3 minute read

Je bent altijd welkom in de Ontmoetingsbus

en koffiezaakjes dicht zijn vanwege de coronamaatregelen, kunnen we eigenlijk nergens naartoe. De Leger des Heils-bus is een uitkomst.’

Over grenzen gaan

Achterin de bus, in de comfortabele fauteuiltjes, is Lies’ buurman Tim Heijen (27) intussen druk in gesprek met Aalt. Ze hebben het over de dingen van de dag en het nieuws van het afgelopen weekend over de aanklachten tegen medewerkers van The Voice of Holland, over zaken die zich afspeelden achter de schermen van The Voice en wat dit met mensen doet. ‘Zoiets is zeker een gespreksonderwerp’, stelt Aalt. ‘Als christen kijk ik naar wat hier gebeurt, en vorm ik zo mijn idee erover.’ ‘Het gaat alle grenzen te buiten’, meent Tim. Zeker, zegt Lies. Ze begrijpt niet dat mensen die zoiets overkomt nog doorgaan in zo’n programma. ‘Mochten ze niets vertellen hierover? Geldt er zwijgplicht, niet alleen over het verloop van het programma, maar ook als je wordt lastiggevallen? Doe je dan alles voor je carrière? Het is gewoon verschrik- kelijk. Ook dat deze vrouwen en meisjes de schuld bij zichzelf zoeken.’

Dat is misschien hoe het gaat, denkt Aalt, ‘als je als onbekende in de televisiewereld komt. Dan is mijn zorg als ik zoiets hoor: hoe kun je ervoor zorgen dat je niet wordt meegesleept, over grenzen gaat.’ Voor zichzelf probeert hij iedere dag stil te staan bij wat hij doet, vertelt Aalt. ‘Even die reset, die vraag aan mezelf: welk waarden en normen vind ik belangrijk? Geef ik voldoende mijn grenzen aan? Ik wil dat duidelijk hebben voor mezelf. Van dag tot dag vernieuwd worden, noemt de Bijbel dit.’

Wensen voor de toekomst

Lies gaat eens verzitten, nipt aan haar thee. ‘Wat is dit voor wereld voor jonge mensen? Ik was nog jong toen ik moeder werd, 20. Mijn oudste zoon is inmiddels 48. Ik geloof niet dat ik nu nog jong zou willen zijn. Dat zeg ik ook wel eens tegen mijn man, blij dat wij al ouder zijn. De wereld is niet meer zo fijn.’

Ien

Aalt wil weten hoe bezoekers Lies en Tim naar de toekomst kijken. ‘Wat wil je nog bereiken en doen in je leven, wat zijn nog wensen?’ Poeh, daar moet Tim wel even over nadenken. ‘Ik weet niet wat mogelijk is? Er zijn veel dingen die ik zou willen. Zoals ooit een grote auto.’ Zelf werkt hij in de autofabriek van Nedcar, grenzend aan deze wijk. ‘Als assemblagemedewerker ben ik verantwoordelijk voor de inbouw van de verschillende onderdelen, die gaan de hele dag door mijn handen. Dan droom ik er soms van dat ik later ook in zo’n luxe auto rijd, een E-klasse.’

‘Typisch een mannenantwoord’, lacht Lies, ‘een auto. Ik zou eerder nadenken over wat voor leven ik zou willen hebben, in welke omgeving.’ Aalt begrijpt het wel. ‘Een auto geeft identiteit.’

Geloof en liefde

Het Leger des Heils komt ter sprake. Op de tafeltjes in de bus is allerhande informatiemateriaal over activiteiten van het Leger te vinden. Kenden jullie onze organisatie eigenlijk al, wil Aalt weten. ‘Voor mij staat voorop: ze helpen mensen’, zegt Lies. ‘Bij mijn eerste bezoek aan deze rijdende huiskamer nam ik deze boekjes mee, over hulp aan daklozen en de kledingwinkels. Leuk dat ook hier in de bus wat kleding hangt, daar ga ik zo nog even tussen kijken.’

Voor Tim staat het bezoek aan de bus in het teken van koffie en kletsen. ‘Ik kom even buurten omdat ik hier in de flat woon. Eigenlijk kende ik het Leger des Heils niet goed, wist niet heel specifiek wat zij doen.’ Inmiddels is hij verder, en las Tim ergens een mooie tekst

Help je mee?

Net als de ‘vaste’ buurthuiskamers van het Leger des Heils, zoekt ook de mobiele versie naarstig naar vrijwilligers. Woon je in de buurt en vind je het leuk om het werk in de bus te ondersteunen, stuur dan een mailtje naar: aalt.fikse@legerdesheils.nl Kijk voor meer informatie op: legerdesheils.nl/ buurtwerk over liefde. ‘En over geloof’, vult Lies aan. ‘Als ik zeg dat ik geloof, bedoel ik dat ik niemand besodemieter. Ik behandel mensen zoals ze mij behandelen.’

Zoon kreeg hulp

Aalt krijgt een telefoontje. Terwijl de anderen verder praten, loodst Aalt via de telefoon twee nieuwe gasten richting de bus. ‘We staan vandaag in een andere straat’, vertelt hij, ‘Ze konden de bus even niet vinden.’ Even later staat het stel bij de busdeur, Ien Verhaegen (62) en Bert Kraus (60) uit Born. ‘Ons eerste bezoek’, zegt Ien.

De van oorsprong Maastrichtse heeft COPD en kan geen lange afstanden lopen. ‘Vanuit mijn slaapkamer zag ik de bus steeds staan, en dacht ik: nu ga ik eens een kijkje nemen.’ Zo gezegd, zo gedaan, daar is ze dan. Met vriend

Bert met wie ze nu vierenhalf jaar samen is. Ien kent het Leger des Heils via haar zoon. ‘Mijn eigen zoon – hij is 31 – woonde in een opvang van het Leger des Heils. Hij lijdt aan PTSS, traumatisch stresssyndroom, hij had schulden, zijn leven stond op z’n kop. Door het Leger vond hij onderdak en is hij verder geholpen.’ Ien is blij met de begeleiding voor haar zoon. ‘Door de vele gesprekken kwam eruit dat hij in zijn jeugd misbruikt is door een oom. Meerdere malen deed hij een zelfmoordpoging. Die arme jongen… Gelukkig gaat het beter met hem, hij heeft een eigen kamer en wordt begeleid.’

Ook Bert en Ien gaan lekker koffie drinken. En straks wil Ien tussen de kleding kijken, misschien is er nog een broek bij voor haar zoon.

This article is from: