D I N S D A G 2 4 J U L I 2 018
Opnieuw is Harlingen volgende week vier dagen lang het decor van de tallships. De zestig indrukwekkende zeilreuzen, deelnemers aan de Tall Ships Races 2018, zorgen van 3 tot en met 6 augustus voor veel kijkspektakel in de havenstad aan de Waddenzee. In deze speciale Sailbijlage verhalen, interviews en zeilhistorie.
SAIL
TEKST MARSCHA VAN DER VLIES FOTO CATRINUS VAN DER VEEN
Magnifiek
Schepen en publiek, een beeld van Harlingen tijdens de Tall Ships Races in 2014. De eerste editie trok vier jaar geleden 300.000 mensen.
Prikken in de ziel Harlingen viert volgende week met vier dagen Tall Ships Races de vrolijkheid van het leven. De ra’s van de drie- of viermasters prikken dwars door sommige zielen heen.
H
et zit ergens in mijn ruggenmerg: de aanzwellende viool- en kopergeluiden van de Onedin Line. Als onze ouders op zaterdagochtend lagen uit te slapen, was het aan mijn zus en mij om te gaan dj-en met de platencollectie. Dat kon namelijk gemakkelijk omdat de platenspeler een plek had gekregen naast de bandrecorder. We dansten of zongen mee met The Platters, Frank Sinatra of Fats Domino. En we huilden om de Onedin Line. Niet dat we wisten waarom. En eigenlijk weet ik dat nog steeds niet echt. Maar ik denk dat we vreesden dat het schip op de hoes van het album schipbreuk leed op het moment dat al het koper op het luidst klonk. En dat, wanneer de muziek was uitgespeeld, de toppen van de masten echt onder water verdwenen. Omdat we zelf elk weekend op een boot zaten, konden we ons er van alles bij voorstellen wat er dan met je gebeurt. De fantasie nam het over en tegelijk was er ineens dat harde besef dat je blijkbaar niet overal zeker van kunt zijn. Dat schip met al zijn bolle zeilen staat gegrift in mijn geheugen. Ik denk dat veel mensen zo hun redenen hebben voor hun fascinatie voor tallships. Want dat was dat schip op de platenhoes, leerde ik veel later bij een intocht van Sail Amsterdam. In deze bijlage een voorproefje van wat er volgende week in Harlingen gebeurt bij de intocht van de tallships. En dan gaat het niet alleen om wat er zich afspeelt op de Waddenzee, in de havens, op de kades, in de stad. Het gaat vooral ook over wat er zich voltrekt in de jonge levens van de mensen, de 335 trainees die meezeilen op die schepen. Om hen is het de organisator Sail Training International (STI) te doen. Want zoekend ben je als je 16, 17, 18 jaar bent. Wie ben ik? Waaróm ben ik? Wat definieert mij? Wat zegt mijn afkomst over mij? Hoe geef ik zelf vorm aan mijn leven? Kwel-
Dat schip met zijn bolle zeilen staat in mijn geheugen gegrift lende, herkenbare vragen voor elke jongvolwassene en voor iedereen die dat langer of korter geleden is geweest. En daarmee boeiend voor iedereen. Niet dat een weekje zeilen met een tallship de juiste koers voor de rest van het leven zal bepalen. Mensen zullen immers altijd wendbaar moeten blijven, wat er ook gebeurt. Maar na een week op zee weten de jongeren hopelijk dat het tenminste zinvol is, dat leven. Dat ze zich ondanks zeeziek zijn, vermoeiende nachtwachten, misschien strijd met teamgenoten, staande hebben gehouden. Dit is de ervaring die STI al jarenlang bespeurt bij jongeren die deelnemen aan de Tall Ships Races. Die duw in een hopelijk goede richting is voor de Britse organisatie een flinke prikkel om jaarlijks races te organiseren waaraan jeugd kan meedoen. Er vloeit vaak ook van alles uit voort: vriendschappen, nieuwe invalshoeken. Maar vooral ook het gevoel dat wat je doet, telt. Sterker nog, als de taak die iemand aan boord krijgt, blijft liggen, klappert het zeil, daalt de snelheid, verlies je de race, blijf je op zee. En als je ooit op je grondvesten stond te trillen vanwege de klanken van de Onedin Line en je daarbij een fundamenteel besef kreeg dat alles niet altijd is zoals het lijkt, had je zo’n ervaring misschien wel best goed kunnen gebruiken.
Leven met het ritme van zon en wind, slapen onder de sterren: de magnifieke zeilschepen die deelnemen aan de tweede editie van de Tall Ships Races in Harlingen spreken altijd tot de verbeelding. Lees in deze bijlage alles over deze ‘Zwanen van de oceaan’ die volgende week met 335 jongeren aan boord van Noorwegen naar de Waddenzee varen. Onze verslaggever Marscha van der Vlies vaart mee, op de Artemis. Ze doet rond het vertrek uit de haven van Stavanger vanaf zaterdag 28 juli verslag over het leven aan dek, in deze krant en een blog op onze website lc.nl. Op vrijdag 3 augustus arriveren alle schepen in Harlingen, met jongeren die op de school van de zee hebben geleerd wie ze werkelijk zijn. Magnifiek. Sander Warmerdam, Hoofdredacteur Leeuwarder Courant
COLOFON Samenstelling Marscha van der Vlies Eindredactie Marja Boonstra, Gerda Douma, Roel Snijder Vormgeving Marjan Steenbergen Coverfoto Niels de Vries. Op de foto: Jarno Keuning uit Sneek (zie ook pagina 6/7). Telefoon bijlagenredactie 058 - 2845477 Email bijlagen@lc.nl
L E E U W A R D E R C O U R A N T D I N S D A G 2 4 J U L I 2 018 3
SAIL
Met de klok mee vanaf linksboven: de vaste crew maakt de Artemis klaar voor vertrek uit Harlingen, alle tuigage aan boord wordt in orde gemaakt, de vallen en schoten, eigenaar Jan Bruinsma (links) overlegt voor vertrek met de crew, scheepstrossen om de bolders, de luxe scheepsbar, eigenaar Jan Bruinsma op de driemastbark Artemis.
4 L E E U W A R D E R C O U R A N T D I N S D A G 2 4 J U L I 2 018
TEKST MARIA DEL GROSSO FOTO’S NIELS DE VRIES
Een lege bak met wat ribben. Dat was alles wat er overbleef toen Tallship Company Franeker in 1999 begon met de sloop en wederopbouw van de Artemis. De driemaster is nu een van de schepen die vanaf zondag met 335 jongeren van Stavanger naar Harlingen varen.
Artemis maakt indruk: ‘It moat wol wat lykje’ Paspoort Naam Artemis (godin van de jacht) Eigenaar Tall Ship Company Franeker (gebroeders Jan en Jelle Bruinsma) Soort Driemastbark Gebouwd 1926 in Oslo, Noorwegen Lengte 59 meter Breedte 7 meter Hoogte hoofdmast 31 meter Diepgang 3,75 meter Zeiloppervlak 1050 vierkante meter Hoogste snelheid 11 tot 12 knopen Thuishaven Harlingen Vaste crew gemiddeld acht werknemers Dagcharter 120 personen Hutaccommodatie 32 personen Zie ook: www.tallshipcompany.de/nl/
V
an verre prijken drie hoge masten boven Harlingen uit. Het is de Artemis, het witte tallship dat bij uitzondering weer eens even in zijn thuishaven ligt. In en om het schip is het een drukte van belang. De driemastbark wordt klaargemaakt voor de zoveelste reis om straks tijdens de Tall Ships Races van Harlingen wat langer in de stad te vertoeven. De Artemis is dan een van de schepen waarop trainees meevaren. De herbouw van de walvisvaarder tot charterschip was in 2001 klaar. Sindsdien voeren wel 100.000 mensen mee, schat eigenaar Jan Bruinsma uit Harlingen. ,,Gean mar nei. It is ús achttjinde seizoen, op in deitocht kinne 120 minsken mei en op meardeise tochten 32 oant 36.’’ De hoofdmoot van de opvarenden komt uit Duitsland. Bruinsma schat de boekingen uit dit land op 90 procent. Dat geldt ook voor de andere schepen van het bedrijf van de broers Jan en Jelle Bruinsma: de Atlantis, de Antigua en de Elizabeth. De Artemis vaart voornamelijk in de Oostzee, maar bestrijkt het hele gebied tussen Sint Petersburg en Brest. De Atlantis ligt het halve seizoen in de Middellandse Zee. Vaak volgeboekt voor tripjes naar Corsica, Ibiza of Sardinië. Maar zelfs als het schip vanuit Duitsland in één keer naar het gebied vertrekt en er drie weken achter elkaar alleen maar gevaren wordt, zitten de hutten vol. Het avontuur op het water trekt, weet Bruinsma. ,,De eleminten binne de baas. Dat binne wy net mear wend. Je moatte je hieltyd oanpasse, dat moatte wy as bemanning ek.’’ Mensen komen erdoor tot rust, merkt hij. ,,It berik fan de mobile telefoan falt al hiel gau út. De measten fine dat noch noflik ek.’’
FLAGGESKIP De driemastbark Artemis heeft een speciaal plekje in de harten van de broers. ,,It is ús flaggeskip. Wy binne der wiis mei en grutsk op omdat er sels boud is.’’ Het schip presteert goed en is daarmee ,,in fantastysk produkt’’ geworden, stelt Bruinsma. Vergeleken met hun andere drie schepen springt de Artemis eruit. Ten eerste vanwege de eigen wederopbouw, ten tweede omdat het ,,de beste siler’’ is en ten derde vanwege het onderhoud. Bij de renovatie is er goed over nagedacht dat het gevaarte simpel te onderhouden moest zijn. Natuurlijk moet er, net als op elke boot, wel eens een pomp of een stuk vloerbedekking vervangen worden of er moet een nieuwe koelkast in, maar elke winter een likje verf en de oliekwast er overheen en de Artemis kan weer met gemak een seizoen mee. Het dramatische ongeluk met de mastbreuk van de Amicitia in augustus 2016, waarbij drie mensen om het leven kwamen,
ging Bruinsma niet in de koude kleren zitten. ,,Dat kin by ús net barre. De mêsten binne fan stiel.’’ Niettemin is het zijn grootste nachtmerrie. ,,Wy farre nachts ek troch. Myn grutte eangst is datst op sa’n momint in gast ferliest.’’ Om onheil te bezweren deden de eigenaren in ieder geval wat in de scheepswereld gebruikelijk is. Ze veranderden de naam van het schip niet omdat dat ongeluk brengt en ze legden onder de mast een muntstuk. ,,Ik ha doe net ien muntstik dellein, mar fiif gûnen. Je wite mar noait.’’ Nu kan de Artemis niet omslaan, gaat Bruinsma stellig verder. In het schip zit 200 ton stabiliteit en het ligt ook nog eens diep. Zelfs al lig je aan boord in het water dat over de reling klotst als de wind het schip schuin legt, dan is er geen gevaar. Spannend is het wel, dat hoort hij altijd van de opvarenden. De Artemis werd in 1926 in Oslo gebouwd als walvisvaarder. Het is nooit 100 procent een zeilschip geweest, weet Bruinsma. Het schip had namelijk een specifieke taak: zo snel mogelijk de walvistraan, het product dat ontstaat door het uitkoken van het vetweefsel, naar de vaste wal brengen. Daarvoor beschikte de Artemis over een stoommachine. De zeilen dienden als hulp om extra vaart te zetten. Het werkgebied was het gebied rond de eilandengroep Spitsbergen in de Noordelijke IJszee. Tot eind jaren veertig deed de Artemis zijn werk op de Noordelijke en Zuidelijke IJszee. Omdat de walvisvaart afnam, werd er een vrachtschip van gemaakt. Vanaf de jaren vijftig voer het schip als kustvaarder tussen Azië en Zuid-Amerika. De Bruinsma’s troffen het in Denemarken aan waar het opgelegd lag. ,,Wy fûne it kasko moai en it skip hie de perfekte maat.’’ Dat het ook nog eens een snel casco was, bleek toen de Artemis na de herbouw aan wedstrijden mee ging doen.
Het ruim van de in 1926 gebouwde Artemis is nog authentiek en de tuigage is traditioneel.
Het was duidelijk dat alles boven de waterlijn vervangen moest worden, blikt Bruinsma terug. Maar ook onder water bleken enkele platen van het casco te dun. Omdat de broers toch bezig waren, werden deze meteen vervangen. Toch spreekt Jan Bruinsma van een traditioneel zeilschip. Het ruim is authentiek en de tuigage is traditioneel. Bij de wederopbouw vonden ze het originele kompas en de kompaspaal in het vooronder. Die prijkt nu op het dek. PASSAGIERS ,,Fansels dochtsto wol konsesjes.’’ Omdat er met passagiers gevaren wordt, kon het ruim niet zo blijven als het was. Integendeel: er zijn comfortale hutten gekomen met eigen douches, een luxe salon, een keuken en bar. De kok maakt vast onderdeel uit van de crew. Het moet goed zijn als bedrijven je schip huren voor teambuilding of om relaties uit te nodigen, vindt Bruinsma. ,,Dan mei it der binnenyn net útsjen as in jeugdherberch.’’ Dat het schip met zijn drie masten, waarvan de voorste twee dwarsgetuigd zijn, van buiten ook nog eens indrukwekkend oogt, is mooi meegenomen, oordeelt Bruinsma. ,,Dat wolle de stêden dy’t ús binnenhelje. It moat wol wat lykje.’’ Bruinsma is blij met de STI (Sail Training International uit Engeland), die de Tall Ships Races organiseert. De organisatie is een ambassadeur voor de zeilschepen, die overal draagvlak creëert voor dit varend erfgoed. De Artemis deed vaak mee in Ierland, Engeland en Noord-Frankrijk, maar dat is minder geworden omdat het economisch gezien niet uit kan, stelt Bruinsma. Hij mist tijdens die races zijn zakelijke klanten. Dat telt bij de Artemis zwaarder dan bij andere tallships, voegt hij eraan toe. Veel van dit soort schepen zijn eigendom van een regering of universiteit, waardoor zakelijke inkomsten minder belangrijk zijn. Er zijn steden die het prima aanpakken, is de ervaring van Bruinsma. Zoals Rouen, Brest, Hamburg, Kiel, Rostock, Stavanger en Esbjerg. Vooral Duitse steden weten Tall Ships Races of andere Sails ook voor de Artemis aantrekkelijk te maken. Tegelijk met de uitnodiging volgt of een ‘appearance fee’ (beloning voor deelname) of de organisatie zorgt ervoor dat je charterschip gedurende het evenement volgeboekt is. Dat mist Bruinsma in Harlingen. Als het schip op 3 augustus finisht in de Friese havenstad, blijkt het moeilijk te zijn bedrijven te interesseren voor een vaart. ,,It sjit mar net op mei it bedriuwslibben. Harns krijt der de fingers net efter, liket it wol. Dat skeelt ús ynkomsten. Wy moatte wol ús eigen broek ophâlde.’’ Toch maakt de schipper voor Harlingen graag een uitzondering, al was het maar om de Ouwe Seunen tegemoet te komen. ,,Ik wol dat geseur net hawwe fan: wêr binne jim?’’
L E E U W A R D E R C O U R A N T D I N S D A G 2 4 J U L I 2 018 5
SAIL Drie Friese jongeren geven een inkijkje in hun ziel voor hun zesdaagse tocht op de driemastbark Artemis van Stavanger naar Harlingen. Van hopen op een storm tot na een zwaar jaar toe zijn aan een nieuw perspectief.
Zeilen en dromen ‘Ik wil zelfvoorzienend leven’ hoe mensen daar anderen voor de gek houden door een masker op te zetten. Ik vraag me echt af waarom mensen dat doen. Waarom maak je je dingen zo openbaar? Het leven gáát daar helemaal niet over. Mijn vriendje heeft een oude mobiel waar hij alleen maar op kan whatsappen. Als ik zie dat hij twee dagen niet online is geweest, dan heb ik daar respect voor.’’
Ik heb wel een grote mond, doe allerlei avontuurlijke dingen, maar waar ben ik nu echt van gebakken? Kan ik op mijn benen blijven staan? En kan ik de verantwoordelijkheid werkelijk aan?
A
ukje de Boer (17) uit Harlingen stelt zichzelf levensvragen. En hoopt op een antwoord midden op zee. Want zij zeilt mee op de Artemis, vanaf komende zondag tot de Sail In volgende week vrijdag. Ook verlangt ze naar golven van liefst 12 meter hoog. ,,Wie kan dát zeggen? Dat die gevaren heeft op golven van 12 meter hoog? Ik hoop, ik hoop, ik hoop op een storm.’’ Ze doet de mbo-opleiding AV-specialist bij het Friesland College. Bij het maken van video’s ligt haar talent. ,,Muziek is mijn grootste passie. Als ik muziek hoor, zie ik gelijk beelden in mijn hoofd. Mijn docenten zeggen ook dat ik goed emoties kan overbrengen via beeld.’’ Net heeft ze een kunstwerk klaar dat te zien is in Keramiekmuseum Princessehof in Leeuwarder. Het is een eclectisch werk, zegt ze. ,,Als je het dan toch een naam wilt geven.’’ Het is een veelkleurige constructie met veel soorten materiaal, lampjes, frutsels, knopjes en daarin speelt een video. ,,Je kunt draaien aan knopjes en alles voelen. Ik vind niet dat er beslist een verhaal of een lijn in kunst hoeft te zitten. Dit heeft geen boodschap. Eigenlijk is het een dikke vinger naar kunst met een boodschap. Ik vind dat altijd zo geforceerd. Dit komt gewoon uit mijn hoofd. Dát is de boodschap.’’ Aukje heeft een droom en zeilen helpt haar mogelijk in de richting haar droom te verwezenlijken. ,,Ik wil mijn kinderen opvoeden in the middle of nowhere. Ik wil zelf-
6 L E E U W A R D E R C O U R A N T D I N S D A G 2 4 J U L I 2 018
voorzienend wonen en leven in Canada. Als ik weet hoe ik me moet staande houden op een schip, zeilend, helpt me dat ongetwijfeld.’’ ,,Ik wil mijn kinderen goed opvoeden. Ik ben onzeker vanwege de beauty standards die vooral meisjes worden opgelegd. Ik wil mijn kinderen dat niet aandoen. In landen waar mensen de hele dag bezig zijn om voor zichzelf te zorgen, in leven te blijven, komt depressie niet voor. In de winters heb ik daar wel last van. Altijd bezig zijn, helpt.’’ TUSSENKOP Op een zeilschip midden op zee gelden geen beauty standards meer. ,,Daar denk je niet: ‘hoe zit m’n haar’ als je aan het werk moet. Dat haar moet gewoon omhoog. Je denkt ook niet: dat shirt past niet bij mijn broek. Het is koud en je moet gewoon die trui aan. Dan oordeel je niet meer, over jezelf niet en ook niet over een ander. Zo zou het moeten zijn.’’ Ze kijkt ernaar uit zich alleen maar te focussen op het leven aan boord. Zes dagen lang niets anders dan dat. Klein zijn op een machtig schip. ,,Heel cool is dat. Niets anders dan aan touwen trekken, schoonmaken, werken. Zonder dat er ruimte is te verlangen naar wifi of tv.’’ ,,Het dagelijkse leven is saai’’, vindt ze. En dan niet hoe zij haar leven invult - met vooral veel muziek en tekenen – maar hoe anderen dat doen. ,,Met hun smartphone, likes vergaren op Facebook of Instagram. Ik zie
Aukje de Boer
TWEEDE KANS De Harlingse woont bij haar moeder. Haar twee oudere zussen zijn het huis uit. Ze is zelfstandig, kan zich prima redden als haar moeder besluit een week weg te gaan. ,,We hebben het niet breed thuis. Die 1150 euro voor de zeilweek kan ik echt niet ophoesten.’’ Dat de gemeente haar subsidie geeft om toch mee te doen, daar is ze oneindig dankbaar voor. ,,Vier jaar geleden vond ik die schepen al zo gaaf. Geweldig hoe groot ze zijn. Toen was ik te jong om mee te gaan en ik besloot me beslist op te geven als het er weer zou komen. Alleen was ik dat vergeten, helaas.’’ Ze kreeg een tweede kans. Al langer laat Aukje haar gezicht geregeld zien bij het jongerenwerk Harlingen. Om te chillen onder in MFC Het Vierkant. Het jongerenwerk zocht voor de gemeente Harlingen contact met jongeren die wel mee willen zeilen met de laatste etappe van de Tall Ships Races, maar daar zelf nooit de middelen voor zouden hebben. ,,Iemand zegde af en toen zochten ze nog een avontuurlijk persoon om mee te gaan. Gellukig dachten ze aan mij. Het trekt me vreselijk, al heb ik geen idee wat me precies boven het hoofd hangt. Maar misschien raakt het me wel zo erg dat ik mijn dromen moet bijstellen.’’
TEKST MARSCHA VAN DER VLIES FOTO’S NIELS DE VRIES
‘Dit was mijn slechtste jaar ooit’ Een vrolijk gezicht, een prachtige rij tanden. Oranje oogschaduw aan de zijkant van haar ogen, het strakke zalmroze truitje past er precies bij.
I
na Stach (17) voelt zich thuis in Harlingen. Ze gaat naar 5 vwo op Simon Vestdijk als ze ten minste een zes haalt op Nederlands. Voor haar is het ingewikkeld de gezegdes te begrijpen en gebruiken. En hoe lastig is het wanneer blijkt dat de spreektaal die je je eigen hebt gemaakt ineens vol met taalfouten blijkt te zitten. Vijf jaar woont ze in Nederland. Het was het beste wat ze kon doen toen ze in de zomer van 2013 bij haar vader op vakantie kwam. Hij onderhield zijn Poolse gezin al vanaf Ina’s eerste levensjaar door in het buitenland te werken. Nu last hij alweer jaren bij metaalbedrijf Oreel in Hallum. In Polen had Ina het lastig op school. Kinderen waren veel meer dan hier bezig met status en rijkdom. Ze had geen aansluiting bij de meisjes uit haar klas. Sterker, ze staken op nare manieren de gek met haar. In Nederland blijven, dat was haar droom. ,,Ik zag ook dat mijn moeder het zwaar had met de zorg voor drie kinderen.” Mijn broertje is 13 en mijn zusje is 6 jaar. En nu, vijf jaar later, zien ook haar ouders dat overnieuw beginnen met opbouwen van het leven in Nederland een goede stap is geweest. SPANNINGEN Maar gemakkelijk is het allerminst. ,,Het duurde lang voordat mijn moeder haar draai hier vond. Mijn moeder sprak geen Neder-
lands en Engels. Tussen mijn ouders ontstonden er spanningen en ik zat er eigenlijk tussenin. Ik probeerde met allebei te praten, zodat ik er daarmee voor zorgde dat mijn broertje en zusje geen last van de ruzies zouden krijgen. Vooral mijn zusje bescherm ik.” Maar die rol is niet eentje die een 17-jarige moet spelen, realiseert ze zich sinds een maand of zes. Toen durfde ze toe te geven dat het eigenlijk helemaal niet zo goed ging met die ogenschijnlijk vrolijke meid. Al jaren kampte ze met onverklaarbare buikpijnen. Dat bleek door stress te komen. Ze ging gebukt onder depressieve gevoelens en speelde met de gedachte er een einde aan te maken. Inmiddels is ze onder behandeling bij de GGZ in Leeuwarden en heeft ze de zaken veel beter op een rijtje. ,,Het maakt me veel minder uit dan eerst wat anderen van mij vinden. Ze moeten me nemen zoals ik ben.” Maar de vraag wie ze dan is, houdt haar ondertussen erg bezig. Een weekje meezeilen op de Artemis tijdens de Tall Ships Races gaat haar een deel van de oplossing van die puzzel geven hoopt ze. ,,Er gaat veel gebeuren, ik zal me waarschijnlijk heel snel ontwikkelen. Al voelde ik vooral dat ik mee wilde doen, omdat er iets leuks moest gaan gebeuren. Dit was een slecht jaar.” Ina werd, net als negen andere jongeren
uit Harlingen, benaderd door jongerenwerkster Ellen Uivel.
Ina Stach: ,,Ik klim hoe dan ook, wat er ook gebeurt, gewoon hoog de mast in.’’
ZATERDAGBAANTJE ,,Ellen kende mijn verhaal. Nooit was het mezelf of mijn ouders gelukt dat geld bij elkaar te sparen. Ik verdien per maand ongeveer 100 euro met mijn zaterdagbaantje bij de Hema in Harlingen. Mijn ouders leggen ook een bedrag in. Ik wil niet dat de gemeente alles betaalt, dat voelt voor mij niet goed.” Over het aanbod van Uivel hoefde Ina niet lang na te denken, al heeft ze geen idee wat haar precies boven het hoofd hangt. ,,Misschien heb ik ooit een uurtje op een boot gezeten, meer niet. Dus alles wordt nieuw en anders. Wat me vooral geweldig lijkt, is het ontmoeten van mensen uit allerlei landen. Mensen die me verder kunnen helpen, nu of later in mijn leven. Ik zie ons ’s avonds al aan dek zitten met een lampje, pratend over van alles.” Over haar eigen rol in de groep denkt ze dat ze vooral uit is op harmonie. ,,Ik ben niet een typische leider, maar als het me in de schoot wordt geworpen, wil ik het perfect doen. Dat is het wanneer iedereen zich prettig voelt in de groep. Sowieso denk ik dat ik het groepsproces, hoe iedereen zich gedraagt, het interessantst vind. Al klim ik ook hoe dan ook, wat er ook gebeurt, gewoon hoog de mast in, no matter what.”
‘Als je samen zeilt, leer je elkaar kennen’ Het was twee jaar geleden bij de Harlinger Visserijdagen dat Jarno Keuning (16) uit Sneek zich opgaf voor de Tall Ships Races. De pas geslaagde student matroos binnenvaart doet niets liever dan zeilen.
T
oen hij 12 was en zich oriënteerde op een opleiding raakte hij gelijk bevangen toen hij de Maritieme Academie in Harlingen binnenstapte. ,,Ik zei meteen: ‘Dit is de school waar ik heen wil’.’’ Dat hij op zijn 12de het ouderlijk huis in Sneek moest verlaten om in Harlingen intern te gaan wonen, vond Jarno geen probleem. Zijn moeder Esther dacht nog even: ‘dit ebt wel weg’. Maar dat was niet zo. ,,De school is niet al te groot, iedereen kent elkaar. Het is net een klein dorp en dat vind ik fijn’’, zegt Jarno. In het tweede jaar van zijn opleiding zocht hij een stageplaats. Via Facebook plaatste hij een oproep en Jan Bruinsma van de Tallship Company in Franeker reageerde. ,,Op het tallship de Antigua heb ik een week klusjes gedaan.’’ Het beviel van beide kanten, want een tijdje later mocht de matroos in opleiding meezeilen op de Artemis. ,,Dat schip vond ik leuker. Dat kwam ook omdat ik niet alleen klusjes deed, maar ook bij de bemanning hoorde. Als je samen zeilt, dan leer je elkaar kennen.’’ Het liefst vaart Jarno mee naar verre oorden met extreem weer. De Zuidpool, de Faeröer Eilanden. ,,Als je zeilt, hoor je niets.
de foto’s een stoere, trotse, breed lachende Jarno bij of op schepen die tenminste twee masten hebben. Aan de keukentafel van zijn ouderlijk huis maakt hij weinig woorden vuil. ,,Ik geef niet meer inhoud dan nodig is.’’ Aan boord komt die eigenschap maar wat handig uit. ,,Ik draai liever niet om de dingen heen.’’ Op het schip moet je heel direct zijn. ,,Dan zijn er gasten die toch weer op het voordek gaan staan. Had ik al drie keer gezegd dat ze dat niet moeten doen. Het is er niet altijd veilig en soms moet ik snel handelen, dan wil ik niet dat er iemand in de weg staat.’’ En dan zet hij wel eens zijn troef in. Die weinige woorden kunnen wel eens met flink wat kracht uit zijn keel komen.
Alleen een klapperend zeil of een touw dat ergens tegenaan tikt.’’ Jarno is niet een man van smartphones, die mist hij geen moment op zee. ,,Ziet hij een schip dan heeft hij een smile van oor tot oor’’, vult moeder Esther aan. DISCIPLINE Hoe lastig het ook was dat hij vertrok op zijn 12de, ze is trots op wat haar zoon nu doet en is. ,,Hij is snel volwassen geworden, heeft discipline.’’ In september begint hij de opleiding voor maritiem officier alle schepen die vier jaar duurt. Na twee jaar studie in Harlingen vertrekt hij daarna naar IJmuiden voor twee jaar. In die laatste twee jaar is hij bovendien twee keer een half jaar op zee voor stage. Tot die tijd hoopt hij zoveel mogelijk te zeilen. Op zijn droomtocht van volgende week wacht hij al twee jaar, sinds hij zich bij de Visserijdagen opgaf. Het geld ervoor (1150 euro) moest hij zelf bij elkaar brengen. Hij zette hiervoor sponsoracties op, onder meer via de site doneeractie.nl waarmee hij meer dan 700 euro verwierf. Op de facebooksite van zijn moeder staat een fotocollage van Jarno. Begeleid door het liedje Sailin’ Home van Piet Veerman tonen
Jarno Keuning: ,,Ik draai liever niet om de dingen heen.’’
FEESTWEEK In juni voer hij twintig dagen mee op de Artemis als matroos naar de feestweek in Hamburg en de Kieler Woche om in Den Haag bij de finish van de Volvo Ocean Race te eindigen. Het schip is dus bekend terrein. In hoeverre gaan de Tall Ship Races Jarno dan nog iets nieuws brengen? ,,In Duitsland maakten we vooral dagtochtjes met ouderen en zeilden we niet zoveel. Dat zal volgende week wel anders zijn als er allemaal jongeren aan boord zijn. Ook wil ik beslist winnen. De Artemis is een snel schip, ik denk dat we een kans maken.’’ Esther vraagt zich af of hij zich echt gaat mengen tussen de jongeren of dat hij toch kiest voor de veilige, bekende wereld van de bemanning. ,,Ik denk zelf het laatste. Een leerpuntje.’’
L E E U W A R D E R C O U R A N T D I N S D A G 2 4 J U L I 2 018 7
SAIL
TEKST MARSCHA VAN DER VLIES FOTO NIELS DE VRIES
De mannen van de armada heid om vanaf het water de binnenkomende armada goed te bekijken. ,,Vorige keer stremden we de haven en de sluizen tussen 11 uur ’s ochtends en 4 uur ’s middags. Toen waren er momenten dat er tijdenlang niets gebeurde en er niets te zien was voor het publiek in de haven. Dat beviel niet. Het gaf veel ergernis en onbegrip bij wachtende schepen. Dus zijn we nu flexibeler. We geven toch ruimte voor pleziervaart om in- en uit te varen, mits hiervoor plek is.’’ Die ruimte leidt overigens ook tot klachten bij sommigen. ,, Het geeft namelijk meer onduidelijkheid, want we kunnen niet op voorhand zeggen wanneer doorvaren wel en niet kan. Het risico bestaat dat je een tijd moet wachten.’’ Ook op zee kan de pleziervaart meer zijn gang gaan dan in 2014. Bij de vorige editie was het verboden de stroom van binnenkomende tallships te doorkruisen. Meevaren richting Harlingen kon alleen als de recreanten helemaal doorvoeren naar de Vlieree (tussen Vlieland en Terschelling) en daar, waar ruimte is, keren richting Harlingen. ,,Nu mogen schepen mits ze toestemming krijgen in alle vaargeulen tussen Harlingen en de eilanden invoegen.’’
Danny Munnikes (links) en Dirk Klinkenberg in het havenkantoor van Harlingen.
D
e telefoon gaat op de bovenste verdieping van het havenkantoor aan de Harlinger Waddenpromenade. Een Harlinger belt. Er dreigt een tribune om te waaien op het kaatsveld. Hij vond het niets voor de brandweer. Nee, dan bel je het havenkantoor. Danny Munnikes lacht er hartelijk om. De havenwacht zegt dat hij precies merkt wanneer het stadhuis niet meer bereikbaar is. ,,Dan bellen ze ons. De mensen denken zeker dat wij alles wel kunnen oplossen.’’ Het lijkt er in dit geval toch ook op. Munnikes belt een contact en die stort zich erop. ,,We weten wel precies wat er speelt in Harlingen’’, zegt hij terwijl hij zijn ogen over de vaargeulen in de Waddenzee laat gaan. Munnikes en zijn collega havenmeester Dirk Klinkenberg hebben grote vraagstukken op hun bord liggen. Zij zijn het die de veiligheid in de haven moeten regelen tijdens de Tall Ships Races. Klinkenberg slaat een dikke map open. ,,Kijk, de Artemis vaart vrijdag vijf voor half vier de haven binnen. Om kwart voor vier ligt ze aan de kade, naast de Sorlandet.’’ Klinkenberg weet precies waar. De hele planning van de zestig tallships regelt hij met hulp van collega’s van allerlei organisaties, zoals Rijkswaterstaat en de provincie. Eind juni als het gesprek plaatsvindt, is de planning nog aan allerlei nieuwigheden onderhevig: komt het zeiljacht van Team Brunel van de Volvo Ocean Race nu wel of niet? En zo ja, waar moet het schip met een diepte van 5 meter liggen? Die puzzel is voor Klinkenberg en zijn collega’s. Inmiddels is duidelijk dat de Brunel niet komt. DWARSSTROOM Zeker is dat de grootste schepen op een vastgesteld tijdstip de haven van Harlingen moeten invaren: op het moment dat de vloed op zijn hoogtepunt is. ,,Bij de havenmond staat op andere momenten een flinke dwars-
Met een flinke dwarsstroom komt een beetje tallship niet tussen de Harlinger pieren. Hoe de armada volgende week vrijdag veilig binnenkomt, regelen Dirk Klinkenberg en Danny Munnikes.
stroom. Schepen van 100 meter en langer moet je daar dan niet willen hebben. Die worden weggezet door de stevige stroom.’’ Bij de voorbereiding van de tweede editie van de race in Harlingen kan Klinkenberg teren op de ervaringen van vier jaar geleden. ,,We vinden niet twee keer het wiel uit.’’ Toch is hij alweer twee jaar aan de gang met de speciale werkgroep die alles regelt rondom het scheepvaartverkeer, het ligplaatsbeheer en de voorbereidingen voor eventuele incidenten. In tegenstelling tot vier jaar geleden heeft de pleziervaart deze editie wel de mogelijk-
BRUINE VLOOT Behalve een plek zoeken voor de majestueuze schepen moet er ook ruimte blijven voor de vaste gasten. De charterschepen van de bruine vloot komen op verschillende plekken te liggen. Een aantal ligt in de Vluchthaven waar ze zichzelf promoten. Een deel ligt in de Nieuwe Willemshaven om met gasten naar buiten te kunnen en een flinke groep ligt langs de kade aan het Van Harinxmakanaal. Om de vloot tot in de puntjes voor te bereiden op hun aankomst in Harlingen reist Klinkenberg nog naar vertrekhaven Stavanger. ,,Hier geef ik ze een briefing over de Sail-in in Harlingen. Ik vertel over de ligplaatsen, wie loodsen meekrijgt en de Kruzenshtern kan ik andermaal geruststellen. Vorige keer kregen ze een te kleine sleepboot die bijna onder water werd getrokken door het schip. Nu hebben we een grotere sleper aan ze gekoppeld.’’ In Harlingen krijgen alle schepen bovendien een liaison die de bemanning alle nodige informatie kan vertellen. Het gaat dan bijvoorbeeld om plekken waar ze water en voorraden kunnen bunkeren. Alles loopt volgens planning, verzekert Klinkenberg. ,,Alleen het weer kan een kink in de kabel geven. Als er een aantal dagen een harde oostenwind staat, kan het peil met eb gemakkelijk nog eens 30 tot 40 centimeter extra dalen. Dan moeten we andere scenario’s uit de kast trekken.’’ Hij speculeert er liever niet op, maar dan gaat het om ankeren en toch aanleggen in de Industriehaven. ,,Dat vraagt wel om een zeer grote ingreep. Het Dokje en de Willemshaven zijn tot de maximale diepte gebaggerd. We hebben alles gedaan wat we konden.’’
Harlinger havenmeesters hebben handen vol aan tallships
Volschip
Volschip Een schip heet een volschip als alle masten vierkantgetuigd zijn, dus voorzien van ra’s. Een tweemastvolschip wordt vaak een brik genoemd. Een driemaster wordt ook wel fregat genoemd, maar van oorsprong alleen als het om een oorlogsschip ging. In 1902 is zelfs een vijfmast volschip gebouwd: de Preußen van rederij Laeisz in Hamburg. Het had een zeiloppervlakte van 5560 vierkante meter. Acht jaar later verging het voor de kust bij Dover.
Driemastbark
Viermastbark
Bark De bark (barque, barca = boot) was het meest voorkomende zeilkoopvaardijschip uit de negentiende eeuw, met drie en later ook wel meer masten. Alle masten behalve de achterste zijn vierkantgetuigd. In de zeventiende eeuw werd met ‘bark’ een kleine tweemaster voor koopvaardij en visserij aangeduid. Deze barkjes hadden slechts één dek zonder opbouw. De grote mast stond vrijwel midscheeps, de fokkemast zeer ver naar voren.
Barkentijn
Barkentijn Een barkentijn is een lastig gevalletje want het is een mengvorm van een schoener, bark en brik. Daarom wordt ze ook wel barkschoener of schoenerbark genoemd. Het is een zeilschip met drie of meer masten, waarvan de fokkemast dwarsscheeps is getuigd en de overige masten langsscheeps. De barkentijn is rond 1800 ontstaan. Het scheepstype is vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw in gebruikgenomen tot het einde van de grote zeilvaart in de jaren dertig.
L E E U W A R D E R C O U R A N T D I N S D A G 2 4 J U L I 2 018 13
SAIL
Niets dan een wandeling door de oudste stad van Friesland kan beter tonen wat de Tall Ships Races Harlingen brengt. Maar burgemeester Roel Sluiter, hoewel naar eigen zeggen fit als altijd, komt op andere gedachten.
V
ia het zonnepontje De Jonge Seun is het gevoel van het evenement natuurlijk het best over te brengen. Hoewel het volgende week ,,stralend mooi weer wordt’’, belooft hij. Maar half juni, wanneer dit gesprek plaatsvindt, is het dat niet. Uit het noordwesten staat een straffe wind. De bemanning van het aluminium pontje slaat zich er puik doorheen en Sluiter heeft in de haven zijn zeebenen – die hij wel zegt te hebben - niet nodig. In de Willemshaven worden de tallships volgende week niet alleen aan de kade afgemeerd, maar ook de steiger parallel aan de Zuiderpier ligt straks vol. ,,We zorgen nog voor een afrastering, zodat het bij drukte toch goed begaanbaar is.’’ Bovendien liggen de schepen rijen dik, met de grootste aan de kade en kleinere ernaast. ,,Er was een schip dat hierover klaagde, omdat ze langszij bij een groot schip moesten. Ze waren bang dat ze in het niet zouden vallen.’’ Behalve een wijziging in het havenplan was er de geruststelling dat van de overkant de schepen in elk geval goed te zien zijn. Deze opstelling moet vooral het gevoel bij de bezoekers overbrengen dat het vol ligt in de haven. ,,Dat geeft zo’n magisch beeld.’’ Dat de westelijke muur van een van de loodsen van Carex verloederd lijkt, hier en daar betimmerd met hout, doet voor Sluiter niets aan de charme af. ,,Het moet hier ook niet te mooi worden. Hier past het ruige, industriële en historische van vroeger. Het Entrepotgebouw is weliswaar gerestaureerd, maar heeft zijn stoere karakter behouden.’’ De bouw van het Badhuus is een obstakel in de Willemshaven. Dat is volgende week niet af, terwijl de bouw al wel moest beginnen uit angst voor verlies van subsidies. ,,We hangen er iets moois omheen.’’
KLAPPER Harlingen borduurt voort op de ervaring die de stad in 2014 had met de organisatie van de eerste Tall Ships Races. Het bracht de stad destijds een omzet die geschat wordt tussen de 3,7 en 7,3 miljoen euro. ,,Het was een klapper voor de horeca en de middenstand.’’ Voor de gemeente Harlingen liep het financieel minder rooskleurig af. Er was gere-
10 L E E U W A R D E R C O U R A N T D I N S D A G 2 4 J U L I 2 018
Bburgemeester Roel Sluiter van Harlingen: ,,Ik denk dat de Tall Ships Races Harlingen geluk brengen.’’
‘We zijn met de tallships méér geworden’
kend op meer bezoekers waarvoor navenante aantallen beveiligingsmensen waren ingehuurd. In al het enthousiasme hield de organisatie rekening met 350.000 mensen over vier dagen. Het werden er een kleine 200.000. De rekening voor de gemeente Harlingen bedroeg 789.500 euro, meer dan de twee ton plus twee ton lening die was afgesproken. Dus nu houdt de gemeente duidelijk meer de hand op de knip. Er gaat niet meer dan een half miljoen uit. ,,Daar kunnen we goed mee uit de voeten’’, aldus Sluiter half juni. ,,Ook de organisatie, de stichting Harlingen Sail, loopt op budget.’’ En als het niet zo blijkt te zijn, staat de gemeente Harlingen wel aan de lat. ,,Sail Training International sluit contracten af met gemeenten, niet met stichtingen.’’ Bijzonder vindt Sluiter dat Harlingen de enige van de vier steden is die niet zelf de organisatie in handen heeft van het evenement, maar een aparte stichting daarvoor in het leven heeft geroepen. ,,Die andere drie steden van de wedstrijd - Esbjerg, Sunderland en Stavanger - zijn bovendien allemaal steden met meer dan honderdduizend inwoners. Die gemeenten hebben een groot ambtelijk apparaat ter ondersteuning. Wij niet. Dat we dit voor elkaar krijgen, is best bijzonder voor een klein stadje als dat van ons.’’ Toen Sluiter in 2014 aantrad als burgemeester, was het besluit al genomen dat de eerste editie van de Tall Ships Races zouden
worden georganiseerd. ,,Er was geen weg meer terug. Ik heb wel eens gedacht: gaat dit wel goed, is het niet te groot? Maar op een verregende zaterdagmiddag na en die uitschieter in de kosten voor de veiligheid, is het goed gegaan. Ik ben die dagen ik weet niet hoe vaak op mijn schouders getikt, mensen die zeiden dat ik wel heel trots zou zijn.’’ De prestatie van toen bracht Harlingen veel goeds, meent Sluiter. In de jaren ervoor was de stad getekend door het schisma die de afvaloven in de stad had veroorzaakt. Dat zwakte wel af door de discussie over het verdwijnen van de gemeente Harlingen door gemeentelijke herindeling. Toen kregen Harlingers het idee dat ze het ergens over eens konden zijn. Een groots feest bracht maar weer mooi het een en ander samen, gelooft Sluiter. Hoewel er toen ook wel sprake was van scepsis. ,,Men dacht dat het ten koste zou gaan van kleine typische Harlinger evenementen. Dat gevoel heerst nu minder. Bij een enkeling misschien. En sjanteren (Harlingers voor zeuren - red.) mag natuurlijk.’’ Maar de burgemeester zou tegen die mensen willen zeggen: ,,Geniet er alsjeblieft van.’’ De schippers van De Jonge Seun manoeuvreren ondanks de wind moeiteloos door de Zuiderhaven. Harlingers zwaaien en roepen vanuit de appartementen van St. Hubertus. ,,Zij kunnen die vier dagen niet even met hun auto overdag naar huis wanneer ze dat
TEKST MARSCHA VAN DER VLIES FOTO NIELS DE VRIES
Gesjanter en blijdschap Een woensdagavond aan de Noorderhaven in Harlingen. De kom ligt vol met zeilschepen. Wandelaars genieten van de kalme zomeravond. Een koppel schiet café De Pijpenla in. Ze komen uit Egmond en vallen middenin een discussie over de Tall Ships Races. Wat levert het vierdaagse evenement nou werkelijk op volgens de Harlingers zelf? Kroegbaas Paul ter Bruggen is weinig optimistisch. ,,Ondernemers mogen niks. Om elf uur ’s avonds moet alles afgelopen zijn, geen livemuziek, zelfs niet in de kroeg.’’ Oh ja, hij vond het vier jaar geleden wel gezellig. ,,Ja, Harlingen blijft een stad van sjanteraars’’, zegt Jikke. De wat oudere dame drinkt een witte wijn aan de bar. Ze kijkt erg uit naar het feest. ,,Het brengt reuring in de stad.’’ Daarin is Paul het met haar eens. ,,Door de tallships zien mensen Harlingen wel.’’ Maar tegelijk vreest Jikke dat de middenstanders er maar weinig aan hebben. ,,Daar maak ik me zorgen over. Het evenemententerrein is eigenlijk buiten het centrum gelegen. Die mensen moeten wel allemaal de stad in. Of dat gebeurt is maar de vraag. Misschien zijn ze wel net als al die eilandgangers die nooit de stad in lopen, laten ze het centrum links liggen.’’ Een jongere gast van de Pijpenla ziet wel degelijk de gunstige effecten van de Tall Ships Races van 2014. ,,Je ziet dat er nu van alles in de Willemshaven gebeurt. Die ontwikkelt zich heel snel. Ik weet niet of dat rechtstreeks te maken heeft met het feest van vier jaar geleden, maar ik denk wel dat het balletje toen is gaan rollen.’’ Jikke: ,,Laat alle mensen maar weer lekker komen. We kunnen hier wel wat gebruiken.’’
willen. Voor sommigen is dat lastig, want er wonen veel senioren. Maar ze zitten wel eerste rang.’’ De Zuiderhaven is de plek waar de bklasse schepen aanmeren. Dit zijn ook klassiek getuigde schepen, maar kleiner dan 40 meter. Het pleintje voor Pakhuis de Zon is de plaats waar het het shantykorenfestival wordt gehouden. POSITIEF Maar wat doet zo’n evenement precies voor Harlingen? ,,De Tall Ships Races voegen iets toe aan wat Harlingen is, los van het plezier, de vrolijkheid en levendigheid op de korte termijn. We zijn met de tallships méér geworden. Dit is een uitbreiding van dat wat je als stad bent. Als mensen voortaan aan Harlingen denken, dan denken ze ook aan de kenmerken die de stad bij hen oproept. Met zo’n evenement is dat alleen maar positief. Het is zoals Amsterdam meer is vanwege Ajax.’’ Wat dat dan brengt? Het kunnen die rijke Zwitsers zijn die, omdat ze het er zo mooi vonden, een statig pakhuis kochten op de Noorderhaven en het in oude luister herstelden. ,,Ik mocht er binnenkijken. Het ziet er fantastisch uit. Het is een geluk voor de stad dat ze dit hebben gedaan. Een volgende keer is het een ondernemer die kansen ziet.’’ ,,Ik denk dat de Tall Ships Races Harlingen geluk brengen. Er gaan veel dingen goed in de stad. We zitten in een positieve beweging
‘Dit is goed voor het zelfvertrouwen van Harlingen’
en we doen er alles aan om die vast te houden. Dit soort evenementen helpt daarbij. Ze bieden een goede voedingsbodem voor meer. Het maakt de stad sympathiek’’, zegt de burgemeester. Sluiter wijst erop dat Harlingen er ook positief uitspringt ten opzichte van de omliggende gemeenten. ,,We zijn natuurlijk klein. We zijn omringd door grote gemeenten als Waadhoeke en Súdwest-Fryslân, maar wij hebben dít. Het is goed voor ons zelfvertrouwen.’’ Alle reden om in te zetten op een derde editie van de Tall Ships Races. ,,Ik weet overigens niet of je het altijd moet blijven doen. Er moet ook weer ruimte zijn voor iets nieuws.’’ Maar voorlopig mengt Harlingen zich in de strijd om de races in 2022.
Zwanen van de oceaan Ze zijn allemaal even prachtig, maar ook allemaal verschillend. Drijft er nou een schoener voor je neus, is het een brigantijn of toch een barkentijn? En wat is het verschil tussen een brik en een bark? De tientallen zwanen van de oceaan die in het centrum van Harlingen dobberen zijn allemaal net een tikje anders. Een, twee, drie of vier masten? Zeilen aan een ra of spier of juist aan gaffels en gieken. Verspreid door deze bijlage zijn ze allemaal terug te vinden. Dwarsgetuigd: de zeilen zijn vastgemaakt aan een ra of spier die dwarsscheeps aan de mast of steng zijn bevestigd. Langsgetuigd: de zeilen zijn in de lengte bevestigd op diverse masten en stagen, al dan niet met behulp van gaffel of giek. Vierkantgetuigd: zeegaande schepen hadden vroeger vierkante zeilen. Nou ja, ietwat trapeziumvormig.
Schoener
Tweemasttopzeilschoener
Driemastschoener Aan de Tall Ships Races doen verschillende grote schepen mee die in vier verschillende klassen uitkomen in de wedstrijd. De wedstrijdindeling is gemaakt op basis van lengte en tuigage van het schip. Klasse A: vierkant getuigde schepen met een lengte van 40 meter of langer. Bijvoorbeeld een volschip, bark, barkentijn, brik of brigantijn. Klasse B: traditioneel getuigde vaartuigen met een lengte van minder dan 40 meter en een waterlijnlengte van minstens 9,14 meter. Klasse C: modern getuigde schepen met een lengte van minder dan 40 meter en een waterlijnlengte van minstens 9,14 meter en die geen spinnakers gebruiken zoals een schoener, kits, yawl, kotter of sloep. Klasse D: modern getuigde vaartuigen met een lengte van minder dan 40 meter en een waterlijnlengte van minstens 9,14 meter.
Viermaststagzeilschoener
Viermastschoener
Schoener Een schoener was een snelle langsscheepsgetuigde zeiler met gaffel-, gaffeltop-en stagzeilen en achterover hellende masten. Oorspronkelijk gebouwd met twee masten; na 1850 verschenen er schoeners met drie en meer masten. Bij tweemasters is de achterste mast het hoogst en bij driemasters meestal de middelste. Het zeilschip steekt ver onder water waardoor het ook zonder zwaarden tegen de wind in kan zeilen. Bij de bouw van de eerste schoener werd snelheid verkozen boven laadvermogen. De schepen werden gebruikt bij koopvaardij, visserij, marine, loodsdiensten, douane en pleziervaart. In West-Europa zijn rond 1900 veel schoeners gebruikt voor de kustvaart. Deze hadden een vlakke bodem, en waren soms voorzien van zij-zwaarden om de drift te beperken. Rond 1910 werden de eerste hulpmotoren ingebouwd. Het scheepstype raakte na 1920 in onbruik door de opkomende gemotoriseerde kustvaart.
L E E U W A R D E R C O U R A N T D I N S D A G 2 4 J U L I 2 018 11
SAIL Op deze pagina’s hoogtepunten uit het programma van The Talships Races 2018, 3 tot en met 6 augustus in Harlingen. Zie voor het complete programma: thetallshipsracesharlingen2018.nl
VRIJDAG 3 AUGUSTUS 11.00 – 23.00 u. Evenemententerrein open Ambachtsplein, Kidsplein, Mediaplein, Duurzaamheidsplein, Beachplein (Beachbar & Foodtrucks 12.00 – 18.00 Sail In Harbour Stage 12.00 – 18.00 De Taalkaravaan (Lân fan taal) Homsk - Us Buorman Yn Tallinn 12.00 – 19.00 Shantyfestival Zuiderhaven/centrum 14.00 – 19.00 Horizontoer New Horizon stage, The Solar Stage 19.00 – 20.30 WRLDBEAT New Horizon stage 17.30 – 23.00 Harbour Stage Skaevver MC Chicks Hubert Heeringa Allstarsband met o.a. Ali B, Elske DeWall, Dilana Smith, Marcel Kapteijn Afsluitend vuurwerk De Sail In - de intocht van de schepen - is vanaf 12 uur live te volgen op www.lc.nl.
ZATERDAG 4 AUGUSTUS 11.00 – 23.00 u. Evenemententerrein en diverse Tall Ships open voor publiek Beachplein, Kidsplein, Ambachtsplein, Mediaplein, Duurzaamheidsplein, Beachplein (Happy lifestyle markt, Beachbar & Foodtrucks) 10.00 – 19.30 Bonte markt Zuiderhaven Shantyfestival Zuiderhaven/centrum 12.00 – 18.00 De Taalkaravaan (Lân fan taal) Duurzaamheidsplein/Kidsplein Homsk - Us Buorman Yn Tallinn) 12.00 – 19.30 Frieslandpop/TSRH Talent stage, Solar Stage 13.00 – 18.00 Straattheater Diverse locaties 14.00 – 15.30 Soundboxx New Horizon stage 15.00 – 16.30 Crew parade Parade door centrum 16.00 – 23.00 Harbour Stage: Slaanderij fan Harlingen Makkumer Blues Brothers Captain Darlin’ The Best of Britain 16.30 – 20.30 New Horizon Stage: The Sexy Spooners Jack and the Weatherman
14 L E E U W A R D E R C O U R A N T D I N S D A G 2 4 J U L I 2 018
Shantyfestival mét LC-shantykoor Een shanty, zo zei kenner Nanne Kalma onlangs tegen een verslaggever van deze krant, is een werkliedje aan boord van een schip, veelal bedoeld om het tempo erin te houden. Tijdens de feesten rond de Tall Ships Races is het vooral de bedoeling de bezoekers even te laten stilstaan bij het podium aan de Zuiderhaven. Dit doen de koren met teksten over barre werkomstandigheden op zee, maar ook altijd met een prikkelende doorkijk naar het moment dat ze een meisje weer in de armen konden sluiten. Tussen de dagelijkse optredens van vijftien shantykoren is ook een optreden van het LC-shantykoor gepland. Op zondag 5 augustus om 12 uur brengt dit gelegenheidskoor van LC-lezers het speciaal door Jurjen van der Meer geschreven lied De sânde weach ten gehore. Kalma zette het op muziek.
ZONDAG 5 AUGUSTUS 11.00 – 23.00 u. Evenemententerrein en diverse Tall Ships open voor publiek Ambachtsplein, Kidsplein, Mediaplein, Duurzaamheidsplein, Beachplein (Beachbar & Foodtrucks) 10.00 – 19.30 Bonte markt Zuiderhaven Shantyfestival Zuiderhaven/ centrum 11.00 – 13.30 Cadence Diverse locaties 11.00 – 18.00 De Taalkaravaan (Lân fan taal) Homsk - Us Buorman Yn Tallinn) 12:00 – 19:30 Frieslandpop/TSRH Talent stage Solar Stage 13.00 – 14.30 Slaanderij fan Harlingen Beachplein 13.00 – 22.30 Harbour Stage: Dag van de Vriendschap TheKik Stuart Mavis The Cool Quest 19.30 – 20.30 TenTemPiés New Horizon stage
MAANDAG 6 AUGUSTUS 11.00 – 17.00 u. Evenemententerrein open Sail Out Harbour Stage Beachplein, Ambachtsplein, Mediaplein, Duurzaamheidsplein, Kidsplein Harlinger Talentstage Solar Stage De Taalkaravaan (Lân fan taal)
L E E U W A R D E R C O U R A N T D I N S D A G 2 4 J U L I 2 018 15
SAIL
TEKST EN FOTO’S MELLE VELTMAN
Van mosselaars tot tupperwarevloot Het Havenplein.
Een tijdreiziger uit het verre verleden zou de weg er zo weer terugvinden. Toch heeft de tijd in havenstad Harlingen zeker niet stilgestaan.
De vuurtoren heeft een
H
oe stadsgids Anneke Visser haar rondleidingen begint? ,,Ik heet de mensen eerst welkom. Dan zeg ik dat we één van de elf steden zijn. Dat we de Friese poort tot de wereld zijn. En ik vraag altijd: hebben jullie enig idee hoe oud deze stad is?’’ Het antwoord: 2018 min 1234. In dat jaar verwierf Harlingen stadsrechten. De grootse historie ten spijt: qua inwonertal legt Harlingen het met bijna 16.000 inwoners af tegen menige Vinex-wijk. ,,Maar wat veel mensen niet weten, is dat Harlingen tot in de jaren dertig een van de dichtstbevolkte steden van Nederland was.’’ Visser rolt een plattegrond open uit begin vorige eeuw. Die laat zien hoe de stad nauw omsloten was door de toenmalige gemeente Barradeel. De grenslijn sneed zelfs dwars door het stationsgebouw. ,,De stad kon lange tijd niet uitbreiden. Er was amper ruimte voor nieuwbouw.’’ Sommige panden langs de Harlinger grachten beschikken nog steeds over twee deurportalen, stille getuigen van de vele families die er ooit woonden. De staat van de panden was dikwijls belabberd. Visser herinnert zich nog heel goed de ‘rotte kiezen’ uit haar jeugd. ,,‘Onbewoonbaar verklaard’, stond er dan op de woningen. Toch woonden er mensen.’’ Dat veranderde vanaf medio jaren zestig. Veel bouwvallen kregen een tweede leven. De Zoutsloot, ooit een verpauperde straat, geldt nu als chique buurt. STRATENPLAN Toch is het straatbeeld de afgelopen eeuwen niet eens zo heel veel veranderd. ,,Het hele stegen- en stratenplan is nog hetzelfde’’, betoogt Visser. ,,Als je iemand terug zou kunnen halen die hier driehonderd jaar geleden heeft gewoond, en je zegt: ‘loop naar huis’, dan zou die het zo terug kunnen vinden.’’ Over het water navigeren zou voor deze
hotelfunctie gekregen.
De Zuiderhaven, bezien vanaf het Havenplein.
De Zuiderhaven met de vroegere scheepswerf Welgelegen.
Stratenplan van Harlingen al eeuwenlang onveranderd
tijdreiziger wel wat lastiger zijn. In de loop der tijden is er heel wat water gedempt. Niet om het verkeer de ruimte te geven, maar om ziektes in te dammen. ,,De grachten waren een open riool.’’ Het is een ontwikkeling die typerend is voor Harlingen: de grootste veranderingen voltrokken zich niet aan wal, maar langs en op het water. Neem de Noorderhaven. ,,Vroeger was het dé handelshaven en in mijn jeugd lag het vol mosselaars. Nu noem ik het maar de tupperwarevloot’’, zegt Visser lachend, terwijl ze naar de spierwitte plezierjachtjes wijst. Handel en bedrijvigheid vinden nu vooral plaats ten noorden van de binnenstad, bij de Industriehaven. Wie houdt van historische schepen, kan beter terecht in de Zuiderhaven. Nog begin deze eeuw lag hier scheepswerf Welgelegen. ,,Maar de schepen die ze bouwden, werden alsmaar groter. Het was precisiewerk om die door de haven te krijgen.’’ Welgelegen verdween en maakte plaats voor postmoderne nieuwbouw met een historiserende draai. Maar aan de kade liggen nu de oude tjalken en klippers van de bruine vloot. Ook bij het havengebied is veel veranderd. In 2010 werd de nieuwe, hogere keermuur afgerond. Die kreeg de vorm van een moderne wandelpromenade. De onderdoorgang heeft sluisdeuren die dichtgaan bij hoogwater. ,,Ik zeg altijd tegen de Friezen: ‘Wij houden hier het water tegen zodat jullie veilig zijn’.’’ TRANSITIE Met de komst van de promenade werd het naastgelegen treinspoor naar de Willemshaven ingekort. Station Harlingen Haven is sindsdien het eindpunt. In de haven liggen de loze rails nog als aandenken. Goederen vervoeren per spoor is er dus niet meer bij. Het past bij de transitie waarin de binnenstad zich bevindt. Het Entrepotgebouw uit 1904 dient nu niet meer voor de opslag van handelswaar, maar voor foodfestivals en andere activiteiten. Ook de metershoge havenkraan uit 1967 heeft een andere taak gekregen. De kraan draait nog wel, maar dat is alleen nog voor het plezier van de stelletjes die daar overnachten. De vuurtoren uit 1922 heeft eveneens een hotelfunctie gekregen. Geïnteresseerd? Wees er dan snel bij. Het hele jaar zijn nog maar een paar dagen beschikbaar. Anneke Visser is blij dat het toerisme bloeit. ,,Natuurlijk, we moeten geen Giethoorn worden. Maar de toeristen die zo snel mogelijk met de boot naar een eiland gaan, willen we eigenlijk ook de stad in zien te krijgen.’’
L E E U W A R D E R C O U R A N T D I N S D A G 2 4 J U L I 2 018 2 5
SAIL
Scheepjes kijken Je kijkt je ogen uit tijdens de Tall Ships Races volgende week. Maar wat vaart er allemaal mee? Te veel om op te noemen. Toch lichten we vier tipjes van de sluier: de oudste, de grootste, de witste en een filmster.
Sedov (Rusland) SPECIFICATIES Vlag: Rusland Bouwjaar: 1920 Categorie: viermastbark Hoogte: 58 meter Lengte: 123 meter Diepgang: 6,5 meter Klasse: A Met een lengte van 117 meter is de Sedov het grootste traditionele zeilschip dat nog vaart. In 1921 maakte ze zijn eerste reis voor de Duitse rederij. Momenteel doet ze dienst als opleidingsschip. Oorspronkelijk had het schip de naam Magdalene Vinnen II en daarna Kommodore Johnson. Sinds 1945 is het Russisch en draagt het de naam Sedov als eerbetoon aan marineofficier en poolonderzoeker Georgi Sedov. Het schip werd in 1921 in Kiel gelanceerd voor de rederij FA Vinnen & Co.
uit Bremen, een van de grootste Duitse rederijen aan het begin van de twintigste eeuw. De rederij had aanvankelijk bezwaar tegen de installatie van een motor in het schip, maar de scheepswerf hield vol en zo werd het het eerste zeilschip met hulpmotor dat was ontworpen volgens moderne principes. Tijdens de Tweede Wereldoorlog lag de Magdalene buiten bedrijf in Bremerhaven. Na afloop van de oorlog werd het schip als herstelbetaling overgedragen aan de Sovjet-Unie. Vanaf toen kreeg het de naam Sedov en werd het ingezet als opleidingsschip. Sinds 2017 is het schip eigendom van de Technische Universiteit van Kaliningrad. Het vaart als opleidingsschip op de Noordzee en de Oostzee van de lente tot de herfst. Regelmatig neemt het deel aan de grote maritieme internationale evenementen zoals de Tall Ships Races.
Santa Maria Manuela (Portugal) SPECIFICATIES Vlag: Portugal Bouwjaar: 1937 Hoogte: 34,47 meter Lengte: 68,64 meter Diepgang: 5,94 meter Klasse: A Thuishaven: Aveiro
Het schip is genoemd naar poolonderzoeker Georgi Sedov
18 L E E U W A R D E R C O U R A N T D I N S D A G 2 4 J U L I 2 018
De Santa Maria Manuela is een imposante witte stalen gaffelgetuigde viermaster. Ze werd in 1937 gebouwd als visserschip om rond Newfoundland te vissen op kabeljauw, een populaire vis in Portugal. De Santa Maria maakte deel uit van een grote vissersvloot in Portugal. Ze voer ook vaak naar Groenland, waar de stalen romp moeiteloos door een dikke laag ijs kon ploegen. Het schip werd gedoopt met de naam van de vrouw van de reder, Maria Manuela, moeder van zestien kinderen. De witte kleur dateert uit de Tweede Wereldoorlog. Er sneuvelde nogal eens een schip door torpedo’s van onderzeeërs. De stafchef van de marine besloot daarop om alle schepen wit te laten verven en alleen nog maar in konvooi te laten varen met enorme Portugese vlaggen om duidelijk te maken aan de onderzeeërs dat Portugal tot de neutrale landen behoorde. Het gaf ze de bijnaam white fleet. De Santa Maria Manu-
ela was uiteindelijk een van de laatste schepen van deze legendarische Portugese witte vloot. De Santa Maria Manuela overleefde stormen, torpedoaanvallen en andere levensbedreigende situaties maar tenslotte ging het schip ten onder aan nieuwe visquota. De toetreding tot de EU in 1986 maakte dat de kabeljauwquota werden verlaagd en dat maakte vele schepen onbruikbaar. Zo ook de Santa Maria Manuela. De stalen romp, oorspronkelijk bedoeld voor de bouw van een oorlogsschip, maakte dat het een gewild object bleef. In 2010 is het schip door een groot Portugees vissersbedrijf gekocht. In een ijzingwekkend tempo werd het vaartuig in 62 werkdagen verbouwd om het geschikt te maken voor het varen met gasten en trainees. De oorspronkelijke romp is behouden gebleven, terwijl de binnenkant geheel vernieuwd is met zeer comfortabele accommodaties voor crewleden en trainees. In november 2016 is de Santa Maria Manuela overgenomen door levensmiddelengroothandel Recheio, onderdeel van de Jerónimo Martins Group. De visie van het bedrijf is om het varend erfgoed van Portugal te beschermen en de historie van de kabeljauwvisserij te bewaren voor de toekomst.
TEKST TIM FIERANT
Earl of Pembroke (Groot-Brittannië) SPECIFICATIES Vlag: Verenigd Koninkrijk Bouwjaar: 1945 Categorie: barque 3 Lengte: 44 meter Diepgang: 3,20 meter Klasse: A Thuishaven: Saint Albans, ten noordwesten van Londen
Brigantijn
Brigantijn
Een houten driemaster met een illustere naam. De Earl of Pembroke was immers de voormalige naam van de HMS Endeavour, het schip waarmee de legendarische kapitein James Cook ooit Australië ontdekte. De ‘nieuwe’ Earl of Pembroke is in 1945 gebouwd in Zweden onder de naam Orion, en verscheepte hout over de Baltische Zee. In 1974 is het verkocht aan een Deen en veranderde zijn naam in Tullan. In 1980 werd het schip naar Engeland gevaren waar het in 1985 is gerestaureerd. In Engeland werd de schoener omgebouwd tot een bark. Het was de bedoeling dat het schip meer ging lijken op de HMS Endeavour, en kon figureren op festivals en in films. Het schip heeft nu het silhouet van een klassiek zeilschip. Het kan ook ‘opgemaakt’ worden als een oud Spaans galjoen of een stoomschip uit de tijd van de poolexpedities. Het prachtige vaartuig figureerde in diverse films, waaronder Treasure Island (1999), Shipwrecked (1990), Alice in Wonderland (2010), Cloud Atlas (2012) en Alice Through The Looking Glass (2016).
Loyal (Noorwegen) SPECIFICATIES Vlag: Noorwegen Bouwjaar: 1877 Categorie: gaff ketch Hoogte: 21,56 meter Lengte: 32,16 meter Diepgang: 2,8 meter Klasse: B Thuishaven: Noorwegen
De Loyal is het oudste nog zeilende galjoen ter wereld. Gebouwd in 1877 in Hardanger in het zuidwesten van Noorwegen. De bouw duurde een jaar: vijftien timmermannen waren er voltijds mee bezig. Het was de bedoeling dat de Loyal negenhonderd vaten haring over de grote zeeën kon vervoeren. Daarom werden er nogal wat eisen aan de bouw gesteld. Een paar jaar na de bouw al werd het schip volgens verhalen ingezet voor een bijzondere en histori-
sche klus: het vervoerde stukken van het Vrijheidsbeeld over de Atlantische Oceaan naar New York. Kapitein Torstein Onarheim zwaaide de scepter op de Loyal van 1890 tot 1906. Hij zeilde meestal van het zuidelijke puntje van Noorwegen naar het noorden om te vissen, zonder te stoppen. Zijn laatste tocht duurde 84 uur van Bergen naar Troms, een gemiddelde snelheid waaraan een snel stoomschip een puntje kon zuigen.
Een brigantijn is afgeleid van de brik en wordt dan ook wel schoenerbrik genoemd. Een zeilschip met twee masten waarvan de voorste mast vierkant is getuigd. De achterste mast is gaffelgetuigd en voert bovenin nog een of twee razeilen. De naam is afkomstig van een Italiaans roofschip, de bergantin of bargantin dat in de dertiende eeuw al in gebruik was bij Portugezen, Spanjaarden, Turken en Fransen. In de zestiende eeuw werden brigantijns door de Spanjaarden gebouwd in hun Amerikaanse kolonies. Het waren kleine vaartuigen van het sloep- of boottype zonder dek en getuigd met een latijnzeil. In de zeventiende eeuw was het een van de voornaamste scheepstypes in Engeland en in de Engelse kolonies in Noord-Amerika. De brigantijn zoals we die nu kennen, ontstond pas aan het begin van de achttiende eeuw en had oorspronkelijk een ronde boeg en vallende spiegel. De brigantijn werd in het verleden veel gebruikt door smokkelaars en piraten. Zij konden snel uit de voeten vanwege zijn wendbaarheid en goede vaarkwaliteiten op aandewindse koersen. De marine en de kustwacht brachten daarom al snel hun eigen brigantijnen in de vaart.
Brik
Brik De brik is uit de brigantijn gegroeid, een tweemast barkentijn, maar praktisch hetzelfde. De namen brik (brig) en brigantijn worden door elkaar gebruikt. De brik is verwant aan de schoener. Eén of twee vierkantgetuigde masten, aangevuld met stagzeilen en een boegspriet met verlenging, het kluifhout of de kluiverpen. Achter de grote mast een langsscheepszeil met gaffel en giek, het brikzeil. De brik werd oorspronkelijk in de loop van de zeventiende eeuw als betrekkelijk klein, snelvarend oorlogsschip gebouwd, maar al gauw ook als koopvaardijschip. Brikken werden als pakketboten ingezet door de VOC en als snelle slavenhalers. In de tweede helft van de negentiende eeuw brachten veel Nederlandse reders kleine handzame brikken in de vaart, die vooral werden gebruikt naar de West en de Oost en naar Zuid-Amerika. De brik verloor terrein toen het stoomschip zijn intrede deed.
L E E U W A R D E R C O U R A N T D I N S D A G 2 4 J U L I 2 018 19
SAIL
B
ordeaux, eind november 2017, de jaarlijkse conferentie van Sail Training International (STI), de organisator van de Tall Ships Races. In een bedompt zaaltje in het congrescentrum van een groot hotel aan de Garonne toont Stephan Kramer (52) de beelden van een ongeluk in een tunnel. Een busje komt dwars op de rijbaan te staan, flinke rook komt uit de motorkap. Het verkeer hoopt zich erachter op. Het publiek in het zaaltje kijkt en denkt: kom uit je auto, ren weg, laat alles achter. Maar minutenlang gebeurt er niets. Het is verbijsterend om te zien. Kramer legt uit. ,,Een mens is zwak in het herkennen van noodsituaties. Op een doorsnee dag ben je bezig om de dingen die moeten gebeuren goed te doen. Pas als er zich een herkenbaar noodgeval voordoet, gaat er een schakel om. In dit geval van de tunnel was er alleen maar rook te zien. Geen vuur, geen gewonden, geen hitte. De gevolgen waren niet herkenbaar als levensbedreigend.’’ Harlingen, volgende week. Het evenemententerrein van de Tall Ships Race is niet meer zoals in 2014 verspreid over twee locaties, maar over eentje: rond de Willemshaven. In vier dagen stappen hier rond de 300.000 bezoekers rond, verwacht de organisatie. Kramer schetst. ,,Op het moment dat mensen de noodsituatie gaan herkennen, treedt het reptielenbrein in werking. Dan zijn ze niet meer in staat goed na te denken. Overleven is het enige wat telt. Mensen komen in een situatie waarin ze zich nooit eerder bevonden. Denken net als Pippi Langkous dat ze alles kunnen. Dat is natuurlijk niet zo.’’
Bewaker van de veiligheid Dat hij geen rechter onderarm heeft maar een haak, maakt hem de enige echte kapitein Haak in de wijde omgeving. Stephan Kramer schippert niet veel meer, hij waakt vanaf de wal over de veiligheid van de tallships.
De twee klemmen die eraan zitten is precies het gereedschap dat je nodig hebt om touwen te splitsen. Ze functioneren ook nog eens uitstekend als kaartpasser. Een keuringsarts zei altijd: ‘‘Je mist niet een arm, hij ziet er gewoon anders uit’.’’ DIPLOMA De kapitein dwong hem hoe dan ook zijn diploma te halen. ,,Ik wilde fulltime bij hem werken, zomers varen, ’s winters onderhoud. Maar hij bleef mij afwijzen, totdat ik er zo genoeg van had dat ik mijn heftruckchauffeursdiploma haalde.’’ Sligting nam Kramer aan boord en hij doorliep alle rollen die er zijn, van matroos via bootsman, stuurman tot schipper. ,,Erna ben ik nog naar de Enkhuizer binnenvaartschool gegaan en voer op vele schepen. Tot 1994 had ik de Vrouwezand waarmee ik vooral met gehandicapten op voer. Het mooiste is dat je op zee het moet doen met de dingen en mensen die je hebt. Als schipper maak je er een geheel van. Iedereen heeft een rol. Voert iemand zijn taken niet uit, komen we niet ver.’’ In 2005 begon het vrouwenhaar sterker te trekken dan een kuil touw, verwoordt Kramer zijn stap voortaan aan wal te blijven. ,,Wat moest ik? Ik kon leuk babbelen en wist veel van zeilen, dus instructeur zijn lag voor
FELLE HESJES Om een massa op drift te bereiken, zijn volgens Kramer die mensen met felle hesjes hard nodig. Ook al detoneren ze – of verstoren ze zelfs – alle feestvreugde. ,,Die mensen die allemaal goed opgeleid moeten zijn, dienen commando’s te geven. Mensen die in de overlevingstand staan, zijn alleen te bereiken met heldere en duidelijke taal.’’ De presentatie van Kramer late herfst vorig jaar was een voorbereiding op de Tall Ships Races. Kramer, die in Franeker woont en zijn bedrijf heeft in Harlingen, is al jaren nauw betrokken bij STI. Volgende week vrijdag tijdens de Sail In verzorgt hij het commentaar bij het live-verslag dat via schermen in de stad en online (via lc.nl) te volgen is. Het contact tussen hem en STI is er al sinds de jaren negentig van de vorige eeuw toen Kramer schipperde op de Jacob Meindert. Meedoen aan de Tall Ships Races destijds betekende een entree in de toen nog behoorlijk ontoegankelijke stad Sint-Petersburg, zegt Kramer. Zijn liefde voor schepen kwam niet van huis uit. Kramer die in Duitsland opgroeide, knutselde ooit een vlot in elkaar en vond uit dat het sneller en met minder inspanning door het water gleed met een zeiltje erop. Later, op school, had hij het niet naar zijn zin. Een schoolreisje naar Harlingen bracht hem op de driemaster de schoener Albert Johannes van Willem Sligting. ,,Ik wilde niets anders dan daar blijven. Matroos worden. Maar Willem zei keer op keer dat ik mijn school eerst moest afmaken. In de zomer zou ik vier weken op het schip werken, het werden drie maanden. Ik voer op het IJsselmeer, de Waddenzee, de Noordzee. Met een schip en een paar zeilen kun je overal komen. Er ging een wereld voor mij open.’’ Dat hij op zijn 14de zijn rechterarm was kwijtgeraakt, hinderde niet. ,,Na een weddenschap kreeg ik een tik van een hoogspanningsleiding. Mijn haak is handig aan boord.
Stephan Kramer (links): ,,Niets mooiers dan het mastenwoud dat Harlingen volgende week tegemoet vaart.’’
2 2 L E E U W A R D E R C O U R A N T D I N S D A G 2 4 J U L I 2 018
TEKST MARSCHA VAN DER VLIES FOTO NIELS DE VRIES
Schippers hebben geen tijd om zich te verdiepen in de wet de hand. Als vanzelf kwam ik aanraking met veiligheid als je bijvoorbeeld oefent wat te doen bij een man overboord.’’ Onder druk van rampen zoals die met de veerboot Herold of Free Enterprise voor de kust van Zeebrugge in 1987 nam de druk op het naleven van veiligheidsregels in de scheepvaart enorm toe. ,,Schippers hebben geen tijd om zich te verdiepen in de wet. Ik zag een kans. De taal van de schippers sprak ik en ik wist over het leven aan boord, dus ik kon die wetten vertalen naar de praktijk. Bij
onder meer de vermaarde scheepsverzekeraar Lloyds deed ik opleidingen. Voor de scheepvaart maakte ik een kort en bondige samenvatting van de veiligheidseisen die goedgekeurd werd door classificatiebureau Veritas.’’ Zijn bedrijf Rood boven Groen in Harlingen voert inmiddels veiligheidsaudits uit voor zowel charterschepen als koopvaardijschepen. Op de Maritieme Academie in Harlingen geeft hij les over veiligheid. Voor STI is hij ondertussen een belangrijk contact. ,,Bij de Tall Ships Races varen de schepen met jeugd. Veiligheid staat voorop.’’ Sinds 2008 geeft hij lezingen tijdens de jaarlijkse congressen van STI over crowdmanagement, gedrag van mensen in massa’s of in noodsituaties. Tijdens het evenement gaat hij langs schepen, geeft uitleg over havenregels, startprocedures en bemiddelt bij taalproblemen. Het zaaltje met het lage plafond in het ijskoude Bordeaux lijkt mijlenver van de parade waar Kramer maar al te graag zijn ogen op laat rusten. ,,Niets mooiers dan het mastenwoud dat Harlingen volgende week tegemoet vaart. En dan eenmaal aan de kades, die bedrijvigheid, het laden, het lossen, al die enthousiaste mensen die de stad overspoelen. Zij komen met verhalen over avonturen die iedereen wil horen.’’
Caravela Yawl
Caravela Een licht en snel mediterraan zeilschip, dat al in de dertiende eeuw door Genuezen, Spanjaarden en Portugezen werd gebruikt voor de visserij en het goederentransport. Het kon 50 ton verschepen. Na 1440 werd de caravela ontwikkeld tot een schip van 150 tot 180 ton met twee of drie masten met latijnzeil. Met deze schepen werden ontdekkingstochten ondernomen. De Niña en de Pinta van Columbus waren ook caravela’s.
Yawl Klein soort vissersvaartuig waarvan de voorste mast de grootste is en getuigd met een sprietzeil, loggerzeil, gaffelzeil of torenzeil. De tweede veel kleinere mast, de yawlmast, staat achter het roer. De yawl wordt ook yol genoemd. Een snelle zeilboot van de Engelse oostkust die door particuliere loodsen en redders in gemeenschap werd uitgerust.
Kotter
Bermudian Kits
Kotter Verschillende types kleine zeevaartuigen worden zo genoemd, doordat ze allemaal qua vorm en functie verwant zijn aan de cutter; een in Engeland in de achttiende eeuw ontwikkeld snel, langsscheeps getuigd eenmastvaartuig. De romp van het schip heeft een vrij steile steven. De kotter wordt voor meerdere doeleinden gebruikt, maar vooral in de visserij.
Gaffelkits
Kits Een kits is een langsgetuigd zeilschip met twee masten. De voorste mast is de hoogste. Aan deze mast kunnen een grootzeil, fok en kluiver(s) gevoerd worden. Aan de achterste mast wordt gewoonlijk alleen een bezaan gevoerd. Is een mast gaffelgetuigd, dan kan er ook een topzeil worden gevoerd. Op een kits staat de achterste mast voor het roer.
Sloep
Sloep Sloeptuig wil zeggen dat er een grootzeil en één voorzeil gevoerd worden. De meest voorkomende type moderne jachten zijn zo getuigd. Sloep was vanaf de zestiende eeuw de benaming voor vele soorten vaartuigen, waarschijnlijk afgeleid van het Franse chaloupe. Veelal werd een open roei- of zeilboot bedoeld, maar vanaf het eind van de negentiende eeuw ook een motorboot. In Engelstalig gebied werd ‘sloop’ eerst gebruikt voor een kotterachtig scheepstype; later voor elk zeilschip dat alleen grootzeil en fok voert.
L E E U W A R D E R C O U R A N T D I N S D A G 2 4 J U L I 2 018 2 3