Rsg magister alvinus pws therapiehond rosanne baarda

Page 1

DE EFFECTEN VAN EEN THERAPIEHOND

Rosanne Baarda Profielwerkstuk Biologie 30-11-2014


INHOUD Samenvatting .......................................................................................................................................................... 3 Voorwoord .............................................................................................................................................................. 4 Reden voor kiezen onderwerp ............................................................................................................................ 4 Hoofdvraag en deelvragen .................................................................................................................................. 4 Onderzoeksvraag ................................................................................................................................................ 4 Hypothese ........................................................................................................................................................... 4 Bekende Gegevens .................................................................................................................................................. 5 Het ontstaan........................................................................................................................................................ 5 Effect van dieren op gezondheid ........................................................................................................................ 6 Dementie ............................................................................................................................................................. 8 Inschakelen van een therapiehond ..................................................................................................................... 9 Soorten therapievormen ................................................................................................................................... 11 Opleiding van een therapiehond....................................................................................................................... 13 Methode ............................................................................................................................................................... 15 Observatie ......................................................................................................................................................... 15 De therapie........................................................................................................................................................ 15 Het observeren.................................................................................................................................................. 17 Schaalverdeling ................................................................................................................................................. 18 Materiaal ............................................................................................................................................................... 19 Benodigdheden ................................................................................................................................................. 19 CliĂŤnten ............................................................................................................................................................. 19 Resultaten ............................................................................................................................................................. 20 Mw. B. (1) .......................................................................................................................................................... 20 Mw. V. (2) .......................................................................................................................................................... 21 Dhr. J. (3) ........................................................................................................................................................... 22 Verklaring resultaten............................................................................................................................................. 23 Conclusie ............................................................................................................................................................... 25 Discussie ................................................................................................................................................................ 26 Bronnenlijst ........................................................................................................................................................... 27 Logboek ............................................................................................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.


SAMENVATTING In dit onderzoek heb ik onderzocht wat het effect van een therapiehond bij ouderen is. Ik heb dit onderzocht door middel van observeren. De gegevens heb ik opgenomen door middel van een schaal. Hierbij heb ik gelet op de interesse, concentratie, spanning en gemak van de cliënten. Ik heb tijdens drie van de acht therapie sessies geobserveerd. De eerste, vierde en achtste keer. Ik ben naar het symposium van Prof. Dr. Marie- José Enders-Slegers in Schagen over “Dier- ondersteunende interventies in het verpleegtehuis” geweest. Hier heb ik veel aan gehad. Er werd veel verteld over wat voor effect dieren op mensen die in een verpleeghuis zitten hebben. Ook werd hier veel verteld over de therapiehond. Veel informatie bronnen heb ik opgevraagd bij Angelika Balk. Angelika Balk is de oprichtster van “Stichting Therapiehond Nederland”. Zij leidt de pups op tot therapiehond. De activiteiten begeleidster, Jeltje Walinga, die aanwezig is bij de hondentherapie en de hondentherapie heeft opgezet in de Ielânen en mijn moeder Rommy Baarda, die de therapie geeft, hebben mij geholpen bij het uitvoeren van mijn onderzoek. Uit het onderzoek kwamen veel positieve effecten. Ik heb zelf kunnen zien wat voor mooie dingen een therapiehond met oudere, vooral dementerende, mensen kan doen.

1: Symposium in Schagen


VOORWOORD Als ik aan mensen vertel dat mijn profielwerkstuk over “de therapiehond” gaat, kijken de meeste mensen mij vragend aan. De meesten denken dan meteen aan een hulphond. Bijvoorbeeld een blindengeleidehond of honden die mensen in een rolstoel helpen bij dingen die ze zelf niet meer kunnen. Snel ga je hier aan denken, omdat dit allemaal veel bekender is in Nederland. Een therapiehond is iets anders dan een hulphond. De therapiehond is nog niet heel bekend in Nederland, maar begint steeds bekender te worden. REDEN VOOR KIEZEN ON DERWERP Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik het een interessant onderwerp vind. Mijn moeder geeft samen met onze hond, therapie aan mensen die dement zijn, lichamelijke problemen hebben of andere cognitieve beperkingen hebben. Mijn moeder heeft hiermee haar eigen bedrijf “Therapiehond in de zorg”. Omdat ik er zelf middenin zit leek het me erg interessant om te onderzoeken wat een therapiehond met oudere mensen doet. HOOFDVRAAG EN DEELVR AGEN Mijn hoofdvraag is: “Wat is het effect van een therapiehond bij ouderen?” Dit heb ik onderzocht bij oudere mensen die dement zijn, lichamelijke problemen hebben of andere cognitieve beperkingen hebben en in een verpleeghuis wonen. Hierbij zijn de deelvragen: • Hoe is het ontstaan? • Wat is het effect van dieren op onze gezondheid? • Wanneer wordt een therapiehond ingeschakeld? • Welke therapievorm wordt er gebruikt? • Hoe wordt een therapiehond opgeleid?

2: Therapiehond Noura met banner

ONDERZOEKSVRAAG Wat is het effect van een therapiehond bij ouderen? Helpt de therapie eigenlijk wel echt? Of zijn de mensen al te dement hiervoor? En zie je een verschil als je naar sessie 1 kijkt en naar sessie 8? Of zijn de resultaten dan hetzelfde? Ik vraag me af wat een therapiehond met oudere mensen doet, dus ga kijken wat het effect van een therapiehond is bij ouderen. HYPOTHESE Ik verwacht dat de therapie een positief effect op de cliënten heeft. Mijn verwachting is dat de cliënten voor even weer in het hier en nu worden gebracht en dat emoties en de zintuigen worden geprikkeld. Waardoor de cliënten opgewekter, vrolijker en actiever zijn. Verkrampte en gespannen handen zullen weer ontspannen worden en makkelijker te gebruiken. De hersenen zullen gestimuleerd worden, waardoor de cliënt weer herinneringen van vroeger terug haalt.


BEKENDE GEGEVENS HET ONTSTAAN Iedereen heeft er ongetwijfeld wel eens van gehoord: hulphonden. Hulphonden geven mensen een vrijer leven. Mensen die blind zijn hebben bijvoorbeeld een geleidehond en hebben hierdoor een makkelijker leven. Hulphonden helpen bijvoorbeeld ook mensen met een lichamelijke beperking om weer zelfstandiger te kunnen leven. Na het ontstaan van de hulphond bleven mensen onderzoek doen. Daarom ontstond hierna een nieuwe soort hulphond: een psychosociale hulphond. Zo noemden ze het in Nederland. Dit bestond al veel langer in Amerika, alleen daar noemden ze het “therapiehond”. Deze hulphond is volgens onderzoekers ontstaan na het onderzoek van Florence Nightingale in 1860. Florence Nightingale: "A small pet animal is often an excellent companion for the sick, for long chronic cases especially. A pet bird in a cage is 3: Florence Nightingale sometimes the only pleasure of an invalid confined for years to the same room. If he can feed and clean the animal himself, he ought always to be encouraged to do so." Zij zegt dus dat huisdieren vaak een uitstekend gezelschap voor zieken is, vooral voor mensen die langdurig chronisch ziek zijn en dat een huisdier, bijvoorbeeld een vogel in een kooi soms het enige genot van een invalide is die jaren lang in dezelfde kamer zit. Want als hij het dier zelf kan voeden en schoonmaken, moet hij dus ook altijd gestimuleerd worden om dit te gaan doen. Honderdvijftig jaar na dit onderzoek, werden dieren steeds meer gebruikt in de zorg. Als een vorm van dagbesteding: animal assisted activities, Maar ook met therapeutische doeleinden: Animal Assisted Therapy (AAT), dit wordt tegenwoordig Animal Assisted Interventions (AAI) genoemd. In de jaren daarna werd er nog steeds onderzoek gedaan. In 1919 gebruikte het St. Elizabeth’s Hospital in Washington DC dieren (inclusief honden) bij de geestelijke gezondheidsprogramma’s. Hierdoor werd bewezen wat de therapie met mensen deed en werd de therapie steeds populairder. Hierdoor ontstonden er verschillende vrijwilligers organisaties op dit gebied. Toen Elaine Smith in 1976 weer terug keerde naar Amerika, nadat ze als verpleegster in Engeland had gewerkt, richtte ze “Therapy Dogs International” op. Ze startte een programma dat honden trainde voor het bezoeken van verschillende instellingen. Het begon allemaal bij ziekenhuizen. Daarna begon de organisatie te groeien en werden de therapie honden gebruikt op meer plaatsen waar ze nodig waren: instellingen waar mensen begeleid wonen, bij kinderen, bibliotheken, verpleeghuizen, scholen, opvangcentra en zelfs uitvaartcentra. Dit is de oudste geregistreerde therapie honden organisatie in de Verenigde Staten. Na het ontstaan van deze organisatie is het aantal organisaties voortdurend gegroeid.

4: Elaine Smith


EFFECT VAN DIEREN OP GEZONDHEID Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar het effect van dieren op onze gezondheid. volgens De Australische Companion Animal Raad in 1977, James Serpell in 1991 en Prof. dr. Marie-José Enders-Slegers in 2013, hebben mensen met huisdieren psychologische, fysiologische en sociale voordelen op hun gezondheid. Deze drie onderzoeken vertellen over de fysiologische voordelen van mensen met huisdieren. Ze reageren beter op hun medicatie en hebben dus minder medicatie nodig, zoals bijvoorbeeld slaapmiddelen of rustgevende tabletten. Hun cholesterolgehalte is gemiddeld lager en ze hebben een lagere bloeddruk. Het gevolg hiervan is dus dat ze ook voor deze klachten minder medicatie nodig hebben. Ook herstellen ze sneller van ziekte en operatie en hebben ze veel minder risico op hart- en vaatziekten. Dit komt ook omdat mensen met huisdieren veel minder stress hebben. Volgens James Serpell komt dit doordat dieren de aandacht op zich vestigen en hierdoor de mensen afleiding geven. “Zij hebben minder stress, omdat er oxytocine aangemaakt wordt tijdens het aaien”, vertelt Prof. dr. Marie-José Enders-Slegers. Oxytocine lijkt In de 5: James Serpell hersenen een belangrijke rol te spelen bij het verbinden van sociale contacten met gevoelens van plezier. Het speelt een centrale rol bij moederbinding, vriendschappen en romantische interacties. Bij het verrichten van zorgtaken wordt er meer oxytocine aangemaakt. “Dit gebeurt op dat moment niet alleen bij de mens, maar ook bij het dier”. Op sociaal gebied hebben mensen met huisdieren ook verschillende voordelen. Wanneer je een huisdier hebt praat je meestal meer met mensen en heb je meer gespreksstof. Je kunt dan over je huisdier praten. Prof. dr. Marie-José Enders-Slegers vertelt: “Iemand die in het bezit is van een huisdier behoort tot de ‘dierbezitters’. Hierdoor bouwt hij een sociaal netwerk op. Je komt bijvoorbeeld tijdens het uitlaten van je hond andere mensen met honden tegen en er wordt op je gelet als jij je hond uitlaat. Mensen gaan zich afvragen als ze je een paar dagen niet met je hond hebben zien lopen of er misschien iets aan de hand kan zijn met jou of de hond”. Dit zijn sociale voordelen voor mensen met huisdieren. De drie onderzoeken vertellen dat bij ouderen die in aanraking komen met huisdieren ook verschillende dingen opvallen:     

Minder spanning, vermoeidheid en verwarring. Enthousiasme, interesse en inspiratie neemt toe. Het verouderingsproces wordt vertraagd, omdat de dieren meer lichaamsbeweging en socialisatie geven en ze verhogen de mentale functies, omdat ze met ze dieren praten en voor ze zorgen. Honden helpen mensen in een actieve routine te blijven, ze geven de mensen een reden om op te staan in de ochtend. Minder kans om zich eenzaam te voelen..

Ook is er aangetoond dat huisdieren de levenskwaliteit verhogen, vooral in de ouderenzorg. Ouderen die gezelschapsdieren hadden, krijgen gevoelens van verlies, omdat ze hun huisdieren achter moeten hebben laten. Wanneer er dan bijvoorbeeld een hond langs komt, wordt dit gevoel van verlies verminderd.

6: Prof. dr. Marie-José Enders-Slegers


Ook kunnen huisdieren permanent de sfeer verbeteren in verpleeghuizen. Deze verbetering zijn het grootst bij mensen die vroeger ook huisdieren hebben gehad. Zij krijgen dan het oude vertrouwde gevoel van een huisdier weer even terug. De mensen krijgen hierdoor een beter humeur en de omgang onderling verbeterd ook. De mensen hebben dan meer om over te praten dus het sociale contact in de verpleeghuizen verbeterd ook. Wat James Serpell opviel was dat sommigen van de patiënten die geen omgang met het dier hadden ook deze veranderingen hadden. Alleen de aanwezigheid van het dier heeft dus al invloed. Als je gaat kijken wat de effecten zijn bij lusteloze of depressieve cliënten, zie je dat:   

 

 

Verstijfde handen vaak weer wat meer ontspannen worden door de warmte en zachtheid van het dier. Bij cliënten met dementie wordt er geprobeerd herinneringen terug te halen met de therapie en cliënten uit hun isolement te halen. Dieren zijn een troost voor de cliënten en geven ze steun. Zo kunnen de mensen die de cliënten verzorgen beter in contact komen met de cliënten en het geeft ook hulp in de omgang voor de familie die de cliënten komt bezoeken. De concentratie van de cliënten neemt toe. Minder neuropsychiatrische symptomen en gedragsproblemen, vertelt Prof. dr. Marie-José EndersSlegers. (Hierover wordt later meer verteld). Hierdoor is het werk voor het personeel in het verpleeghuis minder stressvol tijdens de omgang met de cliënten. De cliënt krijgt weer meer motivatie voor het leven, wat vaak sterk is verminderd als gevolg van de dementie en te weinig aandacht van personeel en/of familieleden. Hierdoor is voor de cliënt de zin van het leven weg, vertelt Prof. dr. Marie-José Enders-Slegers. Agitatie neemt af, vertelt Prof. Dr. Marie- José Enders-Slegers. Dit is moeilijk en verkeerd gedrag, bijvoorbeeld zenuwachtige onrust, onrustige beweging of verwardheid. De cliënt krijgt een betere emotie balans. Dit is vaak moeilijk voor de cliënt als gevolg van de dementie.


DEMENTIE Dementie is een verzamelnaam voor een groot aantal ziekten. Bij deze ziekten wordt het geheugen aangetast. Steeds meer zenuwcellen in de hersenen en/of verbindingen tussen deze zenuwcellen gaan bij dementie kapot. Hierdoor kunnen de hersenen niet goed meer functioneren. De ziekte van Alzheimer komt het vaakst voor. In 1906 ontdekte de Duitser Alois Alzheimer kenmerkende veranderingen in hersenweefsel van mensen die aan dementie waren overleden. Na de dood van deze mensen deed hij autopsie op de hersenen en beschreef opeenhopingen buiten en rondom de hersencellen. Binnenin de hersencellen merkte hij de aanwezigheid van een kluwen vezels op, die er voor zorgen dat de communicatie tussen zenuwcellen wordt aangetast. Door deze ontdekking heeft de ziekte de naam “Alzheimer” gekregen. Hoe erger de ziekte wordt, hoe meer functies verloren gaan. Familie en vrienden zien iemand zo steeds verder veranderen tot iemand die zij eigenlijk niet meer herkennen. Ook de patiënt zelf herkent zijn familie en vrienden steeds minder en vaak ook zichzelf niet. Sommige 7: Alois Alzheimer mensen met dementie gaan heel snel achteruit, terwijl anderen nog jarenlang een redelijk gewoon leven kunnen leiden. Uiteindelijk raakt iemand door de gevolgen van dementie zo verzwakt dat deze persoon sterft door een ziekte, infectie of het niet meer kunnen slikken. De symptomen van de ziekte van Alzheimer zijn:    

Vergeetachtigheid Veranderingen in de persoonlijkheid Desoriëntatie en verlies van spraak Gedragsstoornissen

Momenteel zijn er geen medicijnen beschikbaar die de ziekte van Alzheimer kunnen genezen of stoppen. Wel zijn er medicijnen verkrijgbaar die de ziekte van Alzheimer kunnen vertragen. Voor het bestrijden van de symptomen van Alzheimer, bijvoorbeeld gedragsstoornissen, zijn bepaalde medicijnen beschikbaar. Daarnaast zijn er medicijnen beschikbaar om het ziekteproces te remmen. Dementie kun je niet genezen, maar het kan wel worden vertraagd. De zorg voor mensen met dementie vraagt veel van de familie, vrienden en professionals. Door de hersenaandoening wordt iemand langzaam volledig afhankelijk van de zorg van anderen. De kosten hiervoor zijn erg hoog. Dementie is een van de duurste aandoeningen in Nederland. De 8: Dwarsdoorsnede van de hersenen hoge kosten zijn per patiënt, maar ook de totale kosten van de zorg. Het aantal dementerenden zal snel stijgen als gevolg van de vergrijzing.


Mensen met dementie hebben last van neuropsychiatrische symptomen. Als gevolg van de hondentherapie nemen deze symptomen af. Onder neuropsychiatrische symptomen vallen onder andere:          

Geïrriteerdheid Stemmingswisselingen Depressiviteit Verwardheid Disoriëntatie Geheugenproblemen Concentratiestoornissen Slapeloosheid Wanen en hallucinaties Paranoia en gevoel dat je lusteloos en onverschillig bent (apathie).

INSCHAKELEN VAN EEN THERAPIEHOND Wanneer wordt een therapiehond ingeschakeld? PARTICULIEREN Bij particulieren wordt een therapiehond meestal ingeschakeld:     

Als mensen steeds moeilijker contact kunnen maken met andere mensen, terwijl ze dat wel graag zouden willen. Als mensen meer vertrouwen in zichzelf nodig hebben. Wanneer ouders merken dat hun kind gepest wordt en hiermee zit. Wanneer ouders merken dat hun kind een klein beetje extra hulp nodig heeft, maar niet meteen te veel willen ingrijpen, omdat hun kind nog niet openstaat voor andere therapieën. Bij volwassenen en kinderen met autisme of een andere geestelijke of lichamelijke beperking.

Dit is meestal het geval bij particulieren, ik richt mijn onderzoek op instellingen, dus ga hier verder niet op in. Dit doe ik omdat mijn onderzoek anders veel te uitgebreid wordt, omdat therapiehonden op veel verschillende manieren gebruikt worden.


INSTELLINGEN Veel instellingen maken gebruik van therapiehonden bij mensen die daar behoefte aan hebben. Er doen mensen mee met de therapie die vroeger zelf een hond hebben gehad en mensen die niet eens zo gek op honden zijn, maar de therapie wel heel leuk vinden. Deze speciale therapie moet vooral gewoon “een leuke vorm van leren” zijn. Vaak wordt een therapiehond ingeschakeld bij mensen met een handicap, dementie of cognitieve stoornissen. Een therapiehond kan worden ingezet bij behandeling, verzorging en begeleiding van deze mensen. De bedoeling is dat de mensen zich beter en ontspannen gaan voelen en dat de normale verzorging en behandeling van de mensen verbeterd en de resultaten verbeteren.

9: Therapiehond Noura aan het werk

In instellingen wordt een therapiehond meestal ingeschakeld zodat cliënten:           

Inzicht krijgen in hun eigen gedrag. Een betere concentratie krijgen. Meer zelfvertrouwen krijgen. Het sociaal contact met anderen verbeteren. Hun hersenen geprikkeld worden en ze zo weer in het hier en nu worden gebracht. Hun stijve handen weer ontspannen worden gemaakt. Die boos zijn het negatieve weer omdraaien in het positieve. Zich fysiek en mentaal beter voelen. Fysiek ontspannen worden en emoties en gevoelens gaan uiten. Hun motorische en lichamelijke mogelijkheden worden verbeterd. Uit hun isolement worden gehaald.

10: Therapiehond Noura aan het werk

De wetenschappelijk bewezen voordelen van honden therapie zijn:     

Fysiek - interactie met een hond verlaagt de bloeddruk, helpt bij pijnbestrijding, geeft motivatie om te bewegen, lopen en stimuleert de zintuigen. Sociaal - een bezoek met een hond zorgt voor een positief onderwerp om over te praten en geeft hier door meer gevoel van eigenwaarde en welzijn en interactie met anderen. Cognitief - de hond stimuleert het geheugen, het oplossen van problemen en het spelen van spelletjes. Emotioneel – de hond verbeterd het gevoel van eigenwaarde, acceptatie van anderen, geeft een kalmerend effect, geeft een betere stemming en laat je lachen. Milieu - een hond laat het gevoel van een steriele omgeving verminderen en geeft je een beter humeur, ook na het bezoek van de hond.


SOORTEN THERAPIEVORM EN ANIMAL ASSISTED THER APY / ANIMAL ASSISTE D INTERVENTIONS De therapievormen die gebruikt worden zijn gebaseerd op de Animal Assisted Therapy (AAT) of de Animal Assisted Interventions (AAI). Dit zijn actieve behandelingen om een probleem op te lossen, waarbij een dier, in dit geval een hond, die speciale normen heeft om te helpen bij een behandelingsproces. Hier is sprake van therapie, omdat er verbeteringen zijn van lichamelijke en geestelijke functies. FUNCTIES AAT zorgt ervoor dat functies van cliënten verbeterd worden op verschillende gebieden:      

    

11: Balspel tijdens de therapie

Psychisch (Geestelijk) Sociaal (Omgang met elkaar) Emotioneel (Hevige gevoelens) Pedagogisch (Opvoedkundig) Gedragsmatig Cognitief (Voorstellingen in je geest en de verwerking van informatie in je hersenen.) Fysiek (Lichamelijk) Motorische beperkingen en/of stoornissen (Beweging) Gezondheid bevorderend Preventief (Met de bedoeling om te voorkomen dat iets gebeurt.) Revaliderend (Het opnieuw leren bewegen na een operatie of ongeluk.)

Cliënt

Dier

Verzorger

12: Procesontwerp in een driehoeksvorm

Dit kan gebeuren in een groep of individueel. In de AAT wordt met verschillende diersoorten gewerkt, meestal wordt er gebruik gemaakt van honden of paarden. Bij de therapie is het procesontwerp in een driehoeksvorm. Omdat de cliënten tijdens de therapie op de hond reageren, wordt er gecommuniceerd en worden er activiteiten met de hond gedaan, die doelgericht per therapie gedaan worden. Hierbij wordt er per groep of individu gekeken wat er het best uitgevoerd kan worden.


ALGEMENE DOELSTELLIN G De algemene doelstelling van AAT is:       

Het samenbrengen van mens en dier in proces van herstel. Verband leggen tussen het eigen gedrag en de reactie van de hond hierop, omdat de hond hun eigen gedrag en houding spiegelt. Zelfcontrole in het algemeen. Zelfvertrouwen vergroten, door middel van de succeservaringen. Vergroting van het observatievermogen. Het afstemmen op een ander. Sociaal contact verbeteren, samenwerken met de hond geeft een positief effect op sociale contacten, door de hond hebben de cliënten meteen een gespreksthema.

Afhankelijk van de doelstellingen kunnen naast deze therapie ook gewoon andere therapievormen ingezet worden zoals: 

 

Ergotherapie: Zorgt ervoor dat mensen weer in staat zijn om opnieuw hun dagelijkse activiteiten uit te voeren als dat niet meer lukt door lichamelijke of psychische problemen. Fysiotherapie: Behandeling met massage en lichaamsoefeningen om afwijkingen aan de gewrichten of spieren te genezen of te voorkomen. Psychologen: Houden zich met de menselijke geest en het menselijke gedrag bezig. (sociaal-) pedagogen: Houden zich bezig houdt met opvoedkunde.

De therapie is voor verschillende doelgroepen. Alles van de therapie wordt opgeschreven en bij gehouden per cliënt. De begeleiders uit de omgeving worden hierbij zo veel mogelijk betrokken en helpen zo veel mogelijk mee. De therapie mag alleen gegeven worden wanneer de begeleider van de hond hier voldoende vanaf weet en voldoende opgeleid is. Het is belangrijk dat tijdens de therapie, het welzijn van het dier voorop staat. De activiteitenbegeleidsters, de verantwoordelijke verzorgenden, de vrijwilligers en de bewoners moeten precies weten wat de hondentherapie inhoudt. Kortom, pas als een organisatie goed op orde is kan de hondentherapie uitgevoerd worden.


OPLEIDING VAN EEN THERAPIEHOND WAAR TE BEGINNEN Wanneer iemand gebruik wil maken van een therapiehond, is het mogelijk dit via “Stichting Therapiehond Nederland” te regelen. De stichting zorgt dan dat je in contact komt met een van de begeleiders van de stichting met een hond. Een therapiehond wordt meestal ingezet in groepsvorm, maar kan ook individueel ingezet worden. Wanneer je uitgaat van een ideale situatie, schaft een begeleider een pup aan. Een vertegenwoordiger van de stichting test het nest en kiest de pup uit die het meest geschikt lijkt. Hier gaan verschillende proefjes om te kijken hoe de pup op bepaalde situaties reageert aan vooraf. De fok moet gecontroleerd zijn, zodat er genoeg kennis aanwezig is over de bloedlijn van de pups. Wanneer de geschikte pup is uitgekozen, moet het de begeleider 13: Therapiehond Noura aan het werk een T-shirt waar hij in geslapen heeft bij de pup brengen. Zo kan de pup alvast aan de geur van zijn begeleider wennen. Ook moet de begeleider veel bij de pup langs gaan als deze nog bij de moeder is en dan even met de hond spelen en eten geven, zodat de pup en het baasje al een band op kunnen bouwen. Zodra de pup oud genoeg is om het nest te verlaten zijn er een paar algemene regels voor de hond: 

   

De hond blijft twee jaar in de bench die op een rustige plek staat. Als de hond in de bench zit en gaat slapen moet er een kleed over de bench gelegd worden, zodat de pup zich niet kan storen aan dingen die hij ziet bewegen. Zo kan de pup rustig in het donker slapen en alle indrukken van die dag verwerken. De hond moet zeker het eerste anderhalf jaar twee keer vier uur per dag in de bench slapen. ’s Morgens vier uurtjes en ’s middags vier uurtjes. Zodat de pup goed uit kan rusten en groeien. De hond moet één keer in de twee maanden gecheckt worden op zijn gezondheid door de dierenarts. De hond moet een schoon gebit en schone nagels hebben. Dit moet allemaal vermeld staan in het hondenpaspoort. Wanneer de hond aan het werk is mag je de hond niet begroeten, aaien of aandacht geven, dus geen contact met de hond maken. Ook niet door het personeel die langsloopt. Op dit moment is de hond dan aan het werk, buiten is de hond weer vrij. De maximale inzet van de hond is om de dag, twee uur. Hierdoor wordt te veel stress en agressiviteit bij de hond voorkomen en een hond moet natuurlijk gewoon een hond kunnen blijven.

In principe kan elk hondenras gebruikt worden om opgeleid te worden tot therapiehond. De voorkeur gaat niet uit naar bulldog honden. Deze honden hebben grote hangende lippen en kwijlen snel. Dit is niet fijn en hygiënisch voor de cliënten. Meestal wordt een hond van het ras “Hovawart” gebruikt als therapiehond. Omdat deze honden afstandelijk zijn tegen mensen die ze niet kennen. Een hond kan alleen opgeleid worden als hij nog een pup is. Dat is omdat de pup dan de inprentingsfase heeft. Dit wil zeggen dat alles wat ze in die fase meemaken en beleven, voor altijd in hun geheugen gegrift staat. Dit heeft een oudere hond niet meer na deze fase. Daarom is het te moeilijk om de hond dan nog alles te leren en zijn hele leven om te gooien.


SOORTEN OPLEIDINGEN De opleidingen zijn opgedeeld in training van een aaihond en een therapiehond. De honden moeten niet als hulphond gezien worden. Een hulphond ondersteunt bij ontbrekende functies. DE AAIHOND Een aaihond is een hond die wekelijks bewoners in een verzorgingshuis bezoekt, zodat de bewoners de hond kunnen aaien. De bewoners mogen de hond lekker knuffelen, maar ook borstelen, kunstjes laten doen of een gezellig praatje maken met de begeleiders van een hond. De voorwaarden waar een aaihond aan moet voldoen zijn:   

De hond moet gesocialiseerd zijn en door iedereen geaaid kunnen worden. De hond moet er verzorgd uit zien. De hond moet jaarlijks ingeënt worden en regelmatig ontwormd

De honden hebben een positieve invloed op de bewoners. Ze kunnen bijvoorbeeld alles tegen de hond zeggen en voelen zich wat minder alleen. Tegelijkertijd is het ook plezierig voor de vrijwilligers. De honden vinden het ook geweldig dat ze zoveel aandacht krijgen en het is een bevordering van hun sociaal gedrag. De opleiding wordt in drie fasen ingedeeld:   

Puptraining. Gevorderde training. Doelgroep gerichte training aaihond.

Wanneer dit is afgerond is de begeleider verplicht minimaal twee keer per jaar op herhalingstraining te komen. THERAPIEHOND Een therapiehond wordt opgeleid in vier fasen:    

Puptraining. Gevorderde training met voorbereidende training op doelgroep. Doelgroep gerichte training op locatie en op het veld. Afsluitende trainingen op locatie en veld.

Wanneer dit is afgerond is de begeleider ook weer verplicht minimaal twee keer per jaar op herhalingstraining te komen. De therapiehond wordt getraind om te werken voor en met iemand. Hij leert ook niet leuke handelingen te accepteren en uit te voeren. Dus: daar waar een aai hond stopt, werkt een therapiehond verder. Wanneer het certificaat behaald is moet de begeleider zijn certificaat, ook buiten de opleidingssituatie, kunnen tonen. Ook wordt er regelmatig controle gehouden waarbij op het functioneren van de hond en begeleider wordt gelet. Hierbij wordt ook de ervaringen van de cliënten meegenomen.


METHODE OBSERVATIE Ik ga observeren tijdens drie therapie sessies die zijn afgenomen door mijn moeder, Rommy, in de Ielânen. Hierbij ga ik kijken wat de therapie met de cliënten doet. De therapie is voor cliënten die dement zijn, lichamelijke problemen of andere cognitieve problemen hebben. De cliënten moeten een lange broek, shirt met lange mouwen of een vestje aan hebben of een speciaal kleed over de rolstoel heen leggen. Zodat de hond, bijvoorbeeld met de nagels, de cliënten geen pijn kan doen. Mijn onderzoek is niet helemaal betrouwbaar omdat ik bij maar bij drie cliënten ga onderzoeken wat het effect van een therapiehond bij ouderen is. Om het onderzoek betrouwbaarder te maken zou je dit bij 100 of meer mensen moeten onderzoeken en observeren. Hier heb ik te weinig tijd voor dus heb maar drie cliënten geobserveerd. DE THERAPIE De therapie bestaat meestal uit acht cliënten. De cliënten worden vanaf hun afdeling door de het personeel of een vrijwilliger naar de activiteitenruimte gebracht, waar de therapie plaats vindt. De cliënten zitten in een kring in het midden van de ruimte. Als alle cliënten aanwezig zijn kan de therapie beginnen. De deur gaat dan op slot, zodat er niemand binnen kan komen en iedereen zich helemaal kan concentreren. Eerst worden alle cliënten voorgesteld zodat mijn moeder de namen weet. Dan stelt mijn moeder zichzelf en de hond, Noura, voor, zodat ook iedereen weet wie zij zijn. In de eerste ronde maakt Noura met elke cliënt afzonderlijk contact. Noura wacht dan eerst op een afstandje en mijn moeder legt aan elke cliënt uit: ‘Er is visite voor u, ik heb de hond meegenomen. Weet u nog hoe ze heet?’ Sommige cliënten herinneren zich de naam Noura nog, anderen hebben hulp nodig. Dan wordt er een kussen op de schoot van de cliënt gelegd door een vrijwilliger, zodat Noura de cliënten geen pijn kan doen. Daarna mag de cliënt de naam roepen. Noura loopt er vervolgens rustig naartoe en legt voorzichtig de voorpoten op het kussen op de schoot van de cliënt. De cliënt wordt dan aangespoord om lange bewegingen met de arm te maken. ‘Voel hoe lekker zacht de hond is, u mag aaien tot de staart!’. Een vrijwilliger helpt dan met het aaien, omdat dit voor sommige cliënten moeilijk is. Deze beweging stimuleert de armspieren. Daarna wordt er gevraagd: ‘Heeft u vroeger ook een hond gehad?’ Hierdoor moet de cliënt antwoorden en gaat dus nadenken over vroeger om deze vraag te beantwoorden, zo worden de hersenen weer gestimuleerd. Als Noura van de schoot af is, wordt er gevraagd of Noura straks terug mag komen. In de volgende ronde krijgt de cliënt een speeltje in de handen en wordt er uitgelegd: ‘We gaan even een beetje gymnastieken. U mag zo op een knopje drukken, zodat er een geluidje klinkt. Dan komt Noura het speeltje halen.’ Als de cliënt dan op het knopje drukt en Noura het geluidje hoort komt ze het speeltje bij de cliënt ophalen, zo worden de vingers gestimuleerd en de hersenen worden geprikkeld: ‘Als ik op het knopje druk, komt de hond het speeltje halen.’ Maar zodra de cliënt niet of niet goed op het knopje drukt en het geluid dus niet te horen is, komt Noura het speeltje ook niet halen. Daarna wordt er gevraagd of de cliënt Noura ook een brokje wil geven. De cliënten hoeven hierbij niet bang te zijn dat Noura ze per ongeluk bijt, want Noura heeft geleerd om het brokje heel voorzichtig te kunnen pakken. Dit wordt meestal drie keer herhaald. Om de cliënt wat meer uitdaging te geven, mogen ze het speeltje ook verstoppen, onder het kussen dat weer op schoot is gelegd door de vrijwilliger bijvoorbeeld, zodat Noura het speeltje dan moet zoeken. Als Noura of de cliënt iets goed doet krijgen ze een complimentje en wordt er vaak gezegd: ‘Wat doet u dit goed!’ Halverwege de therapie sessie is er een pauze. De therapie werkt ontspannend maar tegelijkertijd ook inspannend. Iedereen krijgt dan een kopje thee of wat fris. In zo’n pauze merk je dat Noura heel wat heeft losgemaakt. Soms komen er dan emoties of verborgen verdriet naar boven en de cliënten beginnen onderling


met elkaar te praten over wat Noura gedaan heeft. Hieraan zie je dus dat het onderlinge contact verbeterd wordt. In de ronde na de pauze krijgt de cliënt weer een speeltje in de handen, meestal is dit een bal. Dit is een stoffen bal die een rammelend geluidje maakt als de bal beweegt. De bal wordt dan naar de cliënt aangegooid, hierbij moet de cliënt dus zijn handen gebruiken en goed opletten hoe ze de bal moeten vangen, hierdoor worden de hersenen weer gestimuleerd. De vrijwilliger helpt de cliënten die moeite hebben met vangen. Als de cliënt de bal gevangen heeft, wordt er gevraagd om de bal in de bek van Noura te gooien. Hierbij worden de armspieren gebruikt. De cliënt kan ook meer uitgedaagd worden door met de ogen dicht, met de andere hand of naar de buurman te gooien. Meestal wordt het gooien drie keer herhaald. Voor de cliënten die moeite hebben met de bal vast te houden, kunnen ze de bal ook tussen de benen klemmen, zodat Noura de bal tussen de benen weg moet zien te krijgen. Hierbij moet de cliënt de beenspieren gebruiken om de bal zo goed mogelijk vast te houden, zodat het moeilijker voor Noura is om de bal te pakken te krijgen. Als de cliënt de bal niet wil gooien wordt de cliënt aangestuurd dit wel te doen: ‘De bal is van Noura, dus als u hem niet gooit, komt ze hem zo bij u halen.’ Zodra de cliënten meerdere sessies hebben gehad en al wat verder zijn in de therapie wordt er een spel met een sleutel toegevoegd aan de therapie. Mijn moeder verlaat dan de ruimte samen met Noura. Wanneer dit gebeurd is mag één van de cliënten de sleutels ergens in de ruimte verstoppen. Dit kan op een plek in de ruimte zijn, maar ook bij één van de cliënten. Zodra de sleutels verstopt zijn komen mijn moeder en Noura de ruimte weer binnen en mag Noura de sleutels gaan zoeken. Dit wordt meestal drie keer herhaald. Hierdoor worden de hersenen ook weer gestimuleerd, omdat de cliënt dan een verstopplek moet zoeken en de andere cliënten inspanning leveren met het meedoen en opletten of de hond de sleutels kan vinden. Als laatste wordt er nog afscheid genomen van Noura. Dit gaat bijna hetzelfde als bij de begroeting op het begin. ‘Mag de hond weer bij u op bezoek komen?’ Wanneer de cliënt dit goed vindt wordt het kussen weer door de vrijwilliger op de schoot gelegd en wordt er gevraagd of de cliënt de naam van de hond nog weet. Als dit niet zo is, wordt de cliënt geholpen met de naam of mag op het kussen kloppen. Zodra dit is gebeurd komt Noura weer rustig aanlopen en legt de twee voorpoten weer op schoot. De cliënt mag Noura weer aaien, zo ver mogelijk tot de staart. Nadat de cliënt Noura een brokje heeft gegeven gaat Noura weer van de schoot af. 14: Hondentherapie in de Ielânen

Dit is dan het einde van de therapie en alle cliënten worden weer door het personeel of vrijwilligers naar hun eigen afdeling gebracht.


HET OBSERVEREN Ik heb voor observeren gekozen, omdat ik denk dat ik zo het beste kan waarnemen wat de therapie met de cliënten doet. Als ik een enquête zou gebruiken die na de therapie ingevuld zou moeten worden, weet je niet zeker of de cliënt op dat moment bijvoorbeeld boos was omdat er iets fout is gegaan tijdens het wassen en aankleden of dat kwam omdat de hond in de buurt kwam. Door middel van observeren kan ik zien wat de therapie met de cliënten doet op het moment dat ze in aanraking komen met de hond. Ik heb gekozen om dit zelf te doen, omdat mijn moeder de therapie geeft en dan niet ondertussen dingen op kan schrijven. De vrijwilliger helpt met de therapie, dus kan ondertussen ook geen dingen opschrijven en de activiteiten begeleidster, die er ook bij is om te helpen en zodat de cliënten een vertrouwd persoon bij de therapie hebben, observeert al en maakt al korte aantekeningen over iedere cliënt zodat zij in de loop van de therapie sessies veranderingen bij de cliënten waar kan nemen. Omdat ik het nu zelf doe, kan ik er zelf voor kiezen hoe uitgebreid ik ga observeren. Uit de acht cliënten heb ik drie cliënten gekozen, die ik ga observeren. Ik heb voor drie cliënten gekozen, omdat ik anders niet snel en uitgebreid genoeg alle waarnemingen waar ik op let van alle acht de cliënten kan opschrijven. Van de acht keer therapie, ga ik drie keer observeren. Ik heb gekozen voor de eerste, vierde en achtste week. In deze weken is de 15: Therapiehond Noura een het werk kans het grootst dat ik ook echt veranderingen waarneem, omdat dit het begin, de helft en het einde is. Het observeren doe ik door middel van een schaalverdeling, hierbij let ik op:    

Interesse Concentratie/interesse Gespannen/ontspannen Gemak/ongemak


SCHAALVERDELING De schaalverdeling loopt van 1 t/m 5 hieronder staat hoe iedere schaalverdeling verdeeld is: INTERESSE (HOUDING) 1

--

Ongeïnteresseerd

(Onderuit gezakt, niet aanwezig, slapen)

2

-

Redelijk ongeïnteresseerd

(Onderuit gezakt, met andere dingen bezig)

3

+/-

Niet geïnteresseerd maar ook niet ongeïnteresseerd

(Wel aanwezig, maar niet actief)

4

+

Redelijk geïnteresseerd

(Rechtop zittend, doet mee, actief)

5

++

Geïnteresseerd

(Rechtop zittend, doet mee, alert, actief, neemt initiatief)

CONCENTRATIE/INTERES SE (OOGCONTACT) 1

--

Geen concentratie/ongeïnteresseerd

(Ogen dicht, slaapt)

2

-

Redelijk gedeconcentreerd/redelijk ongeïnteresseerd

(Ogen dicht, is nog wakker, let niet op)

3

+/-

Niet gedeconcentreerd/ongeïnteresseerd, maar ook niet geconcentreerd/geïnteresseerd

(Ogen open, kijkt de andere kant op, let niet op)

4

+

Redelijk geconcentreerd/geïnteresseerd

(Ogen open, ogen op de hond gericht als die in de buurt is, let redelijk goed op)

5

++

Geconcentreerd/geïnteresseerd

(Ogen open, ogen de hele tijd op de hond gericht, let goed op)

GESPANNEN/ONTSPANNEN 1

--

Gespannen

(Handen stijf, vuisten van handen maken)

2

-

Redelijk gespannen

(Handen in vuisten, handen gaan alleen open tijdens het aaien)

3

+/-

Niet gespannen maar ook niet ontspannen

(Handen redelijk open, weinig beweging met handen)

4

+

Redelijk ontspannen

(Handen helemaal open, redelijk veel beweging met handen)

5

++

Ontspannen

(Handen helemaal open, veel beweging met handen)

GEMAK/ONGEMAK 1

--

Ongemakkelijk

(Zegt niks, geeft geen antwoord op vragen)

2

-

Redelijk ongemakkelijk

(Zegt een paar woorden, geeft kort antwoord op vragen)

3

+/-

Niet ongemakkelijk, maar ook niet op zijn gemak

(Gebruikt zinnen, geeft goed antwoord op vragen)

4

+

Redelijk op zijn gemak

(Praat uit zichzelf, geeft goed antwoord op vragen)

5

++

Op zijn gemak

(Praat veel, zegt hele zinnen)


MATERIAAL BENODIGDHEDEN Voor mijn onderzoek heb ik het volgende “materiaal” nodig:    

Pen Papier Schaalverdeling 3 cliënten die deelnemen aan de hondentherapie

CLIËNTEN MW. B. (1) Achtergrond: Mw. B. leeft veelal in een eigen wereld door de dementie. Mw. B ziet eigenlijk niets en dat maakt dat haar wereld erg klein is. Doel: Door de therapiehond zintuigen prikkelen waardoor de spraak ook geprikkeld wordt en om plezier te beleven. MW. V. (2) Achtergrond: Mw. V. leeft veelal in een eigen wereld door de dementie. Mw. V. is daardoor moeilijk bij de omgeving te betrekken. Doel: Stimuleren om betrokken te worden bij de omgeving. Zodat Mw. V. meer in het hier en nu bezig kan zijn. DHR. J. (3) Achtergrond: Dhr. J. suft overdag veel, zegt weinig tot niets en is moeilijk bij de omgeving te betrekken. Dhr. J. heeft moeite met praten, hij heeft veel last van woordvindstoornissen. Dhr. J. gaat inmiddels voor de vijfde keer meedoen aan de therapie sessies. Doel: De spraak stimuleren. Stimuleren om betrokken te worden bij de omgeving zodat Dhr. J. meer in het hier en nu bezig kan zijn.


RESULTATEN MW. B. (1) OBSERVATIE 1: Mw. B. heeft haar ogen dicht en heeft haar handen als vuisten wanneer ze aan het aaien is. Ik maak uit deze observaties op dat Mw. B. gespannen is. Toen Noura op schoot kwam bleven de ogen dicht maar Mw. B. begon wel hard op te lachen. Hieruit maak ik op dat Mw. B. zich wel op haar gemak voelt maar dat ze niet een grote interesse heeft in Noura en haar omgeving. Later in de therapie sessie deed Mw. B. haar ogen open en waren haar handen niet langer gesloten, hieruit kan ik opmaken dat Mw. B. meer interesse heeft en meer ontspannen is. Mw. B. kan ik tijdens haar eerste sessie de volgende scores toekennen:    

Interesse: 2 Concentratie: 2 Spanning: 2 Gemak: 3

OBSERVATIE 2: Mw. B. zit rechtop als de hond in de buurt is. Hieruit maak ik op dat Mw. B. geïnteresseerd is. Mw. B. doet haar ogen open als de hond in de buurt is, maar kijkt wel de andere kant op. Uit deze observatie maak ik op dat Mw. B. niet heel erg geconcentreerd is. Mw. B. klopt zelf op het kussen en heeft ontspannen handen tijdens hat aaien van Noura. Hieruit maak ik op dat Mw. B. ontspannen is. Mw. B. geeft antwoord op vragen. Mw. B. kan ik tijdens haar derde sessie de volgende scores toekennen:    

Interesse: 3 Concentratie: 3 Spanning: 3 Gemak: 3

OBSERVATIE 3: Mw. B. gaat rechtop zitten en begint te praten wanneer Noura op schoot komt, hieruit maak ik op dat Mw. B. geïnteresseerd is. Mw. B. houdt haar ogen dicht zodra Noura op schoot komt. Als Noura later tijdens de sessie weer op schoot komt, gaan Mw. B. haar ogen open en houdt ze haar ogen ook wat langer open. Uit deze observatie maak ik op dat Mw. B. interesse en concentratie toeneemt tijdens de sessie. Mw. B. haar handen gaan open tijdens het aaien van Noura en Mw. B. kan bij het speeltje zelf op het knopje drukken. Hieruit maak ik op dat Mw. B. meer ontspannen is. Mw. B. zegt niet veel, geeft wel goed antwoord wanneer er dingen gevraagd worden. Hieruit maak ik op dat Mw. B. haar op haar gemak voelt. Mw. B kan ik tijdens haar achtste sessie de volgende scores toekennen:    

Interesse: 4 Concentratie: 4 Spanning: 4 Gemak: 4


MW. V. (2) OBSERVATIE 1: Mw. V. heeft haar ogen op het begin dicht, maar zodra de Noura er is heeft ze haar ogen meteen open. Ze heeft haar handen stijf in vuisten. Tijdens het aaien gaan de vuisten open. Hieruit maak ik op dat Mw. V. steeds meer ontspannen is. Iedere keer als Noura bij Mw. V. kwam begon ze hardop te lachen. Hieruit maak ik op dat Mw. V. zich op haar gemak voelt. Mw. V. zat de hele therapie sessie redelijk rechtop, hieruit maak ik op dat Mw. V. geconcentreerd was. Hieruit maak ik op dat ik Mw. V. tijdens haar eerste sessie de volgende scores kan toekennen:    

Interesse: 3 Concentratie: 3 Spanning: 2 Gemak: 2

OBSERVATIE 2: Mw. V. zit op het begin met haar handen stijf over elkaar heen. Hieruit maak ik op dat Mw. V. gespannen is. Mw. V. heeft niet door dat Noura aanwezig is, dus schrikt als Noura op schoot komt, maar begint daarna wel meteen hardop te lachen. Mw. V. heeft eerst moeite met het vangen van de bal, na een paar keer gaat dit wel goed. Hieruit maak ik op dat Mw. V. meer ontspannen is. Mw. V. geeft antwoord op vragen. Uit deze observatie maak ik op dat Mw. V. redelijk op haar gemak is. Hieruit maak ik op dat ik Mw. V. tijdens haar vierde sessie de volgende scores kan toekennen:    

Interesse: 3 Concentratie: 4 Spanning: 3 Gemak: 3

OBSERVATIE 3: Mw. V. zit rechtop en heeft haar ogen open op Noura gericht, hieruit maak ik op dat Mw. V. geïnteresseerd is. Mw. V. hield haar handen eerst stijf tegen elkaar aan, tijdens het aaien gingen Mw. V. haar handen open. Doordat Mw. V. haar handen stijf tegen elkaar aan hield, kon ze de bal niet zelf vangen, na de tweede keer gooien kon Mw. V. de bal wel zelf vangen. Tijdens het spel waarbij Mw. V. op het knopje moest drukken, kon Mw. V. eerst zelf ook niet op het knopje van het speeltje drukken, na de derde keer kon ze dit wel zelf. Uit deze observaties maak ik op dat Mw. V. ontspannen is als Noura in de buurt is. Mw. V. geeft goed antwoord op vragen en zegt soms woorden uit haarzelf. Mw. V. lacht vaak hardop. Uit deze observaties maak ik op dat Mw. V. haar op haar gemak voelt. Uit deze observaties kan ik Mw. V. tijdens haar achtste sessie de volgende scores toekennen:    

Interesse: 3 Concentratie: 5 Spanning: 4 Gemak: 4


DHR. J. (3) OBSERVATIE 1: Dhr. J. zit niet rechtop en komt vrolijk en positief gestemd binnen, maar doet niet actief met de therapie mee. Hieruit maak ik op dat Dhr. J. redelijk ongeïnteresseerd is. Dhr. J. reageert op vragen en maakt duidelijke keuzes in wat hij wel of niet wil. Dhr. J. heeft soms moeite met praten maar als je de tijd geeft dan lukt het. Dhr. J. lacht vaak hardop. Uit deze observatie maak ik op dat Dhr. J. zich redelijk op zijn gemak voelt. Het aaien verliep eerst schokkerig, soms schrok Dhr. J. ook van de hond maar je ziet dat de handen steeds meer open gaan en dat daardoor het aaien ook steeds beter gaat. Dhr. J. kan de bal redelijk goed zelf vangen en gooien. Hieruit maak ik op dat Dhr. J. steeds meer ontspannen is.    

Interesse: 2 Concentratie: 2 Spanning: 3 Gemak: 3

OBSERVATIE 2 Dhr. J. heeft zijn ogen open en begint te praten als Noura bij hem op schoot komt. Ik maar uit deze observatie op dat Dhr. J. geïnteresseerd is. Toen er aan Dhr. J. gevraagd werd of hij vroeger ook huisdieren had, vertelde hij dat hij vroeger een poes had, alleen wist hij de naam niet meer, maar wel hoe de poes er uit zag. Hieruit maak ik op dat Dhr. J. zijn hersenen gestimuleerd worden om dingen van vroeger terug te halen en dat Dhr. J. zich op zijn gemak voelt. Dhr. J. heeft tijdens het aaien van Noura zijn handen helemaal open. Dhr. J. kan zelf de bal vangen en terug gooien, wanneer deze aangegooid wordt. Hieruit maak ik op dat Dhr. J. ontspannen is. Dhr. J. kan ik tijdens zijn vierde sessie de volgende scores toekennen:    

Interesse: 3 Concentratie: 3 Spanning: 4 Gemak: 4

OBSERVATIE 3 Dhr. J. weet de naam van Noura nog, hieruit maak ik op dat Dhr. J. geïnteresseerd in Noura is. Wanneer er weer aan Dhr. J. gevraagd wordt of hij vroeger ook huisdieren had, vertelt Dhr. J. weer dat hij vroeger een poes had en weet nu ook nog hoe de poes eruit zag. Hieruit maak ik op dat Dhr. J. zijn hersenen nog meer gestimuleerd zijn om dingen van vroeger terug te halen dan de vorige keer. Aan het begin van de sessie heeft Dhr. J. moeite met het brokje vasthouden, maar later tijdens de sessie gaat dit beter, Dhr. J. kan zelf het speeltje vasthouden en op het knopje van het speeltje drukken. Hieruit maak ik op dat Dhr. J. ontspannen is. Wanneer de pauze begint, moet Dhr. J. huilen en wordt meteen gerust gesteld door de vrijwilligers. Hieruit maak ik op dat er veel emoties bij Dhr. J. zijn losgekomen. Dhr. J. kan ik tijdens zijn achtste sessie de volgende scores toekennen:    

Interesse: 4 Concentratie: 4 Spanning: 4 Gemak: 4


VERKLARING RESULTATEN OBSERVATIE MW. B. Wanneer je kijkt naar de grafiek van de observatie van Mw. B. zie je positieve resultaten bij sessie 4 ten opzichte van sessie 1. Je ziet dat Mw. B. zich tijdens sessie 4 net zo op haar gemak voelt als bij sessie 1. Vergelijkbare 5 resultaten zijn er te zien bij sessie 8 ten opzichte van sessie 4. De resultaten stijgen 4 als je naar sessie 8 kijkt ten opzichte van sessie 4. Er is iedere week een 3 doorzettende stijging te zien in interesse, concentratie en spanning. Dit betekend 2 dat de therapie een positief effect heeft op Mw. B. Mw. B. heeft vaker haar ogen 1 open, dat betekend dat ze tijdelijk weer even in het hier en nu is en even uit haar 0 eigen wereld is. Mw. B. voelt zich steeds Sessie 1 Sessie 4 Sessie 8 meer op haar gemak en geeft steeds meer Interesse Concentratie Spanning Gemak en beter antwoord op vragen. Dit betekend dat Mw. B steeds opgewekter en actiever is. Als je kijkt naar sessie 8 ten opzichte van sessie 1, zie je dat Mw. B. veel meer ontspannen is. Dit betekent dat gespannen en verkrampte handen nu ontspannen en makkelijker te gebruiken zijn. Bij Mw. B. komt dit allemaal overeen met de hypothese.

Observatie Mw. B.

OBSERVATIE MW. V. Wanneer je kijkt naar de grafiek van de observatie van Mw. V. zie je positieve resultaten bij sessie 4 ten opzichte van sessie 1. Je ziet dat de interesse van Mw. V. gelijk is gebleven. Maar je ziet dat Mw. V. haar 5 concentratie, spanning en gemak verbeterd is. 4 Vergelijkbare verbeteringen zie je bij sessie 8 ten 3 opzichte van sessie 4. Er is bij interesse, concentratie, 2 spanning en gemak een doorzettende stijging te 1 zien. Je ziet dat iedere keer als Noura bij Mw. V. komt ze 0 weer even in het hier en nu Sessie 1 Sessie 4 Sessie 8 wordt gebracht, ze begint Interesse Concentratie Spanning Gemak dan hardop te lachen, antwoord goed op vragen en in sessie 8 zie je zelfs dat Mw. V. uit haar zelf woorden zegt. Dit betekent dat Mw. V. opgewekter, vrolijker en actiever is. Mv. V. kan naarmate de sessies steeds beter zelf Noura aaien, de bal vangen en terug gooien. Dit betekent dat haar gespannen en verkrampte handen meer ontspannen zijn, wanneer Noura in de buurt is. Bij Mv. V. komt dit overeen met de hypothese.

Observatie Mw. V.


OBSERVATIE DHR. J. Wanneer je kijkt naar de grafiek van de observatie van Dhr. J. zie je positieve resultaten bij sessie 4 ten opzichte van sessie 1. Je ziet een doorzettende 5 stijging als je kijkt naar de interesse, concentratie, spanning en gemak. Als je kijkt naar sessie 8 ten opzichte van 4 sessie 4 zie je een doorzettende stijging als je naar de interesse en concentratie 3 kijkt. Verder zie je dat de spanning en het gemak hetzelfde blijven. Wanneer er gevraagd wordt of Dhr. J. vroeger 2 zelf ook huisdieren heeft gehad, kan hij hier goed antwoord op geven en vertelt 1 over zijn herinneringen. Dit betekend dat de hersenen gestimuleerd zijn om herinneringen op te halen, door de 0 aanwezigheid van de hond. Dhr. J. werd Sessie 1 Sessie 4 Sessie 8 erg geĂŤmotioneerd in de pauze tijdens sessie 8. Dit betekent dat zijn emoties Interesse Concentratie Spanning Gemak geprikkeld zijn en er dingen loskomen, dit is een positief effect. Dhr. J. geeft naarmate de sessies steeds beter antwoord op vragen. Dit betekent dat Dhr. J. steeds actiever, opgewekter en vrolijker is. Dhr. J. kan naarmate de sessie steeds beter zelf brokjes en speeltjes vasthouden. dit betekent dat Dhr. J. naarmate de 8 sessies steeds meer ontspannen is en verkrampte handen weer meer ontspannen worden. Bij Dhr. J. komt dit allemaal overeen met de hypothese.

Observatie Dhr. J.


CONCLUSIE Het effect van een therapiehond bij ouderen is positief. De hondentherapie doet wat met de cliënten. Dit komt overeen met wat er in de deel vragen, “Wat is het effect van dieren op onze gezondheid?”, “Wanneer wordt er een therapiehond ingeschakeld?” en “Welke therapievorm wordt er gebruikt?”, wordt vertelt. Dit betekent dus dat de mensen niet te dement kunnen zijn voor de hondentherapie. Het haalt de cliënten tijdelijk weer in het hier en nu. De cliënten zijn opgewekter, vrolijker en actiever en gespannen en verkrampte handen zijn weer meer ontspannen naarmate de 8 sessies.

16: Therapiehond Noura aan het werk


DISCUSSIE Mijn eerste onderzoeksvraag was: “Wat is het effect van een therapiehond?” Toen ik bezig was met mijn onderzoek kwam ik erachter dat deze vraag te breed was, omdat een therapiehond op veel verschillende manier ingeschakeld kan worden. Omdat ik alleen geobserveerd en onderzocht heb bij oudere mensen heb ik mijn onderzoeksvraag toen veranderd in: “Wat is het effect van een therapiehond bij ouderen?” Tijdens de eerste keer observeren had ik er nog niet goed genoeg over na gedacht, hoe ik ging observeren en waar ik op ging letten, zodat ik de resultaten het best kon verwerken. Daarom had ik toen nog geen schaalverdeling van de punten waar ik op ging letten tijdens het observeren. Wel had ik de dingen die ik had waargenomen uitgebreid genoeg opgeschreven, zodat ik het alsnog goed kon verwerken toen ik de schaalverdeling wel had. De conclusie komt goed overeen met de hypothese en geeft een duidelijk antwoord op de onderzoeksvraag.

17: Therapiehond Noura


BRONNENLIJST De site van stichting therapiehond, geraadpleegd op 25-6-14, van http://www.stichtingtherapiehond.nl/page8.php Stichting therapiehond, inzetten therapie (z.d), geraadpleegd op 12-11-14, van http://www.stichtingtherapiehond.nl/page5.php Stichting therapiehond, AAT/AAI. (z.d), geraadpleegd op 13-11-14, van http://www.stichtingtherapiehond.nl/page3.php Tine Eyssen, eigen bedrijf “samenspraak”, redaardpleegd op 25-6-14, van http://www.samenspraak.be/Site/home__samenspraak.html Doggo, Psychosociale hulphonden. (z.d) geraadpleegd op 5-11-14, van http://www.doggo.nl/artikelen/honden-en-wij/therapiehonden.php IACP, Therapie honden. (z.d) geraadpleegd op 5-11-14, van http://www.iacp.eu/Therapie_Honden.html Elaine Smith (3 april 2012), A Lifetime of Serving Others, geraadpleegd op 11-10-14, van http://www.dogchannel.com/dog-news/2012/04/13/elaine-smith-therapy-dog-international.aspx Delta society, De Australische Companion Animal Raad, Why pet therapie?. (z.d) geraadpleegd op 11-6-14, van http://www.deltasociety.com.au/pages/why-pet-therapy.html James Serpell (december 1991), beneficial effects of pet ownership on some aspects of human health and behaviour, geraadpleegd op 11-6-14, van http://research.vet.upenn.edu/Portals/36/media/Serpell_Beneficial_Effects.pdf http://research.vet.upenn.edu/Projects/tabid/1908/Default.aspx Alzheimer Nederland (z.d), wat is dementie?, geraadpleegd op 25-11-14, van http://www.alzheimer-nederland.nl/informatie/wat-is-dementie.aspx Wikipedia, oxytocine. (oktober 2014), geraadpleegd op 23-11-14, van http://nl.wikipedia.org/wiki/Oxytocine Stichting B12 tekort, neuropsychiatrische symptomen (februari 2013), geraadpleegd op 24-11-14, van http://stichtingb12tekort.nl/wetenschap/stichting-b12-tekort-artikelen/neuropsychiatrische-symptomen-vaneen-b12-tekort-niet-alleen-bij-ouderen-en-vaak-zonder-anemie/ Dementie en Alzheimer. (z.d), geraadpleegd op 28-11-14, van http://www.dementie-alzheimer.nl/ James Serpell, [online afbeelding], gedownload op 11-10-14, van http://www.med.upenn.edu/apps/my/images/faculty_pics/serp3388.jpg Prof. dr. Marie-José Enders-Slegers, [online afbeelding], gedownload op 24-11-14, van http://www.refdag.nl/polopoly_fs/2013_06_03_pkfle2_enders_5_fc_web_1_743484!image/2766981940.jpg Alois Alzheimer, [online afbeelding], gedownload op 28-11-14, van http://nowweknowem.com/2014/07/dr-emil-kraepelin-in-his-textbook-on-clinical-psychiatry-namesalzheimers-disease-after-his-colleague-dr-alois-alzheimer-today-in-1910-historiographer-nowweknowem/


Dwarsdoorsnede van de hersenen, [online afbeelding], gedownload op 28-11-14, van http://www.dementie-alzheimer.nl/ Overige foto’s (1, 2, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17) zijn zelf gemaakte foto’s. Symposium, Prof. Dr. Marie- José Enders-Slegers. Dier- ondersteunende interventies in het verpleegtehuis, Stichting Therapiehond Nederland. Op 20-11-14 de therapiehond, (januari 2014), Plantein persoonlijk in zorg Vellinga, A. (juli 2014), ‘Gouden’ therapie met hond Noura, Plantein in beeld, 7 (2), blz. 13 t/m 15 Mw. drs. E.I. Schippers en drs. M.J. van Rijn. (8 november 2012), Kamer brief over deltaplan dementie Enders-Slegers, M. (juni 2008), Ervaringen met dieren in de zorg, een beestenboel in de Nederlandse zorginstellingen? Denkbeeld, blz. 28 t/m 32 Salomons, A. (december 2013), een dier oordeelt niet. Brabants dagblad, blz. 19 Enders-Slegers, M. (2013), Antrozoölogie (over)leven met dieren. Oratieboekje


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.