………………………… 32. Literatuurlijst……………………………………………………………………………………………………………………. 34. Slotwoord……………………………………………………………………………………………………………….………… 35. Bijlages………………………………………………………………………………………………………………….………….. 36.

2


Voorwoord Wij zijn vier HAVO-­‐5 studenten die bezig zijn geweest met hun PWS, het profiel werkstuk. Een groot werkstuk waarbij je een eigen onderwerp, hoofdvraag, deelvragen bij verzint en waarbij je je eigen onderzoek moet doen. Wij zijn Britt, Cindy, Sita en Ytje en wij houden ons PWS over ‘Overgewicht bij kinderen’. Wij hebben dit onderwerp gekozen omdat we alle vier de zorg in willen. Wel zijn dit vier totaal verschillende richtingen. De ene wil fysiotherapie, de ander ergotherapie, weer een ander gaat medicijnen studeren en de laatste wil verpleegkundige worden. Om hierbij een goed onderwerp te vinden was dus lastig. Wel waren we al snel tot de conclusie gekomen dat het bijpassende vak Biologie zou worden. Een vak die met alle vier de richtingen te maken heeft, en veel informatie bevat die wij zouden kunnen gebruiken bij ons onderwerp. Na lang nadenken zijn we uiteindelijk bij het onderwerp ‘overgewicht bij kinderen’ gekomen. Het was zeker leuk om je eigen onderzoek te bedenken, maken en uit te werken. Het samenwerken ging onderling niet altijd even goed, maar we zijn er uit gekomen en hebben met z’n alles aan het onderzoek gewerkt.

3


Inleiding Om ons heen zien wij steeds meer kinderen die wat steviger zijn dan de rest. Veel kinderen lijden aan overgewicht. Dit helpt zeker niet bij de ontwikkeling van het kind. Sporten wordt zwaar, bewegen gaat moeilijk. De gezondheid van de kinderen gaat achteruit. Maar hoe komt het nou dan kinderen aan overgewicht beginnen te lijden? Meer gamen? Of snoepen ze tegenwoordig meer? Wordt er dan nog wel genoeg gesport? Of doen ze dit niet meer? Als deze vragen begonnen wij ons af te vragen. Uiteindelijk zijn we tot de conclusie gekomen dat dit goede vragen zouden kunnen zijn voor een onderzoek. In plaats van alleen maar de vragen te stellen en op internet het antwoord zoeken is niet goed genoeg. En bovendien lui. We willen het probleem onderzoeken. Hoe komt het nou dat kinderen steviger worden? Welke externe factoren zijn hierbij van invloed op het gewicht van de kinderen?

4


Hoofd-­‐ en deelvragen Voor ons onderzoek hebben wij natuurlijk hoofd-­‐ en deelvragen nodig. Na een tijdje brainstormen zijn we dan uiteindelijk toch bij onze hoofdvraag gekomen: •

Welke externe factoren veroorzaken overgewicht bij kinderen tussen de 10 en 12 jaar in Friesland?

De volgende deelvragen hebben wij hierbij bedacht: -­‐ -­‐ -­‐ -­‐ -­‐ -­‐

Wat voor positief effect hebben externe factoren op kinderen? Wat voor negatief effect hebben externe factoren op kinderen? Hoe kun je zelf ervoor zorgen dat een kind niet aan overgewicht lijdt? Hoe kunnen scholen ervoor zorgen dat een kind niet aan overgewicht lijdt? Wat voor verschillen zijn er voor de gezondheid van kinderen uit de stad en kinderen uit het dorp? Wat zijn de verschillen tussen jongens en meisjes?

5


Probleemstelling: overgewicht bij jongeren

Verwachtingen: Hoofdvraag: Welke externe factoren veroorzaken overgewicht bij kinderen tussen de 10 en 12 jaar in Friesland? Wij verwachten dat ouders, leeftijdsgenoten, omgeving (stad of dorp) invloeden hebben op het veroorzaken van overgewicht bij kinderen tussen de 10 en 12 jaar in Friesland, omdat de kinderen met deze invloeden te maken hebben. De ouders voeden de kinderen op, dus zijn ze hierbij een externe factor op hun kinderen. Kinderen zijn vaak met leeftijdsgenoten, bijvoorbeeld op school of op een sportclub, dus ze nemen gedrag en/of gewoontes van elkaar over. De omgeving van kinderen kan ook een externe factor zijn, omdat kinderen daarin leven. De eerste vier hoofdstukken die wij behandeld hebben, waren hoofdstukken die wij op literaire manier konden beantwoorden. Aangezien de andere twee hoofdstukken beantwoord moesten worden via onze resultaten, staan deze hoofdstukken verderop in het verslag. Hoofdstuk 1: Wat voor positief effect hebben externe factoren op kinderen? Wij veronderstellen dat ouders voor een positief effect kunnen zorgen op kinderen, omdat kinderen gewoontes overnemen van hun ouders. Wanneer ouders gezond leven, leven de kinderen vaak ook gezond. Diëtisten zijn ook een positief effect, omdat zij kinderen kunnen leren om gezond of gezonder te eten. Hoofdstuk 2: Wat voor negatief effect hebben externe factoren op kinderen? Wij veronderstellen dat reclames een negatief effect hebben op kinderen, omdat zij meestal ongezond voedsel promoten. Hoofdstuk 3: Hoe kun je zelf ervoor zorgen dat een kind niet aan overgewicht lijdt? Wij veronderstellen dat sporten ervoor kan zorgen dat een kind niet aan overgewicht lijdt, omdat een kind dan meer calorieën verbrandt met bewegen. Hoofdstuk 4: Hoe kunnen scholen ervoor zorgen dat een kind niet aan overgewicht lijdt? Wij veronderstellen dat scholen in de pauze fruit kunnen aanbevelen aan kinderen, omdat fruit gezond en goed voor je is. 6


Hoofdstuk 1: Wat voor positief effect hebben externe factoren op kinderen? Korte uitleg over externe factoren Externe factoren zijn factoren die van buitenaf komen. Factoren die invloed hebben op jou en je uiterlijk. Je hebt bijvoorbeeld externe factoren zoals je ouders, school, de Xbox, mobiel, etc. Al deze factoren hebben allemaal invloed op jou. Als je bijvoorbeeld een mobiel hebt dan kan je met veel mensen communiceren, zonder dat je naar ze toe moet. Je beweegt hierdoor minder. Maar je kunt ook juist meer contact hebben met mensen en met een hele groep afspreken om een potje te gaan voetballen. Je ouders kunnen je ook aanzetten om te gaan bewegen door bijvoorbeeld met de hond te gaan lopen. Maar ouders beïnvloeden voor een deel je voeding, zij kiezen bijvoorbeeld wat er in huis komt. [Bron 1] Ouders als positief externe factor Als we verder gaan over de ouders, zijn zij belangrijk voor jou. Zij maken de meeste beslissen voor jou. Ouders die al dik zijn hebben ook meer kans op een kind met overgewicht. Het kind maakt iets aan in het lichaam waardoor hij/zij meer zin heeft in eten. Het kind heeft meer kans op overgewicht. Ook als een moeder die zwanger is te weinig voeding tot zich neemt heeft dat gevolgen voor het kind. Als het kind wordt geboren geven tegenwoordig de moeders liever geen borstvoeding maar geven dan flesvoeding. [Bron 3] Het is gebleken dat kinderen die de eerste 6 maanden borstvoeding drinken, dat de kans op overgewicht afneemt. Borstvoeding biedt een beschermend effect voor obesitas en zet bepaalde signalen uit voor het ontwikkelen van overgewicht. Als het kind ouder wordt dan is het belangrijk dat de kinderen blijven bewegen en gezond blijven eten. Ouders kunnen dit beïnvloeden door bijvoorbeeld met hun kinderen naar buiten te gaan en gezonde voeding te geven. [Bron 5]

Het is beter dat je kind zo min mogelijk achter bijvoorbeeld de computer of Xbox zit, want dat zorgt ervoor dat ze stilzitten en niet bewegen en dus lui worden. Door een tijd af te spreken hoelang ze erachter mogen zitten zorg je ervoor dat ze niet lui worden. Je moet als ouder goed oppassen wat je kind geeft en wat voor effect dat heeft. Het is beter dat ze geen computer, Playstation, etc. hebben dan wel. Niet alleen bewegen is belangrijk maar ook het voedsel. De belangrijkste maaltijd van de dag is het ontbijt, want als je dan genoeg eet krijg je minder trek in zoetige tussendoortjes.

Afbeelding 1: Gezond eten en sporten.

7


Naast de gezonde voeding moet een kind genoeg bewegen door bijvoorbeeld op een sport te gaan. Hoe eerder kinderen al sporten hoe minder kans op overgewicht. Het is daarom ook belangrijk dat je ouders je aanzetten om te gaan sporten. [Bron 4] Maar ook het vervoer naar school is een invloed. Kinderen kunnen lopend naar school of met de fiets. Daardoor blijft een kind in beweging. Zo heeft het kind elke dag een paar keer bewogen zonder dat het kind op een sport moet. Kinderen hoeven niet naar school gebracht te worden met de auto, ze kunnen lekker met de fiets of lopend. Je ouders zijn eigenlijk de belangrijkste externe factor in het begin van je leven totdat je uit huis gaat. [Bron 7] Andere positieve externe factoren Niet alleen je ouders kunnen een positief effect hebben op jou, maar ook de school. Zij kunnen ervoor kiezen dat je wel of niet mag snoepen, door bijvoorbeeld regels in te stellen. Als een school dat verbiedt dan kan je als kind geen zoetige tussendoortjes mee naar school nemen. Ook kan de school verplicht een paar keer per week kinderen fruit laten eten. Zo stimuleert de school dat kinderen gezond gaan eten. Ook het sporten kan de school stimuleren. Als er kinderen zijn die al wat dikker zijn, willen ze vaak zo min mogelijk bewegen. Het is dan als leraar of lerares belangrijk dat je hun ook genoeg laat bewegen. Ook programma´s op de televisie kunnen een positief effect hebben. Nickelodeon is hiervan een voorbeeld. Eén dag per jaar zenden zij geen zenders uit, met als doel dat kinderen buiten gaan spelen. [Bron 6] De mensen die de speelcomputers zoals de Xbox en de Playstation ontwerpen, kunnen ook ervoor zorgen dat het spelen van een spel beweeglijker wordt. De Wii is een voorbeeld van een spelcomputer waar je wel spelletjes kan spelen waarbij je moet bewegen. Je kunt bijvoorbeeld tennissen. Dat zorgt er ook voor dat je niet uren achter de Wii blijft, want op een gegeven moment ben je moe vanwege het bewegen. Bewegen stimuleert ook je leerproces. Ook verschillende sportorganisaties organiseren dagen met verschillende sporten. Hier kunnen kinderen gratis of voor een paar euro een hele dag plezier hebben en bewegen. Kinderen kunnen zo bewegen, sporten ontdekken en misschien nieuwe vrienden maken. De sportorganisatie “jeugdsportfonds” die zorgen ervoor dat kinderen, die in een gezin leven waarin niet genoeg geld is, wel kunnen sporten. Dit sportfonds wordt door verschillende mensen gesponsord. [Bron 2] Mobiele telefoons kunnen een positieve werking hebben. Ze zijn niet alleen maar negatief. Kinderen die te dik zijn en daarvoor in behandeling zijn, krijgen via hun mobiel stimulerende berichten binnen met feedback. Uit onderzoek is gebleken dat de kinderen die in behandeling zijn beter hun de behandeling volhouden, wanneer ze dat soort berichten binnen krijgen. Ook kunnen deze kinderen elke dag melden wat ze hebben gegeten, zodat ze niet snel zullen gaan snoepen. Deze kinderen zijn dan vaak tussen 7 en 12 jaar oud. Zo hoeft er niet continu iemand op ze te letten of ze hun behandeling volhouden en of ze gezond blijven eten. [Bron 8]

8


Hoofdstuk 2: Wat voor negatief effect hebben externe factoren op kinderen?

Ouders als negatief externe factor Zoals in de eerste deelvraag al verteld is, zijn je ouders een belangrijk onderdeel van je leven. Ze hebben veel invloed op hun kind(eren). Ze kunnen een positief effect hebben, maar ook een negatief effect. De erfelijkheid heeft invloed op overgewicht. Als er overgewicht in de familie zit, dan heeft het kind ook al meer aanleg voor overgewicht. [Bron 12]

Een kind veel snoepgoed, chocolade, chips etc. geven, zorgt ervoor dat een kind ook sneller dik wordt. Kinderen die in een situatie leven waarin hun ouders niet veel geld hebben, zullen vaak niet op een sport kunnen. Kinderen krijgen zo weinig kans om te bewegen. Ook ouders die wel genoeg geld hebben laten hun kinderen vaak kiezen en stimuleren ze ook niet om te gaan sporten. Daardoor gaat het kind niet snel op een sport en kiest sneller om te gaan gamen. [Bron 10] Je kunt als ouder zijnde je kind dik maken. Door bijvoorbeeld je kinderen vette voeding geven, snoepjes, koekjes, patat, met de auto overal heen brengen, ze een spelcomputer geven, ze uren laten gamen etc. Dit zijn enkele dingen waar ouders invloed op hebben. De omgeving is dus belangrijk. Geen speelplaatsen in de buurt is een voorbeeld dat een kind niet kan buitenspelen. Kinderen blijven daardoor binnen en vervelen zich, ze bewegen dus niet. Vaak gaan kinderen hun ouders gedrag overnemen als ouders niet veel bewegen gaan kinderen dat vaak ook doen en blijven zij ook stilzitten. Ouders moeten vaak oppassen hoe ze zich gedragen en wat ze hun kinderen geven. Ouders kunnen ervoor zorgen dat hun kind overgewicht krijgt. [Bron 15] Andere negatieve externe factoren In de supermarkt is er tegenwoordig zoveel verschillende soorten snoep, koekjes, frisdranken etc. te koop en kinderen kunnen het zonder hun ouders kopen. Kinderen kunnen snoepen zoveel ze willen, want ze kunnen elke winkel binnen en kopen wat ze willen. Er is tegenwoordig veel soorten lekkers dat niet goed is voor een kind. De kinderen krijgen tegenwoordig ook al vroeg zakgeld om al dat lekkers te kopen. Er zitten veel calorieën in al dat lekkers waardoor een kind dik wordt. Als kinderen niet thuis lekkers krijgen, kunnen ze het in de winkel kopen. Overal zijn wel supermarkten, vaak maar een paar minuten van je huis vandaan. Kinderen van tegenwoordig eten chips, snoep, chocolade etc. en daardoor zijn er ook meer kinderen dikker dan jaren geleden. [Bron 11] 9


De televisie is ook een negatieve factor. Op televisie komen allemaal programma's op waar je bijna de hele dag naar kan kijken. Voor de televisie zitten is niet alleen slecht voor kinderen, het zorgt er ook voor dat de kinderen niet gaan bewegen. Als er geen grens zit op de tv kijken, dan blijven de meeste kinderen de hele dag door achter de televisie zitten. Ook de reclame op de televisie heeft een sterke negatieve invloed op kinderen. Vaak wordt de reclame zo aantrekkelijk gemaakt dat je het meteen wilt hebben. Bijvoorbeeld voedsel dat zo bewerkt wordt dat het water je in de mond loopt als je ernaar kijkt. Er wordt bijvoorbeeld vaak gezegd in reclames: “nu met nog minder suikers!”. In kleine letters staat dan wat er allemaal bij is gekomen en wat vaak nog slechter is voor je lichaam. Niet alleen voedsel komt in de reclame, maar ook spelcomputers en games. Ze laten in de reclame zien wat je allemaal met die game kan of met die spelcomputer. Het lijkt allemaal zo mooi dat je wel wil hebben. Als het kind dan de spelcomputer heeft, zit het kind er uren achter. Bewegen komt er dan bijna niet meer van. Door reclame neemt ons koopgedrag toe, omdat het allemaal zo mooi lijkt dat je het bijna meteen wilt kopen. [Bron 11 + 14]

Afbeelding 2: Aantrekkelijk voedsel

Ook het mobieltje heeft een slecht invloed. Door bijvoorbeeld Whatsapp hoef je niet meer naar je vrienden toe te gaan, waardoor je minder gaat bewegen. Je kunt het gewoon via je mobiel doen. Niet alleen praten met je vrienden of familieleden kan je via je mobiel, maar je kunt ook spelletjes doen op je mobiel. Zo vliegt de tijd voorbij zonder dat je echt wat gedaan hebt. Vaak als je op je mobiel zit ga je niet bewegen. Je mobiel weerhoudt je van bewegen. Maar je mobiel weerhoudt je ook om te gaan slapen, want je wilt nog even dit level afmaken of nog even met een vriend of vriendin appen. Slapen is niet alleen belangrijk om alle gebeurtenissen van de dag te verwerken, maar omdat in je slaap een groeihormoon wordt aangemaakt en dit werkt regulerend op de vetstofwisseling. [Bron 11] Slaaptekort zorgt ervoor dat je vaak te moe bent om te gaan bewegen en blijft je de hele dag wat omhangen. Slaaptekort maakt je hongerig en dan ga je eten. Dit kan je lichaam niet zo snel verwerken en dat hoopt zich op.

10


Hoofdstuk 3: Hoe kun je ervoor zorgen dat een kind niet aan overgewicht lijdt? Het is belangrijk om de leefstijl aan te passen. Voor kinderen is het belangrijk om gezonder te gaan eten en veel te bewegen. Een kind hoeft niet altijd veel af te vallen. Belangrijker is dat hun gewicht stabiliseert. Door de groei van kinderen zal het gewicht dan meer in overeenstemming komen met de lengte. Het is dan mogelijk om als het ware over het overgewicht heen te groeien. Het stabiliseren van het gewicht kan vaak bereikt worden door eens kritisch te kijken naar de eetgewoontes van kinderen. Lang niet altijd is het zo dat het kind te veel eet, maar vaak eet het kind wel verkeerde dingen. De tussendoortjes zijn vaak te zoet of te vet. Om overgewicht te voorkomen kun je verschillende dingen doen. [Bron16] Beweging Bewegen verkleint de kans op bepaalde ziektes, verbruik meer energie en verbetert de stoelgang. De norm gezond bewegen voor kinderen is om dagelijks minimaal 1 uur te bewegen. Hierbij moet de hartslag iets hoger en de ademhaling iets sneller zijn dan normaal. Bewegen is meer dan alleen sporten. Buitenspelen, op de fiets naar school of lopen. Het is wel belangrijk te kiezen voor een sport of manier van bewegen die past bij je kind. Wanneer bewegen leuk is, is het makkelijker vol te houden. Slaaptekort kan ervoor zorgen dat je minder zin hebt om te bewegen. In de slaap wordt groeihormoon aangemaakt en dit werkt regulerend op de vetstofwisseling. Vooral in het donker. Slaaptekort maakt bovendien hongerig, de aanmaak van leptine (verzadigingshormoon) vermindert. Vaak zijn kinderen ook minder actief doordat ze veel televisie kijken. Nederlandse kinderen kijken gemiddeld bijna 2 uur tv per dag. 30% van de Europese kinderen kijkt meer dan vier uur tv per dag. Uit onderzoek blijkt dat obesitas meer voorkomt bij kinderen die veel tv kijken. Dat komt niet alleen door een verminderde energiebesteding. Ook de energie-­‐inname neemt toe tijdens het tv-­‐kijken. Computerspelletjes, chatten en internetgebruik zijn bij kinderen erg populair. [Bron17] Gezond eten Eten op vaste tijdstippen en afwisseling in maaltijden is zeer belangrijk. Er moeten drie hoofdmaaltijden zijn op vaste tijden. Iedere ochtend ontbijten zorgt voor een betere stofwisseling. Daarnaast zijn twee tussendoortjes geen probleem. Als je een kind een tussendoortje geeft, laat het kind hier rustig voor zitten, zodat het kind tijdens het eten en drinken niet iets anders doet, zo voorkom je dat eten en drinken een gedachteloze gewoonte wordt. Het is wel belangrijk om een snoepmoment voor de kinderen in te bouwen, want ieder kind heeft wel behoefte aan zoetigheid. Eén keer per dag is bijvoorbeeld na schooltijd is genoeg. Op andere tijden moet er niet meer gegeten worden. In groente, fruit en volkoren producten zitten veel waardevolle voedingsstoffen en weinig calorieën. Ze geven een vol gevoel, waardoor kinderen minder snel te veel eet. Elk kind hoort een liter per dag te drinken. Naast water ook melk, thee zonder suiker en verse sap is gezond. Kinderen moeten geleerd worden niet te snel te eten. Door rustiger te eten ervaren zij eerder het moment dat zij wel genoeg gegeten hebben. Ook belangrijk is dat kinderen leren naar de signalen van zijn of haar lichaam te luisteren. Het bord hoeft niet leeg, wanneer het kind aangeeft niet meer te hoeven. [Bron19] 11


Hulp Een vroege diagnose van neiging tot overgewicht is belangrijk, Want hoe sneller hulp wordt gezocht, hoe beter. Hoe jonger het kind is, hoe groter de kans dat het nieuwe eet-­‐ en beweeggewoontes aanleert en lang volhoudt. Daarbij is de rol van de ouders zeer belangrijk, omdat zij medeverantwoordelijk zijn voor het voedings-­‐ en beweegpatroon van hun kind. Vaak willen ouders dat hun kind zo snel mogelijk afvalt en proberen daarom hun kind op een streng dieet te zetten. Doordat kinderen nog groeien is dit niet verstandig. Als ouders zich geen raad meer weten is het beter om met een huisarts, consultatiebureau of diëtist te overleggen welke stappen er genomen moeten worden. Samen met een arts of diëtist zal je niet alleen naar het voedingspatroon van het kind kijken, maar ook het bewegingspatroon Voldoende beweging is minstens zo belangrijk om een gezond gewicht te bereiken. Ook Artsen kunnen individuele kinderen en hun ouders voorlichten of kinderen met een verhoogd risico op overgewicht doorverwijzen naar en diëtist. [Bron18]

12


Hoofdstuk 4: Wat kunnen scholen doen om overgewicht te voorkomen? Op basisscholen wordt aandacht besteedt aan lichaamsbeweging. Kinderen krijgen op de basisschool gemiddeld twee uur in de week bewegingsonderwijs. Dit is niet genoeg om kinderen voldoende beweging te geven. Natuurlijk is het zo dat veel kinderen naast dit bewegingsonderwijs nog op een sportvereniging te vinden zijn. Deze kinderen worden dan ook vrijwel uitgesloten van dit probleem. Het voordeel is dat de kinderen die naast school ook sporten, over het algemeen geen problemen hebben, mocht het besluit er wezen, dat de scholen meer lessen aan sport gaan wijden. Zij kunnen juist een hulpmiddel zijn om de kinderen met overgewicht te stimuleren om meer te sporten. Aangezien kinderen het meest van hun tijd op school doorbrengen is het de beste mogelijkheid om hier het probleem van overgewicht aan te pakken. Wanneer scholen meer lesuren aan sport zullen besteden, betekent dit niet dat het heel het probleem zal wegnemen. De overheid wil in samenwerking met basisscholen overgewicht aanpakken. Op school kunnen de kinderen gestimuleerd worden om meer te bewegen en om te leren hoe belangrijk voldoende beweging voor hen is. Onderwijs is een belangrijk onderdeel bij de opvoeding van kinderen. Kinderen leren hier samen met anderen en kunnen elkaar onderling steunen en stimuleren. Hier kunnen kinderen elkaar dus onder andere stimuleren om voldoende te bewegen en gezamenlijk leren waarom beweging zo belangrijk is. Het is belangrijk dat de overheid het probleem aanpakt. Kinderen die last hebben van overgewicht kunnen tegen verschillende problemen aanlopen. Zij kunnen op latere leeftijd of op jonge leeftijd last krijgen van chronische gezondheidsklachten. [Bron20] Tegenwoordig zie je veel kinderen in de pauze met koekjes of snoep. Soms nemen ze zelfs helemaal niks mee. Fruit naar school nemen gebeurt niet vaak. Scholen zouden ook fruit moeten aanraden om mee te nemen in de pauze. Verstandig is om dit ook met de ouders te bespreken tijdens een informatieavond. Ga voor Gezond! Ga voor gezond! Is een nationale scholenactie voor groep 1 tot en met 8 van de basisschool. Met het lespakket voor kinderen willen zij op scholen de gezondheid van kinderen verbeteren. Vijf thema's staan in Ga voor gezond! Centraal: • • • • •

Eten en drinken Bewegen Je lichaam Lekker in je vel Binnen en buiten

Deze thema’s worden in de klas behandeld. Daarbij willen we kinderen, hun ouders en leerkrachten vooral laten ervaren dat bezig zijn met gezondheid heel leuk kan zijn. [Bron21] Het nationale schoolontbijt Het Nationaal Schoolontbijt is al 11 jaar het grootste educatieve ontbijtevenement van Nederland. Elk jaar begin november maken zij van ontbijten een feestje in het hele land. Een week lang. In 2014 gingen meer dan 500.000 basisschoolkinderen samen ontbijten op ruim 2.500 scholen. Het Nationaal Schoolontbijt is niets zonder de hulp van een aantal belangrijke partners. Het verse brood en de verse broodjes voor Het Nationaal Schoolontbijt komen van bakkers en supermarkten uit de buurt van de deelnemende scholen. Verschillende partners zorgen voor het lekkere beleg, het fruit en het drinken bij alle ontbijtjes. Samen maken ze van een gezond ontbijt een echt feest. [Bron22] 13


Hoofdstuk 5: overgewicht bij jongeren in Friesland Zoals al eerder genoemd, moeten we dus ons eigen onderzoek bedenken. Daarom hebben wij besloten om een enquête te houden onder verschillende basisscholen bij kinderen tussen de 10 en 12 jaar. Deze vragen zullen gaan over verschillende soorten eten, hoe vaak ze sporten en bewegen of dat ze juist vaak gamen en televisie kijken. Allemaal factoren die externe factoren worden genoemd. Maar wat zijn nou die externe factoren? Externe factoren zijn verschillende factoren die in ons geval, invloed zouden kunnen hebben op de gezondheid en het gewicht van een kind. Bij externe factoren zou je bijvoorbeeld kunnen denken aan: -­‐ De ouders van het kind -­‐ De vrienden van het kind -­‐ Het inkomen van de ouders (geld voor eten en sport?) -­‐ De invloed van verschillende seizoenen (Zomer = vooral veel zweten, winter = eten) -­‐ De kwaliteit van een maaltijd en de variatie in eten die het kind binnenkrijgt -­‐ Zakgeld van het kind (geld om zelf eten te kopen) -­‐ Computeren -­‐ Televisie kijken -­‐ Gamen -­‐ Sporten/bewegen -­‐ Veel of weinig slaap (Wanneer je moe bent wil je je energie terug brengen met meer eten) Dit zijn zo even een paar factoren die een grote rol spelen bij de gezondheid van een kind. Wij willen gaan onderzoeken of er veel kinderen zijn met overgewicht, en zo ja, welke externe factoren spelen hier juist een grote rol bij? Op deze manier kunnen wij de scholen informeren, die misschien weer de ouders informeren, waardoor de gezondheid van de kinderen hopelijk vooruit zal gaan en wij ons verslag kunnen maken. Verwachting Hoofdstuk 5 en 6 hebben wij door middel van onze resultaten beantwoord. Hoofdstuk 5: Wat voor verschillen zijn er voor de gezondheid van kinderen uit de stad en kinderen uit het dorp? Wij veronderstellen dat kinderen uit de stad een minder goede gezondheid hebben dan kinderen uit het dorp, omdat er in de stad meer snackbars en supermarkten zijn om ongezond eten te kopen. In de stad zijn winkels dichterbij, dus ga je sneller even naar een winkel. In het dorp heb je minder winkels en deze winkels zijn verder weg. Hoofdstuk 6: Wat zijn de verschillen tussen jongens en meisjes? Wij veronderstellen dat jongens meer en intensiever sporten dan meisjes, omdat jongens meestal op een sport zitten en fanatieker zijn. Jongens hebben meer voeding nodig, omdat zij een andere lichaamsbouw hebben dan meisjes. 14


Materiaal en methode Materiaal: -­‐ Min. 2 verschillende basisscholen. -­‐ Een goede enquête (Bijlage 1.) -­‐ Toestemming van de scholen + tijd en datum van de afspraak -­‐ Een huis/werkplek waar je alle enquêtes kunnen uitprinten -­‐ Weegschaal (Afbeelding 3.) -­‐ Meetlint (Afbeelding 4.) Methode: -­‐ Eerst hebben we de scholen verdeeld over het aantal mensen van ons groepje. -­‐ In groepjes zijn we bij de scholen langs gegaan. -­‐ We hebben gezorgd dat we van te voren wisten hoeveel kinderen er in de groepen waren, zodat we genoeg enquêtes konden meenemen. -­‐ Voor ons bezoek aan de basisscholen hebben wij een meetlat en een weegschaal meegenomen. -­‐ Toen wij bij de school gekomen waren, hebben wij kennis gemaakt met de docent, en aan de leerlingen uitgelegd wat de bedoeling was. -­‐ Na de uitleg hebben de kinderen de enquête ingevuld. -­‐ Wij hadden besloten dat één kind per keer buiten het lokaal zou komen, om het gewicht te wegen en de lengte te meten. Op deze manier konden de kinderen bij elkaar niet kijken wat hun gewicht was. -­‐ De andere mensen van het groepje waren in de klas gebleven, om de eventuele vragen te beantwoorden. -­‐ Alle enquêtes werden ingenomen zodra het gewicht en de lengte op het papier staat. -­‐ Na de tijd hebben we de scholen en de kinderen bedankt voor hun medewerking. -­‐ Thuis hebben we alle enquêtes geordend en in Excel verwerkt volgens onze eigen bedachte codes. -­‐ Nadat we alle gegevens in Excel verwerkt hadden, hebben we er bijpassende cirkeldiagrammen bij gemaakt. -­‐ Uit de gegevens van de enquêtes hebben we passende deelvragen bedacht.

Afbeelding 4. Meetlint

Afbeelding 3. Weegschaal 15


Wat voor verschillen zijn voor de gezondheid van kinderen uit de stad en kinderen uit de dorpen? Wij hebben de enquêtes op twee verschillende basisscholen gehouden. Eén hiervan was in de stad Leeuwarden en de andere was in het dorp Sint Annaparochie. Een van onze deelvragen ontstond hieruit. Wij vragen ons af wat de verschillen er zijn tussen de kinderen uit de stad en uit een dorp. Is er verschil in sporten of eetgewoontes? Om te beginnen hebben we alle gegevens in Excel verwerkt. De kinderen uit de dorpen zijn groen gekleurd en de kinderen uit de stad zijn rood geworden. Op deze manier kunnen wij gemakkelijker de resultaten met elkaar vergelijken. Sporten: De kinderen uit de dorp sporten op 1 persoon na, allemaal 3x of vaker in de week. Dit is bij de mensen uit de stad totaal verschillend. Ongeveer 11 procent sport niet, 28,5 procent 1x in de week, 22 procent 2x in de week en 39 procent 3x of vaker in de week. Jammer genoeg weten we niet precies om welke sporten het gaan, en hoelang ze sporten. Wel valt het op dat er veel variatie zit bij de kinderen uit de stad, terwijl het bij de kinderen uit het dorp vrijwel constant is. (Links is Dorp, Rechts is Stad.) 0,00 4,76 Niet 1 1x per week 2 2x per 3 week 3x of 4 vaker

95,24

10,87 39,13 28,26

21,74

Niet 1x per week 2x per week 3x of vaker

Ontbijt: Bij het ontbijten hebben wij gezien dat de kinderen uit de dorpen bijna allemaal ontbijten met een stukje brood en beleg. 17 van de 21 doen dit namelijk. 3 kinderen ontbijten met cornflakes, en 1 kind, hoe ongezond het is, ontbijt niet. In de stad ontbijten 37 kinderen met een broodje in de ochtend, 4 kinderen met cornflakes, 4 met een cracker en 3 ontbijten op een andere manier. Ook hier is er 1 kind die ’s ochtends niet ontbijt. Dit zijn in totaal niet 46 kinderen, want sommigen hebben dubbele rondjes aangekruist. Veel verschil is er niet. Gelukkig ontbijten de meeste kinderen wel. Alleen in de stad eten de kinderen meer op verschillende manieren. (Links is Dorp, Rechts is Stad.) 0,00 4,76 14,29

80,95

6,52

1 Niet Brood met 2 beleg Cornflakes 3 Cracker 4 Andere manier

2,17

Niet

1

6,52

78,26

Brood met 2 beleg Cornflakes 3 Cracker 4 Andere manier

5

5

16

6,52


Drinken thuis: Hier valt een verschil op te merken. Het lijkt erop dat de kinderen uit de stad meer frisdrank drinken dan de kinderen uit een dorp. Het percentage ‘Geen frisdrank’ en ‘Beide’ is bij het dorp weer groter. (Links is Dorp, Rechts is Stad.)

Frisdrank

19,05 57,14

Frisdrank

1

Geen 2frisdrank Beide

23,81

45,65

3

34,78

1

Geen

2 frisdrank 19,57

3

Beide

Drinken/eten in de kleine pauze: Het grote verschil is hier dat geen van de kinderen uit de stad alleen maar ongezond eten meeneemt voor de kleine schoolpauze. Bij de kinderen uit het dorp is dit wel het geval. Het percentage van gemengd eten, gezond en ongezond, is bij beide scholen bijna even groot. (Links is Dorp, rechts is Stad.) 14,29 Gezond

1 14,29 71,43

0,00

Ongezond 2 Beide

1 Gezond

15,22

84,78

3

2 Ongezond Beide

3

Fruit eten: Wanneer het komt op fruit eten, eten de meeste kinderen uit Sint Annaparochie wel redelijk vaak fruit. De meesten eten 2x per dag een stuk fruit. Het percentage uit de stad is weer verschillend, maar de ‘3x per week of vaker’ springt er toch wel uit. Gelukkig is de op één na grootste percentage die van de ‘1 stuk fruit per dag’. Wat wel verbazend is, is dat er drie kinderen zijn die vertellen dat ze nooit fruit eten. Wat natuurlijk niet goed is. Je hoort op zijn minst één stuk fruit per dag te eten. 2 stukken zou helemaal geweldig zijn, en 2 verschillende stukken fruit is nog beter. Om dat te zien dat ze helemaal geen fruit eten, is totaal niet gezond. Ook valt op dat veel kinderen maar 1 stuk fruit eten. Iedere keer hetzelfde. Variatie is natuurlijk ook belangrijk. De meeste kinderen eten eigenlijk alleen maar appels. Misschien is dit handig om aan de school te melden, zodat ze er meer aandacht aan kunnen besteden. 17


(Links is aantal stukken fruit dat gegeten wordt in een dorp, links is hoe vaak.) 0,00 4,76

1 Geen 9,52 9,52 9,52 14,29

33,33 19,05

4,76

2 1 stk. fruit 3 2 stk. fruit 4 3 stk. fruit 5 4 stk. fuit 6 5 stk. fruit 7 6 of meer

1 Niet

23,81

42,86

14,29

2 1x per week 3x per week 3 of vaker 4 1x per dag 2x per dag 5 of meer

(Links is aantal stukken fruit dat gegeten wordt in een stad, links is hoe vaak.)

6,52

1 Geen

6,52 15,22

13,04 21,74 21,74

8,70

2 3 4 5 6

1 stk. fruit 2 stk. fruit 3 stk. fruit 4 stk. fuit 5 stk. fruit 6 of meer

2,22 6,67 20,00

22,22

44,44

1 Niet

1x per week 2 3x per week of vaker 3 1x per dag 4 2x per dag of 5 meer

7

Snoepen: De kinderen uit het dorp snoepen volgens hen een paar keer per week tot 1x per dag. Dingen als chips, dropjes en chips eten ze graag, en chocola is toch wel de favoriet. Misschien zijn de kinderen uit de stad wat eerlijker, want meerdere kinderen geven toe 2x of vaker per dag te snoepen. Verder wordt ook hier vaak 1x per dag of meerdere keren per week gezegd. Veel skittles wordt aangekruist. Jammer genoeg krijgen we nu wel een indruk hoe vaak ze per week snoepen, maar niet hoeveel ze dan eten per keer. Misschien is er een verband. Het lijkt erop dat de kinderen uit de stad minder vaak sporten en vaker snoepen. Als we er van uitgaan dat elk kind de enquête eerlijk heeft ingevuld, kunnen we gaan kijken over de kinderen uit de stad ook zwaarder zijn dan kinderen uit dorpen. En zo ja, wat zijn dan de oorzaken? (Links percentage hoeveelheden snoepsoorten, en rechts is hoe vaak er gesnoept wordt. Dorp) 4,76

4,76 0,00

4,76 0,00 42,86 47,62

0,00

1 Niks

2 1 soort 3 2 soorten 3 soorten 4 4 soorten 5 5 soorten 6 6 soorten

Niet

1

9,52

1x per dag

2

28,57 61,90

2x of meer per dag 3 Paar keer 4 per week

7

18


(Links percentage hoeveelheden snoepsoorten, en rechts is hoe vaak er gesnoept wordt. Stad) 0,00 6,52 2,17 2,17

13,04

6,52

1 Niks

50,00

28,26

2 1 soort 3 2 soorten 3 soorten 4 4 soorten 5 5 soorten 6 6 soorten

Niet

1 39,13

26,09

1x per dag

2

2x of meer

3 per dag 28,26

Paar keer 4 per week

7

Snack dag: 57 procent van de kinderen uit het dorp zeggen dat ze geen vaste snack dag in de week hebben. Dat betekend dat 43 procent van deze groep wel een vaste snack dag hebben. Wat nog verbazend wekkend hoog is. Vaak gaat het in deze gevallen om patat op vrijdag of zaterdag. 54 procent van de kinderen uit de stad heeft ook een vaste snackdag. Dit is zelfs meer dan de helft. Te hoog naar onze mening. Dit is misschien handig om te melden aan de basisscholen. Misschien kunnen zij de ouders informeren en overhalen dit minder vaak te doen. Een keertje snacken is helemaal niet zo erg, maar elke week is niet gezond voor een kind. (Links is dorp, rechts is stad.)

1 Nee

42,86 57,14

45,65

Ja

2

54,35

1 Nee

2 Ja

Eten kopen: In het dorp geven 3 mensen toe af en toe wat eten te kopen van hun zakgeld. In principe is dit niet een hoog aantal en valt dit gelukkig nog wel mee. In de stad geven 14 kinderen toe af en toe wel eens wat eten te kopen, maar 2 kinderen bekennen vaak eten te halen van hun zakgeld. Dit is natuurlijk niet de bedoeling en zeker niet gezond. Gelukkig is het niet een groot aantal kinderen die dit doen. (Links is dorp, Rechts is stad.)

19


0,00

15,79

1 Nee, nooit

84,21

2 Ja, vaak 3 Ja, af en toe

1 Nee, nooit

31,11

2 Ja, vaak

62,22

3 Ja, af en toe

6,67

Slapen: Wat fijn is om te zien, is dat bijna ieder kind, van beide basisscholen ongeveer 8 tot 10 uren slaapt per nacht. Aangezien een kind van deze leeftijd minimaal 6 tot 8 uren nodig heeft om goed op een dag te functioneren (dit verschilt per kind) is dat zeker een goede uitslag. Een tiental kinderen slaapt 6 tot 8 uren per nacht, wat ook nog prima is. Een drietal kinderen slaapt maar 4 tot 6 uren per nacht, en die zullen toch echt wat eerder op bed moeten willen ze goed kunnen presteren op school. Misschien ook een goede tip voor de scholen om door te geven. Als we dan toch moeten kijken naar de verschillen, valt alleen op dat de kinderen uit de stad iets minder lang slapen dan de kinderen uit het dorp. Een groot verschil is dit niet. (Links is dorp, rechts is stad.) 10,00

5,00

4,44

1 8 -­‐ 10 uren

1 8 -­‐ 10 uren

22,22

2 6 -­‐ 8 uren

2 6 -­‐ 8 uren

85,00

73,33

3 4 -­‐ 6 uren

3 4 -­‐ 6 uren

Gamen/Televisie kijken: Over het algemeen doen de kinderen van het dorp dit 0 tot 2 uren per dag. De groep die daarna komt is 2 tot 4 uren. Dit valt gelukkig allemaal nog wel mee, al is 4 uren op een dag toch eigenlijk wel lang. Gelukkig zijn er ook 2 kinderen die aangeven niet te gamen noch televisie te kijken. Ook bij de kinderen in de stad zijn er 5 kinderen die aangeven niet te gamen en televisie te kijken. Ook hier nemen 0 tot 2 uren per dag en 2 tot 4 uren per dag de meerderheid over. Wel zijn er 5 kinderen die toegeven dat ze 4 tot 6 uren per dag gamen of televisie kijken, en dit is toch echt te veel op een dag.

20


Een kind hoort vaker buiten te spelen, en zeker niet de hele dag te zitten. Gelukkig geven deze kinderen wel allemaal aan veel uren te slapen per nacht. (Links is dorp, rechts is stad.) 5,00 10,00

50,00

30,00

1 Nee, ik doe

11,11

dit niet 2 4-­‐6 uren per dag 3 2-­‐4 uren per dag 4 0-­‐2 uren per dag

11,11 17,78

60,00

1 Nee, ik doe dit niet 2 4-­‐6 uren per dag 3 2-­‐4 uren per dag 4 0-­‐2 uren per dag

BMI: Ondanks dat ons onderzoek gaat over overgewicht bij kinderen, hebben wij ook gekeken of er kinderen waren die aan ondergewicht lijden. Tot onze verbazing zijn dit er toch nog wel een paar. In het dorp hebben 5 procent van de kinderen ondergewicht en in de stad is dit zelfs 13 procent. Ook heeft bijna 10 procent van de kinderen uit Sint Anne overgewicht en 13 procent is te zwaar in Leeuwarden. En daarbij komt ook nog dat er meerdere kinderen waren die geen toestemming gaven voor de enquête, kinderen waarvan wij schatte dat ze wel eens te zwaar zouden kunnen zijn. (Links is dorp, rechts is stad.) 4,76 9,52

1 Ondergewicht

13,04 13,04

2 Goed gewicht Overgewicht

Goed gewicht 2 Overgewicht

3

3

85,71

73,91

21

1 Ondergewicht


Hoofdstuk 6: Wat zijn de verschillen tussen jongens en meisjes? Als het om gewicht gaat, is er natuurlijk verschil tussen jongens en meisjes. Rond de leeftijd 6 jaar beginnen jongens langer en zwaarder te worden dan meisjes. In de pubertijd groeien meisjes dan weer sneller dan jongens, omdat de jongens vaak nog een groeispurt moeten krijgen en hierbij dus ook aankomen met het gewicht. Als we kijken naar de cirkeldiagrammen uit ons onderzoek kunnen we de jongens en meisjes van 10, 11 en 12 jaar uit dorp en stad met elkaar vergelijken. In ons onderzoek zijn er iets meer meisjes dan jongens. Als we gaan kijken naar het percentage van het sporten, kun je zien dat jongens het meeste sporten in de week.

Jongens Meisjes Maar als je dan weer kijkt naar de manier van ontbijten, zie je dat meisjes goed ontbijten met brood met beleg en jongens soms niet eens ontbijten. Dit is natuurlijk niet goed voor het gewicht.

Jongens Meisjes Jongens drinken ook meer frisdrank dan meisjes, en in de kleine pauze op school eten meisjes gezonder dan jongens. Meisjes eten ook meer gevarieerd fruit en eten in de week ook meer fruit dan jongens. Jongens snoepen vaker in de week dan meisjes en hebben ook meer percentage bij een snackdag. Allebei brengen de jongens en meisjes zelden een bezoek aan de snackbar en slapen ze allebei het meest aantal uren, namelijk 8-­‐10 uren.

22


Het grootste verschil is toch wel het percentage van het aantal uren dat de kinderen gamen en/of televisie kijken. Het aantal uren is bij jongens duidelijk meer dan bij meisjes.

Jongens Meisjes Ondanks dat de jongens meer snoepen en toch wel ongezonder eten dan meisjes, blijkt uit ons onderzoek dat het percentage van overgewicht bij meisjes groter is. En dat de jongens het hoogste percentage hebben voor een goed gewicht, maar dat er wel weer meer meisjes zijn met ondergewicht dan jongens.

Jongens Meisjes Dit zou kunnen doordat jongens een mannelijk lichaam hebben die veel eten en energie nodig heeft. En omdat ze vaak drie keer of vaker sporten in de week, sporten ze dit waarschijnlijk er wel weer af. Meisjes eten dan wel wat gezonder dan jongens, maar sporten wel minder.

23


Algemene resultaten Al onze resultaten van onze enquêtes hebben we verwerkt in Excel. Door middel van een aantal handige codes en handelingen waren wij in staat om hier een paar mooie cirkeldiagrammen van te maken. Op deze manier worden onze resultaten heel duidelijk en overzichtelijk afgebeeld. De resultaten zijn van alle kinderen samen. Stad en platteland. Vraag 1: In totaal hebben wij aan 67 kinderen (N=67) een enquête gegeven. In figuur 1 zie je de percentages van de verhouding jongen en meisje.

1 Jongens

49,25

50,75

2 Meisjes

Figuur 1. Percentage Jongens en meisjes. N=67

Vraag 2: Onze doelgroep was kinderen tussen de 10 en 12 jaar. In figuur 2 zie je de verhouding van de verschillende leeftijden.

22,39

23,88

1 10 jaar

2 11 jaar

53,73

12 jaar

3

Figuur 2. Percentage leeZijd. N=67

24


Vraag 3: Omdat sporten ook een groot onderdeel is van gezond leven en gezond blijven, kun je in Figuur 3 het percentage zien hoe vaak de kinderen sporten.

8,96 1 Niet

2 1x per week 3 2x per week 4 3x of vaker

19,40 56,72

14,93

Figuur 3. Percentage sporten. N=67

Vraag 4: Ontbijt schijnt de belangrijkste maaltijd van de dag te zijn. Daarom wilden we ook graag ontdekken hoe de kinderen ontbijten. Figuur 4 laat hiervoor de percentages zien. 4,48

4,48

2,99

8,96 1 Niet

2 Brood met beleg

3 Cornflakes

79,10

4

Crackertje

5

Andere manier

Figuur 4. Percentage manier van ontbijten. N=67

Vraag 5: Ook is drinken een grote invloed op je gezondheid. Figuur 5 laat zien wat de kinderen voornamelijk thuis drinken.

29,85

1 Frisdrank

49,25

2 Geen frisdrank

3 Beide

20,90

Figuur 5. Percentage drinken thuis. N=67 25


Vraag 6: Omdat er niet alleen thuis gegeten en gedronken wordt, maar ook op school, wilden wij weten wat de kinderen eten en drinken in de kleine pauze van school. Figuur 6 geeft dit aan.

14,93

4,48

1 Gezond

2 Ongezond 3 Beide

80,60

Figuur 6. Percentage drinken/eten in kleine pauze. N=67

Vraag 7/8: Fruit is erg gezond en vol met vitamines. Om te ontdekken hoeveel stukken fruit de kinderen kennen en eten hebben we dat dan ook gevraagd. Figuur 7 laat zien hoeveel stukken fruit ze kennen en Figuur 8 laat zien hoeveel fruit de kinderen eten. Geen

7,46 7,46

1

1 stk. fruit

13,43

2

2 stk. fruit

3

13,43

3 stk. fruit

25,37

4

4 stk. fuit

5

16,42

5 stk. fruit

11,94

6

6 of meer

7

Figuur 7. Percentage aantal stukken fruit. N= 67

4,55 3,03 1 Niet

27,27

2 1x per week

3 3x per week of 37,88 19,70

vaker

4

1x per dag 5 2x per dag of meer

Figuur 8. Percentage gegeten fruit. N= 66

26


Vraag 9/10: Deze vraag is het hetzelfde als met fruit, alleen is fruit gezond en snoepen natuurlijk niet. Figuur 9 verteld het percentage van hoeveel soorten snoep er wordt gegeten, en Figuur 10 geeft het percentage van hoe vaak er wordt gesnoept. 5,97

2,99

0,00 2,99

1 Niks

2 1 soort

8,96 47,76

3 2 soorten

4 3 soorten

5 4 soorten

34,33

6 5 soorten

7 6 soorten

Figuur 9. Percentage snoepsoorten. N= 67

4,48

29,85 37,31

1 Niet

2 1x per dag

3 2x of meer per dag 4 Paar keer per week

28,36

Figuur 10. Percentage snoepen. N= 67 Vraag 11: Vaak zie je ook dat kinderen op een vaste dag in de week, patat of andere lekkere snacks eten. Om te kijken of dit ook het geval is, hebben wij de kinderen hierna gevraagd. Figuur 11 geeft de percentages weer.

49,25 50,75

1 Nee 2

Ja

Figuur 11. Percentage snackdag. N= 67

27


Vraag 12: Naast een vaste snack dag thuis te hebben, kunnen de kinderen natuurlijk ook nog altijd een snackbar bezoeken. Ook hierna hebben wij gevraagd en Figuur 12 geeft de percentages weer. 1 Zelden

31,82

2 Vaker dan 1x per 54,55

week

3

1x per week 1x per maand

4

13,64 0,00

Figuur 12. Percentage snackbar bezoek. N= 66

Vraag 13: Goed slapen zorgt ervoor dat je goed kunt presteren op de dag. Daarom hebben gevraagd hoeveel uren de kinderen ongeveer per nacht slapen. Figuur 13 geeft dit weer. 4,62

1 8 -­‐ 10 uren

18,46

2 6 -­‐ 8 uren 3 4 -­‐ 6 uren

76,92

Figuur 13. Percentage slaap in uren. N= 65

Vraag 14: Figuur 14 laat zien hoe vaak kinderen eten kopen van hun eigen zakgeld.

26,56 4,69

1 Nee, nooit 68,75

Ja, vaak 2 Ja, af en 3 toe

Figuur 14. Percentage eten kopen van zakgeld. N= 64 28


Vraag 15: Het tegenovergestelde van sporten in natuurlijk luieren. Vaak gaan de kinderen dat televisie kijken of gamen. Maar hoeveel uren doen ze dit dan per dag? Figuur 15 geeft het percentage weer van de resultaten uit onze enquête. 10,77 9,23

1 Nee, ik doe dit niet

2 4-­‐6 uren per dag 56,92

21,54

3 2-­‐4 uren per dag

4 0-­‐2 uren per dag

Figuur 15. Percentage gamen/televisie kijken. N= 65 Vraag 16: Uiteindelijk gaat het ons natuurlijk om het gewicht van de kinderen. En daarom is het ook wel handig om te weten hoeveel kinderen ondergewicht, overgewicht of een goed gewicht hebben. Figuur 16 geeft de percentages weer van de BMI gemiddelden.

11,94 10,45 1 Ondergewicht

2 Goed gewicht Overgewicht

3 77,61

Figuur 16. Percentage BMI. N= 67

29


Conclusie Hoofdvraag: Welke externe factoren veroorzaken overgewicht bij kinderen tussen de 10 en 12 jaar in Friesland?

Omdat we de eerste vier hoofdstukken door middel van literatuur hebben beantwoord, waren dezen makkelijker te maken en te verwerken. We hebben ontdekt dat een gezonde leefstijl en goed sporten een positief effect hebben op het gewicht van kinderen. Natuurlijk wisten wij al dat goed eten en sporten de ideale combinatie was voor een goede gezondheid. Verder hebben wij niet iets buitengewoons ontdekt wat zou kunnen helpen bij het gewicht van een kind. Wel hebben wij ontdekt dat reclames en winkels een negatief effect op kinderen hebben, wat wij nog niet wisten. Mooie slanke modellen laten kinderen onzeker voelen, terwijl daar tegenover veel reclame wordt gemaakt voor ongezond eten. MC Donalds en KFC maken constant reclames voor hun nieuwste burgers en hoe goedkoop die wel niet zijn. Vooral voor kinderen die in de buurt van dit soort filialen wonen, is dat niet handig. Door die reclames gaan ze of te weinig eten, of juist te veel. Ondergewicht en overgewicht kunnen hierdoor de gevolgen zijn. Ook hebben we ontdekt dat het feit dat kinderen gevoelig zijn voor overgewicht, meestal genetisch bepaald is. Wanneer ook maar één van de ouders te zwaar is, wordt dit overgegeven op de nakomelingen. Dezen hebben meer vetcellen in hun lichaam en voor deze kinderen is het dan ook moeilijker om af te vallen. Want de verbranden het vet wel, alleen de hoeveelheid vetcellen blijft er. Als ouders van een kind met overgewicht moet je ze helpen. Een kind is vaak minder bewust van zijn lichaam en gezondheid dan de ouders. Ouders moeten hun kinderen op een sport zetten, en er goed op letten wat het kind allemaal eet. Maar als ouder figuur moet je niet alleen je kind aanpassen, maar ook jezelf. Meestal ligt het aan de ouders wanneer een kind overgewicht heeft. Zoals in het stukje hierboven omschreven hebben wij ontdekt dat overgewicht erfelijk is. De ouders zouden dan eerst zelf een goed gewicht en een goede gezondheid moeten hebben, voordat ze kinderen op de wereld zetten. En wanneer die kinderen er al zijn, moeten ze goed op hun eigen eetpatroon letten. Want wat de ouders eten, mogen de kinderen natuurlijk ook. De ouders moeten het goede voorbeeld geven, zodat het kind die voorbeelden kan volgen. Ook is het handig om professionele hulp in te schakelen wanneer een kind echt aan overgewicht lijdt. Aangezien overgewicht kan lijden tot verschillende ziektes, is dat helemaal geen slecht idee. Een kind is zeer beïnvloedbaar. Niet alleen de ouders hebben een grote invloed op het kind, maar ook leeftijdsgenoten en scholen hebben een grote invloed. Scholen zouden daarom moeten helpen met het bewust maken van het kind, dat sporten en gezond eten heel belangrijk is. De scholen zouden bijvoorbeeld voorlichtingen kunnen geven over gezond eten en sporten, en de gevolgen van overgewicht. Ook zouden ze regels in kunnen voeren. Een goede regel zou bijvoorbeeld zijn dat er geen snoep meer in de pauzes meegenomen mag worden. En al kun je kinderen niet verplichten om fruit mee te nemen naar school, je kan ze wel duidelijk maken dat het erg belangrijk is dat kinderen iedere dag fruit eten. Wat ons opgevallen is, is dat de kinderen uit de stad minder gezond leven dan de kinderen uit het platteland. De redenen die opvallen zijn dat de kinderen uit de stad minder vaak sporten dan de kinderen uit het platteland. Dit komt misschien omdat de kinderen uit de dorpen verder en vaker moeten fietsen om bij hun school te komen. Wat ook opvalt is dat van beide scholen, de helft van de kinderen wel een vaste snack dag in de week heeft. Dit is dan misschien geen verschil, maar toch zeker niet gezond en ook zeker niet verstandig van de ouders.

30


Meer kinderen uit de stad drinken thuis frisdrank. Dit zit vol met suikers en is dan ook onverstandig om aan kinderen te geven. Als laatste valt nog op dat de kinderen uit de stad vaker eten kopen van hun eigen zakgeld. Waarschijnlijk komt dit dus omdat er zoveel filialen in de stad zijn die eten verkopen. En al het ongezonde eten is vaak ook het goedkoopst. Het verschil tussen jongens en meisjes is eigenlijk wat er altijd gebeurd. Het oneerlijke principe dat de jongens vaker ongezond eten dan de meisjes, maar dat de meisjes over het algemeen een zwaarder gewicht hebben dan de jongens. Het enige verschil is dan nog wel dat de jongens vaker sporten dan de meisjes, alleen weten we niet wat voor sporten dit zijn. Dit maakt het lastig om de resultaten te vergelijken.

31


Discussie Controle van de hypotheses. Controle hypothese hoofdstuk 1: Wij veronderstelden dan ouders voor een positief effect kunnen zorgen, omdat kinderen gewoontes overnemen van hun ouders. Na het behandelen van deze deelvraag hebben wij ontdekt dat Controle hypothese hoofdstuk 2: Wij veronderstelden dat onder andere reclame een negatief effect heeft op kinderen, omdat zij meestal ongezond voedsel promoten. Na het behandelen van deze deelvraag hebben wij ontdekt dat dit niet altijd het geval is, omdat er ook veel reclames zijn voor gezond eten, buiten spelen, afvallen en sporten. Daarom moeten wij onze hypothese verwerpen. Een betere hypothese zou zijn: “wij veronderstellen dat gamen, televisie kijken en leeftijdsgenoten in een combinatie met weinig slaap een negatief effect heeft op de gezondheid van een kind.” Omdat wij hier na het onderzoek achter gekomen zijn, hebben wij deze hypothese kunnen afleiden aan de hand van de resultaten, en niet geheel eerlijk zelf bedacht. Controle hypothese hoofdstuk 3: Wij veronderstelden dat sporten ervoor kan zorgen dat een kind niet aan overgewicht lijdt, omdat een kind meer calorieën verbrandt met bewegen. Uit ons onderzoek is dit ook gebleken. Het blijkt dat de kinderen die aangeven meer dan 3x per week te sporten, een gezonder gewicht hebben. Onze hypothese is dus waar. Controle hypothese hoofdstuk 4: Wij veronderstelden dat scholen in de pauze fruit kunnen aanbevelen aan kinderen, omdat fruit gezond en goed voor je is. Na onderzoek hebben wij meerdere opties gevonden, maar fruit aanbieden is nog altijd een goed idee. Gelukkig blijkt uit de resultaten dat veel kinderen al inderdaad fruit meenemen, maar dan ik combinatie met koekjes of limonade. Wat weer niet gezond is. Daarom zou de school niet alleen aandacht aan fruit moeten besteden, maar ook aan andere opties voor gezond eten in de pauze. Onze hypothese klopt dus wel, maar is niet heel sterk. Controle hypothese hoofdstuk 5: Wij veronderstelden dat kinderen uit de stad een minder goede gezondheid hebben dan kinderen uit het dorp. Dit dachten wij omdat er in de stad meer snackbars en supermarkten zijn om ongezond eten te kopen. Uit de resultaten blijkt dat dit inderdaad het geval is. Kinderen uit de stad blijken meer onder-­‐ en overgewicht te hebben. Ook eten en drinken ze vaker ongezond en sporten ze minder. Waarom dit het geval is, weten we niet. Misschien omdat kinderen uit dorpen vaker en langer moeten fietsen, en minder snackbars in de buurt hebben. Ondanks dat de rede niet heel duidelijk is geworden, blijkt onze hypothese wel juist te zijn. Controle hypothese hoofdstuk 6: Wij veronderstelden dan jongens meer en intensiever sporten dan meisjes, omdat jongens meestal op een sport zitten en fanatieker zijn. Jongens hebben meer voeding nodig, omdat zij een andere lichaamsbouw hebben dan meisjes. Uit onderzoek blijkt dat ook deze hypothese juist blijkt te zijn. Wanneer we naar de resultaten kijken van de BMI uitslagen, blijkt dat de meeste jongens een goed gewicht hebben, en in tegenstelling tot de meisjes zijn er minder jongens met onder-­‐ en overgewicht. De jongens blijken wel langer te gamen op een dan dag de meisjes, maar sporten ook vaker in de week. Dit houdt het gewicht van de jongens weer in evenwicht. De hypothese klopt dus.

32


Controle hypothese hoofdvraag: Onze onderzoeksvraag luidde als volgt: Welke externe factoren veroorzaken overgewicht bij kinderen tussen de 8 en 12 jaar in Friesland? Wij veronderstelden als antwoord dat ouders, leeftijdsgenoten en de omgeving van een kind invloed hebben op het veroorzaken van overgewicht bij kinderen tussen de 10 en 12 jaar in Friesland, omdat de kinderen met die invloeden te maken hebben. De ouders voeden de kinderen op, dus zijn ze een externe factor op hun kinderen. Kinderen zijn vaak met leeftijdsgenoten, bijvoorbeeld op school of een sportclub, dus ze nemen gedrag en/of gewoontes van elkaar over. De omgeving van kinderen kan ook een externe factor zijn, omdat kinderen daarin leven. Onze hypothese blijkt uiteindelijk wel te kloppen. Of leeftijdsgenoten een grote invloed hebben, hebben we niet kunnen ontdekken. Sommige kinderen hebben een vaste snack dag, of kennen te weinig fruitsoorten, drinken en eten te ongezond, sporten te weinig, kopen eten van hun eigen zakgeld en slapen soms te kort. Al deze redenen kunnen onder invloed zijn van vooral ouders en leeftijdsgenoten. En de omgeving speelt natuurlijk ook een grote rol. Als een kind in een rijke omgeving opgroeit in Nederland, hebben de ouders meer geld voor gezond eten. Wanneer een kind in een armere omgeving opgroeit, zal het goedkope en ongezondere eten gekocht worden. Onze hypothese klopt dus. Foutenanalyse en opmerkingen In het begin liep het goed. We hadden een groepje gevormd. Een onderwerp hadden we al vrij snel bedacht. Ieder van ons had veel ideeën. Daarna hebben we gezamenlijk voor één onderwerp gekozen. Hierna hebben we ons plan uitgewerkt. In het nieuwe schooljaar begon het minder goed. We hadden geen begeleider en ons onderwerp was te breed. Daarom moesten we veel dingen wijzigen van onze plan van aanpak. We hadden moeite met de hoofdvraag bedenken. Dat heeft ons veel tijd gekost. Nadat we een goede hoofdvraag hadden geformuleerd konden we verder. Maar toen bleven we al snel hangen bij de deelvragen. Hier hebben we tot op het laatste moment tijd aan besteed. Het samenwerken ging in het begin niet goed. Dat werd in de loop van de tijd beter. Het onderzoek hebben we gehouden op donderdag 20 november. We zijn langs geweest bij twee scholen. De enquête afnemen ging goed, maar we hadden beter moeten controleren of alle kinderen wel alle vragen hadden ingevuld. Ook hadden we het eerder dan 20 november moeten afnemen. Dit kon helaas niet, omdat we op de eerste pws-­‐dag kennis maakte met onze nieuwe begeleider. Het uitwerken van de resultaten van de enquêtes had eerder gemoeten. Dan hadden we eerder de deelvragen kunnen beantwoorden. Ideeën voor een vervolgonderzoek Wij hebben ons onderzoek op kleinschalig niveau aangepakt. Voor een vervolgonderzoek zou je meerder scholen uit dorpen en steden kunnen bezoeken. Dit kunnen meerdere steden zijn of dorpen die op verschillende plaatsen liggen. Ook zou je de enquête uitgebreider kunnen maken. In ons plan van aanpak stond ook nog een interview voor een diëtist, dit had ook nog een vervolgonderzoek kunnen zijn.

33


Literatuurlijst Hoofdstuk 1: Wat voor positief effect hebben externe factoren op kinderen? • Bron 1 http://www.encyclo.nl/begrip/externe%20factoren%20van%20hardlopen • Bron 2 http://www.jeugdsportfonds.nl/56/dit_doen_we • Bron 3 https://www.borstvoeding.com/artikelen/voorjebegint/motivatie/ 10reden.html#more • Bron 4 http://www.gezondheidsplein.nl/dossiers/overgewicht-­‐en-­‐obesitas/bewegen-­‐ en-­‐overgewicht-­‐zorg-­‐voor-­‐voldoende-­‐beweging/item43090 • Bron 5 http://www.jmouders.nl/school/contact-­‐met-­‐school/eten-­‐en-­‐drinken-­‐op-­‐ school • Bron 6 http://www.buitenspeeldag.nl/partners • Bron 7 http://www.healthylives.nl/nieuws/overgewicht-­‐kinderen-­‐grote-­‐rol-­‐ouders • Bron 8 http://www.cm.nl/nieuws/smsjes-­‐effectief-­‐in-­‐behandeling-­‐overgewicht-­‐ kinderen

Hoofdstuk 2: Wat voor negatief effect hebben externe factoren op kinderen? • Bron 9 https://www.borstvoeding.com/aanverwant/overgewicht/borstvoeding-­‐en-­‐ obesitas-­‐hoe-­‐zit-­‐het-­‐nu.html • Bron 10 http://www.nji.nl/Overgewicht-­‐Probleemschets-­‐Risicofactoren • Bron 11 http://missnatural.nl/overgewicht-­‐bij-­‐kinderen-­‐oorzaak-­‐en-­‐gevolg/ • Bron 12 http://www.mijnkinderarts.nl/ziekten/overgewicht-­‐obesitas/overgewicht-­‐ obesitas.htm • Bron 13 https://www.borstvoeding.com/aanverwant/alcohol/alcohol.html • Bron 14 http://www.frieslandcampina.com/nederlands/sustainability/cases/advertising-­‐and-­‐ obesity.aspx • Bron 15 http://www.healthylives.nl/nieuws/overgewicht-­‐kinderen-­‐grote-­‐rol-­‐ouders Hoofdstuk 3: Hoe kun je zelf ervoor zorgen dat een kind niet aan overgewicht lijdt? • Bron 16 http://www.amgsschiedam.nl/ • Bron 17 http://www.opvoedadvies.nl/gewicht.htm • Bron 18 http://www.gezondheidsplein.nl/dossiers/overgewicht-­‐en-­‐ obesitas/kinderen-­‐en-­‐overgewicht/item43092 • Bron 19 http://www.consumentenbond.nl/test/voeding-­‐gezondheid/dieet-­‐ afvallen/dieten/extra/kind-­‐te-­‐dik/#item2 Hoofdstuk 4: Hoe kunnen scholen ervoor zorgen dat een kind niet aan overgewicht lijdt? • Bron 20 http://educatie-­‐en-­‐school.infonu.nl/diversen/75264-­‐overgewicht-­‐bij-­‐ kinderen.html • Bron 21 http://www.gavoorgezond.nl/

Bron 22 http://www.schoolontbijt.nl/

34


Slotwoord Wij vonden de uitdaging om dit profielwerkstuk te maken leuk. Allemaal hebben we hieruit veel geleerd. Het leukste was om langs de scholen te gaan en de enquête af te nemen. Je verzint je eigen onderzoek wat een hele uitdaging vormt. In het begin lagen wij niet op één lijn en hadden we meerdere problemen. Maar gelukkig is het daarna goed gekomen. We zijn goed aan de slag geweest en hebben onze uren goed besteed naar onze mening. Met dit profielwerkstuk vinden wij dat we ons bewezen hebben en hebben laten zien wat we kunnen. Ook al hebben we ups en downs gehad tijdens het maken van dit profielwerkstuk, toch zijn we trots op het eindresultaat.

35


Bijlages

Enquête Overgewicht bij kinderen. Bedankt voor het meedoen met onze enquête! Probeer de vragen zo eerlijk mogelijk te beantwoorden. De enquêtes zullen anoniem blijven, we hebben dus geen naam van je nodig en de informatie zullen we gebruiken voor ons eigen onderzoek. We hebben besloten om in groepjes van tweetallen naar verschillende basisscholen te gaan. Op dit moment hebben we al 2 basisscholen kunnen regelen. Dit vinden we nog niet genoeg want we willen zoveel mogelijk resultaten zien te krijgen. Met meer scholen contact leggen is dan ook nog één van onze taken die we nog moeten doen. Per school kunnen we hopelijk bij meerdere klassen een enquête houden, op deze manier kunnen we aan meer resultaten komen met minder scholen. Het plan is een beetje dat 1 van ons de kinderen gaat helpen bij de vragen, en de ander zal op een ander plekje buiten de klas staan wachten. Hier kunnen de kinderen hun gemaakte enquête inleveren en vervolgens kunnen we dan meteen hun lengte en gewicht verkrijgen. Dit doen we pas aan het einde zodat de kinderen niet bij elkaar hun gewicht kunnen aflezen. Ook zal degene die in de klas is ervoor moeten zorgen dat maar één kind per keer de klas uit mag om hun enquête in te leveren. Ook dit is een voorzorgsmaatregel zodat anderen hun gewicht niet komen te weten. We nemen een weegschaal mee van thuis, en hopelijk kunnen we een meetlat van onze school lenen om de lengte van de kinderen op te meten. Eenmaal op school zullen we onze resultaten met elkaar vergelijken en uiteindelijk tot een conclusie komen. We kijken of onze verwachting kloppen en verwerken de resultaten in ons onderzoek. o Jongen o Meisje

Leeftijd………………………..

1. Hoe vaak sport je per week? o Niet o 1x per week o 2x per week o 3x of vaker Dit willen wij weten om te kijken hoe sportief de kinderen zijn. 2. Hoe ontbijt je? o Brood met beleg o Cornflakes o Crackertje 36


o Niet o Anders, namelijk………………………………… Dit willen we weten omdat ontbijt de belangrijkste maaltijd van de dag is, en het heel belangrijk is dat je goed ontbijt. 3. Wat drink je thuis? Regelmatig/ Thee Melk Cola Appelsap Energie drink Karnemelk Sinaasappelsap Limonade 7up/sinas

O O O O O O O O O

Af en toe/ O O O O O O O O O

Zelden/ O O O O O O O O O

Nooit O O O O O O O O O

Op deze manier kunnen we het drinkpatroon van een kind bekijken. We zouden er een punten schema bij kunnen maken en op die manier rangschikken hoe gezond of ongezond een kind drinkt.

4. Wat eet of drink je in de kleine school pauze? (Mag meerdere keuzes aankruisen) Regelmatig/ Fruit Koekjes Broodje Appelsap Energie drink (Karne)melk Water Snoepjes Ontbijtkoek

O O O O O O O O O

Af en toe/ O O O O O O O O O

Zelden/ O O O O O O O O O

Nooit O O O O O O O O O

Dit willen wij weten om dit later te kunnen vergelijken. Misschien zit er een verband tussen de kinderen met overgewicht en het eten wat zij van hun ouders mee naar school krijgen. Ook kunnen wij de school informeren wanneer blijkt dat de kinderen niet goed eten in de pauzes. Dan kan de school dit misschien aanpakken.

37


5. Welk fruit eet je? Regelmatig/

Af en toe/

Zelden/

Appel O O O Peer O O O Sinaasappel O O O Kiwi O O O Mango O O O Druiven O O O Banaan O O O Avocado O O O Nectarine O O O Mandarijn O O O Perzik O O O Anders, namelijk________________________________

Nooit O O O O O O O O O O O

Met deze vraag kunnen wij ontdekken of de kinderen wel genoeg fruit eten, en of ze ook veel verschillend fruit eten. Wie weet kennen de kinderen een bepaald fruit soort helemaal niet. Dit kun je dan altijd doorgeven aan de ouders. 6. Hoe vaak eet je fruit? o Niet o 1x per week, namelijk……………………………… o 3x per week of meer, namelijk…………………… o 1x per dag, namelijk……………………………….. o 2x per dag of meer, namelijk…………………….. We willen kijken hoe gezond kinderen eten, en volgens het voedingscentrum is 2 stukken fruit gezond en goed voor je. Ook zouden dit 2 verschillende stukken fruit moeten zijn. En vaak komen mensen niet eens aan 1 stuk fruit per dag toe. Daarom willen we dit weten en kunnen we de school ook informeren. Ze zouden bijvoorbeeld een regel kunnen instellen dat kinderen fruit in de pauze moeten eten of dat snoep of ander ongezond spul niet meer mag. 7. Welke snoepsoorten eet je graag? O Skittles O Chips O Fruitgums O Chocolaatjes O Dropjes Anders namelijk……………………………………..

Dit is puur om te kijken of de kinderen houden van snoep, en vraag 8 vertelt ons dan weer hoevaak ze dit snoepgoed eten. 38


8. Hoe vaak snoep je? (kleine snoepjes, ongezonde koekjes, chocola etc.) o 2x of meer per dag, namelijk…………. o 1x per dag o Paar keer per week, namelijk……… o Niet Misschien zit er een verband van weinig sporten en juist veel snoepen. We kunnen zo ook zien of de ouders hun kinderen veel snoep geven. De school zou, indien veel kinderen vaak snoepen, een briefje aan de ouders mee kunnen geven of iets dergelijks. 9. Is er een dag in de week dat je standaard Pizza/Patat/Gefrituurd/Pasta eet? o Nee o Ja, namelijk (De dag en wat je dan eet)…………………………………… Vaak zie je dat mensen een vaste snack dag hebben. bijvoorbeeld op de vrijdagavond. Ouders hebben een grote invloed op dit onderwerp. Ook deze vraag zou de school kunnen helpen bij de gezondheid van de kinderen. 10. Ga je vaak naar iets van een snackbar of dergelijke? Bijvoorbeeld met je ouders, of met vrienden? (Mc, Donalds, Subway, La Plaza, lokale snackbar?) o Vaker dan 1x per week, want………………………………………………… o 1x per week o 1x per maand o Zelden, want……………………………………………………………………… 11.

Hoeveel uren slaap je ongeveer per nacht? O 8-10 uren O 6-8 uren O 4-6 uren

Dit willen wij weten omdat slaap een belangrijke rol voor je gezondheid is. Wanneer je weinig slaapt, ben je automatisch de volgende dag moe en probeer je meer energie te krijgen door meer te eten. 12. Koop je van je zakgeld wel eens wat eten? O ja, vaak O ja, af en toe O nee, nooit

39


Dit is om te kijken of kinderen zelf ook eten halen van hun eigen geld, misschien zonder dat ouders dit weten. 13. O O O O

Ben je veel aan het gamen of televisie kijken thuis? Ja, ongeveer 4-6 uren per dag Ja, ongeveer 2-4 uren per dag Ja, ongeveer 0-2 uren per dag Nee, ik doe dit niet.

Er blijken kinderen te zijn die zelfs 6 uren per dag televisie kijken. Daarom leek het ons handig om te kijken hoelang kinderen tegenwoordig bezig zijn met dingen als televisie kijken en gamen. Dingen die totaal niet gezond zijn voor een kind. ___________________________________________________________________________ Na het invullen van de vragen kun je je blaadje bij 1 van ons inleveren. Als je wilt, zouden we graag nog even je gewicht willen wegen en je lengte willen meten. Dit zal hoe dan ook anoniem blijven. Niemand van je klasgenoten gaat hier achter komen en omdat we je naam niet nodig hebben zal niemand er ook achter kunnen komen dat deze informatie van jou is! We doen dit als extra stukje zodat de kinderen eerst naar ons toe moeten komen. Wanneer we hun gewicht en lengte weten nemen we het blaadje ook meteen mee zodat andere kinderen het niet zullen zien. 14.

Gewicht:…………………………….Kg Lengte……………...………………..M

40


Logboeken Ytje Ma 23/6 Di 24/6 Wo 25/6 Do 26/6

. .. … …. ….. …… ……. Uren Totaal Introductie bij van Hall, Voorlichting, brainstormen over onderwerp. 3,5 3,5 Hoofdvraag en deelvragen bedacht/uitgewerkt, Voorblad en inleiding. 4,5 8 Workshops, opstellen enquête/interview. Woordenwolken verwerkt. 3 11 Alle gegevens bij elkaar gezet voor plan van aanpak. Alles ingeleverd. 4,5 15,5

Ytje Ma 8/9 Di 9/9 Wo 10/9 Do 11/9 Vr 12/9 Za 13/9 Zo 14/9

.

..

….

Ytje Ma 15/9 Di 16/9 Wo 17/9 PWS-­‐dag Do 18/9 Vr 19/9 Za 20/9 Zo 21/9 Ytje Ma 22/9 Di 23/9 Wo 24/9 Do 25/9 Vr 26/9 Za 27/9 Zo 28/9

…..

……

…….

Uren

Totaal

Begin van d e planner pws gemaakt.

.

…..

……

…….

Uren

Totaal

Enquête gemaakt(Groep) nieuwe hoofd-­‐ en deelvragen bedacht(Groep) Enquête aangepast, Hypothese en inleiding veranderd(Met Sita) In het rood uitleg gezet onder de enquête(Met Britt)

..

….

Kennis gemaakt Plan van aanpak a angepast, met begeleidster,

10

17,5

27,5

.

..

….

…..

……

…….

Uren

Totaal

Planning a fgemaakt. Logboek gemaakt.

2,5 2

41

2

30 32


Ytje Ma 3/11 Di 4/11 Wo 5/11 Do 6/11 Vr 7/11 Za 8/11 Zo 9/11

.

….

…..

……

Plan van aanpak beoordelingsmoment verbeterd n.a.v. 1

…….

Uren

Logboeken verdeeld p.p., Opzet onderzoek, verslag, PVA, enquête. .

Ytje Ma 17/11 Di 18/11 Wo 19/11 Do 20/11 Vr 21/11 Za 22/11 Zo 23/11

Ytje Do 01/1 Vr 02/1 Za 03/1 Zo 04/1

..

..

…….

Uren

Naar oude basisschool geweest voor de e nquête

4

….

…..

3 4

……

Totaal

. Deelvragen bedenken en informatie opzoeken Begin deelvraag

..

….

…..

……

35 39

Totaal

43

……. Uren Totaal 4 47 1,5 48,5

Ytje Ma 12/1 Di 13/1 Wo 14/1 Do 15/1 Vr 16/1 Za 17/1 Zo 18/1

.

..

….

…..

……

…….

Uren

Totaal

Resultaten van enquête in excel verwerkt

5

53,5

Deelvraag behandeld. 'verschil stad en dorp'

4

57,5

Ytje Ma 19/1 Di 20/1 Wo 21/1 Do 22/1 Vr 23/1

. .. … …. ….. …… ……. Uren Totaal De codes van de enquête resultaten verwerkt in excel, + diagrammen 3 60,5 Diagrammen afgemaakt, PWS verslag verbeterd, deelvraag verbeterd. 7 67,5 Begin van het verslag gemaakt 2 69,5 Hele dag aan het afmaken van PWS gewerkt 8 77,5

42


Cindy Ma 23/6 Di 24/6 Wo 25/6 Do 26/6

. .. … …. ….. …… ……. Uren Totaal Introductie bij van Hall, Voorlichting, brainstormen over onderwerp. 3,5 3,5 Hoofdvraag en deelvragen bedacht/uitgewerkt, toekomstverwachtingen 4,5 8 Workshops, gegevens verwerkt in excel, boekenlijst/interview gemaakt. 3 11 Sites opgezocht en map op orde gemaakt. Alles ingeleverd. 4,5 15,5

Cindy Ma 15/9 Di 16/9 Wo 17/9 PWS-­‐dag Do 18/9 Vr 19/9 Za 20/9 Zo 21/9

.

..

….

…..

……

…….

Uren

Totaal

informatie gezocht over de invloeden op overgewicht bij kinderen. Verpleegkundige gemaild(Met Britt),Enquête vragen bedacht(Groep) Deelvragen bedacht (Groep)

Cindy Ma 22/9 Di 23/9 Wo 24/9 Do 25/9 Vr 26/9

.

..

….

…..

……

…….

Uren

Totaal

Naar oude basisschool toegeweest

1,5

Totaal

Kennis gemaakt met begeleidster.

10

25,5

Cindy Ma 17/11 Di 18/11 Wo 19/11 Do 20/11 Vr 21/11

.

..

….

…..

……

…….

Uren

pws dag

10

Cindy Do 01/1 Vr 02/1 Za 03/1 Zo 04/1

. Deelvragen bedenken en informatie zoeken Begin deelvraag

43

..

….

…..

……

27

37

……. Uren Totaal 4 41 2 43


Cindy Ma 12/1 Di 13/1 Wo 14/1 Do 15/1 Vr 16/1 Za 17/1 Zo 18/1

.

Cindy Ma 19/1 Di 20/1 Wo 21/1 Do 22/1 Vr 23/1

..

….

…..

……

…….

Uren

resultaten verwerken in excel

5

48

deelvraag b eantwoorden

4,5

52,5

. .. … …. ….. deelvraag beantwoorden Conclusies maken Begin discussie maken Hele dag aan het afmaken van PWS gewerkt

……

…….

Uren

44

Totaal

6 2,5 2,5 8

Totaal 58,5 61 63,5 71,5


Britt Ma 23/6 Di 24/6 Wo 25/6 Do 26/6

. .. … …. ….. …… ……. Introductie bij van Hall, Voorlichting, brainstormen over onderwerp. Hoofdvraag en deelvragen bedacht/uitgewerkt, Woordenwolken maken. Workshops, verwerking van bronnen, artikelen gezocht en enquête. Sites gezocht en nummer van basisscholen. Alles ingeleverd.

Uren Totaal 3,5 3,5 4,5 8 3 11 4,5 15,5

Britt Ma 15/9 Di 16/9 Wo 17/9 PWS-­‐dag Do 18/9 Vr 19/9

.

..

….

…..

……

…….

Uren

Totaal

Nieuwe hoofd-­‐ en deelvragen bedacht.(Groep) Gezocht op internet naar onderzoeken over overgewicht bij kinderen. Enquête afgemaakt en uitleg in het rood eronder gezet.(Met Ytje)

Kennis gemaakt met begeleidster,

10

25,5

.

..

….

…..

……

…….

Uren

Totaal

Britt Ma 3/11 Di 4/11 Wo 5/11 Do 6/11 Vr 7/11

Commentaar stukje g eschreven voor beoordelingsmoment 2

1

…..

……

…….

Uren

Totaal

Enquête school Lwd en BMI Berekend

4

….

.

Britt Ma 17/11 Di 18/11 Wo 19/11 Do 20/11 Vr 21/11 Britt Do 01/1 Vr 02/1 Za 03/1 Zo 04/1

..

. Deelvragen bedenken en informatie zoeken Begin deelvraag

45

26,5

..

….

…..

……

30,5

……. Uren Totaal 4 34,5 3 37,5


Britt Ma 12/1 Di 13/1 Wo 14/1 Do 15/1 Vr 16/1 Za 17/1 Zo 18/1 Britt Ma 19/1 Di 20/1 Wo 21/1 Do 22/1 Vr 23/1 Za 24/1 Zo 25/1

.

..

……

…….

Uren

Resultaten van enquête in excel verwerkt

.

Uren

..

….

…..

5

….

…..

……

…….

Hele dag a an het afmaken van P WS gewerkt

5

Deelvragen beantwoorden Deelvragen beantwoorden

46

Totaal

42,5

Totaal 2,5 2,5

45 47,5 52,5


Sita Ma 23/6 Di 24/6 Wo 25/6 Do 26/6

. .. … …. ….. …… ……. Uren Totaal Introductie bij van Hall, Voorlichting, brainstormen over onderwerp. 3,5 3,5 Hoofdvraag en deelvragen bedacht/uitgewerkt, Logboek en kort verslag. 4,5 8 Workshops, logboek gemaakt, lijst van diëtist(en) in computer gezet. 3 11 Kort verslag afmaken en map in orde gemaakt. Alles ingeleverd. 4,5 15,5

Sita Ma 15/9 Di 16/9 Wo 17/9 PWS-­‐dag Do 18/9 Vr 19/9

.

..

….

…..

……

…….

Uren

Totaal

Kennis gemaakt gezocht over overgewicht. met begeleidster,Informatie

Enquête vragen bedacht(Groep) Deelvragen bedacht (Groep) Interview vragen bedacht, inleiding en hypothese aangepast (Met Ytje)

….

…..

……

…….

Uren

10

25,5

Sita Ma 17/11 Di 18/11 Wo 19/11 Do 20/11 Vr 21/11

.

Naar basisscholen geweest voor de enquête's

10

Sita Do 01/1 Vr 02/1 Za 03/1 Zo 04/1

..

. Deelvraag bedenken en informatie opzoeken Begin deelvraag en informatie opzoeken

..

….

…..

……

Totaal

35,5

……. Uren Totaal 4 39,5 4,5 44

Sita Ma 12/1 Di 13/1 Wo 14/1 Do 15/1 Vr 16/1 Za 17/1 Zo 18/1

.

..

…..

……

…….

Uren

Resultaten enquête i n excel gezet

5

….

47

Totaal

49


Sita Ma 19/1 Di 20/1 Wo 21/1 Do 22/1 Vr 23/1

. .. … …. ….. Deelvragen uitwerken Deelvragen uitwerken Literatuurlijst maken Hele dag aan het afmaken van PWS gewerkt

……

…….

Uren

48

4 4,5 4,5 8

Totaal 53 57,5 62 70


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.