BOKWERDDICTEE 5/11/14 - TEKST RIMMER MULDER 1. “Deze sympathieke mienskip coëxistentie van verschillende energiebronnen is alleen mogelijk als wij er gezamenlijk in slagen de gemoederen te apaiseren", zo besloot de manager communicatie van de gelegenheidsjointventure uit de elektriciteitssector zijn eloquente bijdrage aan de informatieavond over het voornemen een reeks solitaire windturbines rondom dit dorp op te richten. 2. De aanwezige voorzitter van Dorpsbelang, voor wie Fries spreken habitué was, bediende zich deze avond nadrukkelijk van 's rijks eerste taal om de ondernemers te vleien en bedankte de spreker voor diens bestekkelijke inleiding: ”Het kan wat mij betreft wel aangaan, het lijkt mij schoon toe. We moeten de lappen nu samen smijten." 3. Van achter uit de zaal liet de querulante , hoogopgeleide uitkeringsgerechtigde Gosse Ongemak luidkeels horen dat het hem al helemaal over was. “Dit spul heeft luizen. Meneer kan het mooi opzeggen maar wij zijn hier straks mooi aangeklauwd met die krengen. Wat nou mienskip? Schijtmerakels!", zo lichtte hij zijn assertieve interventie toe. 4. De aangesprokene keek beteuterd maar verwachtingsvol naar de als gespreksleider presiderende burgemeester, van wie hij veronderstelde dat deze zijn pappenheimers kende en dus deze authentieke inspreker alert en welluidende van repliek zou dienen. 5. Nog voor dat de deze een adequate reactie had kunnen formuleren, greep Bote Bijster de zaalmicrofoon en baste zijn eeuwige antagonist Ongemak toe: “Waar ben je nou op uit? Wat een afwaaid praat! Nou kan de boter ook hier eens geld gelden en jaag jij het spul meteen maar weer in de bulten", daarmee verwijzend naar het aanlokkelijke superdividend dat het dorp wachtte als de zwaar gesubsidieerde windturbines eenmaal gerealiseerd zouden zijn. 6. Na deze venijnige interruptie waren de rapen gaar in het auditorium van het multifunctionele dorpscentrum. Het jonge, goed