7 minute read

De tuin is er voor iedereen

Groene vingers hebben, is geen voorwaarde. Die krijg je vanzelf in biologische groentetuin 50|50 Green in Amsterdam-Noord, waar het draait om lekker werken in de buitenlucht en werkervaring opdoen. Een zinvolle dagbesteding voor (ex-)daklozen en andere deelnemers van het Leger des Heils.

In Amsterdam-Noord ligt een tuin. Een bijzondere tuin. Op een flinke lap grond tussen de huizenrijen van de Bloemenbuurt, vind je de 50|50 Green-tuin van het Leger des Heils, volop ingezaaid met groenten, oogsten voor ieder seizoen. Maar het meest bijzondere in deze tuin zit niet onder de grond maar erboven. De stuk voor stuk prachtige mensen die werken in de tuin, onder de bezielende leiding van hun Henk.

‘Alleen het Leger des Heils kan het op deze manier doen’, stelt Henk Blokhuis (65), tuincoördinator en begeleider.

‘Voor deze doelgroep van (voormalig) daklozen, exgedetineerden, mensen met multiproblemen zoals we tegenwoordig zeggen, is een doorsnee werkplek niet haalbaar. Tenminste, niet als ze net uit een “situatie” komen. Ze kunnen niet, ze willen niet. Ga daar maar aan staan. Ik ben die uitdaging acht jaar geleden aangegaan.’ Met zijn hoveniersachtergrond gevolgd door opleidingen als creatief tuintherapeut en mediator, weet Henk van wanten. Geef me een stuk grond, zei hij tegen het Leger des Heils, dan zet ik daar een mooi project neer. ‘Deze plek is een buitenkans’, glimlacht Henk tevreden.

Mensen aan de praat krijgen

De middagpauze is bijna achter de rug, in het tuinhuis neemt Henk nog een boterham. Tomaatje erop. Hij vertelt over zijn strijd om de tuin, zijn strijd voor deze mensen. ‘Ze hebben het altijd over de doelgroep van de tuin. Maar wie zijn dat eigenlijk? Dé doelgroep bestaat toch niet? Ik bepaal niet wie hier mogen werken, ik krijg ze letterlijk op mijn bordje. “Deze is moeilijk”, is vaak de boodschap, “maar jij kan dat”.’ En stiekem vindt Henk dat ook leuk, geniet hij ervan als hij mensen aan de praat krijgt. ‘Ik zit veertig jaar in het vak en het blijft me intrigeren, als jobcoach en als hovenier: de sleutel is écht contact maken met mensen, met plezier. Door contact te maken kom ik erachter “waar ze zitten”. In hun hoofd, in hun leven, met welke instelling ze hier komen. Ik wil ze graag de meerwaarde laten ervaren van het samen met iemand werken aan iets concreets.’ En soms kan iemand vanuit dit ‘beschermd werken’ doorstromen naar een reguliere baan, vertelt Henk. ‘Dat is geen must, voor veel deelnemers geldt dat zij altijd een bepaalde vorm van beschermd werk nodig zullen hebben.’

Zware jongens

Terwijl zijn mensen weer naar buiten vertrekken, voor hun ‘middagklus’, vertelt Henk over het prille begin, in 2013. In een pilot met de gemeente Amsterdam kreeg het Leger des Heils de beschikking over een lap grond, en de tuin van Noord was geboren. ‘Iedereen moet aan het werk, zei wethouder Aboutaleb destijds, ook mensen die net uit de gevangenis komen. Daar wilde ik aan bouwen, aan een werkplek voor deze groep.’

Na de aanleg van de tuin meldden zich de eerste medewerkers bij Henk. Die dag zal hij nooit vergeten. ‘Een stel “zware” jongens stond aan de poort. Sommigen net uit de bak, anderen uit de daklozenopvang. Eentje vroeg: “Mag ik straks groenten meenemen voor mijn moeder? Mijn moeder is trots op me dat ik dit doe.” Ik hoorde het aan met tranen in mijn ogen.’

Een zaailing komt op Belangrijk in de aanpak van Henk is dat mensen iets kunnen creëren. Henk: ‘Dat ze de ervaring krijgen dat het werk dat zij doen, ertoe doet. Je hebt een zaadje geplant, en nu groeit daar een krop sla, een zaailing komt op. Dat gevoel.’ Hij noemt zijn aanpak de tuintaal-methodiek. ‘Na mijn instructie heeft iedereen zelf de regie, samenwerken doen we via activiteiten. Zelf loop ik voortdurend rond, ik volg wat de deelnemers doen.’

Zo ook vanmiddag. Vandaag zijn er acht mensen in de kassen en de tuin. Daar is Jeroen (45), druk met takken en snoeiafval in de kruiwagen laden. Jeroen is vaak in de tuin. Hij woont in de maatschappelijke opvang en ziet zijn werk in de tuin als opstapje naar betaald werk en een normaler leven. ‘Als postbode of taxichauffeur, zoiets…’ ‘Maar het liefst wil je toch de hoveniersopleiding doen?’, vraagt Henk. Jeroen knikt.

Henk glimlacht. Zo gaat dat hier op de tuin. ‘We hebben gesprekken, soms over de toekomst. Of heel eenvoudig over de groenten, het hout, de stenen of het zand. Werken op de tuin kan van alles zijn.’

Eetlust verbetert ‘Ik ben dakloos’, vertelt Jeroen. ‘Ik woon in wat ze noemen een middelenbewuste maatschappelijke opvang, de meeste mensen daar gebruiken.’ De tuin geeft hem een doel. ‘’s Morgens als ik opsta, denk ik – ah lekker, straks naar de tuin. Ik ben opgegroeid in het groen, heb eerder in tuinen gewerkt. Tussen de planten vind ik dat gevoel weer terug en krijg ik verse lucht, zeker als ik flink aan de slag ga. Mijn eetlust verbetert.’ Jeroen vertelt over de behoefte aan rust in zijn hoofd. ‘Hier lukt dat. Je hoort vogels en insecten. Kunt lekker met de struiken bezig zijn. Oh ja, Henk, voor ik het vergeet. Voordat ik wegga wil ik die bessen nog doen.’ Jeroen vertrekt, hij duwt zijn kruiwagen naar de compoststapel achterin bij de hoge bomen.

In de kas is het lekker warm, vindt ook de vriendelijk lachende Roos (56). Ze maakt een bak met stekjes voor planten. Heel precies steekt ze de stekjes in de aarde. Roos: ‘Ik ben hier vier halve dagen per week, met dit weer meestal in de kas. Wat ik hier zo leuk vind? Alles. De mensen, het werken met groen en groenten. En Henk natuurlijk, hij is een geweldige begeleider.’ Eerder deed ze productiewerk en zat ze achter de kassa van de supermarkt. ‘Je kunt zeggen dat ik alles al gedaan heb, ook nog eens in de schoonmaak en de beveiliging. Ik hoop dat ik dit lang mag blijven doen, hier ben ik gelukkig.’

Spruitjes en prei Joyce (37) zit op een stoel middenin de kas. Ze heeft pijn aan haar hand, vertelt ze. ‘Momenteel doe ik af en toe boodschappen voor 50|50 en maak ik onze kantine schoon.’ De tuin is avontuurlijk, vindt Joyce. ‘En voor mij voelt het lekker gezond om buiten te zijn, met de planten.’ Joyce is nu anderhalf jaar op de tuin, vier dagen per week. ‘Vorige week waren we druk met de spruitjes en de prei. Dan merk ik dat ik graag samenwerk, maar wel met iemand die rustig is.’

Gelach achterin de kas. Achter een tafel met een hoge berg takken zitten Dierien en Rahma. ‘Dat is wat we vandaag doen, takken knippen’, zegt Rahma. ‘Wij werken vaak gezellig samen.’ De 54-jarige Somalische geniet van het samenzijn op de tuin. ‘Hier heb ik collega’s en we mogen allerlei verschillende dingen doen. Straks ga ik deze bakjes schoonmaken.’ Ze schuift haar takken richting Dierien, die net als Rahma uit Somalië naar Nederland kwam. Dierien (60) is blij met Henk. ‘Hij heeft me zoveel geleerd.’

Roodborstje

Terwijl Henk buiten een stuk grond uitgraaft waar ze straks nog meer palmkool planten, ‘de cavolo nero, je kent ’m wel’, komt Niels langslopen met een kruiwagen zand. Niels (42) komt hier al twee jaar, hij is graag in de natuur. ‘Ik vind het belangrijk dat dit een biotuin is, dat we geen gif gebruiken. Hij somt de voordelen van hier werken op: ik krijg beweging, ben buiten, lekker met groenten bezig – ik ben vegetariër dus dat komt goed uit, en geniet van de dieren die ik hier zie. Kijk, als je je nu langzaam omdraait, zie je daar op die tak een mooi roodborstje. Dit bedoel ik nou.’

Terug in de kantine. Rond 15 uur loopt de houten keet vol. Laarzen worden verwisseld voor sportschoenen, de donkergroene tuinjassen gaan weer aan de kapstok. ‘Even wachten nog’, roept werkbegeleider Vera Caland, ‘jullie werkbriefjes’. Ze deelt de formulieren uit, die moeten de deelnemers iedere dag tekenen. Vera zelf is twee dagen op de tuin te vinden. ‘Deze deelnemers zijn geweldig om mee samen te werken, zo divers, dat vind je nergens. Het is mooi als ze ontdekken wat ze kunnen. Ik ben trots dat ik daaraan kan bijdragen. En gaat het wel eens mis? Dat is hier niet erg.’

Kwetsbare mensen, kwetsbare groenten

50|50 Green, de biologische groentetuin van het Leger des Heils, is te vinden aan de Heggerankweg in Amsterdam-Noord. Henk Blokhuis begeleidt de medewerkers als coordinator en arbeidstrainer. Door zijn opleidingen als creatief tuintherapeut en mediator weet Henk hoe belangrijk het is om goed te kijken en te luisteren naar wensen en mogelijkheden van mensen met problemen. Mensen zonder motivatie verleiden tot zinvolle activiteiten, is zijn doel. Zijn tuintaal-methodiek beschrijft hij in het boek ‘Kwetsbare mensen, kwetsbare groenten’, dat het verhaal vertelt van de groentetuin die het leven van mensen met complexe problemen hoop geeft.

Ties Somers (24) vertelde eind 2019 in Kans over het vaderschap en het Jonge Vaderprogramma dat hij volgde bij het Leger des Heils. Hoe gaat het met hem en zijn zoontje Jaylen?

‘Dit afgelopen ‘corona-jaar’ was pittig. Thuis studeren en een kind hebben is niet de makkelijkste combinatie. Ik ben nu derdejaars hbo Vastgoed & Makelaardij en zou eigenlijk een stage doen. Maar ik koos ervoor om die uit te stellen. Ik denk erover om een jaar te pauzeren.

Ik woon met Jaylen bij mijn vader en broers. Thuis is het met alle mannen heel gezellig, maar behoorlijk vol. Zeker nu iedereen thuiswerkt. Ik slaap met Jaylen op één kamer. Hij is een ontzettend leuk mannetje, maar hij kan ook veel lawaai maken! Vandaag is hij bij zijn moeder, mijn ex-vriendin Demi. Mede dankzij het Vaderprogramma gaat onze communicatie veel beter. We hebben een interessante verdeling. Om het weekend is Jaylen in Brabant bij zijn oma en opa. De rest van de tijd is hij bij mij – vaak op dinsdag en woensdag – of bij Demi. Ik mis hem als hij er niet is. Maar ik kan ook erg genieten van even vrij zijn, niet op hem te moeten letten. Zijn ontwikkeling, lopen en fietsen, gaat razendsnel. Op zijn loopfietsje ging hij echt keihard, nu heeft hij een fiets met zijwieltjes. Ook het praten gaat steeds beter, dat is fijn. Toen hij zo klein was, vond ik het moeilijk te begrijpen wat hij bedoelde.’

This article is from: